Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De reis van de Mimosa
De reis van de Mimosa
De reis van de Mimosa
Ebook418 pages6 hours

De reis van de Mimosa

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Dit is het verhaal van de Mimosa, een zwart zeilschip (met rode zeilen) dat door de ruimte vaart, en overal daar opduikt waar nog nooit eerder een door de ruimte varend, zwart zeilschip is opgedoken. Ongeacht de kleur van de zeilen.

Dit is je kans om aan te monsteren op de Mimosa. Ontdek waar het vandaan komt, waar het werd gestolen, hoe het op eigen houtje wat ronddreef, en hoe een postbode uit de zestiger jaren van de twintigste eeuw aan boord van dit merkwaardige vaartuig kwam.

Als je het 'Transgalactisch Liftershandboek' van Douglas Adams leuk vond, dan zul je de Reis van de Mimosa ook waarderen. En laat het metalen pak je niet op het verkeerde been zetten: er is geen depressieve robot aan boord, maar er zijn genoeg verrassingen die je zult tegenkomen op je Reis met de Mimosa!

LanguageNederlands
PublisherPaul Kater
Release dateOct 21, 2015
ISBN9781310287671
De reis van de Mimosa
Author

Paul Kater

Paul Kater was born in the Netherlands in 1960. He quickly developed a feel for books and languages but ended up in the IT business despite that. Books and languages never ceased to fascinate him, so since 2003 he's been actively writing, encouraged by friends on the internet. The internet is the reason why most of his work is in English. A friend asking for writing help is why some of his writing is now also in Dutch. Paul currently lives in Cuijk, the Netherlands, with his books, possibly with cats, and the many characters he's developed in the past years, who claim he is a figment of their imagination.

Read more from Paul Kater

Related to De reis van de Mimosa

Related ebooks

Reviews for De reis van de Mimosa

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De reis van de Mimosa - Paul Kater

    1. Bouwerspraat

    Budak lap lop nignap sok yep? (Wat ben je nou eigenlijk van plan met al dat zwarte hout dat je pas geleden van die man hebt gekocht van wie iedereen weet dat hij iedereen bedondert waar je bijstaat?) De drie meter lange man met de brede borst draaide zich naar het iets minder breedborstige maar wel twintig centimeter langere specimen van zijn ras. Die keek vol trots naar de grote hoeveelheid enorme houten stammen die zojuist op zijn erf waren afgeleverd.

    Bibip wop lop daap. Gim sallo wadda yem. (Zoals je weet wil ik al heel lang een eigen schip bouwen en nu heb ik eindelijk het goede hout voor een degelijk schip.)

    Wop lop daap sok flap? Skippip! (Wil je echt een schip bouwen van zwart hout? Dan zit je te kijken met een zwart schip! Je bent echt helemaal gek geworden!)

    Gip quop wop lop nigh trek tod wem! (Dat klopt!) De twee bespraken de plannen van de langere man terwijl ze om de grote stapel hout wandelden. De kortere van de twee noemde zijn vriend verschillende keren stapelgek en gestoord.

    De hele vloot zal jou en je zwarte boot uitlachen, dat realiseer je je toch wel? Wie wil er nou een zwart schip? Heb je dat hout met je verstand betaald, Kray? Een zwart schip in de ruimte, dat ziet toch niemand? De ruimte is tenslotte ook zwart!

    Kray trok zijn schouders even op. Het is prima hout en het was goedkoop. Ik wil een hoop lampen monteren zodat het goed opvalt.

    Toch denk ik dat je er te licht over denk, mijn kikowapolorofan. (Vriend.) Jarm schudde zijn hoofd. Zijn wilde manen sprongen alle kanten op terwijl de metalen kralen die erin waren gevlochten luid tegen elkaar kletterden. Nou ja. Ik heb beloofd om je te helpen, dus zal ik je helpen. Hij stak een van zijn handen uit,. Kray schudde de hand.

    Mijn dank, Jarm. Ik weet zeker dat deze boot een enorm succes gaat worden en ook een goede prijs op gaat leveren als het eenmaal gebouwd is.

    Laten we ons daar eerst maar eens op concentreren. Het bouwen. Heb je al een ontwerp voor je schip?

    Terwijl de twee van de stapel hout wegliepen begon Kray enthousiast over de plannen te praten die hij thuis klaar had liggen.

    ***

    Het was bijna donker toen een Dragonderklasse zware-lastenlichter in vol zicht aan kwam zweven maar dat was geen punt omdat de werf verlaten was. Dat was precies de bedoeling van de bemanning van de Dragonder. Een aantal mannen liet touwen zakken en gleden daarlangs naar beneden. Eenmaal daar aangekomen zwaaiden ze naar hun scheepsmaten die omlaag keken door hun tri-oculaire verrekijkers (verrekijkers voor soorten met drie ogen) om de Dragonder in de juiste positie te krijgen. De mensen op de grond en die op het schip waren erg ervaren en op elkaar ingespeeld, dus duurde het niet lang voor ze de enorme stapel zwart hout hadden gelicht en geladen. Daarna hoefden de mensen op de grond zich enkel aan hun touwen vast te houden om ook opgehesen te worden. De kapitein was tevreden.

    Goed werk, jongens. Netjes gedaan en snel ook nog. Er komt regen aan en nat hout is heel wat zwaarder om mee te nemen. De vrouwen in de groep jongens negeerden het gebrek aan waardering van hun geslacht; daar waren ze intussen wel aan gewend. Het was tenslotte erg moeilijk voor andersrassigen om de twee geslachten van hun ras uit elkaar te houden. De maten werden bedankt en konden gaan terwijl de kapitein commando's naar de navigator en de stuurman blafte. Breng ons hier vandaan, jongens. We weten tenslotte niet wanneer iemand terugkomt, en dit terrein heeft akelige kanonnen en meer van dat soort spul om Dragonders omlaag te halen. Statig en ongehinderd gleed het grote schip weg, enkel geobserveerd door wezens die het geen biet kon schelen wat er om hen heen gebeurde. Dit soort schepen betekende over het algemeen slecht nieuws voor iedereen die nieuwsgierig was.

    De kapitein wreef in twee van zijn handen, opgelucht dat dit stuk van de opdracht zo vlot was gegaan. Vaak genoeg was hij betrokken geweest bij een klus die fout was gegaan doordat de mensen die hem en zijn schip hadden gehuurd hem van verkeerde informatie hadden voorzien. Deze klus zou echter een aardig centje opleveren want hij was van plan om deze diefstal een stuk moeilijker en gevaarlijker te laten klinken dan het was geweest. Een paar leden van de bemanning hadden voor dat doel al wat videobeelden klaargemaakt waarop zware gevechten en kanonvuur te zien was. Ergens boven een verlaten eiland zouden ze stoppen zodat een aantal mensen ook de opgelopen schade op het schip konden schilderen. De Dragonder zou bij levering niet landen zodat de schade er vrij snel overtuigend uit zou zien.

    De reis naar het afleverpunt verliep vlot toen de schilderwerkzaamheden er eenmaal op zaten. Ook die waren snel genoeg af omdat iedereen er intussen ervaring mee had. De kapitein was al op de grond om over de prijs van het zwarte hout te onderhandelen. De klant moest nog wat extra OKEE's (Omniversele KredietEEnheden) betalen voor hij zijn hout had omdat de kapitein een erg professioneel stukje toneel neerzette over de gevechten en de geleden schade. De klant bezweek uiteindelijk en liet de OKEE's overmaken naar de rekening van de kapitein voordat die de prijs nog verder zou opdrijven. De hele transactie duurde behoorlijk lang, omdat die moest worden goedgekeurd door verschillende bancaire instanties en onderzoekscommissies. Dat zat de kapitein nooit zo lekker want stel dat een van die commissies eens echt ging kijken... Gelukkig waren deze commissies van de gebruikelijke soort en kon het hout uitgeladen worden op de plek waar de (op dat moment niet zo) gelukkige eigenaar het nieuwe schip wilde laten bouwen. De kapitein maakte dat hij zo snel mogelijk weer aan boord van de Dragonder kwam en dirigeerde toen het indrukwekkende piratenschip naar een plek waar de geverfde schade kon worden verwijderd. En daarna zou hij op zoek gaan naar een volgende klant die hem, zijn schip en de specifieke diensten van zijn bemanning nodig had.

    De nieuwe eigenaar van het zwarte hout, Blokman Rufer, was in zijn nopjes. De OKEE's die hij had vergaard via een groot aantal dubieuze praktijken waren nu goed besteed en het hout was precies de goede kleur zwart. Hij moest er wel even om lachen: zwart hout kopen met witgewassen OKEE's. De dag na de aflevering kwam de meester scheepsbouwer langs en wreef over enkele van zijn stoppelige onderkinnen. Ziet er goed uit, chef. Kan een leuk bootje worden. Vandaag beginnen?

    Blokman hield zijn zucht voor zich. Dat zou erg prettig zijn, ja, al zou ik het nog meer waarderen als jullie gisteren zouden zijn begonnen.

    De meester scheepsbouwer fronste even en knikte langzaam. Weet ik niet zeker maar zal eens zien wat er te versieren valt. Blokman schudde zijn hoofd terwijl de man wegslofte. De scheepsbouwer was goed in het bouwen van schepen maar zijn aanwezigheid torste een overtuigende sfeer van totale onkunde met zich mee. Ondanks die sfeer kwam de meester scheepsbouwer dezelfde middag terug met zijn vaklui en vijf prachtige, speciaal voor houttransport gemaakte vrachtschepen. Het zwarte hout werd netjes ingeladen en toen naar de zagerij gebracht waar de balken werden gesorteerd, gereinigd, gewogen, opnieuw gesorteerd, gezaagd, nog eens gereinigd en toen voor de laatste keer gesorteerd. Toen werden de planken geteld.

    Alles voor mekaar, helemaal naar specificaties, verzekerde de eigenaar van de zagerij de meester scheepsbouwer. Net als de vorige keer, en de negen die we daarvoor hebben gedaan. Je mensen kunnen die boot in een paar dagen in elkaar steken, dan blijf je gewoon een maandje op je krent zitten en bij aflevering vraag je een stevige bonus voor extra snel werk.

    De meester scheepsbouwer knikte. Hij was nog niet zo zeker of het een paar extra OKEE's waard was om een maand lang een hele boot op visite te hebben. Komt goed, zei hij terwijl hij de prijs voor het werk van de zagerij bevestigde. Het hout werd weer in de transportschepen geladen en toen naar de werf gebracht waar het eigenlijke bouwen zou gebeuren. Dicht bij het water, wat wel zo handig was.

    De medewerkers van de scheepsbouwer hingen wat rond terwijl het hout werd uitgeladen. Toen dat allemaal gedaan was pakte een van de mannen een klein bedieningspaneel, drukte op een paar knoppen en wachtte toen tot de volautomatische pak-en-sorteermachine het hout had opgepakt en gesorteerd. De grote stapels hout werden vlot kleiner toen automatische, mechanische armen de planken wegdroegen. Vier uur later had het zwarte schip al een herkenbare vorm.

    Zeg, baas, heeft dat ding al een naam? vroeg een van de mannen die nog steeds in hun stoelen hingen.

    Geen idee, was het antwoord.

    Rare naam voor een boot, zei de vraagsteller die zichzelf even heel slim vond.

    De meester scheepsbouwer liep naar de grappenmaker toe en tilde hem met één hand uit de stoel. Je denkt misschien dat ik niet de slimste was thuis, makker, maar dan zit je ernaast. Onze klant heeft de naam van dit fraaie vaartuig nog niet doorgegeven, dus adviseer ik je om je kaken op elkaar te houden voordat ik een mega-nietmachine pak en je daar een beetje mee help. Hij liet de man in de stoel vallen. Gesnopen?

    Uhhuh. De man voelde zich opeens een stuk minder gevat.

    De meester scheepsbouwer liep weg en grinnikte in zichzelf. "Geen idee zou inderdaad een grappige naam voor een boot zijn."

    Je moet wat voorzichtiger zijn als hij in de buurt is, zei een medeknoppendrukker tegen zijn onfortuinlijke collega terwijl hij een misvormde hand omhoog stak. Ik had ook eens zo'n slimme dag en toen brak hij bijna al mijn vingers. Knoppen drukken is zo niet prettig, wat ik je brom. Je hebt geluk gehad, hij heeft zeker een goeie dag vandaag.

    Terwijl de mannen klaagden stond de meester scheepsbouwer vlak bij het bijna complete, zwarte schip. Het was een plaatje, vond hij, net als alle andere plaatjes die uit zijn zorgvuldig gebouwde productieproces waren gekomen. Dit zwarte exemplaar was wel een leuke variant op alle witte en houtkleurige schepen die de meeste mensen wilden hebben. Het commentaar van zijn medewerker had hem aan het denken gezet. Hoe zou je een zwart schip noemen? De scheepsbouwer was altijd gecharmeerd van het woord bloem in een scheepsnaam maar Zwarte Bloem sloeg de plank toch wel een eind mis, want hij had nog nooit gehoord van zwarte bloemen. Binnenkort zou de trotse eigenaar langskomen en dan zouden ze het ook over een naam hebben.

    Terwijl de machines de zware planken oppakten die het scheepsdek zouden vormen liep de scheepsbouwer terug naar zijn mensen en zei dat ze naar huis konden gaan. Er was op genoeg knoppen gedrukt voor een dag. Of misschien wel voor een week.

    2. Zwarte Bloem

    Blokman Rufer had goede zin. Hij had een bericht gekregen van de meester scheepsbouwer dat het schip klaar was voor de eerste bezichtiging. In eerste instantie had hij het idee om een aantal mensen mee te nemen (het gebeurde tenslotte niet elke dag dat iemand zijn eigen nieuwe schip ging bekijken) maar iets van binnen had hem gewaarschuwd dat niet te doen. Toen hij de scheepswerf betrad wist hij waarom. Nadat hij de meester scheepsbouwer had gevonden wees Blokman naar het schip. Het ziet er nogal klein uit. Hij legde precies genoeg teleurstelling in zijn stem om de prijs van het schip met minstens duizend OKEE's omlaag te krijgen. Hij had tenslotte hard genoeg gewerkt voor zijn Omniversele KredietEEnheden.

    Dat komt gedeeltelijk door de kleur, mijn heer. Zwart absorbeert een hoop licht dus de reflectie die een normaal gekleurd schip zou laten zien verdwijnt hierdoor gedeeltelijk. Daarom ziet het schip er kleiner uit.

    Gedeeltelijk? Wat gebeurt er dan met het andere deel? Blokman voelde dat enkele van zijn nekharen rechtop gingen staan omdat hij in de verkeerde hoek werd gedrukt. Dit ging niet zoals hij bedoeld had. De scheepsbouwer was ook niet in zijn normale paar woorden doen en ook dat was een slecht teken.

    Het andere deel is een geheim ingrediënt in de scheepsbouw dat enkel aan mij bekend is. Ik kan hier niets over zeggen natuurlijk, maar denk eens aan de hoeveelheid afmeerbelasting die u niet hoeft te betalen omdat iedereen denkt dat het schip kleiner is dan het is. De meester scheepsbouwer was trots op deze woordenstroom, vooral omdat die het beoogde effect op de klant leek te hebben.

    Maar het schip is nog niet klaar, zei Blokman voorzichtig. Kunnen we eerst een kijkje nemen? Dat zou hem in elk geval wat tijd opleveren om iets anders te bedenken waarmee de prijs een paar duizend OKEE's omlaag kon. Hij volgde de meester scheepsbouwer de lift in die hen naar de juiste verdieping bracht waar de loopplank wachtte die naar het schip leidde. Dat laatste stuk moesten ze lopen; iets wat Blokman een eerste, zij het magere mogelijkheid gaf om de prijs te gaan drukken. Terwijl ze het schip bekeken voelde Blokman het dek onder zijn voeten vandaan vallen. Niet letterlijk natuurlijk want de balken waren ongelofelijk stevig, net als de rest van het schip. En precies dat gaf hem een gevoel alsof hij wegzonk. Tot dan toe had hij nog niets gevonden wat de prijs van het schip niet waard was. Alleen die wandeling over de loopplank. Dat hield Blokman maar even voor zich, want de scheepsbouwer had blijkbaar een dag waarin hij zelfs dat in zijn voordeel zou kunnen gebruiken en de prijs opdrijven.

    We kunnen ook even benedendeks kijken, bood de scheepsbouwer aan.

    Blokman rommelde even iets met zijn hoed. Ja. Dat zouden we ook even moeten inspecteren. De kleine klik van de microcamera in zijn hoed deed hem goed. Het dingetje zou elk detail van het interieur vastleggen. In het slechtste geval zou hij in elk geval die informatie hebben en de opdracht gewoon annuleren. Dan kon hij alsnog kijken of er een bouwer was die dit allemaal goedkoper zou kunnen. Met de bouwplannen op microchip had Blokman dan de macht in handen. De scheepsaandrijving was misschien wat lastiger maar daar was ook wel achter te komen.

    Volg mij, zei de scheepsbouwer en begeleidde hem naar de achtersteven van het schip, wat volgens Blokman gewoon ook de achterkant zou kunnen heten. Daar stond een groot, vierkant gebouw wat helemaal niet op zijn plaats leek. De scheepsbouwer opende de grote deuren in het midden die uitzicht gaven op een brede, statige trap die omlaag ging naar de binnenkant van het schip. Even goed oppassen, de treden zijn wat breder dan normaal.

    Blokman was verbaasd waarom de man dat zei; de treden waren overduidelijk overbemeten. Omlaag lopen was vreemd en een behoorlijke klus. Waarom zijn die treden zo idioot groot?

    Da's voor het pak. Die uitleg legde niet veel uit.

    Het pak... De onuitgesproken vraag was overduidelijk.

    Ja. De scheepsbouwer grijnsde in het halfduister. Die man had echt geen flauw benul, dus het pak zou hem nog een aardige duit extra gaan kosten. Toen ze de laatste treden overwonnen hadden bevonden de twee mannen zich in de grote ruimte waar de complexe motoren waren geplaatst. Dit is een gevarenzone, legde de scheepsbouwer uit. Hier kunnen enkel bekwame mensen werken vanwege de omstandigheden. Bekwame mensen of idioten.

    Blokman vroeg zich af of het wel veilig was om de trap te verlaten. Het aantal machines en motoren in deze ruimte was hersenvergruizelend, en al de lampjes die overal knipperden, de sissende geluiden die van her en der kwamen en de hitte die hem tegemoet sloeg maakten dat hij het liefste omkeerde en gillend wegrende. Maar als heer van stand en handelaar in onrechtmatige goederen kon hij dat niet maken, dus knikte hij beleefd. Hij zei dat hij precies begreep waarom dit een gevaarlijke plek was voordat hij zich omdraaide en met bekwame spoed de rare trap opliep, zo langzaam gehaast als hij kon opbrengen. De scheepsbouwer wist dat hij gewonnen had. Eenmaal terug op het dek, met de deuren naar de machinekamer weer gesloten, vroeg hij of de klant tevreden was.

    Ja, moest Blokman bekennen, het ziet er allemaal prima uit. Behalve die machineruimte. Is het wel veilig om het schip te gebruiken met zoiets aan boord? Hij voelde zich niet eens veilig met de trap en de deuren tussen hem en het arrangement van puffende en sissende apparatuur.

    Absoluut veilig. Ik heb al heel wat schepen gebouwd en verkocht en nog nooit is er een teruggekomen met aandrijvingsproblemen. De scheepsbouwer sprak de waarheid. Sommige van zijn schepen waren geëxplodeerd omdat ze beschoten waren, sommige waren verbrand omdat ze te dicht bij brandhaarden waren gekomen, maar er was nog nooit iemand komen klagen over een kapotte motor. En wat betreft de veiligheid in de machinekamer, daar is uiteraard een voorzorgsmaatregel voor. We kunnen een speciaal pak maken om daar binnen te gaan. Zoals ik al zei, de trap is daarop voorbereid. De scheepsbouwer pakte een apparaatje uit zijn borstzak en schakelde het in. Kijk. Dit is het. Groot genoeg voor een man - of vrouw natuurlijk - en daarin zit je zo veilig als thuis bij de haard met een koekje en een kop thee.

    En over de prijs kunnen we natuurlijk onderhandelen, zei Blokman. Hij wilde goedkoop uit zijn maar veiligheid was wel wat waard, vooral in zijn beroepsgroep. Het schip moest in het smokkelcircuit gaan meevaren en daarom één van de beste en snelste zijn. Daarom had hij dit model gekozen, hij had er wonderverhalen over gehoord. Zwaar overdreven verhalen uiteraard, maar als zelfs iemand als Barning Hollog er prat op ging dat zijn schip van hetzelfde model meer dan eens buiten bereik van de snelle arm van de wet was gebleven dan wilde dat wat zeggen. De snelle arm van de wet was geen grapje, en Barning was niet iemand die grapjes maakte.

    De scheepsbouwer knikte. Uiteraard. Omdat u overkomt als een heer van stand, iemand met smaak en waardigheid, krijgt u het pak voor duizend OKEE's. Nee, wacht, negenhonderd. Dat is een behoorlijke korting. Normaal gesproken hoorde het pak bij het schip maar deze buitenkans kon hij gewoon niet voorbij laten gaan.

    Dat is toch nog een behoorlijk bedrag, zuchtte Blokman. Hij liet ook duidelijk zijn verrassing zien. Daar had ik niet op gerekend.

    Omdat u het bent... vijfhonderd.

    Blokman wist dat dit het laagste bod was. De scheepsbouwer's lichaamstaal sprak boekdelen. Aannemen of opdonderen. Blokman begreep dat hij behoorlijk in het financiële kruis werd getast maar hij kon nu niet meer terug. Uitstekend. Niet echt maar zo kon hij nog wat waardigheid bewaren.

    Mooi zo, dan gaan we morgen aan het pak beginnen. Vandaag is er niemand, zoals u ziet. De scheepsbouwer was in zijn nopjes met die onverwachte bonus.

    Blokman zag het. "Ik hoop dat u me alvast een paar vragen kunt beantwoorden. Wat is de hoogste snelheid van dit schip? Ik heb van een vriend gehoord dat het vreselijk snel is, maar hebt u een indicatie?"

    De meester scheepsbouwer knikte en deed een paar dingen met zijn kleine schermpje. Hier. Gebaseerd op deze berekeningen - en die zijn erg conservatief - zal dit schip een maximale snelheid halen van negenhonderd gorabs per semi-harp. Daar keek Blokman van op. Hij wist dat het schip snel zou zijn, maar zo snel? Dat was fantastisch. Zijn concept van ongelofelijk werd hierdoor danig op de proef gesteld. We kunnen natuurlijk een begrenzertje op de motoren zetten, vervolgde de scheepsbouwer, want niet iedereen vindt dat soort snelheden prettig.

    Oh, dat is beslist niet nodig. Wij zijn niet angstig uitgevallen, verzekerde Blokman hem. Ik vraag me wel af hoe het mogelijk is om een adembare laag om het schip te houden met zulke snelheden. En hoe zit het met de wooncompartimenten?

    Cabines of kajuiten. Niet wooncompartimenten. En die zijn bijna klaar, mijn heer, maar zoals u ziet is er niemand om vandaag iets te bouwen. De lucht wordt op zijn plaats gehouden door een speciaal component dat in de middelste mast is gebouwd. In die grote daar. Dat is weer verbonden met een van de machines beneden waardoor het de energie heeft om een luchtzakveld te maken waardoor de luchtmoleculen er niet vandoor kunnen gaan, zelfs niet als het schip zich op hoge snelheid voortbeweegt.

    Blokman dacht daar even over na en begreep dat hij dit niet begreep. Kort gezegd zegt u dus dat het werkt.

    Dat zeg ik.

    "Ik zou hierop uiteraard graag uitstekend zeggen maar de eerste testvaart zal natuurlijk aantonen hoe goed dit allemaal functioneert, zei Blokman. Daarna werd de eigenaar van het schip in aanbouw meegenomen naar een van de kleinere deuren in het gebouw op het achterdek. De deur ging open en bood toegang tot een keurige, lange gang met heel veel deuren aan beide zijden. Neem me niet kwalijk. Is dit een grapje van het licht of is er een visuele afwijking in het hout geschilderd? Deze gang lijkt veel langer dan dat hij kan zijn."

    De meester scheepsbouwer keek ook de gang in. Ja, dat is zo, hè? Het is het licht. In werkelijkheid zag hij er niets van omdat hij van een heel ander ras was, maar het was altijd goed om wetenschap tentoon te spreiden richting de klant. Ze inspecteerden enkele cabines die allemaal ruim waren, en uitgerust met een grappig, rond raampje dat op de zee uitkeek. Blokman Rufer raakte hierdoor in verwarring omdat het schip nog in het droogdok stond. De scheepsbouwer glimlachte weer. Ze zijn niet echt. Het zijn beeldschermpjes. In deze namaakschroef zit de bediening waarmee je kunt bepalen wat je ziet. Je kunt ook je eigen plaatjes inladen, maar dat kan alleen vanaf de brug, en daar gaan we zo meteen heen. De brug was nog amper die naam waard. Het was een grote ruimte met daarin enkel een oude stoel en een hoop houtschaafsel op de vloer.

    Dit is nog niet helemaal klaar, zie ik. Blokman vroeg zich af waar de besturing zou komen, want er was nog helemaal niets van te vinden.

    Morgen, mijn heer. Morgen maken we het allemaal klaar en af en zo. Misschien kan er morgen iemand komen die het bevel over het schip gaat voeren? Dan kunnen we het maken zoalsde kapitein het allemaal wil hebben .

    Mijn kapitein zal er morgenochtend zijn.

    Mooi, mooi, mijn heer. En hebt u al gedacht over een naam? Voor het schip?

    Een naam?

    "Jazeker, mijn heer. Een goed schip heeft een goede naam. Ik dacht zelf aan Zwarte Bloem maar u bepaalt uiteraard de naam."

    "Zwarte Bloem, zei Blokman alsof hij de naam op zijn tong proefde. Hmm. Ik dacht zelf meer aan Boot nummer 1, maar Zwarte Bloem is ook goed. Blokman had geen zin om zich met dit soort onbenulligheden bezig te houden. Ik denk dat ik genoeg heb gezien. Zoals gezegd, de kapitein komt morgenochtend. Behandel haar netjes. U zult wel zien waarom."

    Haar? Oh, zeker, mijn heer. De meester scheepsbouwer begeleidde de klant naar de loopplank waarvandaan hij de weg naar de lift en de uitgang makkelijk zou kunnen vinden. Er stonden tenslotte genoeg bordjes en richtingaanwijzers.

    3. De kapitein

    Voor hij de werf had verlaten had de meester berichten naar al zijn medewerkers gestuurd om hen te waarschuwen dat de kapitein van het zwarte schip een vrouw zou zijn. Hij had de opdracht meegestuurd dat ze zich netjes moesten kleden, handschoenen moesten dragen over misvormde handen en dat ze voor de verandering eens op tijd moesten zijn. Alle drie hadden ze goed geluisterd. Ze zagen er acceptabel uit, gekleed in wat door de (ruime) beugel kon en een rook zelfs aangenaam. De drie hadden amper hun plekken ingenomen bij hun kleine paneeltjes toen de poort open werd gesmeten. Een Landariaanse kwam het terrein opgestampt.

    Oh, nee, was alles dat de scheepsbouwer kon zeggen. Landarianen waren moeilijk en hun ontvlambaarheidsfactor altijd maximaal. Daarnaast waren ze groot, sterk, lelijk en de geslachten waren onmogelijk uit elkaar te houden. Dit was zowel de kapitein als de slechtste dag van deze maand.

    Jij de bouwer? vroeg de Landariaanse terwijl de grond ophield met trillen.

    Dat ben ik. En jij moet de kapitein zijn.

    Ja. Brug. Nu! Het monster wees naar het zwarte schip. Lopen! Zij deed dat onmiddellijk. Terwijl ze naar de lift kloste ging de meester scheepsbouwer achter haar aan. Hij vreesde voor zijn materiaal. Gelukkig hield de lift het, net als de loopplank al kraakte die vervaarlijk. De Landariaanse sloeg er geen acht op.

    Bij de brug stonden drie robots te wachten bij apparatuur die stond te wachten om naar binnen te worden gebracht. Toen de scheepsbouwer en de kapitein dichterbij kwamen gingen de robots vanzelf naar de kant; hun zelfbeschermingsroutines waren geprogrammeerd om Landarianen te herkennen. De kapitein wees naar verschillende hoeken van de brug en brulde de namen van de apparatuur die ze daar wilde hebben geïnstalleerd. Stuur! Kompas! Snelheid! Kijker! Monitor! Stoel! Kaarten! Bibliotheek! Communicatie! Zo ging het een tijdje door tot de scheepsbouwer zich afvroeg waar ze dat spul moesten laten. Hij vroeg zich ook af of ze al die dingen wel hadden!

    Duidelijk? De Landariaanse deed haar best om met haar kille, grijze ogen in de scheepsbouwerschedel te kijken en hij had het gevoel dat haar dat aardig lukte.

    De robots hebben het allemaal geregistreerd, uhm, mevrouw. Verstandig om beleefd te blijven met dit soort monsters. De meester scheepsbouwer had verhalen gehoord over kwade Landarianen en die waren allemaal bloederig en dodelijk.

    Maken. Morgen klaar. Zonder verder commentaar beende de Landariaanse schoonheid de stuurcabine uit en afnemende trillingen in de vloer maakten duidelijk dat ze de brug had verlaten. Een enorm gekraak en een doffe klap die even later volgde maakte het ook duidelijk dat de loopplank de snelle aftocht niet had verdragen. In elk geval was de Landariaanse kapitein zo wel snel beneden. De scheepsbouwer rende naar buiten en vandaar naar de reling. Daar zag hij hoe de Landariaanse opstond en zonder mankeren naar de uitgang liep. Dat soort was niet voor een kleintje vervaard. Intussen waren de robots bezig om een nieuwe plank te plaatsen zodat de meester scheepsbouwer ook het schip kon verlaten, maar dan op een veiliger manier. Eenmaal weer op de grond gaf hij zijn medewerkers opdracht om de robots te instrueren de brug in orde te krijgen. Morrend en mopperend over wie er vandaag op de knop moest drukken (iemand moest tenslotte het zware werk doen) liepen de drie mannen weg. De scheepsbouwer zelf zou de taak op zich nemen om een mooie afbeelding te ontwerpen die de boeg van het schip zou gaan sieren.

    ***

    De herrie op de brug was al een tijdlang voorbij toen de scheepsbouwer terugkeerde met een enorme lap papier. Op een kant zat een grote, zwarte vlek die hij vol trots aan zijn medewerkers liet zien.

    Wa's dat? vroeg de lekker-ruikende.

    Dat is de Zwarte Bloem. Die komt op de boeg.

    Is het niet achterlijk om een zwarte bloem op een zwart schip te schilderen?

    Ik, ehm, ben van plan om een opvallende kleur zwart te gebruiken.

    Ja, jazeker. Goed plan, baas. De drie in hun stoelen keken elkaar meewarig aan terwijl hun werkgever wegliep. De mannen keken een tijdje gespannen naar hun bedieningspaneeltjes al waren er op dit moment geen knoppen die ingedrukt moesten worden. Dat was in elk geval veiliger dan grapjes te maken over de baas. Hij was dan niet Landariaans maar sterk genoeg om iemand heel erg te beschadigen.

    Met het papier in de hand keek de scheepsbouwer omhoog naar de zwarte boeg. Misschien had zijn ondergeschikte toch een beetje gelijk. Zwart op zwart. Toen hij aan het ontwerpen was had het heel apart geklonken maar... Hij keek nog eens naar het blad en weer naar de boot. Het was duidelijk dat hij wel met een heel bijzondere soort zwart op de proppen moest komen, anders was dit idee toch niet zo fenomenaal. Toen schoot hem iets te binnen en liep hij terug naar de drie in de stoelen. Heeft iemand eraan gedacht om een pak te bestellen?

    Drie hoofden werden eensgezind geschud en, Ik niet, klonk het uit evenzoveel kelen.

    Geweldig. De meester scheepsbouwer werd even moedeloos. Jij. Pak bestellen. Hij wees de middelste man aan.

    Ik? Waarom moet ik dat altijd doen? Laat een van die anderen zich maar eens uitsloven!

    Omdat jij de enige bent die het fatsoenlijk doet.

    De man in het midden zuchtte. Ik kom hierdoor dus wel in aanmerking voor een bonus. Venijnig mepte hij op een knopje op het paneel. Even later gingen twee lichtjes aan, een groen en een rood. Hij tikte op het rode. Een stevige bonus. Het pak wordt morgen afgeleverd.

    Zijn werkgever keek even bedachtzaam. Ik denk dat ik wel wat kan regelen voor je. De oplossing was nogal eenvoudig: hij zou de andere twee de volgende keer gewoon wat minder betalen, dan schoot hij zelf ook nog wat op met het idee van de bonus. Omdat het weer een nogal rustige dag was stuurde hij de mannen weer naar huis of waar ze heen wilden en daarna trok hij zich terug in zijn kantoor om nog eens rustig over de kleur van de bloem na te denken.

    ***

    Enkele dagen later kreeg Blokman Rufer weer een berichtje van de scheepswerf. Het vaartuig was klaar en of hij daarom nog een keer wilde komen kijken, bij voorkeur met de hele bemanning. Dat was een positief geluid want hij had de OKEE's inmiddels betaald en nu wilde hij onderhand eens waar voor zijn geld, en die waar kon enkel in zijn bezit komen door het schip in te zetten waar het voor bedoeld was. Toen de groep van acht de scheepswerf bezocht wachtte hen echter een nare verrassing.

    "Nee, jullie kunnen de Zwarte Bloem nog niet meenemen om er een echte vaart mee te doen! Er moet getraind worden aan boord, zodat iedereen weet hoe dit specifieke model werkt en reageert. Het is allemaal nieuw; het model, de techniek en nog meer, dus het heeft wat eigen haken en ogen." De meester scheepsbouwer vond het maar niets wat ze voorstelden. Het moment dat de Landariaanse kapitein hem een stuk van de grond aftilde was toevallig hetzelfde moment dat de kaarten opnieuw geschud werden.

    Schip gaat nu mee, was de compacte mededeling waarmee ze de leiding van hem overnam. De scheepsbouwer stortte omlaag toen haar vuist zich ontspande. De drie medewerkers, veilig onder het afdakje dat hen tegen eventuele regen moest beschermen, waren allang blij dat de locatie van het afdakje voldoende afstand bood om buiten het directe blikveld van de grote en niet zo subtiele kapitein te blijven. Blokman zei toen tegen de kapitein dat hij het waardeerde hoezeer ze voor hun zaak en de omzet stond, maar dat mogelijk een korte testvaart en wat informatie wel een goed idee was. Ondanks dat hij technisch gezien haar baas was moest hij dit toch erg voorzichtig aanpakken. Landarianen waren niet beroemd om hun begrip. Dit in tegenstelling tot de rest van de bemanning die hoofdzakelijk uit Amandianen bestond. De kapitein keek hem enkel even vernietigend aan en knikte toen met duidelijke tegenzin.

    Dan kunnen we nu naar het schip gaan, zei Blokman om de spanning te doorbreken. De groep begaf zich naar de lift en vandaar naar de loopplank. De enorme kapitein bekeek de plank en schudde even het massieve hoofd. Toen sprong ze, tot verbazing en verbijstering van de meester scheepsbouwer, van het platform naar het schip en landde zonder mankeren op het dek. De planken rammelden maar begaven het niet terwijl het hele schip trilde. De anderen gebruikten de conventionele manier om aan boord van de Zwarte Bloem te komen. Toen de loopplank was binnengehaald wees de scheepsbouwer iedereen waar de machinekamer was, de cabines en, O, het klinkt alsof jullie kapitein de brug al heeft gevonden. De enorme gestalte van de Landariaanse stond voor het raam dat uitzicht bood op de boeg. Ze leek tevreden, al was dat moeilijk te bepalen bij een ras met een bijna stenen, emotieloos gezicht.

    Drie man zouden de machinekamer als hun werkplek hebben dus kregen zij van de scheepsbouwer instructie hoe ze in het grote, metalen pak moesten klimmen en liet zien hoe het pak van binnenuit bediend moest worden. Ieder slachtoffer (zo noemde hij hen in gedachten) liep een paar rondjes in het pak om te laten zien dat ze het onder controle hadden. Tegen die tijd hadden Blokman en de vrouw die de stuurman was zich bij de kapitein gevoegd en waren ze al bezig met het uitzetten van de koers voor een eerste trip. "Helaas wordt dit

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1