You are on page 1of 68

OFFICIEEL ORGAAN VAN DE NEDERLANDSE TECHNISCHE VERENIGING

VOOR INSTALLATIES IN GEBOUWEN TVVL


APRIL 2009, JAARGANG 38, NR. 4
TVVL MAGAZINE
TVVL MAGAZINE
J
a
a
r
g
a
n
g

3
8

n
r
.

4

T
V
V
L

M
a
g
a
z
i
n
e

a
p
r
i
l

2
0
0
9
B
e
z
o
e
k

d
e

T
V
V
L

w
e
b
s
i
t
e
:
w
w
w
.
t
v
v
l
.
n
l
THEMANUMMER: LED-VERLICHTING
LED-verlichting al groen genoeg?
Binnenverlichting met LEDs
OLED: de opvolger van LED staat al te trappelen
Platina partners 50 jaar TVVL:
Meer
commercieel
succes met de
retailoplossingen
van Daikin.
Buurtsuper of compleet warenhuismet Daikin kunt u altijdde juiste klimaat-
oplossing bieden. Ons uitgebreide programma airconditioningsystemen voor
de retail heeft voor elke winkeltoepassing en elke wens het juiste systeem.
Stukvoor stukfluisterstil enuiteraardenergiezuinig. Zelfs met dewinkeldeuren
open dankzij de koppeling aan hoogrendement luchtgordijnen. Daarnaast
beschikt Daikin over systemen om airconditioning, luchtgordijn, CV-ketel en
eventueel ventilatie opelkaar af te stemmen, systemen voor luchtbehandeling
n systemen voor het koelen en vriezen van producten. Vergroot uwverkoop-
kansen en bel (088) 324 54 60. Of kijk op www.daikin.nl/oplossingen.
Daikin maakt het u steeds comfortabeler.
Met Daikin slaagt u
in elke winkel.
3
TVVL MAGAZINE
Verschijnt maandelijks
Redactieraad:
Drs.ir. P.M.D. Kruijsse (voorzitter)
Ir. J. Aufderheijde
Prof.dr.ir. J.L.M. Hensen
Mw.dr. L.C.M. Itard
J.F.P.G. Kerdl
H.Lodder
G.J. Lugt
Mw.drs. C. Mulder
A.J. de Weijert (eindredacteur)
Prof.ir. W. Zeiler
Ing. F.J. Stouthart (nms. uitgever)
Redactie:
Drs.ir. P.M.D. Kruijsse (voorzitter)
Ir. J. Aufderheijde
Mw.drs. C. Mulder
A.J. de Weijert (eindredacteur)
Ing. F.J. Stouthart (nms. uitgever)
Redactie-adres:
TVVL: De Mulderij 12
3831 NV Leusden
Postbus 311
3830 AJ Leusden
Telefoon redactie (033) 434 57 50
Telefax redactie (033) 432 15 81
Email c.mulder@tvvl.nl
Agendagegevens dienen n
maand voor verschijning te
worden ingediend.
Uitgave en advertentie-
administratie:
Merlijn Media BV
Zuidkade 173
Postbus 275
2740 AG Waddinxveen
Telefoon (0182) 631717
Telefax (0182) 617815
Email info@merlijnmedia.nl
www.merlijnmedia.nl

Traffic:
Marilla van den Eng
Email traffic@merlijnmedia.nl
Abonnementen:
Merlijn Media BV
Postbus 275
2740 AG Waddinxveen
Telefoon (0182) 631717
Telefax (0182) 617815
Email abonnementen@merlijnmedia.nl
Benelux 102,-
Buitenland 213,-
Studenten 80,-
Losse nummers 17,-
Extra bewijsexemplaren 12,-
Het abonnement wordt geacht ge-
continueerd te zijn, tenzij 2 maanden
voor het einde van de abonnements-
periode schriftelijk wordt opgezegd .
Advertentie-exploitatie:
Merlijn Media BV
Ruud Struijk
Telefoon (0182) 631717
Telefax (0182) 617815
Email verkoop@merlijnmedia.nl
Prepress:
Pascal Hermans
Yolanda van der Neut
Druk:
Alfabase, Alphen aan den Rijn
ISSN:
0165-5523
Merlijn Media BV, 2009
Niets uit deze uitgave mag worden verveel
voudigd en/of openbaar gemaakt door mid-
del van druk, fotokopie, microfilm of op
welke andere wijze ook, zonder schriftelijke
toestemming van de uitgever. Publicaties ge-
schieden uitsluitend onder verantwoording
van de auteurs. Alle daar in vervatte informa-
tie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs
kunnen echter geen verantwoordelijkheid
aanvaarden voor de gevolgen van eventuele
onjuistheden.
TVVL Magazine is het officile orgaan van de Nederlandse
technische vereniging voor installaties in gebouwen, TVVL.
De vereniging, opgericht op 26 mei 1959, heeft tot doel de
bevordering van wetenschap en techniek op het gebied van
installaties in gebouwen en vergelijkbare objecten. Als lid kun-
nen toetreden personen, werkzaam (geweest) in dit vakgebied,
van wie mag worden verwacht, dat zij op grond van kennis en
kunde een bijdrage kunnen leveren aan de doelstelling van de
vereniging. Het abonnement op TVVL Magazine is voor leden
en begun stigers van de TVVL gratis. De contributie voor leden
bedraagt 107,- per jaar. Informatie over de bijdrage van
begunstigers wordt op aanvraag verstrekt.
4
Inhoudsopgave
REVIEWED: Artikelen in TVVL Magazine zijn beoordeeld door gelijken. De uniforme
peer review waarborgt de onafhankelijke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in het
vakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoordelingsformulier voor de redactieraadleden
(peer reviewers) zijn verkrijgbaar bij het redactie-adres.
Editorial
Prof.ir. W. Zeiler .................................... 4
LED-verlichting al groen genoeg?
Ing. E. Horstman ................................... 6
Binnenverlichting met LEDs
Ing. R. Visser ....................................... 12
OLED: de opvolger van LED staat al
te trappelen
Prof.ir. W. Zeiler .................................. 16
De opmars van LEDs in de sanitaire
wereld
H. Lodder ........................................... 24
Innovatiekracht activeren
Ir. R.M. van der Linden MBA, drs. S.R.J.
van der Molen .................................... 30
LED-verwarming
ir. E.A. Ansems, ir. M.G.D.M. Cox,
prof.ir. W. Zeiler, prof.dr.ir. J.J.N. Lichten-
berg .................................................. 42
LEDs in de nabije toekomst: de eco-
nomie bepalend
C. Staudt ............................................ 52

Diverse LED-toepassingen
Prof.ir. W. Zeiler .................................. 56
LEDs verbeteren de gezondheid
T. Schoutens ........................................ 60
Begunstigerprofiel ......................... 41
Berichten ........................................ 63
Samenvattingen ............................... 64
Productnieuws ................................ 66
Voorplaat:
Ledverlichting in
de douchegoot
van een drempel-
loze doucheruimte
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE NEDERLANDSE TECHNISCHE VERENIGING
VOOR INSTALLATIES IN GEBOUWEN TVVL
APRIL 2009, JAARGANG 38, NR. 4
TVVL MAGAZINE TVVL MAGAZINE
Bezoek de TVVL website:
www.tvvl.nl
THEMANUMMER: LED-VERLICHTING
LED-verlichting al groen genoeg?
Binnenverlichting met LEDs
OLED: de opvolger van LED staat al te trappelen
Platina partners 50 jaar TVVL:
Actueel katern................................. 35
LED-verlichting al
groen genoeg?
Om de vraag: LED-verlichting al groen
genoeg? goed te kunnen beantwoorden moet
men zich vooral niet blindstaren op enkele
door de fabrikanten gegeven eigenschappen
van de LED-producten. Helaas blijkt dat niet
alles al zo groen is rond de huidige LED-
verlichting als sommige fabrikanten ons willen
doen geloven.
6
OLED: de opvol-
ger van LED staat
al te trappelen
Waren de laatste decennia van de vorige eeuw
het silicon-tijdperk, nu is het tijdperk van de
plastic elektronica aangebroken. De vierde
internationale editie van de Plastic Electronics
Conference 2008 in Berlijn gaf een overzicht
van de stand van zaken.
16
Binnenverlichting
met LEDs
In de afgelopen jaren heeft geen enkel ander
lamptype zo veel in de belangstelling gestaan
als de lichtgevende diode, meestal aangeduid
als LED. Deze bijzonder kleine lichtbron heeft
in korte tijd een enorme ontwikkeling meege-
maakt. In dit artikel is een overzicht.
12
EDI TORI AL
4
LED licht van de
toekomst
De gloeilamp is verleden tijd, na ongeveer 125 jaar na de ontdek-
king door Thomas Edison valt langzaam maar zeker binnen een
decennium het doek. Australi heeft de klassieke gloeilamp al in de
ban gedaan en vele landen volgen deze trend. De rol van de klas-
sieke gloeilamp wordt overgenomen door LED. Sinds de ontwik-
keling van rode LED in de begin jaren zestig heeft er een enorme
ontwikkeling plaats gevonden. Op het gebied van duurzaam-
heid en energiebesparing kan zo op het gebied van verlichting
een belangrijke stap worden gezet. Het elektriciteitsverbruik van
gloeilampen in huishoudens bedraagt circa 0,3 procent van het
totale energiegebruik. Voor de opwekking van deze elektriciteit is
nog circa 0,5 procent extra nodig zodat het totale energiegebruik
door gloeilampen op nog geen procent uit komt [1]. Het is natuur-
lijk goed om stil te staan bij het energiegebruik van gloeilampen,
maar we moeten ons dus wel realiseren dat we het over een zeer
beperkt deel van ons energiegebruik hebben.
- door prof.ir. W. Zeiler*
* Voorzitter afdeling Elektrotechniek, TU/e,
Kropman Installatietechniek
Het artikel van Epko Hostman be-
nadrukt dat LED een enorm bespa-
ringspotentieel heeft. Maar door het
ontbreken van goede vergelijkings-
methoden wordt niet altijd de meest
werkelijk besparende LED-technologie
gepromoot. Innovatie is voor de eco-
nomie van groot belang. Dit dient niet
alleen gebaseerd te zijn op een techno-
logy push maar ook meer beleidsmatig
te worden ondersteund. Het artikel
van Remco van der Linden gaat hierop
gedetailleerd in.
Rienk Visser schets in zijn artikel de
mogelijkheden van regelbare en dyna-
mische verlichting met LEDs. Een van
de innovatieve toepassingsdomeinen
is dat van de sanitaire techniek. De
minuscule LED-lampjes zijn mooi in
een interieurontwerp te verwerken,
bijvoorbeeld in tegelwanden of vloe-
ren. Van zwoel rood tot rustgevend
groen of verfrissend blauw. Diverse
fabrikanten verwerken LEDs in dou-
che- en stoomcabines, regendouches
en baden. Maar in zijn artikel schets
Henk Lodder nog veel meer applica-
tiemogelijkheden. LED-oplossingen
zijn vooral complementair aan, in
plaats van concurrerend met, bestaan-
de lichttechnologien. Smart lighting
wordt meer en meer synoniem voor
LED lighting; niemand vraagt om
LEDs, maar om een nieuwe architec-
tonische uitstraling, een mooier design
of een veiligere auto. In de innovatieve
trends naar meerwaarde kunnen LEDs
al vaak een rol spelen. Hierbij gaat
het dus om de vraag achter de vraag
te zien, trends spotten en daarvoor
producten maken [ 2 ].
Zo kan LED-verlichting helpen in
een winkel een omgeving te creren
die bij een bepaald merk past als een
goed maatpak van een Parijse coutu-
rier. Ondanks de vergaande technische
innovaties worden door velen nog
steeds LEDs toegepast in bestaande
armaturen. Dat voegt niets toe aan de
beleving en creert dus ook geen meer-
waarde. Een voorbeeld hoe het beter
E
D
I
T
O
R
I
A
L
kan is de automotive; zij integreren
veel LED-verlichting in het auto-
ontwerp, waardoor het een stijlelement
wordt in plaats van een verlichtingsar-
matuur.
LED-verlichting gaat de wereld ver-
overen [2 ]. Het is niet meer de vraag
f deze lichtbron de gloeilamp gaat
vervangen, maar wanneer. Naast licht
en sfeer kunnen LEDs ook een rol
spelen bij het opzetten van een hea-
ling environment. Toine Schoutens
geeft in zijn artikel de meerwaarde
van LED-toepassing voor de gezond-
heid. Het artikel van Carl Staudt van
LEDNED gaat over de te verwachten
marktontwikkeling van LED.
Hierbij is de economische ontwikke-
ling, zoals we nu zelf meer dan ooit
beseffen van grote betekenis. Een van
de bijzonder innovatieve toepassingen
en product innovaties is het gebruiken
van LED voor verwarming.
Het artikel van Erwin Ansems schets
deze ontwikkeling. Tot slot wordt stil
gestaan bij enkele bijzondere LED-
toepassingen. Natuurlijk houdt de
ontwikkeling bij LED niet op. Het
echte licht van de toekomst, OLED
(Organic Light Emitting Diode). Dat
bleek ondermeer op de LED2007
Conference & Showcase, die half
Verbruik van elektriciteit in Nederland, 2006 [1]
- FIGUUR 1 -
februari 2007 in Eindhoven werd ge-
houden [2]. Toch is LED de technolo-
gie voor de directe toekomst
REFERENTIES
1. Energiegebruik gloeilampen min-
der dan 1 procent, Webmagazine,
maandag 4 juni 2007 9:30, http://
www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/
industrie-energie/publicaties/artike-
len/archief/2007/2007-90042-wk.
htmcc
2. OLED licht van de toekomst,
http://www.sign.nl/16271/Default.
aspx?showobject=2199&showtarg
et=16281
ACO ShowerDrain
Drempelloze doucheruimten
zijn ook in 2009 een grote
trend. Wij bieden u een
uitgebreid inbouwvriendelijk
douchegotenassortiment.
De ShowerDrain in een echte
blikvanger. Voor iedere
badkamer vormen onze goten
een bron van inspiratie.
www.aco.nl
ACO ShowerDrain
VERL I CHTI NG
6
LED-verlichting al
groen genoeg?
Hoewel dit artikel te denken zal geven, moet worden benadrukt
dat LED-verlichting een enorm potentieel heeft. Maar momen-
teel blijkt uit diverse praktijkmetingen dat veel van de toegepaste
LED-lampen in de gebouwde omgeving veel betere kwaliteiten
worden toegedicht dan dat ze werkelijk waar maken. Om de
vraag; LED-verlichting al groen genoeg? goed te kunnen beant-
woorden moet men zich vooral niet blindstaren op enkele door
de fabrikanten gegeven eigenschappen van de LED-producten.
Door middel van een integrale benadering van alle relevante
eigenschappen en invalshoeken van LED-verlichting is gepoogd
een beeld te schetsen van de werkelijkheid. Helaas zal men na
het lezen van dit artikel moeten concluderen dat niet alles al zo
groen is rond de huidige LED-verlichting als sommige fabrikan-
ten ons willen doen geloven. Net als bij iedere innovatie dient ook
dus een kader te worden gehanteerd om de voor- en nadelen op
een rij te zetten om vervolgens gericht te kunnen werken aan nog
betere producten.
- door ing. E. Horstman*
* Beleidsmedewerker Technologie UNETO-
VNI, bestuurslid afd. Elektrotechniek TVVL
L
ED-technologie wordt de laatste
jaren al succesvol toegepast
in allerlei indicatie toepas-
singen, zoals waarschuwingslampjes,
stoplichten, auto/audio en videotech-
niek. Deze toepassingen hebben een
indicatief karakter, ze signaleren iets
of ze lichten op. Dit artikel gaat in op
de relevante beoordelingsfactoren voor
verlichtingstoepassing van LED-tech-
nologie, als mogelijk alternatief voor
algemene (binnen)verlichting. Tegen-
woordig worden deze LED-producten
voor verlichting, in het huidige streven
om de energiebesparingsdoelstellingen
te realiseren, sterk gepromoot. Maar
helaas worden ze in veel gevallen veel
beter voorgesteld dan de technische
werkelijkheid aangeeft. Door de
energiebespaartrend ontstaat er een
enthousiasme waardoor het kritische
vermogen is afgenomen. De stelling
is gewoon: Alle LED-verlichting
is groen. Dit is echter per product
verschillend. Door dat er nog geen
geharmoniseerde beoordelingscriteria
zijn rond de toepassingen van LED-
verlichting wordt aan fabrikanten de
ruimte geboden om minder goede
producten op de markt te brengen , en
efficiency-claims neer te leggen die zo-
wel praktisch als wetenschappelijk niet
eenduidig zijn onderbouwd. Specifiek
zijn er bij sommige LED-producten
rond de power quality problemen,
waardoor werkelijk energiegebruik
en schijnbaar energiegebruik geheel
verschillend kunnen zijn. Hierdoor
worden door consumenten verkeerde
beslissingen genomen als ze werkelijk
voor groen willen kiezen, daarom is
het belangrijk om het licht erop te
laten schijnen.
AANLEIDINGEN TOT KENNISOVER-
DRACHT INSTALLATIESECTOR
De ondernemersorganisatie voor de
installatiebranche en de technische
detailhandel Uneto-Vni, ondersteunt
d.m.v. kennisoverdracht haar leden
al geruime tijd met informatie over
de power quality problemen. Deze
problemen zijn niet nieuw en speelde
reeds eerder. Zo besloten ongeveer vijf-
tien jaar geleden veel gebouweigenaren
over te stappen van conventionele TL-
verlichting naar energie-efficintere
HF fluorescentie verlichting. Door de
toename van deze niet-lineaire belas-
tingen, ontstaan er allerlei secundaire
power quality problemen elders in het
net zoals overbelasting van de NUL
geleiders, verstoorde productieproces-
sen door harmonische vervuiling, hoge
blindstromen etc. Zolang de cos
n de verhouding tussen de watts en
de VAs (de power factor PF) beperkt
bleef, waren de power quality proble-
men nog beheersbaar. Maar met de
toename van elektronische toepassin-
gen van de spaarlamp in de woning,
zag men de problematiek van de
power quality verder toenemen. Bij de
voorbereiding van bijeenkomsten rond
deze power quality problematiek wer-
I
n
g
.

E
.

H
o
r
s
t
m
a
n
7
TVVL Magazine 4/2009
LED-lamp huishoudelijke toepassing.
De verstoorde stroomcurve is capacitief
verschoven t.o.v. de sinus van de span-
ning.
Er is zeer een breed spectrum aan har-
monische vervuiling meetbaar tot boven
de 51
e
harmonische.
Het actieve vermogen (watt) komt over-
een met het schijnbare vermogen (VA).
De stroomcurve volgt netjes de sinus van
de spanning.
Er is geen harmonische vervuiling.
Het schijnbare vermogen (VA) is vele
malen groter dan het actieve vermogen
(watt). De PF is 0.05! en de cos is 0.04!
Buiten het warmteverlies gaat er relatief
veel vermogen verloren in het net.
Conventionele 60 watt gloeilamp.
Elektrische energie wordt omgezet
in warmte en een deel in zichtbaar
licht. Gloeilampen gedragen zich
als lineaire belastingen, die nage-
noeg geen netvervuiling veroorza-
ken. Natuurlijke kleurweergave.
Elektrische energie wordt omgezet
in warmte en een deel in zichtbaar
licht. LED-lampen gedragen zich
als niet-lineaire belastingen, die
een hoge mate van netvervuiling
veroorzaken. Lichtopbrengst en
kleurweergave is gezien het vermo-
gen minimaal
den er in opdracht van Uneto-Vni en
de TVVL diverse verlichtende LED-
producten onderzocht, de resultaten
waren alarmerend en voor Uneto-Vni
urgent genoeg om i.s.m. OTIB een
vierdaagse power quality cursus te
ontwikkelen en tijdens workshops te
proberen ca. 1.500 installateurs te be-
hoeden voor de negatieve effecten van
de LED-verlchtingstechnologie. Ook
tijdens een bijeenkomst van
TVVL-Young waren de bezoekers ver-
rast door de praktisch gepresenteerde
meetresultaten van de werkelijke
eigenschappen van sommige LED-
verlichtingsproducten. Ter illustratie
enkele meetresultaten van de betere
LED-lamp producten.
- FIGUUR 1 -
- FIGUUR 2
8
VERL I CHTI NG
Inmiddels komen er steeds meer inno-
vatieve producten op de markt, zoals
dimbare LED-lampen en TL-LED-
lampen met mooie koellichamen, men
bedenkt telkens iets nieuws, maar
nagenoeg alle actuele LED-produc-
ten halen het wat betreft werkelijk
groene karakter nog steeds niet in
vergelijking met een conventionele
spaarlamp of TL buis. Bij de LED-
verlichtingsproducten die nieuw op de
markt komen ontbreekt het helaas nog
aan aandacht voor de power quality
De zr verstoorde stroomcurve is iets
capacitief verschoven t.o.v. de sinus van
de spanning.
Er is een breed spectrum aan harmoni-
sche vervuiling meetbaar.
De stroom wordt aftapt op het hoogste en het laagste mo-
ment van de sinus. Hierdoor worden de toppen van de sinus
belast waardoor er flattopping ontstaat.
Vereenvoudigde weergave van een typische voeding van een
PC-voeding of een LED-lamp. Bij sommige dimbare varianten
worden de dioden geschakeld waardoor er zelfs even-harmo-
nischen ontstaan.
Het schijnbare vermogen (VA) van 4
stuks TL-LED-lampen is iets groter dan
het actieve vermogen (watt).
De PF is 0.9 en de cos is 0.98.
TL-LED-lamp toepassing
in utiliteitsgebouwen.
Elektrische energie wordt om-
gezet in warmte en een deel in
zichtbaar licht. TL-LED-lampen
gedragen zich als zeer snel scha-
kelende niet-lineaire belastingen,
die een hoge mate van netvervui-
ling veroorzaken. Lichtopbrengst
is redelijk gezien het vermogen,
kleurweergave is aan de koude kant
en monochromatisch.
- FIGUUR 3 -
aspecten. Daarom zal nu een overzicht
worden gegeven de invalshoeken die
van belang zijn op de mogelijkheden
van LED-verlichting zo optimaal
groen verder te laten ontwikkelen.
Invalshoek 1 - De verstorende tech-
nologie
Doordat moderne, elektronische
spaarlampen en LED-lampen voorzien
zijn van zogenaamde schakelende ca-
pacitieve voedingen ontstaat er onder
meer netvervuiling. De belasting van
deze lampen op het net zijn niet line-
air. Dit heeft onder meer tot gevolg
dat de lamp zijn stroom aftapt op het
hoogste en het laagste moment van de
sinus. Hierdoor worden de toppen van
de sinus belast waardoor er flattop-
ping ontstaat. Dit betekent ook dat
elders in de installatie sinussen worden
aangeboden met een afgevlakte top.
Motoren kunnen daardoor bijvoor-
beeld gaan brommen waardoor er
elders nog meer energieverlies optreedt
door warmteontwikkeling.
- FIGUUR 4 -
9
TVVL Magazine 4/2009
Een hoog blindvermogen betekent bij
lineaire belastingen niet per definitie
dat de centrale meer kolen of gas moet
gaan stoken. Maar zodra er niet-line-
aire belastingen optreden, die bij deze
vormen van moderne LED-verlichting
steeds vaker tegenkomen, dan ontstaan
er niet alleen (blind)stromen van 50
Hz, maar vaak een veelvoud daarvan.
Deze harmonische stromen zorgen dat
zaken als ongewenste opwarming en
het brommen van transformatoren en
motoren kunnen toenemen waardoor
centrales in verhouding wel meer ko-
len moeten gaan verstoken. Bovendien
blijken veel LED-lampen, door hun
niet-gecompenseerde schakelende
voedingen, voor netvervuiling met
Zowel bij consumentenapparatuur, ge-
bouwinstallaties, als bij LED-lampen
dient er wegens het netvervuilingskar-
rakter een eenduidige geharmoniseerde
beoordelingsmethodiek/eerlijk labe-
lingsysteem te komen zodat het werke-
lijke energiegebruik van het complete
systeem goed kan worden benaderd.
Zolang men de energieprestatie van
niet-lineaire producten blijft beoorde-
len met achterhaalde meetapparatuur
en meetmethoden dan is het kaf niet
van het koren te onderscheiden.
Invalshoek 2 - Energielabel
Door het ontbreken van geharmoni-
Willekeurige WTW-unit.
In de laagste toerenstand zou volgens
de documentatie de stroom 75mA zijn,
als men dit met een gewone ampre-
meter of kWh meter benadert, klopt
de bewering. Echter wanneer men een
true RMS-meting of een power quality
analyser, de werkelijke stromen en
vermogens analyseert komt men op
350 % hogere waarden uit. Op de
hogere toerenstand wordt het verschil
geleidelijk aan minder tot 20 %.
Elektrische energie wordt omgezet in
warmte en een deel in mechanische
kracht om de ventilator aan te drijven.
Gelijkstroom WTW-units gedragen
zich als capacitief schakelende niet-
lineaire belastingen, die eveneens
netvervuiling veroorzaken, de gelijk-
stroommotor is bij deze toepassing niet
de boosdoener, maar de elektronica van
wisselspanning, (net als bij LED-lam-
pen) geregelde gelijkspanning maakt.
een hoge frequentie te zorgen, wat
bij hogere belastingen in het netwerk
tevens EMC-problemen kan veroor-
zaken door antennewerking. Dit is
vooral vervelend voor communicatie
of beveiligingsnetwerken die in de
buurt liggen.
Overigens speelt energieverlies door
schakelende voedingen niet alleen een
rol bij LED-verlichting, maar bij veel
meer elektrische apparaten waar elek-
tronica vaak nodig is om de 50Hz si-
nus van 230 V om te zetten. Circa tien
jaar terug was de WTW-unit (warmte
terugwinunit) in woningen voorzien
van wisselstroommotor. Maar deze was
energetisch gezien niet zuinig genoeg.
Dus ging de industrie ertoe over om
gelijkstroommotoren in te zetten
die energetisch een beter rendement
zouden halen. Om van wisselspanning
de juiste gelijkspanning te maken,
voegde men een stukje elektronica toe.
Hierdoor werd het kWh verbruik van
elektriciteit in woningen lager. Maar
zouden we het rendement van het
totale elektrische energiesysteem mee-
nemen, dan zou de besparing wel eens
flink kunnen tegenvallen, dit blijkt
ook uit een onderzoek dat Uneto-Vni
en de TVVL uitvoerden. Naast het
onderzoek aan de LED-lichtbronnen
zijn ook steekproefsgewijs metingen
uitgevoerd aan apparatuur van instal-
laties in gebouw en consumenten
apparatuur.
- FIGUUR 5 -
seerde beoordelingscriteria voor toe-
passingen van LED-verlichting wordt
aan fabrikanten de ruimte geboden
om minder optimale producten op de
markt te brengen, en efficiency claims
neer te leggen die praktisch geen bete-
kenis hebben. Daarbij komt dat veel
LED-lichtbronnen buiten de Europese
richtlijnen vallen voor het toekennen
van een energielabel. De richtlijnen
92/75/CE en 98/11/CE zijn alleen van
toepassing voor lichtbronnen met een
vermogen > 4W. Veel LED-bronnen
hebben een kleiner vermogen waar-
door zij buiten deze richtlijn vallen.
Hierdoor kunnen producten gemak-
kelijk door de keuring komen. Bij
grootschalige toepassingen zal de som
van de producten (het systeem) van-
zelfsprekend niet voldoen.
Invalshoek 3 Efficiency.
Op dit moment ligt de geclaimde
maximale efficiency van witte LEDs
rond de 60 a 73 lm/W. Deze waarden
zijn echter gemeten in gecontroleerde
laboratoriumomgevingen. Vooral door
de invloed van de omgevingstempera-
tuur zullen deze waarden in de prak-
tijk lager zijn. De huidige fluorescentie
lichtbronnen presteren met 100 tot
105 lm/W aanzienlijk beter, bij een
10
VERL I CHTI NG
betere lichtkwaliteit. De vraag is of
het op dit moment wenselijk is om
voor basisverlichting de fluorescentie
lichtbronnen te vervangen door LED-
lichtbronnen. Een eerlijkere cofficint
voor efficiency zou (als tussenoplos-
sing) zijn: Lm(full-RGB)/VA
Invalshoek 4 - Warmte
Met koellichamen wordt de overtollige
warmte zo veel mogelijk afgevoerd.
- FIGUUR 6 -
Ongeveer 87 % van het opgenomen
vermogen van een LED-lichtbron
wordt omgezet in warmte. Deze
warmteontwikkeling vindt plaats op
een zeer klein oppervlakte en dient te
worden afgevoerd via een koellichaam.
De warmteontwikkeling heeft de nega-
tieve effecten op onder meer:
A) lichtstroom (licht output): Da-
tasheets van fabrikanten geven de
lichtstroom in lumen/watt weer.
Deze lichtstroom wordt door
de fabrikanten gemeten bij een
temperatuur van 25

C binnen 30
ms na ontsteking van de bron. De
normale bedrijfstemperatuur ligt
echter een stuk hoger. (Adjunction
temperatuur is typisch tussen de
60 en 75

C). Bij deze tempera-


turen is de lichtstroom van een
witte LED nog 85 % van de in de
datasheet genoemde lichtstroom.
Voor een gele LED is dit nog maar
50 %;
B) levensduur: De levensduur van een
LED-lamp wordt negatief ben-
vloed door de hoge temperaturen.
Bijkomend probleem is dat de hui-
dige uitdrukking van levensduur
is gebaseerd op een percentage
uitval van de lichtbronnen. Een
LED-lamp zal niet geheel uitval-
len, maar steeds minder licht gaan
produceren. Er is geen wereldwijd
genormaliseerde methode om de
levensduur van een LED-lichtbron
te bepalen. Nagenoeg alle LED-
lampen en TL-LED-lampen die
tijdens het Uneto-Vni onderzoek
werden gebruikt zijn meerdere
- Opwarming van beveiligings-
toestellen, wat zal leiden tot
onnodige uitschakeling van
smeltveiligheden en installatieau-
tomaten;
- Verder is het de verwachting dat
er ook EMC-technische proble-
men ontstaan door toepassing
van hoogfrequente voedingen.
Voor compact fluorescentie
lampen is reeds bekend dat deze
door de geringe fysieke afme-
tingen voorzien zijn van slechte
keren vervangen. Bij navraag bij de
fabrikanten, geeft 85 % aan geen
harde garanties voor de (geclaim-
de) levensduur te willen geven;
C)
Invalshoek 5 - Energiegebruik
Bij de bestaande methoden wordt de
efficiency van een lichtbron uitgedrukt
in lumen/watt. Indien we de gehele
energieketen van opwekking tot eind-
verbruiker bekijken, is deze methode
minder geschikt voor LED-lichtbron-
nen om de volgende redenen:
A) Power-factor: Een LED-lichtbron
neemt een beperkt (watt) vermo-
gen op uit het net. Het blind-
vermogen is echter vele malen
groter. Er zijn spotmetingen
gedaan waarbij het blindvermogen
een factor 20 hoger ligt dan het
werkelijk (watt) vermogen. Bij
LED-lichtbronnen zijn er zeer
grote variaties in power factor (tus-
sen de 0,04 en 0,9). Grootschalige
toepassing van LED-verlichting
met een slechte power-factor zal
leiden tot een aanzienlijke toename
van blindstroom componenten in
het energienet. Afhankelijk van de
negatieve net-benvloedbaarheid
van de harmonischen moet dit
vermogen van de efficiency van de
lamp worden afgetrokken.
B) Harmonische stromen: Door toe-
passing van elektronische drivers
in de LED-bronnen worden er veel
harmonische stromen in het net
gecreerd. Dit kan leiden tot:
- Opwarming van kabels en trans-
formatoren, hetgeen waarschijn-
lijk resulteert in transportverlie-
zen in het energieleverend net;
B randgevaar: De LED-lamp
kanzichzelf in een vervuilende
omgeving tot ontbranding bren-
gen. De behuizingen zijn over het
algemeen gemaakt van niet-halo-
geenvrije/gemakkelijk brandbare
kunststoffen.
EMC-filters. Tegenwoordig
krijgt Uneto-Vni steeds meer
vragen binnen over communi-
catiestoringen in brandmeldin-
stallaties bij utiliteit gebouwen
die algemeen voorzien zijn van
TL-LED-lampen.
Invalshoek 6 - Kleurweergave
Voor de toepassing van een juiste
lichtbron is de kleurweergave van een
lichtbron een zeer belangrijke factor.
Kleurweergave heeft een grote invloed
op het menselijk welzijn en op de
ervaring van het kunstlicht, zie onder
meer het artikel van Toine Schoutens
in dit themanummer. Het technisch
rapport CIE177:2007 Colour rendering
of white LED light sources heeft reeds
aangetoond dat de huidige genormeer-
de techniek om de kleurweergave van
een lichtbron te bepalen niet geschikt
is voor witte LED-lichtbronnen. Dat
wil zeggen dat er op dit moment geen
genormeerde beoordeling van kleur-
weergave mogelijk is bij toepassing van
witte LED-lichtbronnen.
Invalshoek 7 - Praktische inzetbaar-
heid
Een LED-lamp heeft een zeer gebun-
delde lichtuitstraling (punt lichtbron).
Bij vervanging van bijvoorbeeld een
fluorescentie lichtbron door LED-ver-
lichting wordt het effect van het arma-
tuur optiek (de spiegels) tenietgedaan
omdat de lichtuitstraling geheel anders
is. Dit zal vrijwel zeker resulteren in
problemen met de gelijkmatigheid van
de lichtverdeling. Ook bestaat er een
grote kans op (laser) verblindingseffec-
ten. Verder moet men er rekening mee
houden dat lichtgevende LED veelal
niet op bestaande dimmers kunnen
worden aangesloten. Voor ontwerpers
van verlichting hebben LEDs wel het
voordeel dat ze worden bevrijd van
de beperkingen van lichtbronnen.
In tegenstelling tot de traditionele
lampen kunnen deze LEDs vrijwel
onmiddellijk worden in- en uitgescha-
keld (minder dan 100 ns),zelfs bij een
bedrijfstemperatuur van bv. 40 C.
Invalshoek 8 - Milieu versus afval
Vaak wordt een lichtgevende LED als
zijnde milieu vriendelijk beschouwd,
omdat deze geen kwik bevat. Een LED
bevat inderdaad geen kwik, echter
komen er wel stoffen als Arsenicum en
Fosfor voor in een LED. De milieu ef-
fecten hiervan dienen nader te worden
11
TVVL Magazine 4/2009
onderzocht. Dit is in het bijzonder
in de consumentenmarkt van belang,
omdat er geen gecontroleerde afvalver-
werking voorhanden is in deze markt.
Met gecontroleerde afvalverwerking
worden vergelijkbare systemen be-
doeld, zoals we in de bedrijfsmatige
sector zien, waar gebruikte fluorescen-
tiebuizen separaat worden verwerkt.
Een vergelijkbare problematiek speelt
voor spaarlampen in de consumenten-
markt. Er zijn schattingen dat
80 % van de spaarlampen, met daarin
vervuilend kwik, via de normale huis-
vuil afvalstroom in het milieu terecht
komt. Bij een gloeilamp is recycling,
door het zeer geringe aantal grondstof-
fen, juist erg eenvoudig.
CONCLUSIE
De stelling of: LED-verlichting al
groen genoeg is dat wil zeggen of dat
LED-lampen nu al energie-efficinter
zijn dan fluoricentielampen en langer
meegaan waardoor ze milieuvriende-
lijker zouden zijn is bij de integrale
benadering, rekening houdende met
alle invalshoeken, duidelijk nog niet
aangetoond. Verder zijn LED-lampen
doorgaans behoorlijk duur en zwaar;
veel zwaarder dan een gloeilamp. Bij
de LED-lamp zit dit vooral vaak in
de kunststoffen voor de bol en in
het benodigde aluminium voor de
koelplaat en de condensator. Fabri-
kanten zouden de LED-lamp zodanig
technisch kunnen aanpassen dat deze
net zo weinig blindvermogen en har-
monische vervuiling genereert als een
gloeilamp. Maar dan zou het gewicht
naar verwachting nog eens verdub-
belen. Het is in dat geval noodzakelijk
om een power factor corrector in
de LED-lamp te integreren, en deze
bestaat vooral uit koper (duur) en
aluminium. Een andere optie is het
toevoegen van meer slimmere elek-
tronica. Beide opties zouden die lamp
een stuk duurder maken en zorgen
bovendien dat er nieuwe, moeilijk te
scheiden grondstoffen aan het product
worden toegevoegd die recycling lasti-
ger maken.
Wanneer grootschalige acties van
(goedbedoelde/onwetende) gemeen-
ten, loterijen en milieuorganisaties
spaar en LED-lampen weggeven
zonder te kijken naar de kwaliteitscri-
teria van de LED-lampen op dit punt
nemen deze problemen alleen maar in
omvang toe. Het is belangrijk gericht
beleid te voeren om er voor te zorgen
dat de beoogde groene kwaliteit
daadwerkelijk zal worden gerealiseerd.
Dit maakt nog eens duidelijk dat een
beleidsmatig kader van groot belang
is bij de introductie van innovatieve
producten. Iets waar het artikel ven
Remco van der Linden in dit thema-
nummer verder op in gaat.
REFERENTIES
1. ISSO instructieboek power quality
2009; www.isso.nl
2. OTIB cursus power quality voor
de installateisector 2009;
www.powerquality.nl
3. Power Quality: Implications at
the Point of Connection PROEF-
SCHRIFT 2007, Dr. Ir. J.F.G.
Cobben; http://www.senternovem.
nl/mmfiles/Power_Quality_Im-
plications_at_the_Point_of_Con-
nection_Proefschrift_JFG_Cob-
ben_tcm24-230557.pdf
4. CopperBelelux Harmonischen ef-
fectieve waarde 3.2.2; http://www.
copperbenelux.org/files/lpqi-_
harmonischen_3.2.2_ndl.pdf
5. CopperBelelux Harmonischen
oorzaken en gevolgen 3.1; http://
www.copperbenelux.org/files/
lpqi-_harmonischen_3.1_ndl.pdf
6. CopperBelelux Kosten 2.1; http://
www.copperbenelux.org/files/
lpqi-_kosten_2.1.pdf
7. SenterNovem quick scan LED-
verlichting in huishoudens &
u ti liteitsbouw; http://www.senter -
novem.nl/mmfiles/Quick%20
scan%20LED%20verlichting%20
utiliteit%20vs3.05_tcm24-288842.
pdf
8. ISSO/Uneto-Vni onderzoek
LED/Spaarlampen in de utiliteit
2007
9. Laborelec Feiten en Mythes over
verlichting; http://ingenieur.kahosl.
be/projecten/groenlicht/Labore-
lec_Feiten%20en%20Mythes%20
over%20verlichting.pdf
VERL I CHTI NG
12
Regelbaar en dynamisch
Binnenverlichting
met LEDs
Sinds de introductie van de eerste gloeilampen door Edison voor
commercile toepassingen heeft nog geen enkele nieuw ontwik-
kelde lamp zon grote aandacht gekregen als die van de LEDs. Na
de ontdekking van het feit dat het mogelijk is om diodes onder
bepaalde voorwaarden licht te laten opwekken, duurde het nog
tot 1962 voordat de eerste rode LEDs verkrijgbaar waren. Deze
werden destijds voornamelijk als signaleringslampjes toegepast.
- door ing. R. Visser PLDA*
* Grontmij|Technical Management in
Amersfoort, verlichtingsontwerper en
adviseur
I
n de hierop volgende dertig jaar
kwamen ook LEDs in diverse an-
dere kleuren beschikbaar en ruim
tien jaar geleden ook witte. In eerste
instantie waren de vermogens van deze
zeer kleine lichtbronnen zeer gering.
Door de ontwikkeling van hogere
vermogens en door een steeds verder
toenemend lichtrendement worden
steeds meer mogelijkheden geboden
om ze voor decoratieve en functionele
toepassingen in ruimten te kunnen
gebruiken.
Omdat ze relatief gemakkelijk en snel
in lichtsterkte zijn te regelen, bieden
ze tal van mogelijkheden om kleur en
intensiteit af te kunnen stemmen op
plaatselijke omstandigheden en om
dynamische effecten te bereiken.
BINNENVERLICHTING MET LEDS
In eerste instantie werden vooral
gekleurde LEDs gebruikt voor in
het bijzonder decoratieve toepassin-
gen. Door rode, blauwe en groene te
mengen, kan een zeer groot scala aan
kleuren worden gerealiseerd. Deze
vorm van lichtmenging wordt wel
aangeduid als RGB-regeling. Hiermee
kunnen plaatselijk, bijvoorbeeld in
koven, of door aanlichting objecten,
plafond of wanden in een bepaalde
kleur worden gezet. Door onderlinge
wisselingen in intensiteit kunnen ook
dynamische effecten worden bereikt.
Hiermee kan een ruimte steeds op zeer
verschillende wijze worden ervaren.
Aangenomen wordt dat dit ook
psychologische effecten tot gevolg kan
hebben en mensen hierdoor in zekere
mate kunnen worden benvloed.
Een andere mogelijkheid is om trans-
parante elementen door te lichten,
bijvoorbeeld glas en transparante
kunststoffen. Door het oppervlak hier-
van te bewerken of door ze te voorzien
van een speciale folie kunnen bepaalde
gedeelten in meer of mindere mate
oplichten.
In principe kan door menging van ge-
noemde kleuren ook wit licht worden
gemaakt. Dit witte licht levert echter
slechte kleurweergave-eigenschappen
op en kan dus niet worden gebruikt
voor functionele verlichting. Hier-
voor komen witte LEDs veel beter in
aanmerking. Deze werden hiervoor in
eerste instantie echter ook nauwelijks
toegepast, omdat ze ook hiervan de
kleurweergave-eigenschappen niet
voldoende goed waren.
Dat de kleurweergave bij toepassing
van een combinatie van rode, groene
en blauwe LEDs niet goed kan zijn
blijkt uit de volgende figuur. Hierin
is te zien dat de betreffende LEDs elk
afzonderlijk slechts een zeer klein deel
van het spectrum uitstralen. Indien ze
gezamenlijk worden gebruikt missen
nog grote gedeelten van het spectrum.
Hierdoor kunnen dan ook nooit alle
voorwerpkleuren goed weer worden
gegeven. Door toevoeging van amber-
en oranjekleurige LEDs kan dit al in
zekere mate worden verbeterd.
Ook komt uit de figuur naar voren dat
witte LEDs ook niet alle kleuren van
het spectrum in gelijke mate uitstra-
len. De witte lijn laat zien dat vooral
blauw goed vertegenwoordigd is.
Spectrale samenstelling van diverse kleuren LEDs
en een witte LED. In zwart is de ooggevoeligheids-
kromme weergegeven.
- FIGUUR 1 -
Hierdoor geeft de betreffende LED
een koelwit licht dat vooral bij relatief
lage verlichtingsniveaus veelal niet als
prettig wordt ervaren.
Doordat inmiddels ook LEDs met
een veel warmer licht verkrijgbaar zijn,
worden de mogelijkheden om ze ook
voor functionele binnenverlichting te
gebruiken steeds groter.
Voor de meest gangbare witte LEDs
kan worden gekozen uit kleurtempe-
I
n
g
.

R
.

V
i
s
s
e
r
TVVL Magazine 4/2009
raturen van 2.700 K tot 6.500 K, een
range die overeenkomt met die van de
standaardfluorescentielampen.
Hierbij moet nog wel steeds rekening
worden gehouden met de kleurweer-
gave-eigenschappen, aangezien deze
nog lang niet voor elk type goed te
noemen zijn. Het is dus belangrijk
bij de keuze van LEDs om na te gaan
welke kleurweergave-index Ra van
toepassing is.
Door warm- en koelwitte LEDs te
combineren en ze afzonderlijk te
regelen, kan de kleurtemperatuur
worden aangepast aan de omstandig-
heden. Dit kan bijvoorbeeld zijn door
af te stemmen op gewenste indruk van
objectkleuren of het verlichtingsniveau
van binnenvallend daglicht.
NOG ENKELE EIGENSCHAPPEN
VAN LEDS OM REKENING MEE TE
HOUDEN
Naast de hiervoor genoemde eigen-
schappen is het belangrijk om met nog
een aantal eigenschappen van LEDs
rekening te houden, zoals:
- vermogen;
- warmteafgifte;
- levensduur;
- energie-efficintie;
- lichtbundel;
- dimmen;
- kosten.
Het vermogen van LEDs is relatief ge-
ring en in de praktijk niet meer dan 3
watt. Om een bepaald verlichtingsni-
veau te realiseren is het daarom nodig
om een aantal ervan te combineren. In
de meeste armaturen en LED-lampen
is dit ook goed te zien. Een veelal
prettige eigenschap van LEDs is, dat
in de lichtbundel geen IR- en UV-
straling voorkomt. Aan de achterzijde
ervan is dit echter wel het geval. Het
is belangrijk dat deze warmte op een
goede wijze wordt afgevoerd. Hoe
warmer de LED kan worden, des te
minder licht komt eruit en korter de
levensduur wordt. In het geval dus
meerdere LEDs in een armatuur
worden toegepast is een goede koeling
ervan van groot belang.
Was deze in eerste instantie nauwelijks
beter dan die van gloeilampen, de
energie-efficintie van LEDs wordt in
toenemende mate beter. Inmiddels zijn
al uitvoeringen met een rendement
van ongeveer 75 lumen/watt verkrijg-
baar. In laboratoria zijn al veel hogere
rendementen mogelijk gebleken.
Een belangrijk feit waar in de praktijk
rekening mee moet worden gehouden,
is dat er thans verschillende generaties
LEDs op de markt worden gebracht.
Bij het ontwerp en de aanschaf van
LED-armaturen is het dus zeer be-
langrijk om te weten wat de energie-
efficintie van de toegepaste LEDs is
om teleurstelling bij toepassing in de
praktijk te voorkomen.
In het algemeen hebben LEDs een
zeer lange levensduur. Afhankelijk van
uitvoering en vermogen worden waar-
den 25.000 tot 50.000 uur opgegeven.
In sommige gevallen is zelfs sprake van
100.000 uur. Belangrijk is echter niet
alleen om te weten hoe lang ze kunnen
branden, maar ook wat de afname
in lichtstroom is tijdens het gebruik.
Deze is afhankelijk van het type LED
en dient door de fabrikant te worden
opgegeven. In het bijzonder voor func-
tionele toepassingen is dit nodig om
rekening te kunnen houden met de
eventueel vereiste praktijkverlichtings-
sterkte. Dit is de gemiddelde verlich-
tingssterkte die voor het uitvoeren
van bepaalde visuele taken ten minste
vereist is tijdens het gebruik van de
LEDs.
LEDs en LED-armaturen hebben
veelal een zeer gerichte lichtbundel.
Hierdoor zijn ze ook zeer geschikt
voor accentverlichting. Bij toepassing
ervan voor algemene verlichting moet
hiermee voldoende rekening worden
gehouden, om te voorkomen dat er te
grote helderheidsverhoudingen in een
ruimte ontstaan.
Door de zeer geringe afmetingen is
vooral bij LEDs met nauwe licht-
bundels de lichtintensiteit zeer hoog.
Daarom is het zeer belangrijk om
LED-armaturen zodanig te plaatsen,
dat geen verblindingshinder op kan
treden.
In principe zijn LEDs relatief ge-
makkelijk te dimmen. Waar echter
rekening mee moet worden gehouden
is dat de kleurtemperatuur niet veran-
dert, zoals dit bij gloei- en halogeen-
lampen wel het geval is. Hierdoor kan
bij lage verlichtingsniveaus een minder
prettige sfeer ontstaan.
Door combinatie van witte met
amberkleurige en rode LEDs kan dit
worden voorkomen.
Dimmen van LEDs gebeurt meestal
op basis van zogenaamde pulsbreedte
modulatie. Hierbij gaat het licht steeds
heel snel achter elkaar aan en uit. Al
hoewel dit voor het oog niet waar-
neembaar zou zijn, komt het toch voor
dat mensen hiervan last ondervinden,
vooral bij bewegingen.
De kosten voor LED-verlichting zijn
in het algemeen nog relatief hoog.
Het is daarom zinvol om eerst na te
gaan voor welk doel LEDs kunnen
worden toegepast en wat de eventuele
voordelen zijn met bijvoorbeeld geen
warmte- en UV-straling in de licht-
bundel, geringer energiegebruik en
geringere onderhoudskosten.
TOEPASSINGEN IN DE PRAKTIJK
Winkels en uitgaan
Inmiddels biedt de markt tal van
mogelijkheden om LEDs te kunnen
toepassen en om deze te
regelen of dynamisch te gebruiken.
Voor verschillende sectoren van de
utiliteit kunnen ze heel divers zijn.
Winkels bieden ze bijvoorbeeld
de mogelijkheid om wanden en of
plafonds in kleur af te stemmen op de
seizoenen. Daarnaast kunnen dyna-
mische accenten om extra aandacht
vragen. Zeer opvallend is de toepassing
van dynamische LED-panelen. Afhan-
kelijk van het aantal toegepaste rood,
groen en blauw lichtgevende LEDs op
een bepaald oppervlak en de afstand
kunnen niet alleen decoratieve, maar
ook zeer realistische beelden en teksten
zichtbaar worden gemaakt (zie fotos
1). Dit zijn mogelijkheden die ook in
de horeca kunnen worden gebruikt,
bijvoorbeeld in bars.
Toepassing van RGB-LEDpanelen.
- FOTO 1A EN B -
14
VERL I CHTI NG
Ook in de entreegebieden kan
dynamische verlichting op een at-
tractieve wijze worden gebruikt. Dit
kan bijvoorbeeld door aanlichting
van wanden in langzaam wisselende
kleuren, maar ook door een balie van
kleur te laten veranderen. Dit verhoogt
bovendien de attentiewaarde (zie fotos
2 en 3).
Fotos van de dynamische LED-lichtwanden in het Worldtrade Center.
- FOTO 2A EN B -
Fotos van de entreebalie van het WTC
met dynamische LED-verlichting.
- FIGUUR 3 A T/M C -
In de duurdere hotels wordt ook
steeds meer gebruik gemaakt van de
mogelijkheden om de sfeer te kun-
nen veranderen. Dit onder andere in
conferentieruimten, maar ook in de
hotelkamers. De gasten kunnen dan
bijvoorbeeld de verlichting afstemmen
op het gebruik van de ruimte. Niet
alleen door de intensiteit te verande-
ren, maar ook door het gebruik van
gekleurd licht voor bijvoorbeeld een
intieme sfeer, om televisie te kijken
of een bijzondere sfeer in bad of in de
douchecabine (zie fotos 4).
Fotos Philips met hotelkamer.
- FOTO 4 A EN B -
Minder sensationeel, maar meer
bedoeld om energie te besparen en
het onderhoud van de verlichting
te beperken zijn meer functionele
toepassingen. Zo zijn bijvoorbeeld
bij de renovatie van Theater Tuschin-
ski in Amsterdam in de grote zaal
alle gloeilampen in de decoratieve
armaturen vervangen door LEDs. Eis
van Path was echter dat dezelfde sfeer
gehandhaafd moest blijven, ook bij het
dimmen van het licht. Om dit te kun-
nen bereiken zijn printplaten met een
combinatie van witte en amberkleurige
LEDs toegepast. Bij het dimmen
worden eerst de witte LEDs gedimd
en daarna de amberkleurige LEDs.
Hetzelfde principe is ook toegepast
voor de speeltafelverlichting in het
Holland Casino in Breda (zie fotos 5).
Fotos Holland Casino in Breda.
- FOTO 5 A EN B -
Kantoren
Voor algemene verlichting kantoorver-
lichting komen LEDs vooralsnog niet
in aanmerking, of een opdrachtgever
zou hier veel geld voor over moeten
15
TVVL Magazine 4/2009
hebben. Wel bieden LEDs mogelijk-
heden om wat vormgeving betreft
sterk af te wijken van de armaturen
die veelal worden toegepast. Ook is
in principe biodynamische mogelijk,
waarbij kleurtemperatuur en verlich-
tingsniveau gedurende dag zodanig
veranderen, dat de biologische klok zo
optimaal mogelijk wordt gestuurd.
Philips heeft onder andere vorig jaar
tijdens de beurs Light & Building in
Frankfurt hier een mooi voorbeeld van
laten zien. Door deze uitvoering wordt
verblindingshinder in alle kijkrichtin-
gen voorkomen (zie foto 6).
Foto DayWave van Philips.
- FOTO 6 -
Gezondheidszorg
In de gezondheidszorg is steeds meer
belangstelling voor biologisch dynami-
sche verlichting, zowel voor het per-
soneel als voor patinten. Zo bieden
diverse ziekenhuizen lichttherapie voor
mensen die last hebben van winter-
blues of winterdepressie.
In operatie- en behandelruimten
wordt steeds meer gebruik gemaakt
van mogelijkheden om de omgeving in
een bepaalde kleur licht te zetten, af-
hankelijk van de aard van de operatie,
behandeling of onderzoek (zie foto 7).
Musea
LED-verlichting biedt inmiddels
steeds meer mogelijkheden voor
toepassing in musea. Dit komt onder
andere omdat er LEDs beschikbaar
zijn met steeds betere kleurweergave-
eigenschappen en diverse kleurtempe-
raturen. Daarnaast zijn er inmiddels
tal van armaturen waarmee accentver-
lichting mogelijk is. Door ze regelbaar
te maken, kan de verlichting steeds
opnieuw op eenvoudige wijze wor-
den aangepast aan nieuwe exposities.
Doordat geen UV- en IR-straling in de
lichtbundel aanwezig is, hoeven geen
filters te worden toegepast, zoals dat
bij de meeste andere lichtbronnen wel
nodig is.
Inmiddels hebben een aantal fabri-
kanten spots op de markt gebracht,
waarbij kleurtemperatuur en verlich-
tingsniveau kunnen worden ingesteld.
Hierdoor kunnen bijvoorbeeld bij
objecten met veel warme kleuren, deze
beter tot hun recht komen door ze te
accentueren.
De fotos 8 en 9 laten hiervan een
aantal voorbeelden zien.
Foto Philips.
- FOTO 7 -
Spot van het fabrikaat Regent met PAL-
technologie . Kleurweergave-index Ra is
groter dan 90. Kleurtemperatuur regel-
baar van 2.700 6.500 K. Verlichtings-
niveau regelbaar van 1 100 %.
- FOTO 8 A EN B -
LED-spot Tempura van Zumtobel. Met
witte LEDs kleurtemperatuur regelbaar
van 2.700 6.500 K. Ook met RGB-
kleurregeling.
- FOTO 9 -
Woningen
LED-verlichting wordt langzamerhand
ook toegepast in woningen. Een lamp
waarmee de kleur van de omgeving
naar wens kan worden ingesteld, type
LivingColors van Philips heeft inmid-
dels veel succes.
LED-lampen die de gloeilamp kunnen
vervangen zijn nog maar zeer beperkt
verkrijgbaar. Op een recent gentro-
duceerde versie na zijn ze echter niet
dimbaar. Ook moet goed worden gelet
op de vergelijking met een gloeilamp
die op de verpakking staat aangegeven.
In diverse gevallen komen de lichtstro-
men van de vergeleken lampen niet
met elkaar overeen. Dit kan leiden
tot teleurstelling, mede ook omdat de
kleurweergave-eigenschappen min-
der goed zijn. Ook moet rekening
worden gehouden met de afwijkende
lichtverdeling, omdat de lamp minder
licht naar achteren uitstraalt. Redenen
genoeg voor de fabrikanten om op
zeer korte termijn LED-lampen op de
markt te brengen, waarmee dezelfde
sfeer kan worden bereikt als met gloei-
lampen. Vooral ook bij dimmen.
V
olgens Sir Richard Friend, die
de conferentie opende, is de
plastic elektronica veel beter
geworden dan ooit gedacht. Sir
Richard Friend is hoogleraar aan de
Universiteit van Cambridge en geldt
als pionier op het gebied van molecu-
laire halfgeleidende materialen. Hij
heeft gezorgd voor revolutionaire
nieuwe inzichten in de elektronische
eigenschappen van deze materialen en
heeft de basis gelegd voor de ontwik-
keling van onder andere polymere
LEDs, transistoren en zonnecellen.
Hij is tevens oprichter van de bedrij-
ven Cambridge Display Technologies
en Plastic Logic. Wegens zijn verdien-
sten op het gebied van de plastic elek-
tronica ontvangt hij in 2004 de Holst-
award van de TU/e. Als ondernemer
richtte hij Plastic Logic op dat in sep-
tember vorig jaar zijn productiefacili-
teit in Dresden in bedrijf nam om
flexibele schermen op bijna A4-for-
maat te maken. De eerste producten
worden medio dit jaar op de markt
verwacht. Het is de combinatie van
een zoekende markt in wording in
combinatie met wetenschap die plastic
elektronica fascinerend maakt. Speci-
aal de nieuwe mogelijkheden die door
geprinte plastic elektronica ontstaan
zijn ongekend.
De micro-elektronica maakt sinds de
jaren zestig vooral gebruik van anorga-
nische materialen, zoals silicium, ger-
manium, galliumarsenide, aluminium
en koper. Er is echter ook onderzoek
gedaan naar eigenschappen van orga-
nische materialen voor toepassingen in
de elektronica, zoals het geleidend ver-
mogen en de lichtemissie. Een con-
creet gevolg van dit onderzoek zijn
OLEDs (organic light-emitting diode,
in het Nederlands: organische licht
emitterende diode), bestaand uit een
organisch materiaal dat, afgesloten
voor lucht en water, ingeklemd zit tus-
sen twee laagjes, een anode en een
kathode [1]. Het organisch materiaal
in OLEDs licht op wanneer er span-
ning op de twee buitenste laagjes
wordt gezet. Het grote voordeel is dat
elk molecuul van deze laagjes licht kan
geven [2]. Een OLED is een lichtbron
in de familie van de halfgeleiderlicht-
bronnen. Deze familie bestaat daar-
naast uit onder meer anorganische
LEDs en lasers [3]. Terwijl een LED
een relatief felle puntbron is, is een
OLED juist een grotevlakken straler.
Lichtgevende polymeren, plastic zon-
necellen en flexibele beeldschermen
zijn hierdoor mogelijk als product en
in middels zijn er de eerste commer-
cile toepassingen OLED-beeldscher-
men alweer enkele jaren op de markt.
POLYLED VERSUS SMOLED
De emitterende laag van een OLED
bestaat uit een speciaal type polymeer
of kleine moleculen, op basis van
koolwaterstofverbindingen. Wereld-
wijd vindt veel onderzoek plaats naar
de verdere ontwikkeling van organi-
sche halfgeleidende materialen, hun
elektronische eigenschappen en aan-
trekkelijke toepassingen [3].
Er bestaan twee typen OLEDs: poly-
mere en sm (small molecule) OLEDs.
De verschillen tussen smOLED en
PolyLED zit vooral in de manier waar-
op de organische moleculen worden
verwerkt. smOLEDs zijn kleine orga-
nische moleculen (moleculair gewicht
is typisch 100): small molecule OLED
[4]. Het smOLED bestaat uit kleine,
speciaal ontwikkelde molecuul struc-
turen op basis van iridium of andere
metalen. Deze materialen moeten
onder vacum bij hoge temperaturen
worden opgedampt om OLEDs te
kunnen maken [1] omdat een oplos-
sing met smOLED moleculen te wate-
rig is om te kunnen inktjetten [4]. De
eenvoudigste versie van een smOLED-
display bestaat uit aantal organische
lagen (2 tot 4) tussen een metaal laag
(aluminium) en een doorzichtige elek-
trode: ITO (Indium Tin Oxide). Het
lagenpakket vormt een diode dat naar
voren licht genereert door recombina-
tie van elektronen en gaten. Poly-
LEDs zijn langere organische ketens
met een grotere moleculaire gewicht
(typisch 100.000). De Polymere
OLEDs bestaan uit lange polymeer-
ketens waaraan verschillende kleuren
chromoforen zijn gekoppeld. Ze zijn
oplosbaar en daardoor met natte
16 VERLI CHTI NG
Waren de laatste decennia van de vorige eeuw het silicon
tijdperk, nu is het tijdperk van de plastic elektronica
aangebroken. De vierde internationale editie van de Plastic
Electronics Conference 2008 in Berlijn gaf een recent overzicht
van het onderzoek, en waar de wetenschappers mee bezig zijn
om de vooruitgang te bevorderen.
-door prof.ir. W. Zeiler*
De opvolger van LED staat al te trappelen
OLED
*Voorzitter afdeling Elektrotechniek TVVL, TU/e,
Kropman Installatietechniek
P
r
o
f
.
i
r
.

W
.

Z
e
i
l
e
r
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:05 Pagina 16
methoden (spincoating, inkjets of zelfs
(zeef )drukprocessen onder atmosferi-
sche druk te gebruiken. Een ander ver-
schil tussen PolyLED en smOLED is
de stack. Bij een smOLED bestaat
deze uit een gaten injectie, een gaten
transport, een emissie en een elektro-
nen injectielaag [4]. Een standaard
OLED-stack van kleine moleculen
bestaat meestal uit meerdere lagen van
organische verbindingen gesandwicht
tussen twee elektrodes, de anode en de
kathode, zie figuur 1 [5].
De kathode injecteert elektronen in de
emissielaag, terwijl de anode die juist
afvangt. Een andere manier om de
functie van de anode te beschrijven is
dat de anode elektrongaten in het
materiaal achterlaat en dus als het
ware gaten injecteert. Dat lukt niet in
dezelfde laag als de emissielaag en
daarom zit er meestal een aparte gelei-
derlaag tussen de anode en de emissie-
laag. In sommige OLED-typen zit er
ook een geleiderlaag tussen de kathode
en de emissielaag, om de injectie van
elektronen te vergemakkelijken [5].
Wanneer er een spanning tussen ano-
de en kathode wordt aangebracht,
beginnen de gaten in de richting van
de negatief geladen kathode te bewe-
gen en de elektronen juist in de rich-
ting van de positieve anode. Ze komen
elkaar meestal tegen in de emissielaag,
omdat gaten in organische stoffen veel
mobieler zijn dan elektronen. Als een
elektron een gat tegenkomt, vult hij de
elektrondeficinte plek op. Daarbij
komt energie vrij, in veel gevallen als
een foton licht dus, zie figuur 2.
De kleur van het geproduceerde licht
hangt voor een belangrijk deel af van
de intrinsieke eigenschappen van de
gebruikte verbindingen. Voor iedere
kleurschakering zijn er verschillende
organische stoffen beschikbaar. Voor
wit licht is een mix van verschillende
kleuren materiaal nodig [5]. Bij een
PolyLED vindt het elektrische trans-
port plaats binnen de emissielaag en is
er alleen een gateninjectielaag nodig.
Voordeel hiervan is dat men minder
hoge spanningen nodig heeft voor een
PolyLED (lager energiegebruik) en
men het product met minder proces-
stappen kan maken. Nadeel is dat voor
de emissielaag meer parameters moet
worden geoptimaliseerd. Dit verklaard
deels waarom smOLED verder is in de
ontwikkeling van materialen [4].
OLED is een jonge technologie. Het
eerste lichtgevende organische LED
(OLED) is aangetoond in 1987 door
Kodak. Twee jaar later kwam er voor
het eerst licht uit een Polymeren LED.
In 1997 zette Pioneer het eerste pro-
duct op de markt: een autoradio met
een monochroom OLED scherm. Tus-
sen de ontdekking en het eerste com-
mercile product zat dus maar tien
jaar [4]! De eerste golf van toepassing
betrof displays, de tweede toepassings-
golf betrof verlichting en de huidige
derde golf van toepassingen gaat rich-
ting zonnecellen en OLED opto-elec-
trische toepassingen, zie figuur 3 [6].
De ontwikkeling van LED en OLED
worden ook wel de vierde generatie
verlichtingsystemen genoemd, zie
figuur 4 [6].
17 TVVL Magazine 4/2009
Schematisch weergave stack van een OLED-lamp met een geleidingslaag
tussen de emissielaag en de anode [5].
- FIGUUR 1 -
Het licht emitterende principe van
LED-verlichting, Source: Novaled AG[6].
- FIGUUR 2 -
De ontwikkeling van de toepassingsgebieden van OLED-tech-
nologie Source: Samsung, Kodak, GE, Philips Lighting[6].
- FIGUUR 3 -
De ontwikkeling van het kunstlicht, nu de vierde generatie
systemen [6].
- FIGUUR 4 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 17
Het rendement van de lampen neemt
door de technologische ontwikkelin-
gen meer en meer toe, zie figuur 5 [6].
De combinatie van ontwikkeling van
nieuwe verbeterde productie methodes
en hogere rendementen van de lampen
zelf zorgt er voor dat er steeds andere
gebruiksmogelijkheden ontstaan. De
roadmap voor de ontwikkeling van
OLED-verlichting geeft dit dan ook
aan. De komende vier tot vijf jaar ont-
staan er een hele reeks aan nieuwe
applicaties, zie figuur 6 [6].
Hierdoor zal natuurlijk ook de markt
flink groeien, de verwachtingen zijn
niet gering een groei van ongeveer 30
tot 50 % in de komende jaren, met
pas na 2013 een mogelijk te verwach-
ten stabilisatie op een omzet niveau
van 6 miljard dollar. Het is duidelijk
dat hoewel deze doelstellingen iets ver-
laat kunnen worden bereikt het
marktpotentieel enorm is, zie figuur 7.
OLEDs hebben heeft zeer interessante
mechanische eigenschappen. Er is
slechts een dun laagje organische stof
nodig om een beeldscherm te vormen.
Een beeldscherm hoeft hierdoor niet
dikker te zijn dan enkele millimeters.
Indien men dit laagje inklemt tussen
twee flexibele lagen kan men ook een
buigzaam of oprolbaar beeldscherm
maken. Niet alleen de flexibiliteit is
van belang, maar door het lage
gewicht kan men ook draagbare of
juist extreem grote beeldschermen
maken [2]. Op dit moment worden
OLED-schermen vooral nog in kleine-
re apparaten toegepast, maar naarmate
de productiekosten zullen verminde-
ren, wordt de weg geplaveid voor
steeds grotere en dunnere OLED-
monitoren of bijvoorbeeld flexibele
electronische kranten [7], zie figuur 8.
Deze laatste heten FOLED (Flexibele
OLED)-beeldschermen. Door het
gebruik van dunne flexibele materia-
len kan het gewicht van beeldscher-
men sterk reduceren. Bovendien kun-
nen de beeldschermen in allerlei
gewenste vormen gebogen worden.
Ook zal het gebruik van deze flexibele
materialen de massaproductie van
beeldschermen mogelijk kunnen
maken door middel van een continu
rolproces (vergelijkbaar met bijvoor-
beeld het drukken van een krant), wat
de kosten beduidend lager zal maken.
Heel belangrijk voor de echte door-
braak van OLED is dus de ontwikke-
ling van nieuwe productie technieken.
In figuur 9 wordt de te verwachten
ontwikkeling van productiemethoden
voor OLED weergeven.
Deze nieuwe ontwikkeling dienen
enerzijds te leiden tot een sterke
reductie van de kosten van OLEDs,
zie figuur 10 en anderzijds ook weer
nieuwe toepassingen mogelijk te
maken. Te denken valt hierbij in eerste
instantie aan grote OLED tv-scher-
men en displays, zie figuur 11 waarin
de stapsgewijze product vergroting is
aangegeven.
Levensduur
Zoals bij alle nieuwe ontwikkelingen
zjjn er natuurlijk nog wel een aantal
problemen die dienen te worden opge-
18 VERLI CHTI NG
Ontwikkeling van de efficiency van de verschillende
verlichtingssystemen en OLED efficiency (R&D)[6].
- FIGUUR 5 -
Roadmap OLED Lighting [6].
- FIGUUR 6 -
Markt verwachting OLED-signalering en verlichting, source:
IDTechEx [6].
- FIGUUR 7 -
Flexibel OLED als de elektronische krant van de toekomst [7].
- FIGUUR 8 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 18
lost. Een groot nadeel van de huidige
stand van zaken in de OLED-techno-
logie is de beperkte levensduur van
OLED-producten. Het halfgeleider-
materiaal dat wordt gebruikt is gevoe-
lig voor lucht, vocht en stof, die degra-
datie en donkere vlekken veroorzaken.
Zo degraderen OLEDs na verloop van
tijd, iets dat overigens bij de meeste
lichtbronnen het geval is. Hierdoor
neemt de lichtintensiteit af. De levens-
duur van een LED en een OLED
wordt meestal uitgedrukt in de tijd,
waarna de lichtintensiteit afgenomen
is tot 50 % van de oorspronkelijke uit-
gangsintensiteit. Thans worden al
levensduren van meer dan 1.000 uur
(voor witte polymere OLEDs) en
meer dan 10.000 uur (voor witte klei-
ne moleculen OLEDs) bereikt in het
laboratorium. De levensduur van een
OLED-display is met circa vier jaar
aanzienlijk minder dan die van een
LCD display [2]. Recente ontwikke-
ling is dat Toshiba en Panasonic een
nieuw membraan hebben ontwikkeld,
hiermee claimen ze bij OLED-televi-
sies een verdubbelde levensduur tot
bijna 60.000 uur. Ter vergelijking; de
gemiddelde LCD-televisie heeft een
levensduur van 50.000 uur [3]. Als we
kijken naar de te verwachten techno-
logische ontwikkeling, zie de in tabel
1 weergeven technologie roadmap,
dan zien we een stapsgewijze verbete-
ring van de levensduur van de markt-
producten van 20.000 uur naar
50.000 uur in de komende vier jaar [8].
Het verdere onderzoek voor verbeterde
OLED-technologie richt zich op nieu-
we technologien als: top emitting
OLEDs (TOLEDs) [2]. Een conven-
tionele OLED heeft een bottom emit-
ting structuur waar de elektrische
componenten (anode, kathode en
polymeersubstraat) zich bevinden aan
19 TVVL Magazine 4/2009
Roadmap ontwikkeling productie proces OLED [6].
- FIGUUR 9 -
Beoogde kosten reductie van OLED-verlichting volgens USDC
(U.S. Display Consortium) 2001 [6].
- FIGUUR 10 -
Verwachte ontwikkeling van de grootte van OLED-elementen [6].
- FIGUUR 11 -
Roadmap OLED-ontwikkeling [8].
- TABEL 1 -
TOLED met een transparante kathode
op een glazen substraat. [1]
- FIGUUR 12 -
Property Units 2004 2007 2010 2013
Energy efficiency % 5 12,5 20 30
Efficacy lm/W 20 50 80 120
Color rendering index CRI 75 80 85 90
Life from 2.000 cd/m
2
hours 10 K 20 K 40 K 50 K
Panel width in 14 40 40 >40
Panel thickness mm 2,0 1,0 0,5 0,5
Panel weight gm/cm
2
0,5 0,25 0,1 0,1
Fabrication costs $/sq m 120 60 40 30
Technology Roadmap (USDC)
(Diffuse lightning)
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 19
n kant van de OLED. Hierdoor
wordt het licht enkel van n opper-
vlak uitgezonden. Een top emitting
device (TOLED) wordt gemaakt met
een ondoorzichtige of transparante
basis en heeft een relatief transparante
elektrode, zodat licht ook door het mate-
riaal aan de andere kant kan schijnen.
Voor toepassingen kan men bijvoor-
beeld denken aan autoruiten met inge-
bouwde beeldschermfunctionaliteit [2].
OLED Verlichting
OSRAM heeft een van de eerste
OLED-lamp aan de wereld voorge-
steld in april 2008 [9]. De Early Futu-
re, zoals de lamp heet, bestaat uit tien
losse leds van 132 bij 33 millimeter,
zie figuur 13. Die aparte plaatjes zijn
bovendien enorm dun. Het bedrijf
verwacht ze op termijn te kunnen
implementeren in bijvoorbeeld auto-
ruiten of plafonds [9]. Maar ook ande-
re fabrikanten hebben inmiddels lam-
pen op de markt gebracht zoals
Konica Minolta, zie figuur 14.
Als het aankomt op innovatieve ver-
lichting dan is er coolen er is just
plain briljant [10]. Makoto Tojikis
Archimedes Dream valt onder de laat-
ste catogerie. De gloeiende lint kande-
laar is verlicht door OLEDs en stal
zeker de show op menig verlichtings-
beurs in het afgelopen jaar, zie figuur 15.
VERDERE ONTWIKKELINGEN
Osram Opto Semiconductors maakte
half maart 2008 een nieuw record
door de demonstratie van een OLED-
lamp die zowel efficinter is als langer
meegaat dan zijn voorgangers. Het is
vooral de combinatie van die twee
eigenschappen die de prestatie bijzon-
der maakt. Meestal betekende een ver-
lenging van de levensduur namelijk
een lagere efficintie en vice versa. De
lamp haalt 46 lumen uit een watt, bij
een initiele helderheid van duizend
candela per vierkante meter. Dit bij
een levensduur van vijfduizend uur en
dan begint een OLED-lamp te con-
curreren met de gloeilamp of de iets
modernere en betere halogeenlamp.
Ter vergelijk de levensduur van de
gloeilamp is zon duizend uur, de effi-
cintie varieert met het wattage van
ongeveer 12 tot 14 lumen per watt.
De halogeenlamp doet het zon twee-
duizend uur met een efficintie van
circa 25 lumen per watt, zie figuur 16
[5].
Verder onderzoek
Het belangrijkste aspect bij het onder-
zoek zijn foliesystemen zogenaamde
flexibele OLEDs. Dit moet leiden
naar lichtgevende folies die gewoon op
een rol kunnen worden gemaakt. Deze
lichtgevende folies kunnen vervolgens
op wanden en plafonds worden
gebruikt voor de verlichting. Alleen is
het beschermen van de lichtgevende
lagen, die gevoelig zijn voor vocht
inwerking nog een probleem. Toch
bestaan dergelijke benodigde barrire-
lagen al, bijvoorbeeld in de voedings-
20 VERLI CHTI NG
De Early Future OLED-lamp [9]
- FIGUUR 13 -
KONICA MINOLTA OLED lamp,
Efficiency: 64 lm/w.
- FIGUUR 14 -
Mokoto Tojikis OLED-lamp Archimedes Dream.
- FIGUUR 15 -
Osram OLED record lamp.
- FIGUUR 16 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 20
industrie waar het onder andere wordt
gebruikt voor bijvoorbeeld een chips-
zak. Maar voor de OLEDs zijn lagen
nodig die nog een factor duizend min-
der vocht doorlaten dan de huidige
barrirelagenlagen. Een tweede uitda-
ging betreft de verdere reductie van
productiekosten van OLED-verlich-
ting. Wanneer men OLEDs als ver-
lichtingsproduct op rol op de markt
wil brengen, zal dit tegen een veel
lagere prijs dienen te gebeuren. De
ontwikkeling richt zich daarom daar-
bij op kostenefficintere productiecon-
cepten, zoals die van het drukken van
een krant. Een grote rol OLEDs die
door een machine gaat waardoor het
in de toekomst lukt om veel meer
meters te verkopen dan met de pro-
ductie processen van displays.
OLEDs zijn bij diverse bedrijven en
universiteiten op diverse plaatsen in de
wereld in ontwikkeling [1]. In China,
Japan en de VS zijn ook al grootschali-
ge onderzoeksprojecten opgestart. Bij-
na alles aan de OLED moet nog nader
worden onderzocht, getest en verder
ontwikkeld. Men staat nog aan de
basis en is bezig uit te vinden wat de
beste materialen zijn om OLEDs mee
te maken, wat het langste meegaat en
hoe je het mooiste licht krijgt. Verder
kijkt men naar de applicatiemogelijk-
heden en naar de elektrische aanstu-
ring. Ook de energie-efficintie kan
nog verder omhoog. Onderzoekers
van de universiteit van Michigan zijn
er in geslaagd het rendement te verho-
gen door gebruik te maken van een
rasterlaag getst in siliciumdioxide die,
in combinatie met uit polymeren ver-
vaardige microlenzen, het gevangen
licht uit de OLED geleiden. De licht-
opbrengst kan hierdoor worden ver-
hoogd tot ongeveer 78 lumen per
watt. Momenteel wordt deze techniek
gemplementeerd door het in New Jer-
sey gevestigde bedrijf Universal Dis-
play. Zij verwachten de lichtopbrengst
binnen afzienbare tijd te kunnen ver-
dubbelen tot ruim 150 lumen per
watt [1].
Het door de EU mede-gefinancierde
project OLLA (Organic LEDs for
Lighting Applications) is hier een
voorbeeld van. Gezocht wordt naar
diepblauwe of breedbandig-witte
OLED-materialen die een langere
levensduur hebben, een hoge efficin-
tie hebben en dat met een lage prijs
combineren. Commercieel verkrijgba-
re witte LEDs hebben een rendement
van ca. 50 lm/W. Witte LEDs hebben
in de laboratoria thans het rendement
van een spaarlamp (ongeveer 50
lm/W). Daarmee is het rendement
van de gloeilamp (ca. 12 lm/W) en de
halogeenlamp (ca. 20 lm/W) met
OLED-lichtbronnen al ruimschoots
gepasseerd [1]. Verwacht wordt dat
OLEDs voor verlichting al rond 2010
op de markt zullen verschijnen [1] .
Ongeveer 60 % van de lichtopbrengst
gaat verloren in de organische laag van
de OLED door terugkaatsing in het
transparante omhulsel.
De volgende generatie lichtbronnen
zal eruit zien als platte, lichtgevende
tegels. Een OLED (Organic Light
Emitting Diode) is bijzonder energie-
efficint en vrijwel overal toepasbaar.
In het Europese KP6 project OLLA
worden alle mogelijke aspecten van
deze technologie onderzocht, ontwik-
keld en getest [11]. OLLA liep van
2004 tot 2008 en telt 24 deelnemers
uit acht landen: tien industrile part-
ners, zeven universiteiten en zeven
onderzoeksinstituten. Bijzonder is dat
twee grote lichtfirmas van Europa,
Philips en Osram, hun krachten bun-
delen. Philips nam zelfs het initiatief
tot het project. Anders dan een spaar-
lamp ziet een OLED eruit als een plat-
te, lichtgevende tegel. Het licht is
zacht en diffuus en kan worden
gedimd. Hierdoor kan in de toekomst
bij een kantoor, vrij eenvoudig een
OLED in het plafond worden
geplaatst. Plafondtegel eruit, lichttegel
erin. Voor toepassing thuis kan men
denken aan systemen waarbij men s
ochtends wakker wordt in fris licht-
blauw licht, en s avonds bijvoorbeeld
een wijntje drinkt bij gezelliger geel
licht. De partners in OLLA willen de
OLED-technologie verder ontwikke-
len tot een betaalbaar product dat
algemeen kan worden toegepast in
verlichting. OLED heeft wat dat
betreft een goede uitgangspositie: min-
stens zo zuinig als een spaarlamp en
een tien keer langere levensduur dan
een gloeilamp [11].
De eerste mijlpaal die OLLA op zijn
naam mocht schrijven was een proto-
type vrij van indiumtinoxide (ITO).
ITO wordt gebruikt als transparante
geleidende laag op het glas. Dat is
handig omdat de beeldschermindus-
trie de vraag naar het vrij zeldzame
indium sterk heeft opgekrikt, waar-
door de prijzen exorbitant zijn geste-
gen. Het is daarom wenselijk een
goedkoper alternatief voorhanden te
hebben, in plaats van nog een indium-
afhankelijke industrie op te zetten.
21 TVVL Magazine 4/2009
Prestatie perspectief LED en OLED, Source: Philips Research, Hans Nikol, OLED Asia
March 2004 [6].
- TABEL 2 -
Status and Outlook White LEDs
Cost of Ownership Calculation
Flux Eff.
Bright-
ness
CRI Lifetime Cost
[lm] [lm/W] [Mcd/m
2
] [khrs]
[$/Mlm
h]*
Incandes. 60W 900 15 10 100 1 7,2
Halogen 50W 1.000 20 20 100 2 6,3
TL 54W 4.900 90 0,015 80 24 1,2
CFL 11W 550 50 0,010 80 10 3,1
UHP 200W 7.000 35 1.000 85 5 5,7
Luxeon 2002 125 25 3 75 60 6,0
OLED 2010 [m
2
] 3.000 50 0,001 80 10 3,0
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 21
Het ITO-vervangende polymeer was
bovendien goedkoper te verwerken,
wat de kostprijs lager maakt[5].
OLLAs tweede prestatie van formaat
was een OLED-lichtbron met een effi-
cintie van 25 lumen per watt in com-
binatie met een levensduur van vijf-
duizend uur. Dat is al twee keer zo
efficint als de normale gloeilamp. Ter
vergelijking: een jaar eerder waren
deze cijfers nog enkele duizenden
uren en 10 lumen per watt. Het uit-
eindelijke doel is echter nog een stuk
ambitieuzer. Zowel de efficintie als de
levensduur moeten nog een factor
twee hoger, zodat de OLEDs met 50
lumen per watt en tienduizend levens-
uren de spaarlamp benaderen [5].
Op prijs kunnen concurreren is nuttig
voor een nieuwkomer op de markt, zie
tabel 2, maar de extra style features zijn
essentieel. En juist daar heeft OLED
veel te bieden. Zo is er bijvoorbeeld
een raamlamp die als hij uit staat een
transparantie heeft van 55 procent en
aandoet als rookglas. Maar staat hij
aan dan geeft de lamp wit licht af. Dit
kan mooi en bijzonder werken voor
scheidingswanden, daken of plafonds
die overdag nauwelijks te zien zijn,
maar s avonds en s nachts licht geven.
Een andere toekomstbelofte van
OLED, zijn lampen op een flexibel
substraat, dus bijna universeel vorm-
baar biedt bijna oneindige design
mogelijkheden [5].
Het Fraunhofer Instituut voor fotoni-
sche microsystemen liet een voorbeeld
zien van een andere functionele inter-
actie met de mens: een aanraakgevoeli-
ge OLED die met handbewegingen
kan worden aan- en uitgezet, zie
figuur 18 [12]. In de toekomst komen
daar mogelijk nog kleurveranderin-
gen-op-indicatie bij.
Een interessante vondst, maar interes-
santer is hoe deze verder wordt uitge-
werkt. Volgens Ed van den Kieboom,
de Nederlandse oprichter van de Plas-
tic Electronics Foundation ontbreekt
nog de aansluiting met de eindgebrui-
kers in dit veld. Dit terwijl de organi-
sche elektronica zoveel toepassingsmo-
gelijkheden heeft; sensoren, batterijen,
slim textiel, RFID-labels - je kunt het
zo gek niet bedenken [12]. Kortom
OLED zijn de toekomst maar die toe-
komst begint nog niet morgen, de
morgen is nog aan LED.
LITERATUUR / REFERENTIES
1. http://nl.wikipedia.org/wiki/Oled.
2. Wijngaart A.van, 2005, Singapore
heeft het licht gezien in OLED, twa
net werk, 20-4-2005,
http://www.twanetwerk.nl/default.
ashx?DocumentID=4169.
3. http://w3.tue.nl/nl/diensten/cec/
pers_en_media/persberichten/2004/2
0_10_2004_sir_richard_friend_ove
r_plastic_elektronica/.
4. Rijswijk, T. van, 2005, PolyLED
TV: een (toekomst)droom? VENI-
blad, het verenigingsblad van de
Vereniging van Eindhovense
Natuurkundig Ingenieurs. Mei
2005, jaargang 12 - nummer 2.
5. Gerven, P. van, 2008, Oled-techno-
logie niet alleen voor schermpjes, 25
april 2008, http://www.bits-
chips.nl/nieuws/bekijk/artikel/oled
-technologie-niet-alleen-voor-
schermpjes.html#colmns.
6. Amelung J., Scholles M., 2007,
OLED Lighting, Fraunhofer Insti-
tute for Photonic Micro systems,
26 juni 2007, 04-scholles2752.pdf.
7. Kouwenberg B., 2003, De werking
van OLED-beeldschermen nader
bekeken, X-bit Labs, zaterdag 24
mei 2003,
http://tweakers.net/nieuws/27118/
de-werking-van-oled-beeldscher-
men-nader-bekeken.html.
8. Leo, K. ,Organic Light-Emitting
Diodes: New Opportunities for Dis-
plays and Lighting Institut fr Ange-
wandte Photophysik, TU Dresden
und Fraunhofer-Institut fr Photo-
nische Mikrosysteme, Dresden,
15.09.2004.
9. http://www.inhabitat.com/2008/
04/21/osram-oled-lamp-ingo-mau-
rer/
April 21, 2008
http://www.inhabitat.com/2007/05/
29/organic-led-lamp-by-makoto-
tojiki/.
10.Pilloton E., 2007, ORGANIC
LED LAMP BY MAKOTO TOJI-
KI, May 29, 2007.
11.OLLA: Werken aan een platte gloei-
lamp, http://www.senternovem.nl/
projectengalrij/overzicht/innovatie/
olla.asp.
12.Gerven, P. van 2008, Organische
elektronica mist aansluiting eindge-
bruiker Bits&Chips, 12 november
2008.
22 VERLI CHTI NG
Het Fraunhofer Instituut voor fotonische microsystemen presenteerde op de Plastic
Electronics Conference 2008 een OLED-lamp die op aanraking reageert [12].
- FIGUUR 18 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 22
Powered by Rucon
Rucon is veelal onzichtbaar overal aanwezig. Het resultaat en het effect van onze ventilatie-
systemen vindt u terug in de vele toepassingen binnen de utiliteitsbouw, industrie, woningbouw,
scheepsbouw en parkeergarages. Dat heeft niet alleen te maken met onze gedegen kennis en
jarenlange ervaring of met het gegeven dat wij vrijwel alle bekende Europese merken vertegen-
woordigen! Nee, vooral de wijze waarop wij vanuit ieder speciek probleem voor een project-
matige benadering kiezen, zodat ieder werkgebied en iedere klant een eigen optimale oplossing
krijgt aangedragen, geeft ons een duidelijke voorsprong. Niet zo verwonderlijk dat in steeds meer
parkeergarages gekozen wordt voor de kracht van Rucon!
Rucon Ventilatoren B.V., Postbus 263, 3840 AG Harderwijk. T 0341- 439100 I www.rucon.nl
Rucon, ventilatoren voor elke toepassing
VERL I CHTI NG
24
De opmars van
LEDs in de sanitaire
wereld
De opkomst van het LED-lampje heeft vele nieuwe mogelijkheden
gebracht. Zo zijn deze minuscule lampjes mooi in een interieur-
ontwerp te verwerken, bijvoorbeeld in tegelwanden of vloeren,
want alle kleuren van de regenboog kunnen ermee worden ge-
mengd. Van zwoel rood tot rustgevend groen of verfrissend blauw.
Diverse fabrikanten verwerken LEDs in douche- en stoomcabi-
nes, regendouches en baden. Maar ook keukenkranen en zelfs het
hedendaagse toilet moet inmiddels aan LED-verlichting geloven.
- door H. Lodder*
* Deerns Raadgevende ingenieurs BV
- Rijswijk, Senior Specialist en Redactie-
raad TVVL Magazine
E
en Light Emitting Diode
oftewel LED is een lampje vari-
erend in doorsnede van 0,5 tot
9 mm. Door een groot aantal super-
heldere LEDs in een lampfitting te
plaatsen, krijgen we wat wij noemen
een LED-lamp. Als losse variant
worden deze al vele jaren in onze
huishoudelijke apparaten toegepast.
Denk maar aan de rode lampjes in
digitale wekkers en stand-by functies
van televisies en radios.
LEDs zijn duurzaam, uitermate sterk
en gebruiken veel minder energie dan
een gewone lamp. Daarnaast heeft de
LED nog vele andere voordelen:
- kleine en compacte lichtbron;
- lange levensduur;
- hoge lumen output;
- energiezuinig en efficint;
- mogelijkheid tot dimmem / knip-
peren;
- schokbestendig;
- geen UV, geen IR;
- laag voltage, hoge veiligheid;
- geen kwik, dus beter voor het
milieu;
- gesatureerde kleuren, geen filters
nodig;
- dynamische effecten mogelijk;
- onmiddellijke opstart, ook bij lage
temperaturen;
- lage onderhoudskosten.
Naast de vele voordelen bestaan nog
steeds enkele euvels:
- (nog) relatief duur;
- warm-witte LEDs nog niet vol-
doende efficint voor algemene
verlichting;
- temperatuurgevoeligheid voor licht-
opbrengst, lumenbehoud en kleur;
- onderlinge kleurafwijkingen door de
huidige fabricagetechniek;
- voor functionele toepassingen:
afname van de lichtstroom tijdens
gebruik (mede afhankelijk van
kleur);
- mogelijke warmtehuishouding;
- is nog in volle ontwikkeling;
- er zijn veel goede, maar helaas ook
slechte producten op de markt. De
consument moet dus opletten bij
aankoop.
VERLICHTINGSPLAN
LED-verlichting kan veel invloed
hebben op de sfeer in een ruimte.
Verlichte plekken en een zekere mate
van contrast worden in het algemeen
als prettig ervaren. Een goede dosering
van diverse contrastverhoudingen is
belangrijk. Gelijkmatige verlichting
werkt versuffend en te grote of te felle
lichtcontrasten zijn onprettig, omdat
ze een vermoeid gevoel in de ogen
geven als gevolg van het veelvuldig
openen en sluiten van de iris.
Bij het ontwerp van een badkamer
ligt de nadruk dikwijls op de indeling
van het sanitair en de keuze van tegels.
Het resultaat van dat creatieve proces
wordt echter pas zichtbaar door een
goed verlichtingsplan. Een dergelijk
verlichtingsplan bestaat uit de keuze
en op de juiste plaats aanbrengen van
de basis- en sfeerverlichting.
Basisverlichting is vooral functio-
nele verlichting. Een voorbeeld van
functionele verlichting is de scheer- en
cosmeticaspiegel van de firma Emco
die ook met LED-verlichting (4,5
watt) verkrijgbaar is. (zie foto 1)
Bij sfeerverlichting gaat het niet om
Een voorbeeld van functionele verlichting.
- FOTO 1 -
H
.

L
o
d
d
e
r
25
TVVL Magazine 4/2009
de lichtopbrengst, maar om de sfeer
die de verlichting in de badkamer
schept. Kleuren werken motiverend of
ontspannend, opwekkend of kalme-
rend, verwarmend of verkoelend. Met
slimme schakelingen kunnen LEDs
voor schitterende kleureffecten zorgen.
Wanneer de LED-installatie bijvoor-
beeld aangesloten is op een geluids-
installatie, volgt het kleurpatroon
de tonen of maten van de muziek.
Hiermee kunnen spectaculaire accen-
ten worden aangebracht, zoals een ver-
lichte golfbeweging in diverse kleuren
door de gehele badkamer. Bij plaatsing
van de LED-lampen in een bij uitstek
natte ruimte als de badkamer verdient
het veiligheidsaspect natuurlijk veel
aandacht. De IP-waarde (International
Protection) van verlichtingsproducten
geeft aan in welke mate zij bestand
zijn tegen stof, vaste voorwerpen en
water. Hoe hoger het tweede cijfer van
deze waarde, hoe waterdichter het
product.
DOUCHE OF BAD
De opkomst van het LED-lampje
heeft inmiddels ook bijgedragen aan
nieuwe mogelijkheden in de he-
dendaagse badkamer, zoals o.a. het
therapeutisch douchen. De douche
zorgt hierbij niet alleen voor lichaams-
reiniging, maar biedt daarnaast ook de
mogelijkheid om het douchewater te
voorzien van gekleurd licht voor chro-
motherapie (chromos is het Griekse
woord voor kleur) en sfeer. Het dage-
lijkse leven is hectisch en de besloten-
heid van bad- en/of slaapkamer is vaak
de enige plaats om je terug te trek-
ken. Steeds vaker zien we inte rieurs
waarbij de slaap- en badkamer n
geheel vormen, bedoeld om optimaal
tot rust te komen. Een ouderwets bad
of douche is tegenwoordig niet meer
voldoende. En ook wat kleur betreft,
is de badkamer niet meer als vanouds.
De veilige basiskleuren wit en lichtgrijs
nemen steeds verder af en het aanbod
van bad- en bedmeubelen groeit qua
vormgeving steeds meer naar elkaar
toe. Als het geheel maar licht en
luchtig is en warmte uitstraalt. Mensen
willen tegenwoordig dezelfde bad-
kamer als in een luxe hotel. Op deze
wijze is de laatste jaren de regendou-
che erg populair geworden. Dit zijn
douchekoppen die zowel aan de wand
als aan het plafond kunnen worden
gemonteerd en waaruit de naam zegt
het al een tropische regenbui stort.
Douchen is hot. Om ruimte te win-
nen wordt vaker het bad opgeofferd
voor een inloopdouche. En met een
dergelijk handige afvoergoot tussen de
badkamer- en douchevloer, voorkom
je dat de hele bad- en/of slaapkamer
blank komt te staan.
Onderzoek in de leeftijdsgroep van
21 tot 65 jaar geeft aan dat iets meer
dan de helft van de Nederlanders (57
procent) liever een douche neemt dan
dat ze in bad gaan. Tien procent van
de mensen gaan weer liever in bad
dan douchen en eenderde kiest voor
een combinatie van beiden. Vrouwen
blijken iets vaker een badmens te zijn
dan mannen, zij krijgen van badderen
een ontspannen gevoel. Mannen geven
vaker dan vrouwen de voorkeur aan
een douche en waarderen het active-
rende effect.
THERAPEUTISCH DOUCHEN
Met de Hansaclear Lux maak je
van iedere douchebeurt een beleve-
nis. Bovendien ben je verzekerd van
een dagelijks portie lichttherapie. De
gentegreerde LED-verlichting in de
douchekop zorgt voor verlichting van
binnenuit in een kleur naar wens.
Opwekkend rood voor een verkwik-
kende ochtenddouche bijvoorbeeld,
rustgevend groen voor een ontspannen
avond, of toch liever spannend oranje,
violet of pink? Met n druk op de
knop kunnen afzonderlijke kleuren uit
het gehele regenboogspectrum worden
gekozen. De lichtfunctie wordt door
een kleine accu in de greep gevoed,
die slechts zelden opgeladen hoeft te
worden, aldus Piet Pirovano, directeur
van Hansa Nederland.
Therapeutische douche.
- FOTO 3 -
Door de accu in de oplader te plaatsen
is deze weer snel klaar voor gebruik.
De transparante douchekop, ter groot-
te van een cd, zorgt overigens niet
alleen voor de verlichting, maar maakt
ook de waterbeweging zichtbaar. De
Hansaclear Lux is verkrijgbaar in een
twee-straalse uitvoering. Via de simpel
met n hand te bedienen scroll-
omstelling kunnen de verschillende
stralen (naaldstraal en zachte straal)
worden ingesteld.
CHROMOTHERAPIE
De hoofddouche van de HansaCo-
lourshower is voorzien van LEDs
IP-waarde: Bescherming: Benaming:
X0 Geen --
X1 Druppelend water --
X2 Druppelend water bij een schuine stand tot 15 --
X3 Sproeiend water Regenwaterdicht
X4 Opspattend water Spatwaterdicht
X5 Waterstralen Spuitwaterdicht
X6 Stortzeen --
X7 Onderdompeling Waterdicht
X8 Verblijf onder water Drukwaterdicht
Tabel met IP-waarden.
- TABEL 1 -
Regendouche.
- FOTO 2 -
26
VERL I CHTI NG
die het hele kleurenspectrum voor
chromotherapie bieden. Zo kan het
douchewater worden verlicht met een
kleur naar keuze, voor een weldadige
werking op lichaam en geest. Zo
wordt in ziekenhuizen bijvoorbeeld
blauw licht gebruikt bij babys die
onvoldoende leverfunctie hebben. In
totaal biedt de HansaColourshower
acht kleuren en gewoon wit licht,
voor douchen met een extra dimensie.
De gewenste kleur is eenvoudig in te
stellen, via het verlichte bedieningspa-
neel. Ook kan worden gekozen voor
n van de vier voorgeprogrammeerde
lichtprogrammas: Fire, Sweep, Wave
en Ice. Elk van deze programmas is
erop gericht het energie-evenwicht te
herstellen. In combinatie met weldadig
warm water maakt de HansaColour-
shower van een gewone doucheruimte
een echte wellnessruimte.
water door de interne turbine stroomt.
Niet alleen leuk en handig, maar ook
nog eens goed voor het milieu door
geen extra energie te gebruiken. De
handdouche is bovendien waterbespa-
rend en heel eenvoudig te installeren.
Hij past op de meeste doucheslangen,
maar de waterdruk moet wel tussen
de 1,5 en 5 bar zijn. En hoe groter de
waterdruk hoe helderder de LED-
verlichting gaat branden.
1.200 mm. De LEDs kunnen vlot en
waterdicht in de douchegoot worden
gentegreerd, ook al is deze reeds
geplaatst. Twee compacte, herlaad-
bare modules met LEDs worden aan
onderkant van het rooster geklikt. De
pinnetjes waarmee ze worden vastge-
zet, klemmen het rooster ook mooi in
de douchegoot. Elke batterij heeft vier
LEDs die naar binnen in de douche-
lijn schijnen. De LED-modules zijn
gekeurd om in combinatie met water
te gebruiken. Zodra er voldoende
water in de douchegoot vloeit, sluit
zich de stroomkring aan de contacten
van de modules en de LEDs lichten
op. Sluit men de douchekraan en het
water verdwijnt, dan zullen de LEDs
na enkele minuten opnieuw uitdoven.
Aan een gemiddelde van vijftien mi-
nuten doucheplezier per dag gaan de
batterijen een half jaar mee, alvorens
ze te herladen met de meegeleverde
batterijlader. Beschikbaar in verschil-
lende kleuren: blauw, rood en groen.
Maar de meest exclusieve uitvoering
is de Regenboog. Een zacht, veran-
derend kleurpalet brengt hierbij een
stijlvolle en rustgevende sfeer in de
badkamer.
Chromotherapeutische douche.
- FOTO 4A T/M C -
Handdouche reageert op watertempera-
tuur.
- FOTO 5A -
Buiten de douchekopverlichting met
temperatuurcontrole zijn er meerdere
uitvoeringen, waaronder de regenboog
douchekopverlichting. Deze verandert
iedere zeven seconden van kleur.
- FOTO 5B
INLOOPDOUCHES
Inloopdouches zijn in en maken deel
uit van elk hedendaags badkamerin-
terieur. De firma ACO voegt daar een
extra designelement aan toe: een luxe
douchegoot met LED-verlichting.
Top Showerline is de naam van deze
luxueuze douchegoot die een vlotte,
doeltreffende afwatering in de inloop-
douche combineert met een prachtig
staaltje design. Je kunt kiezen voor
een betegelbaar inlegrooster of voor
n van de zes designroosters, volledig
in lijn met de rest van de badkamer-
inrichting. De douchegoot heeft een
breedte van 84 mm en is beschikbaar
in lengtes varirend van 700 tot
LED toegepast in inloopdouches.
- Foto a en b -
IN WANDEN EN VLOEREN
Naast het toepassen van LEDs in
douchegoten is het ook mogelijk om
vloeren en wanden een hele nieuwe di-
mensie te geven. Stenen vloeren ogen
soms sierlijk, soms elementair. De
firma Eyeleds heeft hiervoor een in-
novatief LED-lichtsysteem ontwikkeld
voor tegel- of natuurstenen vloeren en
wanden. Zij bieden uitgebreide keu-
zemogelijkheden, flexibiliteit en niet
LOSSE HANDDOUCHE
Een dergelijke variant van firma Or-
tano (distributeur van de patenthou-
der) is inmiddels ook als losse hand-
douche verkrijgbaar. De douchekop
verlichting geeft met gekleurd licht
de temperatuur van het water aan.
Groen bij koud water, blauw en paars
bij warm water en rood wanneer het
water heet is. De verlichting zit boven
aan de douchekop en kleurt de gehele
waterstraal. Dit geeft een spetterend
effect in de badkamer. Het apparaat
gebruikt geen batterijen of elektrici-
teit, maar wordt aangedreven zodra
27
TVVL Magazine 4/2009
in de laatste plaats een groot voordeel,
want de tegelzetter kan zlf de verlich-
ting in n werkgang met het aanbren-
gen van de vloer installeren. Dit instal-
latiegemak heeft alles te maken met de
extreem vlakke inbouwdiepte (slechts
6,5 mm) van de verlichting. Hierdoor
is het mogelijk LEDs toe te passen
in wand- en vloertegels met een dikte
vanaf 7 mm. De gebruikskosten zijn
zeer gering. Het stroomverbruik van
het ronde model bedraagt bijvoorbeeld
slechts 0,3 watt. Doordat de LEDs
tegenwoordig een levensduur kunnen
bereiken van 100.000 uur heeft men
na installatie praktisch geen omkijken
naar de verlichting en zijn de onder-
houdskosten feitelijk verwaarloosbaar.
Mochten zich desondanks problemen
voordoen, dan is een individueel arma-
tuur eenvoudig te vervangen zonder
dat daarvoor de vloer hoeft te worden
opengebroken. Naast het creren
van decoratieve accenten is LED-
verlichting ook uitermate geschikt als
orintatie- en markeringslicht. Wan-
neer u bijvoorbeeld in het donker de
badkamer betreedt, bieden de LEDs
voldoende orintatielicht zodat het in-
schakelen van de algemene verlichting
overbodig wordt.
WASTAFELKRANEN
De nieuwste automatische wastafel-
kraan van KWC ONO is voorzien
van een LED lightpin die na aanra-
king automatisch aan en uit schakelt
na 60 seconden of wanneer de tempe-
ratuur onder de 38

C komt. Wan-
neer de watertemperatuur boven de
45

C komt, dan begint de lightpin


als waarschuwing rood te knipperen.
Deze wastafelkraan maakt water tot
een visuele belevenis. Het hele spec-
trum van koud tot heet verandert
mee met de werkelijke watertempera-
tuur van blauw, via paars naar rood.
gevaar is dat er hierdoor oxidatie in het
drinkwater terecht kan komen.
LED toegepast in vloeren en wanden.
- FOTO 7 -
Wastafelkraan voorzien van een LED
lightpin.
- FOTO 8 -
Waterval wastafelkraan met LED-verlich-
ting.
- FOTO 9 -
Wastafelkranen voorzien van een opzetstuk met
LED-verlichting.
- FOTO 10A EN 10B -
BADEN EN WASTAFELS
De meest opvallendste wastafels en
baden in de wereld met LEDs zijn die
van de firma WET. Deze kleurrijke
modellen zijn een mooi alternatief
voor de traditionele zware, onverlichte
porseleinen uitvoeringen. De model-
len zijn gemaakt van polyetheen wat
het mogelijk maakt felle kleuren te
gebruiken in combinatie met LED-
verlichting. De WET-modellen zijn
verkrijgbaar in acht kleuren: tradi-
tioneel wit, lila, fuchsia, groen, geel,
oranje, rood en zwart (deze laatste
overigens zonder LEDs). Ook zijn er
modellen verkrijgbaar voor kinderen
waar de LEDs in de wastafel allerlei
dieren (dinos bijvoorbeeld) doen
oplichten.
De firma Ortano kan echter een zeer
fraaie wastafel waterval kraan Joel
leveren met LED-verlichting. Deze
werkt middels een batterijbehui-
zing gezien men niet standaard een
aansluitvoorziening heeft onder iedere
wastafel.
KRAANVERLICHTING
Voor mensen die thuis eens leuk voor
de dag willen komen is er voor de was-
tafelkraan ook gewoon een opzetstuk
van de firma Ortano verkrijgbaar die
je op de uitloop van de kraan schroeft.
Met LED-verlichting maar ook als
temperatuursensor.
Is het water koud dan is de kleur van
het water lichtblauw en zodra het
water boven de 32

C komt verandert
de LED in een rode kleur. Niet alleen
mooi, maar ook nog eens functioneel
en ideaal voor kleine kinderen of
een slimme schenking voor oudere
mensen.
Er zijn inmiddels van dergelijke opzet-
stukken diverse kopien op de markt
die nogal wat problemen veroorzaken
met de afsluiting. Dergelijke uitvoe-
ringen zijn niet van plastic waardoor
er na verloop van tijd oxidatie ontstaat
en het opzetstuk niet of zeer moeilijk
van de kraan is af te halen. Bijkomend
Voorbeelden van toepassing LED in de badkamer.
- FOTO 11A T/M C -
VERL I CHTI NG
TOILEDLICHT
Behalve de badkamer willen de
mensen ook dikwijls het toilet een
eigen persoonlijke uitstraling en sfeer
geven. Van ingetogen wit tot de meest
uitbundige dessins. Een onderdeel wat
hierbij kan helpen is een kunststof toi-
letbril en deksel voorzien van LEDs.
Want vooral in kunststof is er veel
keuze. Wat te denken van een toiletbril
voorzien van een eigen kindertekening
of foto? Maar een toiletbril voorzien
van LEDs is in alle opzichte een blik-
vanger. Deze bril en deksel bestaan uit
een transparante kunststof met diverse
motieven en een serie LED-lampjes
doet de rest. De bril is gemakkelijk op
alle bestaande toiletten te monteren en
werkt op batterijen. LED-verlichting is
bovendien spaarzaam, waardoor deze
batterijen een zeer lange tijd meegaan.
Naast LEDs in een toiletbril of deksel
bestaat er ook het toiLEDlicht. Dit is
een op zich staand opererend systeem-
pje. Het lampje hangt als het ware in
de toiletpot. Het kastje van de bat-
terijen hangt aan de buitenzijde. De
bediening is in de vorm van een vinyl
matje wat onder de toiletmat geplaatst
dient te worden. Op het moment dat
men op de toiletmat stapt gaat het
LED-lampje in de toiletpot automa-
tisch aan. Binnenkort komt er van de
firma Ortano een nieuwe uitvoering
op de markt die met een bewegings-
melder werkt.
KEUKENKRANEN
De KWC Eve keukenkraan biedt
meer dan een vloeiende waterstaal
alleen. Naast waterbron is het ook een
lichtkraan. In de uittrekbare spoeldou-
che (of vaatdouche) is een transparante
ring met LED-verlichting gente-
greerd. Met een druk op de knop
wordt de lichtstraal geactiveerd. Om-
dat de lichtbron zich bevindt op de
uittrekbare spoeldouche, kan deze ook
gericht worden gebruikt, bijvoorbeeld
om een kookboek even bij te lichten.
Dankzij de vormgeving zijn de kraan
en de uittrekbare douche eenvoudig
schoon te maken. Met n handbewe-
ging wordt de spoeldouche eenvoudig
uitgenomen en teruggeplaatst.
De designers van KWC Eve stonden
voor de uitdaging de slank gebogen
kraan te voorzien van een uittrekbare
Neoperl-slang die zowel de water- als
de stroom toevoer bevat. De oplossing
werd gevonden in een slang met twee
lagen waardoor de water- en stroom-
toevoer hermetisch van elkaar geschei-
den zijn, voor een veilige werking. De
slang is verbonden met een speciaal
ontwikkeld aansluit element dat de
toevoer van water en elektriciteit naar
de verschillende technische compo-
nenten stuurt. De LED-verlichting in
het uiteinde van de spoeldouche zorgt
duurzaam voor een energiezuinige
werking met een hoge lichtcapaciteit.
De aansluiting op het elektriciteitsnet
gebeurt via een laagspanningsadapter
van 12 volt. De kraan is beschikbaar in
een hoge en lagere variant. Een variant
op de Eve is de INOX van KWC.
Deze elegante roestvaststalen tweegats
keukenmengkraan is nu ook met lumi-
naqua beschikbaar. Ook bij dit type is
de LED-lichtring gentegreerd in de
uittrekbare uitloop. Deze is in eerste
instantie voor het oog onzichtbaar,
maar biedt tot 50 cm bewegingsvrij-
heid. De kraan is bovendien 360
graden draaibaar en zeer eenvoudig te
bedienen en schoon te maken.
LED SCHOONMAAK CONTROLE
Naast het toepassen van LED-ver-
lichting als sfeerverlichting bestaat er
Voorbeelden van toepassing
LED in het toilet.
- FOTO 12A EN B -
inmiddels ook de LED schoonmaak
controle. Met deze LED-technologie
is het mogelijk om uitgevoerde
schoonmaakwerkzaamheden van sani-
taire voorzieningen te controleren of
deze ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd
zoals afgesproken. Daarnaast kan deze
controlemethode worden gebruikt om
de kwaliteit van de schoonmaakwerk-
zaamheden te verbeteren. Door middel
van UV-licht (golflengte 365 nanome-
ter) wordt een oppervlak, bijvoorbeeld
closetpot, urinoir, e.d. beschenen.
Niet, of slecht, schoongemaakte op-
pervlakken laten dan direct zien of er
nog vuil is achtergebleven. Bij goed
gereinigde oppervlakken laat de LED-
lamp direct zien dat er ook echt goed
is schoongemaakt. Door middel van
markeren en registreren kan vervolgens
in een rapport worden aangetoond of
er een schoonmaakprestatie naar be-
horen is geleverd. Naast het periodiek
nemen van oppervlakte monsters is
deze LED-technologie een zeer prak-
tische aanvulling geworden op reeds
bestaande controle mogelijkheden van
sanitaire voorzieningen.
Toiletpot met toiLEDlicht.
- FOTO 13 -
KWC INOX tweegats keukenmengkraan.
- FOTO 15 -
KWC Eve keukenkraan.
- FOTO 14 -
Voorbeeld van toepassing LED voor
schoonmaakcontrole.
- FOTO 16
CONCLUSIE
Op dit moment wordt in de sanitaire
wereld dus al veelvuldig gebruik ge-
maakt van LEDs als sfeerverlichting.
Voor de toepassing van basisverlichting
is de ontwikkeling van de LED nog
niet ver genoeg. Door het groeperen
van LEDs is het wel mogelijk om
verlichtingsarmaturen te maken. De
verwachting is dat pas medio 2010
2020 de techniek ver genoeg is om
tot grootschalige vervanging van de
huidige lichtbronnen over te gaan.
28
aardwarmte
w
w
w
.
r
e
m
o
n
.
c
o
m
aardwarmte
t boringen voor WKO-systemen
t levering inclusief besturing en pompen
t gesloten bronsystemen tot 300 meter diep
(hoe dieper de bron, hoe hoger het rendement:
tot 12 kW per lus / VBWW - verticale bodemwarmtewisselaar!)
t grote en kleine boormachines, geschikt voor elk terrein
t indien gewenst vooraf gegaan door een geologische analyse
t boorgat volledig opgevuld d.m.v. cementeren (voorschrift 2009)
t mr dan 30 jaar ervaring
t EGB-erkend boorbedrijf
Bel vandaag nog. We staan u graag te woord!
Marum | Dalfsen | Ospel
0594 64 80 80 0529 43 50 40 077 466 00 45
Remon Aardwarmte
Voorsprong door techniek
www.hrmatwork.nl T 079 - 3631610
HRM@WORK is specialist in werving en selectie van
gekwaliceerd personeel in de Elektro- en Installatietechniek.
Wij werken uitsluitend vanuit de klantvraag, uw vraag.
Ga naar onze website en maak kennis met onze aanpak.
LI>E=>GBG=>
LI>E=;>K@
A{M;NK>:NOHHK>E>DMKH&BGLM:EE:MB>M><AGB>D
Biddle bewijst met de nieuwe
DoorFlow dat een geopende deur,
comfortabel binnenklimaat en lage
stookkosten uitstekend samen-
gaan.
Zeer gunstige prijs-/kwaliteitverhouding
Ruimtetemperatuurregeling
Hoog rendement luchtgordijn
Snel en eenvoudig te installeren
Uit voorraad leverbaar
5 jaar garantie all-in
Model DoorFlow
Onderhoudsvrij
NIEUW
Comfort-luchtgordijn
Comfortabel en
energiebesparend!
Biddle bv, Postbus 15, 9288 ZG Kootstertille
Tel. 0512 33 55 55, info@biddle.nl www.biddle.nl
DoorFlow
Blokker
Luchtgordijn
selecteren?
>
Voor iedere
ingang
> Effect!
LSA Arnhem BV
P. Calandweg 54 6827 BK Arnhem NL
+31(0)26 - 361 16 11
+31(0)26 - 362 18 91
E-mail: lsa@lsaarnhem.nl www.lsaarnhem.nl
>
Van
standaard
>
Tot
speciaalbouw
Luchtgordijnen
Air curtains
Luftschleier
Rideaux dair
Cortina de aire
Barriere d'aria
ORGANI SATI E
30
Innovatiekracht
activeren
Innovatie is reeds geruime tijd tot n van de beleidsspeerpunten
van UNETO-VNI verklaard. Uitgewerkt in de programmalijnen
Radar, Adviseur en Aanjager werkt de vereniging aan innova-
tiekracht activeren. In dit artikel worden het beleid, de aanpak,
samenwerkingsverbanden en enkele resultaten uit de toekomstver-
kenning met concrete vernieuwende business cases geschetst.
- door ir. R.M. van der Linden MBA
** manager Producten en Diensten, voor-
heen beleidsmedewerker Technologie
& Innovatie UNETO-VNI bestuurslid
afdeling Elektrotechniek TVVL.
I
nnovatie gaat niet vanzelf al den-
ken veel mensen dit wel. Specifiek
voor nieuwe producten dienen
de randvoorwaarden voor succes te
worden ondersteund door gericht
beleid bij de introductie van nieuwe
technologien zoals LED. Uneto-Vni
heeft innovatie reeds geruime tijd tot
n van de beleidsspeerpunten van de
vereniging verklaard. Uitgewerkt in de
programmalijnen Radar, Adviseur
en Aanjager werkt de vereniging
voortdurend aan het motto innova-
tiekracht activeren. De brancheor-
ganisatie hoopt hiermee de leden te
stimuleren tot vernieuwing, een bij-
drage te leveren aan het oplossen van
maatschappelijke vraagstukken en het
rendement van aangesloten bedrijven
te verhogen. Het onderwerp LED-
verlichting is een onderwerp waar de
branche een bijdrage wil leveren aan
het thema duurzaamheid en de leden
wil informeren over nieuwe techno-
logie en toepassingen. In dit artikel
worden de drie programmalijnen en
de achtergronden in algemene zin be-
handeld. Het project Radar en enkele
behaalde resultaten krijgen speciale
aandacht, evenals de rol van TNO als
strategische samenwerkingspartner van
de brancheorganisatie. Voor het aanja-
gen van innovatie heeft de vereniging
[1] ook andere samenwerkingspart-
ners, waaronder OTIB [2], Syntens
[3] en InstalNova [4]. De positie van
deze organisaties in het innovatiebeleid
wordt eveneens benoemd.
INNOVATIEBELEID VAN UNETO-VNI
Uneto-Vni heeft bij de fusie in 2002
de strategische keuze gemaakt om
leden pro-aktief te informeren over
technische en maatschappelijke ont-
wikkelingen en daaruit voortkomende
marktkansen. Vandaar dat er een
beleidsadviescommissie, de Innovatie-
Groep onder voorzitterschap van drs.
ing. A.L.A. van Gelder, is ingesteld die
het innovatiebeleid en de activiteiten
van de brancheorganisatie nader is
gaan uitwerken. In het position paper
Innovatiekracht activeren [5] is het
beleid verwoord.
Het algemene denkbeeld binnen de
branche over innovatie, zeker in de
beginjaren van het innovatiebeleid,
wordt sterk gepercipieerd vanuit
techniek en wetenschap. Tevens is een
algemeen beeld binnen de instal-
latiebranche dat innovatie alleen van
toeleveranciers en fabrikanten komt.
Dit maakt de bewustwordingspro-
blematiek rondom innovatie bij de
achterban weerbarstig. Op basis van
een 5-punten plan (kader 1) is de
branche het onderwerp innovatie bij
haar leden gaan presenteren.
We zien nu dat dit 5-puntenplan
uit 2004 na enkele jaren een breder
draagvlak heeft gekregen. Zo hebben
het kabinet en het Innovatieplatform
innovatie als sleutel van het oplossen
van maatschappelijke vraagstukken
benoemd. Tevens zijn nu regelingen
ontstaan die het Innovatie Prestatie
5-PUNTENPLAN INNOVATIE
1. Ons doel is het oplossen van maatschappelijke vraagstukken (o.a. zorg, mo-
biliteit, energie) en het vergroten van de concurrentiekracht van installatie-
bedrijven. Innovatie omvat de drie elementen technologie, organisatorische
& sociale vernieuwing en marktbenadering.
2. De installateur vervult een spilpositie. Hij verbindt de klantvraag met het
innovatiepotentieel van de betrokken marktpartijen.
3. Installatiebedrijven vooral de kleinere - bundelen hun krachten en gaan
met elkaar n met organisaties buiten de sector allianties aan.
4. We stimuleren de innovatiekracht van de installatiesector en regisseren het
innovatieproces. We doen dat met tal van instrumenten en in samenwerking
met OTIB en alle relevante (markt)partijen.
5. We maken afspraken met de overheid over het InnovatiePrestatieContract
(IPC) en stimuleren haar een ander aanbestedingsbeleid te voeren en als
launching customer op te treden.
5-puntenplan Innovatie
- KADER 1 -
I
r
.

R
.
M
.

v
a
n

d
e
r

L
i
n
d
e
n
31
TVVL Magazine 4/2009
Contracten mogelijk maken en de
overheid mogelijkheden geeft om
binnen het SBIR programma als
launching customer op te treden. Het
onderwerp organisatorische en sociale
vernieuwing krijgt nu meer aandacht
en een stevige verankering in het
NCSI, Nederlands Centrum voor
Sociale Innovatie [6].
Uiteindelijk is innovatie dus een
proces van vernieuwing en verbetering
van producten, diensten, organisatie
en marketing. De concrete vertaling
van de abstracte definitie van innovatie
richting ondernemers is pragmatisch
gedefinieerd als alles wat nieuw is voor
de ondernemer binnen zijn bedrijf .
Dat betekent dat voor de ene onderne-
mer het creren van een nieuwe pro-
ductmarktcombinatie onder innovatie
valt. Voor een andere ondernemer kan
het invoeren van nieuwe bedrijfssoft-
ware of het invoeren van functione-
rings- en beoordelingsgesprekken een
innovatie zijn. Alhoewel innovatie en
vernieuwing tijdens drukke werkzaam-
heden van ondernemers niet direct als
prioriteit wordt genoemd, is het voor
iedere ondernemer noodzakelijk om
te innoveren. Het is immers de enige
manier is om op lange termijn compe-
titief te blijven.
Voor de uitwerking van het 5-pun-
tenplan zijn drie programmalijnen
geformuleerd:
1) een onderzoeksmethodiek die
maatschappelijke en business
trends opvangt, deze koppelt aan
technologische mogelijkheden en
omzet in marktkansen: de Radar;
2) optreden n vertrouwen krijgen
als gezaghebbend beleidsadviseur
en gesprekspartner voor innovatie
(gericht op markt en technologie):
de Adviseur;
3) communicatie en uiteenlopende
instrumenten in zetten om de
kansen die innovatie biedt bij de
leden te brengen, en hen te inspi-
reren hierop tijdig in te spelen: de
Aanjager.
Achtereenvolgens worden deze
programmalijnen in dit artikel nader
uitgewerkt.
RADAR, INNOVATIETHEMAS
De Radar programmalijn heeft als
doelstelling het inventariseren van
nieuwe innovatieve ontwikkelingen,
maatschappelijke vraagstukken en
marktkansen en deze vervolgens -
vraaggestuurd - vertalen naar nieuwe
kansen voor de installatiebranche.
Op basis van de innovatietrechter van
Cooper is dit proces vormgegeven:
Ideen worden met marktpartijen en
installateurs uitgewerkt om vervol-
gens keuzes te maken en een business
case op brancheniveau uit te werken.
Vervolgens wordt door brancheleden
besloten om de branche-business case
verder uit te werken naar business
modellen, opleidingen op installa-
teursniveau en andere activiteiten op
brancheniveau, bijvoorbeeld het inzet-
ten van lobby op een bepaald gebied.
Het Radar-onderzoek richt zich met
name op de tijdsperiode 2-5 jaar na
nu. Die keuze is gemaakt omdat op de
korte termijn (0-2 jaar) de installateurs
veelal binnen de Vakgroepen en in
samenwerking met leveranciers richten
op concrete en direct toepasbare nieu-
we technieken en marktkansen. Op de
veel langere termijn zijn de onderwer-
pen nog niet voldoende concreet voor
installatiebedrijven om er direct met
economisch voordeel mee aan de slag
te kunnen. De periode van 2-5 jaar na
nu geeft de branche en de bedrijven de
mogelijkheid om concreet in te spelen
op nu nog niet volledig uitgewerkte
marktkansen.
Uiteenlopende signalen uit onder
andere (Europees) onderzoek, onder-
zoeken van andere branches, exper-
tinterviews en overheidsinformatie
worden verwerkt in een database. Voor
de opslag en analyse wordt gebruik ge-
maakt van het TNO Dynamo systeem
[7]. Dit is een systeem waarbij ontwik-
kelingen in innovaties, wetenschap en
maatschappij worden onderscheiden
in verschillende abstractieniveaus. Op
het laagste niveaus bevinden zich de
concrete veranderingen die mensen
in hun directe omgeving kunnen
waarnemen, terwijl op hogere niveaus
grotere trends in innovaties worden
gedentificeerd.
Elk innovatieproces kan worden
onderverdeeld in drie verschillende
stappen, die elk een ander type van
informatie met zich mee brengt:
visie, strategie en tactiek. Op visio-
nair niveau wordt een omgevingsscan
gemaakt, op strategisch niveau wordt
een plan gemaakt en op tactisch ni-
veau wordt dit plan verder uitgewerkt.
Voor elk van deze stappen is een
ander abstractieniveau van informatie
gebruikt. Als we dit combineren met
de verschillen tussen micro, meso en
macro niveau levert dit vijf niveaus van
abstractie op. Uit de ervaring blijkt dat
het visie niveau van een mesoorgani-
satie overeenkomst met het strategisch
niveau van een macro-organisatie (de
overheid). Innovatieve ontwikkelin-
gen worden volgens dit raamwerk
ingedeeld in vijf verschillende abstrac-
tieniveaus. In de figuren 2 en 3 (zie
volgende pagina) worden de metho-
diek en een praktijkvoorbeeld rondom
het thema zorg afgebeeld.
De innovatietrechter van Cooper, vertaald naar de toepassing in de installatietechniek.
- FIGUUR 1 -
Dynamo systematiek.
- FIGUUR 2 -
32
ORGANI SATI E
Gekoppeld aan de eerder beschreven
trechter van Cooper en bovenstaande
Dynamo methodiek wordt het Radar-
proces in tien processtappen verdeeld
en binnen drie clusters van activiteiten
gestructureerd uitgevoerd. Binnen
deze stappen wordt vervolgens de
creativiteit door een systematiek van
divergeren en convergeren steeds gesti-
muleerd. Het aansluitende OTIB-on-
derzoek wordt mede gebaseerd op deze
methodiek, zodat binnen de installa-
tiebranche een efficinte besteding van
onderzoeksgelden wordt aangewend
en informatie wordt hergebruikt.
Bovendien participeert OTIB in het
Radar-onderzoek en de verspreiding
van kennis hierover.
Het overzicht van de Radar-procestap-
pen is in figuur 4 weergegeven.
Het eerste cluster van activiteiten
in het Radar-proces is gericht op
het krijgen van een overzicht van de
belangrijkste innovatieve ontwikke-
lingen die voor de installatiebranche
van belang zijn. In deze stap wordt de
algemene context van de installatie-
branche geanalyseerd. Hiertoe worden
met behulp van experts, bestaande
nationale en internationale toekomst-
verkenningen, vakbladen en literatuur
nieuwe maatschappelijke en innovatie-
ve ontwikkelingen in kaart gebracht.
Hiermee worden de algemene innova-
tieve ontwikkelingen die op het visie
niveau van een sector spelen in kaart
gebracht onder het kopje innovatie-
themas. Om de themas pragmatisch
te visualiseren, is er een Radar-plaatje
bedacht, waarbij de innovatiegebieden
en de relevante tijdsperiode zichtbaar
worden, Er is zowel een Radar-plaatje
met externe, marktgerichte themas,
als een Radar-plaatje met interne,
bedrijfsgerichte themas uitgewerkt.
In het tweede cluster van activitei-
ten wordt een enkel innovatiethema
verder uitgewerkt. Binnen zon thema
worden verschillende maatschappelijke
vraagstukken, marktbehoeften en meer
specifieke innovatieve ontwikkelingen
gedentificeerd die gerelateerd zijn aan
dit innovatiethema. Dit wordt inge-
vuld door het organiseren van
innovatieateliers. Dit zijn bijeenkom-
sten waarin de vraag- n aanbodkant
wordt vertegenwoordigd. In de
praktijk zijn dit genteresseerde instal-
lateurs, marktpartijen en experts op
het gebied van het gekozen innova-
tiethema, de specifieke behoeftes en
ontwikkelingen. De informatie die
hier wordt verzameld, speelt een rol
bij de formulering van de strategische
uitvoering van het betreffende innova-
tiethema voor de branchevereniging en
innovatieve installatiebedrijven.
Vervolgens wordt er in het derde
cluster van activiteiten geanalyseerd
naar wat dit betekent voor de instal-
lateurs. In gezamenlijke workshops
met installateurs worden de in kaart
gebrachte ontwikkelingen in de
markt, de maatschappij en de in-
novatieve ontwikkelingen uitgewerkt
en vertaald naar de omgevingswereld
van de installateurs. Dit is de tactische
vertaling van de verzamelde informa-
tie en dat betekent dat de informatie
nog specifieker wordt gemaakt zodat
het voor een individuele installateur
toepasbaar wordt. Samen met instal-
lateurs worden er nieuwe producten/
diensten ontwikkeld in de vorm van
uitgewerkte business cases die voor alle
installateurs toepasbaar zijn. Uiteinde-
lijk volgt een business case op branche-
niveau met de volgende inhoud:
Dynamo systematiek toegepast op Zorg.
- FIGUUR 3
Radar-processtappen.
- FIGUUR 4 -
SAMENVATTING
1 Beschrijving van nieuwe business.
2 SWOT van de Product-Dienst
Markt Combinatie.
3 Markt-klant perspectief.
4 Organisatie perspectief.
5 Financieel perspectief .
6 Kennis & technologie perspectief.
7 Voorgesteld actieplan .
Afbeeldingen & Literatuur
Bijlage I - Quick Scan
Bijlage II - Checklist Kritische Busi-
ness case ontwerpfactoren
Bijlage III Kansrijke sectoren
Inhoudsopgave van een branche
business case
- KADER 2 -
Na enkele jaren ervaring met deze
methodiek, zijn de aanpak en resulta-
ten gevalueerd. Dit heeft geleid tot
bijstellingen in de aanpak die de ko-
mende tijd worden gemplementeerd.
ENKELE UITKOMSTEN VAN RADAR
Buiten de algemene innovatietrends,
zoals deze zijn beschreven in de Ra-
darkrant 2007 [8], zijn er nu in totaal
zeven verschillende business cases
uitgewerkt. Deze business cases leveren
duidelijk uitgewerkte concrete product
marktcombinaties, die door groepen
installateurs verder opgepakt en toege-
past worden. De business cases worden
op de innovatie website van Uneto-
Vni beschreven.
Niet alle branche business cases leiden
tot nieuwe marktinitiatieven. Ze
worden ook door individuele onder-
nemers gebruik ter inspiratie. Enkele
van de business cases worden onder
de vlag van Instalnova vermarkt.
Speciaal voor bedrijven die willen
participeren in vernieuwende concep-
ten, bijvoorbeeld voortkomend uit
de InnovatieRadar, hebben Uneto-
Vni, Syntens en TNO de stichting
InstalNova opgericht: een aanjager die
ondernemers bijeenbrengt op uiteenlo-
pende themas. Enkele van de business
cases worden onder de vlag van deze
stichting vermarkt.
Naast bovengenoemde business
cases worden ook andere innovatieve
themas uitgewerkt, die niet binnen
de Radar methodiek zijn opgenomen,
maar uiteindelijk wel de installateur
inzicht geven in technologische - en
marktkansen. Veelal wordt dit binnen
de vakgroepen van de vereniging voor
specifieke product-marktcombinaties
uitgewerkt. Voorbeelden daarvan zijn
Power Quality, Slimme meters,
Green Office, nieuwe verlichtingsme-
thodieken (zoals LED) en domotica
& ICT in de zorg.
AANJAGEN, INSPIREREN TOT VER-
NIEUWING
Uneto-Vni heeft als doelstelling om
al haar leden te inspireren tot ver-
nieuwing. Uiteraard maken zij zelf de
keuzes! Om zo effectief mogelijk aan
te jagen op het innovatieniveau van
de ondernemer is een communicatie-
innovatiepyramide als uitgangspunt
gedefinieerd. De pyramide (figuur 5)
geeft vier niveaus van innovatie aan.
Het uitgangspunt daarbij is dat de
bedrijven onderin de pyramide, de
grote groep van bedrijven die bezig is
om zich te richten op de projecten en
bedrijfsvoering van alle dag (gewoon
goed draaien), effectief geadviseerd
worden over vernieuwingen binnen
het bedrijf (bedrijfsautomatisering,
HRM, kwaliteit). Zij worden tevens
genspireerd door voorbeelden van
collega-ondernemers uit de bovenste
groepen. Bedrijven bovenin de pyra-
mide, die al innovatief en strategisch
werken, halen waardevolle ideen uit
de innovatieateliers, samenwerkings-
verbanden rondom innovatiethemas,
de beschrijving van marktkansen en
business cases. Deze ondernemers pak-
ken innovatie veelal zelfstandig op.
Het aanjagen moet zich in het
bijzonder richten op leden voor wie
vernieuwing niet of minder goed
hebben georganiseerd of hulp kun-
nen gebruiken bij het innoveren. Dat
is geen makkelijke opgave. Een goed
argument of een concrete aanleiding
is vaak nodig om tot verandering of
vernieuwing te komen. Bedrijven
die goed draaien, kunnen worden
aangejaagd met het argument dat
zij daardoor beter kunnen renderen.
Bedrijven die willen veranderen of
vernieuwen doen dat vaak n.a.v. een
concreet probleem of aanleiding in
het bedrijf zelf. Bij deze twee groepen
bedrijven is het zaak de spiegel voor te
houden en bewustwording te creren
dat zij hiervoor terecht kunnen bij hun
branchevereniging en strategische part-
ners, die hen ondersteuning bieden of
de weg wijzen. Innovatie is voor deze
bedrijven in eerste instantie gericht op
de interne bedrijfsprocessen. Daarmee
wordt bedoeld techniek/installatie-
concepten, marketing/communicatie,
sociale/personele processen en interne
werkprocessen. Voor concrete tech-
nologien worden ook andere instru-
menten ingezet, zoals werkgroepen en
uitwerken van voorlichtingsmaterialen,
vaak samen met de TVVL en ISSO.
Het platform Verlichting is opgericht
om nieuwe verlichtingsconcepten,
waaronder LED, aan te jagen. Met
ISSO is een vooronderzoek naar meet-
methodieken voor LED opgestart.
De samenwerking met strategische
partners onder andere TNO, Syntens
en het Scholings- en Ontwikkelings-
fonds OTIB is essentieel om de inno-
vatiedoelstellingen en aanjaagactivitei-
ten te realiseren. Het eerder genoemde
InstalNova wordt ingezet bij concrete
martktinitiatieven.
Bij het aanjagen wordt gewerkt vol-
gens een stappenplan (figuur 6). De
start is een grootschalige collectieve be-
nadering door nieuwsbrieven en alge-
mene ledenbijeenkomsten. Vervolgens
wordt steeds kleinschaliger specifieke
ondersteuning op innovatie geleverd.
De ultieme vorm van ondersteuning is
de persoonlijke benadering die ook het
meest effectief is. Dit groeimodel is in
het aanjaagbeleid uitgewerkt en ver-
ankerd. De aanpak is cyclisch, zodat
leden ieder jaar kunnen instappen op
het niveau van aanjaagbijeenkomsten.
Aanjagen op innovatieniveau
- FIGUUR 5 -
Stappenplan aanjagen
- FIGUUR 6 -
CONCLUSIES
In vergelijking met de situatie bij de
start van de gefuseerde brancheorga-
nisatie Uneto-Vni in 2002 heeft het
onderwerp innovatie duidelijk aan
betekenis gewonnen. Het onderwerp
is binnen de branche nu een speer-
punt en zowel beleidsmatig als op
uitvoerend niveau uitgewerkt. Het
Radar onderzoekstraject is gebaseerd
op wetenschappelijke uitgangspunten
met een duidelijke pragmatische en
creatieve inbreng vanuit de branche
en heeft enkele duidelijke richtingen
aangegeven.
De lobbyfunctie voor innovatie en
antwoorden op maatschappelijke
vraagstukken binnen de program-
malijn Adviseur is mede ingevuld op
basis van Radar themas. De branche
wordt regelmatig gevraagd voor advies-
commissies en biedt zowel gevraagd
als ongevraagd advies aan overheid,
onderwijsveld en andere (markt-)
partijen.
Het aanjaagproces om uiteindelijk
leden te verleiden tot vernieuwing is
beleidsmatig goed uitgewerkt. Het
uitvoeren is een weerbarstig proces.
Mede gezien de huidige markt, waarbij
veel installatiebedrijven nadenken om
meer opdrachten met minder mensen
en middelen mogelijk te maken en er
nauwelijks tijd is voor afstand nemen
en de nabije toekomst te analyseren.
Als we kijken naar het beleidsmatig
kader voor de stimulering van LED
verlichting dan zien we dat hiermee
een belangrijke stap voorwaarts is
gezet. De ontwikkelde beleidsmatige
structuren kunnen ondersteunend zijn
bij het succesvol introduceren van de
LED-technologie. Niet langer is er
alleen sprake van een technologie push
bij innovatie maar van een beleidsma-
tig verantwoorde gestructureerde en
marktgerichte aanpak.
VERWIJZINGEN:
1. website www.uneto-vni.l/?innovatie
2. website www.otib.nl
3. website www.syntens.nl
4. website www.instalnova.nl
5. Position paper Innovatiekracht
activeren, Uneto-Vni, 2005.
6. website www.ncsi.nl
7. website www.dynamo.tno.
nl/?uid=gast&pwd=gast
8. Radarkrant, Uneto-Vni, OTIB en
TNO, 2007.
Online bestekservice voor ventilatiesystemen
De bestekservice van J.E. StorkAir maakt het bestekschrijvers
met een Stabu-licentie mogelijk om via deze online service
ventilatiesystemen te selecteren en toe te voegen aan het
bestek. Daarnaast biedt de service de mogelijkheid de Stabu-
bestekken in pdf formaat te bekijken. Naast het selecteren van
complete bestekken is het ook mogelijk om alleen een FPS
(Fabrikanten Product Specicatieblad) van het toegepaste
product te selecteren. Hierdoor is het eenvoudig om producten
in een aangepast systeem toe te voegen. J.E. StorkAir biedt
de bestekservice voor nieuwbouw woningbouw n utiliteit
(standaard kantoorgebouwen).
Ga naar www.jestorkair.nl, klik op service en maak gebruik
van de online bestekservice. Eenvoudig, snel en gratis!
www.jestorkair.nl
Br i ght en up your l i f e
A
C
T
U
E
E
L

K
A
T
E
R
N

A
P
R
I
L

2
0
0
9
TVVL Magazine 4/2009
35
De heer A.E. den Drijver
Vedergras 7
3902 AD VEENENDAAL
De heer A. Poepe
Iepenlaan 14
7954 HC ROUVEEN
De heer ing. R.H.J.A. Jongenelen
Burg. de Regtstraat 4
4715 HH RUCPHEN
De heer J.C.M. de Wit
Hontestraat 4
4615 CX BERGEN OP ZOOM
De heer ing. T.F.W. Hundertmark
Kiezel 19
5345 ST OSS
Met veel genoegen stellen wij onderstaande personen als lid van de vereniging
aan u voor:
Lamit BV
Amersfoort
Re3com Solutions BV
Ruinerwold
Biddle BV
Kootstertille
Fransiscus Ziekenhuis
Roosendaal
Deerns Raadgevende Ingenieurs
Rijswijk
Aanmelding persoonlijk leden Persoonlijk lid
De heer F. van Laar is bij Kampmann
GmbH (Lingen Duitsland) binnen het
productmanagement voornamelijk
werkzaam voor de productgroep
Klimanaut. Daarvoor was hij tot 2005
bij Oxycom in Raalte betrokken bij
de ontwikkeling en het productierijp
maken van de gecombineerde warm-
tewisselaar voor warmteterugwinning
en verdampingskoeling volgens het
Oxycom principe.
I2 Groep B.V.
Mevrouw ing. A. van Heel
Stadionlaan 83-85
5213 JJ 'S-HERTOGENBOSCH
TechnoZorg BV
De heer E.J.H. Nijlant
Jonkerspad 11
7271 CL BORCULO
TWMS BV
De heer dr. T. Bieze
Avignonlaan 47
5627 GA EINDHOVEN
Van Venrooij Installatietechniek BV
De heer J.M.J. van Venrooij
Postbus 135
5240 AC ROSMALEN
Nieuwe Begunstigers
EVEN VOORSTELLEN...
ST-SYMPOSIUM
Op 26 maart vond in Nijmegen het
TVVL-symposium Andere aanpak
risicos volksgezondheid plaats, dat
was georganiseerd door de afdeling
Sanitaire Technieken in samenwerking
met UNETO-VNI.
Een andere aanpak lijkt vooral ge-
wenst bij het voorkomen en bestrijden
van legionella. Want hoewel er sinds
1999 in dat jaar voltrok zich het drama
Bovenkarspel miljarden in preventie
zijn gepompt, is het aantal mensen dat
de veteranenziekte oploopt, niet kleiner
geworden.
In een levendige paneldiscussie onder
leiding van Koos Mast met prominen-
ten uit wetenschap, praktijk en politiek
werd getracht de vinger op de zere
plek(ken) te leggen, maar bovenal
met oplossingen te komen. Zonder
anderen te kort te willen doen was het
ST-bestuur bijzonder blij dat de heer
Paulus Jansen (lid Tweede Kamer SP)
ondanks het crisisberaad zijn waar-
Verenigingsnieuws
devolle inbreng kon leveren. Hoe die
oplossingen er uit zouden kunnen
zien, werd besproken in lezingen over
hotspotvrij ontwerpen, het toepassen
van alternatieve technieken voor legi-
onellapreventie in leidingwater, en het
beheer en onderhoud van collectieve
leidingwaterinstallaties.
Aandacht was er ook voor sanitaire
voorzieningen in hoogbouw. In Neder-
land verrijzen steeds meer woontorens
en andere hoge gebouwen waar men-
sen wonen of werken. Zulke panden
stellen bijzondere eisen aan drinkwa-
terinstallaties en rioleringssystemen.
Met behulp van rekenmodellen en aan
de hand van praktijkvoorbeelden werd
aanschouwelijk gemaakt hoe sanitaire
gezondheidsrisicos in hoogbouw te
voorkomen, dan wel zijn aan te pak-
ken.
De lezingenmiddag werd geleid door
Will Scheffer, die ook de officile
uitreiking verzorgde van de rapporten
Leidingwaterinstallaties in woonto-
rens en Standleidingmodel proRiool
(TNO) aan de Ruud Jacobs. De heer
Ruud Jacobs (l) ontving twee rapporten
uit handen van Will Scheffer.
Op de jaarlijkse ASHRAE-wintermee-
ting, werd de TVVL ditmaal verte-
genwoordigd door Atze Boerstra en
ondergetekende. De wintermeeting
2009 vond in Chicago plaats van 24-28
januari onder de slogan: Engineering
tomorrowtoday, met als centraal
thema sustainable urban design.
Voor de conferentie hadden zich meer
dan 2.800 personen ingeschreven, die
weer in combinatie met de AHR Expo
werd gehouden. De AHR telde meer
dan 54.000 bezoekers inclusief ruim
1.900 standhouders die hun producten
en diensten aanprezen.
Met gevoel voor theater werd aan-
gekondigd dat ASHRAE tijdens de
komende jaarvergadering in Louisville
haar energie labelingprogramma van
gebouwen zal presenteren en dat
de toe te passen ratingmethode valt
onder ASHRAE-standard 90.1. Vol trots
werden we genformeerd dat al meer
dan 154.000 exemplaren van de vier
ASHRAE WINTERMEETING
Jacobs is voorzitter van de Stuurgroep
van het Nationaal Convenant Hoog-
bouw en lid Raad van Bestuur van
Ballast Nedam N.V.
Vlnr P. Jansen, H. Korstanje, L. Bikker, H. de Vries,
A. van Bronswijk, A. Eland
ACTUEEL KATERN
36
ACTUEEL KATERN
36
VERGADERAGENDA TVVL-
BESTUREN EN -COMMISSIES
5
20
26
28
2
4
5
5
5
5
9
16
18
23
7
4
Redactie
Technische Raad
Bestuur GB
Curatorium Cursussen
Redactie
Bestuur KT
Dagelijks Bestuur
Algemeen Bestuur
Curatorium Cursussen
Young TVVL
Bestuur ET
I&E
Bestuur ST
L&C
Redactie
Redactie
mei
mei
mei
mei
juni
juni
juni
juni
juni
juni
juni
juni
juni
juni
juli
aug
Advanced Energy Design Guides in
180 landen zijn verkocht. Deze richtlij-
nen tonen aan hoe energieconsumptie
in gebouwen (verantwoordelijk voor
30-40 % van het primaire energiege-
bruik, en royaal meer dan gebruikt in
het verkeer, of in de industrie) met nog
eens 30 % kan worden verminderd ten
opzichte van Standard 90.1. Het hangt
er maar van af wat je als uitgangspunt
kiest. Velen beseften dat klaarblijkelijk
want de zaal, waar de REHVA-work-
shop werd gehouden en men werd
genformeerd over de Europese visie,
was tot de nok toe gevuld met een
aandachtig gehoor. Onder voorzitter-
schap van Francis Allard (vrz. REHVA)
waren er presentaties van Seppnen,
Dobosi, onze Jaap Hogeling en Allard
zelf. De boodschap was duidelijk: Het
is Europa dat via de recast EPBD pas
cht inzet op energiebesparing en
duurzaamheid. Aan ratingsystemen
geen gebrek, zo bleek op het seminar
Building Energy Labeling and Certi-
fication Initiatives, met als sprekers
Hinge, Jarnagin en Davies (CIBSE).
Naast LEED (US Green build. council)
en Energy Star (US Envir. Protect.
Agency), kennen we bijvoorbeeld ook
BREEAM (UK), Green Globes (Canada),
CASBEE (Japan), VERDE (Spanje) en
natuurlijk onze eigen GreenCalc en
ECO-Quantum en heeft elk land zijn ei-
gen nationale green building council.
Ook vond er een seminar plaats over
BIM (Building Information Model-
ling) en hoe BIM kan worden gebruikt
bij het analyseren van de energie-
prestatie van gebouwen en BIM kan
helpen bij het bereiken van een hoge
LEED-rating. Voor wie meer wil weten
over deze themas: Neem deel aan de
workshop tijdens de REHVA Gene-
ral Assembly op donderdag 14 mei
aanstaande in Amsterdam, zie: www.
tvvl.nl/rehvaga09; of surf naar: www.
ashrae.org/doclib/20080714_abelre-
port_july2008.pdf
Het hoofdkantoor van ASHRAE in At-
lanta, waar ruim 100 medewerkers zijn
gehuisvest, is mede met hulp van
haar supporters - opgeknapt voor $ 7.7
miljoen en gaat voor LEED-platina. Het
Chicago Center for Green Technology
(CCGT) heeft deze status al op zak,
zoals tijdens de technische excursie
bleek. Bij het CCGT streeft men hoge
energie-efficintie na (toepassing van
warmtepomp met warmte/koudeop-
slag in de bodem, fluorescerende
lampen, daglichtafhankelijke verlich-
tingsregeling, pv-cellen op het dak
etc.). Het CCGT is met openbaar ver-
voer prima te bereiken en elektrische
autos en autos op aardgas hebben
een voorkeursparkeerplaats en kun-
nen ter plekke worden opgeladen c.q.
bijgetankt. CCGT heeft een grijswater-
circuit van opgevangen regenwater en
zoveel mogelijk worden er gerecyclede
materialen toegepast. Voor de ST-ers
onder ons zij opgemerkt dat toiletblok-
ken worden toegepast met 4,8 l/spoel-
beurt (echt uniek voor Amerikaanse
begrippen) en er wordt gewerkt aan
waterloze urinoirs.
Ook ASHRAE voorzitter Bill Harrison
zette tijdens zijn presidentile lunch
zwaar in op het thema duurzaamheid
en benadrukte, evenals dat tijdens de
AASA (ASHRAEs Associate Soci-
ety Alliance)-meeting gebeurde, het
global leadership van ASHRAE wat
betreft HVAC en Energy efficiency.
Daar hadden vele zusterverenigingen
toch wat moeite mee. TVVL kreeg
tijdens de AASA de uitnodiging om
deel te nemen aan ASHRAEs Certi-
fication Committee en zijn sub-com-
mittees (bijvoorbeeld subject matter
expertise, eligibility criteria, renewal
requirements, units of measurement,
local test admin).
Het leek overigens of Harrison recent
Wim Zeiler had gesproken, want ook
hij promootte sterk het proces-denken
van collaborative, integrated design.
Zo blijkt maar weer: Herhaling is de
macht van de reclame.
Jan Aufderheijde
Hogeling en Allard beantwoorden
vragen vanuit de zaal tijdens de REHVA-
workshop
De REHVA-workshop trok zeer veel
belangstelling
DUBAI
Prof. dr.ing. M.F. Brunk (RWTH- Aachen)
bestuurder bij de zustervereniging van
de TVVL, VDI-TGA (rechts op de foto) en
ondergetekende ontmoetten elkaar bij
Dubais meest imposante zeven sterren
hotel, het Burj Al Arab. Het leidde tot
de constatering dat (ook) in Dubai niet
alles tot in de hemel meer groeit.
Momenteel wordt het hoogste gebouw
ter wereld, het 780 meter hoge en 160
verdiepingen tellende Burj Dubai, van
project ontwikkelaar Emaar Proper-
ties nog afgebouwd en wordt het
project samen met de metro conform
planning op 09-09-2009 opgeleverd.
Verder staan de meeste bouwkranen
in vaanstand en ligt de bouw van
vele high rise buildings stil. VDI-TGA
en de TVVL herbevestigden met een
handdruk het belang van (in ieder
geval) Europese samenwerking en
verder onderzoek op het gebied van
installaties in gebouwen. Zij zullen zich
beijveren om elkaars leden maximaal
te laten profiteren van de in beide
verenigingen beschikbare kennis en
hun netwerken.
Jan Aufderheijde
TVVL Magazine X/2009
37
TVVL Magazine 4/2009
37
Voor de voordracht waren tevens het
Algemeen Bestuur en de leden van de
vier afdelingen van de TVVL uitgeno-
digd en bleek de belangstelling voor
het onderwerp groot.
Green Office 2015 is een weefsel over
bestaande infrastructuur; een web
dat gebieden met elkaar verbindt en
waar werken, wonen en recreren
met elkaar verweven zijn. De meest
innovatieve technieken, materialen
en concepten op de gebieden van
gezondheid, energie-efficintie,
milieuvriendelijkheid en stedenbouw-
kunde worden toegepast, aldus de
heer Ubachs. Green Office 2015 is
de eerste stedelijke inbreiding in
Nederland met een grote maatschap-
pelijke waarde. Green Office 2015
is een multifunctioneel gebouw dat
decennia lang kan voldoen en elke
vierkante meter marktconform moet
kunnen worden verhuurd. Het wordt
ontwikkeld volgens het principe open
bouwen: de gebruiker bepaalt zelf
de indeling en de inhoud. Een aantal
innovatieve technieken en concepten,
die het comfort verhogen, springen
eruit. Bijvoorbeeld het dynamisch,
volledig vraaggestuurde hybride venti-
latiesysteem dat buitenlucht nabehan-
delt tot het gewenste binnenklimaat
op werkplekniveau. Het systeem zorgt
in de kernen voor een basisklimaat
en in de kantooromgeving voor een
per werkplek individueel aanpasbaar
microklimaat. Ideaal wanneer men
bijvoorbeeld de frisse lucht wenst
die een open raam met zich mee-
brengt, maar last heeft van tocht of
straatgeluid. In het kantoormeubilair
worden elementen gentegreerd die in
enkele minuten het gewenste klimaat
verzorgen. Ook de OLED-verlichting
is een bijzondere innovatie. Green
Office 2015 is een energieleverende,
milieuvriendelijke biotoop waarbij het
scheppen van een gezonde omgeving
voor gebruikers centraal staat. Het
energieconcept kent drie lagen (Trias
Energetica). In eerste instantie wordt
de energiebehoefte van het systeem
zo laag mogelijk gehouden. Naast effi-
cinte isolatie wordt duurzaam gedrag
gestimuleerd en door functiemenging
worden de gebruikstijden van het
gebied verlengd. In de tweede laag
wordt de aanwezige energie zo veel
mogelijk binnen het systeem gehou-
den. Alleen de dan nog ontbrekende
energie wordt in de derde laag van het
concept op milieuvriendelijke manier
opgewekt. Onder andere door middel
van zonnecellen die in het gebouw zijn
gentegreerd en kleine, geluidsarme
windturbines. Brandstofcellen zetten
de overtollige energie door elektrolyse
om naar waterstof en transporteren
de energie naar de omgeving. Volgens
de criteria van LEED zou het project
na realisatie een platina en volgens
BREEAM waar vanuit de UK toch de
meeste Europese projectontwikkelaars
mee werken - een outstanding rating
verwerven. Green Office 2015 is een
initiatief van Aart van Gelder.
Hans Besselink zag na afloop uitdagin-
gen voor alle vier de afdelingen en ook
de TR zelf om deel ontwikkelingen op
te pakken. De TVVL is van harte wel-
kom te blijven meedenken aldus het
antwoord van zowel Aart van Gelder
als Bert Ubachs.
Jan Aufderheijde
DR.IR. F. FRANCHIMON
Maandag 23 maart jl. promoveerde
TVVL-lid Francesco Franchimon aan
de TU/e op een proefschrift getiteld:
Healthy Building Services for the 21
th
Century, goedgekeurd door de promo-
toren prof. dr. J.E.M.H. van Bronswijk
en prof. dr. D.G. Bouwhuis. Gebou-
winstallaties kunnen de gezondheid
beschermen en bevorderen, ook voor
ouderen. Daarvoor moet ook kennis
van buiten de installatietechniek wor-
den ingezet. Denk daarbij aan microbi-
ologie, epidemiologie en psychologie,
aldus de jonge doctor. Vele TVVL-ers
feliciteerden Francesco na afloop van
de plechtigheid, waaronder onze voor-
zitter Ferry de Vries (zie foto). Een aar-
dige stelling die het overdenken waard
is, was de volgende: Drinkwater en
binnenlucht zijn voedsel producten.
Voorafgaand aan de promotie vond
een programma plaats, mede georga-
niseerd door PIT (Stichting Promotie
Installatietechniek). Met ook hierin
een interessante uitspraak van prof. ir.
G.J. Maas (directeur strategie Konink-
lijke BAM Groep) ter zake het thema
verantwoordelijkheid versus aanspra-
kelijkheid bij opgetreden calamiteiten:
De opdrachtgever is aansprakelijk,
tenzij van tevoren andere afspraken
zijn gemaakt. De installateur is alleen
verantwoordelijk. Francesco, TVVL is
trots er weer een dr. bij te hebben!
Francesco, Het ga je goed.
TVVL-voorzitter Ferry de Vries feliciteert
Francesco Franchimon
Themanummer brandveiligheid
In goede samenwerking met SBR,
die op 23 april 2009 een congres
houdt over brandveiligheid, zal TVVL
na afloop aandacht besteden aan dit
thema en sprekers benaderen voor het
schrijven van een artikel. Aan de orde
komen tijdens het SBR congres: de rol
van de adviseur bij brandveiligheid
(ONRI); de resultaten van het actiepro-
gramma brandveiligheid van het Min.
van Binnenlandse Zaken; Hoe veilig zijn
gebouwen die voldoen aan de regelge-
ving? (NIBRA); Wat leren van recente
grote branden? (Efectis bv).
Indien u een bijdrage aan dit TVVL the-
manummer zou willen leveren, neem
dan s.v.p. contact op met:
J. Aufderheijde (033) 434 5750 of
j.aufderheijde@tvvl.nl.
Sanitairtechniek
Afvoergegevens zijn essentieel voor
het handhaven van de veiligheid. Zo
kan een hoge rivierafvoer aanleiding
zijn voor waarschuwingen en bescher-
THEMANUMMERS
Publicatie
Juni
Juli/augustus
September
November
December
Onderwerp
Levenscyclusontwerp
Brandveiligheid
Sanitaire Techniek
Smart Buildings
Jubileumnummer 50 jaar Installatietechniek
Deadline Copy
Reeds verstreken
9 juni
7 juli
1 september
29 september
Voor het schrijven van de artikelen voor het TVVL Magazine zijn de TVVL-
auteursinstructies van toepassing. Deze zijn, evenals de symbolenlijst,
te downloaden vanaf de TVVL-website: www.tvvl.nl.
GREEN OFFICE 2015
Tijdens de 18 maart jl. gehouden Tech-
nische Raad-vergadering was er na het
huishoudelijke deel onder leiding van
voorzitter Hans Besselink, een presen-
tatie van de heer H.J.G. (Bert) Ubachs/
Imtech, projectleider van het Green
Office 2015 (zie foto).
ACTUEEL KATERN
38
ACTUEEL KATERN
38
CURSUSAGENDA 2009
TVVL-cursussen
Luchtbehandeling Speciale Ruimten
7 lesdagen; afsluitend examen
1
Luchtbehandelingstechniek - Groep A
15 lesdagen; afsluitend examen
1
Luchtbehandelingstechniek - Groep B
15 lesdagen; afsluitend examen
1
Luchtbehandelingstechniek - Groep C
15 lesdagen; afsluitend examen
1
Luchtbehandelingstechniek - Groep D
15 lesdagen; afsluitend examen
1
Sanitaire Technieken
15 lesdagen, 3 workshops en examen
Geluid in technische installaties
9 dagdelen en examen
1
Werktuigbouwkunde voor
Elektrotechnici (W voor E)
7 lesdagen
aanvang
30
1
2
8
9
29
26
21
sept.
okt.
okt.
okt.
okt.
sept
okt.
sept.
leden
2.170,-
3.275,-
3.275,-
3.275,-
3.275,-
3.995,-
1.320,-
2.170,-
/
/
/
/
/
/
/
/
/
niet leden
2.495,-
3.775,-
3.775,-
3.775,-
3.775,-
4.600,-
1.520,-
2.495,-
examen
86,-
96,-
96,-
96,-
96,-
96,-
86,-
n.v.t.
1
) De TVVL-cursussen Luchtbehandelingstechniek, Luchtbehandeling Speciale
Ruimten, Geluid in technische installaties en Installatie Project Management zijn
SPHBO-geregistreerde post-hbo-cursussen.
Voor alle bovengenoemde cursussen geldt:
- De cursussen worden gehouden in Amersfoort.
- Cursusdagen eenmaal per twee weken.
- Inschrijving is op volgorde van aanmelding.
- De cursus- en examenprijzen zijn vrijgesteld van BTW.
- Voor alle genoemde cursussen zijn plaatsen beschikbaar. Inschrijfformulier
via www.tvvl.nl.
Heeft u al nagedacht over de bij-
scholing van uzelf of van uw
medewerker(s)? Voor medewerkers
van installatiebedrijven, adviesbu-
reaus en leveranciers heeft de TVVL
een uitgebreid palet aan post-hbo
cursussen. Ook voor instromers in
het vakgebied op hbo-niveau zijn de
cursussen uitermate geschikt om de
noodzakelijke basiskennis op te doen.
De cursussen gaan in het najaar van
2009 weer van start. Om verzekerd te
zijn van deelname kunt u uzelf of uw
medewerker(s) nu al inschrijven. Meer
inhoudelijke informatie over de cur-
sussen en een inschrijfformulier is te
vinden op www.tvvl.nl onder cursus-
sen. De webpaginas van de cursussen
zijn verder uitgebreid. Per cursus is
nu ook inhoudelijke informatie van
de verschillende lesonderdelen te
downloaden. Hierdoor krijgt u een nog
beter inzicht voor wie welke cursus
geschikt is.
BROCHURE
De TVVL geeft dit jaar een overzichte-
lijke brochure uit waarin alle cursussen
zijn opgenomen. U kunt deze brochure
aanvragen bij het cursussecretariaat,
telefoon 033-434 57 60 of e-mail
cursus@tvvl.nl. Bij het cursussecretari-
aat kunt u ook terecht voor advies over
opleidingsmogelijkheden.
EXCURSIE
Woensdag 11 maart jl. waren de
cursisten van de cursus Luchtbehan-
deling Speciale Ruimten te gast in het
Universitair Medisch Centrum Utrecht
(UMCU) voor een interessante excur-
sie. In deze cursus wordt een groot
aantal specifieke ruimten behandeld
waarbij de gewenste binnencondities
en het ontwerp van de klimaatinstalla-
tie aan de orde komen. Onder aanvoe-
ring van twee medewerkers van het
UMCU, overigens oud-cursisten van
de TVVL, werd een bezoek gebracht
aan twee laboratoria, de grootkeu-
ken, een technische servicelaag voor
de luchtbehandeling en de energie-
centrale. Tijdens het bezoek gaven
medewerkers van de verschillende
ruimten een toelichting. Ter afsluiting
was een demonstratie van een oude
stoominstallatie.
PRACTICUM
Naast de vijftien lesdagen van de
cursus Luchtbehandelingstechniek
wordt een extra dag besteed aan een
practicum. Tijdens deze dag voeren
cursisten metingen en instellingen uit
aan vier verschillende installaties; een
koelmachine, een luchtbehandelings-
kast (zie foto), een ventilatortestbank
en een warmteterugwin-unit.
Het practicum vond eind maart plaats
in het laboratorium van de Hogeschool
Utrecht. Cursisten van alle vier groe-
pen waren na afloop enthousiast, om-
dat zij hiermee een stuk theoretische
kennis in de praktijk konden toetsten.
REGIO NOORD-NEDERLAND
Tijdens de CRA-vergadering van don-
derdag 26 maart jl. gaf Henk Lolkema,
na negen jaar die rol op zich te hebben
genomen, het voorzittersstokje van
regio Noord-Nederland over aan Her-
Uit de regio
mende maatregelen. In tijden van
droogte zijn afvoergegevens nodig om
de waterverdeling te kunnen sturen.
Daarnaast spelen afvoergegevens een
belangrijke rol bij het berekenen van
vrachten van bijvoorbeeld sediment
en verontreinigende stoffen. Ook om
de invloed van menselijke ingrepen in
het watersysteem te kunnen beoor-
delen of voorspellen, is het belangrijk
informatie over dergelijke afvoeren te
hebben. Het ligt in het voornemen di-
verse ontwikkelingen over monitoring
in de sanitairtechniek in gebouwen in
dit themanummer TM 09 te publiceren.
Ten slotte zal er een keuze worden
gemaakt uit nieuwe sanitaire technie-
ken die zich tijdens de internationale
vakbeurs voor Sanitair- en Klimaat-
techniek ISH te Frankfurt hebben
gepresenteerd. Indien u, aanvullend,
ook nog een bijdrage aan dit thema-
nummer zou willen leveren, neem dan
s.v.p. contact op met:
H. Lodder (088) 374 03 18 of
h.lodder@deerns.nl.
Cursussen
39
TVVL Magazine 4/2009
39
Programma regionale activiteiten
Voor het meest actuele regio-overzicht zie www.tvvl.nl
(programma onder voorbehoud)
16 juni Lunchbijeenkomst: BIM De Toekomst.
Midden-Nederland
Amersfoort
Noord-Holland
Zuid-Holland
West-Brabant & Zeeland
Noord-Nederland
Oost-Nederland
Verwacht
Excursie: Stadsarchief De Bazel
LED-verlichting in de Brand Store.
28 mei
11 juni
Amsterdam
Amsterdam
27 mei
juni
10 sept.
22 okt.
13 mei
10 juni
28 mei
10 sept.
15 okt.
26 nov.
Lezing/excursie: Aardwarmte in tomaten. N.t.b.
De Amercentrale te Geertruidenberg.
Ontwikkelingen in verlichtingstechn. en LED-verlichting.
Passief huis.
Geertruidenberg
Westmalle (B)
Breda
Lezing/excursie: Nieuwbouw NHL.
Lunchbijeenkomst: Het antwoord van de installatie-
branche op de kredietcrisis
Leeuwarden
Drachten
Excursie: Omnisport.
Lunchbijeenkomst: Prestatiebestekken onderhoud.
Lezing/excursie: Licht! Dynamisch en LED.
Trade-show: innovatie ontwerpen en componenten.
Apeldoorn
Westervoort
Amersfoort
N.t.b.
man Sandmann. Cor Veroude, voorzit-
ter CRA, sprak zijn volle vertrouwen uit
in Herman, op dit moment secretaris
binnen de regiocommissie en bedank-
te Henk voor zijn inzet, enthousiasme
en (o.a. door zijn uitgebreide netwerk)
actieve bijdragen en overhandigde
hem namens het bestuur en het ver-
enigingsbureau een goede fles wijn.
Henk op zijn beurt bedankte hiervoor
en gaf aan de rol van voorzitter met
plezier vervuld te hebben. Je geeft
iets, maar je krijgt ook iets. Kennis en
kennissen, daar doe je het voor. Dat
houdt de vereniging op de been, aldus
Henk Lolkema. In het Noorden hoeven
ze Henk nog niet te missen, want hij
blijft lid van de regiocommissie Noord-
Nederland.
Cor Veroude dankt Henk Lolkema
(links) voor zijn inzet
Oost-Brabant
14 mei Lezing: Domotica, de stand van zaken. Den Bosch
W.J.H. Scheffer nam in 1989 het initia-
tief om kennis over sanitaire instal-
laties te delen met anderen in de vorm
van het boek Het ontwerpen van
Sanitaire installaties. Daarmee was de
basis gelegd voor een compleet over-
zicht van de sanitaire techniek.
Het eerste boek is inmiddels opge-
volgd door vier uitgaven.
Om te garanderen dat de kennis tot
in lengte van jaren beschikbaar blijft
en regelmatig wordt geactualiseerd
zijn de rechten van het boek onderge-
bracht bij de Stichting ISSO. Dit heeft
geleid tot een geheel nieuwe herziene
uitgave van een Instructieboek van
ISSO met de titel Ontwerpen van
sanitaire installaties.
De heer W.J.H. Scheffer heeft mede-
werking verleend aan het aanpassen
en uitbreiden van de inhoud van deze
nieuwe uitgave. Resultaten uit door
TVVL en UNETO-VNI verrichte studies en
nieuwe ontwikkelingen zijn verwerkt in
dit nieuwe boek.
Het boek houdt een logische en over-
zichtelijke volgorde van het ontwerp-
proces aan. Eerst bepalen welke sani-
taire toestellen nodig zijn, vervolgens
de behoefte aan brandblus- en andere
veiligheidsvoorzieningen vaststellen,
de warmtapwatervraag bepalen en
uiteindelijk de benodigde diameters
van leidingwaterinstallatie en de riole-
ringsinstallaties.
Ontwerpen van sanitaire installaties
besteedt als eerste uitgave aandacht
aan de verschillende soorten oog- en
nooddouches. Hierbij worden onder-
scheiden de oogdouche, gelaatsdou-
che, lichaamsdouche I en lichaams-
douche II. Bij de laatste twee gaat het
om een lichaamsdouche I met een
beperkte volumestroom van 30 l/min
voor grootkeukens en laboratoria in
scholen en een lichaamsdouche II voor
laboratoria in de chemische industrie.
Tevens geeft Ontwerpen van sanitaire
installaties praktische richtlijnen voor
het bepalen van de benodigde gecom-
bineerde volumestroom van drink-
water en water voor de veiligheids-
voorzieningen om te voorkomen dat
leidingen met een te grote diameter
worden gekozen.
Ten slotte komt het onderhoud en
beheer van leidingwaterinstallaties
ook aan de orde om de kwaliteit van
het drinkwater tot in lengte van jaren
te garanderen.
In het boek geven tabellen informatie
over het waterverbruik en het warm-
teverbruik van warmtapwater om
dit soort installaties goed te kunnen
ontwerpen.
Conclusie: Het instructieboek Ontwer-
pen van sanitaire installaties is een
waardevolle publicatie die niet mag
ontbreken in de nabijheid van technici
die sanitaire installaties ontwerpen.
Het boek is te bestellen bij ISSO in
Rotterdam.
ISBN 978-90-5044-157-5
Ing. W.G. van der Schee
BOEKBESPREKING
Ontwerpen van sanitaire installaties
EEN NVKL INSTALLATEUR GAAT TOT HET GRAADJE
o
De productiviteit in een kantoor wordt sterk bepaald door het klimaat en de temperatuur. Om die constant te houden
heb je installateurs nodig die technisch goed geschoold zijn en een servicegerichte mentaliteit hebben.
Die installateurs hebben zich verenigd in de NVKL. De Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied
van de Koudetechniek en Luchtbehandeling. Das een hele mond vol voor professionaliteit, zekerheid en kwaliteit.
Ze zorgen ervoor dat de ideale temperatuur overal en altijd precies hetzelfde blijft. Let er dus op of uw installateur
er een is waar de NVKL achter staat. www.nvkl.nl Precies de goede temperatuur.
Overal. Altijd. Gegarandeerd.
41
TVVL Magazine X/2009
Een TVVL-begunstiger aan het woord
TVVL Magazine 4/2009
41
KEMA feliciteert de TVVL
met haar 50 jarig bestaan. De
TVVL is in de afgelopen jaren
uitgegroeid tot een belangrijk
kennisplatform voor de bran-
che. KEMA ziet voor de TVVL
in de toekomst een rol wegge-
legd om haar leden te blijven
informeren over technische,
economische en maatschappe-
lijke vraagstukken.
KEMA bestaat ruim 80 jaar en is een
zelfstandige onderneming, gespecia-
liseerd in hoogwaardige dienstverle-
ning op het gebied van business en
technische consultancy, metingen en
inspecties, keuring, testen en certifi-
catie. Eric Evers is accountmanager
voor de installatiebranche energiesec-
tor bij KEMA Quality, het onderdeel
van KEMA dat de certificeringen
verzorgt. Eric Evers: KEMA is actief
in diensten rond energie en energieop-
wekking. KEMA heeft zich ontwik-
keld van Nederlands instituut op
gebied van energie tot de wereldwijd
opererende, commercile organisatie
van vandaag. Door deregulering van
de overheid op gebied van wet- en
regelgeving ligt er voor KEMA een
belangrijke rol weggelegd in het kader
van certificering.
DUURZAAM
Wanneer je ergens een meetlat langs
kunt leggen is het certificeerbaar,
aldus Evers. De ISO 14001 is een
milieunorm die meetbaar en dus
certificeerbaar is. Een organisatie
kan er voor kiezen om aantoonbaar
milieubewust te zijn door te werken
met een milieumanagementsysteem.
Evers: De overheid wil vanaf 2010
duurzaam inkopen. Als een bedrijf bij
de aanbestedingen kan vermelden dat
het ISO 14001 gecertificeerd is dan
heeft dat bedrijf een stap voor.
Naast verstrekken van certificaten zoals
het KEMA ISO 14001 milieuzorgcer-
tificaat leidt KEMA zijn auditoren op
om bestaande en nieuwe gebouwen te
raten volgens de BREEAM-methode.
BREEAM is een beoordelingsmethode
om de duurzaamheid van gebouwen te
bepalen. Het bevat een standaard voor
een duurzaam gebouw en het geeft aan
welk prestatieniveau dit heeft. Een
gebouw wordt op zeven punten ge-
toetst, namelijk milieu, afval, ecologie,
materialen, transport, water en ener-
gie, aldus Evers. Er zijn momenteel
circa 25 proefprojecten, er zijn nog
geen gebouwen officieel gecertificeerd
volgens de BREEAM methode.
De Nederlandse overheid heeft tot
doel de 20/20/20 regel toe te passen,
dat wil zeggen in het jaar 2020 20 %
minder energie, 20 % minder uitstoot
en 20 % meer duurzame energiebron-
nen. En van deze natuurlijke energie-
bronnen is biomassa. In de commissie
Cramer is een Toetsingskader voor
duurzaam geproduceerde biomassa
opgesteld, de zogenaamde Cramer-cri-
teria. Om te achterhalen hoe biomassa
te gebruiken voor energieopwekking
heeft de NEN (Nederlands Normali-
satie Instituut) in samenwerking met
belanghebbende partijen waaronder
KEMA, de Nederlandse Technische
Afspraak (NTA) ontwikkeld. In
samenwerking met projectteam NTA
8080 wordt er een certificatieschema
ontwikkeld.
MENS, OMGEVING, TECHNIEK
De relatie van de TVVL en KEMA is
ontstaan in de jaren 80, toen KEMA
in samenwerking met de TVVL een
onderzoek deed naar de eerste gene-
ratie warmtepompen. Duurzaamheid
is in de loop der jaren een belangrijk
thema gebleven bij KEMA en ook bij
de TVVL. In de toekomstige identiteit
van de TVVL spelen mens, omgeving
en techniek een prominente rol en
gaat de vereniging meer inspelen op
themas, waaronder duurzaamheid en
natuurlijke hulpbronnen.
De TVVL speelt een belangrijke rol
als bindmiddel en als kennisplatform
in de branche. Via TVVL Magazine,
symposia en regionale activiteiten
blijven leden volgens Eric Evers op de
hoogte van technische- en marktont-
wikkelingen en houden ze onderling
contact.
De artikelen in TVVL Magazine zijn
technisch inhoudelijk en onderbouwd
op basis van feiten en cijfers. Dit past
binnen de werkwijze van KEMA, waar
feiten en cijfers een prominente rol
spelen. KEMA schrijft een artikel voor
TVVL Magazine over energie-innova-
ties, onder andere om dit onderwerp
meer in het voetlicht te plaatsen.
Op de vraag welke informatie via de
website ontsloten zou kunnen worden
stelt Evers een bibliotheek voor
waar projecten van begunstigers zijn
opgenomen. Door op onderwerp te
zoeken is het mogelijk om te achter-
halen welke installatieconcepten bij
een dergelijk project zijn gebruikt en
kunnen bezoekers projecten onderling
vergelijken. Met deze projectbeschrij-
vingen kunnen de leden van elkaar
leren en dat is een van de doelstellin-
gen van een kennisplatform.
E
r
i
c

E
v
e
r
s
K
limaatveranderingen en een
ongelijke verdeling van fossiele
brandstoffen vormen een seri-
euze bedreiging voor de hele aarde en
mensheid. Duurzame ontwikkelingen
met veel potentie zijn onder andere:
Zonne-energie, biomassa, windener-
gie, waterkracht, golfenergie, getijden-
energie, de brandstofcel, geothermie
en kernfusie. Duurzame energietech-
nologien bieden een uitkomst voor
deze problemen, deze technologien
kennen allemaal elektriciteit als eind-
product. Zonne-energie technologie
wordt doorgaans gezien als de meest
potentile techniek voor de energie-
voorziening in de toekomst, het aan-
bod van zonne-energie is namelijk
enorm, zie figuur 1.
Elektriciteit speelt in de toekomst een
sleutelrol vanwege een aantal voorde-
len t.o.v. andere wijzen van energie-
transport. Zo kan elektriciteit relatief
gemakkelijk worden getransporteerd
en gemakkelijk in andere vormen van
energie worden omgezet, zonder afgif-
te van CO
2
ter plaatse van het afname-
punt.
Onze traditionele bouwwijze en daar-
mee onze wijze van ruimteverwarming
is vanwege een aantal redenen aan het
wijzigen als gevolg van onder andere:
- de hogere eisen die mensen stellen
aan flexibiliteit, comfort en uitstra-
ling van materialen en gebouwen;
- veranderende financile structuren
die een rol spelen bij het financieren
van roerende en onroerende goederen;
- de hoge (ongebalanceerde) impact
van de bouwindustrie op de samen-
leving voor energie en materiaalge-
bruik.
Veel van de factoren zijn onderling op
de n of andere wijze gekoppeld aan
andere factoren. Zo heeft flexibiliteit
een relatie met bouwdelen en installa-
tietechniek. Lichter bouwen heeft bij-
voorbeeld bij een positief effect op de
afvalstroom [3]. Lichter bouwen heeft
echter ook een impact op het verwar-
mingssysteem, omdat lichtere gebou-
wen heel anders reageren op wisselen-
42 VERWARMI NG
De eisen en verwachtingen die de mens stelt aan zijn gebouwde
omgeving zijn de afgelopen decennia gestegen. Zo stelt de mens
steeds hogere eisen aan zijn thermische omstandigheden. Ook stelt
hij steeds hogere eisen aan zijn gebouwen door zijn toenemende
leefstijlflexibiliteit. Tenslotte wordt de problematiek rondom
energie steeds groter. De aspecten thermisch comfort, leefstijlflexi-
biliteit en energieduurzaamheid moeten daarom de speerpunten
vormen van een comfortsysteem dat bestendig is voor de toekomst.
Elektriciteit speelt hierbij een sleutelrol, omdat elektriciteit in de
toekomst de meest belangrijke energiedrager zal zijn.
- door ir. E.A. Ansems**, ir. M.G.D.M. Cox*,
prof.ir. W. Zeiler* en prof.dr.ir. J.J.N. Lichtenberg*
Achtergronden en mogelijkheden
LED-verwarming
* TU Eindhoven.
** Adviesbureau Nieman.
I
r
.

E
.
A
.

A
n
s
e
m
s
P
r
o
f
.
d
r
.
i
r
.

J
.
J
.
N
.

L
i
c
h
t
e
n
b
e
r
g
P
r
o
f
.
i
r
.

W
.

Z
e
i
l
e
r
I
r
.

M
.
G
.
D
.
M
.

C
o
x
Beschikbaarheid van energie in
perspectief.
- FIGUUR 1 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 42
de binnen of buitencondities. Hier-
door zijn nieuwe verwarmingstechnie-
ken, die voorheen niet geschikt of uit-
ontwikkeld waren, nu mogelijk wel
geschikt. Belangrijk hierbij is dat het
thermisch comfort hierbij centraal
staat. Om voorbereid te zijn op de all
electric toekomst is er een onderzoek
verricht naar de toepassing van elektri-
sche verwarming. Hierbij is de tradi-
tionele aanpak waarbij een verwar-
mingselement (lijn of vlakke bron)
niet als uitgangspunt genomen, maar
is vanuit de behoefte onderzocht aan
welke eisen een dergelijk nieuw com-
fortsysteem moet voldoen.
THERMISCH COMFORT
Ten behoeve van een verwarmingsin-
stallatie voor een woning of bij de ont-
wikkeling van een product wordt in
principe altijd een Programma van
Eisen opgesteld. Het Programma van
Eisen vormt de basis voor de uitwer-
king. Voor de ontwikkeling van een
all electric verwarmingsinstallatie voor
een woning zal ook een Programma
van Eisen worden opgesteld. Binnen
dit onderzoek zijn de bevindingen uit
het onderzoek vertaald naar ontwerp-
eisen. Naast deze ontwerpeisen zijn er
algemene eisen en voorwaarden waar-
aan de verwarmingsinstallatie moet
voldoen, net zoals iedere andere ver-
warmingsinstallatie.
De lichaamstemperatuur van een
gezond mens bedraagt ongeveer
37 C. Maar de temperatuur van de
huid en de direct daaronder liggende
weefsels is meestal lager. Onder
omstandigheden die we als thermisch
behaaglijk ervaren blijkt de tempera-
tuur van de huid normaal gesproken
ongeveer 33 C 34 C te zijn en deze
temperatuur kan nog, zonder gevaar
voor de gezondheid, aanzienlijk lager
zijn. Het is alleen belangrijk dat de
temperatuur van de lichaamskern op
een temperatuur van ca. 37 C blijft.
De temperatuur van de rest van het
lichaam mag variren (zie figuur 2).
Metabolisme heet het proces waarin
voedsel wordt omgezet in arbeid en
warmte. Als maat voor het metabolis-
me wordt de hoeveelheid energie die
per tijdseenheid per m
2
huid vrijkomt
gehanteerd. Het metabolisme wordt
ook wel uitgedrukt in de eenheid
met, 1 met staat voor 58 W/m
2
. Deze
waarde geldt voor een ontspannend
zittende persoon. De grootte van het
metabolisme is sterk afhankelijk van
de mate waarin we ons lichamelijk
inspannen. Dat komt omdat bij het
gebruik van spieren veel warmte vrij-
komt.
Het reflectiespectrum van de huid van
een mens heeft zeer veel overeenkom-
sten met de emissiespectrum van zon-
newarmte. De huid reflecteert veel in
het zichtbare deel en het kortgolvige
infrarode gedeelte van het spectrum,
waar de zonnestraling het grootste is.
De huid absorbeert echter sterk in het
ultraviolette en langgolvig infrarode
gedeelte van het spectrum waar de
zonnestraling gering is (zie figuur 3 en
tabel 1).
Mensen zijn gewend om binnen rela-
tief kleine temperatuurgrenzen te
leven wat betreft comfort. Extremen
zoals vriezen of tropische temperatu-
ren leiden snel tot discomfort. Dit dis-
comfort kan zowel op persoonsniveau
als op deelniveau (ledematen, gezicht,
etc.) worden ervaren. De parameters
die hierbij een rol spelen [5] zijn o.a.
de volgende:
- luchttemperatuur;
- stralingstemperatuur;
- luchtsnelheid;
- luchtvochtigheid;
- activiteit;
- kleding.
Een deel van deze parameters zijn per-
soonsgebonden en een deel zijn omge-
vingsgebonden. Het welbehagen van
een mens is onder andere door prof.
Fanger en nadien door vele anderen
onderzocht voor een grote groep men-
sen en daarbij bleek dat het welbeha-
gen kon worden beschreven aan de
hand van formules waarbij het com-
fort wordt uitgedrukt in PMV (pre-
dicted Mean Vote). Bij een PMV=0
hebben de meeste mensen binnen een
groep een goed comfort. Uit diezelfde
theorie volgt dat bij dit optimum nog
steeds 10 % van de mensen ontevre-
den is als gevolg van persoonlijke
voorkeur. Dit percentage is deels te
verklaren door het verschil in beleving
43 TVVL Magazine 4/2009
Temperatuur van de kern en de cyclus [4].
- FIGUUR 2 -
Penetratie van straling in verschillende lagen van de huid in percentages [5].
- FIGUUR 3 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 43
tussen individuen maar deels ook door
het feit dat comfortbeleving door een
mens op een lokaal niveau wordt erva-
ren. Koude voeten kunnen bv. de tota-
le comfortbeleving van een individu in
een verder behaaglijke omgeving sterk
negatief benvloeden. Dit geeft aan dat
een lokale naregeling van het binnen-
klimaat in een ruimte wenselijk, maar
ook noodzakelijk is om een individu
een goed comfort te kunnen bieden.
M.a.w. een goed verwarmingssysteem
kan tegemoetkomen aan de grote ver-
schillen in comfortbeleving van
gebruikers in gebouwen.
Wordt het verwarmingssysteem van de
Nederlandse woning in het begin en
midden van de vorige eeuw
beschouwd, dan bestond die meestal
uit 1 kachel (hout, kolen, olie en later
gas) die centraal in de woning stond.
Om enigszins een behaaglijk binnen-
niveau te realiseren werd de kachel
hoog opgestookt. De straling is dan al
op meters afstand te voelen. En zijde
van het lichaam die van de kachel
afgekeerd was verloor dan warmt en
de zijde van het lichaam naar de
kachel toegekeerd nam warmte op.
Met het introduceren van de centrale
verwarming, waarbij in elke ruimte
een radiator kwam bleef deze asymme-
trie bestaan (koude muren=lage stra-
lingstemperatuur, hete radiatoren =
hoge stralingstemperatuur en convec-
tieve warmteafgifte). Met de introduc-
tie van LaagTemperatuurVerwarming
(LTV) ontstond een nieuwe trend in
verwarmingssystemen. Echter, bij toe-
passing van LTV wordt het warmteaf-
gevend oppervlak een aantal keren
vergroot waardoor het afgegeven ver-
mogen gelijk blijft voor een bepaalde
woning. Het gevolg hiervan is dat de
oppervlaktetemperatuur van
LTV-systemen (bv. vloerverwarming
28 C, LTV radiatoren 45 C etc.)
aanzienlijk lager ligt dan conventione-
le verwarmingssystemen (90-70 C).
Bij die laatste systemen is de straling al
op afstand voelbaar vanwege het grote
temperatuur verschil met de huid. Bij
LTV systemen die een temperatuur
aan het oppervlak hebben van ca. 28
C is het verschil in temperatuur met
de huid nagenoeg 0 en dat betekent
dat je bij aanraken geen echte kou-
de/warmte voelt. Er wordt ook nage-
noeg geen stralingswarmte met de
huid uitgewisseld. Echter, ten opzichte
van de kamertemperatuur (meestal ca.
20 C) is er een temperatuurverschil
van ca. 8 C waardoor er met de ruim-
te ca. 60-80 W/m
2
wordt uitgewisseld.
Met andere woorden de ruimte wordt
verwarmd zonder dat je het merkt.
Voordeel voor de gebruiker is dat er
geen of geringere stralingsasymmetrie
optreedt. Bijkomende voordelen zijn
dat er minder stratificatie optreedt in
de luchttemperatuur en dat er minder
luchtcirculatie en stofverplaatsing
plaatsvindt in een ruimte.
Een goede straler van infrarood ener-
gie (een zwarte straler) moet een zeer
goede absorptie hebben en een zeer
lage reflectie. De huid heeft lage
reflectiewaarden in het langgolvige
infraroodspectrum en lijkt goed aan-
gepast aan de natuurlijke omgeving.
De huid reflecteert zowel directe zon-
newarmte en zendt intern opgewekte
warmtestraling uit met de grootst
mogelijke efficiency. Echter is het
menselijk lichaam minder capabel om
door de mens gemaakte verwarmings-
bronnen te reflecteren zoals vuur.
De opperhuid absorbeert sterk foto-
chemische ultraviolet straling, wat ver-
branding van de huid tot gevolg kan
hebben. Deze laag absorbeert ook
sterk langgolvige infraroodstraling. De
donkere pigment korrels in de huid
zijn klein (1.000 nm diameter) en
beschermen niet alleen de lederhuid
door absorptie van ultraviolet, maar
ook door verspreiding van optische
straling. Donker pigment verspreidt
eerder de kortgolvige infrarood stra-
ling dan dat deze wordt geabsorbeerd.
Onder andere door genoemde redenen
penetreert kortgolvige infraroodstra-
ling diep in de huid (zie figuur 4).
In de jaren 60 zijn er studies uitge-
voerd waarbij er gepulste zichtbare en
IR laserstraling op varkenshuid is
getest. Deze studies wijzen uit dat het
ontstaan van verwondingen afhanke-
lijk is van de reflectie van de huid en
de diepte van penetratie van de warm-
testraling in de huid [6].
De reflectie van de huid speelt ook een
rol in het vaststellen hoeveel straling
effectief kan worden geabsorbeerd. De
spectrale reflectie van de huid varieert
met pigmentie en is alleen significant
in het visuele en kortgolvige infrarood
spectrum. De reflectie van de huid van
golflengten minder dan 310 nm en
boven 2.500 nm is slechts 5 % (zie
figuur 3).
Kleine hoeveelheden straling die diep
in het lichaam doordringen, kunnen
gaan reageren met fotogevoelige cel-
len. Dit kan aanleiding geven tot
belangrijke fysiologische reacties, zoals
het biologische ritme en getijde rit-
men. Kunstmatige constante aanstra-
ling kan mogelijk het biologische rit-
me onderdrukken, wat resulteert in
gezondheidsproblemen.
De mens in zijn natuurlijke omgeving
is al blootgesteld aan significante stra-
ling buiten de deur. De zonnestraling
op een heldere dag kan verschillen van
0,5 tot 1,1 kW/m (50 tot 110 mW/cm).
Het menselijke lichaam is er op ont-
worpen om de directe zonnewarmte te
reflecteren. De huid met zijn lage
reflectie en hoge emissiviteit in het
spectrum van langgolvige infrarood,
maakt het voor het lichaam mogelijk
om zowel het uitstralen als sterk absor-
beren van infraroodstraling met een
golflengte van 10 m.
44 VERWARMI NG
Penetratiediepte bij verschillende golflengten [Bron: body heat sauna].
- FIGUUR 4 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 44
De golflengte
m
waar de straling
maximaal is, volgt uit de verschui-
vingswet van Wien:

m
= 2.897/T (m) (T in graden Kelvin).
De zon heeft aan het oppervlakte een
temperatuur van ongeveer 6.000 K en
de aarde van 280 K. Met behulp van
de wet van Wien kan worden uitgere-
kend bij welke golflengten de aarde en
de zon de maximale hoeveelheid stra-
ling uitzenden. De maximum golf-
lengte van zonnestraling ligt in het
kortgolvige, zichtbare gebied
2.897/6.000 = 0,48 m. De maximale
stralingsintensiteit die echter door de
aarde wordt uitgezonden ligt in het
langgolvige, infrarode gebied,
2.897/280 = 10,3 m (zie figuur 5).
Het menselijke lichaam kent complexe
afweermechanismen om zichzelf te
beschermen tegen schadelijke invloe-
den van uiteenlopende categorien.
Dit geldt ook voor de bescherming
van zijn huid tegen gevaarlijk hoge
warmte intensiteiten met golflengten
in het zichtbare en kortgolvige infraro-
de gebied. De menselijke huid
beschermt zichzelf tegen deze warmte-
straling van de zon door deze veelal te
weerkaatsen en niet te absorberen.
Daarentegen fungeert de huid bijna
als zwarte straler op golflengten die op
aarde heersen. De mens straalt zelf
warmte uit met een golflengte van
2.897/310 = 9,3 m, bij deze golf-
lengte ligt de emissie factor van de
huid op 0,98 (ongeacht het type
huid). Voor de verwarming van de
mens in het kader van thermisch com-
fort moet dus worden gezocht naar
een warmtebron die opereert met een
golflengte van 9,3 m. Aangezien de
mens over het algemeen zich in een
situatie bevindt waarin hij kleding
aanheeft moet er uiteraard ook wor-
den gekeken naar de invloed van de
stralingswarmte op de kleding. Uit
figuur 6 blijkt dat kleding zich over
het algemeen hetzelfde gedraagt als de
menselijke huid. Bij een bron met een
hoge temperatuur (zoals de zon) waar-
bij zich veel stralingswarmte bevindt
in het kortgolvige infrarood spectrum,
wordt relatief veel stralingswarmte
door kleding gereflecteerd en weinig
geabsorbeerd. Naarmate de tempera-
tuur van de bron afneemt en dus de
golflengten van de uitgestraalde stra-
lingswarmte zich meer in het verre
infrarood spectrum bevinden neemt
de reflectie van kleding af en absor-
beert kleding relatief meer warmte.
45 TVVL Magazine 4/2009
De aarde ontvangt precies evenveel kortgolvige straling als ze langgolvige uitzendt.
De intensiteit van de zon wordt echter bij een veel kortere golflengte maximaal dan
de aardse straling [Bron: KNMI]
- FIGUUR 5 -
Absorptie en reflectie van huid en standaard kleding [7].
- FIGUUR 6 -
Type Golflengten (nm) Hoeveelheid (%)
UVB 295 315 0,1
UVA 315 400 4,9
Violet 380 436
Blauw 436 495
Groen 495 566
Geel 566 589
Oranje 589 627
Rood 627 780 39
IR A 760 1.400 37
IR B 1.400 3.000 16
IR C 3.000 100.0000 3
Zonnestraling in percentages.
- TABEL 1 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 45
HET VOORZIEN IN THERMISCHE
BEHAAGLIJKHEID IN EEN WONING
Een verwarmingsinstallatie heeft in
principe maar n doel en dat is het
voorzien van thermische behoefte in
een woning aan de bewoners in de
koude dagen van het jaar. Thermische
behoefte is niet alleen afhankelijk van
omgevingsgebonden factoren zoals
luchttemperatuur, gemiddelde stra-
lingstemperatuur, luchtsnelheid en
relatieve vochtigheid, maar ook van
persoonsgebonden factoren zoals met-
abolisme en vochtigheid. De insteek
van het te ontwerpen verwarmingssys-
teem is om individuele thermische
behaaglijkheid te creren.
Een van de speerpunten bij het ont-
wikkelen van de verwarmingsinstalla-
tie is de gebruiker centraal te laten
staan en niet de huidige stand van de
techniek te gebruiken als uitgangspunt
dat normaliter gebeurt.
De centrale vraag is daarom ook: wat
wil de gebruiker? De gebruiker wil
niets anders dan zich prettig voelen op
thermisch gebied, ongeacht de hoe-
veelheid kleren die hij aanheeft, de
locatie binnen in het huis waar hij zich
bevindt, de activiteit die hij aan het
uitvoeren is en de hoeveelheid perso-
nen waarmee hij zich in de woning
bevindt op dat moment.
Daarnaast moet het ding die dit ther-
misch comfort moet leveren geen
overlast veroorzaken. Het mag onder
andere niet te veel ruimte in beslag
nemen, het mag niet in de weg staan,
het mag geen lawaai maken, het moet
op een eenvoudige wijze regelbaar zijn
en het mag geen hoge gebruikerskos-
ten met zich meebrengen. Met andere
woorden mag het eigenlijk niet
bestaan maar wordt er wel een maxi-
maal resultaat verwacht in de vorm
van thermisch comfort.
De stand van de techniek is in de afge-
lopen dertig jaar sterk verbeterd, dus is
er ook veel meer mogelijk op het
gebied van thermisch comfort.
Een verwarmingsinstallatie moet er
niet op ingesteld zijn om een woning
of vertrek te klimatiseren maar moet
een microklimaat scheppen rond n
persoon, zie figuur 7.
Leefstijlflexibiliteit
Omdat elektriciteit een zeer efficinte
energiedrager is moet het mogelijk zijn
om een zeer flexibel verwarmingscon-
cept te creren. Flexibiliteit zal worden
gewenst op woningniveau, dit wil zeg-
gen dat zonder een grote inspanning
de verwarmingsinstallatie kan worden
aangepast in het geval dat een vertrek
wordt uitgebreid of van functie ver-
wisseld met een ander vertrek in de
woning. Ook zal er flexibiliteit op ver-
trekniveau worden gewenst, dit wil
zeggen dat zonder grote inspanning de
verwarmingsinstallatie kan worden
aangepast in het geval dat de indeling
van een vertrek wijzigt. Om aan deze
flexibiliteit te voldoen zal er moeten
worden ingehaakt op het concept van
scheiding tussen dragen in inbouw [11].
In de eerste instantie bleek uit onder-
zoek dat er een centrale- en decentrale
verwarmingsinstallatie in een woning
aanwezig moet zijn om aan de
gevraagde flexibiliteit te voldoen. Deze
conclusie wordt gedeeld door het
onderzoek dat de TU/e en de KEMA
reeds in 1989 hebben uitgevoerd [13].
Echter bleek na onderzoek dat de hui-
dige woning zo goed gesoleerd is, dat
de binnentemperatuur niet lager zakt
dan +/- 10 C. De oorzaken hiervan is
de interne warmtelast en invallende
zonnewarmte. De conclusie die hieruit
kan worden getrokken is dat de ener-
gievraag van een huidige woning der-
mate laag ligt dat de aanwezigheid van
een centrale verwarming overbodig is.
Op basis van dit onderzoek bleek dat
net zoals bij verlichting een lokale
bron de beste prestaties oplevert.
Naast deze voorwaarden zijn verder
kostprijs, maakbaarheid, regelbaarheid
e.d. belangrijk ontwerpuitgangspunten
Gebaseerd op het gebruik
van elektriciteit
Het te ontwerpen verwarmingssysteem
moet zijn gebaseerd op het gebruik
van elektriciteit. Elektriciteit is de
energiedrager van de toekomst. Tevens
kan er door middel van elektriciteit de
gemiddelde stralingstemperatuur beter
beheersbaar worden gemaakt. Hier-
door kan er onder andere beter op de
thermische behoeften van de gebrui-
kers worden ingesprongen en kan er
energie worden bespaard door de ver-
laging van de binnenluchttempera-
tuur.
Het te ontwerpen verwarmingssysteem
bestaat uit meerdere afgiftebronnen
die op een bepaalde manier worden
aangestuurd en de warmte afgeven aan
een persoon. Deze aansturing en afgif-
te kunnen gebeuren op verschillende
manieren zoals o.a. via puntbronnen,
lijnbronnen, vlakbronnen, beweegbare
bronnen, railsystemen, etc. Hiervoor
zijn verschillende varianten opgezet
binnen diverse categorien en een
selectie is daarvan beoordeeld met
behulp van de Kesselring-methode [4].
VARIANTEN
Alvorens de verschillende verwar-
mingssystemen kunnen worden
beoordeeld met de Kesselring-metho-
de dienen de beoordelingscriteria te
worden vastgesteld, voor zowel functie
als realisatie. Het aspect functie speelt
hierin op de comfort aspecten en het
aspect realisatie speelt in op het onder-
deel leefstijlflexibiliteit. De criteria zijn
als volgt samengesteld:
FUNCTIE
1)Horizontale stralingsasymmetrie
Bij de toepassing van infrarood ver-
warming is het van belang om een
persoon gelijkzijdig aan te stralen
om discomfort te voorkomen.
2)Verticale stralingsasymmetrie
Bij een warm hoofd en koude voe-
46 VERWARMI NG
Verschillende niveaus van thermisch comfort: I Thermisch comfort creren per
woning. II Thermisch creren per vertrek. III Thermisch comfort creren per individu.
- FIGUUR 7 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 46
ten volgt zeer snel discomfort op.
Van belang is het daarom dat de
persoon niet loodrecht van boven
wordt aangestraald maar zoveel
mogelijk van de zijkant.
3)Esthetica
Over het algemeen wordt er van een
verwarmingssysteem verlangd dat
deze zoveel mogelijk onzichtbaar is
en dus zeker niet prominent aanwe-
zig is in een ruimte.
4)Individuele controle
En van de speerpunten van het
ontwerp is individuele controle. Met
andere woorden: is het verwar-
mingssysteem in staat om een
microklimaat rondom n persoon
te scheppen?
5)Regelbaarheid
De regelbaarheid gaat in op de mate
waarmee het verwarmingssysteem
instelbaar is. Kan bijvoorbeeld op
iedere plek evenveel warmte worden
afgegeven?
REALISATIE
6)Indelingsvrijheid
Van het verwarmingssysteem wordt
verwacht dat deze flexibel kan inspe-
len op veranderingen op meubelin-
deling niveau, vertrekniveau en
gebouwniveau
7)Integreerbaar met licht
Een meerwaarde treedt op als het
verwarmingssysteem makkelijk te
integreren zou zijn met een verlich-
tingssysteem
8)Onderhoudsvriendelijkheid
Een belangrijk aspect bij technische
installaties is de onderhoudsvriende-
lijkheid, vooral als er gevoelige
beweegbare onderdelen inzitten.
9)Compactheid
Een compact verwarmingssysteem
wordt niet alleen meer gewaardeerd
omdat deze minder in het oog
springt maar ook omdat het minder
ruimte inneemt in de woning.
Beoordeling varianten
Zie tabel 2.
Resultaten en conclusie verwar-
mingssystemen
Uit het diagram (figuur 9) blijkt dat er
uiteenlopende verschillen zijn tussen
de scores van de varianten. Het
merendeel van de varianten scoort
voor realisatie tussen de 50 % en 70 %
met twee uitschieters (5b en 3d) van
75 % en 81 %. Voor functie lopen de
scores uiteen van 55 % t/m 85 %.
De laagste score wordt behaald door
variant 2 waarbij de kamer was opge-
47 TVVL Magazine 4/2009
SELECTIE VAN OPGEZETTE VARIANTEN
Varianten verwarmingssystemen.
- FIGUUR 8 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:06 Pagina 47
deeld in vier delen door lijnbronnen.
Op alle onderdelen scoorde deze
variant matig. Variant 3d scoort het
beste voor de realisatie met 81 %, ech-
ter scoort deze variant maar 55 % op
het gebied van functie. Variant 5b
scoort over het geheel het beste en
scoort onder andere op het gebied van
thermisch comfort zeer goed. Nader
onderzoek was erop gericht om te kij-
ken of de veronderstelde functionali-
teit van 3d niet sterk valt te verbeteren
indien wordt gedacht om LED-ver-
lichting als bron voor de verwarming
te gebruiken.
Uit aanvullend onderzoek blijkt LED-
verwarming goede mogelijkheden te
bieden als verwarmingssysteem voor
de toekomst waarbij het systeem de
voordelen van snelheid, regelbaarheid
combineert met de vraag naar energie-
zuinige systemen, die inspelen op de
toekomstige bouwtrends. De grens
tussen verlichting en verwarming zal
waarschijnlijk dan ook steeds meer
gaan vervagen.
Door gebruik te maken van alle
bestaande inzichten en technieken
zoals LED-verwarming die specifiek
48 VERWARMI NG
Beoordeling
combinatievarianten
Varianten verwarmingssystemen
1b 1f 2b 2e 3a 3d 4a 4c 5b
Score Score Score Score Score Score Score Score Score Score
Beoordelingscriteria
1 Horizontale
stralingssymmetrie
3 3 2 3 3 3 3 4 4 4
2 Verticale
stralingssymmetrie
3 4 2 2 4 1 2 4 4 4
3 Esthetica 2 2 3 3 4 4 2 2 3 4
4 Individuele
controle
2 4 2 2 2 1 3 3 3 4
5 Regelbaarheid 2 4 2 3 3 4 3 4 3 4
Totaal (som Y) 12 17 11 13 16 11 13 17 17 20
Relatieve som Y 60 % 85 % 55 % 65 % 80 % 55 % 65 % 85 % 85 % 100 %
6 Indelingsvrijheid 2 4 2 2 3 4 3 4 4 4
7 Intergreerbaar
met licht
3 4 2 2 4 3 3 4 3 4
8 Onderhouds-
vriendelijkheid
2 1 2 2 2 3 2 1 2 4
9 Compactheid 2 2 2 2 2 3 2 2 3 4
Totaal (som Y) 9 11 8 8 11 13 10 11 12 16
Relatieve som Y 56 % 69 % 50 % 50 % 69 % 81 % 63 % 69 % 75 % 100 %
F
u
n
c
t
i
e
R
e
a
l
i
s
a
t
i
e
Beoordelingstabel varianten verwarmingssysteem.
- TABEL 2 -
Kesselring-diagram beoordeling varianten verwarmingssysteem.
- FIGUUR 9 -
De fotos, die zijn gemaakt door een infraroodcamera, tonen een temperatuurver-
schil van ca 5,5 C tussen een aangestraald en een niet aangestraald vlak [15].
- FIGUUR 10 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:07 Pagina 48
gebruik maakt van de nauwe spectrale
banden, kan er worden ingespeeld op
alle toekomstige eisen die aan een
modern verwarmingssysteem worden
gesteld.
In figuur 10 wordt door middel van
een infraroodfoto en een meting de
temperatuurverhoging inzichtelijk
gemaakt van een vlak, als gevolg van
aanstralen, door infrarood LEDs met
een openingshoek van 120 graden en
860 nm golflengte [12].
De metingen die zijn uitgevoerd
ondersteunen de theoretische uit-
gangspunten en tonen tevens het tech-
nische potentieel van LED-verwar-
ming aan.
Varianten verwarmingsapparaat
In figuur 11 zijn de verschillende
onderdelen/functies van het eindappa-
raat uitgezet tegen verschillende oplos-
singsvarianten. Het type warmtebron
speelt een belangrijke rol in het ont-
werp. Er zijn talloze varianten moge-
lijk in het onderstaande schema, er is
echter voor gekozen om n variant
met een conventionele infraroodbron
te kiezen en n variant met een
warmtebron gebaseerd op de LED-
technologie. Het doel hiervan is om
inzicht te verschaffen tussen de ver-
schillen in de oude en nieuwe tech-
niek. Ook is de variant toegevoegd
waarbij er vlakken worden verwarmd
met elektrische verwarmingsmatjes.
Hoewel deze variant niet voldoet aan
al de eisen die worden gesteld in het
Programma van Eisen en voor de toe-
passingen het ontwerp is het interes-
sant om deze variant te vergelijken
met de andere varianten om enkele
fundamentele verschillen aan het licht
te brengen door deze benchmarking.
VASTSTELLEN VAN DE VARIANTEN
TYPE OPWEKKINGSBRON
Uit het morfologische overzicht van
figuur 11 zijn drie varianten naar
voren gekomen. Een belangrijk onder-
deel bij het ontwerp van een verwar-
mingssysteem is de keuze van het type
opwekkingsbron. Alle drie de varian-
ten zijn gebaseerd op verschillende
principes. Variant 1 is gebaseerd op
een conventionele hoogtemperatuur
infraroodbron, hierbij wordt er met
behulp van een kwartslamp verwarmd.
49 TVVL Magazine 4/2009
Beoordeling
combinatievarianten
Varianten eindapparaat
Variant
1
Variant
2
Variant
3
Factor Score Score Score Score
Beoordelingscriteria
1 Energieverbruik 3 9 12 4 12
2 Opwarmtijd 1 4 4 2 4
3 Stralingsasymmetrie 1 3 3 3 4
4 Individuele
regelbaarheid
1 3 3 2 4
5 Aanpasbaarheid 3 9 9 12 12
Totaal (som Y) 28 31 23 36
Relatieve som Y 78 % 86 % 64 % 100 %
6 Veiligheid 1 3 3 3 4
7 Onderhouds-
vriendelijkheid
1 1 3 4 4
8 Compactheid 1 2 3 4 4
Totaal (som Y) 6 9 15 12
Relatieve som Y 50 % 75 % 92 % 100 %
S
p
e
e
r
p
u
n
t
e
n
A
l
g
e
m
e
e
n
Morfologisch schema van het eindapparaat.
- FIGUUR 11 -
Kesselring-tabel beoordeling varianten eindapparaat.
- TABEL 3 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:07 Pagina 49
Variant 2 is gebaseerd op LED-tech-
nologie, waarbij de uitgestraalde elek-
tromagnetische energie zich op een
klein spectrum bevindt. Variant 3 is
gebaseerd op het verwarmen van grote
vlakken met een relatief lage tempera-
tuur. Hierbij wordt gebruik gemaakt
van een systeem, waarbij door middel
van een gecontroleerde afgifte van het
vermogen de opwarmtijd kan worden
verkort. Conventionele infraroodbron-
nen zoals de gloeilamp en de kwarts-
lamp worden al enkele decennia inge-
zet als verwarmingsbron voor perso-
nen. De LED-technologie wordt
gezien als een belangrijke technologie
voor de toekomst voor verschillende
toepassingsgebieden. De LED-techno-
logie wordt echter nog nergens in ver-
band gezien met de verwarming van
personen en/of gebouwen. Het ver-
warmen van vlakken met behulp van
elektriciteit is niet nieuw, de regelbaar-
heid hierbij vergroten door het aan-
passen van het vermogen wel.
Op basis van beoordelingscriteria is
nagegaan per variant hoe deze zich
manifesteert ten opzichte van een
bepaald criteria en ten opzichte van de
andere varianten. Op basis van deze
gegevens zijn er per variant en per cri-
teria, scores toegekend van 1 t/m 4.
Hieruit zijn er per variant totaalscores
ontstaan voor de aspecten speerpunten
en algemeen, zie tabel 3. Deze scores
zijn vervolgens uitgezet in een Kessel-
ring-diagram (zie figuur 12).
Op basis van de beoordeling blijkt dat
LED-verwarming een groot potentieel
heeft.
Een van de problemen waar men
tegenaan loopt is dat de prestatie van
traditionele verwarming wordt gedefi-
nieerd door het begrip temperatuur en
vermogen, waarbij de meeste objecten
als een (semi) grijze straler worden
beschouwd en de relatie tussen ener-
gie-uitwisseling (watt/m
2
) en tempera-
tuur redelijk eenduidig is. In parallel
met verlichting waarin de lichthoe-
veelheid van een gloeilamp (semi-grij-
ze straler) werd uitgedrukt in watt
i.p.v. lumen, blijkt dat indien wordt
afgestapt van de grijze straler, begrip-
pen als temperatuur, watt of watt/m
2
hun functie verliezen.
CONCLUSIE EN VERDERE TOEKOMST
De parallellen met wand, plafond en
vloerverwarming zijn hiermee meteen
duidelijk. Zoals reeds eerder beschre-
ven in dit artikel verschillen LED-ver-
warming en traditionele vlakverwar-
ming fundamenteel van elkaar, zowel
in functioneren als in gebruik. Dit
hoeft echter geen belemmering te zijn,
want uit studies blijkt dat er in de
bouw een marktpotentieel aanwezig is
voor LED-verwarming en dat de
bouw weer een innovatie tegemoet
kan zien. In het kader van het afstu-
deerwerk van ir. E. Ansems [15] zijn
een aantal mogelijke toepassingen van
LED-verwarming onderzocht door
LED Heating. Dit is een spin-off
bedrijf van de TU/e dat LED-verwar-
ming voor ruimte en persoonsverwar-
ming verder ontwikkelt. Het is een
mooi voorbeeld van de valirisatie van
kennis van uit de universiteiten rich-
ting bedrijfsleven.
REFERENTIES
1. Lichtenberg, J.J.N. (2002). Ont-
wikkeling van Projectongebonden
Bouwproducten. Maastricht:
Datawyse Boekproducties, ISBN
90-9015599-6.
2. Lichtenberg, J.J.N. (7 mei 2004)
Slimbouwen: een herbezinning op
bouwen, een strategie voor product-
ontwikkeling. Intreerede, TU/e.
3. Lichtenberg, J.J.N. (2005) Slim-
bouwen. Boxtel: Aeneas, ISBN 90-
75365-74-8.
4. www.fuelthefuture.nl/Kees%
20van%20der%20Klein%20%20f
uelthefutureTUe240407.pdf.
5. Fanger, P.O. (1972) Thermal com-
fort. New York: McGraw-Hill,
INC.
6. Aarts, M.P.J., Bakker, F.E., Schel-
len, H.L. e.a. (oktober 2004) Dic-
taat: Bouwfysisch ontwerpen 1: fysi-
ca van de ruimte, Technische Uni-
versiteit Eindhoven.
7. Bakker, F.E. (oktober 1998). Dic-
taat: Bouwfysica warmte. Techni-
sche Universiteit Eindhoven.
8. International programme on che-
mical safety (1982). Enviroment
health criteria 23: lasers and optical
radiation. Geneva, ISBN 92 4
154083 4.
9. Fellers, T.J., Davidson, M.W. Laser
safety. National High Magnetic
Field Laboratory, The Florida State
University.
10.ASHRAE (2005). 2005 Ashrae
handbook Fundamentals.
11. Habraken, N.J. (1961). De dragers
en de mensen. Stichting Architecten
Research.
12. KEMA (4 april 2002). Roadmap
2025: Technologie voor een duurzam
samenleving.
13. Bakker, F.E. en andere (1989). All
electric wonen 2010. TU/e en
KEMA.
14. Siers, F.J (2004) Methodisch ont-
werpen. Groningen: Wolthers-
Noordhoff.
15. Ansems, E.A(2007), Elektrische
verwarming, Een comfortabele en
duurzame oplossing voor de toe-
komst, MSc-thesis TU/e, 9 augus-
tus 2007.
50 VERWARMI NG
Kesselring-diagram beoordeling varianten eindapparaat.
- FIGUUR 12 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:07 Pagina 50
51
Corrigo TCP/IP
met gentegreerde Web paginas
Koeweistraat 7-b
4181 CD Waardenburg
T: (0418) 55 60 05
F: (0418) 55 60 04
I : www.reteg.nl
E: info@reteg.nl
Computer network TCP/IP
Luchtbehandeling Stadsverwarming Ketelregeling
Integratie met systemen
via Modbus of LON
Wij leveren o.a.:
Kiefer
- Tochtvrije luchtverdeel-
techniek, type Indul - Indulclip
- Inducool, plafond koelpanelen
lucht/water
- Indultherm, automatisch
verstelbare plafond lucht-
doorlaat
- Concretcool, betonkern-
activering met lucht
Navotherm

Ventilatorconvectoren
t.b.v. kantoren, hotels, e.d.
Quitus
Meet- en inregelventielen
3/8 tot NW 500
Stramax
Klimaatmatten
Verwol
Klimaatplafonds, koelplafonds
Kleveringweg 20, 2616 LZ Delft, telefoon: 015-2153728, fax: 015-2153729
.AVOS+LIMAATTECHNIEK"6is een technische handelsonderneming en importeur van
energiesparende produkten en systemen. Ons leveringsprogramma bestaat uit kwalitatief hoogwaardige
produkten die in grote mate bijdragen tot verbetering van het comfort in klimaatinstallaties.
U vindt ons op internet: www.navos.nl, e-mail: navos@navos.nl
Het principe
Door smalle luchtspleetjes
wordt onder een hoek van 45
met een inductiefactor van 25
tot 30, lucht ingeblazen.
Hierdoor ontstaat een diffuse
en walsarme luchtstroming.
INDUL
luchtverdeelarmatuur
Geschikt voor constante of
variabele volumen van 20 tot
100%. Inzetbaar tot -14K.
Leverbaar in cap. van 10 tot
160 m
3
/hm
1
, in lengten van
500 tot 2500mm.
Toepasbaar in metalen-,
gips- en systeemplafonds.
INDUCOOL
plafondkoelpaneel
maakt gebruik van alle
energetische voordelen
van lucht en water.
Leverbaar in capaciteiten
tot 250 W/m
2
of 500W/m
1
.
Absoluut tochtvrij
Voldoet ruimschoots aan de thermische comfortnormen zoals: NEN-EN-ISO
7730, DIN 1946/2, Arbo-normering AI-7 en ISSO publicatie nr.19.
VERL I CHTI NG
52
De economie bepalend
LEDs in de nabije
toekomst
De voorzichtige marktintroductie van de eerste rode LED begin
jaren 60, werd na n decennium al opgevolgd door de groene,
oranje en gele LED. Het expanderende toepassingsgebied was de
stimulans die de industrie nodig had voor het continueren van het
ingeslagen onderzoekstraject met als gevolg een doorbraak in 1993
door de ontwikkeling van de eerste efficinte groene en blauwe
LED, die in 1995 leidde tot de eerste witte LED. Ook vandaag
de dag zijn wereldwijd tientallen bedrijven bezig met het ontwik-
kelen van een nieuwe lichtbron op basis van de licht emitterende
diode, echter zal het nog enige tijd duren voordat de eerste verlich-
tingstoepassingen worden gentroduceerd op basis van de organi-
sche LED of de quantum dot LED.
- door C. Staudt*
* LEDNED
V
eelal wordt vergeten dat de re-
search voor de techniek van de
toekomst wordt gefinancierd
door de commercile waarde van het
product in het heden. Het nu en in de
nabije toekomst vinden van innova-
tieve en creatieve toepassingen van de
huidige LED-technologie zal daardoor
de toekomst zeker stellen.
Aan de LED-technologie zal het zeker
niet liggen de 1
e
barrire van 100
lm/W ligt alweer ver achter ons en de
190 lm/W in de zeer nabije toekomst
is geen wishfull thinking! Dit wil
zeggen dat de efficiency van alle
bestaande lichtbronnen wordt over-
schreden en er geen redenen meer zijn
om niet wereldwijd alle traditionele
lichtbronnen te vervangen voor LED,
met als gevolg opportunities voor een
nieuwe industrie, die zorg moet gaan
dragen voor opleidingen, imple-
mentatie, engineering en uitvoering,
want van alle voordelen die een LED
biedt ten opzichte van conventionele
verlichting waaronder een hogere ef-
ficiency, klein en robuust, wordt ook
het manipuleren van licht makkelijker.
Dit feit zal ervoor zorgen dat tradi-
tionele lichtsystemen verdwijnen en
plaatsmaken voor totaal in de bouw
gentegreerde lichtsystemen, volledige
luminicerende plafonds die niet enkel
verlichten maar ook het bioritme
kunnen reguleren en tegelijkertijd de
datatransfer kunnen verzorgen tussen
elk gewenst apparaat (Smart Lighting),
Bioreactoren gevoed door CO
2
en een
specifieke lichtstroom gekoppeld aan
elk gewenst spectrum, Weefselspeci-
fiek intelligente operatie verlichting,
toepassen UV-LEDs in elke gewenste
ruimte waar hoge eisen zijn gesteld aan
hygine, intelligente verlichting van
openbare ruimtes en wegen, intelli-
gente vluchtweg verlichting, deze lijst
is eindeloos, maar nutteloos als we de
kansen nu niet benutten.
Een eerder genoemd concept Smart
Lighting staat volgens ons syno-
niem voor de toekomst van de LED,
volledige intelligente verlichting
waarbij toepassen en toepassingen,
actief een positieve bijdrage leveren
aan onze duurzame toekomst! Echter
hierbij zijn de economische factoren
van groot belang. De invloed van de
economische factoren merken wij nu
immers met zijn allen. De creditcrisis
heeft invloed op de markt, de ontwik-
keling en de energieprijzen. In dit
nummer is er reeds op vele manieren
ingegaan op het fenomeen LED, maar
hoe zit het nu eigenlijk met de econo-
mische kant van deze verlichting. Om
hier een goed inzicht in te verkrijgen
verdelen we de LED in twee toepas-
singsgebieden, de architectonische
verlichting en functionele verlichting
zoals toegepast in kantoren, bedrijven,
hotels enz. maar ook de buitenverlich-
ting
Allereerst de architectonische ver-
lichting. Als men vraagt wat allemaal
met LED mogelijk is, geef ik steevast
het antwoord dat het einde van de
fantasie, het einde van de mogelijk-
heden is. Iedereen herinnert zich nog
wel de Icecube van de Olympische
Spelen, waarschijnlijk het boegbeeld
van de architectonische zijde van de
LEDs, gerealiseerd door CREE een
van de marktleiders van de productie
en innovatie van semi-conductors die
de toegevoegde waarde van LED-pro-
C
.

S
t
a
u
d
t
53
TVVL Magazine 4/2009
ducten bepalen, zie figuur 1. Het mag
duidelijk zijn dat dergelijke toepas-
singen wellicht zeer mooi zijn, maar te
allen tijde een kostenverhogende factor
zullen zijn in de aanschaf en exploita-
tiekosten van een pand.
Bij functionele verlichting komt er
echter veel meer bij kijken om te kun-
nen beoordelen of LEDs economisch
verantwoord zijn. Er is hier momen-
teel veel discussie over en de trend is
dat LEDs nog niet in staat zijn om als
hoofdverlichtingsbron te functioneren.
Dit geloof berust volgens mij eerder
op eenzijdige, achterhaalde informatie
en politieke belangen dan op goed
onderzochte feiten en ik zal dit aan
de hand van de diverse gehanteerde
argumenten en een praktijkvoorbeeld
proberen aan te tonen.
Om te bepalen welke verlichting
economisch het beste is kunnen we
op twee manieren bekijken. Een voor
de samenleving in zijn geheel en twee
voor de eindgebruiker.
Voor de samenleving in zijn geheel
moeten we kijken naar de kosten
voor het produceren, exploiteren en
verwijderen van het product. Uit een
onderzoek van CE (Centrum Energie
onderzoek), een onafhankelijk onder-
zoeks- en adviesbureau gespecialiseerd
in milieu vraagstukken uit Delft, blijkt
dat LED beter scoort in de produc-
tiefase. CE heeft onderzocht hoe de
milieubelasting van de LED-lamp zich
verhoudt tot de gloeilamp en spaar-
lamp. Dit betekende dat behalve naar
het stroomverbruik van de lamp, ook
gekeken is naar het materiaalgebruik
van wieg tot graf door een levenscy-
clusanalyse (LCA) [3,4].
Ook als het materiaalgebruik wordt
vergeleken, blijkt de LED-lamp een
duurzaam alternatief, dat minder
milieubelasting oplevert. Dit kan nog
aanzienlijk verbeteren door minder
aluminium te gebruiken, een opti-
malisatie die in het nieuwe ontwerp
wordt opgenomen. Over de verwij-
deringsfase is wederom veel discussie.
LED zal in de reguliere afvalstroom
terechtkomen en in Nederland is dit
product dan ook in principe volledig
recyclebaar. De hoeveelheden fosfor
en bijvoorbeeld arsenicum waarover
wordt gesproken zijn zover bekend
dermate gering dat ze niet schadelijk
zijn. Voor klassieke verlichting zoals
TL en spaarlampen zijn zeer kostbare
recyclingbedrijven gebouwd om het
zeer schadelijke kwik te verwijderen.
Volgens onderzoek van VROM [5]
blijkt echter dat zakelijk nog geen
40 % van de kapotte lampen wordt
aangeboden en priv nog veel minder.
Zonder hier verder op in te gaan mag
het duidelijk zijn dat klassieke verlich-
ting naast de gezondheidsrisicos hier
economisch het onderspit delft.
Dan de levensfase van het product,
dit is zowel voor de samenleving als
de eindgebruiker van belang. Gesteld
wordt in een onderzoek van Sen-
terNovem [6] en in een artikel in Licht
van Nov. 2008 dat:
- Nieuwe TL 100-110 lumen per watt
produceert en LED 60-70 lumen
per watt. Dit betekent concreet dat
LED duurder is in gebruik. Wellicht
geldt dit voor bepaalde producenten,
maar bijvoorbeeld CREE produceert
momenteel 115 lumen per watt.
- LED is puntverlichting en straalt
niet rondom. Ik vraag me af hoe
dit telkens als nadeel genoemd kan
worden. Immers is bijvoorbeeld
kantoorverlichting voor 95 %
gerichte verlichting. Alle geprodu-
ceerde lumen van LED gaat direct in
de gewenste richting terwijl TL veel
verliest doordat het enerzijds door
allerlei spiegels en reflectoren gericht
dient te worden en daarnaast een
hoop licht in ongewenste richtingen
wordt verstrooid.
- LED heeft een slechte power factor.
Zowel de fase verschuiving als de
harmonie verstoring zorgen voor
verhoogde risicos en blindstroom-
kosten. Er zijn inderdaad veel bedrij-
ven, bekend en minder bekend die
dit probleem kennen. De huidige
producten kennen echter allen een
power factor van 0.8 tot 0.99. Dit
betekent dat de blindstroomkosten
lager zijn dan die van TL of CFL.
- De kracht van de LED neemt af in
de loop van de tijd. Dit klopt inder-
daad, net zo als de kracht van TL
en CFL. De levensduur van al deze
verlichtingsbronnen moet dan ook
worden gesteld op die tijd waarna
de lamp nog 70 % van het originele
licht uitstraalt.
- Op zaken als een beter efficacy
(voortvarendheid, zelf bewust
handelen), (geen efficiency) het
verhogen van het NIF-effect door
gerichte uitstraling binnen het zicht-
baar spectrum zullen we hier verder
niet op in gaan, maar versterken de
voorsprong van LED nog verder.
Het NIF (Non-Image Forming)-ef-
fect betreft het doorgeven van licht/
donker informatie direct aan de bi-
ologische klok door de zogenaamde
ganglioncellen met behulp van het
eiwit melanopsine.
Gelet op het bovenstaande lijkt LED
op alle gebied economisch beter te
scoren, maar ook al klinkt alle theorie
mooi, alleen de praktijk kan dit beves-
tigen. LEDNED heeft in de afgelopen
twee jaar bijna 200 testopstellingen
gerealiseerd voor het toepassen van
LED als functionele hoofdverlichting.
Hierbij is niet alleen gekeken naar
licht en financin, maar ook naar
beleving en gezondheid.
Als praktijkvoorbeeld nemen we een
grootschalig onderzoek bij een Politie
Service Centrum (PSC). Dit is uitge-
voerd door lokale overheden, de GGD
en onafhankelijke ingenieursbureaus.
In dit onderzoek is de bestaande TL
verlichting vervangen door het gepa-
tenteerde FlexiLightpanel.
Ten opzichte van de nulmeting is
een directe besparing gerealiseerd van
55 % energiegebruik en zijn er vele
gezondheidsvoordelen behaald. Zie
Icecube Olympische Spelen Beijing [2].
- FIGUUR 1 -
54
VERL I CHTI NG
figuren 2 tot en met 3 voor de situatie
voor en de situatie na plaatsing van
LED-verlichting.
Naast deze besparing en de CO
2
-re-
ductie moeten we om de economische
voordelen goed te bepalen nog enkele
andere zaken meenemen:
- Onderhoud: TL armaturen moeten
minimaal een keer per jaar worden
gereinigd om de lichtoutput op
niveau te houden.
- Vervanging: Door de langere le-
vensduur worden vervangingskosten
door LED-toepassingen aanzienlijk
gereduceerd.
- Warmte: Om discussies te voorko-
men zal ik cijfers achterwege laten,
maar feit is dat LED aanzienlijk
minder warmte produceert (en dit
ook nog eens niet naar beneden
straalt) dan TL. Waar geen warmte
ontstaat hoeft dit ook niet te worden
gekoeld. De besparing in Nederland
varieert volgens een ingenieurs-
bureau van 15 % - 25 % op de
koellast.
De economische conclusie:
- In de productie en afvalverwerking
is LED economisch beter dan TL of
CFL.
- De meeste diodefabrikanten produ-
ceren nog geen diodes die efficint
genoeg zijn om als hoofdverlichting
toe te passen.
- Fabrikanten van LED-verlichting
houden onvoldoende rekening met
zaken als koeling en blindstroom om
zowel levensduur- als energiekosten -
technisch te kunnen concurreren
met TL.
- Buiten LEDNED zijn er geen
KEMA, die nog steeds geldt als
enige borging voor de productveilig-
heid, goedgekeurde hoofdverlich-
tingsproducten op de markt. De CE
keuringen komen uit twijfelachtige
laboratoria.
Is het nu dan wel of niet economisch
verantwoord om LED grootschalig in
te zetten? Antwoord op deze vraag is
moeilijk te geven zonder direct hautain
over te komen.
Alle argumenten die momenteel
worden aangevoerd om LED nog
niet toe te passen zijn namelijk waar.
Echter heeft LEDNED de afgelopen
vier jaar zo intensief samengewerkt
met kennisinstellingen zoals de TU/e,
de KEMA, producent CREE, DIAL
en diverse anderen, dat niet alleen alle
argumenten zijn weggewerkt, maar
zelfs al rekening is gehouden met
zaken als de nieuwe EMC-eisen die in
2010 van kracht zullen worden. Het
enige antwoord op de vraag of LED
uit economisch oogpunt inzetbaar is,
is dan ook volmondig ja, mits gekozen
voor het juiste product.
REFERENTIES
1. http://www.cree.com/about/over-
view.asp
2. http://www.edn.com/
blog/1470000147/
post/170025817.html
3. Vreede G.J. van, Croezen H.J.,
Sevenster M.N.,2007, Groen licht
voor LED2-lampen
Onderzoek naar het milieueffect
van het gebruik van LED2-lampen
in scheepvaart- en verkeerregelin-
stallaties, Delft, 2007 (december)
Vergelijk situatie kantoor voor en na plaat-
sing LED-verlichting.
- FIGUUR 2 -
Overzicht beeld van de situatie na toepassing van LED-verlichting.
- FIGUUR 4 -
Toegepast LED-verlichtingselement.
- FIGUUR 3 -
4. Croezen H, 2006, Lichtend voor-
beeld? CE-mailvisie nummer 22,
maart 2006
5. Stroosnyder I., 2008, Taskforce
verlichting, Groen licht voor ener-
giebesparing, 26 mei 2008, http://
www.duurzameoverheden.nl/PDO/
PDO_EindrapportTaskforce_Ver-
lichting.pdf
6. Veltman M.J., 2008 , Quick scan
LED-verlichting in huishoudens
& utiliteitsbouw, SenterNovem,
februari 2008
7. http://www.senternovem.nl/mm-
files/Quick%20scan%20LED%20
verlichting%20utiliteit%20vs3.05_
tcm24-288842.pdf
De IA Groep
is een succesvol,
multidisciplinair
ingenieursbureau dat
internationaal
werkzaam is.
De IA Groep heeft zon
90 enthousiaste
medewerkers. Zij
specialiseren zich op de
vakgebieden:
- Werktuigbouw
- Elektrotechniek
- Bouwkunde
- Architectuur
Interesse?
Stuur of mail dan jouw
sollicitatiebrief en cv
naar:
IA Groep
T.a.v. mevrouw
W. Broekman
Postbus 223
6920 AE DUIVEN
wendy.broekman@iagroep.com
www.iagroep.com
IA Werktuigbouw bv richt zich met name op het
ontwerpen, leveren en begeleidingen in de
uitvoering van gebouw/klimaatinstallaties. Wij zijn
op zoek naar een:
Adviseur/ontwerper
installatietechniek werktuigbouw
In deze functie ben je actief als adviseur/ontwerper
in de utiliteit en industrie, zoals laboratoria,
zwembaden, fabrieksinstallaties en
gezondheidscentra. Jouw werkzaamheden
bestaan uit:
- het cordineren, begeleiden en controleren van
projectwerkzaamheden;
- het opstellen van engineeringsdocumenten;
- het ontwerpen en berekenen van alle
projectdelen;
- het maken van systeemkeuzen, het verrichten
van haalbaarheidsstudies en het opstellen van
budgetramingen.
Functie-eisen:
- opleiding HBO/TU Werktuigbouw, aangevuld met
een HIT-opleiding;
- minimaal 5 jaar werkervaring.
Wij bieden:
- uitdagende (internationale) projecten;
- een prettig werkomgeving;
- bij gebleken geschiktheid is doorgroei naar het
managementteam mogelijk;
- een uitstekend salaris en secundaire
arbeidsvoorwaarden.
WAAR TECHNI EK TOT LEVEN KOMT
Gebouw Eurogate I
Watermanweg 102
3067 GG Rotterdam
Postbus 8280
3009 AG Rotterdam
Tel: (010) 456 2311
Hoog Catharijne De Rotterdam De Markthal
Techniplan Adviseurs is een ingenieursbureau op het gebied van technische
installaties, energie en milieu. Met veertig medewerkers werken we aan projecten in
de top van de markt. Al meer dan dertig jaar staan we bekend om onze innovatieve
oplossingen. Die oplossingen komen van ingenieurs die niet alleen hun vak verstaan,
maar ook initiatief nemen en graag de handen uit de mouwen steken. Ben jij zon
professional, kijk dan op www.techniplan.nl of stuur meteen een reactie naar
werken@techniplan.nl ter attentie van Mirjam van der Velden.
(senior) technici Werktuigbouwkunde (hbo/universitair)
Je ontwerpt installaties en legt die vast in tekeningen en tekst. Afhankelijk van
de omvang en complexiteit doe je dat zelfstandig of samen met een adviseur. Je
geeft leiding aan een of meer technici en tekenaars. Samen met de projectleider
onderhoud je het contact met externe partijen.
K
E
N
N
I
S
I
N
S
T
I
T
U
U
T

V
O
O
R

D
E

I
N
S
T
A
L
L
A
T
I
E
S
E
C
T
O
R
Kruisplein 25
3014 DB Rotterdam
Postbus 577
3000 AN Rotterdam
Telefoon 010 206 59 69
Fax 010 213 03 84
info@isso.nl
www.isso.nl
ISSO voorziet de installatie sector
van de benodigde kennis, het
dagelijkse gereedschap voor de
installatiepraktijk. Op basis van de
kennisvraag ontwikkelen wij goed
toegankelijke publicaties. Tevens
verzorgen wij kennisoverdracht
door ondersteunende instructie-
bijeenkomsten, interactieve
websites, digitale bibliotheek en
tools. Ook de instructie- en
handboeken bevorderen de
toepassing van de ontwikkelde
kennis in de installatiepraktijk.
Wat kun je in deze functie verwachten?
Het cordineren van en leiding geven aan de
uitvoering van onze elektro en ict projecten.
Naast het bijdragen aan het relatiebeheer en het
verwerven van opdrachten (inclusief fnanciering)
behoren tevens de volgende werkzaamheden tot
het takenpakket:
t Inhoudelijk begeleiden van projecten;
t Beheren van projecten op basis van contract,
budget en tijdschema;
t Redactioneel begeleiden van de te realiseren
publicaties;
t Beoordelen van de voor ISSO door derden
opgestelde technische rapportages
t Geven van presentaties in workshops en
instructiebijeenkomsten
t Vertegenwoordiging van ISSO in externe
commissies
t Communicatie met opdrachtgevers
Wat zijn jouw kwaliteiten?
Wij komen graag in contact met kandidaten die
tenminste een HBO diploma hebben binnen de
elektrotechniek, installatietechniek, werktuig-
bouw of energietechniek en verder:
t Minimaal 5 jaar werkervaring met de installatiesec-
tor in de gebouwde omgeving
t Ervaring met projectmatig werken
t Goede schriftelijke en mondelinge beheersing
van de Nederlandse taal
t Zelfstandig, initiatiefrijk, gemotiveerd
t Enthousiast, open en positief
t Goed in teamverband kunnen werken, goede
sociale vaardigheden
t Nauwkeurig en doelgericht
t Verantwoordelijkheidsgevoel, stressbestendig en
fexibel
Wat bieden wij jou?
Bij ISSO werk je altijd met de nieuwste tech-
nologie. Hierdoor en door onze opleidings-
mogelijkheden kun je jezelf blijven ontwikkelen.
Daarnaast bieden wij:
t Een boeiende en afwisselende functie in een
kleine dynamische organisatie;
t Vrijheid voor ontplooiing van persoonlijke
creativiteit en inventiviteit;
t Het salaris is afhankelijk van opleiding en
werkervaring;
t Goede secundaire arbeidsvoorwaarden.
ISSO zoekt een
TECHNISCH PROJECTCORDINATOR
Interesse?
Graag ontvangen wij een motivatiebrief met een uitgebreide Curriculum Vitae per e-mail naar sollicitatie@isso.nl
Voor meer informatie over ISSO: www.isso.nl
Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld
U
it onderzoek van ECN blijkt
dat er ongeveer 2,6 miljoen
lampen zijn in de openbare
verlichting in Nederland. In 1999
bedroeg daarvan het energiegebruik
ongeveer 645 GWh oftewel ongeveer
1,5 % van de totale Nederlandse elek-
triciteitsproductie [2]. LED-straatver-
lichting is een belangrijke toepassing.
Door de bestaande compacte fluores-
centielampen (PLL) van de openbare
verlichting te vervangen door LED-
lampen is bij een proef aan getoond
dat 51 % energie kan worden
bespaard. Als de gehele straatverlich-
ting in Nederland met LED zou wor-
den uitgerust is er een energiebespa-
ring mogelijk van minimaal 30 %,
hetgeen overeen komt met een CO
2
-
reductie van 1.650 ton. Maar daarbij
blijft het niet, de innovatie gaat door.
Zo heeft Philips een concept van een
groene lantaarnpaal ontwikkeld [3].
De naar een bloem gemodelleerde
straatverlichting zou in staat zijn om
via wind- en zonne-energie zelf de
benodigde stroom op te wekken: het
Light blossom concept. Overdag en bij
zonnige omstandigheden ontvouwen
zich de bloembladen van de lantaarn-
paal langzaam, net als bij zijn natuur-
lijke tegenhanger, om zo elektriciteit
uit zonne-energie om te kunnen zetten
door de op de bladeren bevestigde
zonnecellen, die mee kunnen draaien
met de stand van de zon. Indien het
bewolkt is of het hard waait, sluit de
lantaarnpaal zijn bladen gedeeltelijk.
Hierdoor kan de Light blossom zijn
bloembladen laten draaien, waardoor
windenergie kan worden gegenereerd.
De lantaarnpaal kan bij wisselvallig
weer schakelen tussen de twee energie-
omzettingsmethoden. De uit wind- of
zonne-energie gegenereerde energie
wordt in de steel in accus opgeslagen,
waardoor de lantaarnpaal ook kan
worden ingezet in gebieden waar geen
elektriciteitsnet in de buurt is [3]. Een
Light blossom die wel aan het elektri-
citeitsnet is gekoppeld, de opgewekte
56 VERLI CHTI NG
LED-technologie kent inmiddels vele spectaculaire toepassing en
naast het verlichten van speciale objecten of gebouwen is een
belangrijk toepassingsgebied dat van de grote bill boards, score
borden in stadions of reclameborden en zelfs tijdschriften op
gebouwen. Het lijk haast dat er geen grenzen zijn gesteld aan het
formaat van de LED-toepassingen, zie voor enkele voorbeelden de
figuren 1 tot en met 3.
-door prof.ir. W. Zeiler*
Diverse
LED-toepassingen
P
r
o
f
.
i
r
.

W
.

Z
e
i
l
e
r
Daktronics Web site-Longhorn stadium, University of Texas,
1,750,272 LEDs 55 x 134 [1].
- FIGUUR 1 -
LED Magazine- 3rd Ring Road, Beijing-Barco [1].
- FIGUUR 2 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:07 Pagina 56
elektriciteit die het niet zelf nodig
heeft, op het net invoeden.
Wanneer het donker wordt, zal de
bloem zich sluiten en zal de energie-
zuinige LED-verlichting de omgeving
verlichten. In standby-modus zal de
lantaarnpaal een minimale hoeveel-
heid licht afgeven via in de steel beves-
tigde LEDs. Hierdoor wordt onnodi-
ge lichtvervuiling voorkomen. Sen-
soren kunnen echter beweging in de
directe omgeving detecteren, waardoor
de straatverlichting tijdelijk meer licht
kan afgeven als een persoon nadert.
De sociale veiligheid komt op die
manier niet in het geding. De tech-
niek die is gebruikt zal naar verwach-
ting over drie tot vijf jaar grootschalig
beschikbaar zijn [2].
Minder futuristiche ontwerpen voor
een straatlataarns zijn er natuurlijk
ook zoals bijvoorbeeld de OnOff van
Disano, gemaakt van recyclebaar alu-
minium, voorzien van een paneel met
zonnecellen en een set batterijen met
een opslagcapaciteit van vijf dagen. De
OnOff gebruikt LED-lampen van
slechts 30 W. Een verlicht paneel op
ooghoogte geeft daarnaast nog extra
informatie over de straatnaam of de
locatie [4]. Het model is ontworpen
door Giugiaro Architecten en werd
gepresenteerd op de Remade in Por-
tugal een tentoonstelling met produc-
ten onder de titel Eco Design van
bekende ontwerpers. De ontwerpen
mogen alleen van gerecycled of te
recyclen materialen zijn gemaakt.
Een ander type straatlamp is die bij-
voorbeeld van Siteco, het DL 10
model, zie figuur 5 & 6 [5].
Zoals uit de voorbeelden blijkt geeft
de nieuwe LED-technologie de ont-
werpers vele nieuwe mogelijkheden
voor vormgeving. Maar daarnaast is
natuurlijk het belangrijkste argument
dat van energiebesparing. Zoals uit
tabel 1 blijkt kan er tussen de 16 % en
de 24 % worden bespaard ten opzich-
te van traditionele straatverlichting!
Diverse autofabrikanten kiezen er
steeds vaker voor om in de verlichting
van autos LED-lampen toe te passen.
Zo werkt Audi met een combinatie
van Xenon plus koplampen voor de
dagrijverlichting met LED-techniek.
Dat is niet alleen veilig maar zorgt ook
voor een lager brandstofverbruik, Ver-
geleken met conventionele halogeen-
lampen vraagt LED-verlichting tot
zon 90 % minder energie. Ook de
achter- en remlichten worden steeds
57 TVVL Magazine 4/2009
LED Magazine-Daktronics Time Square [1].
- FIGUUR 3 -
Sitecos LED straatverlichting [5].
- FIGUUR 6 -
Siteco's LED straatverlichting,
frontaanzicht.
- FIGUUR 5 -
Het Light blossom concept voor
innovatieve straatverlichting [3].
- FIGUUR 4 -
Vergelijking traditionele straat verlichting en LED-verlichting [5].
- TABEL 1 -
Tested: Siteco test rad Traunreut, Germany Nov 08
Classi-
fication
of road
Tradi-
tional
lamp
type
used
Energy
con-
sump-
tion
per km
in
kWhr/
per
year
New
lamp
source
Energy
con-
sump-
tion
per km
in
kWhr/
per
year
Energy
saving
Energy
saving
with
dim-
ming (i)
ME4b
70 W HP
sodium
9,29
86 x 1 W
LED (ii)
7,84 16 % 27 %
S4 50 W HP 7,39
86 x 1 W
LED (ii)
5,6 24 % 43 %
(i) Based upon varying levels of dimming and number of hours
(ii) with Siteco DL10 luminaire
Source: Siteco lighting Nov 2008
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:07 Pagina 57
vaker met LED-verlichting geleverd.
Het model R8 als meeruitvoering zelfs
met integrale LED-verlichting lever-
baar, waarbij de volledige autoverlich-
ting, inclusief de richtingaanwijzers,
gebaseerd is op LED-techniek. Voor
de autodesigners is door gebruik te
maken van LED een compactere
vormgeving van de verlichting moge-
lijk wat weer nieuwe lichtontwerpen te
maken. Dus de meerwaarde is naast de
energiebesparing meer design vrijheid.
Een geheel andere applicatie is te vin-
den in het Fieldlab Glastuinbouw in
Honselersdijk. Rendabel rozen en
andere kasbloemen kweken wordt
steeds moeilijker in Nederland, daar-
om wordt er in het Fieldlab Glastuin-
bouw volop geexperimenteerd met
nieuwe technologie. Zo is er een
tweelaags rozenkweeksysteem ontwik-
keld waarmee een hogere productie
kan worden behaald. De rozen circule-
ren hierbij over beide lagen, waarbij de
rozen op de onderste laag licht krijgen
van LED-lampen. De warmte daarvan
wordt ook gebruikt om de kas te ver-
warmen [7], zie figuur 8.
Licht om onze zintuigen te prikkelen,
om de gemoedstoestand positief te
benvloeden, dat was het doel bij het
ontwikkelen van een levende beton-
muur, waarbij LED-boards zijn ver-
werkt in een betonmuur. Het licht is
van de LEDs is aan de buitenkant van
het beton zichtbaar gemaakt door
middel van optische vezels. De LEDs
kunnen van kleur veranderen waar-
door een dynamisch afwisselend
geheel ontstaat. Toepassingen van dit
principe is bijvoorbeeld handig bij het
begeleiden van autos in een parkeerga-
rage naar een vrije parkeerplaats [8].
Het prototype van de toepassing is te
zien in figuur 9.
LED is ook een belangrijke inspiratie-
bron voor allerlei kunst uitingen. Zo
hebben bijvoorbeeld de Britse licht-
ontwerpers Mathmos in hun laatste
creatie de LED-technologie gecombi-
neerd met windenergie om ecologisch
licht te creren zonder hulp van batte-
rijen, zie figuur 10.
De 15 m hoge Aeolian Tower , het-
geen bewogen door de wind betekent,
is ontworpen door Jason Bruges Stu-
dio als onderdeel van de One Dot
Zero: Adventures In Motion festival.
De ontwerper Zena Bruges verklaart
de doelstelling als volgt: We want to
visualize the invisable, making people
realize that theres a lot of energy out
there that were not using.
Miniatuur windmolentjes zetten net
zoals hun grote broers de windenergie
om in elektriciteit. Elk molentje
gebruikt een mini-propeller om een
paar blauwe of rode LEDs van energie
te voorzien. In Londen staat de instal-
latie met 1.200 van deze windmolen-
tjes naast de Waterloobrug over de
Thames en wanneer er wat wind is (3
mph oftewel 1,3 m/s is al voldoende
wind!) hun licht laten schijnen over de
Thames. De LED-verlichting wordt
gestuurd door een laptop, waardoor
het sturen van de verlichtingspatronen
mogelijk is en er een laag resolutie
wind aangedreven billboard is ont-
staan. Momenteel zijn ze bezig om
met archtectuur studenten van de uni-
versiteit van Westminster een draadlo-
ze besturing op afstand te realiseren.
Door de compacte combinatie van
58 VERLI CHTI NG
LED autoverlichting [6]
- FIGUUR 7 -
LED verlichting in de kassenbouw [7].
- FIGUUR 8 -
Levendebetonmuur LED gecombineerd
met fiber optics [8].
- FIGUUR 9 -
Aeolian toren South Bank London, wind aangedreven LED verlichting [9].
- FIGUUR 10 -
TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:07 Pagina 58
windturbinetjes en LED-verlichting
zou de installatie dan geen voedings-
en besturingskabels meer nodig heb-
ben. De losse wind LED-lampjes
kunnen ook gewoon worden gekocht
bij Mathmos [10] voor ongeveer $ 18,
zie figuur 11.
De hier aangegeven diverse toepassin-
gen van LED-verlichting geven wel
aan dat de toepassingsmogelijkheden
vrijwel onbeperkt zijn en een nieuwe
inspiratiebron vormen voor vele inno-
vatieve producten. Een belangrijke
reden waarom LED de toekomst mede
zal vormgeven.
REFERENTIES
1. Anandan M., GLGi: LED and
OLED Market Trends
2. Bremmers P., Veltman A.T., Fern-
hout J.T., Energieverbruik I open-
bare verlichting en verkeersinstalla-
ties, ECN rapport ECN-C-00-095,
oktober 2000
3. Reijerman D., Philips ontwikkelt
groene straatverlichting die zelf
energie opwekt, Tweakers, 16 okto-
ber 2008, http://tweakers.mobi/
nieuws/56214
4. www.attiva.nl
5. Sim K., The DL10: Sitecos latest
LED street luminaire, Building
Sustainable design, january 2009,
http://www.bsdlive.co.uk/story.asp?
storycode=3130457
6. http://www.overeemcarworks
.nl/led.html
7. Brink J. van den, Fieldlab Glas-
tuinbouw, TNO magazine, TNO
Bouw en Ondergrond, december
2008http://www.tno.nl/images/sha
red/overtno/magazine/beno_4_200
8_15.pdf
8. www.traxontechnologies.com
9. www.jasonbruges.com
10.www.mathos.com
59 TVVL Magazine 4/2009
Windturbine en LED-verlichting gentegreerd in een product [10].
- FIGUUR 11 -
Numan & Kant b.v.
Strijen
T: (078) 674 14 60
E: info@numanenkant.nl
A
lle
s

u
it

n
h
a
n
d
!
Gespecialiseerd in ontwerpen, leveren en installeren van complete
meet- en regelsystemen voor klimaatinstallaties in gebouwen.
Perfecte afstemming op uw wensen, dankzij vrije keus fabrikanten.
veel proceskennis van klimaatinstallaties in gebouwen.
Kijk op www.numanenkant.nl voor meer informatie of bel.
ENERGlEBESPARlNG dankzij
optimalisering (bestaandej installaties




































































































































































































































TVVL 04 2009:TVVL_Magazine 08 04 2009 15:07 Pagina 59
VERL I CHTI NG
60
LEDs improve your
health
De afgelopen jaren is LED-licht en -verlichting sterk in opmars.
Naast de vele toepassingen in de industrie, komen er steeds meer
berichten uit de gezondheidszorg waar deze nieuwe, veel belo-
vende lichtbronnen worden ingezet voor zowel lichtoplossingen als
curatieve doeleinden. LED is nog niet geschikt als basisverlichting
maar in het bijzonder als hoogwaardige lichtbron voor verschil-
lende therapien is het duidelijk in opmars.
- door T. Schoutens*
* Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid
SOLG in Eindhoven, directeur en Davita
Nederland BV in Eindhoven
L
EDs (Light Emitting Diodes)
zijn oplichtende halfgeleiders
en worden door velen als een
revolutie gezien in de verlichtingswe-
reld. In de gezondheidszorg worden
LEDs nog niet vaak gebruikt, behalve
op enkele specifieke plaatsen. Omdat
ziekenhuizen gastvriendelijk moeten
zijn, bieden LEDs het voordeel van
een zeer flexibele vormgeving voor
gebruik in decoratieve toepassingen.
GEBRUIK IN HET ZIEKENHUIS
Momenteel is LED nog niet geschikt
om duurzaam te worden gebruikt als
vervanger voor de oude vertrouwde tl-
buis. Dit komt voornamelijk door de
nog onvoldoende kleurweergave en het
feit dat er nog geen goede armaturen
beschikbaar zijn. Daarnaast is de licht-
opbrengst nog ondergeschikt aan die
van tl, maar hier komt snel verande-
ring in. LED is wel geschikt als orin-
tatie verlichting tijdens de nachtelijke
uren. In het bijzonder om de weg te
vinden van het ziekenhuisbed naar
het toilet of bij noodsituaties, kunnen
LED-oplossingen zeer functioneel zijn.
Daarnaast kan met LED een dynami-
sche omgeving worden gecreerd. Zo
zijn er steeds meer voorbeelden van
lichtprojecten waarbij LED uitkomst
biedt. Dit is bijvoorbeeld het geval in
MRI-ruimten. Door het zeer krachtige
magnetische veld rondom deze ap-
paratuur zijn tl-buizen en gloeilampen
ongeschikt in deze ruimten. Voorheen
werden hier zogenaamde hamerslag
gloeilampen gebruikt die minder
gevoelig zijn voor trillingen maar ook
LED biedt hier hulp. Daarnaast kan
met gekleurde LEDs een warme en
prettige atmosfeer worden gecreerd
waardoor de ruimte minder klinisch
wordt (dynamic ambiance). Vooral
kinderen worden hierdoor rustiger en
minder angstig.
LED is ook in het ziekenhuis niet
meer weg te denken als het gaat om
noodverlichting en vluchtweg aandui-
ding. Vooral het lage energiegebruik,
de geringe onderhoudskosten en de
lange levensduur zijn voor veel facility
managers de belangrijkste redenen
om op noodverlichting met LED over
te stappen. Vaak zijn de armaturen
T
.

S
c
h
o
u
t
e
n
s
Dynamic Experience Groen en Blauw.
- FOTOS 1A EN B -
ETAP Lighting.
- FOTOS 2A EN B -
uitgerust met een batterijvoeding
(i.v.m. mogelijke stroomuitval) en zijn
61
TVVL Magazine 4/2009
ze tevens voorzien van een zelftest-
functie. Ten slotte kunnen speciale
UV-C LEDs worden gebruikt voor de
zuivering van water en reiniging van
lucht en oppervlakten.
GEBRUIK IN HET VERPLEEGHUIS
De voordelen van LED in het
ziekenhuis gelden deels ook voor
het verpleeghuis. Naast orintatie
tijdens de nachtelijke uren, kan met
name OLED in de toekomst uit-
komst bieden bij het instandhouden
van slaap/waakritmes bij ouderen
met dementie. Uit onderzoek wordt
duidelijk dat veel licht overdag en veel
duisternis s nachts zorgt voor instand-
houding van een gezond slaap/waak
ritme. Instandhouding van dit ritme
is belangrijk voor het welzijn van de
verpleeghuisbewoner. Het zorgt voor
een betere slaap tijdens de nacht en
minder apathie en onrust overdag. Nu
worden hiervoor dynamische armatu-
ren gebruikt met tl die weliswaar zeer
bruikbaar en effectief zijn, maar die
een relatief hoog genstalleerd vermo-
gen hebben. Met behulp van nieuwe
OLED-technieken kunnen grote vlak-
ken aan het plafond worden genstal-
leerd waardoor een hoge lichtintensi-
teit wordt gegenereerd in combinatie
met een relatief lage helderheid. Dit
is belangrijk in verband met de vaak
slechte visus van ouderen.
LICHTTHERAPIE
LEDs met een golflengte van circa
630 nm worden gebruikt in de zoge-
naamde PhotoDynamische Therapie
PDT. Deze relatief nieuwe behan-
delvorm is niet invasief en wordt in
toenemende mate ingezet binnen de
dermatologie. Het voordeel van de
LED is dat de kleur zeer constant is en
dit is noodzakelijk voor het slagen van
de therapie. In het bijzonder bepaalde
vormen van huidkanker zoals basaal-
celcarcinoom in het beginstadium,
kunnen effectief worden behandeld.
Met behulp van de lichtgevoelige stof
protoporfyrine wordt specifiek lokaal
epitheelweefsel gevoelig gemaakt
voor licht met dezelfde golflengte.
De stof nestelt zich als het ware in
de kwaadaardige cellen en wordt pas
actief na belichting door de lichtbron.
Hierdoor ontstaat een chemische
reactie met zuurstof en wordt uitein-
delijk het DNA van de kwaadaardige
cel vernietigd. PDT met behulp van
LED-technologie is uiterst effectief en
heeft tevens een uitstekend cosmetisch
effect. Er ontstaan bijvoorbeeld vrijwel
geen littekens na de behandeling.
PDT met behulp van LED wordt in
sommige gevallen ook gebruikt om
lokaal het pathologische weefsel te
bestralen. Dit is bijvoorbeeld het geval
bij hersentumoren, slokdarmkanker
en als palliatieve behandeling van
kanker aan de galwegen. Daarnaast
wordt het gebruikt voor wondheling
(Infra Rood LED) en bij veel voorko-
mende huidaandoeningen zoals acne
en psoriasis en bij de behandeling van
littekenweefsel.
Ook voor de behandeling van circa-
diane ontregelingen zoals slaap/waak
stoornissen en stemmingsstoornissen
met een seizoengebonden patroon
(winterdepressie) worden steeds vaker
lichttherapie apparaten met LED
gebruikt. Meestal gaat het om wit/
blauwachtig licht met een piek in het
golflengte gebied rond de 464 nm.
Deze frequentie blijkt het actiespec-
trum te zijn voor de onderdrukking
van het (slaap)hormoon melatonine.
Deze stof wordt door de epifyse in de
hersenen aangemaakt en moet weer
verdwijnen als het licht wordt. Nadeel
van LED bij deze vorm van lichtthe-
rapie is de vrij hoge helderheid van
de lichtbron dat tot oogklachten kan
leiden.
WAKKER WORDEN MET LICHT
LED wordt sinds kort ook gebruikt
in zogenaamde lichtwekkers (dawnsi-
mulators). Een lichtwekker (zie foto
3) is een apparaat die de opkomende
zon nabootst en zorgt voor prettig
en uitgeslapen wakker worden. Uit
onderzoek blijkt dat bij gebruik van
een lichtwekker, de bijnieren vroeger
beginnen met de afgifte van Cortisol,
een hormoon dat energie vrijmaakt uit
glucose dat is opgeslagen in de lever en
de spieren. Binnen de sportgeneeskun-
de bijvoorbeeld worden steeds vaker
lichtwekkers gebruikt die zijn uitgerust
met LED-techniek. Groot voordeel
is dat deze compact zijn en met een
batterij-voeding zijn uitgevoerd en dus
kunnen worden gebruikt als middel
om jetlag te bestrijden. Zwemmer en
olympisch medaillewinnaar Maarten
van der Weijden gebruikte daarnaast
in de aanloop naar de Olympische
Spelen in Beijing een zogenaamde
lightvisor (zie foto 4) die was uitgerust
met twaalf witte LED-lichtbronnen.
Mede hierdoor was hij in staat om
tijdens de ochtend zijn topprestatie
neer te zetten. Wekken met licht zal
in de nabije toekomst niet meer weg
te denken zijn in het ziekenhuis. De
techniek met behulp van LED kan
vrij eenvoudig worden gentegreerd in
bedwand armaturen als onderdeel van
een healing environment.
Lightclock.
- FOTO 3 -
Lightvisor.
- FOTO 4 -
CONCLUSIE
Dat LED de toekomst heeft, behoeft
verder geen betoog. De grootste
belofte binnen de verlichting in de
gezondheidszorg echter zal worden
waargemaakt door de OLED. Door
middel van deze nieuwe flexibele licht-
bron kunnen folies worden ontwikkeld
waarmee grotere oppervlakten zoals
plafonds en muren kunnen worden
uitgerust. Omdat OLED-toepassingen
volledig programmeerbaar zullen wor-
den, kunnen dynamische ontwerpen
worden gerealiseerd waar kleurtempe-
ratuur en lichtintensiteit volledig regel-
baar zijn. Hierdoor ontstaan gezonde,
daglicht benaderende lichtsituaties die
in het ziekenhuis en het verpleeghuis
62
VERL I CHTI NG
en mogelijk ook voor ouderen thuis,
zeer nuttig kunnen zijn.
LITERATUURVERWIJZINGEN
1. Ambient bright light in dementia:
Effects on behaviour and circadian
rhythmicity
J. van Hoof, M.P.J. Aarts, C.G.
Rense and A.M.C. Schoutens,
Building and Environment,
Volume 44, Issue 1, January 2009,
146-155
2. Considerations for lighting in the
built environment: Non-visual ef-
fects of light.Webb AR. Energy and
Buildings 2006;38(7): 721-727.
3. Lighting at work. Environmental
study of direct effects of lighting
level and spectrum on psychophy-
Toine Schoutens heeft als psychiatrisch verpleegkundige aan de wieg gestaan
van lichttherapie in Nederland. Eind jaren tachtig van de vorige eeuw begon
hij met het inrichten van lichtpoliklinieken in (academische) ziekenhuizen
in Nederland en Belgi. In 1999 werd hij door hoogleraar Ton Begemann
gevraagd om samen te werken in de Stichting Onderzoek Licht & Gezond-
heid SOLG in Eindhoven. Het afgelopen jaar deed hij in opdracht van de
Technische Universiteit Eindhoven en Gemeente Eindhoven onderzoek naar
de haalbaarheid van een Europees licht-expertise centrum in de gelijknamige
stad. Momenteel is hij naast directeur van SOLG tevens werkzaam bij Davita
Nederland BV in Eindhoven.
siological variables. Grnicka GB.
Dissertation. Eindhoven: Eind-
hoven University of Technology,
2008.
4. Ruimere toepassing van fotodyna-
mische therapie in de dermatologie
M.R.T.M. Thissen, H.A.M.
Neumann en D.I.M. Kuij-
pers, Ned Tijdschr Geneeskd.
2005;149:232-7
5. The life and times of the LED
a 100-year history. Zheludev,
N. (2007). Nature Photonics 1 (4):
189192.
Talent
gezocht
AT Osborne Utrecht | Brussel | Parijs Huisvesting & Vastgoed | Infrastructuur, Gebiedsontwikkeling & Milieu
Bij AT Osborne zijn spraakmakende projecten vrijwel dage-
lijks werk. Van de Zuidas en het Rijksmuseum tot het
Erasmus Medisch Centrum. Steeds meer opdrachtgevers
waarderen onze aanpak. Daarom zoeken we versterking. Wij
zoeken mensen die kennis van werktuigbouw, elektrotech-
niek of medische richting combineren met nancieel inzicht.
Bouwkostenadviseurs
Bouwkostenmanagement is bij ons meer dan een rekensom.
Multidisciplinaire teams van professionals werken collegiaal
aan projecten. Wij zoeken dan ook mensen met een brede
blik die buiten gebaande paden durven denken. Talent met de
spirit om door te groeien tot topadviseur.
Top 10 werkgever
AT Osborne staat in de top 10 van beste werkgevers. Er
is veel ruimte voor je persoonlijke ontwikkeling. De werk-
sfeer en vrijheid scoren hoog.
Wil jij meewerken aan spraakmakende projecten? Kijk op
www.atosborne.nl voor meer informatie of bel of mail met
Walter Keyner, businessmanager bouwkosten: 035-543 43 43
of wke@atosborne.nl.
TVVL Magazine 4/2009
DUURZAME VERLICHTING
Kijk op www.installatienet.nl voor de uitgebreide
versie van deze nieuwsberichten
Berichten Agenda
63
2009
14-16 mei
NH Barbizon Palace, Amster-
dam
REHVA General Assembly
www.tvvl.nl
28 mei 2009
Congrescentrum Triavium,
Nijmegen
VCCN Cleanroom Symposium
icm 12e vakbeurs Contamina-
tion Control
www.vccn.nl
5 juni
Locatie nog te bepalen.
TVVL Sluitingsmiddag
cursusseizoen 2008-2009
12 juni
De Flint, Amersfoort
TVVL Huishoudelijke verga-
dering
www.tvvl.nl
14-17 juni
Stockholm, Sweden
EFFStock conference &
SWEDVAC100 anniversary
www.stocon.se
16-19 juni
TU Delft, Delft
SASBE2009: 3
rd
International
Conference on Smart and
Sustainable Built environ-
ment
www.sasbe2009.com
17-22 augustus
Syracuse, USA
Healthy Buildings
www.hb2009.com
7-10 september 2009
Wenen, Oostenrijk
10
th
IAEE European Confe-
rence
Energy, Policies and Tech-
nologies for Sustainable
Economies
www.aaee.at/2009-IAEE
8 t/m 10 september
Installatie Vakbeurs
Hardenberg
www.evenementenhalharden-
berg.nl
25 september
Hart van Holland, Nijkerk
Viering 50 jaar TVVL!
www.tvvl.nl
30 september-3 oktober
Palermo, Itali
Internationle Conference
Solar Airconditioning
Gabrielle.struthoff-mueller@
otti.de
1-2 oktober 2009
Berlijn. Duitsland
30
th
AICV Conference
Trends in High Performance
Buildings and the role of
Ventilation
www.aivc.org
12 november
Locatie nader te bepalen
D TVVL Techniekdag, afslui-
ting Lustrumjaar
www.tvvl.nl
18 en 19 november
Eindhoven
4
e
beurs domotica en slim
wonen
www.beursdomoticaenslim-
wonen.nl
19 t/m 21 november
VSK Belgie 2009
Brussel, Belgie
www.vskbelgie.be
2010
1 t/m 5 februari
Jaarbeurs Utrecht
VSK 2010
www.vsk.nl
9-12 mei
Antalya, Turkije
10
th
REHVA WORLD
CONGRESS
Sustainable Energy Use in
Buildings
www.clima 2010.org
(Programma onder voorbehoud)
FEESTELIJKE UITREIKING
GASKEUR HRE
BENOEMINGEN BIJ
ADVIESBUREAU
Berichten
CERTIFICATIE VENTILATIE
De certificatieregeling BRL
6000-10C voor het KOMO
INSTAL procescertificaat voor
het beoordelen van ventilatie-
voorzieningen van woningen
is voor commentaar beschik-
baar voor alle belanghebben-
den en belangstellenden. Op
www.kbi.nl is de kritiekrege-
ling te downloaden.
Met de uitvinding van de
Long Life fluorescentielamp
in 1980 legde het Zweedse be-
drijf Aura Light de basis voor
duurzame verlichting. Inmid-
dels heeft Aura internationaal
een Long Life assortiment met
ruim 700 producten, toege-
past in de industrie, openbare
verlichting, scholen, zieken-
huizen en andere sectoren en
onder diverse omstandighe-
den. De producten hebben
een minimaal drie keer
langere levensduur, een hoge
lichtopbrengst, laag kwik-
gehalte en minimale uitval,
aldus de fabrikant. Dankzij de
lange levensduur vermijdt de
klant minimaal twee van de
drie lampvervangingen. Sinds
kort is de Eco
Saver Long
Life in het
programma
opgenomen.
Deze milieu-
vriendelijke
fluorescen-
tielamp is
toepasbaar
in bestaande
TL arma-
turen. Hij
bespaart tot
12 % direct
aan energie.
Dankzij de samenwerking met
de internationale milieuorga-
nisatie Climate Care produ-
ceert en transporteert Aura
klimaatneutraal.
13 februari jl. heeft de feeste-
lijke uitreiking van het nieuwe
Gaskeur HRe plaatsgevonden
door drs. E.H.T.M. Nijpels,
voorzitter van de stichting
EPK. Baxi en Remeha zijn
de eerste fabrikanten die
het keurmerk in ontvangst
hebben mogen nemen. Het
keurmerk is ontwikkeld in sa-
menwerking met de Smart Po-
wer Foundation (SPF). De SPF
werkt aan een verantwoorde,
grootschalige introductie van
de HRe-ketel. De verwach-
ting is dat deze ketel eind 2010
- begin 2011 beschikbaar is
voor de consument.
Ing. Dick van der
Kooij REA (41)
is toegetreden
tot de directie
van Techniplan
Adviseurs (ener-
gie, milieu en installaties).
Hij werkt sinds 1993 bij het
advies- en ingenieursbureau.
Als adjunct-directeur zal Van
der Kooij zich onder meer
Collega Ma-
rian Vlot (29) is
benoemd tot
hoofd van de
afdeling Energie
& Milieu. Zij
studeerde Technische Natuur-
kunde aan de TU Delft.
bezighouden met gebiedsont-
wikkelingsprojecten.
64
TVVL Magazine 4/2009
Samenvatting Summary
LED-verlichting al groen genoeg?
Is LED lighting green enough?
-Ing. E. Horstman
Zie pagina / See page 6
Hoewel dit artikel te denken zal geven, moet worden
benadrukt dat LED-verlichting een enorm potentieel heeft.
Maar momenteel blijkt uit diverse praktijkmetingen dat veel
van de toegepaste LED-lampen in de gebouwde omgeving
veel betere kwaliteiten worden toegedicht dan dat ze
werkelijk waar maken. Om de vraag; LED-verlichting al
groen genoeg? goed te kunnen beantwoorden moet men
zich vooral niet blindstaren op enkele door de fabrikanten
gegeven eigenschappen van de LED-producten. Door middel
van een integrale benadering van alle relevante eigenschap-
pen en invalshoeken van LED-verlichting is gepoogd een
beeld te schetsen van de werkelijkheid. Helaas zal men na
het lezen van dit artikel moeten concluderen dat niet alles
al zo groen is rond de huidige LED-verlichting als sommige
fabrikanten ons willen doen geloven. Net als bij iedere
innovatie dient ook dus een kader te worden gehanteerd
om de voor- en nadelen op een rij te zetten om vervolgens
gericht te kunnen werken aan nog betere producten.
Although this article will raise some questions, it must be
stressed that LED lighting has huge potential. Several recent
empirical studies indicate, however, that far superior qualities
are being ascribed to many of the LEDs used in the built
environment than they really merit. For a proper answer
to the question of whether LED lighting is green enough,
we must not rely solely and blindly on specifications issued
by the manufacturers of LED lighting products. Through an
integral approach to all the relevant properties and aspects
of LED lighting, it was attempted to form a picture of the
real situation. After reading this article, unfortunately, the
reader will conclude that things are not at all as green
as some manufacturers would have us believe regarding
LED lighting. As with any other innovation, a framework
must be formulated for categorizing the advantages and
disadvantages, thereby enabling us to work purposefully
towards yet better products.
Binnenverlichting met LEDs
Interior lighting using LEDs
-Ing. R. Visser
Zie pagina / See page 12
In de afgelopen jaren heeft geen enkel ander lamptype zo
veel in de belangstelling gestaan als de lichtgevende diode,
meestal aangeduid als LED. Deze bijzonder kleine lichtbron
heeft dan ook in korte tijd een enorme ontwikkeling
meegemaakt. Dit geldt zowel voor wat betreft de uitvoe-
ringsvormen en eigenschappen, als voor de toepassingsmo-
gelijkheden en toepassingen in de praktijk. In dit artikel is
een overzicht van zowel het n als het ander gegeven.
In the last few years not any other type of lamp has been
in the spotlight as much as the light emitting diode mostly
indicated as LED. This very small light source has so been
through an enormous development in a short time. This is
counting both concerning the design and qualities, as well
for the applicability and the applications in practice. In this
article an overview is given from the one thing as much as
the other.
OLED: de opvolger van LED staat al te
trappelen
OLEDs the successor to LEDs is raring to
go
-Prof.ir. W. Zeiler
Zie pagina / See page 16
Waren de laatste decennia van de vorige eeuw het
silicon-tijdperk, nu is het tijdperk van de plastic elektronica
aangebroken. De vierde internationale editie van de Plastic
Electronics Conference 2008 in Berlijn gaf een recent
overzicht van het onderzoek, en waar de wetenschappers
mee bezig zijn de vooruitgang te bevorderen.
While the latter decades of the last century were the era of
silicon, the age of polymer electronics is now upon us. The
4
th
global Plastic Electronics Conference in Berlin, 2008,
gave a recent review of ongoing research and the areas in
which scientists are making progress.
LED-verwarming
Heating with LEDs
-Ir. E.A. Ansems, ir. M.G.D.M. Cox, prof.ir. W. Zeiler,
prof.dr.ir. J.J.N. Lichtenberg
Zie pagina / See page 42
De eisen en verwachtingen die de mens stelt aan zijn
gebouwde omgeving zijn de afgelopen decennia gestegen.
Zo stelt de mens steeds hogere eisen aan zijn thermische
omstandigheden. Ook stelt hij steeds hogere eisen aan zijn
gebouwen door zijn toenemende leefstijlflexibiliteit. Ten-
slotte wordt de problematiek rondom energie steeds groter.
De aspecten thermisch comfort, leefstijlflexibiliteit en ener-
gieduurzaamheid moeten daarom de speerpunten vormen
van een comfortsysteem dat bestendig is voor de toekomst.
Elektriciteit speelt hierbij een sleutelrol, omdat elektriciteit in
de toekomst de meest belangrijke energiedrager zal zijn.
The demands and expectations people place on the
built environment have mounted in recent decades. For
example, we are increasingly particular about our thermal
environment. Our requirements for buildings are also higher
owing to our greater lifestyle flexibility. Finally, the problems
of energy consumption become ever more urgent. The
aspects of thermal comfort, lifestyle flexibility and energy
economy must therefore form the spearheads of a comfort
system that will remains sustainable in the future. Electricity
plays a key role here since it will in future be the primary
medium of energy.
Innovatiekracht activeren
Activating innovation
-Ir. R.M. van der Linden MBA, drs. S.R.J. van der Molen
Zie pagina / See page 30
Innovatie is reeds geruime tijd tot n van de beleids-
speerpunten van UNETO-VNI verklaard. Uitgewerkt in de
programmalijnen Radar, Adviseur en Aanjager werkt
de vereniging aan innovatiekracht activeren. In dit artikel
worden het beleid, de aanpak, samenwerkingsverbanden en
enkele resultaten uit de toekomstverkenning met concrete
vernieuwende business cases geschetst.
Innovation has long been one of the declared policy
spearheads of UNETO-VNI. The association is working towards
the goal of activating innovation in its projects Radar,
Adviseur (Consultant) and Aanjager (Booster). This article
outlines the strategy, approach and collaborative links, as
well as some findings in perspective studies using concrete
innovative business cases.
De opmars van LEDs in de sanitaire wereld
LEDs in advance in the health world
-H. Lodder
Zie pagina / See page 24
De opkomst van het LED-lampje heeft vele nieuwe mogelijk-
heden gebracht. Zo zijn deze minuscule lampjes mooi in een
interieurontwerp te verwerken, bijvoorbeeld in tegelwanden
of vloeren, want alle kleuren van de regenboog kunnen
ermee worden gemengd. Van zwoel rood tot rustgevend
groen of verfrissend blauw. Diverse fabrikanten verwerken
LEDs in douche- en stoomcabines, regendouches en baden.
Maar ook keukenkranen en zelfs het hedendaagse toilet
moet inmiddels aan LED-verlichting geloven.
The advent of the LED has brought many new opportunities.
Thus, these tiny lights in a beautiful interior design process,
such as tile floors or walls, because all colors of the rainbow
can be blended. From sultry red to soothing green or re-
freshing blue. Several manufacturers process LEDs in shower
and steam cabins, rain showers and baths. But even the
kitchen taps and modern bathroom now believe LED lighting.
TVVL Magazine 4/2009
65
Samenvatting Summary
LEDs verbeteren de gezondheid
LEDs improve your health
-T. Schoutens
Zie pagina / See page 60
De afgelopen jaren is LED-licht en -verlichting sterk in
opmars. Naast de vele toepassingen in de industrie, komen
er steeds meer berichten uit de gezondheidszorg waar deze
nieuwe, veelbelovende lichtbronnen worden ingezet voor
zowel lichtoplossingen als curatieve doeleinden. LED is nog
niet geschikt als basisverlichting maar in het bijzonder als
hoogwaardige lichtbron voor verschillende therapien is het
duidelijk in opmars.
LEDs and LED illumination have made considerable advances
in recent years. Besides their use in industry, reports from
the healthcare sector increasingly indicate the use of these
new, promising light sources both for lighting solutions and
for curative purposes. LEDs are not yet suitable for general
purpose lighting, but the technology is clearly making
inroads into medicine, notably as a high-grade light source
for certain therapeutic applications.
LEDs in de nabije toekomst: de economie
bepalend
LED: In the near future dominating the
economy
-C. Staudt
Zie pagina / See page 52
Na de start begin jaren 60, is er nu een scala aan
toepassingen beschikbaar. Ontwikkelingen leiden tot zgn.
Smart Lighting, bv. luminescente plafonds die niet alleen
verlichten, maar ook bioritme reguleren en datatransfer
verzorgen.
LedNed biedt een duurzaam alternatief voor binnen- en
buitenverlichting in de zakelijke en de consumentenmarkt.
Naast CO
2
-reductie en energiebesparing, biedt LedNed
voordelen als minder onderhoud, langere levensduur, minder
warmte-emissie, geen kwik of netvervuiling.
Rest de conclusie dat LED nu, zowel uit economisch-,
technisch- en milieuoogpunt, volledig inzetbaar is.
After the start in the early 60s we can see a range of
applications today. Soon we will see even Smart Lighting
for instance luminescent ceilings, not only luminating, but
regulating biorhythm and offering data transfer.
LedNed offers a sustainable alternative for in- and outdoor
lighting in the B2B and consumer market. Besides CO
2
-
reduction and energy savings, LedNed offers advantages like
less maintenance, longer lifetime, less heat emission, no
mercury or grid pollution.
The single conclusion possible is that LED from an economi-
cal, technical as well as an environmental point of view is
fully applicable.
Diverse LED-toepassingen
LED applications
-Prof.ir. W. Zeiler
Zie pagina / See page 56
LED-technologie kent inmiddels vele spectaculaire toepassin-
gen, naast het verlichten van speciale objecten of gebouwen
is een belangrijk toepassingsgebied dat van de grote bill
boards, score borden in stadions of reclameborden en zelfs
tijdschriften op gebouwen. Het lijkt haast dat er geen gren-
zen zijn gesteld aan het formaat van de LED-toepassingen.
LED technology now has many spectacular uses. Besides
the spotlighting of special objects and buildings, an
important application area is that of large billboards, stadium
scoreboards, advertising signs and electronic newspapers on
buildings. It seems that there are practically no limits to the
dimensions of LED applications.
Voorbeschouwing
MEI
Het meinummer van TVVL Magazine brengt een scala van interessante artikelen. Aan
de orde komen: het binnenklimaat in scholen; faalkosten in de bouw; ontwikkelingen
aangaande een kwaliteitsindeling van het binnenmilieu vragen ook om consequenties
van het achtergrondgeluidsniveau; het virtuele gebouw als hulpmiddel bij het ont-
werp en uitvoering; voortdurende veranderingen in de gebouwde omgeving geven
aanleiding tot onderzoek naar de effecten van het gebruik van veranderende ontwerp-
hulpmiddelen; inzicht in het waterverbruik van zorginstellingen en de consequenties
voor blijvend schone legionellaveilige drinkwaterinstallaties; de vele veranderingen
in de EPBS 2010 geven aanleiding tot snel handelen en een aantal aandachtspunten
komt aan de orde om luchtbehandelingsinstallaties hyginisch uit te voeren.
66
TVVL Magazine 4/2009
VENTILATIEROOSTERS
MET EEN SOFTE LOOK
De Bingo Cy-
bele, een nieuwe
serie ventilatieroos-
ters van Alusta Natuurlijke
Ventilatietechniek, kenmerkt
zich door een softe look. Dit
komt tot uiting in een afge-
ronde buitenkap. De nieuwe
look is niet alleen een esthe-
tische verbetering, want het
rooster kan hierdoor ook van
een zelfregelende klep aan de
inlaatzijde worden voorzien.
Verder blijken de prestaties
van dit ventilatierooster op-
vallend goed, zegt Alusta.
PARKEREN BIJ LEDLICHT
Elektrotechnisch installatiebe-
drijf Elektro-Four heeft voor
ParkKing parkeergarage Soe-
verein te Amersfoort gedeel-
telijk voorzien van LEDverlich-
ongevoeligheid voor trillin-
gen, de lage beheerskosten
en de hoge lichtopbrengst.
Omdat Elektro-Four zelf
geen armaturen ontwikkelt,
zijn enkele partijen bijeen-
gebracht waaruit een nieuw
type armatuur is ontstaan, de
InlineLED. De basis hiervan
vindt zijn oorsprong in de
tuinbouwsector.
Onder leiding van distributeur
LedLighting uit Dordrecht, is
met Flowmagic en Electronic
Equipment gewerkt aan de
modificatie en verbetering
van het product, zodat het
toepassingsgebied vergroot
kon worden.
ting. Meerdere malen is ons
de vraag gesteld of LED geen
passend alternatief zou zijn
voor de traditionele TLverlich-
ting in openbare gebouwen,
waaronder parkeergarages,
vertelt Henk Wesdijk van
Elektro-Four. In vergelijking
met TL-verlichting biedt LED
vele voordelen, waaronder de
SO
De Bingo Cy-
bele, een nieuwe
serie ventilatieroos-
ters van Alusta Natuurlijke
LEDGLOEILAMP MET
SCHEMERFUNCTIE
Al eerder werd vastgesteld
dat er tegenwoordig nauwe-
lijks meer argumenten zijn om
nog gewone gloeilampen te
gebruiken.
Tot nu toe waren er eigenlijk
nog maar een paar toepas-
singen waarvoor geen goede
LED-alternatieven beschikbaar
zouden zijn.
Een daarvan betrof de lampen
met ingebouwde schemer-
schakelaar.
Jacs.Koopman heeft hiervoor
een speciale LED-versie op de
markt gebracht: de 230V 3W
Interlight LED-lamp met gen-
tegreerde schemerfunctie.
Productnieuws
QUALlTY lSO 9001
ENvlRONMENT lSO 14001
SAFETY AND HEALTH SCC**
ALTENA CLEANING B.V.
Standaard Alucoat507, al meer dan 30 jaar ervaring
Altena Cleaning B.V. beschikt over een eigen gepatenteerde coating: Alucoat507. Deze coating
benvloedt de warmteoverdracht en daarmee de koelcapaciteit van een warmtewisselaar niet.
Al meer dan 30 jaar zijn onze klanten zeer tevreden over dit product. U kunt bij Altena ook een
onderhoudscontract afsluiten zodat uw installaties altijd in de best mogelijke conditie verkeren.
Ook voor overige vragen over het reinigen en renoveren van uw HVAC-installatie kunt u vertrouwen
op onze ervaring.
Bel voor informatie: +31(0)416-670700 www.altena.com
GLOBAL AIR SYSTEMS B.V.
Nieuwbouw en renovatie van luchtbehandelingskasten
en buitenlucht aanzuigplenums.
ALTENA INSPECTION
Uitvoeren en cordineren van niet-destructief onderzoek.
ALTENA SERVICES B.V.
Voor het reinigen, uitwisselen van lters en inspecteren
van uw totale luchttechnische installatie.
ALTENA INDUSTRIAL SERVICES B.V.
Chemisch technisch reinigen van industrile installaties.
ZOMER OF WINTER,
DOE DE AIRCO AAN!
AANGENAAM,
CARRIER.
Wij ontmoeten u graag!
www.carrier.nl
TURN TO THE EXPERTS
A-klimaat
078 615 00 00
aklimaat@alklima.nl
www.alklima.nl
Design your control met de nieuwe centrale bediening AG-150
Eenvoud, energiebesparing en optimaal comfort voor City Multi VRF systemen.
De bediening is een van de belangrijkste onderdelen van een klimaatbeheersingsinstallatie. Het beheert niet alleen
het optimale klimaat maar ondersteund ook bij het optimaliseren van de juiste werking met als gevolg energiebesparing.
De geavanceerde nieuwe centrale bediening van Mitsubishi Electric, de AG-150, heeft een 9 inch (23 cm), hoge
resolutie, touch screen display met zeer eenvoudige bediening voor maar liefst 150 binnen units. Deze bediening kan
het verbruik per systeem, zone of binnenunit berekenen. Bovendien kan via een internet verbinding het systeem
gemonitoord en geregeld worden. Naast de diverse op- en inbouwmogelijkheden is de AG-150 leverbaar in zwart en
wit voor perfecte intergratie in elk interieur. Via USB kunnen plattegronden geupload en verbruiksgegevens gedowload
worden. De bediening is uitgerus met tal van bedienings en controle functies zoals: Geoptimaliseerde opstarttijd bepaling
door zelerend vermogen. Controle van de koudemiddelvulling. Twee seizoenen schakelklok. En energiebesparing modus.
www.mitsubishi-airco.nl
Energiebesparing
City Multi VRF systemen zijn
zeer efcint. Met haar slimme
technieken worden zeer hoge
rendementen behaald. Ofwel;
uit stekende energielabels.
CO2 neutraal
City Multi VRF systemen met
energieuitwisseling zijn zeer
energiezuinig. Hierdoor kan bij ver-
schillende toepassingen een CO2
2

neutraal label gevoerd worden.
Subsidie 2009
City Multi VRF systemen komen
in aanmerking voor de EIA 2009
subsidie regeling. Daardoor is
de installatie kosten efcint in
gebruik, en in installatie.
Adviseer een A-klimaat
Met ons A-Klimaat support
programma voor adviseurs stelt
Alklima zich ten doel een samen-
werking met meerwaarde te
creren. Bel Alklima 078 615 0000.

You might also like