Professional Documents
Culture Documents
De modellen:
Algemene Economie:
Swot Analyse:
Intern->
Extern->
Les 4.
Formule
prijselasticiteit=
Week 5.
Inkomenselasticiteit=
Kruislingse elasticiteit=
Nadelen markteconomie:
-De machtspositie van bedrijven is niet goed verdeeld (NS, Prorail), minder door
de NMA.
-Prijs is niet acceptabel, bijv. in de Landbouw. (dmv subsidies en minimumprijzen)
-Prijs te hoog, in de woningmarkt. (maximumprijzen)
-werkloosheid
-ontransparante markten
-collectieve goederen hebben geen prijs
- onrechtvaardige inkomensverdeling
-Markten reageren vertraagd
-Externe effecten
Bedrijfseconomie week 2:
Waarom maak je een jaarverslag?
Voor de belastingdienst, jezelf, investeerder en medewerkers.
Accountant controleert jaarverslag en ondertekend deze. Accountantsverklaring
hoeft niet altijd bij kleine bedrijven. Waarom grote dan wel? Wanneer een groot
bedrijf failliet gaat is er een grote toename van werkloosheid. Hoe groter het
bedrijf, des te gedetailleerder de accountantsverklaring.
Balans:
-Activa, kun je iets mee doen. Run je je bedrijf mee. Gebouwen, voorraad, liquide
middelen.
Vaste activa, gebruik je langer dan 1 jaar. Gebouw en inventaris.
Vlottende
liquide
middelen.
Volgorde
boven
onder op
van
liquiditeit.
minder snel
activa,
Debet
Credit
Activa
Passiva
aanschaffingen
Betaling aanschaffingen
Besteding vermogen
bezittingen
Schulden
kapitaal
Vermogen
van
naar
volgorde
Gebouw
Voorbeeld:
Aankoop voorraad
grondstoffen voor 5.000
(contant betaald)
mutatiebalans
Voorraad + 5.000
Kas
- 5.000
-Het voorzichtigheidsbeginsel:
kosten zo snel mogelijk boeken,
en opbrengsten zo laat mogelijk.
Eigenlijk proberen zo hoog
mogelijke kosten te krijgen.
Activa of baten mogen niet te
hoog worden weergegeven.
Vreemd vermogen of kosten
mogen niet te laag worden
weergegeven
-Toerekeningsbeginsel:
Opbrengsten en kosten worden
aan de juiste periode
toegerekend.
Realisatie beginsel: gaat over
opbrengsten
Aankoop voorraad
grondstoffen voor 5.000
(op rekening)
mutatiebalans
Voorraad + 5.000
Crediteuren
+ 5.000
OPGAVE PROEVERIJ OP BB
MAKEN PROEFTENTAMEN.
Communicatie.
Drieluik communicatie= Corporate Identity Mix
Imago en Identiteit hebben invloed op elkaar.
Identiteit: Je begint met een Persoonlijkheid, opschrijven van je kernwaarden,
missie en visie. Waar sta je voor.
Gedrag: hoe gaan we met de partijen om.
Communicatie: berichtgeving, folders, reclame, sites en brochures. Dit is
weloverwogen.
Symboliek: visuele beeld, huisstijl. Dit is meer dan een logo/mascotte. Bij een
huisstijl wil je de kernwaarden verwoorden of uitdrukken in een afbeelding of
soort slogan.
Huisstijl: visuele identiteit van een organisatie.
Doel: Herkenbaarheid te vergroten.
Bindend element tussen alle uitingen.
Visuele vertaling van de identiteit.
Kwaliteitsonderstreping, is de huisstijl verzorgd dan straalt dat ook iets uit.
Interne functie, nieuwe jasjes voor postbodes als voorbeeld. Zij waren trots
op deze goede jasjes.
Voordelen Huisstijl: Verduidelijking identiteit
Vergroting eenheid
Kostenbesparing
Verkoopbevordering
Wanneer een nieuwe huisstijl?:
Beleidsomwenteling die gepaard gaat met nieuwe identiteit, afsplitsing van
diensten naar 2 bedrijven ipv 1 groot bedrijf.
Verzelfstandiging, Enexis werd zelfstandig van essent.
Verandering van status, slechte publiciteit bijv.
Basiselementen Huisstijl:
Logo: woordmerk (WNF) + beeldmerk (panda)
Kleur:-Symbolische waarde
-Emotionele waarde
-Signaalwaarde
Typografie
Fotobeleid.
1. Probleem
2. Analyse
3. Communicatiedoelgroepen
4. Communicatiedoelstellingen
5. Boodschap
6. Communicatiestrategie
7. Communicatiemiddelen
8. Tijdsplanning
9. Budget
10. Evaluatie
Stap 1. Analyse. Wat is het oorspronkelijke vraagstuk en welke stappen zijn er
toto nu toe gezet?
Dit is altijd een vraag.
verbeteren?
In deze fase worden ook factoren die relevant zijn voor de ontwikkeling van de
communicatiestrategie zoals inzicht in de markt, in concurrenten, in publieks- en
doelgroepen en in de werking vna communicatiemiddelen in kaart gebracht.
Voor corporate communicatie zijn identiteit en imago belangrijke ijkpunten. in de
analysefase kan de conclusie zijn dat het bedrijf neit het gewenste imago heeft.
Je maakt dan een analyse om te bepalen wat het imago is bij de doelgroepen, en
hoe je het imago zou willen zien. Dit imago bereiken in het doen van het
communicatieplan, zodat het probleem word opgelost.
a. Externe analyse
Inzicht in ontwikkelingen in de omgeving die ingrijpende gevolgen voor
organisatie kunnen hebben. Deze omgeving bekijken aan de hand van DESTEP.
Kijk ook rond in de branche welke communicatiemiddelen worden ingezet. Dit
geeft aan wat leeft in de omgeving, en een indicatie van de budgetten van de
concurrent aan communcatie. Ook geeft het gebruik van bepaalde middelen aan
welke doel de nadruk de aandacht wordt geschonken in de communicatie.
Voorbeelden: Becel, heeft allemaal pro-activ boter. Dus gezonde boter tegen
overwicht wat ze hebben waargenomen in de Demografische factor.
Sanex: Ecologisch, Sanex heeft een eco-pack ontwikkeld zodat deze natuurlijk
kan worden verwerkt.
Doelgroep.
Waar je het communicatieplan op richt.
Segmenteren= verder onderverdelen
Stap 4. Doelstellingen.
3 Niveaus:
-Hele onderneming. Bijv. Ondernemingsdoelstelling: voor 01-01-15 een
rendement op genvesteerd vermogen van 10%
-Afdelingsdoelstelling. Bijv. Marketingdoelstelling
-Communicatiedoelstelling. Voor 01-01-15 de spontane
naamsbekendheid bij de doelgroep vergroten van 60% naar 80%
3 Typen communicatiedoelstellingen:
Kennis-> iets weten
kennis merk, naamsbekendheid
Houding-> iets vinden
imago, betrokkenheid; bij 50% van de doelgroep een positief imago te realisen
Gedrag-> iets doen
actie; liken van de facebookpagina, of foto maken met je fashiontwin
Doelen zijn SMART geformuleerd. Specifiek,Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en
Tijdgebonden.
Specifiek, meetbaar:
Doelstellingen staan precies omschreven, wat wil je bereiken en bij wie?
Dus ipv meer naamsbekendheid. 20% Meer naamsbekendheid bij jonge
tweeverdieners tot 30 jaar.
Acceptabel, realistisch:
Je kunt in 2 weken niet de halve markt in handen hebben, dit is niet realistisch.
En een nieuwe smirnoff ice voor 10 jarigen is niet acceptabel.
Tijdgebonden:
Een doelstelling moet aan een termijn gekoppeld zijn. Wanneer je een
doelstelling oneindig laat doorgaan dan haal je hem altijd wel. Het is ook
belangrijk om op een bepaald moment het efffect van je campagne te meten,
zodat je deze kan aanpassen om alsnog de doelstelling te halen.
Stap 5. Boodschap.
Stap 6. Strategie.
Hoe wil je de doelstellingen uit stap 3 bereiken? Je moet dus keuzes maken die bij
de doelgroep en de doelen passen. De eerste keuze is: Gaan we door met de
huidige strategie of moet er iets nieuws komen?
Als uit de analysefase blijkt dat de doelstellingen ook met de huidige strategie
bereikt worden dan zal deze worden voortgezet. In een sterk veranderende
omgeving is het waarschijnlijk nodig een nieuwe strategie te bedenken.
Wat heb je nodig voor goeie reclame?
-Verhaal/doel -> goede opbouw
-Emotie
-Humor
-Bn'er, dieren
Slechte reclame:
-Acties
-Overdreven
Stap 7. Communicatiemiddelen.
Schema met communicatiemiddelen.
Middel
Doel
Actie/Thema
Folder
Koop
stimuleren
Koop
stimuleren
Koop
stimuleren/
Houding
wijzigen
Houding/Imago
Versterken/wijzi
gen
Merk
versterken
Houding/Imago
versterken/wijzi
gen
Merk
versterken
Huis-aanhuisblad
Dagblad
Televisie
Radio
Tijdschrift
Buitenreclam
e
Kosten
Actie
Campagneter
mijn
Korte termijn
Actie
Korte termijn
Laag
Actie/thema
Korte/lange
termijn
Gemiddeld
Thema
Lange termijn
Hoog
Actie/thema
Gemiddeld
Thema
Korte/lange
termijn
Lange Termijn
Thema
Lange termijn
Gemiddeld
Laag
Hoog
Tijdschrift:
Publiekstijdschriften, Special interest (VI), Sponsored magazines (Allerhande van
AH), vakbladen.
voordelen; Meteen de goede doelgroep
nadelen; Duur
Televisie: commercial, sluikreclame, programma's sponsoren.
Voordeel: groot publiek, kunt reclames voor gerelateerde programma's laten
zetten.
Nadeel: duur
Radio
Voordeel: Goedkoop,
Nadeel: Moet duidelijk zijn in je boodschap, valt vaak niet op in de achtergrond
Online: e-mail, banners, sites, video's, apps, social media, etc.
Voordelen: Veel gratis. Kan alles aanpassen en mensen kunnen delen, dus enorm
bereik.
Nadeel: Wanneer geld kost, kost het meteen veel. Als het niks wordt met je
bedrijf dan weet iedereen het.
Buitenmedia: Bushokjes
Voordeel: hele grote groep.
Nadeel: moeilijker om een bepaalde doelgroep te bereiken. Kan er maar een
kleine boodschap op kwijt. Maken kost veel tijd.
Stap 8. Tijdsplanning
-Afstemmen communicatieactiviteiten
Stap 9. Geld
- Taakstellende methode: Je schrijft alle activiteiten je gaat doen en schrijft op wat
dat kost.
-Uitgaven in voorgaande jaren: kijken naar voorgaande jaren.
-Omzetpercentagemethode: Kijken naar de totale omzet van het bedrijf en
hiervan een bepaald percentage nemen. (meestal rond 4-5%)
-Concurrentiegeorinteerde methode: kijken naar concurrent.
-Anticyclische methode: bijv in tijden van crisis veel uit gaan geven aan
communicatie. En wanneer het goed gaat, dan minder uitgeven aan
communicatie.
-Sluitpostmethode: Kijken wat over is nadat de rest van het budget al is verdeeld.
Stap 10. Evaluatie
-Effectevaluatie: zijn de doelstellingen bereikt, wat kan beter?
-Procesevaluatie: hoe verliep het proces
-Productevaluatie: Campagne ga je onder de loep nemen, wat is de waardering
van de doelgroep
Het 7S-model: bij dit model zijn alle bolletjes op elkaar afgestemd, zo hoort bij
bijv. een bepaalde strategie een bepaald soort personeel en een bepaalde
managementstijl. Bij het 7S-model past ook nog duurzaamheid.
Strategie, Structuur en Systemen horen bij de harde S. Deze S'en zijn prima te
beschrijven of te tekenen. De overige 4 zijn zacht. Duurzaamheid is ook zacht.
Omgeving van de organisatie: eerst de partijen, zoals afnemers en werknemers,
en daarbuiten zitten factoren (DESTEP). Organisatie is het 7S-model, partijen en
factoren zitten hier dus omheen. Tussen organisatie en partijen is contact,
interactie. Met factoren is geen interactie mogelijk, het overkomt een bedrijf. Bijv.
Politieke factoren. De overheid verhoogt de BTW naar 23%, hierdoor zal een
Albert Heijn o.a. prijzen aanpassen, kassa's aanpassen en 23% afdragen. Of bij
ecologische factoren (milieufactoren) dat in de landbouw een bepaald soort gif
niet mag worden gebruikt.
Les 2.
Interne afstemmingsfunctie
Externe afstemmingsfunctie: scannen omgeving, wanneer buitenwereld
verandert misschien bedrijfsvoering ook veranderen. Gebeurt door topmanagers.
Strategie is een soort stappenplan, missie, visie, doelstellingen en
strategie.
Missie:
-waarom bestaan we
-voor wie bestaan we
-wat is onze identiteit?
-wat is onze primaire functie
-welke behoeften vervullen we
Visie:
-Hoe ziet de omgeving eruit in de toekomst?
-Waar willen we staan over x jaar?
-Wat willen we dan bereikt hebben?
-Hoe bereiken we dat?
Doelstelling:
-Specifiek
-Meetbaar
-Acceptabel
-Realistisch
-Tijdsgebonden
Strategie:
Aldi en Action, Lowest total
Apple, Best Product
Van Lanschot, Customer
Intimacy
Week 5.
Geschiedenis managment.
-Klassieke organisatiekunde
cost
(specialisatie,
is). Samen met Ford
ontwikkeld. Iedereen n
Ook managerspecialisatie, 8 bazen.
Arbeider wist niet meer naar wie hij moest luisteren.
Theorie van ca. 1916 (over het leiden van een heel bedrijf)
Actief in de mijnbouwindustrie (directeur).
Managment is te leren, je hoeft niet van adel te zijn.
-Gedragskundige benadering
-Elton Mayo (1880-1949) Human Relations-theorie= Tegenbeweging. Mens staat
centraal ipv werk.
Theorie van ca. 1945
Hawthorne-onderzoeken bij General Electric.
Bevindingen: Bestaan informele relaties.
Waardering laten blijken, aandacht geven etc. is belangrijk voor
productiviteit.
-Revisionisme
-Rensis Likert, Revisionisme -> mens
Linking-pin-principe: Samenvoeging klassieke en gedragskundige stroming
De baas van teams of afdelingen zit opgenomen in het
overleg van zijn baas en
laat wensen en meningen van zijn afdeling
horen in dat overleg. Informatie
van onderste personeel komt
via schakelpersonen bij de top.
-Douglas McGregor (1906-1964)
Theorie van ca. 1960: 2 Mensbeelden X en Y.
Je hebt een manager nieuw in een bedrijf en heeft afdeling
van 10 personen.
Hij moet deze mensen inschatten. Kijkt weekje
rond en praat met
medewerkers. Zo krijgt hij een beeld van
ze. Zo plaats hij ze in 1 groep. Bijv.
X-type is lui, vervelend enz. En
dan is Y-type ambitieus, actief enz. Hij zal de
X-types weinig
aandacht geven en Y-type juist wel. Probleem is wanneer je
verkeerd wordt ingeschat. X is niks, Y is alles!
-Robert Blake en Jane Mouton
Managerial grid ->
Alleen aandacht voor personeel is niks
Alleen aandacht product is niks
Mix zoeken van 50/50 dus 9.9 is optimaal.
(managers van tegenwoordig)
-Systeembenadering
Externe Relatie: zo goed mogelijk doen via info uit de buitenwereld of je het zo
goed doet. (partijen en factoren)
-Contingentiebenadering
-Iedere organisatie is anders, situationeel leiderschap.
-Verschillende managmentstijlen, aansturen grote groepen mensen.
-Autocratisch/Autoritair, manager luistert niet naar manager (1,2)
Autocratisch dan denk de manager dat hij het het beste weet en wil oprecht goed
doen.
Autoritair, dan is de manager uit op macht, dit is slecht. Slecht naar
medewerkers.
-Consulteren, luistert naar medewerkers maar neemt zelf beslissingen (3,4,5)
-Participatief, manager luistert naar wat de medewerker zit.
-Taak- en relatiegericht
-Leiderschapsstijlen Hersey en Blanchard 4 types personeel:
Taakvolwassenheid bepaald door kunnen (bekwaamheid) en willen
(motivatie). Aansturen 1 persoon, gericht op individu.
S1 Instrueren -> Leiden
-Mederwerker is niet bekwaam wel gemotiveerd
S2 Overtuigen -> Begleiden
- Mederwerker is enigzins bekwaam, niet altijd gemotiveerd.
S3 Overleggen ->Steunen (aandacht geven)
-Medewerker is wel bekwaam, niet altijd gemotiveerd.
S4 Delegeren -> loslaten (zelfstandigheid geven)
-Medewerker is wel bekwaam en wel gemotiveerd.
Week 6.
Recht:
Doel van recht: Creeren van een goede samenleving
Ordenen samenleving
Handhaven regels
Indeling recht: Publiekrecht; Burger/Bedrijf tegen Overheid.
Strafrecht.
Staatsrecht.
Bestuursrecht. Bijv. vergunningen.
Week 3.
Rechtbank
Lagere rechter, ook wel eerste
aanleg genoemd.
Gerechtshof
Hoge Raad:
Recht week 4.
Hoogste rechtscollege
Beroep in cassatie
1. Van
rechtswe
ge
Door wie
wijze
Art.
automatisch
art. 7:667 +
7:674 BW
2.
wederzij
ds
goedvin
den
wg + wn
wilsovereenste
mming
Boek 3 + 6
BW
3.
Opzeggi
ng
wg of wn
gewoon
art. 6 lid 1
BBA + art.
7:667 v. BW
dringende
reden
proeftijd
art. 7:677 +
7: 678 +
7:679 BW
art. 7:653 +
7: 676 BW +
artikel 6 lid
2 sub b BBA
4.
Ontbindi
ng
kantonrec
hter
Grondrechten:
Artikel 1t/m23 grondwet
gewichtige
redenen
art. 7:685
BW