Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Dodendans: George Bracke Thriller, #2
Dodendans: George Bracke Thriller, #2
Dodendans: George Bracke Thriller, #2
Ebook192 pages2 hours

Dodendans: George Bracke Thriller, #2

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De tweede thriller uit de reeks rond George Bracke, die door kenners fel wordt gewaardeerd. Commissaris Bracke is de laatste tijd niet helemaal zichzelf. Zit het speurwerk hem zo dicht op de huid, dat hij er zwetend van wakker wordt Is de bandietenjager toe aan iets opwindends? Een tango, de meest passionele van alle dansen. Een reis naar Buenos Aires met vrouw Annemie. Of een nieuwe liefde?

Zelfs een stevige malt whisky brengt geen soelaas. Op het politiehoofdkwartier vallen nochtans ‘fijne’ zaken binnen. Een echtelijke ruzie, een ontploffing, een vondst in de kelder… Maar ook minder aangename, zoals een indrukwekkende klachtenlijst over Bracke – geweldpleging, poging tot diefstal, opruiende taal – en de brutale ontvoering van hoofdcommissaris Verlinden…

Als een tijger, urenlang maar ongemerkt, loert Bracke op zijn prooi, klaar om in die ene veerkrachtige en dodelijke sprong alle frustratie te ballen. Maar wat als die prooi zelf uithaalt?

Een explosieve thriller die je uit je slaap houdt. 

LanguageNederlands
Release dateSep 29, 2014
ISBN9781502204172
Dodendans: George Bracke Thriller, #2
Author

Stefaan Van Laere

Als fictieauteur voor volwassenen schreef Stefaan Van Laere onder meer de George Bracke Thriller Reeks bij elkaar. ‘De Bracke thrillers lezen eens zo prettig omdat ze zich op Vlaamse bodem afspelen’. (TV-Familie) - ‘Een fijne schrijver, een lekker boek voor in de vakantie. zeker 4 dikke sterren waard!’ (detectives-kro.nl)

Read more from Stefaan Van Laere

Related to Dodendans

Titles in the series (8)

View More

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Dodendans

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Dodendans - Stefaan Van Laere

    Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

    Proloog

    ––––––––

    Twee hoog in de veilige buik van de randstad, alles leek rustig en een slaperige taxichauffeur had net zijn laatste passagier afgeleverd. Het einde van zomaar een week om snel te vergeten, nauwelijks een notitie in het dagboek van Annemie waard.

    Met zijn hoofd half onder het kussen lag George Bracke gelukzalig te snurken, nog nagenietend van het geslaagde avondmaal. De combinatie van tarbot met mosterdsaus en gemberkroketten was gewaagd geweest, en het huzarenstukje had hem vooraf enig hoofdbreken gekost. Daar lag hij nu gelukzalig van te dromen. Annemie had zich weer in haar geliefde foetushouding genesteld, haar armen rond het middel van haar echtgenoot geklemd. Mijn ventje, fluisterde ze in zijn oor net voor ze samen in slaap doezelden. Knabbelend aan zijn oorlelletje, zijn meest erogene zone. Maar hij reageerde niet. Dat gebeurde de laatste tijd wel meer. Mannen, ze zouden wel altijd vreemde wezens blijven.

    Zie ze daar eens liggen, dacht de inbreker met een gemengd gevoel van vertedering en afgunst. De situatie meester, handen in de broekzakken. Hij had de deur op een kier, en gluurde op zijn gemak naar binnen. Meneer de commissaris Bracke en mevrouw de woordvoerder van de politie Vervloet. Menig rancuneus misdadiger zou wat graag in zijn plaats geweest zijn en een stengun bovenhalen om wraak te nemen.

    Soepel gleed de man naar binnen. Zijn rubberen voetzolen maakten op het dikke tapijt geen enkel geluid. Hij lichtte bij met een potlooddun zaklampje. Zijn geoefende handen doorzochten snel de commodes aan beide zijden van het bed.

    Even stokte het gesnurk. De inbreker bleef kalm. Hij knipte het zaklampje uit en drukte zich tegen de muur aan. Met zijn zwarte pak en masker viel hij in het donker niet op. Hij streek met zijn wijsvinger langs zijn geschoren wangen. Het voelde vreemd aan, dat die baard van vele jaren weg was.

    De inbreker moest zich bedwingen om niet in gezang uit te barsten. Hij was een vrolijk man, en hief graag een lied aan. Vandaar de bijnaam Adamo die hij voor zichzelf bedacht had. Vous permettez, monsieur, neuriede hij binnensmonds, en hij doorsnuffelde de portefeuille van Bracke die lukraak op een stoel lag. De ene hand tastte vaardig tussen de bankbiljetten en briefjes met geheugensteuntjes die de geldbeugel deden opbollen, de andere roffelde vrolijk de maat mee op het kalfsleder, een geschenk voor Brackes 45ste verjaardag.

    Hoogst interessant, mompelde hij. Adamo haalde een balpen boven en begon te schrijven. Hij hield even op om Annemie beter te kunnen bekijken. Elke curve van haar lichaam nam hij in zich op als wilde hij haar beeltenis voor eeuwig op zijn netvlies branden. Zijn ademhaling ging wat sneller.

    Op de gang was gestommel te horen, vast van een van de kinderen. De inbreker bleef roerloos staan. Hij legde de portefeuille keurig op zijn plaats en wachtte af. Zijn hand rustte op het pistool in zijn binnenzak.

    Adamo schatte de situatie in. Drie tieners, een slaapdronken commissaris en zijn in dromenland vertoevende vrouw, ze waren geen partij voor hem. Hij zou niet de fout begaan Bracke te onderschatten, maar de flik had geen schijn van kans. De eerste kogel zou voor hem bestemd zijn, en de rest was kinderspel. De drie snotapen neerleggen, en dan had hij Annemie voor zich alleen. Bij die zoete gedachte gingen zijn neusvleugels spontaan sneller open en dicht. Hij kon een gevoel van opwinding niet onderdrukken.

    In de badkamer zat een slaapdronken Jorg op de toiletpot vloekend de witte vlekken uit zijn pyjamabroek te vegen. In de ogen wrijvend slofte Jorg geeuwend naar zijn kamer terug. Opnieuw naar de schunnige droom met de blonde van K3, al mocht die rosse er ook best zijn.

    De inbreker nam ruim de tijd om de werkkamers van Bracke en Annemie te onderzoeken. Hier kon hij eindelijk de hoest die hij al die tijd had ingehouden de vrije loop laten, en smoorde hem in zijn zakdoek. Even moest hij gaan zitten, om te bekomen. Hij veegde met toegewijde aandacht de stoel schoon.

    Zorgvuldig legde hij alles weer keurig op zijn plaats. Het was al bijna ochtend toen hij klaar was. Terug in de wagen gaf hij plankgas. Hij reed door het rode licht en zong uit volle borst mee met de grijsgedraaide cassette, hoeveel pijn het ook aan zijn longen deed. Dolce Paola, de luidsprekers deden de autoruiten trillen.

    1.

    ––––––––

    Weer lag de tafel vol politierapporten. Annemie had haar leesbril op en knabbelde tussendoor aan een geroosterde boterham met perenjam. Een klodder jam dreigde van de boterham te druipen, recht op een verslag van een inbraak bij een kledingszaak in de Zonnestraat.

    Jorg zag het gevaar, maar vertikte het om iets te zeggen. Dat ze het zelf uitzocht, verdomme. Hij wist ook niet waarom hij zo chagrijnig was. De leeftijd, zou zijn vader zeggen. Maar die zei zoveel.

    Julie en Jonas zaten geeuwend achter een kom honingcornflakes. Er heerste complete stilte. Julie nam nog even haar huiswerk door, Jonas las het tijdschrift van de NBA. De poster van de basketbalspeler van de maand had hij al uitgescheurd. Kobe Bryant hing nu ongetwijfeld boven zijn bed, zwevend in de lucht en klaar om te dunken.

    'Ik heb lekker geslapen,' rekte Annemie zich heerlijk uit. 'En dat was lang geleden.'

    'Ik niet,' gromde Bracke. 'Ik had constant het gevoel dat er iets ergs zou gebeuren. Alsof iemand ons stond te beloeren. Toen ik wakker werd, was mijn rug helemaal bezweet.'

    Bracke ging in de keuken een omelet bakken. Op de vensterbank knipte hij verse bieslook, en mengde hem met een wolkje melk, wat versnipperde peterselie en slordig stukgescheurde basilicum door de eierstruif. Sakkerend zocht hij vruchteloos naar de nootmuskaat.

    Annemie hoorde hem in de kasten rommelen en vloeken. Ze glimlachte. Hoe ouder de kinderen werden, hoe meer ze de boel overhoop leken te zetten. 'Alles lijkt hier pootjes te krijgen,' knorde Bracke. 'Mijn pantoffels vind ik ook al niet meer. 'Sorry, maar ik heb mijn dag niet. En op kantoor zal het waarschijnlijk ook weer the same shit as usual zijn.'

    'Je interne rapport,' raadde Annemie.

    Bracke was er al twee weken zoet mee. Minister van Justitie De Ceuleer had hem in het grootste geheim aangezocht om een persoonlijke doorlichting van het korps op papier te zetten. Dit tijdens een etentje in Het Aards Paradijs in Merendree, waar de minister kind aan huis bleek te zijn.

    De kinderen holden de deur uit om de schoolbus niet te missen. Dat zou weer net lukken. Van Julie kreeg Bracke een zoen, Jonas en Jorg gromden iets onverstaanbaars.

    ‘Zeg, George, heb je mijn dagboek niet gezien? Ik heb overal gezocht,’ zei ze verontschuldigend. Ze sprak het niet uit, maar hij wist dat ze dacht aan die keer dat ze hem betrapt had terwijl hij in het dagboek stond te lezen. Ze had een week niet tegen hem gesproken.

    Gelukkig bracht het eten redding. De omelet smaakte perfect, succulent en knapperig tegelijk.

    'Nog veertien dagen, en vroem!' Ze maakte met haar hand het gebaar van een opstijgend vliegtuig.

    'Ik wou dat we vandaag al konden vertrekken. Ik heb nog nooit zo naar een vakantie uitgekeken.'

    'Vakantie? We gaan niet naar Buenos Aires om aan sightseeing te doen, Bracke,' zei Annemie ondeugend.

    Ze nam de bovenste rapporten van de stapel en toverde halfweg de papierberg een reeks brochures te voorschijn. Hij had het kunnen denken. Ze was gisteren naar de tangoles geweest, en dansleraar Pol Van Assche had haar natuurlijk weer de nodige lectuur meegegeven. Ze stalde de brochures en tijdschriften op de keukentafel uit. Haar ogen glinsterden nog meer.

    'Kwestie van voorbereid te zijn. Trouwens, vanavond ontkom je er niet aan, Bracke. Ik heb je dansschoenen al ingevet.'

    2.

    ––––––––

    Op het hoofdkwartier heerste de drukte van alledag. André Cornelis reed met zijn bureaustoel vlot naar de archiefkast. De wieltjes piepten, en hij nam zich voor op zoek te gaan naar een oliespuit.

    Cornelis was in een goed humeur. Hij zette de radio wat luider, want ze speelden een van zijn lievelingsliedjes, Christine van Will Ferdy. Zolang het liedje niet was uitgestorven, bleef Cornelis roerloos zitten luisteren. Puur uit respect, want hij kende het nummer intussen van achteren tot voren. 'Sorry,' zei Abdel Hassim. Hij maakte onwillekeurig een kleine buiging. 'Ik kom later wel even terug.'

    'Het geeft niet,' wimpelde Cornelis de terughoudendheid van zijn ondergeschikte weg. 'Echt niet.'

    Hij gebaarde dat Hassim moest gaan zitten. Samen luisterden ze naar de laatste noten van het lied. Hassim zat ongemakkelijk op zijn stoel te draaien, want hij had niet de minste voeling met Vlaamse zangers. Hij hield van rap en de pompende raï van Khaled.

    'Laat ons eens even kijken,' zei Cornelis, en methodisch nam hij het dossier door met een toewijding een betere zaak waardig. Op slag was hij weer de professional. Hassim begon hem intussen wat te kennen, en verbaasde er zich niet meer over dat de commissaris van het ene op het andere ogenblik helemaal van stemming kon veranderen.

    De cursus snellezen die Cornelis samen met Bracke op kosten van de gemeenschap in een wetenschappelijk instituut in Aken had mogen volgen, wierp vruchten af. In een mum van tijd was het dossier verwerkt, en hij zou foutloos par coeur de hoofdlijnen kunnen opsommen.

    'Puik werk,' prees hij. 'Maar wanneer heb je dat allemaal gedaan, mijn jongen?'

    Nu begon Abdel dan toch te blozen. 'In mijn vrije tijd,' bekende hij.

    'Hier en daar kunnen je bewoordingen nog wat helderder geformuleerd worden, maar ik moet toegeven dat dit een indrukwekkend rapport is.'

    'Ik heb me beperkt tot de laatste dertig jaar,' zei Hassim. 'Maar ik ben nog lang niet klaar. In het archief zit nog heel wat bruikbaar materiaal. En ik moet eerlijk zeggen dat Staelens me goed geholpen heeft.'

    ‘Ja, Stormvogel heeft zijn talenten,’ kon Cornelis niet ontkennen. ‘Ik denk dat dit een mooie basis voor je eindwerk wordt. Heb je al een titel?'

    Hassim krabde zich in de haren. Dat gebaar had iets sensueels, vond Cornelis. Maar ook die gedachte hield hij voor zichzelf.

    'Als ik een tip mag geven: gooi er wat dure woorden tegenaan. Is professor Hendrickx niet je promotor?'

    Hassim knikte.

    'Da's een ouwe rot in het vak, misschien wel de beste criminoloog van het land. Giet er een sausje met geleerde termen overheen, daar kickt die ijzervreter op. Kwantitatieve analyse van onopgeloste zaken blablabla, wat Engelse termen à la unsolved crime cases, en natuurlijk veel uitvoerige tabelletjes met de bijbehorende grafieken. Ik wil best een aanbeveling voor je schrijven. Maar als je mij nu wilt excuseren? Ik heb binnen tien minuten een vergadering met Van Aken, en we kunnen de grote Manitoe toch niet laten wachten, nietwaar.'

    ––––––––

    Maïsstraat huppeldepup, Hassim kon het juiste huisnummer in zijn notitieboekje niet ontcijferen, maar dat hoefde ook niet. Het kabaal uit nummer 9 was tot wel honderd meter ver te horen, en een troepje nieuwsgierige buren had zich reikhalzend rond de woning verzameld. Er werd binnen keihard geroepen, en aan het gerinkel te oordelen was intussen wellicht zowat de hele huisraad gesneuveld.

    'Teef!'

    'Geile bok!'

    'Wie we daar dan toch nog hebben,' zei een van de omstanders sarcastisch. 'Als dat onze vrienden van de politie niet zijn!!

    'Dag meneer Verbeke,' knikte Hassim beleefd. Hij kende deze buurt als zijn broekzak.

    Het lawaai in de woning leek even verstomd. Wel was in het gehorige huis duidelijk het geluid van bonkende voetstappen op een trap te onderscheiden.

    Van alle kanten werden Hassim en zijn kersverse partner Eddy Daeninck door buurtbewoners aangeklampt.

    'Dat koppel is gek!'

    'Sinds de schepen hier niet meer woont gaat het van kwaad naar erger!'

    'Er zullen nog ongelukken gebeuren!'

    'Ho maar! Niet allemaal tegelijk!' probeerde Hassim de gemoederen te bedaren, maar dat bracht weinig zoden aan de dijk. Enkele Turkse jongemannen begonnen in hun moedertaal te ratelen, maar de inspecteur greep snel in.

    Doet u uw verhaal maar, meneer Verbeke.'

    De man krabde in zijn schaarse haren.

    'Het is weer hetzelfde liedje, alleen wat luider dan anders. Ronny verwijt zijn vrouw Erna dat ze hem horens zet, maar hij doet achter haar rug net hetzelfde.'

    'Zijn er kinderen binnen?'

    Verbeke schudde het hoofd. 'Dat is net het probleem. Het schijnt dat Erna onvruchtbaar is, iets met een ontsteking aan haar eierstokken. Enfin, dat zegt hij toch. Zij steekt de schuld op hem. En ze slingert hem in zijn gezicht dat ze het eens op een ander gaat proberen om te zien of het daar wel lukt. Enfin, dan krijg je dit natuurlijk.'

    Weer werd keihard en gemeen heen en weer gebruld, en het onderscheid tussen de mannen- en vrouwenstem was nog nauwelijks te maken.

    'Mag ik u vragen wat plaats te maken,' zei Hassim.

    Hij belde driemaal lang aan, maar er kwam geen reactie. 'Oké, nu is het welletjes,' knikte Hassim zijn collega Eddy toe. Ze namen een aanloop en zetten hun stevige schouders tegen de voordeur, die meteen begaf. De twee inspecteurs vielen letterlijk met de deur in huis.

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1