Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Commissaris Renz Vos 0.1: Misdaad - Nederlands
Commissaris Renz Vos 0.1: Misdaad - Nederlands
Commissaris Renz Vos 0.1: Misdaad - Nederlands
Ebook167 pages2 hours

Commissaris Renz Vos 0.1: Misdaad - Nederlands

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Dit boek 0.1 bundelt de eerste vier delen van de sluwe Vos. In 'Dood in de Politiekantine' gaat de voormalig rechercheur en commissaris met pensioen. In de politiekantine wordt een afscheidsfeestje georganiseerd. Tijdens de toost zakt een collega in elkaar over tafel: Vergiftigd onder de ogen van minstens 20 geuniformeerde agenten. Al direct ziet Renz, ooggetuige op het op het plaats delict, zijn opvolger grove fouten maken. Maar de sluwe Vos mag zich niet met het onderzoek bemoeien. Hoe gaat hij dit oplossen?
In raadsel 2 heeft Renz de drukke stad achter zich gelaten, zoals al jaren aan zijn jongere vrouw Maartje beloofd. Hij trekt in het knusse woonhuis en atelier van de kunstenares ergens in Zeeland: Het is iedere dag vakantie. Dan sterft een aan lager wal geraakte ex-collega. Renz trekt zich het lot van zijn dochter aan. Natuurlijk wil hij weten wat er met de erfenis gebeurt: Dat is toch niet verboden? Als raadsel 2 is opgelost, zal de oud-commissaris eindelijk dingen gaan doen waar anders nooit tijd voor was, zoals het archiveren van oude foto's en video's. Dat moet echter wachten, als hij het privéfilmpje terugziet van een Franse messenwerper die zijn vak niet verstaat. Er zit meer achter zijn dodelijke misser. In raadsel 3 heeft Vos de tijd om uit te zoeken wat dit geweest is. Er vormt zich vanzelf een reputatie, al is Renz buiten dienst. Slachtoffers die bij de overbelaste politie geen gehoor vinden kloppen bij hem aan. Zelfs rechercheurs met vastgelopen onderzoeken reizen heimelijk af naar Zeeland. Zo stuit Renz Vos in deze eerste bundel op raadsel 4: Een diefstal, waarin een dief doodgemoedereerd het museum uit wandelt met zijn lievelingsschilderij onder de arm. Komt Renz erachter hoe de man zo stom kon zijn?

LanguageNederlands
PublisherBenn Flore
Release dateNov 18, 2014
ISBN9789491599200
Commissaris Renz Vos 0.1: Misdaad - Nederlands
Author

Benn Flore

Benn Flore schrijft en publiceert op verschillende vlakken. Zijn Nederlandstalige boeken vind je meest in het misdaadgenre. Daarnaast schrijft Benn Engelstalige filmscripts. Een drietal scenario’s won internationale awards, in Cannes, Los Angeles en Boekarest. Sommige verhalen werden kort verfilmd en geselecteerd door filmfestivals in steden als Lissabon, Turijn, St. Petersburg en ook eenmaal in Hollywoods Leammle Theater. De zero budget familiefilm ‘Garden of Eden’, met een vriendengroep geproduceerd in Zeeland, zit in het programma van Amazon Prime Amerika en Engeland.Benn heeft altijd geschreven; boeken voor uitgevers Elsevier en Ten Brink, cartoons voor kranten en lang geleden ook sketches voor TV, zoals voor Kraaijkamp sr. Hij combineerde dat vele jaren met doceren van wiskunde, natuurkunde èn gymnastiek, naast marketing zijn basisopleidingen. ‘Core business’ is daarentegen de meeste tijd wel marketing § communicatie geweest met zijn eigen bureau Florad.Benn heeft werk in privé zo goed mogelijk geprobeerd te combineren door al vroeg van Amsterdam te verhuizen naar Goes. Wie eenmaal een vakantie in Zeeland heeft genoten, moet zich kunnen voorstellen hoe mooi het is om in deze prachtige provincie kinderen en kleinkinderen te zien opgroeien.

Read more from Benn Flore

Related to Commissaris Renz Vos 0.1

Related ebooks

Related categories

Reviews for Commissaris Renz Vos 0.1

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Commissaris Renz Vos 0.1 - Benn Flore

    Het weerbericht was slecht. Achteraf zou je het kunnen zien als een voorteken: Op het moment dat de vermoeide inspecteur Renz Vos op vrijdagmiddag uit Zeeland naar Amsterdam vertrok en over de A58 reed scheen nog de zon. Het was zelfs warm in de auto, ondanks de tijd van het jaar. Na een klein uurtje in de buurt van het Kleinpolderplein bij Rotterdam begon het echter te regenen. In Amsterdam, waar Vos uiteindelijk uitstapte viel natte sneeuw. Dit was zo’n dag met wisselende stemmingen. Ze begon niet prettig omdat Renz ’s ochtends de eerste uren niets om handen had. Hij voelde zich lusteloos en had spierpijn in zijn bovenbenen. Hij had slecht geslapen en nu sloeg de verveling toe. Renz was laat opgestaan en sjokkend in pyama de badkamer in gedoken. Daar keek hij in de spiegel en ergerde zich aan de wallen onder zijn ogen en het buikje, dat hij niet meer onder zijn politieuniform kon verbergen. Hij had zich gewassen, geschoren, zijn dunne grijze haar gekamd en kleedde zich aan. Zijn vrouw Maartje had in de deuropening staan glimlachen en zijn overhemd dichtgeknoopt alsof ze een kind kleedde. Zij smoorde zijn gemopper, door de knoop van de stropdas strak aan te trekken. Een halve minuut later had Renz de strop alweer losgemaakt, maar in Amsterdam moest hij eraan geloven en sjorde Maartje hem weer de keel dicht. Je ziet er keurig uit, voor deze gelegenheid.

    Renz had de auto geparkeerd achter de Hema, dichtbij bureau Linneausstraat. Hij stapte uit met zijn voeten in een plas vol rottende herfstbladeren en begon weer te klagen. Ik zei het toch: Het is weer voor een jacker en laarzen in plaats van een kostuum.

    Nu moet je echt ophouden, antwoordde zijn tien jaar jongere Maartje, zelf balancerend op hoge hakken, geen alledaagse schoenen voor een kunstenares die in een overal werkte als ze in haar atelier achter de schidersezel zat. Het is een feestdag. Je moet vrolijk zijn.

    Renz Vos dacht daar anders over.

    Renz en Maartje glibberden over de straat tussen geparkeerde auto’s door tot ze honderd meter verderop het politiebureau bereikten. Renz Vos was hier veertig jaar met meer plezier naar binnen gegaan dan deze ‘feestdag’. Hij had van zijn werk gehouden. Het afscheid viel zwaar. Een hand van zijn collega’s was genoeg geweest. Eenmaal binnen zag hij niemand, behalve brigadier Van Belzen, die hem in de kale hal van het gebouw opwachtte met de woorden: Hallo pensionado, we hebben een verrassing voor je.

    Renz Vos wilde iets antwoorden, maar kreeg een por in zijn rug toen administrateur De Beukelaar, die haast had, zich achter hem naar binnen wurmde. ‘Smerig weer.’ De kleine gezette man met het kale hoofd repte zich, zonder zijn natte winterjas uit te trekken, naar achteren, alsof ze daar op hem zaten te wachten. Van Belzen nam wel de tijd om Maartjes jas aan te nemen. Renz kon wel voor zichzelf zorgen. Zijn collega lachte bij het zien van zijn grijze kostuum.

    Kan ik nog even naar het toilet? vroeg Maartje.

    Toen zij terugkwam met gekamd haar en verse lipstick ging Van Belzen hen voor, met de waggelende tred van een eend die collega Taylor zo treffend kon imiteren. Ze liepen rond de balie, door het rommelige kantoor met bureaus vol papierwerk, naar de kale dubbele deur die wel een lik verf kon gebruiken. Voor de laatste keer liet Renz Vos zijn blik vallen op de het portret van Koning Willem Alexander, dat nog niet zo lang geleden dat van Koningin Beatrix had vervangen.

    Van Belzen opende de deur en duwde Renz naar binnen. Daar klonk een bescheiden applaus. ‘Surprise!’ riep een collega. ‘Niet echt,’ dacht Renz, die vooraf een uitnodiging had gekregen met de handtekening van alle mannen en vrouwen. Renz overzag de kantine: De kale tafels met wit formica blad, waarvan de randen beschadigd waren, stonden in een lange rij aaneen gesloten. Geelgeblokte kleedjes zorgden voor kleur. Voor de metalen stoelen met houten rugleuning lagen de borden klaar, met aan weerzijde een bestek. Naast ieder bord wachtte grote glazen met rode wijn op de toast. Vrijwel alle stoelen waren bezet. De mannen waren vroeger gekomen. Sommigen, ook twee van de vrouwelijke collega’s, in uniform, een enkeling was met zijn of haar partner. Iedereen zat, behalve korpschef Van Stee. In uniform, met pet onder de arm, stond hij aan het hoofd van de tafel. Hij wees uitnodigend op de twee plaatsen aan de lange zijde naast hem. Leuk hoor, de manschappen begonnen een eigen tekst te zingen op de melodie van Andre Hazes’’Bloed Zweed en Tranen’. De woorden waren niet goed te verstaan, maar ‘afscheid’ en ‘gepensioneerd’ bleven wel hoorbaar. Renz moest lachen en trok als vanzelf zijn stropdas weer los. Van Belzen schoof Maartjes stoel naar achteren, ze zag er prachtig uit. Zelfverzekerd en elegant, met goed verzorgd blond haar tot op de schouders van de strakke zwarte jurk tot over de knie. ‘Ja, Renz hield van haar’

    Eenmaal gezeten en luisterend naar allerlei gekscherende wensen voor zijn toekomst, kreeg Renz het toch wel naar zijn zin. Ga je nu vissen, Renz? riep collega Den Boer over de tafel. Bottelaar aan het eind van de tafel gaf antwoord: Daar heeft hij toch helemaal geen tijd voor, joh. Renz moet nu mee winkelen. Niet Renz?

    De collega’s allemaal bij elkaar aan tafel. Dat was wel aardig. Het zwarte gat dat ze voor hem opende niet.

    Korpschef Van Stee, voor deze gelegenheid uit Haarlem gekomen, tikte met de achterzijde van een vork tegen zijn glas. De man droeg zijn uniform, met zijn dienstpet onder de arm om de bijeenkomst een officieel tintje te geven. Langzaam verstomde het gepraat. Hij startte theatraal met zijn afscheidspeech:

    Renz.., beste Renz. En niet te vergeten, je mooie Zeeuwse vrouw Maartje. Eindelijk.., hij pakte een papier van tafel, … na precies achtendertig jaar, neem je afscheid van het corps. Van Stee ging dertig jaar terug, naar het moment dat Renz Vos bij de recherche kwam; haalde mijlpalen in onderzoek naar voren en wisselde dat af met anekdotes. We hopen dat je in Zeeland nog een tijdje kunt meewerken in het schildersbedrijf van je vrouw.

    Galerie, verbeterde Maartje zachtjes, bij Veere.

    Ik bedoel maar: dat je nog lange tijd in gezondheid van je pensioen mag genieten. Daarop hief hij het glas, dat voor hem op tafel stond. Mannen, sprak hij, de dames vergetend, mannen: de wijn staat er niet voor niets. Laten we proosten op de gezondheid van de oude vos en zijn vrouw van de schilderijen.

    Er klonken nog enkele grappen en hilarische aanbevelingen van de tafel, tot iedereen het glas geheven had.

    Mannen, proost.

    Daarna was het, met iedereen aan de wijn, stil.

    Opvallend stil, totdat het helemaal aan het eind van de tafel rumoerig werd.

    Kan het een beetje rustiger achterin, heren?

    Het werd niet rustiger. Aardewerk en glazen rinkelden. Een dame slaakte een gilletje.

    Zo is het wel genoeg, mannen.

    Maar het hield niet op. Aan het eind van de tafel kwamen collega’s overeind. Stoelen schoven over de vloer. Er waren agenten die heen en weer begonden te lopen.

    Kun je je bij deze bijeenkomst niet een beetje gedragen, Taylor?

    De jonge agent Taylor, door zijn collega’s vaak voor playboy uitgemaakt, kon zijn gedrag niet veranderen. Hij schoof op zijn stoel heen en weer, haalde zwaar adem en maakte een gorgelend geluid. Het leek of Taylor iets wilde zeggen. Hij kwam niet verder dan één of twee onverstaanbare woorden. Als er vis op tafel had gestaan, zou je denken dat er een grote scherpe graat in zijn keel zat; dat Taylor dreigde te stikken. Een jonge agent sloeg hem hard op de rug. Die goedbedoelde klap kon het slachtoffer niet verdragen. Zijn romp vloog naar voren op tafel, met Taylors hoofd op het bord, alsof dit zojuist was opgediend. Het was hem niet gelukt zijn val te breken, al had hij zijn strot losgelaten. Zijn armen lagen gestrekt voor hem en wezen naar de overkant van de tafel.

    Korpschef Van Stee strekte zijn hals om te zien wat gaande was. Wat is dat nu toch?

    Taylor is onwel, hoorde Renz ver weg door twee man tegelijk antwoorden.

    Iemand verderop verliet de kantine. Een vrouw schuin tegenover het slachtoffer begon te jammeren. Renz zag hoe agent De Roozenaar met een mobiel aan het oor om de tafel naar haar toeliep. Zelf wilde Renz ook opstaan, doch Maartje trok hem aan zijn jasje. Blijf jij nou maar zitten.

    Het kan wel ernstig zijn, vond Renz.

    Vast wel, maar bemoei je er niet mee. Je bent gepensioneerd. Er lopen genoeg mensen om hem heen.

    Laat Schaep dit afhandelen, vulde de korpschef haar aan. Om zijn woorden kracht bij te zetten, drukte hij zijn hand op Renz’ schouder en duwde hem in zijn stoel.

    Nou moe. Ik kan toch wel even gaan kijken?

    Maartje schopte hem onder tafel tegen zijn schenen.

    Op dat moment nam de drukte aan het eind van de tafel alleen maar toe. De vrouw tegenover Taylor begon met beide armen in de lucht mama mia te roepen. Een andere dame vluchtte de kantine uit. Korpschef van Ree kwam niet van zijn plaats. Vanachter het hoofd van de tafel overzag hij het slachtveld. Hij kwam ook niet in beweging, toen iemand verderop riep:

    Sir.., het spijt me. We denken, dat agent Taylor dood is.

    Maartje bezwoer haar man later, dat ze een glimlach op de korpschef’s gelaat had gezien en hem ‘goed zo’ had horen mompelen. Renz verbaasde zich de avond zelf erover, dat de chef vast op zijn plaats bleef staan, zonder bevelen te geven. Alsof hij het voorval niet belangrijk genoeg vond.

    De anders zo olijke Jill van Hanegem, de jonge vrouw, die er in uniform uit zag al een scholier die maar niet volwassen wilde worden, was als een soort boodschapper naar het hoofd van de tafel gelopen. De pittige dame met haar stekelig zwart haar was niet geïmponeerd. Ook niet toen ze tegen de korpschef opbotste, die eindelijk in beweging kwam.

    Wat is er nu toch?

    Agent De Rozenaar probeert Taylor hartmassage te geven. De korpschef liep de achtentwintigjarige beginneling voorbij, alsof ze er niet stond.

    Het is ernstig, maar Schaep wilde eerst niet eens de ambulance bellen, ging Jill verder tegen Renz.

    Die vroeg, of Taylor nog iets had gezegd.

    Niets…, wist Jill. Hij kon niet praten.

    Renz wilde gaan kijken. Zijn Maartje belette het hem. Renz viste daarop zijn mobiele telefoon uit zijn broekzak, wat hem nog danig moeite koste met het strakzittende pak. Hij gaf het kleine toestel aan Jill, die hij om haar brutaliteit waardeerde, waar anderen zich daar juist aan ergerden. Foto’s maken, beval hij, zonder zich iets aan te trekken van Maartje die hem bestraffend aankeek.

    Foto’s maken, baas? Waarvan?

    Van alles…

    Jill stapte gelaten weg.

    Renz trok de jonge vrouw terug aan haar broekriem. Alles Jill. Hij gebaarde haar te bukken en fluisterde: Niet alleen van Taylor. Van iedereen om hem heen.

    Wat dan?

    De houding, de gezichten…

    Jill keek verbaasd naar de man die haar leermeester was geweest vanaf het moment dat ze als stagiaire was binnengekomen. U denkt toch niet, dat het zo ernstig is? Taylor is gewoon onwel.

    Renz knikte naar het tafereel. Een kerngezonde vent. Zo jong nog. Die zakt niet zomaar in elkaar. Je kent zijn reputatie.

    De pientere collega keek op alsof ze wakker schrok. Zonder iets te zeggen haastte ze zich terug naar haar plaats aan tafel.

    Wat zijn dat voor streken, Vosje? wilde Maartje weten toen de jonge agente verdwenen was. Foto’s maken?

    Voor het plakboek, antwoordde Renz. Een herinnering aan mijn afscheidsetentje.

    ..........

    Van een feest was geen sprake meer. Renz Vos en Maartje reden die avond vroeger terug naar huis dan verwacht. Achter in de auto lagen twee vouwfietsen, nog in de doos. Een afscheidscadeau ‘om van de vrijheid te genieten’. De dashboardlampjes gloeiden. Renz reed op zijn gemak, half in gedachten, met de verlichte kilometerteller niet hoger dan 110. Zachtjes klonk muziek van Bob Dylan uit de tijd, dat hij nog bij stem was. Taylor was dood. Er was een ambulance gekomen die zijn lichaam had meegenomen. Een grote fout, volgens Renz, het lichaam van het plaats delict verplaatsen zonder enig onderzoek.

    Jij ziet in alles een plaats delict. Zelfs een politiekantine.

    Ik weet wel, het is mijn werk niet meer, maar let op mijn woorden: Morgen loopt er een onderzoek.

    Maartje lachte hem voorzichtig uit. Ja.., Renz had erg vaak gelijk, als het om politiewerk ging. "Een onderzoek? Jij denkt aan

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1