You are on page 1of 3

Ethiek houdt zich bezig met het onderzoeke van morele dilemma's. Een waarde is een begrip.

Je hecht je eraan; je wilt ze waarmaken of verwezenlijken. Een norm vertaalt een waarde naar een concrete gedragsregel voor de praktijk. Je houdt je eraan (of niet); je volgt ze en verwacht dat ook andere ze volgen. Een deugd is een goede karaktereigenschap die blijkt uit de manier waarop we ons gedragen. Een moraal is een stelsel van normen die binnen een bepaalde groep feitelijk gelden. De ethiek beschrijft feitelijke normenstelsels bestudeert en verheldert de normen waarden begrippen mensopvattingen en dergelijke die in deze stelsels een rol spelen en beoordeelt in hoeverre zo!n gegeven normenstelsel te rechtvaardigen valt. Ethici proberen onder meer criteria (maatstaven) te ontwikkelen die je bij de beoordeling van normen kunt hanteren. "aatstaven stellen je in staat twee of meer alternatieven tegen elkaar af te wegen en de beste te bepalen. #e verschaffen je inzicht in de vooronderstellingen en de uitgangspunten van je keuzes. Inzicht vergroot je vrijheid maar daarmee ook je verantwoordelijkheid. $emand die daar niets van wilde weten noemde de %paanse filosoof %avater een imbeciel. $n Het goede leven onderscheidt hij vijf categorie&n' "ensen die niets willen alles is ze om het even' de verveelden. "ensen die alles willen en niet kunnen kiezen' de besluitelozen. "ensen die niet weten wat ze willen en dan maar de meute volgen' de conformisten. "ensen die weten wat ze willen en waarom maar het niet doen' de slappelingen. "ensen die vastberaden het verkeerde willen' de koppigen. De normatieve ethiek houdt zich bezig met de voors en tegens van de diverse theorie&n. (fhankelijk van de maatstaf die je dan verkiest en de bijbehorende uitgangspunten neem je een bepaalde ethische positie in. Dit is altijd het geval wanneer je een of andere morele keuze maakt ) je hanteert dus altijd een maatstaf een norm. (ls je je daar niet van bewust bent blijven je uitgangspunten verborgen in de vorm van ethische vooronderstellingen. *ekende ethische posities zijn' Deugdethicus' onderzoekt voorwaarden voor goede leven met als belangrijkste het ontwikkelen van goede eigenschappen. Egost' alleen het welbegrepen eigenbelang telt. Hedonist' alleen de handelingen die hem genot of plezier verschaffen zijn goed. Altrust' stelt anderen op de eerste plaats. Utilist' rekenaar de beste handeling levert zo veel mogelijk voordeel geluk of nut op voor zo veel mogelijk mensen. Intutionist' iedereen heeft een morele intu+tie en zolang je die volgt handel je goed. ,elovige' volgt de moraal die zijn religie hem voorschrijft. Universalist' universele rechten en plichten waaraan iedereen zich moet houden !stel dat iedereen dit zou doen wat dan-! elativist' niemand kan over andermans handelingen oordelen; je oordeel is altijd gekleurd door de waarden en normen die je van huis hebt meegekregen. !egalist' goed is datgene wat de wet toestaat. E"istentialist' absolute vrijheid en absolute verantwoordelijkheid. #ragmatist $opportunist%' een handeling is goed als hij een bepaald doel dient. &ihilist' denken over moraliteit is zinloos instincten geven de doorslag. .ant veronderstelde dat er een ri'k van de natuur en een ri'k van de vri'heid is. $n het eerste zijn alle gebeurtenissen noodzakelijk want onderhevig aan het principe van causaliteit (oorzaak/gevolg). $n het tweede rijk heersen niet de natuurwetten maar die van de rede. De mens is als enige onder de levende wezens een animal rationale' een met rede begiftigd dier. 0ij kan keuzes maken doelen stellen instincten onderdrukken overwegen en afwegen. De rede is onze vrijheid. 1e volgen principes waaraan je handelingen kunt

toetsen door logische deductie. De determinist zegt dat vrijheid een illusie is. (lles is te verklaren vanuit factoren waarover je geen macht hebt. Je gedrag is je aangeboren of aangeleerde natuur gecombineerd met de omstandigheden waarin je verkeert. Je kunt je dan dus ook niet bezig houden met ethische kwesties. Er zijn vier soorten ethiek' 2. (oegepaste ethiek. 3raktische ethische vraagstukken. De vraag !wat is goed! is toegesplitst op een concreet probleem of veld van problemen. 4. Descriptieve ethiek. *eschrijven van feitelijk geldende normen(stelsels). 0et gaat niet zozeer om !wat is goed! maar om wat men goed vindt welke normen er gelden. 5. &ormatieve ethiek. #oektocht naar (universele) criteria ter beoordeling of ter rechtvaardiging van menselijk handelen. !1at is goed! houdt in' zijn er redenen om de ene handeling moreel te verkiezen boven een andere- ,eeft richtlijnen niet alleen descriptief maar ook prescriptief. 6. )eta*ethiek. 7nderzoek naar de betekenis van begrippen die in moraal en ethiek een rol spelen. !1at is goed! wordt !wat betekent goed!. 0et gaat van moreel probleem (2) waarvoor de geldende moraal (4) geen bevredigende oplossing biedt. Je wilt het niettemin oplossen dus vraag je je af aan welke eigen zo!n oplossing zou moeten voldoen (5). Dan kom je erachter dat de begrippen die je hanteert lang niet zo duidelijk zijn als je dacht (6). De praktijk kun je toetsen aan de principes maar de principes moet je ook toetsen aan de praktijk. $n de oudheid was de centrale vraag van de ethiek niet zozeer !wat moet ik doen! maar !hoe moet ik leven!. 8iet de morele dilemma!s staan centraal maar de vormgeving van het eigen leven. Ethiek is dan levenskunst een praktische filosofie die richtlijnen voor opvoeding aandraagt en verantwoordt. 3lato trad in de voetsporen van %ocrates toen hij het menselijk doen en laten in het centrum van de filosofie plaatste en zocht naar pincipes van goed leven en samenleven. (ristoteles is echter de eerste die de vragen van de ethiek s9stematisch uitwerkte. (lledrie leggen ze de nadrukt op onze rationele natuur' een verstandig mens doet wat de rede hem ingeeft en de beloning daarvoor is geluk (3lato). De sofist 3rotagoras concludeerde dat er geen absolute objectieve maatstaven zijn voor wat goed is; het hang er maar van af van welke samenleving je lid bent. De mens is de maat van alle dingen (0omo mensura)' waar is wat volgens mij waar is en goed wat volgens mij goed is. %ocrates keerde zich tegen dit relativisme. 0ij dacht dat sommige overtuigingen over wat goed is wel degelijk objectief juist of onjuist zijn. 0ij zocht naar een antwoord op het scepticisme van de sofisten. 3lato volgde %ocrates in zijn zoektocht. 0ij vond dat er duidelijke criteria nodig zijn over wat goed en rechtvaardig is wil je dat er een stabiele politieke orde ontstaat. $n de 3oliteia schetst 3lato hoe een ideale politieke orde er uitziet' een standenmaatschappi' met heersers (filosofen) wachters (soldaten) en werkers (boeren en ambachtslieden). De laagste stand heeft als deugd matigheid (zelfbeheersing) de tweede stand moed en de leiders wi'sheid. 1anneer deze drie deugden in optimaal evenwicht verkeren ontstaat vanzelf de vierde en belangrijkste deugd' de rechtvaardigheid. 1ijsheid of verstandigheid is volgens 3lato de deugd van de verstandige geest die zich laat leiden door inzicht in wat werkelijk goed is voor de ziel. (Dom is vooral veel toe te geven aan begeerte.) Deze phronsis wordt gekenmerkt door inzicht in de Idee van het +oede. :olgens %ocrates en 3lato komt slechtheid voort uit een gebrek aan inzicht; onwetendheid. Daarom is opvoeding essentieel. 1aar rechtvaardigheid heerst heeft de rede overwonnen. De vier deugden gaan steeds gepaard met inzicht en het vermogen daartoe is de rede. :anwege de rol die 3lato aan

de rede toekent is hij een rationalist. 0et streven naar de $dee&n is de sleutel. (lleen daar is ethische volmaaktheid te vinden evenals het volstrekt goede. 0et is de absolute maatstaf onveranderlijk en eeuwig. .ennis van het ,oede is noodzakelijk want wie weet wat goed is zal het goede doen (alleen niet zo perfect als de $dee zelf). "eestal noemen we iets goed omdat het goed is voor iets anders. :olgens 3lato komt er een punt waarop het antwoord op de vraag !waarom goed-! niet naar iets anders verwijst maar luidt !omdat dat goed is!. Dat wat goed is omwille van zichzelf heet het intrinsiek goede. Dit is voor 3lato een $dee. "enselijke handelingen worden alleen begrijpelijk in het licht van het doel. $n de teleologische denkwijze van 3lato en (ristoteles heeft alles een doel. De $dee van het ,oede is het einddoel van alles (telos). 7m dit te realiseren moet degene die er inzicht in heeft de leiding hebben' de filosoof. 0et uiteindelijke doel van het menselijk handelen is niet gelegen in het persoonlijk geluk maar in het welzijn van de staat als geheel. $n 3lato!s ethiek zijn geluk en deugd de sleutelbegrippen. (ristoteles hecht een groot belang aan concrete handelingen en onze beoordeling daarvan. 3lato is het met hem eens; die praktijk is waar we een voorbeeld aan kunnen nemen voor het goede leven. Er bestaat namelijk geen absolute maatstaf8et als (ristoteles stelt 3lato dat geluk het uiteindelijke doel van al onze handelingen is. Daarom is (ristoteles! ethiek een teleologische ethiek of doelethiek. 7m erachter te komen wat de voorwaarden voor een goed menselijk leven zijn ging (ristoteles uit van onze eigen oordelen de lof en waardering die we hebben voor bepaalde mensen en hun manier van leven of handelen. De taak van de ethiek is kritisch onderzoek van onze eigen waardeoordelen. :olgens (ristoteles is geluk niet geheel subjectief. De functie waarin mensen kunnen uitblinken is de rede en van goed zijn is sprake als de functie optimaal vervuld wordt. De activiteiten waarbij we deze functie gebruiken zijn vooral praktische (morele) handelingen. (ristoteles keert zich tegen 3lato door te zeggen dat er geen absoluut criterium is om te bepalen wat goed is ook niet een $dee van het ultieme ,oede. 1el gaf hij een nauwkeurige beschrijving van de voortreffelijke eigenschappen die een goed en verstandig mens kenmerken' praktische wi'sheid als combinatie van ervaring waarneming van concrete gevallen creativiteit en intutie. (ristoteles stelt dat een karaktereigenschap over het algemeen een deugd is als het het midden houdt tussen twee e;tremen. 7m zo dicht mogelijk bij dit midden te komen moet je beschikken over zelfkennis. 0et midden is niet een standaard maar die houding die een verstandig mens (iemand die zich onderscheidt in phron<sis praktische wijsheid) in een concreet geval zou aannemen. (ristoteles keert zich tegen de %ocratische opvatting dat slechtheid het gevolg is van onwetendheid. Een slecht mens is volgens hem minstens zo verantwoordelijk voor zijn daden als een goed mens. Deugden kun je immers oefenen. "artha 8ussbaum vindt dat emoties belangrijk zijn omdat ze bepaalde waarden bevestigen die wezenlijk zijn voor een gelukkig menselijk leven. 1e moeten ze niet onderdrukken maar integreren in ons leven zonder er totaal aan overgeleverd te zijn. (ristoteles achtte emoties ook van waarde en was van mening dat er situaties moeten worden gecre&erd waarin de emotionele spanning zich op juiste wijze kan ontladen. 0ij erkent dat er zich gebeurtenissen kunnen voordoen in een mensenleven waarbij totale controle een !onmenselijk! en !onwenselijk! streven is.

You might also like