Professional Documents
Culture Documents
Opdracht 3:
“Ontwerpopdracht”
TU Eindhoven
Vakcode: 7Y400
Semester: 1 (2007-2008)
Studenten: J.V.F. Houben [0567748]
C.M. Chen [0556510]
D.R. Tulp [0510902]
Docent: Prof. ir. W. Zeiler
Opdrachtomschrijving
De opdracht luidt:
Afbakening
De bovenstaande opdrachtomschrijving zal worden beperkt voor enkele
aspecten. Er zal in deze opdracht worden gekeken naar de hoofdfuncties
ventileren, koelen en verwarmen, welke in hoofdstuk 3 aan bod komen. Voor de
andere hoofdfuncties zullen aannames gemaakt worden.
Probleemstelling
Bovenstaande opdrachtomschrijving resulteert in de volgende probleemstelling:
“Is het mogelijk om een nul-energie onwerp van het kantoorgebouw van
Kropman te realiseren?”
Design Methodology: Opdracht 3 4
Specifieke doelstelling
“Het ontwerpen van een duurzaam installatieconcept voor het kantoorgebouw
van Kropman, waarbij wordt nadruk wordt gelegd op ventilatie, koeling en
verwarming.”
Aanpak
Om tot een goed eindresultaat te komen, is ervoor gekozen om een aantal
stappen/fases te doorlopen. De indeling van het methodisch ontwerpen is
daarvoor gehanteerd1:
Ontwerpfase Abstractiehiërarchie
Probleemdefiniërende fase Behoefte
Ontwerpprobleem
Werkwijze bepalende fase Functionele specificatie
Fysieke oplossingen
Structuurschema’s/ principeschema’s
Keuzebepalende fase Beoordelingscriteria
Methode van Kesselring
Vormgevende fase Uitwerking
Verantwoording energie-, materiaal- en
duurzaamheidsaspecten
OPLOSSING
Niveau’s
De bovenstaande aanpak zal worden toegepast voor verschillende
ontwerpniveau’s. De volgende indeling wordt daarvoor aangehouden:
Gebouwde omgeving:
Gebouw:
Verdieping:
o Verhuurbaar
o Ontwerpafdelingen
o Restaurant
o Magazijn
Vertrek:
o Kantoortuin
o Keuken
o Atrium
o Magazijn/ utilitaire ruimtes
o Verhuurbare kantoren
Werkplek:
o Kantoor
o Keuken
o Vergaderruimte
1.1.1.1. VENTILEREN
1) Behoeften: Het verkrijgen van een gezond binnenklimaat, afvoeren van
vervuilde lucht en het handhaven van de relatieve vochtigheid.
Daarnaast is het verminderen van gezondheidsklachten (bijvoorbeeld
astma, last van slijmvliezen en hoofdpijn) een behoefte die de
opdrachtgever kan hebben. Daarnaast is er behoefte om tochtklachten
zoveel mogelijk te voorkomen.
1.1.1.2. VERWARMEN
1) Behoeften: Het verkrijgen van een comfortabele binnentemperatuur
(per gebouwfunctie), temperatuurschommelingen en
temperatuurverschillen (horizontaal en verticaal) binnen acceptabele
grenzen houden.
1.1.1.3. KOELEN
1) Behoeften: Het verkrijgen van een comfortabele binnentemperatuur
(per gebouwfunctie), temperatuurschommelingen en
temperatuurverschillen (horizontaal en verticaal) binnen acceptabele
grenzen houden. Het voorkomen van typische klachten van
mechanische gekoelde gebouwen (tocht, voelbare koude).
2.1.2. Probleemgebieden
In de bovenstaande drie hoofdfuncties zijn enkele verschillende
probleemgebieden te herkennen, waar aandacht voor nodig is. Zo dienen
typische klachten als tocht en koudeval tegengegaan te worden.
Verhuurbare verdieping is
Verdieping - onafhankelijk van de rest van -
het gebouw
Kantoorcellen individueel
regelbaar
Werkplek - Geen gevaar voor verbranding aan Verwarming kantoren is
KOELEN
Functioneel Vaste eisen Variabele eisen Wensen
Omgeving Gebruik maken van DE: - -
zon, wind, aarde, water
Gebouw Temperatuur (T) tussen 20-27 ºC Koudevraag
Binnentemperatuur
beperken door
afstemmen op buiten:
afgifte
Temperatuurschommeling (∆T) beperken energie besparing en comfort
afhankelijk van
tot 3 ºC verbetering
aanwezigheid
VENTILEREN
De eerste hoofdfunctie is ventileren.
Ventileren kan worden gesplitst in de volgende energie-, materie- en
informatieaspecten:
a. Energie in: - Hoofdenergie (elektrisch, duurzame bronnen)
- Hulpenergie (mechanisch, ventilator /
verwarming en koeling)
- Teruggewonnen energie (warmte / koude)
- Natuurlijk (buitenwind, externe druk)
Energie uit: - Warmteverlies (systeem)
- Warmte (verwarming / koeling)
Informatie
Energie
Materie
VERWARMEN
De tweede hoofdfunctie is verwarmen.
Verwamen kan worden gesplitst in de volgende energie-, materie- en
informatieaspecten:
KOELEN
De derde hoofdfunctie is koelen.
Koelen kan worden gesplitst in de volgende energie-, materie- en
informatieaspecten:
c. Energie in: - Hoofdenergie (elektrisch, duurzame bronnen)
- Hulpenergie (nachtkoeling)
- Teruggewonnen energie (koudeopslag)
- Natuurlijk (buitentemperatuur)
Informatie
Energie
Materie
3.1.2. Functieblokken
De volgende stap is om de verschillende deelfuncties te implementeren in
functieblokschema’s. Hierdoor wordt de samenhang tussen de verschillende
deelfuncties verduidelijkt en daarmee het inzicht in de processen vergroot. Voor
deze opdracht is dat gedaan voor de drie hoofdfuncties ventileren, verwarmen en
koelen.
Functieblokschema Ventileren
UIT
Lucht verplaatsen
Bevochtigen/
Ontvochtigen
Koelen
Verwarmen
Filteren
IN Mengen / regelen
luchtstroom Functie
Ventileren
Functieblokschema Verwarmen
UIT
Afgifte
Meten Opslag
Distributie
Opwekken
IN
Regelen
Functie
Verwamen
Functieblokschema Koelen
UIT
Afgifte
Meten Opslag
Distributie
Opwekken
IN
Regelen
Functie Koelen
VENTILEREN
1) Luchtverplaatsing
1.1) Natuurlijk toe en af; 3) Koelen
1.2) Mechanisch 3.1) Warmteterugwinning
gebalanceerd; (platenwisselaar);
1.3) Natuurlijk af, 3.2) Adiabatische koeling;
mechanisch toe; 3.3) Door middel van
1.4) Thermische trek via bevochtiging;
atrum/serre; 3.4) Grondbuis (gebruik
1.5) Schoorsteeneffect; fluctuerende
1.6) Winddruk; grondtemperatuur
1.7) Verdringingsventilatie; gedurende seizoenen);
1.8) Natuurlijk toe, 3.5) Nachtventilatie;
mechanisch af; 3.6) Absorptiekoeling;
1.9) Natuurlijk toe- en af via
te openen ramen; 4) Bevochtigen / ontvochtigen
1.10) Natuurlijk toe (te 4.1) Ultrasoonbevochtiging
openen ramen) en (stoom);
mechanisch af; 4.2) Koelen (verlagen RV
door opvang
2) Verwarmen condenswater) en
2.1) WTW-unit; naverwarmen;
2.2) Voorverwarming via 4.3) Door middel van
serre/atrium; adsorptie (onttrekken
2.3) Toepassing van water);
luchtverhitter; 4.4) Door middel van
2.4) Grondbuis (gebruik beneveling (sproeikop);
fluctuerende 4.5) Vegetatie;
grondtemperatuur 4.6) Via oppervlaktewater;
gedurende seizoenen);
2.5) Warmtewiel; 5) Filteren
2.6) Via 5.1) Actief koolfilter;
luchtcollector/zonnecoll 5.2) Membraanfilter;
ector; 5.3) Doekenfilter;
2.7) Solarwall; 5.4) Elektrostatische filter;
2.8) Oxycell; 5.5) Vegetatie;
VERWARMEN
De volgende varianten voor de deelfuncties van de hoofdfunctie verwarmen zijn
gekozen:
1) Verminderen warmtevraag 2.8) Gascentrale;
1.1) Passieve warmte; 2.9) Biomassa;
1.2) Gevelisolatie; 2.10) Aardwarmte;
1.3) HR++ glas: 2.11) Water;
1.4) HR+ glas; 2.12) HR-ketel;
1.5) HR+++ glas; 2.13) Vacuumcollectoren;
1.6) Kierdichting; 2.14) Energiedak;
1.7) Orientatie; 2.15) Oxycell;
1.8) Warmteterugwinning; 2.16) Grondbuis;
1.9) Interne warmtebronnen;
1.10) Gebouwvorm;
1.11) Materialen, kleuren; 3) distribueren
3.1) Lucht;
3.2) Water;
2) Opwekken 3.3) Stoom;
2.1) Warmtepomp 3.4) Kanalen;
(elektrisch); 3.5) Leidingen;
2.2) Gasmotor; 3.6) Constructieonderdelen;
2.3) Absorptiewarmtepomp; 3.7) Atrium;
2.4) PV/T-cellen; 3.8) Plafondplenum;
2.5) (mini-)WKK; 3.9) Vloerplenum;
2.6) Zonnecentrale;
2.7) Zonnecollector;
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 - - - - - - -
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 - - - -
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 - - - - - - -
Tabel 2: Deelfunctievervullende werkwijzen Verwarmen
KOELEN
Voor de hoofdfunctie koelen zijn de volgende deelfuncties en mogelijkheden
gekozen:
1) Verminderen koelvraag 2.2) Absorptiekoelmachine;
1.1) Buitenzonwering; 2.3) Oxycell;
1.2) Overstekken; 2.4) Sorptiekoeling;
1.3) Binnenzonwering; 2.5) Koeltoren;
1.4) Klimaatgevel; 2.6) Warmtepomp
1.5) Klimaatraam; (elektrisch);
1.6) Dubbele huidfacade; 2.7) Gasmotor;
1.7) Gevelisolatie; 2.8) Warmtepomp
1.8) Nachtventilatie/koeling; (absorptie);
1.9) Thermische massa; 2.9) Grondbuis;
1.10) Vegetatie;
1.11) PV als zonwering; 3) distribueren
1.12) Gebouwvorm; 3.1) Lucht;
1.13) Materialen/kleur; 3.2) Water;
1.14) Groendak; 3.3) Koudemiddel;
1.15) Warmteterugwinning; 3.4) Kanaal;
3.5) Leiding;
3.6) Plafondplenum;
2) Opwekken 3.7) Vloerplenum;
2.1) Koelmachine 3.8) Atrium;
(compressie); 3.9) Constructieonderdelen;
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 - - - -
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 - - - - -
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 - - - - -
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 - - - - -
3.2.2. Structuurschema’s
Uit het morfologisch overzicht kunnen per hoofdfunctie verschillende
combinaties van deelfuncties worden gemaakt. Het is daarna zaak om tot
één concept te komen waarin gekozen combinaties voor hoofdfuncties zijn
verenigd. Een manier om dit weer te geven is in de vorm van
structuurschema’s. De volgende structuurschema’s zijn opgesteld:
Concept 2: Medium-tech 1
Algemeen
Het medium-tech 1 concept wordt gekenmerkt door het gebruik van passieve
duurzame energetische oplossingen met behulp van eenvoudige bouwkundige
en installatie technologie.
Werkplek/vertrek
Om de werkplekken flexibel te maken wordt de warmte en koeling afgegeven via
LTV klimaatplafonds (distributie met water).
Warmte wordt in de zomer buiten gehouden met buitenzonwering.
Gebouw
Ventilatie gebeurd in de winter via natuurlijke toevoer bovenin het atrium via een
warmtewiel waar het vervolgens passief door de zon wordt voorverwarmt en met
het warmtewiel door de uitgaande lucht. Hierna wordt het de vloeren via roosters
ingezogen waar eventueel verwarming kan plaatsvinden. Vervolgens wordt via
leidingen in de gevel terug naar het warmtewiel gebracht en vervolgens naar
buiten afgevoerd.
In de zomer wordt er lucht van buiten via een grondbuis het atrium aan de
onderkant ingezogen en vervolgens de vloeren op gezogen. Daarna gaat het via
leidingen in de gevel terug naar de bovenkant van het atrium waar het op z’n
weg naar buiten gelijk de overtollige warmte meeneemt.
De warmte wordt zoveel mogelijk binnen gehouden met niet te grote glas
oppervlakken zodat HR+++ glas mogelijk is. De wanden hebben een hoge
warmteweerstand, goede kierdichting.
Werkplek/vertrek
Het afgiftesysteem voor de warmte en koude bestaat uit convectoren in de
verhoogde vloer.
Er worden lichtgeleiders in het plafond toegepast. Deze zorgen ervoor dat het
daglicht verder de ruimte in wordt gestuurd.
Gebouw
De energieopslag in dit concept zal bestaan uit bodemopslag (een aquifer). Bij
gebruik van het aquifer-systeem zal het water uit de bron eerst langs een
warmtepomp gevoerd worden alvorens het gebruikt zal worden in het gebouw.
Dit water zal vervolgens gebruikt worden om het gebouw te verwarmen in de
winter en te koelen in de zomer.
De ventilatielucht zal mechanisch toegevoerd worden via het dak van het atrium.
Vervolgens wordt deze lucht verder gedistribueerd over de verdiepingen. Per
verdieping zal deze toevoerlucht via de vloer ingeblazen worden en wordt de
afvoerlucht afgezogen via de gevel. Deze afvoerlucht komt langs een WTW
alvorens deze het gebouw verlaat. Op deze manier wordt zowel ’s zomers als ’s
winters de toevoerlucht gekoeld, respectievelijk verwarmd voordat deze in de
vertrekken en het atrium wordt ingeblazen.
Gebouwde omgeving
Energieopslag gebeurd in de grond met een aquifer. In de winter zal de koude
bron gevoed worden en in de zomer zal ditzelfde gebeuren bij de warmte bron.
Belangrijk hierbij is om een balans te vinden in het gebruik van warmte en koude
gedurende het jaar.
De duurzame energiebronnen die gebruikt worden in dit concept zijn de zon en
de wind. De zon zal voornamelijk zorgen voor daglicht in het gebouw en voor
elektriciteitopwekking. De ramen in de gevels aan de zuidwest kant en de
zuidoost kant zullen voorzien worden van PV-cellen.
Op het dak zullen schotels geplaatst worden welke daglicht opvangen en via
glasvezelkabels het daglicht het gebouw in kunnen sturen. Ook komen er
venturi-windturbines op het dak om extra elektriciteit op te wekken door gebruik
te maken van de wind als duurzame energiebron.
Werkplek/vertrek
Op vertrek en werkplekniveau is sprake van een snel en goed regelbaar
afgiftesysteem. In dit geval betreft het een klimaatplafond, waarmee zowel
gekoeld, verwarmd alsook geventileerd kan worden. Tevens bestaat de
mogelijkheid om kabelgoten achter het klimaatplafond weg te werken en kunnen
armaturen in het systeem worden geïntegreerd. Dit zorgt tevens voor een grote
flexibiliteit. Nagenoeg elk paneel kan onafhankelijk worden geregeld voor wat
betreft ventilatie, verwarmen en koelen. Het vertrek is afgewerkt met lichte
materialen en aan het plafond is een reflecterende coating aangebracht. Dit
bevordert de daglichttoetreding in combinatie met schakelbare prismalamellen
aan de raamzijde om de daglichttoetreding (zontoetreding) te regelen. De
kantoren aan de zuidzijde van het gebouw zijn uitgerust met een dubbele
huidgevel, waarin de prisma-elementen zijn geïntegreerd, tezamen met PV-
cellen en vacuumcollectoren. Ventilatie in de dubbele huidfacade kan worden
geregeld door verstelbare kleppen. Op deze wijze dient de gevel als
multifunctioneel gebouwonderdeel: als klimaatbuffer, ventilatieschacht in de
winter, energieopwekking (warmte en elektriciteit) en daglichtregeling/zonwering.
In figuur 14 zijn enkele principeschema’s op vertrekniveau weergegeven voor de
verschillende gevels. Aan de noordzijde is geen dubbele huidgevel toegepast,
vanwege de akoestische buffering t.o.v. de naastgelegen snelweg. Daar zijn
HR++ glasstroken bedacht in combinatie met buitenzonwering. Daarnaast
kunnen de geveldelen geopend worden, net als aan de zuidzijde van het
gebouw. Tevens bevindt zich een balustrade aan de noordzijde van het gebouw
welke doorlopend verbonden is met de tweedehuidgevels aan de zuidzijde. Deze
balustrades kunnen zodoende dienst doen als vluchtweg en als semi-
buitenruimte, waardoor het contact met de omgeving wordt vergroot. In het
atrium zijn zogenaamde ‘chandeliers’ toegepast, welke daglicht, afkomstig van
heliostaten op het dak, diffuus in het atrium en aanliggende kantoorzones
weerkaatsen. De ‘chandeliers’ zijn in feite een soort slingers waaraan prisma-
elementen zijn verbonden.
4. Keuzebepalende fase
4.1. Beoordelingscriteria
Nu de conceptontwerpen bekend zijn, zal er een keuze gemaakt moeten
worden uit één van de 4 concepten. Om een zo objectief mogelijke keuze te
kunnen maken, is een aantal beoordelingscriteria opgesteld per
ontwerpniveau. Deze criteria zijn onder andere gebaseerd op het programma
van eisen, zoals eerder is behandeld. Aangezien bepaalde
beoordelingscriteria zwaarder wegen zijn voor een bepaald ontwerpniveau
en/of het totaalconcept, is aan ieder aspect een weegfactor toegekend. De
aspecten die zwaarder meewegen in het eindoordeel krijgen een hogere
weegfactor. Voor de volgende ontwerpniveau’s zijn beoordelingscriteria
opgesteld:
Werkplekniveau;
Vertrekniveau;
Verdiepingsniveau;
Gebouwniveau;
Gebouwde omgeving;
Om een goede afweging te kunnen maken is een vaste schaal van 1 tot 5
gehanteerd, zoals in onderstaande tabel is weergegeven. Daarmee kunnen
de verschillende eisen voldoende worden geclassificeerd.
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat voor de high-tech variant de hoogste score
wordt geboekt. De vier ontwerpvarianten zijn uitgewerkt in een
Kesselringdiagram. Dat is in de volgende paragraaf gedaan.
Kesselringdiagram
100%
95%
90%
85%
80%
75%
70%
65%
60%
Low-Tech
Realiseren
55%
Medium-Tech 1
50% Medium-Tech 2
High-Tech
45%
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
0% 5% 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100
% % % % % % % % % % % % % % % % % % %
Functioneren
Uit bovenstaand Kesselringdiagram blijkt dat de high tech variant het meest
optimaal is. Deze zal in het volgende hoofdstuk verder uitgewerkt naar
energieverantwoording.
Verwarmen
Afgifte via klimaatplafond;
Opwekking via warmtepomp;
Opwekking warmte via vacuumcollectoren en PVT;
Opslag in aquifer;
passief via atrium;
Tweede huidfacade als klimatologische buffer;
Koelen
Afgifte via klimaatplafond;
Koude uit aquifer;
Regeneratie koude bron met rivierwater;
Koeling in atrium via gebruik vegetatie;
Tweede huidfacade als klimatologische buffer;
Ventileren
Hybride ventilatie (’s zomers mech toevoer, ’s winters mech afvoer);
Warmteterugwinning via Oxycell in winter;
Voorkoelen ventilatielucht met oxycell in zomer;
Ventilatie gebalanceerd in geval onvoldoende thermiek;
Verlichting
Veel daglichttoetreding via atrium;
Gebruik heliostaten met ‘chandeliers’ in atrium, voor diffuus licht;
Prismasystemen t.b.v. daglichttoetreding, regeling en wering;
Gebruik hoog rendement armaturen;
Gebruik daglichtregeling;
Elektriciteit
Elektriciteitsopwekking d.m.v. PV-cellen op overstek;
Opwekking via PVT-cellen op dak;
Alles netgekoppeld;
Gebruik daglichtregeling t.b.v. energiebesparing;
Energieopslag
Warmte/koude opslag in aquifer;
Voorkomen onbalans door regeneratie met rivierwater;
Laden warme bron via vacuumcollectoren en PVT panelen;
ENERGIEVRAAG
De eerste twee stappen zijn duurzaam: zij maken geen gebruik van fossiele
brandstoffen en zorgen niet voor CO2 uitstoot. In het kader van een
nulenergiegebouw, hoort de derde stap hier eigenlijk niet thuis. CO2-afvangen of
compensatiemogelijkheden kunnen deze stap echter wel mogelijk maken in een
nul-energieconcept. Het definitieve concept zal nu worden geanalyseerd voor
verschillende stappen uit de Trias Energetica.
800,00
Koeling
700,00
600,00
Energieverbruik [GJ/jr]
500,00
Koeling
400,00
Verw arming
Verlichting
300,00
Verw arming Elektriciteit
Elektriciteit
Ventilatie
200,00
Ventilatie Verlichting
100,00
0,00
Functie
Post Besparing
Ventilatie 35%
Koelen 40%
Verwarmen 25%
Verlichten 60%
Elektriciteit 0%
Totaal 36%
Tabel 7: Geschatte besparingen voor de verschillende posten
Uit bovenstaande figuur blijkt dus dat er op het gebied van koeling een flinke
besparing te behalen valt. Dit is onder andere het gevolg van het toepassen van
vegetatie, natuurlijke ventilatie en het gebruik van zonwering, dubbele huidgevel
en overstekken. Door goed isolerende beglazing, nuttige gebruikmaking van het
atrium en het introduceren van de tweede huidgevel als ‘thermische buffer’ is
weinig energie nodig voor verwarming van de ruimte. Ook de verschillende
systemen voor daglichttoetreding en een daglichtregeling zorgen ervoor dat in
grofweg 50 tot 70% van de tijd geen kunstverlichting nodig is. De forse besparing
is in de grafiek verwerkt. Aan elektriciteitsbesparing is in principe weinig te doen,
aangezien dit voor een groot deel betrekking heeft op gebruiksapparaten en dus
van de gebruiker afhankelijk is. De energievraag die overblijft (blauwe staven) zal
in het concept verder ingevuld worden met duurzame bronnen, voor zover
mogelijk.
De PV cellen op het dak zijn optimaal georiënteerd onder een hoek van 36
graden op het zuiden. Het gebruikte kental voor de PV-cellen3 is een
jaaropbrengst van 100 kWh/m2 , oftewel: 0,36 GJ/m2 jr. Dit levert dan een
elektriciteitsopbrengst van 0,36*1092 = 393,12 GJ/jaar.
3. Totale energiebalans
Hieronder is de totale energiebalans weergegeven, zoals is berekend. Het blijkt
dat niet genoeg elektriciteit opgewekt kan worden: er is een tekort van 40,18 GJ
per jaar. Door inkoop van groene stroom kan de ‘balans kloppend worden’. Voor
wat betreft warmteopwekking is er een klein overschot, wat gebufferd kan
worden in de aquifer en beschikbaar komt voor eventuele latere pieken.
Totale energiebalans
Totale energiebalans
Post Energie in Energievraag Energie uit Nulenergie?
(opwekken) [GJ] (overschot/tekort)
[GJ] [GJ]
Warmte 379,03 229,77 149,26 ja
Koude 441,16 441,16 0 ja*
Elektriciteit 393,01 433,19 -40,18 nee
TOTAAL 1213,2 1104,12 109,08 nee
De wanden zijn geïsoleerd met steenwol, het dak met EPS (recyclebaar).
Voor de vloeren zijn infra+ vloeren gebruikt om het grote aandeel leidingen, goed
weg te kunnen werken en bijna geen verdiepingshoogte in te leveren. Daarnaast
zijn de leidingen en kanalen goed bereikbaar voor onderhoud, vervanging en/of
uitbreiding.
Het dak is bedekt met teervrije bitumen, waarvan recycling mogelijk is.
Ventilatie
Maatregel Besparing opmerking
Gebruik hybride ventilatie 20-30% bron: ondezoeksresultaten Senternovem
Voorverwarming ventilatielucht via atrium 20-25% bron: Senternovem Maatregelenlijst
Zelfregelende roosters 1-3% bron: Senternovem Maatregelenlijst
verbeter de bedieningsmogelijkheden ventilatieroosters en ramen 1-3% bron: Senternovem Maatregelenlijst
Dubbele huidfacade (schoorsteeneffect in winter) 1-3% schatting
gewogen gemiddelde: 35% schatting o.b.v. bovenstaande gegevens
Koeling
Maatregel Besparing opmerking
Buitenzonwering 5-20% geen gegevens voorhanden; schatting
Gevelisolatie 5-10% bron: SenterNovem maatregelenlijst
Vegetatie t.b.v. koeling/bevochtiging lucht 1-5% geen gegevens voorhanden; schatting
Overstekken 5-20% geen gegevens voorhanden; geschat
Dubbele huidgevel met prisma-elementen t.b.v. zonwering 5-20% geen gegevens voorhanden
gewogen gemiddelde: 40% schatting o.b.v. bovenstaande gegevens
Verwarming
Maatregel Besparing opmerking
Hoogrendementsbeglazing 1-4% HR++; maatregelenlijst Senternovem
Gevelisolatie 5-10% bron: SenterNovem maatregelenlijst
Nachtverlaging 2-8% bron: SenterNovem maatregelenlijst
Atrium als klimatologische buffer 10-25% geen gegevens voorhanden; geschat
Naad- en kierdichting 1-2% bron: maatregelenlijst SenterNovem
gewogen gemiddelde: 25% schatting o.b.v. bovenstaande gegevens
Elek triciteit
Maatregel Besparing opmerking
geen maatregelen geimplementeerd.
Verlichting
Maatregel Besparing opmerking
Daglichtregeling 10-40% bron: Maatregelenlijst SenterNovem
lichte binnenafwerking en atrium 5-20% bron: Maatregelenlijst SenterNovem
prisma-elementen t.b.v. daglichtregeling 40-70% bron: Maatregelenlijst SenterNovem --> (40-70% van tijd geen kunstlicht)
gebruik HR-verlichtingsarmaturen 5-40% bron: Maatregelenlijst SenterNovem
gewogen gemiddelde: 60% schatting o.b.v. bovenstaande gegevens
Beschikbare oppervlaktes
beschikbaar dakopp PVT 846
oppervlak PV-overstek 114
opp vacuumcollectoren 263
PV-opp balustrades 132
Zie: http://www.rs-kollektor.at/dl/RS-KollektorUnterlagen.pdf