Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Onderweg Deel 1
Onderweg Deel 1
Onderweg Deel 1
Ebook279 pages5 hours

Onderweg Deel 1

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Mijn leven staat in 2005 opeens op zijn kop als ik contact maak met de overledenen. Aanvankelijk is er mijn weerstand. 'Dit kan allemaal niet waar zijn.' Uiteindelijk leg ik mijn lot in handen van de tarotkaarten en maak een keuze over mijn toekomst. Mijn zoektocht begint. Ik ga op weg erop vertrouwend dat alles goed komt. In dit boek beschrijf ik mijn belevenissen onderweg.

Maria kruist mijn pad, verzekert mij dat ik niet gek ben en voorspelt mij verbijsterende dingen: boeken, spirituele centra in het buitenland en energiearbeid. Op een yogafestival in Frankrijk ontmoet ik Sonja, mijn vriendin, en overleef met moeite twee en een halve dag white tantra.

Een kristal in de vorm van de Merkaba valt, vier uur na aankoop, kapot op de grond en dit brengt mij op het spoor van Atlantis. Gedurende een examen blijk ik over onverwachte kwaliteiten te beschikken. Samen met Sonja beland ik in een ashram in India waar wij zes dagen lang11.000 keer dezelfde mantra herhalen.

De aanhoudende problemen met mijn linkerknie verwijzen naar mijn vorige levens waarin verraad een belangrijke rol speelde. En waarom voel ik mij zo aangetrokken tot een ruïne op een heuvel. Prachtige mensen kom ik onderweg tegen en van een aantal beschrijf ik hun avonturen. En steeds begeleidt mij op de achtergrond mijn gids, een franciscaner monnik.

Mijn spirituele zoektocht brengt mij uiteindelijk in Italië, een land dat mij tot op de dag van vandaag blijft verbazen. Regelmatig verzucht ik: 'Wat een land.'

LanguageNederlands
Release dateJul 8, 2015
ISBN9789082261820
Onderweg Deel 1
Author

Marten Brinkhuis

Following my studies in economics I started work for a big insurance company. My career in the insurance company had reached its 15th year when I sensed it was time to reconsider what I was doing and do something else.So I sold my house in the Netherlands and found a nice spot in Italy. I enrolled into a series of different workshops and finally ended up learning Sat Nam Rasayan Healing (Practitioner Amsterdam).Besides developing workshops meditation&healing I write spiritual books.

Related to Onderweg Deel 1

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Onderweg Deel 1

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Onderweg Deel 1 - Marten Brinkhuis

    Op een zaterdagmiddag in mei 2005 neemt mijn leven een andere richting. Sindsdien brengt elke dag mij nieuwe verrassingen. Vaak ben ik verbijsterd over wat zich in mijn leven afspeelt maar het voelt goed aan.

    Hoewel ik mijn taken voor dit leven ken, blijft het vinden van de weg een uitdaging. In dit boek vertel ik over mijn belevenissen onderweg.

    Prachtige mensen kruisen mijn pad en van een aantal beschrijf ik hun avonturen. Mijn spirituele zoektocht brengt mij in Italië, een land dat mij tot op de dag van vandaag blijft verbazen. Regelmatig verzucht ik: 'Wat een land.'

    Waarom een boek schrijven over mijn leven? Is dat zo bijzonder? Dat geloof ik niet. In de afgelopen jaren ontmoette ik fascinerende personen van wie het levensverhaal een boek waard is. Misschien inspireert het boek de lezers bij het vinden van hun weg in deze turbulente wereld.

    Marten Brinkhuis

    Passignano sul Trasimeno, 24 augustus 2011

    2005 deel 1 Een zaterdagmiddag

    Zaterdagmiddag, 10 mei 2005, de dag waarop mijn leven voorgoed verandert. Ik ben net klaar met trainen in de sportschool. Als ik naar de kleedkamer loop denk in aan Jan, die pas aan kanker overleden is. Een aantal jaren was hij mijn baas op het werk. Tussen ons was een bepaalde band ontstaan. Terwijl ik in het buitenland verbleef werd bij hem longkanker geconstateerd en overleed binnen drie maanden. Het zit mij dwars nooit van hem afscheid te hebben genomen. In mijn hoofd ontwikkelt zich spontaan een dialoog met hem. Ik besteed er verder geen aandacht aan. Het lijkt mij normaal. Iedereen zal dat herkennen. Een onderwerp houdt ons bezig, wij denken erover na. Iets vertelt mij dat het deze keer anders is.

    Het lijkt alsof ik direct met Jan spreek alsof hij naast mij staat. De stem is onmiskenbaar van Jan. Terwijl ik mij uitkleed en naar de douche loop, gaat ons gesprek gewoon verder. Hij vertelt mij dat alles goed is. Ik moet mijzelf geen verwijten maken dat ik niet gedurende zijn ziekte aanwezig was. Mijn vragen, of beter gezegd gedachten, lijken door Jan te worden beantwoord. Ook zie ik vaag zijn gezicht. Angstig kijk ik om mij heen in de doucheruimte. Andere sporters staan, net als ik, onder de douche. Alles lijkt normaal. Alleen deze stem in mijn hoofd. Waar kom die vandaan?

    Volledig verward fiets ik terug naar huis en probeer alles logisch te verklaren. Natuurlijk heb ik niet echt met Jan gepraat. Hij is dood. Dat ik in gedachten met hem spreek is normaal. We hadden een band. Mijn spijt van het niet afscheid nemen, leidt tot dit soort gedachten. Toch voel ik dat er meer aan de hand is. Maar voorlopig negeer ik alles.

    De volgende dag straalt de zon. Spontaan besluit ik tot een fietstocht in de omgeving. De vogels zingen, de zon schijnt door de bomen en de gebeurtenissen van gisteren lijken ver weg. Dan zie ik opeens het gezicht van mijn opa en hoor zijn stem. Geen twijfel mogelijk, het is mijn opa. Opnieuw ontstaat een gesprek in mijn hoofd. Tevergeefs probeer ik de stem weg te drukken. Alsof het niet mijn eigen gedachten zijn. Ondertussen probeert de stem mij te overtuigen. 'Ik ben je opa en wij praten echt met elkaar.' Ik schiet in de lach. Wat een onzin. Opa is al een aantal jaren dood. Met hem kan ik helemaal niet praten. Dit is allemaal mijn fantasie. Alleen waar kom deze stem vandaan? Waarom zie ik zijn gezicht? De stem blijft maar herhalen: 'Je fantaseert niet.' Uiteindelijk besluit ik toe te geven, wat heb ik eigenlijk te verliezen. Twintig minuten praten we met elkaar dan verdwijnt zijn stem. Eindelijk rust, speelt door mijn hoofd. Stel je voor, ik hoor nu ook nog de stem van Jan. Als de gedachte door mijn hoofd speelt hoor ik zijn stem. Langzaam begin ik aan mijzelf te twijfelen. Dit kan toch allemaal niet waar zijn. Overledenen die met mij praten terwijl ik rondfiets. Om mij heen is de wereld nog hetzelfde, maar in mij is er iets veranderd. De rest van de fietstocht negeer ik koppig de stemmen die doorkomen. Aan deze onzin moet een einde komen. Met de overledenen contact maken bestaat niet. Punt uit. En als het mogelijk zou zijn, waarom dan uitgerekend met mij? Zij moeten maar een ander kiezen. Elke poging tot conversatie door Jan of mijn opa kap ik gelijk af. Ik ben niet gek.

    De daaropvolgende dagen herhaalt zich het proces. De naam van Jan of mijn opa komt door en ik hoor hun stem. Onmiddellijk probeer ik die te negeren. Als ik de stem maar geen aandacht geef gaat die vanzelf weg. En inderdaad voor een aantal dagen blijven de stemmen weg. Voor mij een bevestiging dat het allemaal verbeelding is en ik probeer mijn leven weer op orde te brengen. Tot mijn geluk kan ik de ervaringen met mijn vriendin delen. Zij staat ervoor open. Tenminste, zij hoort mijn verhaal aan. Voor mijn naaste omgeving hou ik mijn belevenissen verborgen. Wat zou ik hen kunnen vertellen. Dat ik tijdens mijn fietstocht met overledenen praat. Zij zouden mij voor gek verklaren. Het is tijd om weer aan het werk te gaan.

    Mijn vriendin vertelt mij over Maria. Via een vriendin heeft zij haar adres gekregen en na een eerste bezoek komt zij enthousiast terug. Maria werkt met gidsen en geeft mensen raad. Ik reageer terughoudend. Een vrouw die met gidsen werkt. Dat is niet mijn wereld. Ik beschouw mijzelf als een persoon die met beide benen op de grond staat en geloof niet in een spirituele wereld. Zolang het niet wetenschappelijk bewezen is, kan het niet waar zijn. Al dat zweverige gedoe, dat is niets voor mij. Wat zou ik mij vergissen.

    Ondanks mijn scepsis sta ik in dubio of ik Maria zal bellen. Ik sta voor de keuze: of bellen of alles negeren. Maar diep van binnen weet ik: er is geen keuze. Wat ga ik Maria vertellen? Dat ik met overleden mensen praat? Wat zal haar reactie zijn? Uiteindelijk hak ik de knop door en pak de telefoon.

    1961 -2005 deel 2 Een terugblik

    Ik heb altijd al het gevoel gehad anders te zijn. Dit zou het motto van mijn leven kunnen zijn. Zover mijn herinneringen teruggaan, is het gevoel van anders-zijn aanwezig. Anders-zijn en eenzaam. Al vroeg voel ik dat volwassen niet altijd vertellen wat ze werkelijk denken en ik begrijp dat niet. Als kind heb ik geen idee waar mijn inzichten vandaan komen. Dit is voor mij allemaal uiterst verwarrend.

    Ik groei op in een traditioneel gezin, mijn vader werkt en mijn moeder is huisvrouw, waar leren belangrijk is. Presteren op school bepaalt je toekomst. Ik ben een schuchter kind dat weinig spreekt. Het liefst zit ik ergens in een hoek van de kamer, lezend in een boek. Met de boeken schep ik mijn veilige fantasiewereld. Een wereld waarin ik mij thuis voel. In de bibliotheek ben ik kind aan huis en al snel heb ik alle kinderboeken verslonden. Maar de weg naar de volwassenenafdeling is snel gevonden. Ook gedurende de middelbareschooltijd blijf ik een verlegen persoon die het liefst zijn eigen gang gaat. Er zijn vrienden maar niet echt close. Ik ben liever alleen. In het laatste jaar van mijn middelbareschooltijd sta ik voor de vraag: wat ga ik studeren? Eigenlijk heb ik geen idee over mijn toekomst. Kun je als achttienjarige werkelijk een beeld van de toekomst bezitten en een gerichte keuze maken?

    De beslissing om bedrijfseconomie te studeren komt duidelijk van mijn vader vandaan. Voor hem is een baan in het bedrijfsleven een droom die hij niet heeft gerealiseerd. Voor hem betekent het bedrijfsleven: aanzien, rijkdom en zekerheid. Ik vind het allemaal wel goed. Het belangrijkste voor mij is om het ouderlijk huis te verlaten. Ik voel een innerlijke dwang om te vertrekken. Om mijn vleugels uit te slaan. Ondanks mijn schuchterheid weet ik, het is tijd om te gaan. De keuze valt op Rotterdam. En dat betekent op kamers wonen.

    Ben ik voorbereid om het huis uit te gaan? Absoluut niet. Schoonmaken, ik heb geen idee waar te beginnen? Ook het koken vormt voor mij een ware uitdaging. Thuis heb ik nauwelijks een pan aangeraakt. Gelukkig krijg ik een kookboek van mijn moeder. Zij voelt intuïtief aan dat dit een waardevol geschenk is. De eerste zelf bereidde maaltijd resulteert in aangebrande aardappels. De hoeveelheid water in de pan was duidelijk te weinig. Ondanks deze kleine aanloopproblemen bevalt mij het op kamers wonen. Via een studentenvereniging leer ik medestudenten kennen en creëer een vriendengroep. Voor het eerst van mijn leven voel ik mij op mijn gemak en het studeren verloopt voorspoedig.

    Aan het einde van het eerste studiejaar heb ik drie maanden vakantie en besluit samen met een vriend Europa te verkennen. Met een goedkope treinkaart reizen wij met onze rugzak kris kras door vele landen. Wat een magisch gevoel. Vanwege ons zeer beperkte reisbudget zijn de treinstations en de parken onze logische overnachtingplaatsen. Oostenrijk, Joegoslavië, Bulgarije, Griekenland, Italië, Zwitserland, Monaco, Frankrijk, allemaal landen die wij bezoeken. Een hele nieuwe wereld gaat voor mij open. Het reisvirus heeft mij besmet en dat zou mij nooit meer loslaten. Na een maand slecht eten en een groot slaap te kort keer ik terug in Nederland, bij mijn ouders. Acht kilo lichter en een baard van twee weken maken van hun verloren zoon een verlopen zwerver. Ik vraag me nog steeds af wat mijn moeder dacht bij het terugzien van haar jongste zoon in deze toestand.

    De jaren op de universiteit verstrijken en met redelijk gemak doorloop ik de studiejaren. Gedurende de zomermaanden zwerf ik met mijn vriendin door Europa. En in het vierde studiejaar verblijf ik voor enige maanden in de Verenigde Staten als deel van een uitwisselingsprogramma voor studenten. Na het afstuderen staat het leger op mij te wachten. Veertien maanden lang heb ik de eer om het land te verdedigen tegen een vijand die nooit komt. Een volkomen nutteloze tijdsbesteding.

    Een grote onderneming ontvangt mijn sollicitatiebrief, nodigt mij uit en na een aantal gesprekken volgt een aanbieding. Als 23-jarige begint mijn carrière als concerntrainee op de marketingafdeling. Vol ambitie wil ik, met mijn pas verworven kennis, het bedrijfsleven veroveren. Op weg naar de top. Met dit doel voor ogen studeert men bedrijfseconomie. Toch? Achteraf kan ik slechts zeggen, wat naïef. Vanaf mijn eerste werkdag vraag ik mij af: wat doe ik hier? Dit gevoel zou tot mijn definitieve vertrek, veertien jaar later, nooit meer weggaan. Ik werk op verschillende afdelingen en beland uiteindelijk in leidinggevende functies. Ben ik gelukkig? Nee. Het bedrijf is als een theater waar iedereen zijn rol speelt. Ik bewonder vele ego's van dichtbij waaronder mijn eigen. Nog altijd bezit ik de ambitie om de top te bereiken, het grote geld en het aanzien. Maar ik voel ook meer en meer dat ik in dit theater niet thuis hoor.

    Samen met mijn vriendin woon ik in het centrum van Amsterdam in een te klein appartement. Een speurtocht naar een groter appartement levert geen betaalbaar resultaat op. Op een dag valt mijn oog op een advertentie in de krant. Te koop nieuwbouwwoningen in Diemen. Met zijn ligging tegen Amsterdam-Oost is Diemen bijna een buitenwijk van Amsterdam. De nieuwbouwwijk bevalt ons en wij besluiten een woning te kopen. Andere mensen maken gedurende de bouwperiode een gedetailleerde documentatie van het ontstaan van hun huis, wij zijn welgeteld twee keer gaan kijken. Zittend in ons kleine appartement dromen wij over grote kamers met veel licht en een eigen tuin.

    Op een zondag besluiten wij spontaan, voor de tweede keer, naar de nieuwbouwwijk te gaan. Met een plattegrond lopen wij door de wijk, een aantal straten zijn al opgeleverd en in onze straat zijn de huizen bijna klaar. Wij vinden ons huis, nummer 26, en gaan via de trap omhoog naar de eerste verdieping Vervolgens nemen we nog een trap naar de zolder. Vergeleken met onze kleine appartement, is alles beangstigend groot. Terwijl wij op zolder van het uitzicht genieten hoor ik gestommel op de trap. Er verschijnt een gezicht van een man, een vrouw en vervolgens twee kleine kinderen. Verbaasd kijk ik hen aan. Wat doen zij in onze woning? De man denkt duidelijk hetzelfde. Wij hebben ons in de woning vergist en bevinden ons in nummer 28. Een jaar lang hebben wij de droom van onze buren geleefd. Met het kopen van het huis volg ik keurig de spelregels van de maatschappij: studeren, werken en een huis kopen. De volgende logische stappen zouden zijn trouwen en kinderen krijgen. Dit zou echter anders verlopen.

    Na twee jaar werken word ik onrustig. Het idee om de rest van mijn leven in een bedrijf door te brengen beangstigt mij. Wil ik dat werkelijk? Elke dag in pak naar kantoor, waar iedereen probeert te overleven. De drang komt bij mij boven om eruit te stappen, om ontslag te nemen en met de rugzak de wijde wereld te verkennen. De angst is echter nog te groot. Er staat te veel op het spel: mijn carrière en een pas gekochte woning. Een half jaar verstrijkt en de drang wordt steeds sterker. Mijn vriendin voelt hetzelfde. Op een dag haken wij de knoop door, nemen ontslag, verhuren het huis en gaan op wereldreis. Op dertigjarige leeftijd neemt mijn leven een drastische wending.

    Drie maanden later, wij zijn op Schiphol en stappen in het vliegtuig richting New York. Via de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland en Australië komen wij aan in Indonesië. Onze eerste kennismaking met Zuidoost-Azië.

    Op Bali besluiten wij uit elkaar te gaan. Al langere tijd verloopt onze relatie moeizaam maar wij zijn niet in staat om elkaar los te laten. Een aantal keren zijn wij uit elkaar gegaan om steeds weer bij elkaar terug te keren. Nu realiseer ik me dat het de angst voor de eenzaamheid was die ons bij elkaar hield. Liever samen niet gelukkig dan leven in eenzaamheid. Op Bali barst uiteindelijk de bom en dit keer laten wij elkaar, zoals later zou blijken, voorgoed los. Alleen vervolg ik de reis. Aan de ene kant ben ik verdrietig over het afscheid. Maar ook opgewonden over wat mij te wachten staat. Een maand later, ik ben inmiddels in Thailand, lijkt mij het afscheid in Bali ver weg.

    Het reizen met de rugzak is een schitterende belevenis. Elke dag verloopt anders en biedt nieuwe verrassingen: onbekende steden, medereizigers die mijn pad kruisen, niet-westerse culturen en exotisch eten. De lijst is te lang om op te noemen. Ik ben in mijn element en geniet van elke dag. Absoluut hoogtepunt van mijn reis: Tibet. Na een barre tocht van twee volle dagen door de bergen arriveert mijn locale bus in de hoofdstad Lhasa. Midden in de nacht stap ik uit in het centrum en ga op zoek naar een hotel. In de duisternis zie ik schimmen die zich voortbewegen. Door de schaarse verlichting zijn zij nauwelijks waarneembaar. Mannen en vrouwen die zich op de grond werpen en weer opstaan. Ik begrijp er niets van. Midden in de nacht en dan zoveel mensen op straat.

    De volgende dag verken ik op mijn gemak de stad. Tot mijn verbazing werpen talloze Tibetanen zich op de grond, strekken zich uit en waar hun handen de grond raken staan zij weer op. Vervolgens strekken zij zich weer uit en vervolgen zo hun pad. Hun ellebogen en knieën zijn met hout beschermd anders zou hun lichaam dat niet overleven. Uren zijn zij onderweg en allen volgens dezelfde route. Geboeid kijk ik naar deze mensen. Waarom ondergaan zij deze schijnbare marteling? De reisgids biedt uitkomst. Het ritueel kan een vorm van boetedoening zijn. Men heeft een misstap begaan en vraagt op deze wijze om vergeving. Ook als de Tibetanen een hartenwens koesteren kiezen zij voor deze tocht. Vooral de oudere mensen houden de traditie in stand. Wat een bijzonder volk.

    De Tibetanen bezitten een absolute devotie voor hun leider, de Dalai lama. Steeds vragen zij mij om een foto van hun spirituele leider. Zijn afbeeldingen zijn door de chinezen officieel verboden. In westerse ogen, vanuit materieel oogpunt, heerst in Tibet pure armoede. Vanuit geestelijk oogpunt bezit Tibet pure rijkdom. Overal staren de Tibetanen mij vol liefde aan. Voor hen bestaat geen taalbarrière. Hier is sprake van onvoorwaardelijke liefde. Tibet, wat een fantastisch land.

    Mijn reis gaat verder en ik neem uiteindelijk in Beijing de trein, de transsiberie-express, richting Europa. Terug in Nederland neem ik enige maanden de tijd om aan het dagelijkse leven te wennen. Na twee maanden bel ik Jan, mijn oude baas, en begin weer te werken bij hetzelfde bedrijf met dezelfde mensen, dezelfde uitdagingen en dezelfde problemen. Niets lijkt veranderd in de anderhalf jaar dat ik weg was.

    Drie jaren werk ik aan mijn carrière zonder gelukkig te zijn. Diep van binnen weet ik: dit is niet mijn toekomst. Toch negeer ik mijn gevoelens, trek elke dag mijn pak aan en ga naar kantoor. Dan wordt de drang te groot en ik neem wederom ontslag. Dit keer staat Latijns-Amerika op het programma. Bijna anderhalf jaar zwerf ik door Midden - en Zuid-Amerika. Van Mexico tot Kaap Hoorn, alles wil ik zien. Wederom een fascinerende ervaring.

    Vier maanden na mijn terugkeer in Nederland ga ik weer aan het werk. Een telefoontje met Jan en ik kan weer beginnen. Mijn carrière neemt weer een aanvang. In plaats van de trein wordt de leaseauto mijn vervoermiddel, mijn ego is gestreeld. Maar echt gelukkig? Als ik 's avonds terugrij naar huis, denk ik regelmatig: waar ben je mee bezig? Wil ik de komende dertig jaar op deze manier leven? Het bedrijf bevindt zich weer eens midden in een reorganisatie. Ook mijn baan komt te vervallen. Intern lopen de spanningen hoog op, iedereen probeert zijn baan veilig te stellen. Op een avond, staande in een file, komt een droom naar boven die ik als kind koesterde. In de voetsporen treden van Marco Polo. De magische zijderoute afleggen. Twee maanden later ben ik in Turkije. Inderdaad, ik heb wederom ontslag genomen. Zeven maanden volg ik de zijderoute: Turkije, Iran, Pakistan, Afghanistan, Kazachstan, Oezbekistan, en Kirgistan. Voldaan keer ik terug in Nederland. Een telefoontje en … Alleen dit keer verloopt het anders.

    Intussen weet ik uit ervaring wat te doen, na een wereldreis. Eerst enige maanden uitrusten en dan weer aan het werk gaan. De maanden verstrijken en ik word onrustig. Wat wil ik met mijn leven? Terugkeren in het bedrijfsleven? Elke dag naar kantoor, alleen 's avonds en in het weekend tijd voor mijzelf. Wil ik werkelijk opnieuw deel zijn van dat theater? Ik ben daar niet gelukkig, maar wat is het alternatief? Weer verstrijken enige maanden en langzaam komt bij mij paniek naar boven. Ik kan toch niet de rest van mijn leven rondhangen. Ook mijn ouders beginnen zich ongerust te maken. Zij zeggen niets maar ik ken hen goed genoeg. En ik kan hun onrust goed voorstellen. Eén telefoontje en ik ben weer aan het werk. Maar ik doe het niet alsof iets mij tegenhoudt. Op een dag dwing ik mij naar de telefoon te gaan om het telefoontje te plegen. Ik kan de telefoon niet aanraken. Wat is eraan de hand? Opnieuw probeer ik de telefoon op te nemen en word onmiddellijk misselijk. Ik moet de telefoon weer neerleggen. De volgende dag gebeurt hetzelfde en ik besluit naar de sportschool te gaan. Het is zaterdagmiddag.

    2005 deel 3 Maria

    'Hallo met Maria.' Zij heeft in elk geval een opgewekte stem, speelt door mijn hoofd. Met enige aarzeling begin ik mijn verhaal.

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1