Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Geschopt
Geschopt
Geschopt
Ebook299 pages5 hours

Geschopt

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Geschopt is het verhaal van Morgan, een jonge Lakota indiaan, die studeert aan een universiteit in Los Angeles, aan het eind van de jaren 70. Hij wordt geconfronteerd met het nieuws dat zijn ex-vriendin zwanger van hem is. Het is het begin van een reeks gebeurtenissen - waaronder een schietpartij, een achtervolging en een ontvoering - die elkaar in sneltreinvaart opvolgen.

LanguageNederlands
PublisherWilma Wuite
Release dateMar 26, 2013
ISBN9781301835461
Geschopt
Author

Wilma Wuite

Verhalen, ze hebben altijd in mijn hoofd gezeten. Elke gebeurtenis zette ik om in een flard van een verhaal. Een aantal jaren geleden ben ik begonnen het verhaal, dat al heel lang in mijn hoofd zit, op te schrijven. Daarbij kwam ik er steeds meer achter dat mijn fantasie behoorlijk met me op de loop kan gaan. Een heel bizarre ervaring, maar ik genoot er intens van. Het resultaat is 'Geschopt'. Mijn tweede boek Moordtocht is vertaald in het Engels onder de titel Killer Trip. IJskelder is mijn derde boek. Het is uitgekomen in april 2023. Houd mijn website www.wilmawuite.nl in de gaten en volg verdere ontwikkelingen. Ook ben ik te volgen op facebook en twitter.

Read more from Wilma Wuite

Related to Geschopt

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Geschopt

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Geschopt - Wilma Wuite

    Titel en colofon

    Geschopt door Wilma Wuite

    ISBN: 9781301835461

    www.wilmawuite.nl

    © 2013 Gepubliceerd door Wilma Wuite bij Smashwords

    Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

    ©2013 Published by Wilma Wuite at Smashwords.

    All rights reserved. This book or any portion thereof may not be reproduced or used in any manner whatsoever without the express written permission of the publisher except for the use of brief quotations in a book review.

    Voorwoord

    Daar is hij dan! Na jaren denken, schrijven, schrappen, herschrijven en nog meer hoofdbrekens is mijn eerste eBook 'Geschopt' een feit.

    De eerste tijd ging het schrijven in alle stilte, ik wilde er niet teveel over kwijt. Zelfs man en kinderen wisten niet waar ik toch altijd mee bezig was. Tot het verhaal dat al jarenlang door mijn hoofd speelt ook op papier vorm begon te krijgen. De hoofdpersoon Morgan werd een deel van mijn leven en ik kreeg er moeite mee zijn verhaal mezelf te houden. Ik ging erover praten, zocht op het internet naar schrijverssites en vond er een waar korte verhalen gepubliceerd konden worden. Naast het enorme verhaal over Morgan begon ik met het schrijven van korte verhalen en met lood in mijn schoenen plaatste ik er één op deze site. Het werd goed ontvangen en ik kreeg de smaak te pakken. Er rolden steeds meer korte verhalen uit mijn pen. Ook overwon ik mijn schroom om erover te praten. Steeds vaker vertelde ik over mijn schrijfambities en tegenwoordig durf ik mezelf schrijver te noemen. Ik heb een eigen website waarop ik mijn korte verhalen, een blog en boekentips plaats. Ook staat hierop informatie over nieuwe projecten, zoals mijn tweede boek 'Met onbekende bestemming' en het derde 'Moord in de kop' dat nog in de steigers staat.

    Veel leesplezier.

    Wilma

    Voetnoten

    In het verhaal staan een paar dingen die enige uitleg kunnen gebruiken.

    Morgan wordt in het begin van het verhaal een keer Cochise genoemd. Cochise was een leider van de Apache indianen, die in de 19e eeuw samen met Geronimo ten strijde trok.

    Verderop in het verhaal vertelt Morgan over de rellen bij Wounded Knee in 1973, waarin hij verzeild raakte. Dit is een verwijzing naar de rellen na de bezetting van het dorp Wounded Knee op het Pine Ridge reservaat in South Dakota, door een stel jonge leden van de American Indian Movement (AIM).

    Hoofdstuk 1

    Het sjekkie dat ik net had opgestoken smaakte naar oude schoenen en ik gooide het weg toen ik het nog niet eens half op had. Een broodje. Misschien zou dat het weeë gevoel in mijn maag laten verdwijnen. De kantine bij de Oldham Library was net open en ik bestelde een broodje belegd met kaas, ham en worst.

    Mayonaise of ketchup? vroeg de vrouw achter de counter weinig geïnteresseerd. Ze zag er net zo beroerd uit als ik me voelde.

    Beide. Ik was toch al misselijk. Bij de eerste hap kwam ik erachter dat het broodje naar karton smaakte en de ketchup met mayonaise naar lijm. Het kostte me de grootste moeite om er ook maar iets van door mijn keel te krijgen. Dat werd niet in de laatste plaats veroorzaakt door het woestijnlandschap waarin mijn keel veranderd was. Een woestijnlandschap waaraan sinds vanmorgen ook nog eens een cactusveld leek te zijn ontsproten, toen ik mezelf met moeite uit bed had gesleept. Op het advies van mijn tweelingbroer Jerry om thuis te blijven had ik geantwoord zich met zijn eigen zaken te bemoeien. Nu, hier op het kruispunt van twee brede lanen midden op de campus, had ik spijt dat ik niet naar hem geluisterd had. De zon was volop in de aanval gegaan toen ik vanuit de kantine naar buiten liep en mijn haar plakte in mijn nek en mijn shirt aan mijn rug. Zweetdruppels parelden op mijn bovenlip en ik voelde me licht in mijn hoofd. Ik begon medelijden met mezelf te krijgen. Ik gooide de helft van het broodje in een prullenbak en slofte verder naar de bibliotheek waar ik van plan was een beetje te lezen. Het zou er vast koeler zijn dan hier. En misschien ging ik wel een dutje doen.

    Hé, kijk uit waar je loopt idioot! Een meisje met blond haar stond voor me met haar handen in haar zij. Ze had groene ogen met gouden spikkeltjes erin. Die ogen schoten vuur toen ze me aankeek. Ik was bijna tegen haar opgebotst. Ondanks dat ik het gevoel had dat ik zeer binnenkort dood zou gaan kon ik een zucht van bewondering maar nauwelijks onderdrukken, toen mijn blik langs haar lichaam naar beneden gleed. Haar benen, die onder de afgeknipte pijpen van een tuinbroek uitstaken, waren eindeloos. Een wit, vormeloos T-shirt verhulde haar bovenlichaam, maar ik had weinig fantasie nodig om me voor te stellen wat daaronder verscholen ging.

    Naast haar stond een dik meisje. Haar peper- en zoutkleurige haar hing als fantasieloze gordijnen langs haar bolle wangen die nog boller leken door een bril met ronde glazen. Ze droeg iets groenigs, dat er in mijn ogen uitzag als een tent, en haar voeten staken in sandalen van het soort makkelijk-maar-niet-om-aan-te-zien. Evenals haar vriendin keek ze me boos aan, terwijl ze haar bril met haar wijsvinger wat naar boven duwde.

    Wacht eens, jij bent toch Morgan Walking-een-of-ander-beest? Die ex van Charlene Grey Wolf? vroeg het tuinbroekmeisje opeens. De vraag deed me met een dreun terug op aarde belanden.

    Wie weet, mompelde ik. De naam gaf me nog steeds een ongemakkelijk gevoel.

    Ik had alle herinneringen aan Charlene verdrongen. Zoals ik zoveel had verdrongen uit mijn verleden. Tot nu. Opeens kwamen er allerlei herinneringen terug. En daar had ik helemaal geen behoefte aan. Ik stapte opzij en wilde de meisjes zonder iets te zeggen passeren. Tuinbroek stapte echter ook opzij en versperde me opnieuw de weg.

    Ik vroeg je wat. Jij bent toch die vent met die pink?

    Geïrriteerd keek ik haar aan en stopte mijn linkerhand – die zonder pink - wat dieper in mijn broekzak.

    Stoer hoor, om er vandoor te gaan als het moeilijk wordt. Ze keek me uitdagend aan, nog steeds met haar handen in haar zij.

    Ik weet niet waar je het over hebt. Laat me erlangs, ik moet weg. Opnieuw deed ik een poging haar te passeren.

    Ze is zwanger. Van een tweeling. Dat zit toch bij jou in de familie?

    Het was alsof iemand me een opstopper midden op mijn neus had gegeven. Mijn hart sloeg een slag over en begon toen pijnlijk te kloppen in mijn toch al zo zere keel. De laatste hap van mijn broodje vocht zich een weg terug door mijn slokdarm.

    Ik vroeg je wat, beet ze me toe.

    Wat wil je nou?

    Wat denk je? Ze is zwanger. Van jou.

    Ja en? Mijn stem liet me in de steek en ik had opeens een verschrikkelijke drang om weg te komen. Ik duwde haar hardhandig opzij, terwijl de trap voor me begon te golven. In een reflex greep ik haar bij haar arm.

    Blijf van me af! Wat een ongelofelijke zak ben jij. De woorden deden mijn trommelvliezen vibreren en even dacht ik dat ze me aan zou vliegen. Ze rukte zich echter los, draaide zich om en beende weg. Haar vriendin wierp me nog een woedende blik toe en rende toen achter haar aan.

    Ik liet me op de onderste trede van de trap naar de bibliotheek vallen en probeerde mezelf weer onder controle te krijgen. Mijn linkermondhoek begon te trekken. Een tic waar ik al jaren last van had en die regelmatig de kop opstak. Charlene zwanger? Van mij? Hoe kon dat nou. Ik had haar in geen maanden gezien! Ik had mijn leven net weer een beetje op de rails. Ik had helemaal geen zin in kinderen. En nog minder in een vrouw met wie ik in twee maanden tijd meer ruzie had gemaakt dan met al mijn vijf broers in 25 jaar.

    Ik deed mijn ogen dicht, legde mijn hoofd in mijn handen en liet alle lucht uit mijn longen stromen. Langzaam opende ik mijn ogen weer en keek in de richting waarin de meisjes verdwenen waren. Niets. Gebeurde dit echt? Ik had misschien wel koorts, dus het kon ook een hallucinatie zijn. Nee, ze waren hier echt geweest. Ik stond op, wankelde de trap op en ging de bibliotheek binnen. Daar was het stil en koel. Hier en daar zat iemand te studeren, maar de meeste tafels waren leeg. Ik gooide mijn boeken op de eerste de beste tafel, trok de stoel eronder vandaan en ging zitten. Een pluk haar plakte op mijn voorhoofd en geïrriteerd veegde ik die weg. Ik legde mijn hoofd op mijn armen op de tafel en deed opnieuw mijn ogen dicht. De gedachten maalden door mijn hoofd. Gedachten aan de eerste keer dat ik haar zag in de Cave, de kroeg waar ik werkte. Met haar ranke figuur, haar zachte lage stem, haar zwarte haar dat in lange slagen langs haar gezicht viel, had ze diepe indruk op me gemaakt. Ze flirtte met me en diezelfde avond belandde ik bij haar in bed.

    Een luide bons deed me opschrikken.

    Hé broertje, druk aan de studie? Ik keek op, recht in het lachende gezicht van mijn evenbeeld, mijn tweelingbroer Jerry. Net als ik droeg hij een versleten spijkerbroek en een zwart T-shirt. Jerry trok een stoel bij en plofte erop neer, gooide zijn hoofd in zijn nek en rekte zich uit.

    Oh, ben jij het. Ja, saai boek.

    Zo saai dat je het niet eens open hoeft te doen om erbij in slaap te vallen?

    Alleen de gedachte eraan al.

    Jerry lachte. Ik zag de pretlichtjes in zijn ogen. Hij haalde een pakje kauwgum uit zijn broekzak en stak een paar stukken in zijn mond. In plaats van anderhalf pakje sigaretten per dag kauwde hij nu drie pakken kauwgum. En hij hield het vol, al zes weken. Hij stak me het pakje toe, maar ik negeerde het, waarna hij het weer in zijn broekzak propte.

    Heb jij Charlene nog wel eens gezien? vroeg ik hem. Het kostte me moeite de woorden uit te spreken. Hij keek me verbaasd aan

    Charlene? Nee zeg. Hoezo?

    Nee, laat maar.

    Ja, kom op zeg. Je ziet eruit alsof je een geest gezien hebt, dus voor de draad ermee. Jerry’s blik boorde zich in de mijne. Hij mocht dan maar een kwartier ouder zijn dan ik, hij had het natuurlijke overwicht van een grote broer.

    Ik wist niet hoe ik moest beginnen. Het leek allemaal zo onwerkelijk. Ik voelde me leeg.

    Heb je net twee meiden zien lopen? Een met een tuinbroek en een met een of andere hobbezak aan?

    Hij blies een kauwgumbel en liet die knappen.

    Ik heb wel dertig meiden zien lopen.

    Ze zeiden dat ze zwanger is.

    Wie? Die meiden? Zwanger? Van jou? Hoe krijg je dat nou weer voor elkaar.

    Jerry schoot in de lach. Zijn donkerbruine ogen flonkerden van pret. Ik keek hem vernietigend aan. Het broodje karton worstelde zich weer omhoog en ik vloog overeind. Net op tijd wist ik de toiletten te bereiken en een paar benauwde momenten later staarde ik naar de resten van mijn lunch. Bitter gal welde op in mijn keel en ik kokhalsde nog een keer. Even wenste ik dat ik dood was.

    Gaat het? hoorde ik Jerry achter me vragen. Zijn stem klonk nu bezorgd. Nee, het ging niet. Ik knikte en stond moeizaam op, plensde wat water in mijn gezicht en spoelde mijn mond. Jerry legde zijn hand beschermend op mijn schouder. Ik had me in tijden niet zo beroerd gevoeld. Mijn T-shirt plakte aan mijn rug en ik huiverde. Hij pakte me bij mijn arm en we liepen terug naar de leeszaal, waar ik me weer liet zakken op mijn stoel. Jerry staarde me aan, geen pretlichtjes meer in zijn ogen, maar een diepe frons erboven. Ik fixeerde mijn blik op het boek dat voor me op de tafel lag. Mijn hoofd tolde, zweetdruppels parelden op mijn bovenlip. Ik wilde hier weg.

    De les begint zo, abrupt stond ik op. De zaal zakte scheef en ik begon te vallen in een bodemloze diepte.

    Hé, wat doe je nou man? Het klonk ver weg. Een koude ondergrond verkilde mijn lichaam. Voorzichtig opende ik mijn ogen. Alles was wazig, maar na een paar tellen zag ik dat Jerry op zijn knieën naast me zat. Zijn immer lachende ogen keken me nu bezorgd aan. Het begon me weer te dagen. Ik was in de leeszaal. Koude tegels, hoog plafond en zonnestralen die in mijn gezicht schenen. Jerry probeerde me overeind te sleuren. Het leek of de binnenkant van mijn schedel werd bewerkt met rubberen hamers. Lichtflitsen schoten door mijn blikveld. Ik protesteerde, maar er kwam geen geluid. Ik rilde. Een koele hand werd op mijn voorhoofd gelegd.

    Hij heeft koorts, hoorde ik een vrouwenstem zeggen. Ik herkende het gezicht van Mrs. Schmid, de bibliothecaresse.

    Ja man, je lijkt wel een straalkachel! begon Jerry opeens te mopperen. Ik breng je nu naar de dokter. Waarom luister je dan ook nooit naar me? De hele week loop je al te zeiken dat je je beroerd voelt. Volgens mij ben je nu je verstand helemaal kwijt.

    Ik knikte. Ik vond het allemaal best, als hij zijn kop maar dichthield.

    Hoofdstuk 2

    Hoelang ik al opgesloten zit in het hok, ik heb geen idee. Door de kieren van de golfplaten wanden zie ik een zwak schijnsel, maar of het van de zon of de maan is, daar kan ik alleen maar naar raden. Ik ben alle besef van tijd kwijt. Buiten wordt de doodse stilte een enkele keer uiteengereten door het bulderen van een boze mannenstem. Ik ril onder een vochtige lap. Die zit strak om mijn nek, maar hoe ik ook worstel, ik krijg hem niet losser. De regen, die eindeloos het blikken dak van het hok heeft geteisterd, houdt even plotseling op als hij begonnen is. Het lawaai dreunt nog na in mijn hoofd. De aarden grond onder me is vochtig. Ik ril opnieuw. Mijn keel doet zeer, maar dat komt door de cactussen die erin groeien. Soppende voetstappen doen me opschrikken. Een sleutel knarst in het slot en even later wordt het deurtje piepend opengegooid. Ik houd mijn adem in. Felle zonnestralen schijnen in mijn ogen. Er wordt me iets toegesnauwd in het Vietnamees, een taal die ik nooit machtig zal worden. Ik word bij mijn enkels gegrepen en naar buiten gesleurd. De modder schaaft mijn blote rug en stijf krabbel ik overeind. Opnieuw word ik hardhandig aangepakt. Degene die me naar buiten heeft gesleept draait nu mijn arm op mijn rug en dwingt me op mijn knieën. Ik kan nauwelijks ademhalen van angst voor wat er te gebeuren staat, maar ik klem mijn kaken stijf op elkaar, elk geluid dat ik maak zal gepaard gaan met meer gewelddadigheden en de bijbehorende pijn. Tegenover me staat een vrouw met bolle wangen en een bril. Ze is gekleed in een soort hobbezak en haar voeten steken in gezondheidssandalen. Haar paardenstaart kronkelt om haar lichaam en heeft de kop van een slang. Ze houdt een honkbalknuppel in haar hand. ‘Charlene is zwanger. Van jou!’ roept de slang opeens. Zijn stem klinkt als die van Dou, de kampbeul. Tot mijn afgrijzen verandert de vrouw nu in de gedaante van Dou, de honkbalknuppel blijkt het geweer dat hij altijd bij zich heeft. De beul grijnst, waardoor het grillige litteken, dat van zijn mondhoek tot zijn slaap loopt, er nog angstaanjagender uitziet dan anders. De greep op mijn arm wordt nog eens verstevigd en een onderdrukte kreet welt op uit mijn keel. Ik krimp in elkaar en knijp mijn ogen stijf dicht als ik de koude loop van Dou’s geweer tegen mijn slaap voel. Hij haalt de trekker over.

    Rustig man, het is maar een droom. Word eens wakker!

    Iemand schudde ruw aan mijn schouder en met een ruk schoot ik omhoog. Ik voelde nog het koude staal tegen mijn slaap. Langzaam drong het tot me door dat ik thuis in mijn bed lag en dat het Jerry was, die naast me zat. Verwarde gedachten tuimelden door mijn hoofd. Mijn hersenen leken wel in de knoop te zitten. De droom glipte weg, als mul zand door je vingers. Het eind stond me echter helder voor de geest, dat was altijd hetzelfde. Dou verstoorde al vijf jaar mijn nachten. Ik haatte het, ik haatte hem, ik haatte dat gevoel van machteloosheid, het hok, het koude staal tegen mijn hoofd, de klik van de trekker.

    Je bent gewoon thuis, ze kunnen je niets meer doen. Ze zijn allemaal dood, probeerde Jerry me gerust te stellen. Natuurlijk wist ik dat ook wel, maar ik wilde dat ik dat kon bedenken als ik weer eens droomde. Jerry wilde zijn arm om me heen slaan.

    Donder op. Laat me met rust. Met een ruk draaide ik me van hem af. Ik wist dat hij bijna net zo leed onder die nachtmerries als ik. Hij voelde zich machteloos en wilde wat voor me doen. Hij bedoelde het goed, maar ik kon er niet tegen.

    De kamer werd verlicht door zonlicht, dat door een spleet tussen de gordijnen naar binnenviel. Ik ging weer liggen en draaide hem mijn rug toe. Ik wilde me overgeven aan de verlossende slaap, maar ik was bang om mijn ogen weer dicht te doen. Bang voor die steeds terugkerende nachtmerrie. En dus staarde ik naar de grauwe muur. Jerry kwam er wel overheen. Hij was niet anders gewend.

    Hoelang ik geslapen had, wist ik niet meer, maar op een bepaald moment werd ik wakker door felle zonnestralen die me recht in mijn gezicht schenen door de half dichtgetrokken gordijnen. Mijn hoofd voelde nog zwaar, maar ik kon weer helder nadenken. Ik herinnerde me weinig van de afgelopen dagen. Wat flarden van gesprekken, heftige gesprekken. Ik wist niet meer wat echt was geweest en wat ik had gedroomd. Sarah, ik dacht me te herinneren dat ze bij me had gezeten, maar ook dat kon wel een hallucinatie geweest zijn. En ik had Charlene met jong geschopt. Dat was echt, dat hadden die meiden me verteld voordat ik in elkaar gestort was. Toch? En dat meisje met die slang? Nee, dat was de nachtmerrie. Ik kwam voorzichtig overeind en keek de kamer rond. Jerry’s bed tegen de andere muur was bedolven onder een berg wasgoed. Het laken van mijn bed lag op de grond en het kussen ernaast. Een deken lag nog net over mijn voeten. Ik had weer wild geslapen, zoals Jerry dat noemde. Ik ging voorzichtig rechtop zitten. Boven Jerry’s bed hing een nieuwe poster van Marilyn Monroe. De vorige had hij een tijdje geleden weggegooid, nadat die steeds weer bijna naar beneden kwam. Jerry had hem een paar keer opnieuw vastgeplakt, maar op een gegeven moment had hij het opgegeven. Deze hing met nieuw breed plakband en ik vroeg me af hoelang die het zou houden. Toen ik genoeg moed gevat had wankelde ik naar de badkamer. Een nieuwe hoestbui overviel me en ik moest me vastgrijpen aan de wastafel. De tranen liepen over mijn wangen en het duurde een hele tijd voor ik mezelf weer onder controle had. Ik vermeed het daarna in de vlekkerige spiegel te kijken, kleedde me uit en stapte onder de douche. Mijn keel voelde niet meer aan als een cactusveld, alleen een naar hoestje herinnerde me aan de zware verkoudheid, gevolgd door een fikse keelontsteking die me geveld had. Tijdens het douchen moest ik steun zoeken. Met mijn handen tegen de muur lukte het me om overeind te blijven staan en ik liet het miezerige straaltje lauw water over me heen stromen. Het douchen kikkerde me op, maar matte me tegelijk af. Zo erg dat ik me terugsleepte naar mijn bed en daar een paar minuten bleef liggen. Toen viste ik een schone spijkerbroek en een T-shirt uit de berg wasgoed, kleedde me aan en liep naar de woonkamer waar ik me zwaar op de doorgezakte bank liet vallen. De kamer was voor de verandering eens opgeruimd. Geen rondslingerende boeken en kranten en de asbak was leeg. De muur boven de televisie zag er naakt uit. Alleen een vage rechthoek op het grauwe behang herinnerde nog aan de poster van de motorrijder die daar gehangen had. Er had een scheur ingezeten en blijkbaar had Jerry er genoeg van gehad. Hij kon ook vanzelf naar beneden gekomen zijn. Bovenop de radio, die naast de televisie op een krakkemikkig tafeltje stond lag mijn tabakszak. Ik hees mezelf weer overeind om hem te pakken, streelde even liefkozend over het versleten leer en bond hem aan mijn riemlus. Een bijna onbedwingbare behoefte aan een sjekkie drong zich aan me op, maar ik besloot nog maar even te wachten. De laatste die ik opgestoken had, had naar oude schoenen gesmaakt. Jerry was nergens te bekennen. Opeens overviel me een gevoel van honger, maar toen ik de koelkast opentrok vond ik alleen een bodempje cola en een stuk worst. Geen restanten die zelf de deur uitwandelden en zelfs het ei dat ik op het aanrecht kapot had laten vallen en in een kopje had gedaan en vervolgens drie weken had laten staan was weg.

    Ik haalde een glas uit het kastje boven het aanrecht en schonk mezelf de laatste cola in, waarna ik me weer liet zakken op de bank, die krakend protesteerde toen ik probeerde een plekje te vinden waar de veren niet teveel door de bekleding in mijn achterste staken. Dat viel niet mee en ik nam genoegen met een kuil tussen twee veren in. Er zat geen prik meer in de cola, maar het smaakte nog best redelijk en de suiker pepte me op. Ik durfde zelfs een sjekkie aan. De rook kriebelde in mijn keel en eigenlijk vond ik het nog viezer dan die oude schoenzolen, maar ik hield vol. Ondertussen staarde ik een tijdje naar de watervalposter die aan de andere muur hing. Gedachteloos.

    Hé, zomaar uit bed gevallen? Jerry stommelde onhandig binnen met twee zakken boodschappen in zijn armen. Ik antwoordde met een enorme hoestbui en even dacht ik dat ik zou stikken. De tranen biggelden over mijn wangen toen ik mezelf een paar minuten en een paar slokken cola later weer onder controle had.

    Gaat het een beetje? Jerry keek me alweer bezorgd aan en mijn haren gingen opnieuw overeind staan. Ik slikte een rotopmerking in. In plaats daarvan zuchtte ik diep, telde tot tien en sloot even mijn ogen.

    Het gaat wel weer.

    Nou ja, je slaat in ieder geval niet meer alleen maar wartaal uit.

    Daar waren de pretlichtjes weer toen ik hem niet-begrijpend aankeek.

    Man! Je hebt drie dagen voor dood op bed gelegen. En als je al wakker leek, dan kraamde je alleen maar onzin uit. Kauwgumpje?

    Hij haalde een pakje kauwgum tevoorschijn, haalde er drie stukken uit en propte ze in zijn mond, waarna hij mij het pakje toegooide. Ik ving het en liet het op de tafel vallen. Hij gooide zijn hoofd in zijn nek en haalde zijn handen door zijn haar.

    Sarah is een paar keer langs geweest. Ze belt je nog wel, maar nu is ze bij haar pappie en mammie. Met pappie gaat het niet zo goed geloof ik, maar ik heb niet echt goed geluisterd.

    Ah, dat was dus geen droom geweest.

    Ik was een paar keer met haar uitgeweest. Na alle gedoe met Charlene was het wel lekker rustig om een meisje als Sarah te hebben. Met haar maakte ik geen ruzie. Met haar ging ik ook niet naar bed. Niet mijn idee trouwens. Na ons eerste avondje uit had ze me bij de deur afgepoeierd. En dat was ik niet gewend. Ik had het wel grappig gevonden, die eerste keer, maar toen ze me iedere keer bij de deur liet staan had ik haar gezegd dat ik er geen zin meer in had. We bleven echter goede vrienden. Haar idee.

    Jerry kletste rustig verder. Zo nu en dan pauzeerde hij even, kauwde op zijn kauwgum, blies een bel en liet die dan knappen, waarna hij weer doorkauwde. Hij had de afgelopen dagen de boel een beetje opgeruimd, hij had toch niet veel anders om handen gehad als ik sliep. Nancy, zijn vriendin, had een paar boodschappen voor hem gedaan, de was naar de wasserij gebracht en samen met hem de kamer opgeruimd.

    Vanmorgen was hij maar weer naar school gegaan.

    Ik had het zelfs nog opgeschreven. Briefje? Naast je bed? Niet gezien?

    Briefje?

    Verongelijkt keek hij me aan.

    Doe ik daar zo mijn best voor. Je bent natuurlijk als een blind paard naar de douche gehobbeld.

    Ik lachte hem uit en begon weer te hoesten. Gelukkig bleef het deze keer beperkt. Jerry keek me quasi boos aan, maar in zijn ogen blonken alweer de hem typerende pretlichtjes. Meteen daarna werd hij weer serieus.

    Hé, dat tweelinggedoe? Volgens Jack kan alleen een vrouw dat overdragen. Met andere woorden, jij en ik hebben net zoveel kans als iedere andere vent om een tweeling te krijgen.

    "Oh fijn,

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1