Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Gevaarlijke Liefde - Luciano: Gevaarlijke Liefde serie, #1
Gevaarlijke Liefde - Luciano: Gevaarlijke Liefde serie, #1
Gevaarlijke Liefde - Luciano: Gevaarlijke Liefde serie, #1
Ebook163 pages2 hours

Gevaarlijke Liefde - Luciano: Gevaarlijke Liefde serie, #1

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Voor Sarah de Waard bestaat het leven niet uit rozengeur en maneschijn. Haar moeder is ernstig ziek. Het enige dat haar leven kan redden is een dure operatie in de Verenigde Staten. Een operatie waar Sarah en haar moeder geen geld voor hebben. 

Sarah heeft er álles voor over om ervoor te zorgen dat haar moeder deze operatie kan ondergaan.

Zelfs haar ziel en zaligheid verkoopt ze om te krijgen wat ze wil.

Eenmaal in Chicago ontmoet ze Luciano. Ondanks zijn geheimzinnigheid over wat hij precies doet voor de kost, weet ze meteen dat hij gevaarlijk is. Toch staat ze op het punt haar hart aan hem te verliezen.

Haar hart dat aan een ander 'toebehoort'. 

Kan ze onder haar 'deal met de duivel' uit en haar moeder opzadelen met de torenhoge ziekenhuisrekeningen? 

Als de situatie volledig uit de hand dreigt te lopen, duikt Luciano op.

Met alle gevolgen van dien.

LanguageNederlands
PublisherRose Winter
Release dateMar 28, 2018
ISBN9781386544968
Gevaarlijke Liefde - Luciano: Gevaarlijke Liefde serie, #1

Read more from Rose Winter

Related to Gevaarlijke Liefde - Luciano

Titles in the series (3)

View More

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Gevaarlijke Liefde - Luciano

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Gevaarlijke Liefde - Luciano - Rose Winter

    Gevaarlijke Liefde

    Luciano

    Boek 1 van de Gevaarlijke Liefde serie

    Rose Winter

    Copyright: Rose Winter 2018

    Alle rechten voorbehouden

    Cover ontwerp: Rose Winter

    www.rosewinterbooks.com

    nieuwsbrief: https://tinyletter.com/RoseWinter

    De serie Gevaarlijke Liefde bestaat uit de volgende delen:

    1: Gevaarlijke Liefde 1 Luciano

    2: Gevaarlijke liefde 2 Lorenzo

    3: Gevaarlijke liefde 3 Emilio (verwacht in november 2018)

    Lees ook van dezelfde schrijfster:

    De serie ‘In je dromen’: (E-book en paperback)

    1: Wilde dromen

    2: Hete dromen

    3: Stoute dromen

    De serie ‘Verliefd, Verloofd, Getrouwd’: (E-book en paperback)

    1: Verliefd!

    2: Verloofd!?

    3: Getrouwd?

    1

    Mijn moeders gezicht heeft niet veel meer kleur dan de grauw gewassen kussensloop waar ze met haar hoofd op ligt. Ik weet dat ze pijn heeft. Ondanks dat glimlacht ze en reikt ze naar mijn hand zodra ze ons opmerkt in de deuropening.

    ‘Hoe gaat het?’ vraag ik. Een domme vraag, maar het is automatisch het eerste wat in me opkomt. ‘Ben je een beetje gesetteld?’ We zijn vanochtend geland op het vliegveld van Chicago. Gelukkig was ze mobiel genoeg om te vliegen. De vlucht verliep prima. We hadden zelfs lol om de stewardessen in hun nette kleding en met hun perfecte kapsels met even zo perfect gelakte nagels, die van hot naar her renden om het de passagiers naar de zin te maken. Timor snapte niet dat we zo’n lol hadden en draaide zich gegeneerd van ons weg. Het zorgde ervoor dat mijn moeder en ik nog meer moesten lachen.

    Een eersteklas vlucht zijn we niet gewend. Ik vlieg sowieso niet vaak en mijn moeder al helemaal niet. We keken onze ogen uit naar de ruime stoelen, de wc’s die zoveel groter waren dan de piepkleine hokjes bij het economy class gedeelte. Zoveel luxe voelde overdadig. De stewardessen deden hun uiterste best om het voor iedereen zo aangenaam mogelijk te maken, wat voor ons niet zo’n probleem was, want mams en ik zijn snel tevreden. Ze vond alleen de vlucht al geweldig. Toen het toestel de grond raakte, zag ik pas aan haar hoe uitgeput ze was. Timor reserveerde een taxi en we reden rechtstreeks naar Chicago Memorial waar we mijn moeder lieten opnemen en ze een privékamer kreeg toegewezen. Timor lachte vergenoegd toen hij de kamer inspecteerde. Hij keek me aan met een blik van: ‘Dit heb ik allemaal geregeld, goed hè?’ Ik kreeg spontaan de neiging hem de deur uit te zetten. Als hij dit allemaal doet uit de goedheid van zijn hart, zou ik me stilhouden. Maar zo zit het niet.

    ‘Deze kamer is fantastisch en de verpleegkundigen zijn allemaal erg lief voor me.’ Mijn moeders stem klinkt broos. Breekbaar. De vrouw die gisteren zo monter in het vliegtuig zat is nergens meer te bekennen. De zenuwen stralen van haar af. ‘Is jullie hotel ook goed?’

    Ik leg mijn hand over de hare en negeer Timor die tegenover me ongeduldig op zijn telefoon zit te drukken. Er is iets met zijn werk. Gedoe, was alles wat hij erover kwijt wilde. Zijn mobiel heeft geen seconde zijn hand verlaten sinds we zijn ingecheckt in ons hotel. En maar mailtjes versturen of appen met een van zijn ondergeschikten. Hij noemt het financiële team bij de bank waar hij afdelingshoofd van is telkens zijn ‘ondergeschikten’. Eerst dacht ik dat hij een grapje maakte. Wie zegt dat nou zo? Maar nee, voor hem zijn het geen collega’s, maar ondergeschikten.

    ‘Ja, mam, helemaal prima.’ Meer dan prima zelfs. Het hotel is op tien minuten loopafstand van het ziekenhuis en is een van de meest luxueuze waarin ik ooit heb verbleven. Godzijdank heb ik een kamer voor mezelf. Timor baalde overduidelijk toen ik dat kenbaar maakte, maar hij had snel door dat ik echt nog niet met hem in een bed wilde slapen. Schoorvoetend boekte hij twee kamers. Toen ik vandaag een minuutje voor mezelf had en vanachter het lange glazen raam uitkeek over de stad, moest ik mezelf knijpen om zeker te weten dat dit echt gebeurt. Ík heb het laten gebeuren. Het is me gelukt om mijn moeder naar Chicago te krijgen voor de behandeling die ze nodig heeft. Voor de operatie die haar beter moet maken.

    Ik denk liever niet aan de prijs die ik ervoor moet betalen.

    Timor laat een geluid horen dat het midden houdt tussen en grom en een soort gesnurk. Hij wrijft wild zijn blonde haar uit zijn gezicht en vloekt binnensmond.

    ‘Alles goed Timor?’ vraagt mijn moeder.

    Hij kijkt op van zijn telefoon en zet zijn charmante gezicht op. ‘Ja. Natuurlijk. Gewoon een dingetje op kantoor. Niets aan de hand. Het lost zichzelf uiteindelijk wel op. Kunt u hier een beetje wennen?’ Hij maakt een handgebaar om zich heen.

    ‘Ja hoor. Ik hoop alleen dat ik hier snel weer weg ben.’ Ze glimlacht liefjes.

    ‘Ja, ja natuurlijk. Dat hopen wij ook.’ Hij loopt om het bed heen en slaat zijn arm om me heen. Hij trekt me tegen zich aan, wat bijna niet gaat omdat ik zit en hij staat. De punt van mijn schouder wrijft tegen zijn kruis en ik ga zo goed mogelijk rechtop zitten, ver weg van dat vieze, enge plekje. Ik kan er niets aan doen, maar mijn hele lichaam verstijft. Zijn hand ligt heet en zwaar op mijn schouder. Een seconde sluit ik mijn ogen waarbij ik diep ademhaal. Het kost me moeite, maar het lukt me om een blij gezicht op te zetten en mijn moeder aan te kijken. Ze glimlacht terug.

    ‘Wie had dat gedacht, meisje. Trouwen met je overbuurjongen van vroeger.’ Ze geeft me een bemoedigend kneepje in de rug van mijn hand. ‘Als je vader dat toch nog had mogen meemaken.’

    ‘Ach mama, in gedachten is hij bij ons, nietwaar?’ Ik kom overeind om haar een kus te geven. Het perfecte excuus om Timors aanraking van me af te schudden. Zijn hand zakt van mijn schouder en glijdt automatisch over mijn rug. Op het moment dat ik mijn lippen tegen mijn moeders voorhoofd druk, voel ik zijn zachte kneep in mijn bil. Ik knars mijn kiezen over elkaar van frustratie. Snel ga ik rechtop staan en duw zijn hand weg.

    ‘Wil er iemand koffie? Ik kan wel een sterke kop gebruiken.’ Zonder een echt antwoord af te wachten, stuif ik weg. De privékamer van mijn moeder is ruim zat, maar zelfs een balzaal kan op dit moment niet groot genoeg zijn. De muren komen op me af als Timor bij me in de buurt is. In de steriele hal leun ik met mijn rug tegen de muur en probeer ik mijn ademhaling onder controle te krijgen. De paniekaanval die komt opzetten probeer ik te onderdrukken Ik concentreer op de vakantie die mijn beste vriendin Marina en ik en haar zoontje Madz van plan zijn te maken naar Ibiza, komende zomer. Ik stel me voor dat alles dan helemaal in orde is. Mijn moeder is volledig hersteld en ik kan zorgeloos genieten van de vakantie. Timor past niet in dat plaatje.

    Ik raap mezelf bij elkaar en ga op zoek naar een koffieautomaat.

    Hoe het precies komt weet ik niet, maar plotseling sta ik buiten. Ik ben geen koffieautomaat tegengekomen en ineens was daar de grote draaideur naar de drukke weg in het midden van Chicago. Het is donker buiten. De dag is omgevlogen. Eerst mijn moeder installeren in het ziekenhuis, overleggen met doktoren, daarna naar het hotel, een hapje eten om vervolgens terug te gaan naar het ziekenhuis. En constant hangt Timor om me heen. Hij benauwt me. Meer dan ik had verwacht.

    Ik zuig de koele avondwind in mijn longen en blijf even staan, mijn hoofd een beetje achterover terwijl de wind mijn haren door de war blaast. Mijn benen beginnen als vanzelf te lopen. Ondertussen doe ik mijn loshangende haar in het elastiekje dat ik altijd om mijn pols heb, zodat er een, behoorlijk slordig mag ik wel zeggen, paardenstaartje ontstaat. De euforie die ik vandaag voelde over het feit dat het me gelukt was mijn moeder hier te krijgen en dat de behandeling wordt betaald, is diep weggezakt. Doe ik hier wel goed aan? De gedachte dat ik binnenkort met Timor in een bed moet slapen bezorgt me een misselijk gevoel.

    Maar wat moet ik anders?

    Ik sla een hoek om en speur naar een koffietentje. Dat ik zin heb in koffie was niet gelogen, ook al drink ik het niet zo graag. Ik kan wel wat cafeïne gebruiken.

    Mijn hart klopt in mijn keel als ik denk aan morgen, de dag waarop mijn moeder geopereerd wordt. Ik geloof niet in god. Gek genoeg merk ik dat ik de laatste tijd steeds vaker in gedachten afspraken met hem probeer te maken. In de zin van: God, als mijn moeder helemaal beter wordt, dan zal ik voortaan altijd netjes op mijn beurt wachten in de supermarkt en nooit meer sjoemelen met het afwegen van groenten en fruit als ik via de zelfscan mijn boodschappen doe. En nog eentje: God, als mijn moeder helemaal beter wordt, beloof ik plechtig dat ik nooit met mannen zal flirten waarvan ik weet dat ze getrouwd zijn. En de beste tot nu toe: God, als…

    Ik hoor iets achter me. Als ik me omdraai zie ik twee mannen staan. Ze staan maar een paar meter van me af en aan hun blik te zien, zijn ze niet veel goeds van plan. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat ik volledig in gedachten een of ander donker steegje in ben gelopen. Achter de mannen zie ik het verkeer voorbij rijden op de drukke weg en hoor ik de geluiden die daarbij horen. Het is alleen te ver weg en ik kan met geen mogelijkheid langs die mannen heen. De afgezakte paniekaanval van zonet komt in alle hevigheid opzetten.

    2

    Het klamme zweet staat in mijn handen. Ik zie hun monden bewegen, maar wat ze zeggen dringt niet tot me door. In blinde paniek draai ik me om en zet het op een lopen. Mijn voetstappen klinken zwaar en dreunend in mijn hoofd. Het is net alsof ik van het een op andere moment in een slechte horrorfilm terecht ben gekomen. Dan voel ik een hand op mijn schouder en word ik vastgegrepen en klem gezet tegen de muur. Achter een grote vuilniscontainer die het zicht op mij vanaf de weg belemmert.

    ‘Out for a walk?’

    ‘Not very wise.’

    Ik staar recht in het gezicht van een van de mannen. Hij heeft een litteken dat loopt vanaf zijn ooghoek naar zijn mond. Dit zijn geen lieve jongens.

    ‘I have money,’ piep ik. In mijn tas, in het ziekenhuis. Muts!

    De mannen lachen allebei. Het is de meest wrede lach die ik ooit heb gehoord. Lieve God, als ik hieruit kom, zal ik nooit, maar dan ook nooit meer midden in de nacht deurtjebellen bij dat hoge flatgebouw waar ik altijd langs fiets in de zeldzame gevallen dat Marina en ik tot diep in de nacht ergens in een kroeg zijn blijven hangen en te veel hebben gedronken. Ik schiet in een paniekerig soort lachje dat ook een snik zou kunnen zijn. Waarom is de gedachte aan dat stomme kinderspelletje het eerste dat in me opkomt als ik de dood in de ogen kijk? Voor een zesentwintigjarige is het sowieso te kinderachtig voor woorden om te gaan deurtjebellen, maar dat terzijde.

    De gekmakende gedachtestroom in mijn hoofd stopt abrupt als de vlezige hand van Litteken Man onder mijn rokje verdwijnt. Mijn ademhaling is out of control. Ik piep en ik ben bang dat ik stik.

    Voordat de man ook maar iets heeft aangeraakt waardoor ik helemaal zou zijn geflipt, laten ze me ineens los. Ik val half voorover en zoek steun bij de container. Mijn knieën zijn slap, mijn benen willen me niet meer dragen. Als ik opkijk is mijn blik helemaal wazig. Tranen stromen over mijn wangen. Ik kan niet veel meer onderscheiden dan een lange man met gitzwart haar die recht tegenover me staat.

    ‘Are you okay?’ vraagt hij. Achter hem hoor ik het geluid van voetstappen op het asfalt die zich van ons verwijderen. Die twee engerds zijn gevlucht!

    Ik zoek steun bij de arm die de man naar me uitsteekt. Een seconde vliegt de gedachte door mijn hoofd dat ik geen idee heb wie hij is en dat ik al helemaal niet weet of zijn intenties wel goed zijn. Half leun ik tegen hem aan. Ik veeg mijn tranen automatisch af aan zijn shirt.

    ‘I think so,’ mompel ik. ‘Ja ik denk het wel.’ Dan pas kan ik hem goed aankijken.

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1