Professional Documents
Culture Documents
Foodsector in Oost- en
Midden-Brabant
Eindrapport
Uitgevoerd door:
ETIN Adviseurs ‘s-Hertogenbosch, januari 2007
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Inhoudsopgave
1. Inleiding.......................................................................................................... 1
1.1 Aanleiding ........................................................................................................................ 1
1.2 Centrale doelstelling ........................................................................................................ 2
3. Werkgelegenheidsstructuur ......................................................................... 6
3.1 Banen en vestigingen ...................................................................................................... 6
3.2 Vergelijking met referentiegebieden .............................................................................. 13
3.3 Opleidingsniveau ........................................................................................................... 16
6. Conclusie ..................................................................................................... 28
Bijlagen
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
Binnen Brabant maakt de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij zich met haar actieplan Process-
It hard voor de procesindustie, waarvan de voedings- en genotmiddelenindustrie een belangrijke
exponent is. In de regio Zuidoost-Brabant is in het kader van Brainport-Greenport (“Brainport
Navigator 2013”) de sector Food & Technology uitgeroepen tot een van de sleutelgebieden voor
de periode 2006-2013.
Ook de Kamers van Koophandel Oost- en Midden-Brabant onderkennen het belang van de
foodsector voor de regionale economie in haar kamergebied. Als uitwerking van haar beleidsplan
2006-2009 heeft de KvK Oost-Brabant in haar activiteitenplannen voor 2006 en 2007 extra
initiatieven ingeruimd voor de foodsector. Met deze initiatieven streeft de KvK ten aanzien van de
foodsector de volgende zaken na:
1. signalering en benutting van kansen voor (interregionale en/of internationale)
krachtenbundeling en opschaling van activiteiten;
2. projecten ontwikkelen en uitvoeren voor en door de foodsector;
3. benutting van Europese middelen;
4. verbetering van het innovatief vermogen van de foodsector en het wegnemen van
belemmeringen voor (samenwerking) bij innovatietrajecten.
In kwalitatieve zin loopt op dit moment een aantal zaken, waaronder de recente oprichting van
Food Connection Point (FCP) en de foodregio’s Veghel-Uden-Schijndel (ReVUS) en Helmond. Om
gericht activiteiten richting de foodsector te kunnen ondernemen moet de Kamer van Koophandel
Oost-Brabant i.s.m. Brainport Office echter wel een precies beeld hebben van deze sector. Tot
dusver was er sprake van een leemte op kwantitatief gebied.
1
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Om een antwoord op deze vragen te kunnen geven kan de volgende hoofddoelstelling voor deze
rapportage geformuleerd worden.
Hoofddoelstelling:
Kwantitatieve analyse van de economische structuur en ontwikkeling van de foodsector in de
regio’s Oost- en Midden-Brabant.
2
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
2. Definitie en afbakening
De foodsector kan zo ‘eng’ als ‘breed’ gedefinieerd worden als men maar wil. In de ‘enge’ definitie
wordt alleen de voedingsmiddelenindustrie (BIK 15) meegenomen. De KvK is echter vooral
geïnteresseerd in de omvang van de foodsector in brede zin, waarbij ook bedrijven in aanverwante
sectoren worden meegenomen. Dit doet meer recht aan de keten- en clustergedachte in de
foodsector. Wanneer het gehele agro-food cluster wordt bekeken, gaat het naast sec de
voedingsmiddelenindustrie dus om veel meer bedrijven:
• agrarische sector;
• machine-industrie gespecialiseerd in VGM-machines;
• verpakkingsindustrie;
• distributie en warehousing
• voedsel- en koeltransport;
• groothandel food;
• speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw;
• kennisinstellingen.
De foodsector als geheel kan opgesplitst worden in een horizontale- en een verticale keten,
waarbij de horizontale keten de bedrijven omvat die food als kernactiviteit hebben. Deze
horizontale keten vindt zijn oorsprong in de primaire productie (landbouw). Vervolgens worden
deze basisproducten/bulkgoederen verwerkt door de VGM-industrie. De groothandel en transport/
distributie vormen de schakel tussen de verwerkingsindustrie en de detailhandel.
De verticale keten bestaat uit bedrijven die producten of diensten leveren aan bedrijven in de
horizontale keten (aanverwante sectoren); ze maken dus indirect deel uit van de foodsector. Deze
toeleveranciers hebben op hun beurt eigen toeleverende bedrijven (systeem leveranciers). Door
de intensieve relaties van toeleveren en uitbesteden ontstaan ketens die van groot belang zijn
voor de bedrijven in de horizontale keten. Ketenrelaties hoeven niet per definitie tussen bedrijven
in Noord-Brabant te bestaan; zo produceren enkele specialistische machinebouwers veelal voor
klanten / afnemers in het buitenland. Veel van deze bedrijven opereren op internationale schaal.
Op basis van studies in het kader van Food Valley, ProcessIt (BOM), rapport Foodsystems (i.h.k.v.
Make-It BOM), Pieken in de Delta/SWOT analyses én eigen expertise heeft ETIN Adviseurs een
afbakening van de foodsector vastgesteld. ETIN Adviseurs heeft in overleg met de opdrachtgever
besloten de detailhandel niet mee te nemen in de definitie; voor de volledigheid is deze echter wel
weergegeven in de figuur. Om rekening te houden met het relatieve belang van aanverwante
sectoren zijn wegingsfactoren toegepast. D.w.z. dat bijvoorbeeld de vervaardiging van machines
en apparaten voor industriële koeltechniek voor minder dan 100% wordt meegenomen in termen
van werkgelegenheid. Hierdoor wordt rekening gehouden met het feit dat deze machines ook
toepassingen hebben buiten de foodsector.
3
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
De ruwe indeling naar horizontale en verticale keten kan verder gespecificeerd worden naar
ketenelementen/branches. ETIN Adviseurs heeft 13 afzonderlijke ketenelementen geïdentificeerd.
Deze indeling zal in de rest van het rapport (indien mogelijk) aangehouden worden.
1. door een beperkt aantal ketens/branches blijft de presentatie van gegevens overzichtelijk;
2. vanwege een lagere statistische betrouwbaarheid is het niet zinvol om gegevens te
presenteren op een hoger detailniveau (d.w.z. per afzonderlijke SBI/activiteit).
4
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
5
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
3. Werkgelegenheidsstructuur
Om een idee te krijgen van de omvang van de foodsector in termen van werkgelegenheid, is in
tabel 3.1 het absolute aantal banen opgenomen voor Oost- en Midden-Brabant, én het aandeel
van de verschillende ketenelementen in de totale foodwerkgelegenheid. In totaal gaat het om circa
62.700 banen in Oost-Brabant en 17.700 banen in Midden-Brabant. Uitgedrukt als percentage van
de totale werkgelegenheid komt dit neer op 9,3% voor zowel Oost- als Midden-Brabant. Het
grootste deel van de totale werkgelegenheid in de foodsector bevindt zich in de voedselproductie,
gevolgd door de voedingsmiddelenindustrie en distributie & warehousing (tezamen horizontale
keten). Laatstgenoemd ketenelement is met name sterk vertegenwoordigd in Midden-Brabant, met
een aandeel van 27,5% (Oost-Brabant: 20,5%).
6
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Oost-Brabant Midden-Brabant
3% 5% Voedselproductie 4%
5%1%
4% 5%
Voedingsmiddelenindustrie
4%
34%
39% Distributie en warehousing
Kennis/advies/onderwijs
21% 28%
Machines/lijnen (distributie)
Machines/lijnen (processing)
Overig 23%
24%
Oost- en Midden-Brabant
3% 5%
4%
5%
37%
22%
24%
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant 2005, bewerking ETIN Adviseurs
In figuur 3.2 is de werkgelegenheid in de verticale keten verder uitgesplitst. Het belang van de
verticale keten in de totale werkgelegenheid in de foodsector bedraagt respectievelijk 16,8% en
14,5% voor Oost- en Midden-Brabant. Binnen de verticale keten is het grootste deel van het
arbeidsaanbod in Oost-Brabant te vinden in kennis/advies/onderwijs en machines/lijnen ten
behoeve van distributie en processing. In Midden-Brabant bevindt het merendeel van de
arbeidsplaatsen zich in kennis/advies/onderwijs en machines en lijnen ten behoeve van distributie
& warehousing.
7
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
40
Oost-Brabant
35
Midden-Brabant
30
25
20
%
15
10
5
0
(systeemleverancier)
Kennis/advies/onderwijs
Machines/lijnen
Machines/lijnen
Machines/lijnen
Installatie/onderhoud
Materialen
Verpakkingen
Facilities
Grond/hulpstoffen
(processing)
(distributie)
(landbouw)
Machines/lijnen
Oost-Brabant Midden-Brabant
3%2%2% 2%
4% 3%2%
Voedselproductie 5%
Kennis/advies/onderwijs
Machines/lijnen (distributie)
Overig
76%
73%
8
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Uit figuur 3.4 blijkt dat het totaal aantal vestigingen tussen 2001 en 2005 is afgenomen, namelijk
met 8,4% (-340 vest.) in Oost-Brabant en 9,7% (-1.150 vest.) in Midden-Brabant. Het aantal
bedrijven is toegenomen in de keten machines/lijnen ten behoeve van distributie. Specifiek voor
Oost-Brabant is de vestigingenpopulatie toegenomen in de keten machines/lijnen (processing).
Zowel voor Oost- als Midden-Brabant is bovendien sprake van een forse toename in de keten
installatie/onderhoud, hoewel deze in absolute termen beperkt is. Het aantal vestigingen is vooral
afgenomen in de voedselproductie, de voedingsmiddelenindustrie en specifiek voor Midden-
Brabant op het gebied van kennis/advies/onderwijs gerelateerd aan de foodsector.
30
Oost-Brabant
20 Midden-Brabant
10
-10
-20
Kennis/advies/onderwijs
Distributie en warehousing
Machines/lijnen
Machines/lijnen
Machines/lijnen
(systeemleverancier)
Materialen
Voedselproductie
Installatie/onderhoud
Verpakkingen
Grond/hulpstoffen
Totaal
Facilities
Voedingsmiddelenindustrie
(processing)
(distributie)
(landbouw)
Machines/lijnen
9
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
20
Oost-Brabant
15 Midden-Brabant
10
-5
-10
-15
-20
In figuur 3.6 valt de relatief sterke daling van het aantal banen bij de Midden-Brabantse
systeemleveranciers op. De weergegeven procentuele verandering werkt overigens enigszins
vertekenend; in absolute termen gaat het ‘slechts’ om een daling van circa 25 arbeidsplaatsen in
het ketenelement systeemleveranciers.
10
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
25
Oost-Brabant
20
Midden-Brabant
15
10
5
0
-5
-10
-15
-20
-51,1%
-25
Voedingsmiddelenindustrie
Machines/lijnen
Machines/lijnen
Machines/lijnen
Installatie/onderhoud
Materialen
(systeemleverancier)
Voedselproductie
Distributie en warehousing
Facilities
Totaal
Kennis/advies/onderwijs
Verpakkingen
(processing)
(distributie)
(landbouw)
Machines/lijnen
11
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
In Midden-Brabant kan 42,3% van de bedrijvigheid tot het kleinbedrijf (minder dan 10 wp)
gerekend worden. Dit ligt onder het niveau van Oost-Brabant. Midden-Brabant kent daarentegen
meer werkgelegenheid bij bedrijven in de grootteklasse 10-49 werkzame personen.
In tabel 3.4 en 3.5 is de verdeling van vestigingen naar keten en grootteklasse weergegeven voor
Oost- en Midden-Brabant. Hieruit blijkt o.a. dat de ketens voedingsmiddelenindustrie, processing
machines en verpakkingen relatief grootschalig van aard zijn. Installatie- en onderhoudsbedrijven
(bv. schoonmaakbedrijven) en facilitaire bedrijven (bv. installateurs van CV- en
luchtbehandelingsystemen) hebben gemiddeld genomen een kleinschalig karakter.
12
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
In deze paragraaf wordt de vergelijking gemaakt met enkele referentiegebieden, namelijk de KvK-
gebieden Noord/Midden-Limburg, Zuid-Limburg en Centraal Gelderland. In deze gebieden is de
foodsector eveneens sterk vertegenwoordigd, denk aan Greenport Venlo in Noord-Limburg en
Food Valley in Centraal Gelderland. In deze paragraaf wordt een enge definitie van de foodsector
gebruikt; dit houdt in dat alleen de SBI’s en secties zijn meegenomen die volledig aan de food toe
te rekenen zijn. Deze cijfers hebben dus met name betrekking op de horizontale keten. Activiteiten
die slechts gedeeltelijk zijn toe te rekenen aan de foodsector (en deel uitmaken van de afgeleide
werkgelegenheid) zijn hier buiten beschouwing gelaten. Deze enge definitie blijkt in termen van
werkgelegenheid slechts in beperkte mate af te wijken van de brede definitie gehanteerd in
paragraaf 3.1.
Omdat de enge definitie van de foodsector grotendeels overeenkomt met de horizontale keten,
geeft onderstaande figuur de verdeling weer naar de drie ketenelementen in de horizontale keten.
Ook hier blijkt de relatief sterke vertegenwoordiging van distributie en warehousing in Midden-
Brabant en bovendien de sterke aanwezigheid van de voedingsmiddelenindustrie in Zuid-Limburg.
13
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Figuur 3.7: Banen in de horizontale keten (als % van totaal) per gebied, 2005
Voedselproductie Voedingsmiddelenindustrie Distributie en warehousing
N/M-Limburg
Zuid-Limburg
Centraal Gelderland
Oost-Brabant
Midden-Brabant
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Tabel 3.6 geeft het aandeel van de foodsector (enge definitie) weer in de totale werkgelegenheid
en het totale aantal vestigingen per referentieregio. In figuur 3.8 zijn deze data eveneens grafisch
weergegeven. In termen van aantal vestigingen (en in mindere mate qua werkgelegenheid) in de
foodsector steekt Noord/Midden-Limburg boven de rest uit.
Tabel 3.6: Aandeel food (enge definitie) in totaal aantal vestigingen en banen, per regio (2005)
% van totaal absoluut
vestigingen banen vestigingen banen
Noord/Midden-Limburg (KvK) 21,0 12,5 6.010 28.530
Zuid-Limburg (KvK) 7,6 3,9 2.220 10.380
Centraal Gelderland (KvK) 12,2 6,8 7.430 34.850
Oost-Brabant (KvK) 15,2 9,1 13.290 61.030
- Noordoost-Brabant (KvK) 16,0 10,5 7.120 32.620
- Zuidoost-Brabant (KvK) 14,3 7,9 6.170 28.410
Midden-Brabant (Cr) 15,0 8,9 3.310 17.070
Bron: LISA 2005 / PWE / Vestigingenregister Noord-Brabant 2005, bewerking ETIN Adviseurs
14
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Figuur 3.8: Aandeel food (enge definitie) in totaal in termen van vestigingen en banen, per regio
(2005)
25
vestigingen banen
20
15
%
10
0
N/M-Limburg Zuid-Limburg Centraal Oost- Midden-
Gelderland Brabant Brabant
Uitgedrukt in termen van de totale werkgelegenheid blijkt dat de foodsector met name relatief sterk
1
vertegenwoordigd is in het Land van Cuijk, De Kempen de Foodregio Helmond . Uit de figuur blijkt
eveneens dat het foodaandeel in geografisch geconcentreerde (food)gebieden als de regio
Veghel-Uden-Schijndel (ReVUS) en foodregio Helmond hoger is dan in Zuidoost-Brabant als
geheel.
Figuur 3.9: Aandeel food (enge definitie) in totaal in termen van vestigingen en banen, per regio
(2005)
30
vestigingen banen
25
20
%
15
10
0
Foodregio ReVUS Foodregio Land van De Kempen Zuidoost-Br. Noordoost-Br
Helmond Oss Cuijk
1
Foodregio Helmond is gedefinieerd als het totaal van de gemeenten: Asten, Someren, Deurne, Gemert-Bakel, Geldrop-
Mierlo, Laarbeek en Helmond. De Regio Veghel-Uden-Schijndel bestaat uit genoemde gemeenten. Het Land van Cuijk
wordt gevormd door de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en St. Hubert, St. Anthonis. De Kempen bestaat uit:
Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden.
15
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
3.3 Opleidingsniveau
In figuur 3.10 is het aantal hoger opgeleiden naar keten weergegeven. Het is niet verassend dat
het aantal hoger opgeleiden relatief het grootst is in kennis/advies/onderwijs. Tot deze groep
behoren o.a. dierenartsen, onderzoeksbureaus op het gebied van agrofood(technologie) en de
keuring en controle van agrarische producten en voedingsmiddelen. Verder blijkt dat de branches
op het vlak van de productie en groothandel van machines een behoorlijk hoog kennisniveau van
het werknemersbestand kennen. Dit is niet verwonderlijk aangezien de kennisintensiteit en mate
van geavanceerdheid van gespecialiseerde en op maat gemaakte machines continu toenemen.
Sectoren als de primaire voedselproductie en installatie/onderhoud zijn daarentegen minder
kennisintensief van aard.
Figuur 3.10: Aandeel hoger opgeleiden in werkzame beroepsbevolking naar ketenelement in Oost-
en Midden-Brabant (in %)
40
Oost-Brabant O-B: 57,7%
35 M-B: 59,3%
Midden-Brabant
30
25
20
15
10
5
0
Kennis/advies/onderwijs
Distributie & warehousing
Machines/lijnen
Machines/lijnen
(systeemleverancier)
Machines/lijnen
Materialen
Voedselproductie
Verpakkingen
Installatie/onderhoud
Grond/hulpstoffen
Facilities
Voedingsmiddelenindustrie
(processing)
(distributie)
(landbouw)
Machines/lijnen
16
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Tabel 3.7: Opleidingsniveau naar ketenelement voor gebied Oost- en Midden-Brabant, 2003 (in %)
Ketenelement lager middel hoger
1 Voedselproductie 44,4 48,8 6,8
2 Voedingsmiddelenindustrie 44,4 42,6 13,0
3 Distributie en warehousing 46,8 43,4 9,9
4 Machines/lijnen (distributie & warehousing) 27,5 58,4 14,1
5 Machines/lijnen (landbouwmachines) 34,2 55,9 9,9
6 Machines/lijnen (systeem leverancier) 19,3 49,3 31,3
7 Machines/lijnen (verwerkings-/processing machines) 20,3 52,9 26,9
8 Kennis/advies/onderwijs 7,9 34,0 58,1
9 Verpakkingen 40,4 46,4 13,3
10 Materialen 42,4 48,9 8,6
11 Installatie/onderhoud 71,8 24,0 4,2
12 Grond/hulpstoffen 9,9 64,3 26,0
13 Facilities 35,6 55,4 9,0
Totaal 34,7 43,0 22,2
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant 2005 / CBS (EBB), bewerking ETIN Adviseurs2
Uit interviews met bedrijven in de foodsector (zie onderdeel innovatie) is gebleken dat bedrijven
meer en meer problemen ondervinden bij het aantrekken van voldoende geschoold personeel.
Met name aan techneuten lijkt een tekort te bestaan. Een van de redenen hiervoor is dat de
foodsector qua imago jongeren minder aanspreekt. Grotere bedrijven proberen bij het bestaan van
een specifiek kennisgebrek een oplossing te zoeken door intern opleidingen en trainingen te
verzorgen.
2
Percentages in 1e aanleg berekend uit EBB waarnemingen (recordniveau) voor Nederland als geheel tot op 4/5 cijferig
sbi-niveau. Deze tabellen bevatten een uitsplitsing van de werkzame beroepsbevolking naar lager, middelbaar en hoger
opleidingsniveau. Uitgegaan is van het gemiddelde van 2002 en 2003, gezien de goede vulling op een voldoende fijnmazig
sbi-niveau. Er mag vanuit worden gegaan dat de relatieve driedeling naar opleidingsniveau slechts langzaam verandert in
de tijd. Op basis van de afzonderlijke sbi’s zijn vervolgens de ketens berekend. Om de vertaling naar Oost-Brabant te
maken is gebruik gemaakt van werkgelegenheidscijfers (werkgelegenheidsratio Oost-Brabant ten opzichte van Nederland).
17
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
4. Bedrijfseconomische resultaten
Over de gehele lijn kan geconcludeerd worden dat 2006 een economisch beter jaar is geweest
dan 2005. Met name de VGM heeft in (bijna) alle regio’s goede resultaten geboekt qua omzet,
export, winst en rendement. Wat betreft werkgelegenheid is het beeld echter minder eenduidig;
hoewel in Oost-Brabant sprake is van een toename van de werkgelegenheid in 2006, is het aantal
banen in Midden-Brabant en Centraal Gelderland daarentegen afgenomen.
Tabel 4.1: Overzicht bedrijfseconomische resultaten Oost-Brabant voor landbouw en VGM, 2005
en 2006
2005 2006
Landbouw/visserij VGM Landbouw/visserij VGM
2-49 50+ tot 2-49 50+ tot 2-49 50+ tot 2-49 50+ tot
Omzetontwikkeling (%) -1,9 +0,1 -1,6 +4,0 +1,7 +2,2 +1,5 - +2,0 +2,5 +14,0 +11,9
Exportontwikkeling (%) +0,7 -9,8 -6,7 +4,3 +2,5 +2,8 +1,7 - +4,2 +4,7 +13,1 +12,1
Aandeel omzet in export (%) 11 47 16 26 51 45 8 - 9 34 52 49
Winst (% bedrijven) 70 76 70 80 86 81 83 - 83 90 81 89
Rendement (% bedrijven) 45 49 45 58 79 60 67 - 67 70 77 71
Werkgelegenheidsindex (%) +0,6 +1,1 +0,6 +3,3 -0,1 +0,9 -0,1 - +0,5 +3,0 +1,2 +1,6
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
* Voor de lege cellen zijn ofwel geen of onvoldoende data (te lage respons) beschikbaar
18
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Het aandeel bedrijven dat winst heeft behaald en het rendement als voldoende bestempelt is
zowel in de landbouw/visserij als de VGM-industrie flink toegenomen ten opzichte van 2005.
Verder blijkt dat de kleinschalige VGM-bedrijven (2-49 wp) meer arbeidsplaatsen gecreëerd
hebben dan de grote bedrijven in 2005 en 2006.
Tabel 4.5: Overzicht bedrijfseconomische resultaten Centraal Gelderland voor landbouw en VGM,
2005 en 2006
2005 2006
Landbouw/visserij VGM Landbouw/visserij VGM
2-49 50+ tot 2-49 50+ tot 2-49 50+ tot 2-49 50+ tot
Omzetontwikkeling (%) +1,8 - +1,1 -0,5 -5,1 -4,5 +0,6 - -0,1 +2,8 +2,3 +2,4
Exportontwikkeling (%) +3,2 - +0,1 +37,4 -6,0 -5,4 +1,1 - +0,0 +23,3 -3,8 -3,3
Aandeel omzet in export (%) 8 - 12 4 34 30 8 - 12 5 36 31
Winst (% bedrijven) 74 - 74 89 91 89 85 - 85 84 93 85
Rendement (% bedrijven) 47 - 47 62 51 61 63 - 63 65 94 68
Werkgelegenheidsindex (%) +0,9 - +0,8 -2,9 -6,0 -4,9 -2,5 - -2,4 -1,5 -1,2 -1,3
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
19
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Onderstaande tabel geeft een indicatie van de bruto toegevoegde waarde en arbeidsproductiviteit
per arbeidsjaar in de horizontale foodketen (voedselproductie, voedingsmiddelenindustrie en
groothandel food) en per ketenelement weer. De bruto toegevoegde waarde is het hoogst in
distributie en warehousing (hoge omzetsnelheid; grote volumes verhandeld product). De
arbeidsproductiviteit ligt het hoogst in de voedingsmiddelenindustrie (hoge automatiseringsgraad).
3
Brondata zijn afkomstig van het CBS (Statline). De hier gehanteerde SBI-’93 indeling bevat als laagste detailniveau
bedrijfstakken naar Corop-gebieden. De meest recente (volledige) data zijn van 2003. De arbeidsproductiviteit is berekend
door de bruto toegevoegde waarde te delen door het arbeidsvolume in arbeidsjaren. De presenteerde data hebben
betrekking op de horizontale foodketen; een meer fijnmazige uitsplitsing naar afzonderlijke SBI’s is hier niet mogelijk. Data
zijn benaderd door middel van berekening.
20
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
5. Investeringen en innovatie
Ten aanzien van investeringen en innovatie zijn betrekkelijk weinig reguliere statistische bronnen
beschikbaar. De in dit hoofdstuk gepresenteerde informatie is gedeeltelijk afkomstig uit een
speciaal ERBO-onderzoek (2004). Om meer gedetailleerde informatie te verkrijgen met betrekking
tot de innovatiegraad van bedrijven in de foodsector, heeft ETIN Adviseurs aanvullende gegevens
verzameld door middel van telefonische interviews met enkele spelers in het veld (zie paragraaf
5.2).
De cijfers in tabel 5.1 ten aanzien van de investeringsgraad zijn uit regulier ERBO-onderzoek
betrokken. Hieruit blijkt dat met name grote bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie (50 wp en
meer) investeringen doen. Verder is met name de hoge investeringsbereidheid bij kleine bedrijven
in Noordoost-Brabant opvallend.
De rest van de gegevens over innovatie in deze paragraaf zijn grotendeels afkomstig uit een
speciaal ERBO-onderzoek.
Uit figuur 5.1 blijkt dat het grootste deel van innovaties gericht is op de verbetering van het
productieproces. Dit geldt met name voor VGM-bedrijven in Midden-Brabant. Wat verder opvalt is
het relatief grote verschil (20 procentpunt) in belang ten aanzien van de ontwikkeling van
producten en diensten tussen Oost- en Midden-Brabant.
21
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Figuur 5.1: VGM-industrie: veranderingen door innovatie sinds 2001 op het gebied van:
80
Oost-Brabant
70
Midden-Brabant
60
50
40
%
30
20
10
0
verbetering van het
bediening nieuwe
organisatie
producten/diensten
producten/diensten
samenwerkings-
ontwikkeling van
productieproces
verbetering van
verbanden
markten
Bron: ERBO onderzoek (2004)
Tabel 5.2 geeft de instanties weer waar bedrijven in de VGM-industrie tijdens het innovatietraject
steun van hebben ontvangen en waarbij ze kennis hebben opgedaan. De bedrijven en instellingen
4
zijn gegroepeerd naar belangrijkheid/hoogte respons . Het grootste deel van de respondenten
geeft aan steun en kennis te zoeken bij collega ondernemers. Professionele adviesbureaus zijn
daarentegen minder populair bij Midden-Brabantse bedrijven bij het zoeken van deskundigheid ten
aanzien van innovatie.
4
Respondenten hadden de mogelijkheid om meerdere antwoorden te selecteren; dit betekent dat de som van de
percentages de 100 overschrijdt.
22
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
In Oost-Brabant geeft 41,2% van de bedrijven in de VGM-industrie aan dat het innovatief
vermogen is belemmerd. In Midden-Brabant bedraagt dit aandeel zelfs 62,1%. In beide regio’s
5
ondervinden vooral de grotere bedrijven (meer dan 50 wp) beperkingen . De ervaren beperkingen
zijn divers van aard en zijn opgesomd in volgorde van belangrijkheid in onderstaande tabel. Terwijl
in Oost-Brabant een gebrek aan financiën als grootste belemmering wordt ervaren, is dit in
Midden-Brabant in mindere mate een knelpunt. In Midden-Brabant worden daarentegen een
gebrek aan tijd en de risico’s op de markt als voornaamste knelpunten bij innovatie genoemd.
In tabel 5.4 zijn de R&D-uitgaven in de food/nutrition sector naar Corop-niveau opgenomen. Het
betreft hier louter private R&D-uitgaven; er is in de foodsector dus geen sprake van uitgaven aan
R&D door publieke instellingen. Het zwaartepunt van Research & Development ligt duidelijk in
Zuidoost-Brabant. Deze regio wordt op afstand gevolgd door Zuid-Limburg.
5
Verklaring hiervoor ligt gedeeltelijk in het feit dat een groter aandeel van de grotere bedrijven innoveert. Als gevolg
hiervan is het logisch dat ook een groter deel van deze bedrijven beperkingen ervaart bij innovatietrajecten.
23
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Met behulp van de interviews is geprobeerd op deze vragen een antwoord te krijgen. Speciale
aandacht is uitgegaan naar de samenwerkingsrelaties tussen bedrijven onderling en tussen
bedrijven en kennisinstellingen. Doel was om een beeld te krijgen van de ketens op het gebied
van innovatie in de foodsector.
Innovatiegraad
De foodsector is ook op het gebied van innovatie globaal in te delen in drie categorieën, namelijk:
1. aanverwante branches, waaronder machinebouwers voor de voedingsmiddelenindustrie;
2. voedingsmiddelenindustrie;
3. distributie en warehousing (groothandel, opslag en logistiek).
6
Het aantal geïnterviewde bedrijven is relatief beperkt. Hierdoor dient voorzichtigheid betracht te worden bij het vertalen
van de individuele bedrijfsinformatie naar de foodsector als geheel. De uit de interviews verkregen resultaten zijn daarom
per definitie niet representatief voor álle bedrijven in de foodsector.
24
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
In het algemeen kan geconcludeerd worden dat de mate van innovatie het hoogst is bij bedrijven
in de eerste groep en het laagst in de derde groep.
De innovatiegraad in de foodsector is volgens de geïnterviewde bedrijven het hoogst bij de
7
bedrijven die machines ontwikkelen en produceren specifiek voor de voedingsmiddelenindustrie .
Dit zijn veelal grootschalige bedrijven die wereldwijd opereren. Deze bedrijven beschikken over
een eigen research-afdeling. Bij de voedingsmiddelenindustrie (bijvoorbeeld producenten van
vleesproducten en diepvriesgroenten) is dit meestal in de vorm van een afdeling product-
ontwikkeling gegoten.
Mede vanwege hun schaal werken de machinebouwers samen met toeleveranciers op zowel
regionaal, nationaal als internationaal niveau. De omvang van deze toeleveranciers is eveneens
zeer divers. Het gaat in dit kader zowel om systeemleveranciers als (individuele) componenten-
leveranciers, zoals leveranciers van desinfecteersystemen en luchtbehandelingsystemen. De
toeleveranciers worden in toenemende mate betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe systemen
en/of productielijnen. In veel gevallen is zeer specialistische kennis gevraagd.
2. Voedingsmiddelenindustrie:
Een voorbeeld van productinnovatie bij een producent van diepvriesgroenten zijn biologisch-
8
en bio-dynamisch geteelde groenten. De producent beantwoordt hiermee aan de
toenemende klantvraag naar dit soort producten. Gelieerd hieraan is het begrip ‘vriesvers’.
Dit betekent dat producten vers ingevroren worden. De tijd tussen het oogsten van de groente
en het invriezen wordt geminimaliseerd waardoor een maximum aan vitamines, mineralen en
voedingsstoffen behouden blijft.
Een ander voorbeeld van productinnovatie zijn vleesvariatie producten zoals Valess. Dit
product is ontwikkeld door Campina is samenwerking met Dalco Food. Het product ziet eruit
en smaakt als vlees, maar is bereid uit verse zuivel (melkeiwit) en voedingsvezels (uit
zeewier). Valess bevat meer meervoudig onverzadigde vetzuren dan vlees.
7
Binnen de aanverwante sectoren is de nadruk gelegd op machinebouwers voor de voedingsmiddelenindustrie. Specifieke
innovatiegegevens t.a.v. bedrijven die landbouwmachines ontwikkelen en verpakkingsbedrijven zijn daarom niet of in
mindere mate beschikbaar.
8
Samenhangend met biodynamische voeding is het Demeter-keurmerk. Demeter loopt voorop in de normering van
bemesting, veevoeding en dierhuisvesting. Demeterboeren gaan een stap verder dan biologische landbouw.
Biodynamische producten voldoen aan alle biologische eisen en meer.
25
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Slagingskans marktintroductie
Bedrijven proberen het percentage (productinnovaties) dat succesvol wordt vermarkt /
vercommercialiseerd te verhogen door in een vroeg stadium het succes te beoordelen. Dit kan
bijvoorbeeld gedaan worden door een haalbaarheidsstudie (soms blijkt een product niet
verkoopbaar of is niet efficiënt te produceren) of door het verkrijgen van ‘commitment’ van de klant
alvorens het definitieve productontwikkelingtraject in te zetten.
9
Een PDA ofwel Personal Digital Assistant is een klein draagbaar toestel dat computer-, telefonie-, fax- en netwerkfuncties
combineert.
10
INA P-G Institut Agronomique National Paris-Grignon
26
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
Innovatietrends
De trends die volgens de geïnterviewde bedrijven op dit moment spelen in de foodsector zijn de
toenemende vraag naar ‘convenience food’ (gemaksproducten) en ‘health’ producten (o.a. de
toevoeging van vitamines en mineralen en/of maximaal behoud van de voedingswaarde door het
toepassen van een innovatieve bereidingswijze).
Ook toenemende ketenbeheersing d.m.v. ‘Tracking & Tracing wordt genoemd. Bedrijven in de
foodsector gebruiken Tracking & Tracing om de logistiek te optimaliseren, de derving van
producten te reduceren, t.b.v. risicomanagement en ter verbetering van de kwaliteitsbeheersing
(de bron van grondstoffen kan bijvoorbeeld achterhaald worden).
27
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
6. Conclusie
• Binnen de verticale keten is het grootste deel van het arbeidsaanbod te vinden in
kennis/advies/onderwijs. In Oost-Brabant is het ketenelement processing machines/lijnen
relatief sterk vertegenwoordigd terwijl in Midden-Brabant het ketenelement machines/lijnen
t.b.v. distributie & warehousing dominant is in termen van werkgelegenheid.
• Het totaal aantal vestigingen in de foodsector is tussen 2001 en 2005 afgenomen, namelijk
met 8,4% (-340 vest.) in Oost-Brabant en 9,7% (-1.150 vest.) in Midden-Brabant.
• De totale werkgelegenheid is tussen 2001 en 2005 afgenomen, met 12,6% (-9.030 banen) in
Oost-Brabant en met 8,8% (-1.700 banen) in Midden-Brabant.
• In Oost-Brabant behoort 47,4% van de werkgelegenheid tot het kleinbedrijf (<10 wp), in
Midden-Brabant is dit 42,3%. Naast de voedingsmiddelenindustrie is ook de
verpakkingsindustrie relatief grootschalig van aard.
28
ETIN Adviseurs Foodsector in Oost- en Midden-Brabant
• Binnen de horizontale foodketen kent distributie & warehousing de hoogste bruto toegevoegde
waarde. De arbeidsproductiviteit is het hoogst in de voedingsmiddelenindustrie.
• Voor de foodsector is 2006 economisch gezien een beter jaar geweest dan 2005. Met name
de VGM-industrie heeft in (bijna) alle regio’s goede resultaten geboekt qua omzet, export,
winst en rendement. Wat betreft werkgelegenheidsontwikkeling is het beeld minder eenduidig.
• Het grootste deel van innovatie binnen de VGM-industrie is gericht op de verbetering van het
productieproces. De ontwikkeling van producten en/of diensten speelt een belangrijkere rol in
Midden-Brabant dan in Oost-Brabant.
• Bedrijven in de VGM-industrie zoeken tijdens het innovatietraject met name steun en kennis
bij collega ondernemers. Daarnaast wordt kennis ingewonnen bij banken en accountants.
• De trends die momenteel spelen in de foodsector zijn een toegenomen vraag naar
‘convenience food’ en ‘health’ producten.
Ref.:RK/CK/26008300/9028
29
Bijlage
ETIN Adviseurs