Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Caligo en andere duistere verhalen
Caligo en andere duistere verhalen
Caligo en andere duistere verhalen
Ebook331 pages4 hours

Caligo en andere duistere verhalen

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Drieëntwintig verhalen van Mike Jansen, vol caligo, duisternis die al vanaf de oude tijden de verhalen binnendringt die we elkaar toefluisteren. Diepere speculaties over gebeurtenissen waar­over de mens geen controle heeft, maar die wel hun invloed uitoefenen. Verhalen voor mensen die durven geloven dat er nog hoop is, en die sterk genoeg in hun schoenen staan om dat geloof op de proef te stellen.

Een zwarte heuvel van afgedankte kolen en erts torende boven het station uit, een droevige herinnering aan betere tijden.Het voelde alsof iemand ons bekeek, onzichtbare ogen die deze onverwachte indringers bestudeerden en de duisternis om ons heen versterkte dat gevoel alleen maar. ("Waar het spoor ons voert")

Geobsedeerd staarde ik naar een vrouw die zichzelf een uur lang in een spiegel bekeek. Haar lippen vormden cijfers. Haar vingers volgden de lijnen op haar gezicht en ik besefte dat ze haar rimpels telde. ("Van de zee, gedroomd")

"Jansen lijkt gefascineerd door steden, maar ook door het naamloze kwaad en gruwelijke, anonieme monsters. Zijn verhalen hebben een duister tintje, en vallen met name op door de sterke sfeer." (Adinda Verburg, Fantasywereld)

LanguageNederlands
PublisherMike Jansen
Release dateSep 30, 2016
ISBN9781370203598
Caligo en andere duistere verhalen
Author

Mike Jansen

Mike has published flash fiction, short stories and longer work in various anthologies and magazines in the Netherlands and Belgium, including Cerberus, Manifesto Bravado, Wonderwaan, Ator Mondis and Babel-SF and Verschijnsel anthologies such as Ragnarok and Zwarte Zielen (Black Souls).Obviously he lives in the Netherlands, in Hilversum which is close to Amsterdam. He has won awards for best new author and best author in the King Kong Award in 1991 and 1992 respectively as well as an honorable mention for a submission to the Australian Altair Magazine launch competition in 1998More recent publications in various English language ezines and anthologies.http://www.meznir.info======================= NEDERLANDS =======================Mike heeft Flash Fiction, korte verhalen en langer werk gepubliceerd in verschillende verhalenbundels en bladen in Nederland. Daaronder de magazines Cerberus, Wonderwaan, Ator Mondis en de Babel-SF en Verschijnsel verzamelbundels zoals Ragnarok en Zwarte Zielen. Vanaf 1991 is Mike aan het schrijven geweest aan verschillende korte verhalen en is hij begonnen aan zeven romans. Die allemaal niet af kwamen om uiteenlopende redenen. Daarnaast heeft hij in verschillende King Kong Award en Millennium Prijs Jury's gezeten en heeft hij samen met Roelof Goudriaan een jaar of tien aan Babel Publications gewerkt.In 1991 won hij de Rob Vooren prijs voor beste nieuwe auteur en in 1992 de King Kong Award voor beste korte verhaal, samen met Paul Harland. In 2012 won Mike zowel de jury- als de publieksprijs in de Baarnse Cultuurprijs en de Thor Verhalenwedstrijd van het SaBi Verhalenforum. Daarnaast won hij de Fantastels 2012 award.Na een schrijfhiaat van zo’n tien jaar schreef Mike eind 2011 zijn debuutroman, De Falende God, een breed opgezette dark fantasy roman, eerste deel van een pentalogie. Het tweede deel ‘In Schaduwen van Weleer’ verscheen in de loop van 2012 bij Verschijnsel.Meer recent schrijft hij ook veel in het Engels en publiceert op de Engelse markt voor bladen en verzamelbundels, mede omdat daar in Nederland niet genoeg ruimte voor is.Een bezigheid die hij ook weer heeft opgepakt is het hoofdredacteursschap voor uitgeverij Verschijnsel (de voortzetting van Babel Publications), waar zijn voornaamste aandachtsgebied de e-publicatie-markt is.Hij woont in Hilversum met zijn gezin en naast schrijven werkt hij ook nog wel eens voor een cutting edge technologiebedrijf en doet dat redelijk internationaal.

Read more from Mike Jansen

Related to Caligo en andere duistere verhalen

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Caligo en andere duistere verhalen

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Caligo en andere duistere verhalen - Mike Jansen

    Na mijn eerste verhalenbundel Ophelia Omarmd en de samenwerking met Michael Blommaert in Erfzondaars, was het nu tijd voor een verzameling van mijn meer duistere werken.

    Mijn verhalen bevatten vaak gruwelijkheden en duistere dreigingen, hoewel ik expliciete blood-n-guts, splatter en torture porn (waarom zijn die termen toch allemaal Engels?) liever achterwege laat. Dat zul je in deze bundel dus niet vinden.

    Wat dan wel? Verkenningen van de menselijke geest en de daden waartoe de mens zich kan brengen, wanneer voldoende uitgedaagd of in het nauw gedreven. Diepere speculaties over gebeurtenissen waarover de mens geen controle heeft, die wel invloed uitoefenen, meestal geen erg positieve. Ook een klassiek weerwolfverhaal, met twist, natuurlijk. Niet te vergeten de haunted house en de typische Victoriaanse rare verhalen. Lovecraft, laten we die niet overslaan, het ondefinieerbare, de dreiging van verre die mensen gek maakt. En SF-horror, die mag natuurlijk niet ontbreken.

    Door alles heen is de rode draad een verkenning van angst, in veel van haar facetten, soms intens, soms afstandelijk, angst voor het duister, voor het vreemde en onbekende, voor het ondefinieerbare aan gene zijde.

    De tocht door de duisternis is een duidelijk terugkerend thema. Niet alles is horror en niet alle verhalen lopen slecht of naar af. Juist wanneer de duisternis het diepst is, kan een straaltje licht een interessant contrast opleveren en nieuwe inzichten verschaffen in de menselijke ziel en de zin van het bestaan.

    Hilversum, oktober 2016

    Mike Jansen

    De Vliegenmepper

    De geur van geëlektrocuteerde vlieg bleef hardnekkig mijn neusvleugels binnenzweven. Walgelijk. Erger nog was het alomaanwezige, indringende zoemen. Geen oog deed ik meer dicht en het slaapgebrek sloopte me. Ik trok het met vliegenpoep bedekte gordijn opzij en zag de krioelende meute op mijn oprit.

    Het was bijna zover, ik voelde het. Hoe was het ook weer begonnen?

    Ik had zo’n vliegenmepper-op-batterijen gekocht. Lekker handig. Eén tikje en ze liggen. Mijn huis is… doorleefd, zal ik maar zeggen. Er zijn kiertjes waardoor ze naar binnen kunnen. Wanneer ik ’s middags thuiskwam van werk, was het eerste dat ik deed -vervuld van morbide plezier- een rondje vliegenmeppen. Daarna bereidde ik mijn avondeten en nam achter de kijkkast plaats.

    Elke dag maakte ik mijn eten later. Mijn avonden werden steeds vroeger verstoord door hordes vliegen die mijn huis binnenkwamen. Ze verzamelden zich op het oplichtende scherm, alsof ze me uitdaagden en bespotten. Ik zweer dat ze woorden op het scherm vormden. Loser. Moordenaar. Sadist. Ik haatte de geur van hun geëlektrocuteerde lijven.

    Dag in dag uit ging het door, op straat, op mijn werk, in de auto. Zelfs als ik sliep werden mijn dromen ruw verstoord. Mijn elektrische vliegenmepper draaide overuren. Dus kwam er een tweede. Een fortuin aan batterijen kostte het.

    Ik zag mijn eerste reuzenvlieg in de supermarkt. Het beest zat in zo’n kinderkarretje, zoemend, een drukte van belang makend, geklauwde pootjes die alles bevuilden en de lange snuit die maaginhoud op het fruit van de versafdeling deponeerde.

    De mensen eromheen schonken geen aandacht. Ze lachten zelfs naar het smerige beest, onvoorstelbaar.

    ‘Walgelijk, nietwaar, meneer Jansen?’ zei de oudere dame die naast me voor het zuivelschap stond. De buurvrouw van het eind van de straat. ‘Ze laten die kinderen ook maar overal aanzitten.’

    ‘Kinderen?’ Ik keek nog eens. Mijn hart werd kil. De facetogen van het dier staarden terug. ‘Er zijn dus ook volwassenen?’

    De buurvrouw knikte naar de andere kant van het fruitschap. Hoe heb ik die kunnen missen? Gigantisch, minstens zo groot als ikzelf, glanzende goudgroene lijven, harige kaken die onophoudelijk maalden. Het gezoem dat ze voortbrachten wekte een oerdiepe weerzin en angst bij me op. Ik haastte me de supermarkt uit en verschanste me in mijn huis, zo snel als ik maar kon.

    Er kwamen er meer. Ik zag ze op straat lopen, tegen elkaar zoemen. Sommige werden gevolgd door immense witkronkelende larven.

    Nu deed ik echt geen oog meer dicht. Weinig slapen heeft ook voordelen: je hebt te veel tijd om na te denken. Al snel wist ik wat me te doen stond. Ik gebruikte mijn spaargeld voor kilometers koperdraad. Mijn kelder vulde zich met stalen rekken waarin ik honderden seriegeschakelde accu’s plaatste. De ruimte werd spookachtig verlicht door ultraviolette vliegenlampen die regelmatig kleine knalletjes ten gehore gaven die mij als muziek klonken.

    Dag en nacht werkte ik aan mijn speciale vliegenmepper. Dikke metalen staven, in rubber gevat, elk verbonden met een honderd meter lange koperkabel. De tuin, de oprit, mijn achterom, alles bedekte ik met koperdraad, goed verborgen in zand en aarde, geïsoleerd tot er voldoende spanning op stond. Tesla zou trots op me zijn geweest.

    De telefoontjes van mijn werk negeerde ik. De laatste keer dat ik opnam klonk het bekende indringende gezoem uit de hoorn. Ook daar waren ze al doorgedrongen.

    Ik wist heus wel dat reuzenvliegen niet bestonden. Gek was ik zeker niet! Maar ja, met al die rare pesticiden tegenwoordig en die lekkende kerncentrales, wie weet wat voor rare mutaties konden ontstaan? En andere mensen zien ze toch ook? De buurvrouw?

    Die ochtend zag ik een paar van die grote aan het begin van mijn oprit. Ze wezen naar mijn huis. Niet veel later kwamen er een paar bij, die ook druk met hun poten gebaarden.

    Nu ze me ontdekt hadden, begon ik me voor te bereiden. Ik trok mijn rubberpantser aan en mijn dikke rubber lieslaarzen. Op mijn borst hing het kastje met schakelaars dat delen van mijn verdediging activeerde. De donkere helm maakte het af.

    Enkelen van hen naderden mijn huis. Ik opende mijn deur op een kier. Ze zoemden onverstaanbaar, maar even dacht ik woorden te verstaan, een verzoek, een oproep me over te geven. Ik lachte schamper en gooide de deur dicht. Onbetrouwbaar vliegentuig.

    Ze verzamelden zich tot een krioelend kluwen, daar net voorbij mijn oprit op de straat. Er stonden ambulances en politiewagens. Ik zag nergens mensen, wel vliegen. Vanuit elk van mijn ramen zag ik ze staan aan de rand van mijn erf, als wachtend op een teken.

    ***

    Ze komen eraan… hoor je ze niet roepen? Maar ik heb een verrassing voor ze, voor klein en groot. Ik stap naar buiten, mijn handen gevuld met de meterslange elektroden.

    Met bliksem uit mijn handen en vurige schichten over de grond maai ik het vliegengepeupel omver.

    Ze branden en schokken en voor het eerst bevalt de geur van hun sterven me.

    Alsof ik een varkenslapje aan het roosteren ben.

    Ik krijg er honger van.

    Te Elfder Ure

    Kom, zuster, kom, voeg je bij ons, te elfder ure,

    Wanneer de manen hoog staan,

    Breng ons je vondsten, de rijpe werelden,

    Waar we je ongeboren achterlieten,

    Kom, zuster, kom, voeg je bij ons, te elfder ure,

    En toon ons de weg naar het zoete merg.

    Uit: Lied van Zubey, de verslindster van werelden

    ***

    ‘Gedverdemme, de stroom ligt er weer uit. Arend Rommel stak zijn hoofd in de stoppenkast en liet het lampje op zijn voorhoofd over de groepen dwalen. Ik had nooit goedkope rommel van de minmarkt moeten scoren. ‘Sarah!’

    ‘Ja, meneer?’ De stem van zijn huishoudster klonk vlak achter hem en Arend stootte zijn hoofd tegen de bovenkant van de kast.

    ‘Godgloeiende!’ Arend wreef over zijn hoofd en scheen vervolgens zijn licht in Sarahs ogen. Haar pupillen vernauwden zich waardoor het staalgrijs van haar ogen extreem zichtbaar werd. Het gaf haar overigens oninteressante uiterlijk een aparte dimensie. ‘Stop daarmee.’

    ‘Waarmee, m’neer?’

    Arend kon bijna zweren dat hij een gemelijk lachje zag. ‘Je weet wat ik bedoel, dat gesluip van je. Ik had een kerel met een klompvoet moeten inhuren. Die hoor ik tenminste’ Maar ik zit met jou, hoe goed je ook bent in je werk. ‘Haal de stoppendoos voor me. Die houten kist met die koperen banden in het eerste rek rechts in de kelder.’

    Sarah deed twee stappen achteruit en schoof het kistje naar voren. ‘Deze, m’neer?’

    Arend snoof. ‘Je bent onuitstaanbaar.’

    ‘Dank u, m’neer, ik doe enkel mijn best. De tijd nadert.’ Ze knikte kort en trok zich terug. Haar werkgever zat alweer met zijn hoofd in de kast.

    ***

    Wat zijn je antecedenten, vrouwmens?’ De man die tegenover haar zat, had wild ongekamd haar, een duur maar versleten tweed jack dat al maanden niet was gereinigd.

    ‘Ik heb voor wijlen Barones Wilders-tot-Vluchtenburg gewerkt. Haar overlijden zette een streep door mijn carrière.’

    ‘Daar heb ik over gelezen in de Kampensche Hanze Courant. Ze was een groot voorbeeld.’

    ‘Dan ben ik blij dat ik daarin heb kunnen bijdragen, door haar de kans te geven haar differentiaaltechnieken verder te ontwikkelen.’ Ze keek om zich heen naar het kantoor dat de naam van de eigenaar, Arend Rommel, in hoge mate eerde. Je hebt mij nodig zoals ik jou nodig heb, Rommel.

    ‘Ik weet niet of ik je prijs kan betalen.’

    ‘Op proef hoeft u geen risico te nemen. De eerste maand voor de helft, om mijn waarde aan te tonen?’

    Arend Rommel knikte langzaam. ‘Vooruit dan maar.’

    Een maand later moest hij erkennen dat ze haar gage en meer verdiende, hoewel nooit hardop, God-zo-je-daarin-geloofde verhoede dat iemand haar waarde voor hem meetbaar kon maken.

    ***

    Als wetenschapper hechtte Arend Rommel geen waarde aan het metafysisch gemurmel van zijn tijdgenoten, ja zelfs collegae in zijn specifieke gebied van hoogenergetische kringstromen en magnetische velden. Dus toen mejuffer Sarah Rabinowitz na drie maanden in dienst een vraag stelde over het specifieke tijdstip van zijn experimenten, snoof hij minachtend.

    ‘Waarlijk, ongeletterde, denk je dat de stand van sterren en planeten ook maar enige invloed uitoefent op het functioneren van mijn grootse creaties?’

    Sarah glimlachte minzaam. ‘Dat zou zo stom zijn als het ontkennen van de invloed van de maan op eb en vloed, lijkt me?’

    ‘Eh, juist, ja, ik bedoelde dat de invloed op mijn hoogenergetische magnetica verwaarloosbaar zal zijn.’

    ‘Dus als het niet uitmaakt, heeft u er geen bezwaar tegen geldschieters uit te nodigen die kunnen investeren in uw onderneming?’

    Arend Rommel bloosde. ‘Ehrm, hoe bedoel je?’

    ‘Uw boekhouding was rommelig. Ik heb hem gefatsoeneerd. Uw situatie is niet rooskleurig. Uw kwaliteiten liggen in pure wetenschap, niet in mondaine zaken als het tellen van munten en komma’s.’

    Arend knikte hard genoeg dat zijn hoofdlamp omlaag zakte. ‘Ahem, ja, wetenschap, daarvoor leef ik! Wat bedoel je met geldschieters?’

    ‘Wijlen Barones Wilders-tot-Vluchtenburg kende er enkele. Volgens haar berekeningen zijn er tijdstippen waarop het doen van experimenten gunstiger kan verlopen. Deze geldschieters waren op zoek naar praktische invulling van haar ideeën. Hun overtuiging is numerologisch. Een zuiverbloedig wetenschapsman zoals u zou een dergelijke kans aan moeten grijpen.’

    Arend Rommel plukte aan de krullige sikharen op zijn kin. ‘Goed, regel het maar. Maak je je ook eens nuttig.’

    Sarah boog kort, beleefd, met neergeslagen ogen. ‘Ja, m’neer.’

    ***

    Achter het huis van Arend Rommel aan de Zuider-Amsteldijk, lag een groot terrein. Een deel verhuurde hij aan lokale boeren om hun vee op te laten grazen, een deel werd in beslag genomen door zinkbeklede houten loodsen, voorzien van een wirwar aan antennes en verticale koperen spoelen.

    De grootste bevatte het meesterwerk van de wetenschapper. Hij had er jaren van zijn leven aan gewijd, bouwend op het werk van zijn voorgangers, zoals Tesla, Tiphaigne en Tipperary, met daarbij het vleugje Rommel dat het resultaat een uniek product maakte.

    Voor één keer droeg Arend Rommel een gereinigd en netjes gestreken tweed jasje, keurige pantalons en een smetteloos overhemd. Sarah Rabonowitz kon bijzonder overtuigend zijn wanneer ze een doel wilde bereiken.

    ‘Is er iets mis?’ vroeg ze.

    ‘Mijn kleren,’ zei Arend. ‘Ze ruiken raar.’

    ‘Het woord is fris, denk ik,’ zei Sarah. ‘Ons bezoek kan elk moment arriveren.’

    Op dat moment klonk de deurgong en Sarah haastte zich naar de voordeur. Ze liet een drietal heren van middelbare leeftijd en een oude dame binnen. Voor de laatste boog ze diep en accepteerde een frêle hand die kort op haar achterhoofd rustte.

    In stilte leidde ze het viertal naar de eetzaal, waar Arend Rommel ze opwachtte. ‘Heer Rommel,’ zei Sarah, ‘dit zijn jonker Armand van Laarhuyzen, doctor Van Gansenwinkel, herr Von Dartenburgh en als laatste Dame Eleanor Roosevelt uit de verre Amerikaanse koloniën.’

    Arend knikte elk van de heren toe, maar bij het horen van de naam van de vrouw maakte hij een diepe buiging. ‘Het is me een eer iemand van uw status in mijn bescheiden huis te mogen ontvangen.’

    Dame Eleanor glimlachte. ‘De eer is aan ons, heer Rommel. Mevrouw Rabinowitz heeft ons interessante berichten gebracht.’

    ‘Zal ik cognac schenken, misschien wat sigaren?’ vroeg Arend.

    ‘Niet nodig,’ zei Dame Eleanor. ‘Toon ons uw werk. Als het bevalt, kunt u vanmiddag nog met cheques-aan-toonder naar de bank.’

    Arend Rommel klikte zijn hakken en opende de deuren naar het terras. Via een pad door dichte begroeiing voerde hij zijn gasten naar de centrale loods. Met een theatraal gebaar gooide hij de dubbele deuren open en onthulde zijn magnum opus.

    De glans van koper, brons en chroom van de machinerieën was indrukwekkend. Zijn gasten keken met open mond naar de zichtbare plasmastromen tussen de geleiders. Dame Eleanor gaf zelfs een kreetje toen een ontlading een droge knal veroorzaakte.

    ‘En het doel van al dit moois?’ vroeg doctor Van Gansenwinkel.

    Arend liep naar het centrum van de ruimte. Omgeven door de sterke velden van de generators stond zijn haar overeind en dansten vonken langs de toppen van zijn vingers. ‘Wat niet?’ vroeg hij. Met een handbeweging liet hij een metalen bal van de grond zweven en om zich heen zwieren.

    ‘Noemt u eens enkele praktische toepassingen,’ zei Dame Eleanor.

    Arend glimlachte. ‘Hoewel ik veel theoretisch werk en experimenten moet doen, valt te denken aan telekinese, teleportatie, ja zelfs bezoeken van hogere dimensies.’

    Dame Eleanor naderde hem nu in het centrum van zijn machinerie. Haar haren werden losgetrokken door de velden en waaierden als een zilveren halo van krakende statische ontladingen om haar hoofd. ‘U hebt mijn eerste investering verdiend, meneer Rommel. Maar wij willen een diepte-investering doen. Wanneer kunt u een dimensie-experiment presenteren?’

    Arend dacht diep na. ‘Tenminste twee maanden.’

    Dame Eleanor gaf hem een betoverende glimlach. ‘Twee maanden na nu, vier dagen, twintig-en-drie uur van de vijfde dag.’

    ‘Mij best,’ zei Arend. ‘Mag ik vragen waarom zo specifiek?’

    Dame Eleanor zweeg en liep de krachtvelden uit. Arend volgde.

    ‘Het was ons een genoegen, Arend Rommel. Als teken van onze goede wil, een eerste aanbetaling, over twee maanden de rest.’ Met die woorden verlieten Dame Eleanor en haar partners de loods.

    ‘Het is gelukt,’ zei Sarah.

    Arend snoof. ‘Ja, een hoop werk, dat is gelukt. Wat is er trouwens die datum?’

    ‘Een grote conjunctie.’

    ‘Oh ja,’ zei Arend. ‘Die numerologen ook altijd.’

    ‘Inderdaad,’ zei Sarah. Dit keer zag Arend de triomfantelijke glimlach rond haar lippen niet.

    ***

    Het is onmogelijk,’ schreeuwde Arend tegen Sarah. ‘Morgen moet dit werken, anders zijn we onze financiering kwijt!’ Hij was gewend geraakt aan overvloedige fondsen en had geen behoefte aan terugkeer naar de rand van insolventie.

    Sarah bleef onbewogen. ‘Wat is dan het probleem?’

    ‘De kracht die nodig is, is te groot.’ Hij wees naar de spoelen en generatoren die recent geplaatst waren.

    ‘Vreemd. De berekeningen van de Barones toonden aan dat dit vermogen toereikend is.’

    ‘Niet dus,’ zei Arend. Hij liet zijn schouders hangen. ‘Poef, alles weg…’

    ‘Toch, volgens wijlen mijn werkgeefster was elke fase voorzien bij dit vermogen.’

    Arend keek haar aan en sperde ineens zijn ogen open. ‘Fase, natuurlijk!’ Hij schakelde panelen en generatoren uit en begon vervolgens kabels om te leggen en te trekken. ‘Te elfder ure!’ Hij lachte als een waanzinnige terwijl de krachtpatronen in zijn hoofd vorm kregen.

    Sarah streepte in haar hoofd een stapje van het plan weg.

    ***

    Het grote moment kwam. De mussen vielen dood van het dak en in de loods was de hitte niet te harden.

    ‘Ik weet het niet,’ zei Arend terwijl hij Sarah de loodgrijze lucht aanwees.

    Sarah legde haar hand op zijn arm. ‘Heb vertrouwen.’

    De voordeurbel klonk.

    Even later voegden de geldschieters zich bij hen. Iedereen zweette, behalve Dame Eleanor in haar zware, modieuze jurk.

    ‘Dame, heren,’ Arend wees om zich heen, ‘de afgelopen dagen heb ik geëxperimenteerd met hoogfrequente magnetica. De resultaten waren verbluffend. U hebt gevraagd om een schouwspel op het elfde uur van deze dag.’ Zijn stem werd gevolgd door een lichtflits en een donderslag.

    Dame Eleanor knikte hem toe. ‘Het uur is nu, toon uw werk.’

    Arend haalde de schakelaar om. Het vriendelijk zoemen ging over in een tergend gejank. De lucht in het centrum van de ruimte begon te trillen in het hoogfrequente geluid dat de magnetische spoelen genereerden, tot de frequentie zo hoog werd dat hun oren het geluid niet meer konden opvangen. De loods werd gevuld met stilte, af en toe doorbroken door het gekrakeel van ontladingen.

    Een mistige plek leek te ontstaan en lichtflitsen, wit en paars, sprongen er naar toe vanaf de grote Teslaspoelen.

    ‘Ahem, da’s nieuw,’ zei Arend met luide stem.

    ‘Maar niet onverwacht,’ zei Dame Eleanor. ‘Ga verder.’

    Arend knikte, nerveus. Hij haalde meer schakelaars over, maar die leken geen effect te hebben. ‘Ik vermoed dat dit fenomeen veroorzaakt wordt door de hitte en de hoge luchtvochtigheid,’ probeerde hij.

    ‘Er gebeurt niets meer,’ zei Dame Eleanor. Ze leek verslagen. ‘Spijtig.’

    ‘Mag ik vragen wat u verwachtte?’ zei Arend.

    ‘Een andere dimensie. Een poort. Mysterieuze werelden, exotisch, vol nieuwe mogelijkheden.’

    Jonker Van Laarhuyzen schraapte zijn keel. ‘De conjunctie zou het openen moeten vergemakkelijken. Zo te zien is uw apparatuur nog niet krachtig genoeg.’

    Arend wees naar de spoelen. ‘Wat u vraagt zal, naar ik vermoed, een verdubbeling tot verdrievoudiging van de geproduceerde krachten benodigen.’

    Dame Eleanor legde haar hand op zijn schouder. ‘De volgende conjunctie is over zes maanden. Kunt u het voor die tijd realiseren?’

    Arend schudde zijn hoofd. ‘Ik moet de hele boel herbouwen, de loods afbreken…’

    ‘U kunt toch werk uitbesteden?’ zei Dame Eleanor.

    ‘Dat kost veel te veel geld,’ protesteerde Arend.

    ‘Maar het is niet uw geld,’ zei jonker Van Laarhuyzen met een glimlach. ‘Ik was in ieder geval onder de indruk van dit vertoon en ik investeer graag in het vergroten van de capaciteit.’

    ‘Ik ook,’ zei Dame Eleanor.

    ‘En ik,’ zei doctor Van Gansenwinkel.

    Herr Von Dartenburgh sloeg een korte zweep tegen zijn rijbroek. ‘Jawohl!’

    Arend schakelde één voor één de spoelen uit en de rust keerde weer. ‘Ik stel voor dat we op de veranda een verkoelend drankje nemen en onze zaken daar verder bespreken.’ Hij knikte naar Sarah, zoals afgesproken.

    ‘De ventilatoren staan aan en er is ijsgekoelde sprankelende wijn.,’ zei Sarah. ‘Ik ben zo vrij geweest een klein buffet te laten bezorgen zodat u in alle rust even na kunt praten. U moet zich misschien haasten, het kan elk moment gaan onweren.’ Ze opende de loodsdeuren en stapte opzij om de gasten door te laten.

    Arend en Dame Eleanor gingen voorop, gevolgd door de drie heren.

    Sarah sloot de loodsdeuren en liep terug naar de apparatuur. Door het dakraam zag ze de sterren en planeten.

    ‘Grote conjunctie,’ snoof ze. ‘Wat weten ze er helemaal van? Dit is een lachertje. Over zes maanden, dan is er pas een grote conjunctie.’

    Ze trok een paar grote weerstanden achter de schakelaars vandaan. Aan het vermogen had het niet gelegen, wel aan haar sabotage. Ze glimlachte en begon één voor één de schakelaar weer om te zetten.

    De Teslaspoelen kraakten onheilspellend en de magneticavloer temidden van de spoelen leek in een dichte mist te worden gehuld. De nevel verdichtte tot een wervelende massa gelijkend het naderend onweer, waarvan het weerlicht af en toe de ruimte spookachtig verlichtte.

    Een onaards gekrijs ontsnapte van de magneticavloer tot de hoogfrequente trillingen van de magneetspoelen voorbij haar gehoorgrens kwamen.

    In de doodse stilte die volgde klonk uit de wervelende mist een zacht, zoetgevooisd zingen dat Sarah vervulde met genot en een verlangen zoals ze dat nooit eerder ervaren had.

    ‘Ik hoor jullie, zusters. Ik breng jullie geschenken, kennis van deze wereld, haar sterkte, haar zwakte en vooral haar zoete merg.’

    Het gezang klonk nu harder, dwingender, geaccentueerd door regelmatige donderklappen die boven de loods leken te ontstaan, en met een glimlach liep Sarah naar voren. Ze keek nog een laatste keer om met een hongerige blik en verdween in de mist.

    Een halve minuut later sloeg de bliksem in de apparatuur. De daaropvolgende explosie maakte de loods met de grond gelijk.

    ***

    Arend Rommel miste zijn huismeesteres danig. De klompvoet die hij had ingehuurd haalde haar kunde bij lange niet. Sarah was niet gevonden in de rokende puinhopen van de loods, maar Arend vermoedde dat ze daar wel degelijk geweest was.

    De bouw van de nieuwe loods verliep chaotisch. Een projectdeskundige aangesteld door zijn geldschieters hield Arend op het rechte pad zodat hij zijn focus op het bouwen van de apparatuur kon houden.

    Elke dag bekeek hij zijn voortgang. Er was hem een imposante bonus in het vooruitzicht gesteld mocht het experiment slagen, genoeg om zich de rest van zijn leven enkel met uitvinden en experimenteren bezig te hoeven houden.

    Hij glimlachte. Hij wist zeker dat hij op tijd klaar zou zijn voor de volgende conjunctie.

    Als de nacht valt

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1