Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Spooklicht
Spooklicht
Spooklicht
Ebook338 pages5 hours

Spooklicht

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Finalist van de PRG Reviewer's Choice Award voor Beste Urban Fantasy-serie.

Ivy Granger, paranormaal detective, dacht dat ze alles had gezien... tot nu.

Met een wraakzuchtige lamia, die enkel Ivy kan zien in de straten van de stad, berichten over spoken die ronddwalen op de kerkhoven van Harborsmouth, en een menigte radeloze elfenklanten aan de deur van haar kantoor, zag het ernaar uit dat het een lange nacht zou worden. Voeg daar nog een overtreding tegen de elfenwetten aan toe en een paar dwaze koopjes en één ding wordt direct duidelijk: Ivy Granger zit in de nesten.

Ivy Granger is terug, ze verzamelt aanwijzingen in de donkerste schaduwen van het centrum van Harborsmouth. Met het leven van meerdere klanten dat op het spel staat, bevindt ze zich in een race tegen de tijd. Ivy is eindelijk de ene persoon op het spoor die haar kan helpen om haar vaardigheden als dwaallicht te leren beheersen, maar zal ze de behoeften van haar klanten boven die van zichzelf kunnen zetten?

Als Ivy niet snel een oplossing vindt, zou ze zelf in een spook kunnen veranderen.

Spooklicht is de tweede roman in de best verkopende, bekroonde urban fantasy-serie Ivy Granger van E.J. Stevens. De wereld van Ivy Granger, met inbegrip van de Ivy Granger Paranormale Detective-serie en de serie De Jagersgilde, is gevuld met actie, mysterie, magie, donkere humor, eigenaardige personages, bloedzuigende vampiers, flirterige demonen, sarcastische waterspuwers, sexy gedaanteverwisselaars, temperamentvolle heksen, psychotische elfen, en brutale, hartstikke leuke heldinnen.

LanguageNederlands
Release dateApr 7, 2018
ISBN9781547519255
Spooklicht

Read more from E.J. Stevens

Related to Spooklicht

Related ebooks

Related articles

Reviews for Spooklicht

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Spooklicht - E.J. Stevens

    Spooklicht

    Door E.J. Stevens

    Vertaald door Debbie Verschueren

    Uitgegeven door Sacred Oaks Press

    Auteursrechten 2013

    Spooklicht

    Auteur E.J. Stevens

    Copyright 2018 E.J. Stevens

    Alle rechten voorbehouden

    Gedistribueerd door Babelcube, Inc.

    www.babelcube.com

    Vertaler Debbie Verschueren

    Babelcube Books en Babelcube zijn handelsmerken van Babelcube Inc.

    Inleiding

    Welkom in Harborsmouth, waar monsters over straat lopen, onzichtbaar voor het oog van de mens... behalve voor wie een ‘helder zicht’ heeft.

    Of u nu onze moderne zakenwijk bezoekt of de geplaveide straatjes van de oude havenwijk verkent, geniet van uw verblijf. Wanneer u naar huis terugkeert, vertel dan aan uw vrienden over onze prachtige stad, maar laat de bovennatuurlijke details beter achterwege.

    Maakt u zich geen zorgen, de meeste van onze gasten ervaren nooit iets ongewoons. Wezens uit de Andere Wereld, zoals elfen, vampieren en ghouls, zijn meesters in het zich verbergen in de schaduw. Velen van hen zijn ook erg bedreven in het uitwissen van herinneringen. Het is mogelijk dat u midden in de nacht schreeuwend wakker wordt, maar u zult zich niet herinneren waarom. Wees blij dat u het niet meer weet, u bent één van de gelukkigen.

    Als u toch iets onnatuurlijks tegenkomt, raden wij u aan gebruik te maken van de diensten van Ivy Granger, Paranormaal Detective. Ivy Granger is medoprichter van het detectivebureau Private Eye, en een relatief nieuw lid van ons kleine bedrijfsleven. Haar kantoor bevindt zich in Water Street, in het hart van de oude haven.

    Juffrouw Granger heeft het opmerkelijke vermogen om visioenen te ontvangen door voorwerpen aan te raken. Deze vaardigheid is erg nuttig in haar speurwerk, vooral wanneer het gaat om het lokaliseren van verloren voorwerpen. Of u nu op zoek bent naar een verloren broche of een vermist persoon, geen klus is te klein voor Ivy Granger. Maar het is mogelijk dat u voor een tijdje op haar wachtlijst wordt gezet. Hopelijk hebt u haar onmiddellijke diensten niet dringend nodig. Na enkele recente gebeurtenissen, waarin zij een belangrijke rol speelde bij het redden van onze stad, heeft juffrouw Granger het erg druk.

    Als de zaken erg akelig worden, kunnen we op verzoek ook een lijst van getalenteerde begrafenisondernemers bezorgen. Als u behoefte hebt aan hun diensten, dan verwijzen we u vriendelijk door naar onze Harborsmouth Cemetery-makelaar. Het is nooit te vroeg om hen te contacteren, want we hebben een bloeiende huisvestingsmarkt. De vraag naar een plaatselijk stukje grond is vrij hoog. De mensen hier koesteren een dodelijk verlangen naar een verblijfplaats.

    Hoofdstuk 1

    Wat hebben de volgende namen met elkaar gemeen: spooklicht, valse lantaarn, droglicht, aleya, hiplicht, chir batti, elfenvuur, min min licht, luz mala, geestlicht, ignus fatuus, orbs, Boi-Tatá, en hinkypunk? Het zijn allemaal namen voor dwaallichten. Droglicht? Nou, dat gaf een meisje nog eens een goed gevoel.

    Ik heb onlangs ontdekt dat ik voor de helft een elf ben. Mijn elfenkant is een dwaallicht, zoals in Will-o’-the-Wisp, de naam van mijn vader en koning der dwaallichten. Het was best veel om te verwerken.

    Leren omgaan met mijn nieuwe status als prinses van de dwaallichten was erg stresserend, maar in mijn zakenleven liep alles op rolletjes en ik had geen tijd voor willekeurige paniekaanvallen. Ik ging vroeger naar een therapeut om me te laten helpen in verband met mijn angsten. De laatste tijd ga ik Galliel bezoeken bij de Sacred Heart-kerk.

    Galliel was niet de priester van Sacred Heart, hoewel ik meestal ook even langsliep bij vader Michael terwijl ik daar toch was. Vader Michael had me geholpen met mijn recente demonproblemen, maar tijd doorbrengen met hem verlichtte mijn angst niet zoals Galliel dat kon. Het was niet de schuld van vader Michael. Hij was een goede priester, voor zover ik kon oordelen, maar hij was menselijk. Galliel is een eenhoorn.

    Ik gaf me over aan mijn beschamend pleziertje. Galliels aanbiddellijke hoofd rustte in mijn schoot, terwijl Ceff met de priester sprak. Dit was pure gelukzaligheid. Ik had me altijd afgevraagd wat echt geluk was, maar ik had nooit gedacht dat ik de kans zou krijgen om het ook zelf te ervaren. Tijdens een katastrofale week die mijn stad bijna op de knieën had gekregen, had ik op een of andere manier mijn eigen geluk gevonden. Galliel maakte daar een groot deel van uit. En Ceff ook.

    Als ik de ‘liefde’ zou zoeken op Craigslist, zou mijn zoekertje als single beginnen met: Houdt van eenhoorns. Natuurlijk hoefde ik geen liefde te zoeken via het internet. Mijn hart behoorde nu toe aan Ceff.

    Ceffyl Dŵr, of Ceff, was een kelpie. Eigenlijk was hij de koning van de lokale kelpies. Sinds de ontdekking van mijn geboorterecht als dwaallichtprinses leek dat een beetje toeval. Het was ook bijzonder gevaarlijk. De kelpiekoning had veel vijanden. En hij had ook een moorddadige, sociopathische echtgenote.

    Maar dat kon me niets schelen. Voor het eerst in mijn leven voelde ik dat ik echt ergens thuis hoorde. Ik had zoveel om dankbaar voor te zijn: een knappe man, een geweldige beste vriendin, zakenpartner en huisgenote, een geweldige mentor, fabelachtige nieuwe vrienden, talrijke klanten, en een verdomde eenhoorn als huisdier.

    Ik had moeten weten dat er narigheid op komst was. Ik heb het al eerder gezegd en ik zal het nog eens herhalen: het lot is een wispelturige teef.

    *****

    De meeste mensen hebben wel een lijk in hun kast. Ik was niet van gisteren, en ik ben me er volledig van bewust dat mijn vriendje heel wat jaren geleden is geboren, meer dan ik kan tellen. Aangezien Ceff een paar millennia oud was, verwachtte ik dat er stoffige botten achter de perfect geperste hemden, de vervaagde spijkerbroeken en de op maat gemaakte kostuums (zonder schoenen uiteraard) schuilgingen. Wat ik echter niet had verwacht was dat Ceffs skeletten uit de donkere hoeken van zijn kast zouden komen stormen, klaar om met hun knokige vingers mijn ogen uit te krabben.

    Ceff was ooit getrouwd geweest. Om het zo goed mogelijk uit te drukken: de vrouw was een regelrechte teef. Ik zou zeggen dat de griet een harpij was, maar dat zou een belediging zijn voor alle harpijen en ik wilde geen potentiële klanten schofferen. Melusine, Ceffs ex en voormalige koningin, kon je omschrijven als pure, valse kwaadaardigheid.

    Uitgaande van de herinneringen die ik tijdens een psychometrisch visioen had gezien, toen ik op zoek was naar Ceffs hoofdstel, kon ik beamen dat de vrouw volledig gestoord was. En als dat van mij komt, wil dat wat zeggen. Welke andere reden verklaarde anders een moeder die haar baby voor de ogen van haar echtgenoot vermoordt?

    Hun echtvereniging, een gearrangeerd huwelijk om elfenpolitieke redenen, was misschien niet gebaseerd op liefde, maar Ceff was geen slechte echtgenoot geweest. Hij was attent voor zijn vrouw en overrompelde haar met geschenken die pasten bij een koningin. Maar zijn ware liefde was gereserveerd voor zijn zonen. Helaas betekende die liefde hun ondergang.

    Melusine werd zo vervuld van jaloezie dat ze een plan beraamde om haar oudste zoon uit de weg te ruimen en hem zijn waardige rol als erfgenaam van de kelpietroon af te nemen. Ze beschuldigde hem van verraad – een misdrijf dat volgens de kelpiewet met de dood werd bestraft – en keek vrolijk toe hoe haar man deze straf uitvaardigde. De publieke executie van haar oudste zoon was echter niet voldoende.

    Melusine wilde Ceffs liefde en onverdeelde aandacht, maar zelfs in zijn verdriet zocht Ceff geen troost bij zijn vrouw. In plaats daarvan richtte hij al zijn affectie op zijn jongste zoon, die op dat moment nog maar een baby was.

    Melusine was ziedend van afgunst voor de liefde die haar rechtmatig toekwam. Wat soort kind steelt de liefde tussen zijn ouders? In een vlaag van woede, had ze het kind boven een vuur gehouden en toegekeken hoe Ceff hem probeerde te redden. Zijn smeekbeden voor het welzijn van hun kind, maakten haar nog razender. Ze gooide hun baby in het vuur en met een slag van haar slangenstaart verdween ze in de zee.

    Ik had gehoopt dat de teef door een haai was opgegeten, of door een motorboot was overreden. Misschien was ze opnieuw getrouwd met een andere stakker en liet ze haar gekte los in zijn oceaan. Het kon me niets schelen, hoewel ik het haaienverhaal wel leuk vond, zolang Melusine maar uit het beeld bleef.

    Jammer genoeg deed ze dat niet.

    Heb je ooit een foto genomen met vrienden waarop iedereen lacht, maar wanneer je de foto’s later ziet, zijn ze bezaaid met witte kringen? Oké, soms is dat mijn volk, de dwaallichten, maar vaker lijken ze op spoken die de mensen op de foto achtervolgen en hun glimlach eerder grotesk dan vrolijk maken.

    Melusine was als een van die fotografische spoken. Ze was terug op het toneel verschenen, ze achtervolgde me en bezoedelde de bijna perfecte relatie die Ceff en ik hadden met pijnlijke herinneringen en een gewelddadige dreiging. De huwelijksreis was voorbij nog voor die was begonnen – en dat maakte me behoorlijk nijdig.

    Ik word binnenkort vijfentwintig en ik heb nog nooit verkering gehad. Ik ben ook nog nooit intiem geweest met iemand. De meest intieme ervaring met Ceff was tijdens de magische nacht van de winterzonnewende. Jinx vindt dat ik gek ben, omdat we de hele nacht op de bank hebben zitten knuffelen, hoewel ik de kans had op veel meer, maar vastgehouden worden was voor mij al een grote eerste stap. Bijna vijfentwintig en nooit gekust. Maar ik kwam steeds dichter in de buurt om dat met Ceff te bereiken, tot zijn ex-vrouw weer op de proppen kwam.

    Ze kon maar beter hopen dat ze een leprechaun in de familie had, want hier zou ze voor boeten.

    Hoofdstuk 2

    Mist rolde aan vanuit de zee, verstikte de oude haven en wurgde de Hill in zijn omhelzing. Ik sjokte naast Jinx door de koude mist en jammerde over de boodschappentassen vol met schoenen, die aan elke gehandschoende vinger hingen. Ik haat shoppen. De dreiging om een ongewenst visioen te krijgen zonder de beloning van een betaalde werkdag was te hoog, maar mijn huisgenote en zakenpartner wilde ons herwonnen succes vieren en ik hield niet van tranen.

    Nu deed ik dienst als Sherpa van een shopaholic, terwijl Jinx Joysen Hill opliep met haar tien centimeter hoge hakken. Ik veronderstelde dat tassen dragen minder erg was dan een gewonde BFF. Jinx was de persoon met de meeste pech die ik kende. Haar zien wankelen op die schoenen, terwijl ze over de straatkeien klakte, daar kreeg ik meteen tandpijn van en mijn enkels begonnen ook te prikken.

    Ik probeerde over mijn kaak te wrijven met mijn schouder, maar gaf met een kreun op. Mijn nek en schouders waren zo gespannen dat ik waarschijnlijk een spier zou verrekken. Rondlopen in de buurt van Joysen Hill, maakte me altijd gespannen, zelfs bij daglicht. De drukkende somberheid van de opkomende mist deed mijn oren jeuken, alsof ik werd nagekeken.

    Ik draaide me om op de bal van mijn voet opeens zeker dat iemand me vanuit de schemering benaderde. Toen ik de straat achter ons echter afzocht, zag ik alleen onschuldige shoppers op een koude lentemiddag. Ik tuurde door de mist verder de heuvel op en liet mijn blik langs de deuropeningen en steegjes glijden die gehuld waren in schaduwen. Ik kon de bron van mijn ongemak niet vinden.

    De alarmklokken die in mijn hoofd rinkelden, waren waarschijnlijk goede ouderwetse paranoia, maar de angst in dit gedeelte van de stad te worden opgejaagd was niet per se te wijten aan mijn verbeelding. De grote slechterikken van Harborsmouth, zowel bovennatuurlijke als menselijke, bevonden zich al decennia lang op Joysen Hill. Het is een feit dat er in Harborsmouth dagelijks enge dingen gebeuren op de Hill. Vampieren huisjesmelkers zogen hun huurders leeg, een djinn plezierde degene die... over zijn lamp wreef, en vleesetende elfen vonden altijd een creatieve manier om mensen naar hun hol te lokken.

    Dat was de andere reden waarom ik had ingestemd om mee te gaan shoppen. Jinx had toegang tot elfenzalf, waarmee ze door simpele elfenglamour heen kon kijken, maar dat spul was hartstikke duur. Ze besteedde haar geld liever aan schoenen dan aan de toverdrankjes die mijn heksenvriendin brouwde. Dus slenterde ik achter haar aan om ervoor te zorgen dat Jinx zich geen problemen op de hals haalde. Jinx zag enkel de winkeliers die hun waren uitstalden, maar ik kon duidelijk de hoektanden en kaakgewrichten achter hun schitterende glimlach waarnemen.

    Ik leidde Jinx weg van een hoop uitgestalde aardewerken schalen, die onder een glinsterende glamour eigenlijk uitgehouwen schedels waren en nam haar mee naar de winkel ernaast. De geur van lederwaren vulde de winkel en we hoorden een hik die van achter de kassa afkomstig was. Ik glimlachte en ontspande mijn nek en schouders. We waren de lederwinkel van een clurichaun binnengestapt.

    Mijn handen zaten momenteel in een paar handgemaakte clurichaun-handschoenen, een kerstcadeau van Marvin. Ik glimlachte en strekte mijn vingers in de hoop dat ik de tassen die ik vasthield niet op de grond liet vallen. Marvin had heel wat moeite gedaan om met een van deze voortdurend dronken elfen te onderhandelen, maar ik was blij dat hij in zijn opzet was geslaagd. De handschoenen waren prachtig, pasten me perfect en hadden me geen vreselijke visioenen bezorgd.

    Clurichauns, neefjes van de beruchte schoenmakerelfen, bevinden zich in een constante staat van dronkenschap. Met andere woorden, de kleine dronkaards zijn te vrolijk en hun gedachten zijn te onscherp om onaangename visioenen te veroorzaken. Marvin had het perfecte cadeau voor mij gevonden. Ik glimlachte toen ik erover nadacht hoeveel geluk ik had gehad toen de jonge trol mijn leven was binnengeduikeld. Ik zou wat honing voor de jongen moeten kopen voor we weer naar huis gingen.

    Ik verplaatste mijn tassen. De clurichaun achter de toonbank snurkte en viel met een flinke dreun van zijn kruk. Jinx hield haar adem in en ik haastte me naar de toonbank om te kijken of alles in orde was. De elf met de rode neus krabbelde overeind, schudde zijn hoofd, wreef over zijn gezicht en grinnikte van oor tot groot oor. Ik vroeg me – niet voor de eerste keer – af hoe het slechtziende schepsel zulke mooie lederwaren vervaardigde. Ik haalde een schouder op. Nog zo’n typisch elfenmysterie.

    Jinx, die niet langer bezorgd was om de winkelier, grabbelde in een bak met lederen riemen.

    Deze is prachtig, zei ze, en stak een rode riem in de lucht. Heeft u schoenen die hierbij passen?

    Jinx draaide zich om naar de man achter de toonbank en ik kromp ineen. Leprechauns maken schoenen, clurichauns maken al de rest. Het was een gevoelige kwestie tussen de twee elfenrassen.

    De rode kleur van de neus van de clurichaun verspreidde zich over de rest van zijn gezicht en naar zijn nek. Ik verwachtte min of meer dat er zo dadelijk ook stoom uit zijn oren zou komen. Maar dat was natuurlijk belachelijk. Hij was geen feniks.

    De clurichaun strompelde om de toonbank heen en schudde met zijn vuist.

    Zal ik je eens wat zeggen... begon hij.

    De kleine man hield halt voor Jinx en zijn mond viel open. Zijn dwaze grijns keerde terug en zijn woedende gezicht veranderde in rooskleurige wangen. Clurichauns blijven nooit lang boos en deze hier was duidelijk uit het lood geslagen bij het zien van mijn huisgenote. Op zijn hoogte keek hij natuurlijk net onder haar rok.

    Clurichauns zijn meesters in kleermakerij en lederwaren, het zijn geen schoenmakers, zei ik om de ongemakkelijke stilte te vullen. Ik pakte de riem uit haar handen en trok haar bij de betoverde elf vandaan.

    Geen schoenen? vroeg ze.

    Nee, geen schoenen, antwoordde ik.

    Jinx zuchtte en liet de riem los, waardoor hij terug in de uitstalbak viel. Met gevaarlijk waggelende stappen haalde de clurichaun een bordeauxrode lederen haltertop tevoorschijn. Ik stopte met luisteren toen de elf al zijn charme in de strijd gooide. De clurichaun gebruikte zijn koopwaar als excuus om naar de boezem van mijn huisgenote te staren. Jinx leunde voorover en begon over de prijs te onderhandelen.

    Ik rolde mijn schouders, verwisselde de tassen en dozen van hand, en keek uit over de straat. Daar, aan de overkant van de straat naast een lantaarnpaal, stond Melusine rechtop op haar kronkelende slangenstaart. Hier op het vasteland zag ik dat haar onderste helft bedekt was met slangenhuid, niet met vissenschubben zoals ik had verondersteld toen ik de lamia in mijn visioen had bestudeerd.

    Ze staarde me recht aan.

    Haat brandde in Melusines ogen en een gespleten tong schoot in en uit haar mond. Lange hoektanden waren goed zichtbaar toen ze wiegend heen en weer bewoog en me een dodelijke blik toewierp tussen de voorbijrijdende auto’s.

    Ik snakte naar adem, liet de tassen van Jinx vallen en haastte me naar de deur. Een woedende zeeslang was niet iets waar ik mee verwikkeld wilde raken. Ik kon mijn kans op overleving vergroten als ik meer ruimte had om te bewegen. Als Melusine zich door het winkelraam wierp, zaten we gevangen als vissen in een bokaal.

    Breng haar in veiligheid, schreeuwde ik over mijn schouder. Ik groef diep in mijn zakken en gooide een handjevol geld en ons visitekaartje naar de dronken winkelier. Bedek mijn vriendin met glamour en neem haar mee naar je schuilplaats totdat ik terugkom. Als je dat voor me doet, ben ik je wat verschuldigd. Het detectivebureau Private Eye zal gratis een zaak naar uw keuze oplossen.

    Wat elfenonderhandelingen betreft, was deze overeenkomst niet erg waterdicht, maar het was het beste dat ik zo snel kon bedenken. Ik hoopte maar dat ik het zou overleven om spijt te kunnen krijgen van alle leemtes die ik in het akkoord over het hoofd had gezien.

    De clurichaun graaide naar de voorwerpen en bestudeerde nieuwsgierig ons visitekaartje. Het geld verdween in een van zijn vele zakken.

    Akkoord, zei hij met een knikje.

    Ik wankelde van de duizeligheid die mijn gezichtsvermogen vervaagde, toen het akkoord tussen ons zich op mijn ziel vestigde. De eed van een elf was bindend, vooral tussen elfen. Mijn dwaallichtbloed reageerde op de overeenkomst en op het gewicht van de vele schulden die zich hadden opgestapeld. Ik zou een andere elf waarschijnlijk beter niet zo snel om hulp moeten vragen. Jammer dat ik geen andere keuze had.

    Ik schudde mijn hoofd en mijn gezichtsveld klaarde op. Dingen dubbel zien was iets waar ik aan gewend was geworden, maar dit was meer dan een glimp opvangen van glamour die over de ware vorm van een monster was gedrapeerd. Ik knipperde snel en probeerde mijn zicht weer scherp te stellen. Vervolgens greep ik naar de deur.

    Ik vocht tegen de misselijkheid en liep naar buiten, met mijn ogen op de lamia gericht. De lange hoektanden van Melusine zwommen nog een keer voor mijn ogen. De duizeligheid ging over en mijn visie klaarde volledig op toen de elfenovereenkomst zich schrap zette voor wat zou komen. Wat ik zag was geen verbetering. Melusine keek me nijdig aan.

    Nu mijn beeld weer scherp stond, had de lamia tenminste weer één hoofd. Bedankt Mab voor deze kleine meevaller. Jammer genoeg heb ik geen tijd om te ontspannen en van het verbeterde uitzicht te genieten.

    Melusine sprong van de stoep en gleed in een verblindende snelheid de straat op, het drukke verkeer was het enige dat mij van haar druipende hoektanden scheidde. Ik rende naar de rand van de stoep en haalde een glazen flesje gevuld met ijzerschilfers uit één van mijn vele zakken.

    Het was tijd om te zien hoe het kreng reageerde op ons lokaal weer. Ik grijnsde. Zo dadelijk zou het ijzer regenen op Melusines hoofd. Ik hief mijn arm op, klaar om het flesje naar haar hoofd te gooien zodra er zich een opening vormde tussen de voertuigen.

    Ik hurkte neer naast het trottoir, maar een stadsbus toeterde twee keer gevaarlijk dicht bij mijn oor. Ik sprong opzij en vermeed een toekomst als wegpannenkoek. De hielen van mijn laarzen raakten de betonnen stoep, maar ik wendde mijn ogen geen seconde van Melusine af, terwijl ze haar kans afwachtte om toe te slaan. Met een vlaag hete lucht en diesel uitlaatgassen, reed de bus een paar centimeter van mijn gezicht voorbij. Ik hield het flesje stevig vast in mijn vuist en knipperde tegen het opvliegende stof.

    Ik deed een stap naar voren zodra de bus was gepasseerd, maar Melusine was weg.

    Een auto zwenkte om mij heen, maar het gevloek van de bestuurder ging aan mij voorbij. Mijn oren suisden. Mijn hart probeerde zich een weg te banen uit mijn borst tot in mijn keel.

    Waar was Melusine?

    Ik draaid in een cirkel om mezelf heen, maar er was geen spoor te bekennen van de lamia. Mijn arm beefde van de spanning waarmee ik het flesje vasthield terwijl ik mijn doelwit probeerde te lokaliseren. Het zou niet zo moeilijk moeten zijn om een zeeslang te onderscheiden op een drukke straat. Maar Melusine was volledig opgegaan in de opkomende mist.

    Slierten mist kronkelden rond mijn voeten en versperden de toegang naar de nabijgelegen steegjes. Had de lamia de mist opgeroepen om haar ontsnapping te verhullen? Dit leek op meer dan ongelukkig toeval.

    Maar waarom zou we weglopen? Als Melusine een wrok koesterde tegen mij omdat ik met haar man uitging, waarom had ze dan geen wraak genomen? Ik was alleen, zo goed als ongewapend en bevond me op slechts een paar meter verwijderd van haar verpletterende greep. Ik haalde diep adem en zuchtte. Ik bleef achter met nog meer vragen.

    Ik liet mijn arm zakken en stopte het flesje met ijzerschilfers terug op zijn plaats. Er klopte iets niet. Ik stapte de stoep op en keerde terug naar de winkel van de clurichaun. Toen merkte ik de muur van mensen die stonden te fluisteren en ergens naar wezen. Ik keek over mijn schouder en verwachtte half dat Melusine uit de mist zou opdoemen, maar het verkeer bleef voorbijrijden. Een koude ijsbal vormde zich in mijn maag toen ik me omdraaide naar de menigte. Ze stonden niet te gapen naar iets op de straat.

    Ze staarden allemaal naar mij.

    Ik huiverde en trok mijn schouders op, klaar om te verdwijnen in de mist en te wachten tot de menigte zich weer verspreidde. Ik kon terugkomen om Jinx op te halen nadat ik was ontsnapt. Ik deed een stap naar rechts, ontweek een lantaarnpaal, maar de stoep werd geblokkeerd door een muur van nieuwsgierige shoppers.

    Helaas waren de shoppers die middag niet alleen. Een man in uniform nam mij van top tot teen in zich op van onder zijn marineblauwe kepie. Geweldig, ik had de aandacht getrokken van de politie van Harborsmouth. Kon deze dag nog erger worden?

    Domme vraag, natuurlijk kon dat. Mijn borst kneep samen en ik haalde bevend adem. Meer dan twaalf paar ogen staarden me aan, waardoor mijn huid begon te gloeien. Ik wilde niets liever dan weglopen en me verbergen van hun afkeurende blikken. Zou ik heelhuids de overkant bereiken als ik me in het aankomende verkeer stortte?

    Een subtiel ‘nee’-schudden van de politieagent gaf meteen antwoord op die vraag. Mijn verlangen om te ontsnappen stond duidelijk op mijn gezicht af te lezen. Zijn hand verschoof naar zijn heup, waar een wapenstok en een pistool aan zijn riem hingen. Weglopen was geen optie.

    Blijf waar u bent, mevrouw, zei de politieagent en maakte zijn schouders breed. Ik heb meer dan één getuige die beweert dat u zich daarnet in het verkeer wilde werpen, waarmee u zichzelf en andere autobestuurders in gevaar brengt. Sommigen zeggen dat u iets in uw hand had alsof u het op de weg wilde gooien. Een getuige beweert zelfs dat u werkelijk iets hebt gegooid. Kunt u uw gedrag verklaren, juffrouw?

    Politieagent Hamlin – zo heette hij toch volgens zijn uniform – was poeslief, maar zijn hand bleef op de kolf van zijn pistool liggen. Aan zijn andere heup hing een glanzend paar handboeien, die dreigend de spot met me dreven in afwachting van hun koude omhelzing. Ik moest een redelijke verklaring verzinnen waarom ik voor een bus was gesprongen zonder dat het leek op een zelfmoordpoging, openbaar vandalisme of het achtervolgen van een wraakzuchtige zeeslang. Ik moest een manier vinden om de agent te overtuigen dat ik niet gevaarlijk, gewelddadig of gek was. Als ik niet snel iets bedacht, zou ik worden weggevoerd in een patrouillewagen met die glanzende boeien om mijn polsen.

    Ik was er zeker van dat die handboeien mij met een reeks vreselijke visioenen om de oren zouden slaan. Het zou moeilijk zijn om een rechter ervan te overtuigen dat ik geestelijk gezond was en geen bedreiging vormde voor de samenleving als ik me in de greep bevond van een visioen.

    Ik probeerde te slikken, maar mijn tong plakte tegen mijn gehemelte. Ik dwong het speeksel en de woorden terug naar mijn mond, maar alles wat er uit kwam was een gilletje toen er iets tegen mijn been schurkte.

    Ik keek naar beneden, recht in de veel te slimme ogen van een kat sìdhe. Het schepsel leek op een schurftige straatkat, maar zijn ogen en de manier waarop bepaalde delen van zijn lichaam uit rook en schaduwen leken te bestaan, verraadde zijn ware elfenaard. Niet dat iemand anders het verschil kon zien.

    Bedek jezelf met glamour! siste de kat.

    De woorden leken uit de kat sìdhe te komen, maar zijn mond bewoog niet. Aangezien de omstaanders geen heisa maakten over een pratende

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1