Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Gisteren is nooit te laat
Gisteren is nooit te laat
Gisteren is nooit te laat
Ebook64 pages41 minutes

Gisteren is nooit te laat

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Boven het bed van Geerts kleine zusje zwaait een kolom van licht, vol twinkelende sterren.
Magie, denkt Geert vol ontzag en hij stapt terug, trekt de deur voorzichtig achter zich dicht. Magie is zo breekbaar en in dit nieuwe huis zijn ze voor het eerst sinds maanden gelukkig. Voor het eerst sinds zijn vader zich dood reed. Niets mag die betovering verbreken.
Maar het blijft moeilijk al die vreemde zaken te negeren. De wc die ineens tien keer zo groot werd, de luchtfoto van vorig jaar waar het hele huis niet op staat. En dan is er die vreemde man die steeds probeert in te breken.
Magie heeft een prijs, ontdekt Geert, en soms is die prijs gruwelijk hoog.

LanguageNederlands
PublisherTais Teng
Release dateOct 10, 2013
ISBN9781301749959
Gisteren is nooit te laat

Read more from Tais Teng

Related to Gisteren is nooit te laat

Related ebooks

Reviews for Gisteren is nooit te laat

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Gisteren is nooit te laat - Tais Teng

    Zodra Maarten de Zwart de kantoordeur opent, ziet hij het al. Noodweer. De regen sliert in grijze gordijnen uit de hemel. De goten gorgelen. Hij kan de flats aan de overkant amper zien.

    Nou, denkt hij, voor het eten thuis kan ik wel vergeten.

    Hij stapt in het portiek terug en vist zijn telefoon uit zijn jaszak.

    Bij de zevende rinkel neemt zijn zoon op.

    ‘Hoi, Geert. Ja, met je vader. Het wordt een latertje vandaag. De weg staat zo ongeveer blank. Harder dan vijftig zit er niet in.’

    ‘Waarom neem je de trein niet?’ vraagt Geert.

    ‘Bewaar me. Dat is twee keer overstappen. Wedden dat ik een aansluiting mis? Of allebei? Je kent de NS. Bovendien zit ik dan morgenochtend zonder wagen.’

    ‘Gewoon lui dus. Oké, ik geef het door aan mamma. We warmen wel wat voor je op.’

    ‘Het klaart trouwens al op. Tot straks.’

    Als Maarten de snelweg opdraait, klettert de regen weer tegen de ruiten. Hij zet de ruitenwissers op de hoogste stand.

    Veel maakt het niet uit. Getver, denkt hij, de ruit lijkt wel matglas. Voorzichtig doorrijden maar. Ik zit in ieder geval droog.

    Een auto schiet langs hem heen. Een grijze schicht in een wolk van sproeiwater.

    De stommeling! Die kerel reed minstens honderd twintig. Dringende afspraak op het kerkhof zeker.

    Hij kijkt naar zijn eigen meter. Zeventig. Komt door die gek. Dan ga je vanzelf harder rijden.

    In de verte gloeien felrode remlichten op. Een hele rits naast elkaar. Waarschijnlijk een vrachtwagen.

    Maarten neemt zijn voet van gas. Zo min mogelijk remmen. Voor je het weet raak je in een slip. De achterlichten zwiepen abrupt naar links. Ondanks al zijn voornemens trapt Maarten keihard op de rem. Hij rukt aan het stuur.

    Uit de regen doemt een duistere muur op die de hele rijbaan verspert. De muur schuift dichterbij. Een lawine van staal en glimmende rubberbanden. Van flapperende dekzeilen.

    Vlak voor hem verandert de ruit in een melkwitte legpuzzel van brekend glas. Het is het laatste dat Maarten ooit nog ziet.

    Om half acht legt Geerts moeder de hoorn voor de derde keer neer.

    ‘Nog steeds geen gehoor?’ vraagt Geert.

    ‘In gesprek.’

    ‘Misschien heeft hij panne?’

    Cora schudt haar hoofd. ‘Waarom belt hij zelf dan niet? Hij heeft toch een mobieltje. Nee, dit is niks voor Maarten. Je vader had hier al drie keer kunnen zijn. Al reed hij achteruit.’

    De kamerdeur zwaait open. Geerts zusje Dina staat op de drempel, haar pop Kaloempie onder de arm.

    ‘Is papa er al? Ik heb nog geen nachtkus gehad.’

    ‘Papa komt pas heel laat,’ zegt Cora. ‘Als jij al lang slaapt. Hup, naar je bed!’

    ‘Goed dan.’

    Geert hoort haar de trap op klossen.

    De telefoon rinkelt en Geerts moeder grist hem van de haak. ‘Met Cora de Zwart.’

    Geert leunt naar voren. De stem aan de andere kant blijft onverstaanbaar. Een blikkerige krekel. Geert weet zeker dat het zijn vader niet is.

    ‘Ja, ja,’ zegt Cora, ‘ja, dat is de naam van mijn echtgenoot.’ Haar stem klinkt hees. Alsof haar keel dichtgeknepen wordt.

    Een ijzige vinger strijkt langs Geerts ruggengraat. Laat het een gewoon ongeluk zijn, bidt hij. Vader ligt op intensive care. Met twee gebroken benen. De helft van zijn ribben gekraakt. Bewusteloos zodat hij niet kon bellen. Maar verder is er niks met hem aan de hand.

    Opnieuw dat blikkerige geluid.

    ‘Nee,’ fluistert Cora, ‘nee...’

    Ze laat de hoorn zakken en kijkt Geert aan met blinde ogen. ‘Op slag dood,’

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1