You are on page 1of 9

Kennisportfolio

Bedrijfseconomie
Auteur: Minou Schreuder - Roijmans
Vakgebied: Management
Beschrijving: bij het vak bedrijfseconomie in blok 1 leren we om goed een balans,
liquiditeitsoverzicht en een resultatenrekening op te stellen, doormiddel van de
journaalposten.
De balans
Op de balans staan de
bezittingen en schulden van een
onderneming. Aan de creditzijde
staat hoe de onderneming de
dingen aan de debet zijde
gefinancierd heeft.

Journaalposten
Wanneer er iets gebeurd,
bijvoorbeeld verkopen kan je dat
zien op de balans. Door deze
gebeurtenissen duidelijk te
maken, kun je journaalposten
maken om het duidelijk te
weergeven.

Liquiditeitsoverzicht
Het liquiditeitsoverzicht is het
hulpje van de kas en bank. Op
het liquiditeitsoverzicht worden
de veranderingen op de liquide
middelen weergegeven.
Resultatenrekening
De resultatenrekening is een hulpmiddel van het eigen vermogen. Op de
resultaten komen de gebeurtenissen wat invloed heeft op het eigen vermogen.

Algemene
economie
Auteur: R.
Schndorf
& J.F.B.
Pleus
Vakgebied: Economie
Beschrijving: bij het vak algemene economie leren we de
vraag en aanbod van een markt. Verder leren ook de
elasticiteiten van een product en prijs
Participanten: betrokken bij of directe bedrijfsvoering.
Omgevingsfactoren: Ondernemingsklimaat of maatschappelijke
context
Belang van een goede concurrentie: lagere prijzen, betere kwaliteit, betere
service, veel innovatie en een efficinte productie.
De marktvormen
-

Monopolie
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Volkomen concurrentie

Prijselasticiteit van de vraag:


% verandering vraag (gevolg)
% verandering prijs (oorzaak)
Inkomenselasticiteit:
% verandering vraag
% verandering inkomen
Kruiselingse prijselasticiteit:
% verandering vraag goed A
% verandering prijs goed B
Variabele kosten: de kosten die veranderen naarmate de productie stijgt.
Constante kosten: de kosten die constant blijven ongeacht of de productie
stijgt.

Complementaire goederen: complementaire goederen zijn goederen die een


ander product aanvult. Dus koffiemelk is een complementair goed ten opzichte
van koffie. Wanneer er meer koffie wordt verkocht, wordt er ook meer koffiemelk
verkocht.
Substitutiegoederen: dat zijn goederen die het andere product vervangen.
Bijvoorbeeld Pepsi cola en Coca-Cola.
Communicatie
Auteur: Olav Severijnen, Mart Bakker & Nicole Pas
Vakgebied: Communicatie
Beschrijving: Wij hebben ons dit blok bezig gehouden met concerncommunicatie,
dat is communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat. Die
communicatie heeft als doel om een goed beeld te creren voor een bepaalde
doelgroep en klanten.
Imago: hoe zijn anderen het bedrijf
Identiteit: hoe het bedrijf zichzelf ziet.
Corporate image: Het beeld dat publieksgroepen hebben van een organisatie.
Corporate identiteit:
Wat straalt de organisatie uit, kun je terugzien in de huisstijl van het bedrijf
Waar staat de organisatie voor, kun je terug zien in de visie van het bedrijf
De corporate identity mix kun je gebruiken om
de
identiteit van een bedrijf in kaart te brengen.
Persoonlijkheid
Hetgeen wat de organisatie karakteriseert. ( de
ziel van de organisatie). De persoonlijkheid komt
tot uiting in de kernwaarden. Voorbeelden
daarvan zijn: veiligheid, avontuurlijk.
Betrouwbaar.
Gedrag
Het gedrag is het dagelijks handelen van het bedrijf van de werknemers
tegenover de klanten. En dus ook hoe de klanten worden behandeld door de
organisatie.
Communicatie
Communicatie is hoe het bedrijf haar persoonlijkheid uit draagt. Met behulp van
communicatie kun je een boodschap over brengen aan de doelgroepen.
Symbolen

Symbolen zijn de visuele uitstraling van het bedrijf. Onder de symbolen valt de
huisstijl, het logo, de website en het gebouw. Het is belangrijk dat je uniek bent
als bedrijf, doormiddel van een goede symboliek kun je daarvoor zorgen.
Huisstijl: is de visuele identiteit van het bedrijf.
De doelen van een huisstijl zijn:
- Vergroting herkenbaarheid
- Bindend element tussen alle uitingen
- Visuele vertaling van de identiteit
- Kwaliteitsonderstreping
- Interne functie, zorgt voor binding.
Voordelen goede huisstijl
verduidelijking identiteit
vergroting eenheid/uniformiteit
kostenbesparing
verkoopbevordering
Elementen van een huisstijl.
- Logo + woordmerk/beeldmerk
- Kleur
- Typografie
- Fotobeleid
Identiteitsstructuren
Monolitische identiteit: hanteren n merknaam een visuele identiteit. Ze stralen
een consistent beeld uit doordat ze steeds dezelfde tekst en logo gebruiken.
Endorsed identiteit: de dochterondernemingen hebben een geheel eigen stijl,
maar het moederbedrijf blijft op de achtergrond. Een voorbeeld daarvan is
Unilever.
Branded identiteit: de dochterondernemingen hebben een geheel eigen stijl. Dus
de dochteronderneming heeft een heel eigen merk en vaak word het
moederbedrijf niet meer herkend.
Communicatie is het proces
waarbij de zender de intentie
heeft via een medium een
boodschap over te
brengen naar n of meer
ontvangers.

Inter-persoonlijke communicatie
is communicatie die via mens tot
mens gaat en
massacommunicatie spreekt voor
zich. Dat is dat veel mensen
tegelijk een boodschap krijgen.
Invloed massa theorien
On step flow theorie: dat is
communicatie waarbij de zender
iets stuurt en de ontvanger moet
dit direct aannemen.
Two step flow theorie: daar word iemand gebruikt die hoog aanzien heeft of waar
iemand tegen op kijkt om de boodschap over te brengen.
Agendasetting theorie: De macht wordt bij het medium gelegd. De media
bepaald zelf de inhoud en bepaald dus over welke onderwerpen in de
maatschappij wordt gepraat en gedacht.
The medium is the message theorie.
Uses-and-gratifications theorie: Het idee is dat het publiek media gebruikt om in
haar eigen behoeften te voorzien. Je kunt zelf bepalen welke media je gebruikt.
Selectieve perceptie methode: dat is het idee dat ontvangers zelf bepalen wat zij
opnemen en waar zij aandacht aan geven.
Het communicatieplan
1. Analyse => probleem!
2. Publieks- en doelgroepen
3. Communicatiedoelstellingen
4. Boodschap
5. Communicatiestrategie
6. Communicatiemiddelen
7. Tijdsplanning
8. Budget
9. Evaluatie
Communicatiedoelstelling richt zich altijd op:
Kennis, houding, gedrag.
Kennis -> iets weten
- kennis merk, naamsbekendheid
Houding -> iets vinden
- imago, betrokkenheid
Gedrag -> iets doen
- actie
Een communicatiedoelstelling moet altijd SMART zijn.

Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden.

Management
Auteur: Andr Weber & Aldert Doel
Vakgebied: Management
Beschrijving: In blok 1 leren we hoe verschillende structuren van een bedrijf eruit
kunnen zien, ook leren we de strategien van bedrijven. We leren hoe bedrijf
eruit ziet door middel van het 7S-model
het 7S-model is een model dat is ontworpen
om de prestaties te analyseren van een
bedrijf doormiddel van zeven factoren, de
zeven Sen. Alles hangt samen in verband en
als ergens in de ene S wat veranderd moet er
overal ook wat veranderen.
Het model bestaat uit harde Sen en zachte
Sen.
Een harde S: is zichtbaar en tastbaar en dat is
weer te geven in schemas
Een zachte S: laat de menselijke kanten zien
van een organisatie.

Strategie. Onder de strategie wordt bepaald waar het bedrijf voor staat en
wat de doelstellingen zijn en hoe ze daar gaan komen.
Systemen. Daar worden alle systemen beschreven en ook alle procedures.
Structuur. Daarin wordt gekeken hoe het bedrijf is ingericht. Dus het
organigram en de hirarchie in een bedrijf.
Gemeenschappelijke waarden. Gaat over de gezamenlijke
bedrijfsopvatting. Het gaat over wat voor cultuur er in het bedrijf heerst.
Stijl van het management. Daar word geanalyseerd in welke vorm het
management omgaat met het personeel en hoe er leiding word gegeven.
Personeel. Hierbij wordt gekeken naar het functioneren van het personeel
en het beloningssysteem.
Sleutelvaardigheden. Hierin wordt duidelijk waar een bedrijf zich van de
concurrent onderscheidt.

Organisatiekundige stromingen
Klassieke organisatiekunde
Scientific management
Taylor.

Houdt in:
Ontwikkel de beste manier van het uitvoeren van een taak door de
arbeider.
Selecteer, train, onderwijs en ontwikkel iedere arbeider
Stimuleer arbeiders met beloningen.
Verdeel het werk en de verantwoordelijkheid onder de arbeiders en het
management.

Algemeen management.
Fayol
Houdt in:
Plannen, organiseren, bevelen, cordineren, controleren.

Gedragskundige benadering.
Human relations
Mayo/Maslow
Houdt in:
Managers moeten zouden het sociale verband van de arbeiders zo veel mogelijk
bevorderen.
Maslow behoeftefasen:
1. Fysiologische behoeften
2. Behoefte aan zekerheid
3. Behoefte aan acceptatie
4. Behoefte aan waardering en erkenning
5. Behoefte aan zelfontplooiing
Revisionisme
1. Likert, linking pin principe
2. McGregors, X- en Y theorie
3. Blake en Moutons, managerial grid
1. Samenvoeging van de klassieke en de gedragskundige stroming.
2. Het idee dat je luie arbeiders had (x) en gemotiveerde arbeiders had (y).
3. Gaf aan dat het beste management het teammanagement is. Wat volop
aandacht geeft aan de mens als voor de productiviteit.
Systeembenadering
Visie dat er meerder elementen zijn die het succes van een organisatie bepalen.
Het gaat ook om de relatie tussen organisatie en omgeving.
Contingentiebenadering
Omgevingsfactoren.

DESTEP:
-DEMOGRAFISCH-ECONOMISCH-SOCIAAL-CULTUREEL-TECHNOLOGISCH bv -ECOLOGISCH (MILIEU)
-POLITIEK Recht
Auteur: Lydia Janssen
Vakgebied: Recht
Beschrijving: in blok 1 van recht leren we hoe wij wetten kunnen vinden in de
wetbundels. Er zijn twee wetbundels: het privaat recht en het publiek recht.
Verder leren wat voor verschillende wetten er zijn.
Doelen van het recht
1. Creren goede samenleving
2. Ordenen van samenleving
3. Handhaven regels
Verschillende rechtsgebieden
1. Staatsrecht overheid in rust
2. Bestuursrecht overheid in actie
3. Strafrecht betreft acties waar straf op staat
4. Burgerlijk recht regelt rechtsverhoudingen tussen burgers en bedrijven
onderling.
Publiekrecht: Staatsrecht/bestuursrecht/strafrecht
Privaatrecht: burgerlijk recht
Wet in materile zin
algemeen verbindend voorschrift
Wet in formele zin
door Staten-Generaal en regering gezamenlijk volgens procedure van art. 81 GW
Voorrang van wetgeving:
1. Verdragen/EG-recht
2. Grondwet
3. Wetten in formele zin
4. AMvBs (Algemene Maatregel van Bestuur) Wordt gemaakt door de regering.
5. Ministeriele regelingen
6. Verordeningen van provincie
7. Verordeningen van gemeente/waterschap

Klassieke grondrechten
Vereisen terughoudendheid van de staat

Bescherming van de burger


Verticale en horizontale werking
Rechtsbescherming
RM
e
Sociale grondrechten
e
e
n
n
e
e
n
n
Vereisen optreden
s
em
l
van de staat
ir j e k
c
Ontwikkeling van de
e
burger
h
a
Alleen verticale
n
n
dd
werking
e
l i
Opdracht aan
n
g
regering.

c
::

h
t
h

ff
t

ee

e
s

ii

tt
g

f
e

ee

n
e

nn
v

You might also like