Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Bloedmaan (Onze Gebroken Vleugels)
Bloedmaan (Onze Gebroken Vleugels)
Bloedmaan (Onze Gebroken Vleugels)
Ebook135 pages1 hour

Bloedmaan (Onze Gebroken Vleugels)

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

‘Je verdient beter, Selma. Jij verdient méér dan afwijzing. Jij staat boven hen, boven iedereen die jou heeft geprobeerd te onderdrukken. Jij en ik verdienen ook een plek in deze wereld, wat ze ook zeggen.’

Selma is opgegroeid in een wereld van wierook, kaarsen, ouijaborden en tarotkaarten; ze heeft geen plek in de gewone wereld, waar iedereen terugdeinst voor haar blinde oog, dat zo wit is als melk.

Ze denken dat ze een heks is.

In werkelijkheid is ze de Maker van Lotkaarten, die ze illustreert voor de Beschermengelen om hen te helpen de toekomst te voorspellen en wereldrampen te voorkomen; in werkelijkheid is ze de Koningin van Duivels, schepsels die leven in de schaduwen en de bron zijn van griezelverhalen.

Als Selma op een gure herfstavond een oud, verlaten landhuis binnengaat, vindt ze een jongen in de kelder, opgesloten in een kooi groot genoeg voor een reusachtig beest.

Hij is de mooiste jongen die ze ooit heeft gezien.

Zijn naam is Fai. Zijn naam is Seth.

En hij is misschien wel de gevaarlijkste Duivel die Selma ooit zal moeten temmen – wil ze voorkomen dat de maan gaat huilen en de wereld zal verdrinken in bloed.

Maar kan ze zijn verleiding weerstaan... of is haar dorst naar wraak net zo groot als de zijne?

Dit is het verhaal van de Leeuwentemmer, het Beest en de Huilende Maan.

LanguageNederlands
PublisherLynn Robin
Release dateOct 26, 2018
ISBN9780463120194
Bloedmaan (Onze Gebroken Vleugels)
Author

Lynn Robin

Lynn Robin (1992) is an author of Paranormal Romance novels.Born and raised in the historical city of Leiden in the Netherlands, she has felt the urge to write stories ever since she was little— preferably ones with ghosts and other spooky things (probably because her parents let her watch Stephen King film adaptions when she was nine).Next to that, she likes to add a healthy dose of romance to her books; star-crossed lovers and forbidden romances, preferably about monsters hiding in the bodies of young men, and girls blessed with angelic powers—or at least humans touched by magical abilities.She made her debut in 2017 with her Dutch series entitled the Schimmenwereld Serie (the Phantom World series), containing six books about ghosts, angels, demons, music, dance, art, and—of course—love. She won the Best Book of 2018 award with the fourth installment, Schimmendroom (Phantom Dream), chosen by the jury of The Dutch Indie Awards.In 2020 she debuted internationally in English with the highly romantic Kissing Monsters series which concluded with 8 volumes in 2021. Her latest release is The Sea of Her, a still ongoing paranormal romance series in a tropical setting about the Weeper of Pearls, a Wild Stranger from the Sea and a long-lost King of the Ocean.Besides being passionate about writing, she’s also a rather dedicated running/fitness/yoga/martial arts enthusiast, and likes to spend time with her family, play videogames, or freak herself out watching documentaries about haunted houses (for research, she claims).

Read more from Lynn Robin

Related to Bloedmaan (Onze Gebroken Vleugels)

Related ebooks

Related articles

Reviews for Bloedmaan (Onze Gebroken Vleugels)

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Bloedmaan (Onze Gebroken Vleugels) - Lynn Robin

    BLOEDMAAN

    ONZE GEBROKEN VLEUGELS

    Lynn Robin

    Bloedmaan (Onze Gebroken Vleugels)

    Een Paper Heart novelle

    Copyright © 2018 Lynnette Robin Slijkhuis

    Omslagontwerp: © 2018 Kiyo Art

    Vormgeving binnenwerk: Kiyo Art

    ISBN: 9780463120194

    Smashwords Edition

    Alle personen in dit boek zijn door de auteur bedacht. Enige gelijkenis met bestaande – overleden of nog in leven zijnde – personen berust op puur toeval.

    Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch, door ­geluidsopname- of weergaveapparatuur, of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

    www.lynnrobin.com

    Proloog: ONGETEMDE KRACHT EN DONKERE BELOFTES

    Vier jaar geleden

    ‘Fai.’

    De stem van de man beefde.

    Fai reageerde niet. Hij lag op de grond, verlamd door de pijn. Het bloed was warm; zijn gescheurde shirt kleefde aan zijn rug en de pijn, de pijn – het sloeg zijn adem weg, vulde zijn ogen met tranen, deed hem zijn handen tot trillende vuisten ballen.

    Zijn vleugels lagen naast hem op de houten vloer, besmeurd met bloed. Zíjn bloed. De vleugels waren bruin van kleur en leken op die van een reusachtige mot.

    De vleugels van een Beschermengel.

    ‘Fai,’ herhaalde de man schor en hij hurkte bij hem neer. Zijn rode haar zat wild en zijn zwarte ooglap scheef. Hij leek niet ouder dan een jaar of vijfentwintig, maar zijn ingevallen wangen en de vermoeide blik in zijn blauwe oog deden hem jaren ouder lijken. Zijn handen en armen zaten onder het bloed; een groot mes glipte tussen zijn vingers vandaan en viel met een kletterend geluid op de grond.

    Fai keek naar hem op, ademloos en... verbijsterd.

    Hij had nooit gedacht dat het op een dag zo ver zou komen.

    ‘Het is voor je eigen bestwil, Fai,’ zei de man. ‘Het is te gevaarlijk...- Nee, jij bent te gevaarlijk om je vleugels te houden. Geloof me.’

    De tranen die in Fai’s ogen brandden waren eerst nog tranen van fysieke pijn, maar de woorden van de man scheurden een andere wond open; een wond in zijn ziel.

    Hij had nog zo zijn best gedaan.

    Zo zijn best gedaan om de duisternis in hem te onderdrukken.

    Om beter te zijn.

    De man kwam zwijgend overeind en Fai hoorde de vloerplanken kraken toen hij de kamer verliet. Het was er schemerig verlicht met slechts een aantal kaarsen en het was er koud; Fai voelde de tocht over de vloer trekken, als een koude ademhaling die over zijn huid streek en door zijn kleding sneed. Hij liet zijn voorhoofd op zijn onderarm zakken en kneep zijn ogen dicht-

    ‘Kom overeind.’

    Fai verstarde.

    De stem kwam van dichtbij. Héél dichtbij.

    ‘Sta op, zwakkeling.’

    De stem leek op zijn eigen stem, maar was lager, een beetje rauw. Een stem vervuld met ongetemde kracht en donkere beloftes.

    En de stem kwam uit zíjn keel. De woorden kwamen uit zíjn mond.

    Fai klemde zijn kaken op elkaar, maar een kracht binnenin hem – een kracht veel sterker dan hijzelf – deed zijn mond weer bewegen en zijn lippen nieuwe woorden vormen: ‘Laat je Ramiah er gewoon mee wegkomen dat hij onze vleugels van ons heeft afgenomen? Laat je dat gewoon gebeuren, Fai?!’ spoog hij. ‘Hij heeft ons aangevallen met een mes. Hij heeft ons verminkt voor het leven. Hij heeft álles van ons afgepakt; ons leven, onze toekomst-’

    Fai dwong zijn mond om dicht te gaan en kapte de stroom van woorden af. Met een kreun bracht hij uit: ‘Hij... wil alleen de wereld maar beschermen, Seth-’

    ‘Beschermen? Tegen wie?’

    ‘Tegen... jóú!’

    Een lage lach ontsnapte uit Fai’s keel – maar het was niet zijn eigen lach.

    Het was Seth.

    De andere jongen ín hem.

    De bron van duisternis in zijn hart.

    Een ander wezen, een wezen dat niet zou mogen bestaan.

    ‘Hou toch je kop, Fai. Je bent een zwakkeling. Maar maak je geen zorgen,’ ging Seth verder, terwijl hij Fai’s lichaam met een grom overeind drukte, grimassend van de pijn. Zijn blik dwaalde af naar de vleugels, badend in een plas van bloed, en de blik in zijn groene ogen verhardde. ‘Maak je geen zorgen, want ík zal je sterk maken. Ik zal onze plek opeisen in de wereld.

    ‘En we zullen beginnen met wraak te nemen op iedereen die ons heeft geprobeerd te onderdrukken.’

    Hij rechtte moeizaam zijn rug. Fai’s lichaam was slank, tegen het magere aan – maar zijn schaduw was breed en groot. Te groot, voor een dertienjarige jongen als hij.

    De schaduw was niet menselijk.

    Het was de schaduw van een beest.

    I: HEKSENOOG

    Heden

    Selma houdt van de nacht.

    De schaduwen verbergen een wereld die mensen liever niet willen zien; de wereld waar zij in thuishoort.

    En ze houdt van de stilte, een soort stilte dat je overdag nooit zal horen. Een stilte waarin het gekras van haar kroontjespen op het papier het enige geluid is dat te horen valt. Ze stopt even om de pen in het inktpotje te dopen, brengt hem dan terug naar haar illustratie en trekt strakke lijnen met geoefende hand.

    Ze is de huidige Maker van Lotkaarten; ze heeft vele voorgangers gehad, maar die heeft ze nooit gekend. Telkens als een Maker van Lotkaarten sterft, wordt er een nieuwe uitgekozen.

    Het was Alita die Selma uitkoos, zo’n vijf jaar geleden. Alita is de vrouw die haar zeventien jaar geleden voor de deur van haar winkel vond, op een gure Halloweenavond. Selma heeft haar vader en moeder nooit gekend. Ze heeft geen idee waar ze vandaan komt. Ze is opgegroeid in Alita’s heksenwinkel, zoals de buurtbewoners het met opgetrokken neus noemen; ze is opgegroeid in een wereld van wierook, kaarsen, ouijaborden en tarotkaarten.

    Selma ziet Alita echter niet als haar moeder, maar meer als een vriendin. Een vriendin met wie ze een innige band heeft, maar die ook een hoop geheimen voor haar achterhoudt. Hoe ouder Selma wordt, hoe sterker het gevoel wordt dat ze Alita misschien nooit zal kennen. Niet écht.

    Want hoe kan je iemand door en door kennen, die uit een hele andere wereld komt dan jij?

    Haar wenkbrauwen trekken zich samen in een frons van concentratie, terwijl ze zich over haar bureau buigt en schaduwen begint te arceren. Terwijl ze daarmee bezig is, blijven haar gedachtes echter afdwalen.

    Naar andere tijden, jaren en jaren geleden, toen Selma nog klein was en het leven oneindig veel eenvoudiger leek:

    Het was een stormachtige avond op eenendertig oktober – haar vijfde verjaardag, omdat dat de datum was waarop Alita haar had gevonden. Alita had de winkel vroeg gesloten om het te vieren en Selma had beneden zitten wachten tot ze met de taart zou komen.

    Een kleine taart, alleen voor hen tweeën. Selma had niemand anders om haar verjaardag mee te vieren.

    Terwijl Selma zat te wachten, was haar aandacht getrokken door een oud, houten kistje dat ze nog nooit eerder in de winkel had gezien. Het lag onder de toonbank, half verscholen onder rommelige stapels papier.

    Ze deed het kistje open. Er lagen kaarten in.

    Selma had op jonge leeftijd de tarotkaarten al leren kennen; de Grote Arcana en de Kleine Arcana, in totaal achtenzeventig kaarten. Kaarten met verborgen krachten die je dingen kunnen vertellen over de toekomst, maar ook over het verleden en het heden, en waarvan hun betekenis op talloze manieren kan worden uitgelegd.

    Maar dit waren geen tarotkaarten. Ze zag geen Priesteres, geen Rad van Fortuin, niet eens de gevreesde kaart van de Dood. Het waren er ook minder dan achtenzeventig en de eerste kaart die ze van de stapel trok en omdraaide, heette de Leeuwentemmer.

    Ze bestudeerde de afbeelding met een frons. Het was een vrouw met een lang gewaad die bovenop een woeste leeuw zat, die ze echter in bedwang hield met kettingen. Selma legde de kaart terug op de stapel en draaide zich even om. Ze hoorde Alita’s voetstappen boven heen en weer lopen; ze kon de vloer horen kraken.

    Het leek erop dat de taart nog even op zich zou laten wachten...

    Schouderophalend wendde ze zich terug tot de kaarten en begon ze te schudden, terwijl ze een liedje neuriede. Alita had haar kaarten leren schudden en hoewel Selma’s handen nog klein waren, was ze er behendiger in dan wie dan ook.

    Ze trok opnieuw een kaart van de stapel.

    Haar frons keerde terug.

    Het was de Leeuwentemmer weer.

    Even wilde ze gewoon een volgende kaart trekken, maar bij nader inzien begon ze de stapel toch opnieuw te schudden. Daarna trok ze voor een derde keer een kaart en haar frons werd dieper.

    De Leeuwentemmer. Alweer.

    Zachte voetstappen daalden de trap af en Selma draaide zich om. Alita kwam de winkel binnen, met een bord in haar handen waar een kleine, witte taart op stond. Ze bleef echter staan toen ze Selma zag – met name de kaarten in haar handen.

    Het flakkerende kaarslicht in de winkel kleurde Alita’s zilveren haren goud, net als haar grijze ogen. Het deinende lichtspel maakte de rimpels in haar gezicht het ene moment zo diep dat ze eeuwenoud leek te zijn; het volgende moment verdwenen ze en leek ze een jonge vrouw. De trekken van haar gezicht waren zacht, haar uitdrukking was zo sereen als altijd.

    Alita werd nooit kwaad, dus Selma schrok er niet van dat ze haar met de vreemde kaarten zag zitten; in plaats daarvan hield ze de kaart van de Leeuwentemmer omhoog en zei verwonderd: ‘Ik heb al drie keer een kaart getrokken en ze zelfs een paar keer geschud, maar ik blijf telkens dezelfde kaart trekken! Dat kan geen toeval zijn, toch? Dat moet magie zijn. Ja, toch?’

    De wind gierde langs de ramen. Alita zei niets, zette het bord met de taart op een tafel en kwam dichterbij. Ze trok de kaart van de Leeuwentemmer uit Selma’s hand en de blik in haar ogen werd vermoeid.

    Selma was te jong om dat te zien. Ze trok opgetogen aan de wijde mouw van Alita’s zwarte, zijden blouse. ‘Zijn dit

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1