Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De Wintertuin
De Wintertuin
De Wintertuin
Ebook352 pages4 hours

De Wintertuin

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Paul Harland neemt u in deze negen indringende SF-verhalen mee naar de laatste woonboten die onbeschermd buiten het hemelweb proberen te overleven; naar Rusland dat oude glorie wil laten herleven door het bewind over te dragen aan Napoleon en Oscar Wilde; naar de strijd tegen technologisch verval op een schijfwereld; naar wolkwortels waar krabwier en andere ziekten de nieuwe Ontkieming bedreigen.

LanguageNederlands
Release dateMar 13, 2012
ISBN9781476124339
De Wintertuin
Author

Paul Harland

PAUL HARLAND (1960-2003) sleet zijn jeugd in een klein dorpje aan de westkust van Nederland en doorliep daarna een reeks van kostwinnende activiteiten: copywriting, muziek en fotografie. Als fotograaf woonde hij lange tijd in Groot Brittannië. Buiten schrijven hield hij zich graag bezig met koken, musiceren, meubelmaken en het houden van katten.Zijn eerste verhaal verscheen in 1979. Sindsdien won hij drie maal de King Kong Award, de hoogste onderscheiding voor het Nederlandstalige SF-verhaal. Onderscheiden verhalen zijn onder meer ‘De Wintertuin’ en ‘Retrometheus’ (met Mike Jansen)In 1993 verscheen zijn eerste verhalenbundel Remote Control uit, gevolgd door de door Dante geïnspireerde roman Water tot IJs (1995), een samen met Tais Teng geschreven griezelroman Computercode Cthulhu (2005) en een (Engelstalige) toekomstthriller The Hand That Takes (2003). Eveneens in het Engels verscheen een verhalenbundel in samenwerking met Paul Evenblij, Systems of Romance (1995)

Read more from Paul Harland

Related to De Wintertuin

Related ebooks

Reviews for De Wintertuin

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De Wintertuin - Paul Harland

    met Tais Teng

    Zoals iedere ochtend, verzette Tess zich uit alle macht tegen het wakker worden. Uiteindelijk zou het bed natuurlijk winnen. Als ze niet snel opstond, verstrakte de matras onder haar en werden de lakens stukje bij beetje naar beneden getrokken.

    Ze draaide zich op haar linkerzij en slaakte een klaaglijk geluidje. Onder haar benen begon de matras langzaam de consistentie van marmer aan te nemen. Ze slaakte een zucht en opende in arren moede haar ogen.

    Asgrauw ochtendlicht viel door de brede ramen naar binnen. De diamanten kubus op de sokkel aan haar voeteneind smeerde het uit tot een vage regenboog over haar middenrif.

    Een antieke radiobuis hing als een zwarte schaduw in het hart van de diamant.

    Het was dit type buis, door haar bet-overgrootvader in productie gebracht, dat de basis was geworden voor het immense familiekapitaal.

    Tess stapte uit bed, trok haar zijden ochtendjas over haar schouders en slenterde naar het westelijke raam. De woonboten van Buitendijks waren van deze afstand niet als afzonderlijke schepen zichtbaar: een wanordelijke klontering van stippen en strepen. De straten van licht lagen in een mikado-spel van haardunne gloeilijnen over de vuilgrijze zee.

    Tess gaapte, leunde op de vensterbank. De zon rees allengs hoger. Een eigenaardige goudgele gloed stroomde uit over de zeewijken. De centrale uitkijktoren wierp een indigo schaduw die tot voorbij de horizon leek te reiken.

    In het felle licht verbleekten de straten van licht tot grijze draadjes spinrag. Links in Tess’ blikveld rees het Fluwelen Gordijn op: een muur van wapperend zwart Noorderlicht die Engeland hermetisch afsloot van de rest van de wereld. De Britse eilanden waren het nieuwe Verboden Rijk, mysterieus en onkenbaar. Diplomatie noch spionagesatellieten vermochten haar zelfgekozen isolement te doorbreken.

    Van achter Dijk Europa zwol het loeien van de ochtendsirenes aan. Tess rende naar het landinwaartse raam; het hemelweb gleed als een omhoogvallende vitrage voor de zon langs, waaierde vanuit het zenit omlaag over het Binnendijkse land. De lucht nam een nadrukkelijk roze tint aan.

    Het deed haar altijd genoegen het belangrijkste product van haar bedrijf zo opvallend in actie te zien: een betere reclame had ze zich amper kunnen wensen. ‘Wie heeft er een ozonlaag nodig,’ mompelde ze, ‘als je een hemelweb hebt?’

    De zonden van de vaderen hadden haar geen windeieren gelegd.

    Het holografische schilderij aan de wand reageerde op haar stem. Het beeld nam diepte en kleur aan; het gezicht draaide zich naar Tess. ‘Zo is het maar net, meisje.’

    Tess snoof. Ze bracht haar rechterhand naar haar mond en schraapte met de snijtanden over de muis van haar duim. Een zenuwtic die ze al drie jaar tevergeefs probeerde af te leren. ‘Wat je zegt, pa,’ antwoordde ze lusteloos.

    Ze knipte met haar vingers en het hologram loste op in een spiraal van blauwe vonken.

    De vergaderzaal was een zorgvuldig gereconstrueerde vliegtuighangar in marokijnleer en goud. Miniatuur Spitfires manoeuvreerden als zwermen boze horzels net onder het gebeeldhouwde plafond. De achterwand van de zaal keek uit over een scharlakenrode raffinaderij onder een meedogenloos blauwe hemel.

    Een heraut stapte uit zijn muurnis en bracht zijn zilveren Stentor aan zijn lippen. ‘Dames en heren! Uw aandacht!’ galmde het door de zaal.

    Tess voelde een steek van ergernis. De heraut droeg haar bedrijfslogo in zijn linkerwenkbrauw. Een kunstmens. Was ze soms niet belangrijk genoeg om door een menselijke omroeper te worden aangekondigd?

    ‘Hare Excellentie, de Maria Theresa Telefunken von Eindhoven.’ Nou ja, hij trof wèl de juiste toon. Per slot van rekening waren er een stuk of twintig Telefunkens von Eindhoven. Maar slechts één Maria Theresa.

    Het geroezemoes in de zaal verstomde. Honderd gezichten draaide zich in haar richting.

    Ze schreed naar de plexiglazen zetel aan het hoofd van de tafel. De president van het Europees Conglomeraat sprong overeind en bracht haar hand naar zijn lippen. ‘Goedemorgen, mevrouw.’

    Tess verwaardigde zich een koel glimlachje. ‘Goedemorgen, Grigushka.’

    ‘En daarom,’ besloot Tess haar betoog, ‘ben ik van mening dat we de kolonisatie van Afrika ogenblikkelijk in stemming moeten brengen. Oom Inuit?’

    De getaande man – geen echte oom, maar haar vertrouweling en lijfwacht – lichtte zijn voeten van tafel en schoof zijn bolhoed op zijn achterhoofd. ‘Stemming: de kolonisatie van Afrika. Geschatte kosten: een komma drie maal tien tot de tiende ECU. Geprojecteerde opbrengst: zeven komma zes maal tien tot de twaalfde ECU over de eerste dertig jaar.’

    ‘Ik zie niet in waarom we moeten stemmen over zo’n klein project,’ mompelde de onderdirecteur voor personeelszaken duidelijk hoorbaar. Hij drukte zijn duim op het leesvlak, linksonder op het scherm van zijn terminal. De ingebouwde analysator las zijn genetische code en bekrachtigde zijn stem.

    ‘De uitslag van de stemming...’ Oom Inuit las enkele getallen van zijn monitor af. ‘Tegen: dertig procent. Voor: zesenvijftig procent. Onthoudingen: veertien procent.’

    Tess keek de zaal rond. Op de meeste gezichten las ze instemming; alleen de president van het Europees Conglomeraat keek ronduit bedrukt. Die zou ze in de gaten moeten houden.

    Ze grijnsde naar oom Inuit en stak haar rechterduim omhoog.

    Op haar beeldscherm verscheen het teken voor ‘vertrouwelijke mededeling’: een cobra die zich door een zonnewijzer kronkelde. Ze drukte op de ontvangsttoets.

    ‘Moge uw hemel immer rood blijven,’ begon de boodschap op de gebruikelijke wijze. ‘Wees zo vriendelijk om...’ Ze klakte met haar tong en reikte naar de wisfunctie.

    Een chantagebrief, de vijfde al deze week. De afperser eiste een miljoen ECU op een beschermde bankrekening, te storten binnen de eerstvolgende honderdtachtig seconden. Zo niet, dan...

    Haar hand verstijfde boven het toetsenbord. De boodschap was ondertekend met ‘rechterduim.’

    Iemand was er achter gekomen dat van alle Telefunkens von Eindhoven, Tess wel het minste recht had op de plexiglazen zetel. Een miljoen ECU? Een miljard was nog geen te hoog bedrag geweest. Ze moest haar geheim tot elke prijs beschermen.

    Het getal ‘180’ sprong links boven op haar scherm aan, in dikke gele cijfers. Het veranderde direct in ‘179’.

    Zodra de vergadering afgelopen was snelde Tess terug naar haar privé-vertrekken. Ze plofte in een stoel. De meeldraden van de bloesemklok wezen zes over twaalf.

    Ze had de één miljoen ECU via haar speciale rekening overgemaakt. Een rekening die beveiligd werd door een hoogwaardig speurprogramma, dat feilloos de identiteit van de ontvanger achterhaalde. Ze hoefde alleen maar te wachten... Ah.

    De printer op haar bureau snerpte, en spuwde een strookje bedrukt cellofaan uit. Een enkele naam, geen adres: A.T. Skagge, gevolgd door de gebruikelijke persoonscode. Dat wijf van Skagge weer. Ze haalde haar schouders op; eigenlijk had ze dat wel verwacht.

    Ze riep het internationale bevolkingsregister op en vroeg naar ‘A.T. Skagge, 0421430777-THS’. Centraal op het beeldscherm verscheen een blauw ovaal met de tekst: ‘Slechts toegankelijk voor houders A-status.’

    Geen enkel probleem. Tess plaatste haar rechterduim op het leesvlakje. Zelf was ze een dubbel-A.

    Het scherm flitste twee keer. Het ovaal vermeldde nu: ‘Niet toegankelijk.’

    Niet toegankelijk? Waarschijnlijk weer een computerfout. Geërgerd hield ze haar duim nogmaals tegen het leesvlak.

    Ditmaal vulde het blauwe ovaal het hele scherm. ‘System Malfunction,’ vermeldde het.

    Ze verzocht om het dossier van de onderdirecteur waterwerken, Frank Leclerq. Ze wist zijn persoonscode nog uit haar hoofd. Hun verhouding had een voor Tess ongebruikelijke twee maanden geduurd.

    De computer spuwde zonder mankeren een tachtig bladzijden dik dossier uit. Geen systeemfout, dus. Iemand zat met zijn tengels in haar gegevensstroom te roeren.

    Tess verbrak het vacuümzegel van haar muursafe en trok een omvangrijke leren map tevoorschijn.

    Het testament van haar vader lag bovenop; het handgeschepte papier begon al aardig te verkleuren.

    Het hologram van A.T. Skagge daarentegen was nog kristalhelder.

    Ze bestudeerde het portret van de jonge vrouw. Het honingraatkapsel, ooit zo schokkend revolutionair dat de eerste draagsters door de politie waren opgepakt, deed nu belachelijk ouderwets aan. Onvoorstelbaar dat ze er als klein meisje zelf nog mee gelopen had.

    Het gezicht was eigenlijk wat te popperig naar haar smaak, maar ze kon zich voorstellen dat haar vader het heel aantrekkelijk had gevonden. Al was het maar bij contrast. Tess’ moeder had het soort profiel gehad dat het goed deed als beeldenaar op munten, maar dat bij geen enkele man romantische associaties opwekte.

    ‘Goed, Skagge,’ zei Tess zacht. ‘We spelen het op jóuw manier.’

    Tess had haar vaders maîtresse nooit in levenden lijve ontmoet. Ze stuitte voor het eerst op de naam ‘A.T. Skagge’ de dag dat ze twintig werd, vier uur nadat haar vader definitief overleden was. Als enige opvolgster had ze persoonlijk de hart-long machine uitgeschakeld toen het EEG-patroon op de monitor tot een rechte lijn was afgevlakt. Ze luisterde onbewogen hoe het geluid van de motoren omlaag buitelde door de octaven. De dood van haar vader deed haar niets, op dat moment; hij lag al vier maanden in coma. Het laatste afscheid had ze weken geleden genomen.

    Oom Inuit wachtte haar op in de receptie van het bedrijfshospitaal, een verzegelde koker met notariële papieren onder zijn

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1