Professional Documents
Culture Documents
Fagot
Takkenbos
Classificatie
Aerofoon
Blaasinstrument
Houtblazer
Dubbelriet
Bereik
Gerelateerde instrumenten
Muziek
Bouw[bewerken]
Het instrument[bewerken]
Het dubbelriet wordt bevestigd aan een losse metalen gebogen buis, de
zogenaamde S-bocht of 'S', de benaming 'bokaal' wordt ook gebruikt
onder Belgische fagottisten (in de figuur hiernaast aangegeven met de
letter e). Deze 'S' vormt de verbinding tussen het riet en de
samengestelde dubbele houten buis, die uit vier onderdelen bestaat. Dit
zijn: (c) de vleugelpijp, ook tenorbuis genoemd, een enkelvoudige buis,
(d) de laars, een blok hout met twee boringen die onderaan met elkaar
verbonden zijn door middel van een metalen U-bocht, die wordt afgedekt
door een metalen kap, (b) de enkelvoudige baspijp en de klankbeker (a),
die meestal fraai is vormgegeven en aan het uiteinde is voorzien van een
meestal witte ring.
Het riet[bewerken]
Het riet is het deel van de fagot dat verantwoordelijk is voor het ontstaan
van geluid. Door het aanblazen begint het riet te trillen en ontstaat er
geluid. Het riet is net als bij een hobo een dubbelriet, gevormd door twee
licht gebogen rietbladen met de rondingen naar buiten. Oorspronkelijk
hangen deze twee bladen met de tip aan elkaar. Om het riet te maken
wordt het riet dubbelgeplooid en worden er fijne inkepingen gemaakt aan
de achterkant. Door deze inkepingen kan het riet achteraan rond
gemaakt worden, zodat het op de zogeheten S-bocht past. De rietbladen
worden bij elkaar gehouden door drie ringen uit ijzerdraad en om het
luchtdicht te maken wordt het achterste eind met nagellak, garen of
rubber bedekt.
Een misvatting is dat de fagot familie van de hobo zou zijn (fagot =
bashobo?). Hobo en fagot hebben elk als instrument een geheel eigen
ontstaansgeschiedenis en hebben een eigen ontwikkeling doorgemaakt.
De enige overeenkomsten tussen de instrumenten zijn dat ze beide van
hout zijn vervaardigd en aangeblazen worden door een dubbelriet.
Speelwijze[bewerken]
Het riet wordt direct tussen de lippen van de fagottist genomen en door
het aanblazen ervan komen beide rietbladen in trilling. Deze trilling wordt
overgebracht op de lucht die wordt binnengeblazen en zo ontstaat er een
geluidsgolf. De manier van aanblazen is van invloed op de klank en de
geluidssterkte. Voor het voortbrengen van een kwalitatief goede toon is
een ver ontwikkelde embouchure vereist. Indien een fagottist een slechte
embouchure heeft, klinkt de fagot vaak houterig en nasaal.
Topfagottisten kunnen echter een ongekend ronde, volle toon
voortbrengen die uitstekend geschikt is voor lyrische en melancholische
passages.
Vanwege het gewicht van het instrument wordt bij het bespelen vaak
Fagotfamilie[bewerken]
De contrafagot klinkt een octaaf lager dan de gewone fagot; zijn
buislengte is dan ook tweemaal zo lang. Voor de opleiding van kinderen
op de fagot is een fagottino ontworpen; deze is kleiner en beter
hanteerbaar. Deze fagottino klinkt een kwart hoger dan de fagot. De
heckelfoon is weliswaar uitgevonden door de firma Heckel,
toonaangevend fabrikant van fagotten, maar wordt tot de hobofamilie
gerekend
Geschiedenis[bewerken]
Het instrument heeft zich ontwikkeld uit de dulciaan van de renaissanceen barokperiode en is verwant aan de schalmei en de pommer. De reden
van de ontwikkeling van de eendelige dulciaan tot de vierdelige fagot is
niet zozeer het gemakkelijkere transport, maar de grotere precisie tijdens
het boren in kortere houtstukken. Een andere verbetering uit die tijd is
het gebruik van duurzamere materialen, zoals ebbenhout en ivoor. In de
loop van de tijd is de fagot steeds meer voorzien van kleppen. Met name
in de werkplaatsen van Heckel (voor het Duitse systeem) en Buffet (voor
Fagotmuziek[bewerken]
Solistische werken voor fagot[bewerken]