Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Schimmenvlucht: de Schimmenwereld Serie 3
Schimmenvlucht: de Schimmenwereld Serie 3
Schimmenvlucht: de Schimmenwereld Serie 3
Ebook196 pages2 hours

Schimmenvlucht: de Schimmenwereld Serie 3

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

"De ramen van mijn ziel zijn opgeslokt. Misschien heb ik geen ziel meer.
Zo voel ik me de meeste dagen wel."

Dinah is zes jaar geleden een Waker geworden en iedere dag is het een gevecht om het Schimmenmeer te bewaken en te voorkomen dat ze in de Kerkers belandt; de grootste nachtmerrie van iedere Waker.

Maar het noodlot lijkt andere plannen voor haar te hebben.

Een gezicht uit het verleden duikt op: De gesluierde vrouw.
Als Dinah niet doet wat zij zegt, zal haar zus sterven – maar het is onduidelijk wat de vrouw precies van haar wil.

Dinah is al snel gedwongen om samen te werken met haar vijanden, herinneringen van haar leven als medium worden opgerakeld, beloftes zijn verbroken en leugens komen aan het licht.

Wiens kant zal Dinah kiezen?

BONUSMATERIAAL

* Schimmen en Vleugels (kort verhaal)

Eli was al vijf jaar lang een Gids voordat hij eindelijk leerde zijn oude leven los te laten. Om hem te testen wees zijn begeleider hem zijn eerste medium toe; een jong meisje, genaamd Dinah.

Het was tijd dat Eli zijn nieuwe leven accepteerde – voordat het te laat was en duisternis zijn hart overnam...

* Schimmen en Sterren (kort verhaal)

Iedereen lijkt alleen maar Dinah’s duisternis te zien. Ze werd zes jaar geleden immers herboren als een Waker; een demon.

Maar zelfs toen bleef Eli haar andere kant zien, een kant die niemand anders kent, en hij gelooft nog altijd dat haar licht zwaarder weegt dan de duisternis binnenin haar.

Want het is háár licht dat hem gered heeft. Keer op keer weer.

Kan hij echter hetzelfde doen voor haar, nu de eerste oorlog in de geschiedenis van de Schimmenwereld ontketend is en Dinah’s nieuwe krachten – geboren vanuit duisternis – ieder moment dreigen te ontwaken?

GESCHIKT VOOR LEZERS VANAF 14 JAAR

LanguageNederlands
PublisherLynn Robin
Release dateDec 12, 2017
ISBN9781370592265
Schimmenvlucht: de Schimmenwereld Serie 3
Author

Lynn Robin

Lynn Robin (1992) is an author of Paranormal Romance novels.Born and raised in the historical city of Leiden in the Netherlands, she has felt the urge to write stories ever since she was little— preferably ones with ghosts and other spooky things (probably because her parents let her watch Stephen King film adaptions when she was nine).Next to that, she likes to add a healthy dose of romance to her books; star-crossed lovers and forbidden romances, preferably about monsters hiding in the bodies of young men, and girls blessed with angelic powers—or at least humans touched by magical abilities.She made her debut in 2017 with her Dutch series entitled the Schimmenwereld Serie (the Phantom World series), containing six books about ghosts, angels, demons, music, dance, art, and—of course—love. She won the Best Book of 2018 award with the fourth installment, Schimmendroom (Phantom Dream), chosen by the jury of The Dutch Indie Awards.In 2020 she debuted internationally in English with the highly romantic Kissing Monsters series which concluded with 8 volumes in 2021. Her latest release is The Sea of Her, a still ongoing paranormal romance series in a tropical setting about the Weeper of Pearls, a Wild Stranger from the Sea and a long-lost King of the Ocean.Besides being passionate about writing, she’s also a rather dedicated running/fitness/yoga/martial arts enthusiast, and likes to spend time with her family, play videogames, or freak herself out watching documentaries about haunted houses (for research, she claims).

Read more from Lynn Robin

Related to Schimmenvlucht

Related ebooks

Related articles

Reviews for Schimmenvlucht

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Schimmenvlucht - Lynn Robin

    Schimmenvlucht

    de schimmenwereld serie - deel 3

    Lynn Robin

    Schimmenvlucht

    Copyright © 2017 Lynnette Robin Slijkhuis

    Citaat uit Hamlet van William Shakespeare

    Omslagontwerp: © 2017 Kiyo Art

    Vormgeving binnenwerk: Kiyo Art

    ISBN: 9781370592265

    Smashwords Edition

    Alle personen in dit boek zijn door de auteur bedacht. Enige gelijkenis met bestaande – overleden of nog in leven zijnde – personen berust op puur toeval.

    Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch, door ­geluidsopname- of weergaveapparatuur, of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

    www.lynnrobin.com

    Inhoudsopgave

    Hoofdstuk 01

    Hoofdstuk 02

    Hoofdstuk 03

    Hoofdstuk 04

    Hoofdstuk 05

    Hoofdstuk 06

    Hoofdstuk 07

    Hoofdstuk 08

    Hoofdstuk 09

    Hoofdstuk 10

    Hoofdstuk 11

    Hoofdstuk 12

    Hoofdstuk 13

    Hoofdstuk 14

    Hoofdstuk 15

    Bonusmateriaal

    Schimmen en Vleugels

    Schimmen en Sterren

    "There is nothing either good or bad,

    but thinking makes it so"

    - William Shakespeare

    Een

    Zes jaar geleden stierf ik.

    Zes jaar geleden liep ik ’s avonds laat alleen over straat.

    Ik had thuis moeten blijven die avond.

    Dat besefte ik vanaf het moment dat ik de voetstappen hoorde. Achter me. Eerst trok ik me er niets van aan, iemand kon toevallig dezelfde kant op moeten als ik. Na een zoveelste keer links- en rechtsaf geslagen te hebben, bleven de voetstappen me echter achtervolgen.

    En ik besefte dat er geen sprake was van toevalligheid.

    Mijn hartslag versnelde en ik huiverde in mijn trui, ook al was het een warme herfstavond. Ik begon onwillekeurig sneller te lopen.

    De persoon achter me ook.

    Ik keek achterom over mijn schouder. Ik zag mijn schaduw, die zich uitstrekte aan mijn voeten in het licht van de lantaarnpaal – totdat er een tak! boven mijn hoofd klonk en het licht uitviel.

    Mijn achtervolger werd gelijk gehuld in schaduwen. Hij was lang. Mager. Dat was het enige wat ik wist te ontwaren.

    Langer durfde ik niet te kijken. Ik richtte mijn blik weer voor me uit en kreeg een verdoofd gevoel in mijn wangen van het bloed dat eruit wegtrok. Een druk daalde neer op mijn borst. Ik ademde bijna net zo snel als mijn benen zich bewogen.

    Maar ik raakte niet in paniek.

    Niet echt. Want ik wist dat ik niet alleen was, ik wist dat hij me zou komen redden als het echt fout dreigde te gaan. Dat had hij me beloofd.

    ‘Ik beloof het je, Dinah,’ had hij jaren geleden tegen me gefluisterd in de duisternis.

    Ik balde mijn handen tot vuisten en voelde mijn nagels in mijn vlees snijden. Het was stil in de straat. Er brandden lichten achter de ramen van de huizen, dus er waren mensen thuis; als mijn achtervolger me aan zou vallen en ik zou gillen, zou er zo iemand naar buiten gerend komen.

    Hij kon me niets doen hier.

    Ik ademde beverig uit en liep verder, nog steeds alert maar iets kalmer. Ik tuurde naar het einde van de straat. Ik was er bijna; bijna bij het huis waar een feest gaande was waar ik mijn zusje niet wilde hebben. Selena was zestien; twee jaar jonger dan ik. Zo timide als ze vroeger was, zo rebels was ze nu. Niet omdat ze gewoon de dwarse tiener aan het uithangen was; het was een uitlaatklep voor de pijn die ze voelde, de pijn sinds we onze ouders waren verloren.

    Zij had niet de steun gehad die ik had gehad.

    Daarom probeerde ik haar zoveel te helpen als ik kon en vanavond deed ik dat door haar van dat feest weg te halen, voordat ze te veel bier ophad en onze tante er weer achter zou komen.

    De voetstappen klonken nog steeds achter me.

    Het huis kwam dichterbij. Ik liep nog iets sneller.

    Opeens vloog de voordeur open. Er klonk schaterend gelach, dreunende muziek en het kletterende geluid van een bierflesje dat kapotsloeg op de grond.

    Het leidde me af, het deed me mijn pas inhouden, voor slechts een fractie van een seconde.

    Een fractie te lang.

    De voetstappen snelden naar me toe, een hand greep mijn linker schouder beet en een andere hand ramde iets scherps in mijn rechter nier. En nog een tweede keer, en een derde keer. Ik kromp ineen en kreunde, hoewel de pijn maar half tot me door leek te dringen. Ik stond daar maar, half in elkaar gedoken maar verder roerloos, als verlamd, ademloos, met opengesperde ogen.

    De hand liet mijn schouder los.

    Ik wankelde op mijn benen. Viel op de grond, op de harde, on­verbiddelijke stoeptegels.

    Hij kwam niet om me te redden, zoals hij beloofd had.

    Ik had thuis moeten blijven die avond.

    ~ ~ ~

    De wind giert zachtjes in mijn oren. De sterrenhemel strekt zich boven me uit. Het is een heldere avond, eind mei. Het begin van de zomer. Ik voel de warmte echter niet. Ik voel ook geen kou. Er zit geen vlees op mijn botten en zonder vlees voelt mijn lichaam niets van temperaturen.

    Ik zit bovenop het dak van een oude bioscoop en heb een goed uitzicht op de straat. Mijn blik is gericht op het pastarestaurant aan de overkant. Daar ging de Schim die ik volg een eeuwigheid geleden naar binnen en ik zit al een eeuwigheid op hem te wachten, neergehurkt en balancerend op de rand van het dak. Het geeft niet. Ik heb alle tijd van de wereld.

    Tijd heb je meer dan genoeg als je dood bent.

    De aangevreten veren van mijn vleugels ritselen in de bries. Ik staar naar de deur van het restaurant en naar niets anders. De Schim is maanden geleden ontsnapt uit het Schimmenmeer en heeft sindsdien vrij rondgelopen. Mijn kaken verstrakken; vanavond ontkomt hij me niet.

    De deur van het restaurant gaat open. Ik hef mijn kin op als ik een skeletarm zie, praktisch identiek aan de mijne. Daar is hij. De Schim. Hij komt naar buiten gestapt en houdt de deur voor iemand open. Een jonge vrouw. Ze glimlacht naar hem en strijkt haar lange haar achter haar oor.

    De wereld bevriest.

    Mijn adem stokt en ik kijk niet langer naar de Schim; ik staar naar de jonge vrouw. ‘Selena…?’ fluister ik.

    Mijn zus. Inmiddels tweeëntwintig jaar oud, en haar rebelse tienerjaren ontgroeid. Ik heb haar al een tijd niet meer gezien en ze is bijna een vreemde voor me.

    Ze is zo… volwassen. Evenwichtig. Ik zie een jonge vrouw die in control is en precies lijkt te weten wie ze is en wat ze wil. Haar bruine haar is net zo lang als het mijne – het reikt tot haar onderrug –, maar verder is ze mijn tegenpool. Alles aan mij is dood, verrot; alles aan haar is levend, bruisend. Ze draagt een leren jack, daaronder een blouse met rozen. Strakke jeans. Korte laarsjes.

    Ze glimlacht en haar hele gezicht licht op.

    Het mijne bijna ook, ik voel zoveel trots nu ik haar zo zie, en ik voel me zo opgelucht, zó ontzettend opgelucht dat al die duisternis die in mijn hart zit even lijkt te verdwijnen. Heel even voel ik me kilo’s lichter.

    Dan besef ik voor wie haar glimlach bestemd is.

    De Schim lacht naar haar terug en legt zijn skelethand langs haar wang. Selena kijkt naar hem op, een beetje verlegen, en legt haar hand over de zijne heen.

    Ze ziet zijn botten niet. Ze ziet zijn verteerde kleding niet. Ze ziet niet het gat van zijn oogkas waar zijn linker oog had moeten zitten. Ze ziet wat hij wil dat ze ziet, ze ziet wat alle mensen zien; de illusie van de man die hij ooit was, voordat hij een paar jaar geleden overleed.

    Jordan Fowler. Fanatiek sportman en fysiotherapeut in opleiding.

    ‘Verdomme,’ vloek ik onder mijn adem en mijn blik schiet van Jordan naar Selena. Ik vloek nog een keer als hij zich naar haar toebuigt en haar op haar mond kust. Ik heb het gevoel dat mijn maag zich samenknijpt als ze haar armen om zijn middel slaat.

    Dit is mijn schuld.

    Voorheen, toen ik net een Waker was, waakte ik dag en nacht over Selena. Ik volgde haar op de voet, hoorde ieder woord dat ze sprak, kon raden wat ze dacht en hield haar zo nauwgezet in de gaten dat ik haar hele weekschema kende.

    De laatste tijd ben ik slordiger geworden. Het afgelopen jaar ben ik slechts af en toe naar haar komen kijken, want ik begon het idee te krijgen dat ik mijn tijd verdeed. Dat ze mij niet nodig had.

    Ze had me overduidelijk wél nodig: als ik haar beter in de gaten had gehouden, had ik gezien dat ze contact had gekregen met Jordan, met de Schim, en dan had ik in kunnen grijpen. Dan had ik Jordan veel eerder gevonden en hem maanden geleden al terug kunnen sturen naar het Schimmenmeer. Waar hij thuishoort.

    Want hij is dood. Het leven is niet meer van hem.

    En het wordt tijd dat hij dat eens beseft.

    Ik kom overeind, maar aarzel als ik Selena hoor lachen. Jordan lacht ook en pakt haar hand vast. Hand in hand beginnen ze de straat uit te lopen.

    Ik heb Selena in geen tijden zo horen lachen. De Schim maakt haar gelukkig en geluk is een zeldzaam iets voor mijn zus.

    Maar er zal nooit iets goeds van kunnen komen. De Schimmen Lily en Mason, bijvoorbeeld – die ik op een dag alsnog naar het Schimmenmeer zal verbannen, geloof me; die dag komt – waren tenminste allebei dood.

    Tussen een Schim en een levend mens, echter, daar kan nooit iets blijvends uitkomen. Tenzij Selena binnenkort zou sterven, haar dood niet zou kunnen accepteren en net als Jordan uit het meer zou ontsnappen… Bij dat idee verstrakken mijn handen tot vuisten en ik schud het onbehagen van me af.

    Selena zal nog lang niet sterven, dat weet ik – ik heb de schaduw van de dood nog geen enkele keer over haar heen zien hangen; de schaduw die Wakers en Gidsen kunnen zien bij mensen wiens einde nadert –, maar het idee alleen al maakt me misselijk.

    Ik zet me af van het dak en sla mijn vleugels uit. De wind glijdt langs me heen terwijl ik boven mijn zus en de Schim uitvlieg. Mijn lichaam bestaat alleen maar uit beenderen en is bijna gewichtsloos in de lucht.

    De hele tijd kijk ik naar beneden om te zien waar ze naartoe gaan. Het duurt niet lang of ik besef dat hij haar naar huis toe brengt. Ik daal neer op het dak van het huis aan de overkant en sla hen gade. Nog een kus volgt. En nog een. Een laatste omhelzing, en eindelijk gaat Selena naar binnen.

    Jordan loopt weg, draait zich nog één keer om naar het huis, en begint dan de straat uit te lopen. Hij heft zijn gezicht op naar de lucht en ademt diep in.

    Ik zie hoe levend hij zich voelt.

    Hoe hij gelooft in zijn eigen leugen.

    Hij richt zijn blik weer voor zich uit – maar bevriest als hij iets ziet vanuit zijn ooghoeken:

    Een gedaante, die oprijst vanaf het dak en haar vleugels spreidt.

    Jordan staart naar me, versteend van angst.

    Even voel ik een vlaag van adrenaline, de vlaag die ik telkens voel als ik weer besef hoeveel macht ik heb en hoe slechts mijn aanwezigheid iemand zoveel angst aan kan jagen.

    In het begin deinsde ik terug van dat gevoel. Ik schaamde me ervoor dat ik Schimmen zo bang maakte.

    Maar ik heb het leren te omarmen.

    En ik omarm het ook nu, want ik mag me niet af laten leiden door Selena, ik mag me niet laten tegenhouden door mijn gevoelens.

    Ik daal voor Jordan neer in het midden van de straat. De slagen van mijn vleugels veroorzaken zoveel wind dat mijn haar over mijn schouders geblazen wordt.

    ‘Het is tijd om terug te gaan, Jordan,’ zeg ik. Mijn stem is een rasperig geluid. Ooit was mijn stem zo helder. Zo zuiver.

    Hij knippert met zijn ogen en het is alsof hij wakker schrikt uit een trance – hij draait zich met een ruk om en rent weg. Zijn voetstappen weergalmen door de stille avond. Ik strek mijn handen voor me uit, denkend aan mijn zeis, en in een oogwenk sluiten mijn vingers zich om de stang van het wapen.

    Het voelt vertrouwd. Doet me nóg machtiger voelen.

    Ik zet me hard af van de grond, sla mijn vleugels woest op en neer en duik met een bloedgang op hem af. Ik zwaai mijn zeis naar voren toe en het mes glijdt dwars door hem heen, alsof ik lucht raak.

    Het is echter geen lucht dat ik raak; het is zijn ziel. Jordan snakt naar adem, struikelt, dreunt op de grond en schuift nog een meter verder door de vaart. Hij kreunt en drukt zich zwakjes overeind op zijn armen. De strijd is allang verloren, toch probeert hij van me weg te kruipen.

    ‘Stop,’ kreunt hij, ‘ik doe niemand kwaad, ik…’

    Ik hoor zijn smeekbede, maar voel geen medelijden. Ik blijf naar hem staan kijken, met mijn zeis in mijn handen geklemd, en zie hoe de grond onder zijn lichaam verandert. De straatstenen beginnen te borrelen, als lava, en dan wordt de substantie dunner. Zo dun als water.

    Het Schimmenmeer rimpelt en Jordan zakt naar beneden toe. Het water is donker. Een skelethand reikt naar boven toe. Jordan schreeuwt en begint te watertrappelen, maar zinkt alleen maar dieper en dieper het meer in.

    ‘NEE!’

    Zijn schreeuw weergalmt in mijn oren.

    Op het moment dat zijn hoofd onder water verdwijnt, stap ik naar voren toe. Het water doorweekt onmiddellijk mijn schoenen en ik voel dat ik naar beneden zak, maar ik verzet me niet. Ik sluit mijn ogen en geef me eraan over. Het Schimmenmeer kan me immers niet gevangen nemen; het heeft geen invloed op Wakers en Gidsen.

    Het water verdwijnt en ik voel weer vaste grond onder mijn voeten. Licht brandt achter mijn gesloten oogleden en ik knijp mijn ogen even samen als ik ze opendoe.

    De straat is verdwenen. Ik word omgeven door eindeloze duisternis en het water van het Schimmenmeer gloeit ijsblauw op. Mistslierten drijven boven het oppervlak en hoewel het water bijna zo helder is als glas, kan je de bodem niet zien. Het enige wat ik zie, zijn eindeloze spiralen van Schimmen. Tientallen, honderden, duizenden geraamtes, die hun dood koste wat het kost weigeren te accepteren.

    Jordan maakt weer deel uit van één van die spiralen.

    Zoals het hoort.

    ‘Je hebt hem terug weten te halen?’ zegt een stem en ik kijk op. Een vrouwelijke Waker met steil, zwart haar en rode lippen knikt naar me. ‘Goed gedaan.’

    Ik knik terug. ‘Ik neem de wacht nu over. Je

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1