You are on page 1of 49

ROMEINEN HOOFDSTUK 7

____________________________________

(17e

avond)

De Romeinenbrief geldt als een van de meest logisch uitdagende boeken van het geloof.
Het is juridisch onderwijs ten top en leert ons te onderscheiden wat waar is en wat leugen is.
Daarmee staat de Romeinenbrief haaks op het gangbare hedendaagse gedachtegoed. Dit
houdt ook in dat we moeite moeten doen om deze brief te ontvangen. Want mythen, leugens,
en misleiding zijn de bouwstenen van onze maatschappij. In films, boeken, kranten, het Web.
Voorbeelden van onze overal te vinden overtuigingen die leugens zijn:
de hemel bestaat niet; maar iedereen komt er door gewoon zo goed mogelijk te leven
evolutie is de basis voor onze psychologie, sociale ontwerpen, politieke overtuigingen
zelfs in onze rechtszalen schrijven we misdaden toe aan de omgeving (in plaats van
de eigen gemaakte keuzes) iemand is slechts het product van zijn, of haar, omgeving
de essentie van de mens, is dat we een onszelf (voortdurend) verbeterend wezen zijn
onze technologie is zich voortdurend aan het verbeteren maar ons gedrag niet?!
ons landje heeft als exportproduct alles wat God verboden heeft:
- vrije moraal, vrije opvoeding = toegeeflijkheidsopvoeding, zelfbeschikking, hoog HQ *
- homoparades, homofielenhuwelijk en dierenporno zijn legaal, kinderporno illegaal
- abortus en euthanasie zijn legaal, experimenten met embryos goedgepraat (RKK)
- elke religie, hoe absurd ook, kan legaal zijn en mag je geen commentaar op leveren
door scholing zal de mens zich verbeteren (ieder t/m 21 moet nu een kwalificatie hebben)
Als een van deze punten de waarheid zou zijn, dan heeft de Bijbel het volkomen mis.
Jer. 17:9 staat: Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen?
Voor het woord verderfelijk staat er (vna anash) wanhopig, ongeneeslijk, hopeloos slecht.
Nergens vinden we in de Bijbel dat er genezing plaatsvindt van ons hart. Je hebt een heel
nieuw hart nodig. Dat is waar het in Romeinen 7 over gaat.
In Romeinen 6:14 vonden we een kern: de zonde heerst NIET over jou. Als je een slf bent,
dan heb je geen keuze. Maar als je gered bent, heeft de zonde geen heerschappij over je.
ZOLANG JE DIT CLAIMT, VANUIT JE GELOOF!!! dat was de boodschap van Romeinen 6.
____________________________________
Vers 1
In de eerste vier verzen gebruikt Paulus een analogie, welke? Onze huwelijken.
Paulus zet in vers 1 een principe neer: de Wet heeft zeggenschap zolang een mens leeft. Als
je gestorven bent dan is ook deze zeggenschap voorbij. Paulus bouwt op dit principe verder.
Wij zijn namelijk gestorven in Christus.
Het plaatje wat Paulus verder schetst, is het huwelijk tussen man en vrouw. In de Mozasche
wet bestaat er voor vrouwen geen voorziening voor de mogelijkheid tot scheiding. Huwelijken
werden geregeld door de familie, meestal de vaders. Binnen zulke geregelde huwelijken is er
voor de vrouw vaak weinig andere keus dan het op houden van een liefdeloze verplichting.
Zwijgend draagt ze haar lot, terwijl ze diep ongelukkig is. Ziehier de resultaten van de wet.
De gelovige wordt met deze vrouw vergeleken. Na het sterven van de man mag ze opnieuw
trouwen. Een Christen behoort niet meer de wet toe, maar de uit de dood opgestane Jezus.
Je bent dood voor de oude wet
dit is de sleutel tot de
Je bent niet dood voor de oude natuur das ook het probleem
hele Romeinen brief
Vers 4
Waarom doet God dit allemaal zo? opdat wij voor God vrucht kunnen dragen.
Je kunt alleen geestelijke vrucht dragen, als je een geestelijk mens bent. Daar horen twee
aspecten bij: 1e = heilige levensrelatie met de Heer; 2 e = anderen in deze relatie betrekken.

31

Naast IQ (intelligentie quotint) en SQ (sociaal quotint) is er een HQ (hufter quotint) voor de snel toenemende Nederlandse hufterigheid.

32

ROMEINEN HOOFDSTUK 7
____________________________________

(18e

avond)

Vers 5
Wij is een spreekwijze van Paulus waarmee hij zichzelf aansluit bij de groep
waar hij toe spreekt: de lezers (wij) / hoorders. Paulus kende dezelfde gevoelens als jij en ik.
De opvallende wisseling naar wij presenteert Paulus als ervaringsdeskundige. Bovendien is
Paulus een deskundige in de wet, als (ex) farizeer. De tijdsvorm van in het vlees duidt op
ons voortdurende in het vlees zijn, waar we allemaal deel aan hebben (imperfectum). Wij zijn
ingeblikt in vlees, dat door de werking van de wet geprikkeld blijft worden om te zondigen. De
zonde leidt altijd tot de dood.
De wet werkt als een energizer, als een katalysator, om te zondigen. Dat betekent dus dat
de wet ons nooit tot het leven kan brengen. Het kan alleen maar onze zondige natuur aan het
licht brengen. Als je dit principe begrijpt, dan vat je iets, wat hele generaties Christenen nooit
hebben kunnen begrijpen. Veel Christenen tot op de dag van vandaag zijn erop stukgelopen!
~ Wat het doel is van de wet van God. ~
De doorsnee visie hierop is dat de wet gegeven is zodat we ons wel goed leren te gedragen.
Maar het is precies tegenovergesteld Rom. 5:20 a. De wet is gegeven zodat zonde toeneemt.
In 7:5 wordt verduidelijkt dat God onze zondige natuur op deze manier aan ons openbaart.
We kunnen er niet meer omheen en worden gedwongen te erkennen dat we het zelf echt niet
kunnen redden. God drijft ons z in de wanhoop, dat we wel moeten vluchten in Zijn genade.
Vers 6 7 We waren geketend en gebonden door deze wet, waarvan we nu bevrijd zijn.
En dit is mogelijk, omdat we dood zijn, dood in Christus. Dit stelt de wet buiten werking. Net
zoals de weduwe niet meer gebonden is aan haar man, zo zijn wie in Christus zijn, ontslagen
van de wet. Jezus is immers naar de wet gestorven en onze identiteit vinden we in Hem. Het
Griekse woord voor ontslagen in 7:6 is (katargew) katargeo, de betekenis van dit woord is:
1e inactief maken; werkeloos maken; geen verdere invloed laten hebben; van kracht beroven.
2e doen ophouden; afschaffen; voorbij gaan; afsnijden; gescheiden; alle omgang beindigen.
(de dodelijke vruchtdracht van vers 5 is nooit meer te stoppen aoristus)
(de levendmakende buitenwerking stelling stopt ook niet meer - aoristus)

er is een start
en geen einde

Zodoende is het mogelijk verlost te zijn van de wet + de dodelijke prikkel die ervan uit gaat.
De bedoeling hiervan is dat we in staat gesteld worden om (altijd) door de Geest te dienen.
Het leven in de Geest is gebaseerd op de kracht van God en niet de inspanning van onszelf.
Wat vers 7 beschrijft noemt men ook wel de spiegelfunctie van de wet. Gods wet houdt ons
een spiegel voor om te (h)erkennen dat we van nature de zonde zowel wensen als ook doen.
De tegenstellingen van de Letter (wet) en de Geest leveren een interessante tabel ervan op:
LETTER

GEEST

hangt af van het vlees (8:3)


brengt rebellie (7:8)
zonde groeit (5:20)
wekt toorn op (4:15)
gaat niet om geloof (Gal.3:12)
brengt dood (2Cor.3:4-6)

hangt af van Gods kracht (Luk.24:49)


zoekt verlangens van God (Phil.2:13)
gerechtigheid groeit (8:4)
brengt vreugde en vrede voort (Gal.5:22)
vanuit geloof (Gal.5:5; 2Cor.5:7)
schenkt leven

Tegenwerpers (yes-butters) hebben favoriete teksten die bewijzen dat je inspanningen moet
blijven verrichten, zoals Phil.2:12-13. Dit bewerken (katergazomai katergazomai) van

33

onze behoudenis betekent letterlijk: werken aan de buitenkant, aan iets wat een resultaat is
van de al reeds veranderde binnenkant.

34

ROMEINEN HOOFDSTUK 7
____________________________________

(19e

avond)

Vers 7 12 Wat is de relatie tussen de wet en de zonde? Vers 7 bedoelt de zondige natuur
die we bezitten niet de zondige actie. Het verlangen, begeren, gaat uit naar wat verboden is.
In Exodus 20 vinden we de 10 geboden:
1e
Geen andere goden
6e
Niet moorden
e
e
2
Geen gesneden beeld
7
Geen overspel
3e
Gods Naam niet misbruiken
8e
Niet stelen
4e
Sabbat houden
9e
Niet vals getuigen
e
e
5
Eer vader en moeder
10
Niets begeren wat buiten je bereik is
Van al deze geboden neemt Paulus juist de laatste als voorbeeld. Waarom? Het is het enige
gebod dat voor de rechtbank niet bestraft kan worden. Om dat te kunnen, moet je namelijk in
het hart kijken. God is de enige die in het hart van de mens kan zien. Een zaak van het hart.
Paulus gebruikt de 1e persoon enkelvoud (ik): het is autobiografisch, hij spreekt van zichzelf
~ en ja, hij is gered ~ zodat wij ook leren de overwinning te claimen: van moment tot moment.
Jac. 2:10; Gal. 3:10 spreken beide over het breken van n punt van de wet. Het betekent
dat de hele wet dan gebroken is. Net als bij een kettinkje waar n schakeltje van breekt.
Dan gaat de hele ketting verloren. De wet hangt jouw leven over de rand van een steile rots,
aan 10 draadjes. Als er n breekt, stort je de steilte af
Het Christenleven is niet moeilijk het is onmogelijk!... Dat is precies Gods punt met de wet.
Het is als een bordje niet op het gras lopen, of niet vissen vanaf de balkons bij een flat.
Het verbod brengt mensen op het idee, dit juist wel te doen; de rebelse menselijke natuur. In
vers 8 en 9 is dit principe gellustreerd. Zou de wet er niet zijn, dan kwam de zonde niet op
en bleef dood (slapend aanwezig).
Het woord uitgaande van is aformh aphorme wat een militaire operatiebasis betekent. Van
deze basis uit werkt het zondeprincipe verder en vlamt weer op bij elke te vinden aanleiding.
Hoe kan Paulus beweren dat hij leefde zonder de wet, als farizeer nog wel. Dit kan slaan op
de jonge jaren van een kind. Dus voor de tijd dat een kind rekenschap kan afleggen van zijn
geloof. Dit duidt erop dat kinderen in Christus niet aansprakelijk gesteld worden voor de wet.
Geldt dit alleen voor kinderen in een Christelijk gezin? (Paulus kwam niet uit zon gezin!) Wat
te denken van de wederkomst van Jezus: als daar een wereld zal zijn ZONDER kinderen?
Vers 11 12 De wet werkt zodanig dat het ons naar de zonde toe lokt, zoals een muis naar
een stukje kaas in de dodelijke val. Het maakt mijn strevingen en lusten duidelijk zichtbaar.
Als de LETTER doodt en de GEEST ons
levend maakt, hoe zit het dan met de
balans tussen Woord en Geest?
zie 2 Petr.1:21.
Toen Adam gemaakt werd blies God erin.
Een lichaam zonder de geest is een lijk
Een letter zonder H. Geest maakt lijken
Er is geen balans tussen Letter Geest als
dit uitersten zijn: de n is doortrokken met
de ander. Beide zijn geen 50% aanvullende
componenten.
God = 100% Geest
Jezus = 100% Woord

35

ROMEINEN HOOFDSTUK 7
____________________________________

(20e

avond)

Vers 13 14 Het grote probleem waarom we met zonden te kampen hebben wordt hier heel
duidelijk verklaard. Het is niet de wet die ons dit aandoet, maar onze diepste realiteit is dat de
mens uitermate zondig is. Het ligt niet aan de omgeving, we zijn verrot van binnen. De mens
heeft de grootste vijand binnenin hem: zichzelf. Geen wetenschap kan hiertegen helpen. Het
enige waar de psychologie iets aan kan doen is het gevolg van zondigheid; schuldgevoelens.
Maar ook dan, komt men niet verder dan bestrijden van symptomen; de kern raakt men nooit.
De mens is ongeneeslijk kwaad: verkocht onder de zonde staat er in vers 14.
Elke poging om naar de wet te leven, drijft ons verder in de wanhoop. We kunnen geestelijke
waarheid niet volgen in ons vlees: het zijn twee werelden. Waar wandelen in het vlees voor
ons niet werkt, zullen we opnieuw moeten leren lopen: dit is het wandelen in de H. Geest.
Dit gedeelte bevat een eerste verklaring voor waarom ik doe wat ik doe Pas na de uiterste
wanhoop kan Paulus zelf echt open bloeien tot de persoon die God wil dat hij zal worden.
Vers 15 17 Het is alsof Paulus als een klein stout kind probeert uit te leggen waarom hij iets
verkeerds heeft gedaan. Ik weet het niet is vaak het antwoord. En dat klopt ook, want iets in
mij maakt dat ik zondig. Paulus, gebruikt opnieuw het woordje (katergazomai
katergazomai), wat betekent: werken aan de buitenkant, van iets wat aan de binnenkant
allang werkzaam is. De 3 verzen zijn de eerste klaagzang van Paulus, de tweede vinden we
in
het
volgende
deel.
Vers 18 20 Vers 18 noemt de kern van waar het probleem zich bevind: in mijn vlees. Het
vlees van een Christen is absoluut geen haar beter dan het vlees van de niet-christen mens.
Matth. 26:41 leert dat de geest wel gewillig kan zijn, maar het vlees (het oude zelf) is zwak.
In vers 20 wordt nader bevestigd wat in 17 al ontdekt is: de zonde die in mij woont doet het.
De bron van mijn zonde is de oude natuur die God al geoordeeld heeft. Deze regeert dus niet
meer over mij, hoewel ik er eerst wel de slaaf van was. Deze oude meester speelt steeds
weer op, zodat ik van moment tot moment mijn keuze moet maken om hem dood te houden.
Vers 21

De wet, norm, raakt het principe van de altijd aanwezige zonde in een persoon.

Vers 22 23 Derde klaagzang van Paulus; het probleem = zonde, het symptoom = schuld. In
Gods wet verlustigen is wat de gelovige herhaaldelijk doet in Psalm 119. Het is lofprijzen van
God wat opnieuw leven brengt. De gelovige heeft een nieuwe natuur die in staat is om de
wet van God lief te hebben. Je hebt de capaciteiten gekregen, om geestelijke waarheid lief te
hebben zoals Jezus die koesterde. DIT IS JOU WERKELIJKE ZELF de echte jij...
Deze nieuwe wet, nieuw principe, krijgt voortdurende tegenstrijd van de oude wet der zonde.
Vers 24 26 Het voertuig waarin deze twee principes tegen elkaar strijden, is jouw lichaam,
ziel en geest. De Heer daagt ons uit dit voertuig goed te besturen: de juiste keuzes te maken.
Dat het niet eenvoudig is, blijkt uit de uitroep van Paulus om verlossing uit het strijdgebied. Er
blijft een onweerstaanbare drang tot de zonde die een levenslange strijd in ons vlees zal zijn.
De overwinning is: wandelen in de Geest. Een slag kun je verliezen, de oorlog is gewonnen.

36

1Joh. 3:6 9 Het uitstapje in de wanhoop? De vertaling is hoogst ongelukkig gekozen. Dit is:
dat niemand uit God geboren, blijft doorgaan te zondigen. Zie 1Joh. 1:8 9 + Ef. 4:22 24.

37

SAMENVATTING VAN HOOFDSTUK 7


____________________________________

(21e

avond)

1. Thema van het hoofdstuk


De absolute noodzaak van Gods verlossingsplan.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
2. Meest belangrijke vers
Vers 19
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
3. Meest opvallende of voornaamste woord
Wet (norm)
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
4. Lering over Jezus Christus
Hij verlost mij uit de omhulling van de dood (vers 24 en 25)
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
5. Gebod om te volgen
We moeten Jezus gaan toebehoren en vrucht dragen voor God (vers 4)
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
6. Belofte om te innen
Jezus zal mij verlossen (vers 25)
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
7. Geleerde waarheid
Door eigen inspanningen zijn we nimmer in staat om aan Gods voorwaarden te ooit voldoen.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
8. Notities
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________

38

ROMEINEN HOOFDSTUK 8
____________________________________

(21e

avond)

Het probleem met Bijbeluitleg is dat de Bijbel onuitputtelijk is. Hoe vaak je een gedeelte ook
bekijkt er komen steeds weer nieuwe inzichten uit. Toch kun je na een paar uur studie van
zon deel toch wel de kern eruit halen en zeggen wat de hoofdlijnen zijn. Met de Romeinen
brief lukt dit niet; de brief zelf is onuitputtelijk. De Barnhouse commentaar kent 10 boekdelen
over deze brief alleen. Romeinen 8, noemt men wel het heilige der heiligen van de Bijbel.
DE INDELING VAN ROMEINEN 8
Vers 1 11 Bevrijding van ons vlees door de kracht van de Heilige Geest
Vers 12 17 Realisatie van ons zoonschap door het innerlijk getuigenis van de Heilige Geest
Vers 18 30 Behoudenis in tijd van (noodzakelijk) lijden, door de kracht van de Heilige Geest
Vers 31 39 Lofzang op de overwinning
HOOFDSTUK 5

CONTRASTEN TUSSEN ROMEINEN 5 & 8

Jezus voorzieningen voor onze redding


Voor altijd rechtvaardig verklaard door geloof
Prestatie komt door ons besef van Gods Liefde
Openbaart onze relatie tot God
De H. Geest is n keer genoemd (Rom.5:5)
Ro.5 = Hoeksteen van onze redding in Christus

HOOFDSTUK 8

Jezus voorzieningen voor ons overwinnend leven


Voor altijd Godvruchtig leven door de Heilige Geest
Prestatie komt door de kracht van de Heilige Geest
Openbaart onze relatie tot de wereld, conflicten, vlees
H. Geest is vol aanwezig tot verzekerde overwinning
Rom.8 = Hoeksteen van onze overwinning in Christus

Vers 1 4 Dit hoort nog bij H7. Verzen en Hoofdstukken zijn pas later toegevoegd door de
aartsbisschop van Canterbury, Stephen Langton, in de 13 e eeuw; niet H. Geest genspireerd.
Het is een opsomming van de conclusies die vanaf H5:12 getrokken kunnen worden. Basis
waarheden die staan als een huis.
Bij het vertalen van de Bijbelteksten is het probleem dat een letterlijke vertaling vaak niet kan
worden gemaakt omdat dit onleesbaar is. Het andere uiterste is een parafrase op de echte
tekst. Vertalers zitten hier vaak tussenin met een transliteratie die of heel dicht bij de grond
talen is (SV), of veel vrijer is (NBV). Om deze redenen staat er in vers 1 van de SV de frase
van vers 4 bij: die niet naar het vlees wandelen doch naar de geest. Pas vanaf de 6 e eeuw
staat deze frase bij vers 1 genoemd. In de oudste handschriften, 1 e - 3e eeuw staat dit niet.
Vers 1 is een van de grootste verzekeringen die je als Christen ooit zult kunnen krijgen: er is
gn veroordeling. Vanuit geen enkele bron, geen enkele reden, op geen enkel tijdstip ooit.
Het woord nu (nun) is de logische conclusie uit al het voorgaande. Veroordeling
(katakrima katakrima) betekent vonnis, doodvonnis zelfs. Het is NIET afhankelijk van jouw
wandelen in het leven, het gaat niet om jouw gevoel, maar om Gods besluit! Vers 1 is ronduit
verbluffend.
Het hoofdstuk opent met de onmogelijkheid tot veroordeling en sluit af met de onmogelijkheid
om ooit van God afgescheiden te worden. (Hoe kom ik in Christus? Rom6:3-4 door de doop).
Vers 2 is de conclusie van H7 en staat als antwoord tegenover vers 23 van H7: je hoeft niet
te zondigen, het is een keuze van moment tot moment. Deze keuze kun je nl. maken door de
wet van de levengevende Geest. Die wet overtroeft volledig de wet van zonde en dood.
Vers 3 vat H6 en 7 opnieuw samen, waarbij ons vlees de betekenis heeft van ons zelf het
innerlijke ik. Het gaat dus niet om ons fysieke vlees en botten, maar ons zwakke wezen.
Jezus fysieke lichaam was gelijk aan elke zondaar maar zijn zelf bleek zonder zonde te zijn.
39

Dat is het mysterie van maagdelijke geboorte. Jezus= 100% mens 100% God; 100% vatbaar
voor de zonde toch 100% heilig. Gen.3:15 is taalkundig & biologisch onmogelijk; niet bij God.

40

(22e

ROMEINEN HOOFDSTUK 8

avond)

Vers 4 is het sluitstuk van alle conclusies t/m H7. De eis rechtvaardig te zijn wordt niet door
ons vervuld maar in ons. Wij zijn het onderwerp van Gods handelen. Het wandelen naar het
vlees is leven volgens eigen inspanning. Proberen om iets voor God te doen is tijdverspilling
en is een onmogelijke opgave. Ondanks alle mooie pogingen. Het is blasfemie, het is religie.
Onze religie en eigen o zo goed bedoelde verdienste, is hout, stro en stoppels voor het vuur.
Het wandelen naar de Geest staat hier recht tegenover en betekent: niet op eigen inspanning
iets willen doen. Niet jouw wezen bepaald de routes maar het wezen van Jezus. En dat is
de persoon van de Heilige Geest. Daarom hoort dit niet als kwalificatie achter vers 1, omdat
het op die manier weer kan afdoen aan de volkomenheid van de belofte die God daar geeft.
Vers 5 8 Opnieuw blijkt het grote contrast tussen vlees (sarx sarx) en geest en de totale
onmogelijkheid dit te combineren. Elke menselijke bron (vlees) is uitgesloten voor de Geest
vervulde Christen. Dit geldt ook voor: positief denken, positieve belijdenissen, meer en beter
proberen in te spannen enz. De twee soorten Christenen (daar is deze brief voor!) wandelen
op twee verschillende routes: in eigen geest (zoals de wereld dat kent) of in de Heilige Geest.
Begrijp goed dat het niets te maken heeft met iemands oprechtheid.
Vergelijk het met een motorzaag die een bos kort maakt, het gaat beter als ie ook aan staat!
Het Grieks drukt de tegenstelling in vers 6 onverbloemd, rauw uit. Wanneer wij het over een
vleselijk Christen hebben, is dit een etiket wat we zelf maken; de tekst noemt leven of dood.
Hoe kan een vleselijk Christen nu dood zijn? De Schrift kent 7 verschillende soorten dood:

1e Stervende sterven: de aftakeling door ziekte en ouderdom van het lichaam (Gen.3).
2e Fysieke dood: de levensgeest, verlaat het lichaam (consequentie van de zondeval).
3e Geestelijke dood: de menselijke geest is niet wederomgeboren (Matth.8:22; Ef.2:1).
4e Seksuele dood: niet (kunnen) voortplanten (Rom.4:19 Abraham) (Gen.38:9 Onan). *
5e Positionele dood: gestorven zijn in Christus (Rom.6:3-5 gedoopt in Hem; Col.3:3-4).
6e Operationele dood: tijdelijke dood van ingeslapen Christenen; dode werken (vs 6).
7e Tweede dood: de gruwelijke en eeuwige! overgang van Hel (Hades), naar Buitenste
duisternis (Gehenna); het is de finale en definitieve afscheiding van God (Op.20:6,14).

Vers 7 bevestigd opnieuw wat Paulus in H7 al uiteenzette: wat ik niet wens, het kwade, dat
doe ik. Ons vlees zal zich nooit verbeteren. We ontkomen niet aan onze gevallen natuur. We
zijn niet bij machte dit te veranderen, of God te dienen vanuit onze wil, emoties of gevoelens.
In het vlees van vers 8 duidt op de heerschappij die er nog is in het wezenlijke zelf. Terwijl
God de enige bron kan zijn van een krachtig, heilig en met de Geest vervuld Christenleven.
Vers 9
Daarentegen is de tegenstelling van het vooraf genoemde leven in het domein
van het vlees. De Geest (van Christus) is niemand minder dan de Heilige Geest, Hij is het die
zich in ons beweegt. Iedere Christen heeft deze Geest, anders is hij geen Christen. De vraag
is echter: heeft deze Geest wel de controle over jouw leven? Dat is jouw keus, moment voor
moment. Dat wil zeggen: leef je wel in de kracht van Zijn aanwezigheid?
Vers 10
In H6:6 zien we het verband met dit vers. De term voor dood lichaam is letterlijk:
een lijk (nekrov nekros). Dit is dus een persoon die geleefd heeft, maar nu dood is gegaan.
Is er sprake van dat jij je oude leven hebt afgelegd? Of houdt je nog een oud lijk op de been?
Prijs God dat de realiteit is, dat Zijn Geest, ons leven garandeert, vanwege wat Jezus deed.
41

Alles wat aan Eros (erotiek) gewijd is waarbij seksualiteit tot een kunst is verheven, draagt bij aan deze dood. Homofilie, sodomie, solosex.

42

(23e

ROMEINEN HOOFDSTUK 8
DOMEIN: VLEES

GEEST

avond)

Vers 9 11 samengevat schema

ik kom van het ene domein naar


het andere door keuzestapjes

vlees (sarx sarx)

vs.6 dood

vs.9 in de kracht van Zijn aanwezigheid leven

Iedere Christen heeft de Heilige Geest maar heeft de Heilige Geest ook iedere Christen? Of;
heeft Hij de controle? Leef in de kracht van Zijn aanwezigheid. Dat bepaalt jouw kleur.
Vers 11
De term indien (ei) heeft als betekenis sinds; sinds de Heilige Geest in u is
zal Hij ook u levend maken. Deze residentie, de bewoning van de Geest is continue. Het
staat tegenover de operationele dood van de genoemde gezindheid van het vlees in vers 6.
Het woord voor indien (ei) kent in het Grieks 4 voorwaardelijke, verschillende betekenissen:
1e indien (als); terwijl het ook echt zo is
(ei) Strong 1487
2e indien (als); terwijl het juist helemaal niet zo is
(ean) Strong 1437
e
3 indien (misschien); het kan zo zijn, maar het kan ook van niet
(kai) Strong 1499
e
4 indien (maar); ik wilde wel dat het zo was, waarschijnlijk is het niet zo (kan) Strong 2579
Grieks is de meest expliciete taal ooit; wellicht is daarom het N.T. in het Grieks geschreven.
De laatste stap na volledige bevrijding en genezing is proclameren. Proclamatie is de uitroep
van: ik heb het diploma gehaald, eigenlijk is dat waar vers 11 over gaat. Gods proclamatie.
Dezelfde God die Jezus uit het graf heeft doen opstaan, zal ook jou verlossen van je lichaam
en je vlees met al zn moeiten en inspanningen. Dit vers is het antwoord op Rom.7:24.
Vers 12 17 Wij zijn het vlees, de levensroute van ons zelf niets verschuldigd (1Cor.10:13).
Zouden we wel in deze route blijven, dan verteld vers 13 ons, dat we in de operationele dood
van dode werken vastraken. Dit staat in de tegenwoordige tijd, het NU. Als ik dus door blijf
gaan om in het vlees te leven, sterf ik met mijn goede daden NU, afgescheiden van de rest
van je broeders en zusters. Het Grieks drukt uit dat het om een voortdurende gewoonte gaat
om zo te leven, met als gevolg een voortdurend stervende sterven.
Vers 14 beschrijft een volwassen zoon, geen onvolgroeid kind, maar een ontwikkelde zoon.
Deze zoon/dochter is bovendien geadopteerd, aangenomen en opgenomen in Gods familie.
Volgens Grieks Romeins recht kan een zoon alleen maar erven, als hij is aangenomen en
erkend is door de vader. Zelfs een bastaard kan aangenomen dus erkend zijn door de vader
en daardoor volledig aanspraak maken op zijn erfenis. Dit zoonschap kan niet meer worden
teruggedraaid. Dat is waar vers 15 over spreekt, vers 16 trilt het nog dieper vast in onze ziel.
Het Abba, Vader is een intieme uitdrukking, of een familiaire vorm waar ons woord Pappie
nog bijna het dichtste bijkomt. Het is een liefkozend woord en heel intiem. Hebreeuws kent
stamwoorden als tekens = sememes - shmainw (smaino). Dit zijn betekenisvolle
pakketjes taal. = Alef (ossenkop) = kracht, sterkte, leider, de rste. De Beth (tent, tipi) =
huis. Alef + Beth is de leider van het huis (vader). Zet daar de Heh (adem) in, dan krijg je

43

AHaB ahav = liefde (ba met geestletter: bha). De essentie van de Vader is inderdaad liefde
(Joh. 3:16).

44

(24 - 25e avond)

ROMEINEN HOOFDSTUK 8

Vers 17 gaat alles te boven. Volgens Grieks Romeins recht maakt het niet uit hoe en waar
je geboren bent, legaal of illegaal. De vader moet je eerst adopteren (ook als legale zoon) om
deelgenoot te worden van de erfenis. De strekking van onze erfenis is onbegrijpelijk 1Cor.2:9
overtreft alle verwachtingen. Zonder te kunnen doorgronden wat het betekent, belooft vers 17
ons het grote contrast tussen onze huidige situatie en wat we zullen zijn in Jezus glorie. Dit
grote contrast in tegenstellingen is het onderwerp, in het vatten van vaak onbegrijpelijk lijden.
HET GROTE RAADSEL WAAROM CHRISTENEN MOETEN LIJDEN
We hebben geen notie van de werkelijkheid waarin we leven, opgesloten in een stukje van
de eeuwigheid wat wij tijd noemen. Het materile is meer lege ruimte dan vaste stof en
bovendien maar zeer ten dele te kennen. Het zichtbare is ontstaan uit het onwaarneembare
vgl. met Hebr.11:3. Jezus heeft geleden en beloofde Zijn volgelingen hetzelfde in Joh. 16:33.
Er zijn twee grote denkfouten mogelijk: - geen verdrukkingen te verwachten
- angst voor verdrukking (1Cor.10:13)
We moeten leren kijken vanuit Gods perspectief: denk aan Job, zn 3 vrienden, Johannes de
Doper, Stefanus die gestenigd werd en Paulus (als betrokkene) met zijn doorn in het vlees.
Verder de eerste Christenen die martelaren (martyros) bloedgetuigen waren in de 1 e eeuw.
Kijken vanuit Gods perspectief start in Gen.1:1 waar de TIJD & RUIMTE beginnen en waar
MATERIE & ENERGIE door God in het bestaan worden geroepen. Zo ontstaat er een in stof
geprojecteerde (materile) simulatie vanuit een andere, echte, werkelijkheid. Materie kan niet
oneindig verkleind worden; dan houd het op te bestaan. Materie bestaat of wel, of niet. Dus is
het digitaal: 0 of 1, bestaand of niet bestaand. We leven dus in een digitale projectie van een
andere werkelijkheid.
God + de eeuwigheid bestonden volgens Gen.1:1 al voordat alles kwam, wat wij de stoffelijke
wereld noemen, zoals de wetenschappers bestuderen. Zij bestuderen een digitale projectie,
waar ze zelf ook deel van uit maken In deze digitale film, bestaat er zoiets als het lijden.
Paulus leert ons in woorden en zn daden, dat dit niet opweegt tegen onze verheerlijkte staat.
In woorden:
Vers 18 begint met een vaste zekerheid; logizomai logizomai ik ben er zeker van. Dit
woord heeft te maken met de realiteit. Als ik "logizomai" weet dat mijn rekening 5,bedraagt, staat er ook 5,- op. Anders bedrieg ik mezelf. Dit woord noemt de feiten, geen
veronderstellingen.
In daden: {Hebreeuws (minder expliciet) kent n uitdrukking voor woord+daad rbd DABAR}
2Cor.11:23-28. Zie voorts: 2Cor.4:7-11, 16-18 (in de eeuwigheid). Tenslotte: Hebr.11:32-40.
Minimaal 12 redenen waarom Christenen moeten lijden:
1
Om God te verheerlijken tegen de situatie in (Dan.3:16-18, 24-25)
2
Als maatregel tegen bekende zonde (Heb.12:5-11; Jac.4:17; Rom.14:23; 1Joh.1:9)
3
Ter voorkoming om in zonde te vallen (1Petr.4:1-2)
4
Bescherming tegen trots, Paulus doorn in het vlees (2Cor.12:7-10)
5
Versterken van ons geloof (1Petr.1:6-7)
6
Persoonlijke groei bevorderen (Rom.5:3-5)
7
Gehoorzaamheid en discipline leren (Hand.9:15-16; Phil.4:11-13)
8
Als uitrusting om anderen te kunnen troosten (2Cor.1:3-4)
9
Om de realiteit van Christus in ons bewijzen (2Cor.4:7-11)
10
Verdere geloofsontwikkeling en verdiepte voortgang (Jac.1:2-4)
11
Getuigenis voor de engelen (Job 1:8; Ef.3:8-11; 1Petr.1:12)
45

12

Ons perspectief op het leven verhogen (Gen.1:1 zie hierboven)

46

Vers 19 22 Romeinen 8 kent drie diepe verzuchtingen van intens verlangen of emotionele
pijn. Vers19 spreekt van reikhalzend verlangen (apokaradokia apokaradokia) als van ver
weg iets beschouwen. Hierin is het de schepping zelf, die kreunt onder diepe verzuchtingen.
In Gen. 3 is uitgelegd hoe dit komt, want de vloek op de ongehoorzaamheid van Adam, strekt
uit tot de aardbodem die om uwentwil is vervloekt, dus als gevolg van de val van de mens.
Diezelfde schepping ziet daarom in kreunend verlangen uit naar de verlossing van de mens.
Vers 22 beschrijft dit kreunen, of het om barensnood (sunwdinw sunodino) gaat in alle
delen van de schepping: een gezamenlijke smart hebben, samen bedroefd zijn, gezamenlijk
lijden.
God zal voorzien in het verlossen van de schepping, van de nutteloosheid, de slijtage en de
dood. Het natuurkundige feit dat alles tot chaos vervalt, zal ooit stoppen volgens vers 21.
Vers 23 25 De eerste vrucht of aanwijzing dat God, de chaos zal stoppen is de gave van de
Heilige Geest die wij ontvangen hebben. Dit bevestigt vers 15 en 17 in vers 23, waar er weer
wordt gesproken over kreunen. Zuchten bij onszelf (stenazw stenazo) is het tweede
kreunen. Een weeklagen in oosterse stijl, huilen op een gewijde, of liturgische wijze; tranen
storten, stil huilen; formele uitdrukking geven aan verdriet, een klaagzang zingen; hoorbaar
huilen, zoals een kind; mondelinge uitdrukking geven aan verdriet, bejammeren; verdriet tot
uitdrukking brengen met meer of minder uitgesproken geluiden, kreunen.
Het woord hoop vs.24 (elpiv elpis) heeft in het Grieks een heel andere betekenis dan bij ons.
De vraag: Heb je het gas uitgedaan kun je beantwoorden met ik weet het zeker of ik hoop
het. In het Grieks is dit ik hoop het een sterker zeker weten dan ons: ik weet het zeker.
Wie de sterkste hoopvolle zekerheid heeft (vers 25), zal het meest stabiel zijn onder druk. Dit
komt omdat de visie op de werkelijkheid van God alles overstijgt. Zie hiervoor 2Cor. 4:16-18.
Vers 26 27 Hier komt het onvoorstelbare en derde kreunen aan bod. Dit wordt niet gedaan
door de schepping of onszelf, maar hoogst persoonlijk door de Heilige Geest zelf. Het gaat
hier niet over bidden in tongen, want het kn niet geuit worden; het is immers onuitsprekelijk.
De Geest zelf bidt voor ons, en wel z dat de Vader dit begrijpt (vers 27). Voor ons gaat dit
alle begrip te boven in (stenagmov stenagmos) gebed. Dit woord is verwant aan steno het
schrift dat in korte vorm notities maakt. Het betekent: nauw, krap of eng; een claustrofobische
uitdrukking van in problemen zitten. Daarbij geldt ook nog weer een ongedeerd stand houden
zonder enige twijfel, en ten overstaan van een rechter of een hogepriesterlijke raad. Het is de
bijstand van sterke hulp (vs.26) die mede z`n schouders onder de last van een zwakkere zet.
Bovendien is deze hulp onophoudelijk. Het te hulp komen staat in t. tijd; blijft altijd helpen
staat er in vers 26. Wat een voorbeeld van bidden naar Gods wil in voorbede! Daarnaast zien
we (vers 34) hoe dit dezelfde route is van hoe Jezus continue voorbede doet voor gelovigen,
voor het aangezicht van God. Zie hiervoor Heb.7:25.
Jezus` pleiten in Getsemane, z`n zweten van bloed,
zijn hijgend en snuivend kreunen tot zijn Vader
dat alles was slechts een stoffelijk voorproefje
van het niet te bevatten worstelen van de Geest.
Worstelen voor jouw en mijn eeuwige bestemming.
De prijs die op het spel staat in deze voorbede,
kan ons verstand gewoon niet eens beseffen.
Onze woorden kunnen het niet beschrijven.

47

Deze verzuchtingen zijn onuitsprekelijk. Van een


andere realiteit: Gods realiteit, Zijn werkelijkheid.

48

(27e

ROMEINEN HOOFDSTUK 8

avond)

Vers 28 39 Gaat over de garantie die God geeft om degenen die Hij geroepen heeft heilig
te maken. Het is de wijding, de consecratie, van een Christen. God is de oorzaak en bron
van deze heiligmaking; wij kunnen dat onmogelijk zelf voor elkaar krijgen.
Ons eerste begin ontstaat uit 1 eicel en 1 zaadcel, die samen de (digitale) DNA code dragen
om te groeien. Die cel deelt zich door exacte kopien te maken van zichzelf, middels mitose.
2 cellen worden er 4, 4 worden 8, dan 16 en zo worden exacte kopien gemaakt. Alleen, als
dit doorgaat, ontstaat er langzaam een donkere lijn. Deze lijn wordt een ruggengraat. Dus het
proces maakt opeens geen exacte kopien, maar specialisaties, weefsels. Botweefsel, bloed
en zenuwweefsels en alles wat er nodig is zodat er weer organen uit voort komen.
Stel, dat we allemaal dezelfde verzameling muziekinstrumenten hebben, waarop we ook n
voor n evengoed kunnen spelen. Dan krijgen we elk het muziekstuk voor een symfonie en
we gaan tegelijk de muziek maken. Iedereen heeft exact dezelfde uitrusting en informatie. Is
er dan ook een symfonie te horen? Nee, er is een regelaar van buitenaf nodig, iemand die
aanwijst wie er welk instrument speelt en wanneer, hoelang, hoe luid enz.
Zo kunnen ook cellen, die allen gelijke informatie bevatten, zichzelf niet organiseren tot een
werkbaar geheel. Er is een ontwerp van buitenaf nodig, iemand die dat organiseert, regelt en
aanwijst wat elke cel moet doen ten opzichte van elke andere. Er zijn dokters die er daarom
in geloven, dat God betrokken is, in iedere individuele celdeling die plaatsvindt in het proces
van leven. (molecuul

DNA code

mitose / celdeling
microscoop)

Niet n cel van mijn lichaam kan zonder organiserende intelligentie van buitenaf, bestaan.
Laat staan dat mijn volledige leven er zonder God zou kunnen zijn. En mijn levensroute? Hij
heeft mij geroepen, dat is tegelijk de garantie dat mijn bestemming is vastgelegd, in Zijn plan.
Vers 28 30 De drie belangrijkste woorden zijn: wij weten nu. In plaats van dat het doel van
heiliging hopeloos zou zijn (omdat k het niet kan), blijkt het nu een zekerheid. Vanaf roeping
tot en met verheerlijking is het niet ns werk, maar Gods werk. Mijn heiligmaking is dus Zijn
probleem. Hoewel ik zelf daarin zeker verantwoordelijkheid heb (Rom. 8:12). Geroepen zijn
is veel meer dan alleen de uitnodiging om Jezus te ontvangen. Het is ontboden worden of
op het matje geroepen worden om overgeleverd te worden aan Gods reddingsplan (vs.30).
De uitspraak van Jozef in Gen. 50:20 is een sterk voorbeeld van een man die ontboden werd
om Gods reddingsplan te volvoeren. En, hij nam zijn verantwoordelijkheid.
De basis van onze zekerheid ligt in God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. De
basis ligt niet in ons geloof, of wat wij doen: God zorgt voor de wedergeboorte en ik kan niet
meer on-wederomgeboren worden. Gods voornemen is alles bepalend, niet mijn werken of
ze nu goed zijn of slecht. Lees Joh. 6:39! en Joh. 10:27-29! niemand plukt jou ooit weg. Als
dat wel zou kunnen zou die persoon machtiger dan God zijn. Ben je zelf soms machtiger dan
God? Alleen dan kun je jouw eeuwige bestemming verknoeien. Vers 29 30 bevat een
gouden ketting van handelingen die God al verricht vanaf de tijd dat Hij ons vormeloos begin
zag (Ps.139:16). Spurgeon grapte erover: God koos me voordat ik was geboren. Dat is maar
goed ook, als Hij moest kiezen zoals ik nu ben, zou God Zich misschien nog wel bedenken.
De gouden ketting (29-30): voorkennis; predestinatie; roepen; rechtvaardigen; verheerlijken.

49

Vers 31 39 De eindconclusies zijn duidelijk en er is geen speld tussen te krijgen dat God,
de drie-enige, ons volkomen behouden zal. Ook tegen de redenen en aanklachten van de
wereld, de duivel, onszelf of welke andere macht je ook zou kunnen bedenken. Op een rijtje:
De basis van onze zekerheid ligt in God de Vader:
Zijn soevereine doel (Ef.1:11-12) bevestigd in een eed (Heb.6:17-20)
Zijn belofte (Gen.15:6; Joh.3:16; Hand.16:33; Rom.4:23-24) wie gelooft is gered
Zijn oneindige kracht (Joh.6:39; 10:27-29)
Zijn Goddelijke liefde (Rom.5:6-10)
Zijn antwoord op Jezus gebeden (Joh.17)
De basis van onze zekerheid ligt in God de Zoon:
Zijn plaatsvervangend sterven (Col.2:14; Joh.19:30; Heb.9:12; 10:12, 14)
Zijn plaatsvervangend leven (Rom.5:9-10, 19; 10:4; Col.2:10)
Zijn bediening in voorbede (1Joh.2:1-2; Heb.7:23-25; 9:24)
De basis van onze zekerheid ligt in God de Heilige Geest:
Zijn bediening van hersteld leven (Titus 3:5; 2Cor.5:17; Ef.2:10)
Zijn bediening van doop (Rom.6:3, 8-11; 1Cor.12:13)
Zijn bediening van verzegeling (2Cor.1:22; Ef.1:13-14; 4:30)
Zijn bediening van voorbede naast ons (Rom.8:23, 26)

ROMEINEN HOOFDSTUK 8

CONCLUSIE NABESPREKING

(28e

avond)

____________________________________
Vers 1 begint met een van de grootste verzekeringen die je kunt krijgen: gn veroordeling
voor hen die Christen zijn. Geen enkele bron, reden of wezen kan mij ooit in de hel brengen
als ik door God geroepen ben. Dit is waar het hoofdstuk ook mee eindigt in vers 35 39, dat
de lofzang op de overwinning daarmee afsluit; van geen veroordeling, tot geen afscheiding.
In deze hele levensroute mag ik groei en verandering in mijn vlees laten zien, door de kracht
die de Heilige Geest mij leert toepassen. Hij pleit voor mij, zoals ook Jezus zelf, voor mij pleit
bij de Vader. Mijn zekerheid is verankerd in de drie-enige God, niet in mijzelf of mijn daden.
Het feit dat ik een door God geroepene ben, zal in mijn leven zichtbaar maken, dat ik van het
domein van het vlees doorgroei in het domein van de Geest. Dit gaat gepaard aan lijden, wat
mij niet afschrikt maar veeleer bewijst dat ik werkelijk uitverkoren ben door de Here zelf. Het
leven op aarde is kostbaar, maar tegelijk ook slechts een schaduw van een veel hoger goed.
Heel de schepping zucht en steunt, zoals ook wijzelf en de Geest kreunen voor God. In onze
levensgang is de onzichtbare geestelijke wereld diep betrokken: hoe zou ik niet veranderen?

50

SAMENVATTING VAN HOOFDSTUK 8


____________________________________

(28e avond)

1. Thema van het hoofdstuk


Christenen tot hun bestemming brengen door de kracht van de Heilige Geest hier en nu.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
2. Meest belangrijke vers
Vers 28
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
3. Meest opvallende of voornaamste woord
Vlees en Geest
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
4. Lering over Jezus Christus
Jezus continue voorbede brengt gelovigen tot hun bestemming, zonder veroordeling, straks.
(vers 34; 38-39)_____________________________________________________________
__________________________________________________________________________
5. Gebod om te volgen
We moeten Jezus gaan toebehoren en vrucht dragen voor God (vers 4)
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
6. Belofte om te innen
Jezus zal mij mede erfgenaam laten zijn (vers 17)
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
7. Geleerde waarheid
Het is de Christen onmogelijk gemaakt, veroordeeld of ooit van God afgescheiden te worden.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
8. Notities
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________

51

ROMEINEN HOOFDSTUK 9
____________________________________

(28e

avond)

In de Schrift vinden we meerdere keren eenheden van drie hoofdstukken als centraal thema,
van een belangrijk onderwerp. Voorbeelden zijn: de Bergrede in Matth. 5 7; Gaven van de
Geest in 1Cor. 12 14; de Wederkomst in Zach. 12 14. Zo is ook Rom. 9 11 een Trias.
Pak Gen. 12 tot Hand. 2 tussen twee vingers hierin staat n onderwerp: de natie Isral.
De meeste delen van de Bijbel bestuderen we devoot of vroom, nederig toegewijd. Dit deel
van Romeinen zal meer leerstellig of doctrinaal bestudeerd moeten worden.
In hoofdstuk 8 hebben we bewezen gezien dat God degene is die roept en zich NIETS laat
ontfutselen van Zijn voorgenomen plannen. Niets en niemand valt uit Zijn hand, Matth. 10:29
spreekt over hoe zelfs geen musje ter aarde valt, zonder dat de Vader in de hemel dit weet.
Hoe is het dan mogelijk dat de natie Isral ooit uit Zijn hand geroofd zou worden? Zij hebben
Gods voorkeur gekregen en een onvoorwaardelijk verbond in Abraham bevestigde dit zelfs.
Het probleem wordt opgepakt vanaf Rom. 3:1-3. Hun zijn de woorden Gods toevertrouwd
er is dus ook nog de vraag hoe de Heidenen zich verhouden tot de Joden. Wat is het nut van
besnijden? Deze zelfde vraag lag ook al in Hand. 15. Vers 6 bespreekt dit en Petrus roept in
vers 11 uit hoe de Jood door Jezus behouden zal worden net als de heiden! Zie hierin ook de
unieke omdraaiing van de redenering door Petrus, dat niet de heiden behouden wordt als de
Joden, maar de Jood (wij) behouden zal worden als de heiden (zij).
Vervolgens verhalen Paulus en Barnabas hoe God wonderen deed onder de heidenen nota
bene. Jacobus legt uit hoe Simon uiteen heeft gezet hoe God eerst de heidenen bezocht, om
daar een volk (enkelvoud natie=Isral) uit te roepen en dan weder te keren (vs.16). Weder
keren na wat? Nadat God een volk heeft gekozen vanuit de heidenen. De heidenen (volken
in meervoud) zijn hierin het voorwerp van Gods handelen. Daar vanuit kiest God Zijn volk. Je
zou Isral als de ware volksvertegenwoordiging kunnen beschouwen. Er blijven twee vragen:
- Moet ik Jood worden om gered te zijn? (Nee, volgens Handelingen 15 juist helemaal niet)
- Waar ben ik dan als Jood mee bezig? Besneden en wel? (God is nog niet klaar Rom. 3:1-3)
Hoofdstuk 9-10-11 van Romeinen is Gods grote bewijs aan de heidenen, dat Hij zijn beloften
volkomen waarmaakt. Het centrale thema is: dat God doet wat Hij zegt, en zegt wat Hij doet.
Hiervoor gebruikt Hij Isral om dat te staven.
Denk erom: vs 1 is gekoppeld aan Rom. 8:37-39 en kan als EINDCONLUSIE hiervan gelden!
Vers 1 5 Hier spreekt Paulus als de wel meest geschoolde intellectueel van de eerste
gemeente; Hebreeuws opgevoed door Gamalil, Grieks geschoold, met een Joods hart.
Deze verzen laten een emotionele en diep betrokken Paulus zien die weet waar hij over
spreekt. Wie gaat zo ver, dat hij zn eigen hachje inlevert voor zn volksgenoten of buren?
Paulus hart lag bij de Joden, zijn evangelie bij de heidenen.
Zijn pogingen om via Jeruzalem voor zijn broeders te prediken liep op een grote ramp uit.
Paulus bestemming lag in de evangelieprediking onder de heidenen. Nergens anders wilde
God hem op die wijze gebruiken. Maar verzen 1 2 laten zien waar de liefde van zn hart lag.
De uitspraak in vers 3 is pittig. )* Gelukkig is de Griekse taalvorm hier een zeer zeldzame en
bijzondere. Het drukt een wens uit van iets wat absoluut onmogelijk is. Bovendien bewijst dit
het vaststaande feit van het tegenovergestelde. Daarmee zegt vers 3 feitelijk: ik zal nooit en
te nimmer gescheiden kunnen worden van Christus. Een getuigenis van eeuwige zekerheid.
Deze krachtige vorm komt nog slechts een keer voor in de Bijbel; Mozes in Exodus 32:30-32.
*

Ik zou wensen: imperfectum (tijd)(doorgaande actie in het verleden); optativus (stijl)(drukt wenselijkheid uit, hier als sterke tegenstelling)

52

Omdat Rom. 9-10-11 vooral over Isral gaan, is van belang iets te weten van de verbonden
en de tegenhanger van de verbondsleer: het dispensationalisme ofwel de bedelingenleer.
Wat zijn nu gezien vanuit Romeinen 9:4 en 5 de 10 zegeningen / voordelen van de Jood:
1 Ontvingen de woorden van God (Rom.3:1-2) verder blijkens Rom.9 vers 4 en 5:
2 Worden Isralieten genoemd = Prinsen van God (Gen.32:38)
3 Zijn geadopteerd als zonen (Deut.7:6-9)
4 Hebben de Heerlijkheid (Shechinah Ex.24:16-17; 29:43; 40:34-38)
5 Hebben de verbonden, staat in t. tijd (Gen.12:2-3 7x Ik zal)(430 jaar vr de Wet)
6 Ontvingen de Wetgeving (Gal.3:17-18)
7 Zijn bestemd voor de eredienst (Hag.2:2-9 het Tempelverbond)
8 Hebben speciale beloften van God (eigen oorsprong; bediening; toekomst)
9 Zijn de vaderen van het geloof (Patriarchen Hebr.11:17-38)
10 De Messias komt uit hen voort (Micha 5:1 En gij Bethlehem Efrata )
God heeft een verbond met mensen gesloten, om hen te redden van de zonde en de dood.
Er zijn voorwaardelijke verbonden en onvoorwaardelijke. Het bekendste verbond is wellicht
Gods verbond met Abraham. De bijzonderheden daarvan zijn:
God sneed op Chaldeeuwse wijze een verbond met Abraham niet Isral (Gen.15:17)
als rokende oven + fakkel te zien. Als de metaalsmid oven in 1Petr. 1:7 wanneer is
alle onzuiverheid weg? Als de smid zn eigen reflectie in het metaal weerspiegeld ziet!
Gods verbond werd gesloten vr de 'wet' (430 jaar) (Galaten 3:17,18).
Gods verbond werd gesloten vr de besnijdenis ( Romeinen 4:10).
Gods verbond was universeel; dus voor hl de schepping (Gen. 12:3 en 17:4; Rom.
4:16.17; Galaten 3:8, 26-29).
Isral was bestemd om een zegen voor de wereld te zijn, maar ze zijn hier helaas niet
aan toegekomen (Romeinen 9:31,32 en 10:21). Isral verbrak daardoor het verbond.
Een gelovige rest wordt ingevoegd in het Isral Gods: de Gemeente (Galaten 6:16).
Het nieuwe verbond is gesloten met gelovige Joden en gelovige heidenen (Jer. 31:3134; Mat.26:28) - (Rom.2:28,29; Gal.3:6-9,28,29; Fil.3:3; Jak.1:1; 1Petr.1:1; Ef.2:11-19).
Het nieuwe verbond heeft het oude vervangen (Hebreen 7:18; 8:6-13; 10:9).
Van de 7 (meestal geaccepteerde) verbonden is enkel het Mozasch verbond voorwaardelijk,
de andere zijn onvoorwaardelijk. We kennen dan het zogenaamde:
Adamitsch verbond
(Gen. 3:14-19)
Noachitisch verbond
(Gen. 8:20-9:27)
En nog het: Tempelverbond (Hag.2:2-9)
Abrahamitisch verbond
(Gen. 12:1-3)
Mozasch verbond
(Ex. 19-30)
sommigen spreken van 2 verbonden:
Palestijns verbond
(Deut. 30:1-9)
Oude en Nieuwe Testament. Weer
Davidisch verbond
(2Sam. 7:5-29)
anderen spreken van 4 of 5 verbonden:
Nieuwe verbond
(Hebr. 8:6-13)
Abraham Palestijns David Nieuw
Je kunt ook spreken van 1 Gods verbond, waarin steeds andere aspecten naar voren komen.
Immers, God kan niet veranderen, is altijd compleet maar kan wel met nadruk herbevestigen.
Tegenbeeld van de verbondsleer is de bedelingenleer, die tot gevaarlijke dwaling kan leiden.
De bedelingen worden gezien als (zeven) tijdperken, waarin de Heer de mensheid op aparte
manier op de proef stelt met betrekking tot hun zonde en verantwoordelijkheid. We kennen:
De bedeling van Onschuld (Gen. 1:26-29)
De bedeling van het Geweten (Gen. 3:22)
andere termen zijn hierbij
De bedeling van de Menselijke regering (Gen. 7:1; Hebr. 11:7)
ook nog mogelijk zoals: de
De bedeling van de Belofte (Gen. 12:1-3; 13:14-17; 15:5)
bedeling van de gemeente
De bedeling van de Wet (Ex. 19:1-4)
kerk of van apostelen enz.

53

De bedeling van de Genade (Matth. 18:11; Rom. 3:19, 23)


De bedeling van het Messiaanse Koninkrijk (Hand. 15:14-17; Jes. 2:1-4; Op. 19:11,21; 20:16; Jes. 11). Hierna komt de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Op. 20:3, 7-15; 21 en 22).

54

(30e - 31e avond)

ROMEINEN HOOFDSTUK 9

Dispensationalisme of bedelingenleer:
In Nederland is deze leer vooral door de Vergadering van Gelovigen in zwang gekomen. Ook
via het Zoeklicht, de Morgenrood studies en uitgeverij Medema. Het is een Geest dodende
en creativiteit uitblussende leer. Op kunstmatige manier stampt het onze geschiedenis in een
soort Excel werkblad. God werkt niet met logische schemas. God werkt met geloof. Dat wil
zeggen, dat we moeten leren vertrouwen op Hem, i.p.v. onze eigen verstandelijke inzichten.
De bedelingenleer strikt genomen:
We leven nu in de bedeling van de Gemeente, daarom zijn bijvoorbeeld de woorden van de
bergrede niet voor ons bedoeld om naar te leven (die waren voor de Joden) noch de gaven
van de Heilige Geest (die waren alleen voor de apostelen). Ook alle sociale betrokkenheid of
bezorgdheid voor het milieu kan worden verketterd want dan willen we het duizendjarig rijk
nu al. Zelfs het Onze Vader is volgens dit schema niet voor de Christenen. Spreken in tongen
is eveneens niet voor ons nu: een Pinkster Christen kan nooit de bedelingenleer accepteren.
In het Ultra- dispensationalisme zijn alleen Paulus gevangenisbrieven voor de NT Gemeente.
In een schematisch overzicht:

Het betreft de enige systematische theologie die op elke vraag een antwoord heeft. Verder is
Isral uit het verbond gestoten en vervangen door de NT kerk. Dit leidt tot antisemitisme wat
gecompenseerd wordt door dweperig omgaan met Isral. De noodzaak van Isral wegnemen
heeft in WO-2 geleid tot de Holocaust waar 1 op de 3 Joden vermoord is. In een volgende
catastrofe zullen 2 van de 3 Joden sterven, volgens Zach.13:8.
Vers 6 13 De boodschap vanuit het Grieks is als volgt: vs6 niets van Gods Woord zal ooit
vervallen (ook al lijkt dit soms wel zo) niet alles wat uit Isral komt in naam is ook Isral
in Geestelijk opzicht; vs7 natuurlijke nazaten zijn nog geen geloofskinderen, in Isaak ben je
kind van de belofte/geloof. vs8 D.w.z. al wat uit het vlees ontstaat, ontspringt nog niet uit de
wil van God: maar wat ontstaat uit het geloof geldt als nazaat.
Het woord voor nazaat is hier 3x gebruikt, er staat letterlijk: sperma (sperma) zaad.
Het woord voor kinderen (hier 4x gebruikt) is het onpersoonlijke : teknon (teknon) een telg.
Pas in vs9 wordt er gesproken van een zoon : huios (uiov) Sara ontvangt Isaak let op:
Ismal is een telg, maar geen erfgenaam waarop de adoptie geldt (zie boven bij Rom. 8:17
blz. 37): Zoals beloofd zal Ik komen zodat Sara een zoon heeft (na veel pogingen en lang
wachten). Vs10 En dat niet alleen, bij Rebekka zal het (gebed) met n keer (verhoord) zijn
(zodat) Isaak vader is van ons (gelovigen).
Isaak was 40 jaar oud toen hij trouwde met Rebekka (Gen.25:20).
Vs11 Zoals God gekozen heeft te doen van te vorenniet volgens (menselijke) daden maar
volgens Zijn roeping. Vs12-13 De grotere zal de mindere dienen, zoals opgetekend staat:
Jacob heb ik liefgehad maar Esau gehaat (misew miseo) dit is zelfs actief en altijd blijvend.
De twee rivalen waren nog niet eens geboren, maar in de moederschoot botsten ze al tegen
elkaar. God kent het einde al voor het begin van alle dingen (Jes. 46:10). Zoals een moeder
die haar kinderen kent, of een manager die karakters gebruikt en inzet op diverse zaken.
55

Paulus citeert in vs11 de tekst van Maleachi 1:2 5 (eerst lezen) dit liegt er bepaald niet om.
Vraag: God is Liefde, hoe zit het dan met de hartgrondige (aor.) haat tegen Esau? Waar is de
liefde hierin dan? De kwestie is dat dit niet aan God ligt, maar aan Zijn voorwetenschap.
Er s keus. Toch zijn we in het verklaren hiervan ook wel weer bezig om God te verdedigen.
De ruigpoot Esau (harige), staat tegenover zijn broer Jacob (hielenlichter; hij die verdringt).
Het land dat Esau zich verwerft is Edom (rood). Dit staat ten alle tijden tegenover Isral en zit
altijd dwars. In Numeri 20 staat hoe ze Isral weigerden doorgang te verlenen na de vlucht
uit Egypte. Later is dit gebied bekend als Idumea, waar de Herodussen vandaan komen ten
tijde van Jezus. Deze pachters waren de stromannen van de Romeinen, heersend over de
Joden. Het sanhedrin had geen regeermacht, ze konden zelf niet de doodstraf uitspreken in
het proces tegen Jezus.
Toen de wijze magirs uit het oosten vroegen aan Herodus (Idumer) de niet-Jood: waar is
de KONING van Isral? was dit een sneer naar het corrupte regeerambt: van deze stroman.
Vraag: Judas is gekozen door Jezus en zal hem verraden, wie is er dan verantwoordelijk?
Wederom gaat het om Gods inzichten, over de vrije keuze, die Judas zelf nog zal nemen.
DE VERHOUDING TOT GOD
WET RECHT AANSPRAAK

GENADE GELOOF BELOFTE

Elizer
Ismal
Esau

Abraham
Isaak
Jacob

Joden
Als basis goede werken en inspanningen
Religie

Christenen
Als basis de vertrouwelijke omgang
Relatie

In dit schema staan twee typologien tegenover elkaar. De daarin genoemde personen staan
profetisch voor verschillende principes. Met Isral wordt in de Bijbel de natie of politieke staat
Isral bedoeld. Deze term staat 75x in het NT in 73 verzen. Geestelijk gesproken is diegene
Israliet die het geloof van Abraham bezit; d.w.z. vertrouwen zoals ook Abraham vertrouwde.
Ten tijde van Abraham bestond er nog geen Isral, daarom kan Isral zelf nooit de basis zijn
van onze relatie met God. Het gaat terug op Abraham als persoon. Zie hiervoor Gal.3:28-29.
Vaak wordt de tekst van Gal.6:15-16 aangehaald als bewijs dat de kerk het nieuwe Isral is.
Dit berust op onjuist vertalen uit het Grieks. Isral en de kerk zijn nooit n of dezelfde in de
Bijbel. Gal.6:16 gebruikt het woordje en tussen Isral en de kerk. Hiermee staan ze beiden
in Gods plan en zijn tegelijk onderscheiden. De kwaliteit van je waarneming hangt af van het
oplossend vermogen (2Tim.2:15 De Schrift juist onderscheiden recht snijden) in hoe je kijkt.
Soms worden nieuwe sterren of planeten ontdekt, doordat er twee eerst samen op n ster
leken. Door betere kijkers met hoger oplossend vermogen, onderscheidt men er dan twee.

Vers 12 13 Doordat ons oplossend vermogen is toegenomen omdat God meer en meer
openbaring schenkt, hoeven we niet meer dezelfde strijd te voeren als in 1600 over de vrije
wil van de mens en het uitverkoren zijn of van te voren bestemd zijn tot de hemel of de hel.
56

Vers 13
Zoals opgetekend staat: Jacob heb ik liefgehad, maar Esau gehaat. Door met
louter menselijke waarden te kijken naar deze teksten, kunnen we onze vraagtekens zetten
bij de bedoelingen van God. Hij staat echter bezijden de menselijke geschiedenis, maar kent
het volledige verloop hiervan. God is zo totaal anders dat we Hem niet kunnen begrijpen. Er
blijft slechts over dat we Hem op Zijn Woord leren te vertrouwen.
Vers 14 16 Dat God zo anders is dan wij, blijkt al uit het feit dat we moeite hebben met Zijn
vrije beschikking over ons. Wij hebben de controle niet en kunnen niet over Hem beschikken.
De oerzonde van de mens heeft te maken met het onafhankelijk willen zijn. Tucht, gezag en
discipline vinden we tegenwoordig meer dan ooit benauwend en beperkend. Een God die
Zijn eigen zin doet en die we niet met een wierookstaafje kunnen temmen, vinden we te eng.
Letterlijk:
Had je nog wat? nee, naast God kan geen ongerechtigheid groeien
(ginomai): dit is hetzelfde stamwoord als Genesis wat ontstaan of geboorte betekent. Want
Hij zegt tot Mozes: Ik zal altijd genadig zijn voor wie Ik genadig ben. En Ik zal betreuren wie
Ik betreur. Dit vers laat zien dat God genegen is Zijn voornemen te openbaren aan Zijn
vertrouwelingen (Mozes). Dus het ligt niet aan iemands wil of inspanningen, maar aan Gods
genade.
Dus als er in je leven nou toch ongerechtigheid (in welke vorm ook) groeit, waar is God dan?
En wie moeite met Zijn verkiezend voornemen heeft, welke geest legt daarin dan de basis?
Vers 17 18 Dit herhaald in andere woorden het bewijs dat God alles in de geschiedenis van
de mens in Zijn hand heeft. Daarbij ontfermt God Zich over wie Hij maar wil, of Hij verhardt
Wie Hij wil. God zal hoe dan ook tot Zijn doel komen in de geschiedenis, gebruikmakend van
zowel Zijn voorstanders als tegenstanders (waar slaapt de gorilla in het bos? waar hij dit wil).
Het doel van alle geschiedenis vinden we in de tekst van Matth.23:37 39. Ook zien we hier
de tragedie van alle menselijke geschiedenis en de uiteindelijke overwinning ervan.
- Doel
: bijeenbrengen (God verzameld de Zijnen)
- Tragedie
: en gij hebt niet gewild (Verwerping van Jezus)
- Overwinning : gezegend Hij die komt in de Naam des Heren
Het woord voor klagen vs.19 is memfomai (memfomai) dit betekent ook: afkeuren, verwijten
of uitschelden. Als God Zijn wil voltrekt, is onze zonde dan ook niet in Zijn plan opgenomen?
En waarom zou Hij in dat geval nog bezwaren hebben. Zulke redeneringen over Gods
handelen door mensen verricht, plaatst hen op gelijke hoogte, zoals Satan zich met zijn
redeneringen ook op de hoogte van God wenste te plaatsen. Maar het is God, die de vrijheid
van handelen heeft en niet wij Vers 20 23 onderschrijven Gods vrijheid, niet de onze. We
zijn ongelijk. De moeite van de moderne mens is het accepteren van orde, gezag, autoriteit
en van tucht.
Daaruit stamt de grote moeite met vers 22. Het lijkt erop dat God mensen schpt om de hel
te vullen, mensen in het leven roept ter vernietiging! Dit wordt wel de dubbele predestinatie
genoemd. Het doorgronden van dit mysterie zit in het begrip van de Griekse grammatica: er
is een actieve vorm (waar je zelf iets doet) en een passieve vorm (waarin jou iets overkomt).
In het Grieks bestaat daar nog iets tussenin.
God gebruikt Zijn toorn op vaten die uit henzelf daarvoor geschikt zijn gemaakt. Is jouw stijl
van leven geschikt voor God om er Zijn toorn op te richten? Dan ben je een vat voor de hel.
In zon staat kun je nooit zeggen: kijk eens wat mij overkomt wat je overkomt heb je zelf
bereid in jouw leven (dit heet de mediale vorm). Je bent het medium waar het verderf in huist.
God maakt alleen maar gebruik van de situatie die je zelf hebt laten ontstaan. M.a.w. Satan
kan alleen handelen op basis van wat jij hem geeft. Je kunt God nergens schuld van geven,
57

je kunt zelfs Satan niet de schuld geven: hij handelt naar zijn eigen aard en bestemming.
De verantwoordelijkheid van de mens mogen we niet verwarren, met het handelen van God.

58

Ondertussen gaat Gods handelen wel verder met diegenen die tot Zijn heerlijkheid geroepen
zijn. Het onderwerp van Gods heilshandelingen zijn het nazaat van Abraham (de gelovigen).
De rest wordt als noodzakelijk kwaad illustratief ingezet voor de geredde kinderen van God.
Pas dit principe eens toe op de hele Midden-Oosten problematiek het gaat God om Isral.
Zijn mensen dan pionnen op het wereld schaakspel?
Nee, veel erger we zijn persoonlijk verantwoordelijk
als pionnen op een Goddelijk ondoorgrondelijk spel is
een mens niet verantwoordelijk maar nu dus juist wel.
Farao was door God gemaakt en zelf verantwoordelijk.
Hitler was door God gemaakt en zelf verantwoordelijk.
De antichrist, valse profeet, Satan, demonen zijn door God gemaakt en zelf verantwoordelijk.
Op de achtergrond van dit alles ligt Joh.3:18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie
niet gelooft is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren
Zoon van God. Onze reactie op Gods uitnodiging tot redding is de uitkomst van de puzzel.
Als je wilt weten of gered bent kijk dan naar je reactie op God. Dan is je bestemming bekend.
Vers 24 27 Hierin wordt duidelijk dat het God te doen is om uit alle volkeren Zijn eigen volk
samen te stellen als gelovig zaad van Abraham. Zie Hosea 2:22 en 1Petr.2:9-10 bij vers 25.
Opmerkelijk is dat Gods Woord menigmaal spreekt over een rest die behouden zal worden.
Wanneer bij ons de gedachte heerst van een overvloed aan mensen die behouden worden
uit allerlei catastrofes, dan vindt dat in de Bijbel nauwelijks grond. De nauwe weg en enge
poort worden door weinigen gekozen. In Noach zijn tijd leefden enkele miljarden mensen op
de wereld. Acht werden er behouden. Dit getal staat toch in geen enkele verhouding voor ons
gevoel. Toch kiest God vaak slechts een handvol mensen om mee verder te gaan.
Vers 28 29 Een vonnis wordt snel voltrokken. Denk aan de vloed; Sodom en Gomorra; de
Kananieten en tenslotte de dag des Heren die allemaal als een snel verderf, er ineens zijn.
Het enige wat God tegenhoudt om Isral en de naties die Isral tot zegen zijn gelijk te maken
aan Sodom en Gomorra is Zijn genade. Als we onze moraal, door Gods ogen bekijken is het
een waarachtig wonder dat we niet uitgeroeid zijn.
Vers 30 33 De kern van alle religies ter wereld draait om de grote inspanningen en ascese
van de mens die daarmee heil, goed Karma, balans, verlossing, inzicht of overvloed verdient.
De enige omgang met God op de basis van gekregen (onverdiende) genade is Christendom.
Het gaat om de relatie, niet de religie. Zie ook het schema van blz. 47 hierboven.
Religie maakt de relatie dood. Vers 32 laat zien dat Isral zich daarom zo diep in fikken heeft
gesneden. Het Judasme heeft zichzelf grondig moeten herzien ze hebben hun Messias
verworpen. De Thora leert in Leviticus dat er zonder bloedvergieten geen vergeving bestaat.
Maar er is geen tempel meer, geen altaar dus. Waar moet het Judasme dan met de zonde
nog heen? WEGREDENEREN met het logisch verstand is de gekozen uitweg hiervoor.
Dat is een van de redenen dat er zoveel genien met wereldveranderende gedachten komen
opdoemen uit het Joodse volk. Psychiaters, filosofen, grote wetenschappers op elk denkbaar
terrein, komen voort uit het Joodse erfgoed. Zelfs magirs, occultisten en parapsychologen
zijn sterk vertegenwoordigd, doordat men de ware God, Zijn Geest en Zijn Messias massaal
verloochend hebben. Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u

59

gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens
onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild. Vers 33 sluit af met een keuze.

60

SAMENVATTING VAN HOOFDSTUK 9


____________________________________

(34e

avond)

1. Thema van het hoofdstuk


Isral in het verleden.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
2. Meest belangrijke vers
Vers 31 i.v.m. de connectie naar Israls probleem.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
3. Meest opvallende of voornaamste woord
Ontfermen (eleew eleeo) een werkwoord dat medelijden en barmhartigheid uitdrukt.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
4. Lering over Jezus Christus
Hij is voor Isral een steen des aanstoots (vers 32 b en 33a ).
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
5. Gebod om te volgen
Bouw je geloof niet op daden en doctrines maar op de persoon van Jezus. Dan volgen al je
daden vanzelf en zullen je doctrines en geloofsovertuigingen in overeenstemming met Hem
zijn (zie vers 33b ).
__________________________________________________________________________
6. Belofte om te innen
Er zal een rest behouden worden (vers 27).
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
7. Geleerde waarheid
God heeft heel de geschiedenis, met alle mensen en hun karakter erin, volledig in Zijn hand.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
8. Notities
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
61

ROMEINEN HOOFDSTUK 10
____________________________________

(35e

avond)

Hoofdstuk 1 8 gaat over zonde en redding; 9 11 over Israls verleden, heden, toekomst.
In de theologie bestaan uitwerkingen over de meest uiteenlopende onderwerpen, van de
eindtijdleer tot engelen, van Gods eigenschappen tot demonen enz. behalve over Isral. Dit
terwijl 5/6 deel van de Bijbel over Isral gaat. Het is van groot belang goed te beseffen wat
de plaats van Isral is in het plan van God anders haspelen we Zijn heilsplan door elkaar.
Doel van alle geschiedenis (Matth.23:37 39) was het bijeenbrengen van Gods geroepenen;
de tragedie is dat zij niet wilden; de overwinning ligt in Hem die komt in de Naam des Heren.
Vanuit deze achtergrond schrijft Paulus de eerste woorden van H10. Dit handelt over Isral
nu, dat ze verworpen zijn en waarom dat zo is.
Paulus schrijft niet aan de kerk van Rome, hij schrijft aan de gelovigen die te Rome wonen.
Pijnlijk onderscheid, hoewel er best ware gelovigen in de kerk te Rome geweest kunnen zijn.
Paulus gebed is dat ook Isral gered zou zijn; dit betekent impliciet dat ze dus verloren zijn.
Het hart van Paulus is ook bij dit deel van Gods volk, dat tragisch genoeg, de Messias heeft
verworpen. De vraag is: kun je het Joodse volk de dood van Jezus aanrekenen? Als we dit
terugbrengen tot de kern van wie er echt verantwoordelijk waren, tellen we maar 13 mensen
die werkelijk persoonlijk betrokken waren bij de kruisdood van Jezus. Dus niet heel Isral.
IN TIJDEN VAN GROTE ANGST VOLGT DE DOMME MEERDERHEID VAN HET VOLK DE
CHARISMATISCHE ENKELING

Vers 1 3 In vers1 ligt een verbinding met Rom.9:3. In vers 2 zou je kunnen zeggen dat
de pot de ketel verwijt dat ie zwart ziet. Maar Paulus weet als geen ander hoe gedrevenheid
tot waanzin kan leiden (zie hiervoor Hand.26:11; Gal.1:13-14; Phil.3;4-6).
Een van de generaals onder Napoleon had een karakteristieke indeling om zijn mannen in de
posities te plaatsen van het leger. Er zijn 4 typen mensen: briljant of stom; gedreven of lui.
Wie briljant en gedreven is, kan geplaatst worden in de hoogste functies van staf afdelingen.
Wie briljant en lui is, heeft de vereiste moed en leiders eigenschappen voor de bevelvoering.
Wie stom en lui is, kan altijd nog wel voor enkele passende werkzaamheden worden ingezet.
Wie stom en gedreven is, moet je koste wat het kost, zo snel mogelijk zien kwijt te raken.
Gedrevenheid zonder de nodige kennis van zaken is een gevaarlijke situatie. In hoeveel van
de vaak charismatisch gedreven bedieningen zou dit opgaan? Paulus onderkende dit gevaar
en sluit met de conclusie van vers 3 af. Isral is een voorbeeld van de miskleunen die komen
wanneer we eigen routes volgen die niet verankerd zijn in het Woord van God. Het gaat niet
om de oprechtheid van mensen, de hel zal vol zijn met oprechten. Het gaat om de juiste weg.
62

Oprechtheid is niet genoeg; dit is precies Paulus punt in vers 3. Isral heeft zijn eigen vorm
van oprechtheid, eigen gerechtigheid, gecreerd. Daarmee heeft het zelfs God verworpen. In
de seculiere wereld komen we beslist veel mensen tegen met een hoogstaande moraal en
indrukwekkende oprechtheid. Dit is echter een relatieve gerechtigheid, waarbij de ene mens
beter afsteekt ten opzichte van de andere mens. De ene mens geldt dan als humanistische
maatstaf voor de andere (vele Christenen zijn hierin zelfs ondermaatse vissen).
Vissers van mensen worden? vis wordt pas schoongemaakt NA de vangst
Het woord verstand (epignwsiv epignosis) vs.2 drukt het van bovenaf zien op de kwestie
uit. Wie deze helicopterview niet heeft verzand in onbelangrijke details; wordt daarmee
wettisch.
Vers 4
God vraagt geen relatieve gerechtigheid, Hij eist absolute gerechtigheid naar de
maat van wat in Rom.1:17 staat. De Jood kan dit weten uit Gen.15:6; Psalm 32;1-2; en meer
van dergelijke teksten. Maar zij hebben zich net zo min willen onderwerpen, aan de absolute
gerechtigheid van God, als de grootste helden van de menselijke moraal. Het gaat echter om
jouw persoonlijke houding naar de persoon van Jezus Christus: Hij is a.h.w. Gods voorstel tot
absolute gerechtigheid.
De Wet zegt: doe dit of dat de Genade zegt: het is volbracht! volledig betaald. Het woord
want (gar gar) legt een belangrijke nadruk in de uitleg van Paulus over de reden van Israls
struikeling (het verwerpen van de messias!). Het woord einde (telov telos) duidt op een
door God ontworpen doel, als object waar de Wet zich op toespitst (Gal.3:1 + 24). Wonderlijk
genoeg was dus Jezus zelf, het in de toekomst nog te ontdekken doel van de Wet. Jezus is
nu de persoonlijke spiegel waarin ik mezelf mag beschouwen.
De Bijbel geeft een duidelijke richtlijn inzake de juiste houding naar de Wet in Gal. 3:17 29.
Verzekerde bewaring (vs. 23) is een tijdelijke toestand die 2 kanten op kan gaan: vrijspraak,
of veroordeling. Veroordeling zal dan tenslotte uitmonden in de permanente gevangenisstraf.
Het is net als met eieren zoeken met Pasen: ze zijn door de vader
van te voren verstopt, om gevonden te worden door zijn kinderen.
Paulus wil vanuit Mozes Wet de gerechtigheid uit geloof bewijzen.
Vers 5
Hier is het citaat van Lev.18: 5 waarin het gaat om het houden van de Wet, wat
een menselijke prestatie zou zijn om op die manier gerechtigheid te verdienen. Maar, dan
zou elke Jood de hele Wet moeten houden, zn leven lang. Een onmogelijke taak (Jak.2:10).
- De Jood die tot geloof in Jezus komt, zal altijd erkennen dat de Wet hem niet kon redden.
- De Jood die de Wet probeert te houden zal Jezus niet herkennen hoewel hij erover struikelt.
Vers 6 8 Paulus citeert op losse wijze de voor Joden zo heilige tekst van Deut. 30 (Deut.
is het door Jezus meest geciteerde OT boek). Zie nu: Deut.30:11 15. Het hele hoofdstuk is
deel van de aanklacht die Mozes tegen het volk richt: het wordt of zegen, of vloek; hun keus.
Paulus trekt de parallel met de dagen van Mozes, toen het woord (Mozes instructies) dicht
bij Isral voorhanden was. Zo is het ook met Christus: je hoeft de berg niet op te klimmen om
Hem te kennen. Geestelijk is dit te vinden in de ascese van vele (alle) wereldgodsdiensten:
daar moet je altijd opklimmen in onmogelijke geestelijke zoektochten naar de godheid. Wie
dit pad eenmaal wel weet te volbrengen, vindt geen god of goden, maar enkel de demonen.

63

Vers 7 beschrijft wat jij niet kunt, maar Jezus wel heeft gedaan (occultisten proberen dit ook).

64

Vers 8 Gebruikt de term woord (rhma rma), dit is dus niet logos maar het gaat om een
gesproken woord dat door iemand geuit wordt. Een rma kan worden toegeigend als een
persoonlijk woord dat iemand actueel aanspreekt of overtuigd. Er is dan een (profetische) klik
van wat er gezegd wordt, alsof het kwartje valt en geaccepteerd wordt door de hoorder.
In de praktijk wordt in pinksterkringen het rmawoord belangrijker geacht dan het geschreven
woord. Men komt dan ook gauw tot extra-Bijbelse en on-Bijbelse openbaringen en profetien.
Dit ontkent de genoegzaamheid van de Bijbel (Joh.8:31-32; 2Tim. 3:16-17; 2Pet. 1:3) en kan
die vervangen door nieuwe woorden van nieuwe apostelen en nieuwe profeten. Zo kan een
nieuw soort Evangelie ontstaan, met een nieuwe Christus, maar dat is niets anders dan een
vals Evangelie en een even zo valse Christus. Opvallend is dat de enige apostelen die in de
Schrift voorkomen nadat Paulus uitgekozen werd, valse apostelen zijn (Op.2:2; 2Kor. 11:13).
De 5-voudige bediening (Ef. 4:11) is slechts een afgod op het altaar van succes geworden.
Als rma gelijk of hoger wordt geacht dan logos, dan moet men wel geloven dat alles wat als
zodanig uit de mond van een moderne profeet of apostel komt, waarheid is. Dat betekent dan
ook dat hun woord belangrijker is dan dat van Jezus en de schrijvers in de Schrift. Als Jezus
de logos is, maar het rma als belangrijker telt, dan hebben wij nieuwe woorden van God die
belangrijker zijn dan die van God Die in het vlees kwam (Joh.1:1-3, 14)! Dit komt erop neer
dat de Bijbel niet afgesloten werd met het boek Openbaring. Wij kunnen dan ook niet deze
nieuwe openbaringen nog toetsen aan het geschreven Woord (Hand. 17:11; 1Thess. 5:21).
Want zulke valse apostelen zijn bedriegelijke arbeiders,
zich veranderende in apostelen van Christus. En het is geen
wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des
lichts. Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars
zich veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid;
van wie het einde zal zijn naar hun werken
(2Cor11:13-15)

LAKELAND OF LIJKLAND?
in het kader van deze studie is hier
ieder commentaar geheel overbodig
Vers 9 10 Dit zijn typische verzen die je uit het hoofd leert om in tijden van nood dit weer
te kunnen reproduceren. De volgorde van vers 9 lijkt verkeerdom maar het is zo door Paulus
afgestemd op de geciteerde tekst van Deut.30:14. De mond belijdt zo wat er in het hart leeft.
Voor de mondchristen geldt dat er juist weinig leeft in het lauwe hart, vgl. Op 3:15 (Laodicea).
Je zou kunnen zeggen dat de wisselwerking tussen mond en (gelovig) hart ontbreekt. In het
volgende vs.10 sluit Paulus deze cirkel weer af door eerst het hart te noemen, dan de mond.
De belijdenis van onze mond is zeker wel van belang als getuigenis naar buiten; Matth.10:32.
Paulus maakt duidelijk dat onze mond afgestemd moet zijn met wat er in ons hart leeft. Er is
hier dan ook weer een verbinding naar de verzen 6 en 7.

65

Vs. 11 is een herhaling van de waarheid in Rom.9:33 en een gedeeltelijk citaat van Jes.28:16
waar het woord al wie (elk individu) door Paulus wordt toegevoegd. De consequentie is dat
elk mens, uit welk volk ook, persoonlijk de keuzevrijheid heeft om op Jezus te vertrouwen.

66

Vers 12 15 Dit is een verklaring waarin duidelijk wordt gemaakt, dat n Christus, de afstand
tussen de Jood en de heiden gelimineerd is geworden. Dat is voor de Joden een vreselijk
zwaar te slikken werkelijkheid. Want ze hebben hun hele cultuur en hun hele traditie tegen.
Immers elke niet-Jood (goj, gojim = volkeren) is onrein en staat ver af van het Judasme.
De stelling dat er in Jezus Christus geen onderscheid meer is, blijft het Joodse volk als een
visgraat in de keel steken. Zie voor een verduidelijking hiervan Col.3:11 en Gal.3:26 29. *
Vers 13 Herhaalt dit nog eens en opnieuw bouwt Paulus op het OT, de tekst van Jol 2:32.
Vers 14 en 15 volgen als een logische redenering op al het voorgaande, waarbij het missen
van Jezus Christus, het missen van het doel van de Wet betekent. Jezus is het doel van de
Wet in Gods ontwerp. Doel missen = zonde; zonde = afscheiding van God; afscheiding van
God = blind/dood. Hoe goed kan dan een goede boodschap (Evangelie) nog zijn (vers 15)?
De weg terug is omgekeerd evenredig duidelijk:
Dood, blind, afgescheiden van God zondebesef tot bestemming komen Jezus zien!
Natuurlijk geldt dit voor elk van onze levens waar zich nog stukjes dood bevinden: keer om!
Als het niet herkennen van Gods grote doel met de Wet, opeens duidelijk wordt voor het volk
dat gefixeerd is op Gods Wet, dan kunnen we ons nu hun ontgoocheling wellicht voorstellen.
Zij zullen zien op Hem die ze doorstoken hebben Lees Zacharia 12:10.
Tegelijk is Gods genade hier zichtbaar: Hij komt zeker tot Zijn doel, ondanks menselijk falen,
zonde, blindheid of ongeloof. Pijnlijk. De Jood heeft er zn eigen moeite mee vanuit de eigen
tradities, maar Paulus haalt enkele keren aan dat er in Christus geen verschil meer is tussen
Jood en heiden. Wij nemen dit wel gemakkelijk aan, maar tot en met Johannes de Doper was
er wel degelijk een onderscheid tussen Jood en heiden. Lukas 7:28 verhaalt dat Johannes de
Doper uniek is, tegelijk is de kleinste in het koninkrijk groter dan hij (zie ook Matth.11:11). Dit
is het verschil tussen de Oud Testamentische lijn en de nieuwe lijn van de periode der Kerk.
In Zach.13:1-6 zien we een illustratie van zulke lijnen, besloten met een heen wijzing naar de
Here Jezus Zelf. De wondpijn in de handen van Jezus (6) was niet door de Romeinen (geen
huis van vrienden) veroorzaakt, maar het ongeloof van Thomas: dat sloeg Jezus met pijn.
Het feit dat Isral heden in dit hoofdstuk centraal staat, is niet omdat Isral zo belangrijk is,
maar God laat zien hoe Hij handelt. Hierin is Isral ons voorbeeld. De hele geschiedenis van
de mensheid is om Isral heen gevlochten, omdat God zo laat zien Wie, wat en hoe Hij is.
Als je de geschiedenis wilt begrijpen en doorzien wat er op dit moment in het wereldnieuws
gebeurt, dan is het van belang om de positie van Isral te begrijpen. Als je ook je eigen leven
en jouw eigen geschiedenis wilt doorzien, geldt dezelfde regel. God is niet klaar met Isral.
Hoe prediken (khrussw kerusso) zonder gezonden te worden? (v.15) slaat op het laten zien
van de boodschap in de daden die je doet, of signalen die je afgeeft. Je bent als een heraut.
In het laatste deel zien we de tegenstelling: de brenger van goed nieuws, versus de brenger
van slecht nieuws (goed nieuws dat met niet wil horen) die in de oudheid werd gexecuteerd.
Enkele verschillen tussen de Griekse en Hebreeuwse cultuur:
Grieks denken is logisch, redelijk en vindt plaats in het hoofd.
Hebreeuws denken is niet logisch maar vind plaats in het hart.
Grieken scheiden het lichaam van de ziel af en zoeken ascese.
Hebreers zijn holistisch, n geheel en zoeken de relaties op.

67

Galaten 3:28 neemt zelfs het onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk weg. Hier ontstaat dus ruimte voor de vrouw in haar bediening.

68

Vers 16 21 Dit is een interessante opmerking van Paulus waarbij hij het hart van de Joodse
religie aanhaalt: Jes.53. Dit gedeelte ligt zo gevoelig, dat het uit de Dode zee rollen is weg
gehaald door de Essenen. Tot op vandaag wordt de Tenach in de synagoge voorgelezen, in
een jaarlijkse cyclus. Maar Jes.53 maakt van deze liturgische cyclus al eeuwen geen deel uit.
Dit hardop lezen van de Wet, Profeten en Geschriften (TeNaCH) is de klassieke manier om
zich kennis toe te eigenen. Wij leren het allerbeste door het gehoor (17). Hoe werd Eva door
Satan verleid? Door te ZIEN dat de boom goed was om van te eten De leermethode van
de wereld is door de ogen, de leerroute van Satan is door onze ogen. De leringen van God
zijn door het HOREN. Eva volgde haar ogen, Lot volgde zijn ogen naar Sodom, enz.
Heeft Isral dan niets gehoord? (18) Zeker dat ze gehoord heeft, zowel de algemene als de
bijzondere openbaring van God is aan hen besteed. Zij hielden zich liever doof, als keuze
van het hart. De smoes ik heb het niet zo goed begrepen valt in vers 19 aan duigen. Dit is
door de woorden van Jesaja nog zwart witter geschetst (20). Tenslotte laat Paulus de kern
van het probleem zien: het is een stronteigenwijs niet te corrigeren volkje: bikkelhard (21).

Lopen ze dan Gods plannen in de weg? Nee, die plannen worden juist volvoerd, exact zoals
God het voorzien heeft en gesproken door Zijn profeten. Een belangrijke daarin was Mozes.
Er zijn talloze documentaires over de Holocaust en velen citeren Deuteronomium 28:63-67.
Er is spreekwoordelijk een uitdrukking hierbij: De Wandelende Jood dit is een literair thema.
In de legende van Ahasverus, de Wandelende Jood, wordt de Jood beladen met de vloek eeuwig te moeten zwerven. De legende
van de Wandelende Jood Ahasverus heeft oude wortels. Zijn eerste voetstappen worden vanaf de zevende eeuw gevonden. Voor
de verspreiding in West-Europa heeft de publicatie Het Volksboek uit 1602 een belangrijke rol gespeeld: Kurtze Beschreibung und
Erzehlung, von einem Juden mit Namen Ahasverus. Gedruckt zu Leyden, bey Christoff Creutzer.
De kern van de legende, achter vele varianten, komt er op neer dat een Jood, doorgaans Ahasverus geheten, maar ook wel Jozef de
schoenlapper, weigerde Jezus op Zijn kruisweg te drinken re geven dan wel Hem mishandelde of van zijn drempel joeg. Ahasverus werd
daarom beladen met de vloek eeuwig te moeten blijven zwerven, zonder vaste woon- en verblijfplaats, tot aan het einde der tijden.

De Romeinenbrief is geschreven aan


en bedoeld voor, Christenen. Echte,
radicale, dus toegewijde, Christenen.
Isral is ons Christenen tot een groot
voorbeeld en waarschuwing gesteld.
Hoe vaak ben jij op het bordspel van
jouw leven, teruggegaan naar Start?
Hoe denk jij
dan de Finish
te gaan halen?

69

SAMENVATTING VAN HOOFDSTUK 10


____________________________________

(39e

avond)

1. Thema van het hoofdstuk


Isral in het heden.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
2. Meest belangrijke vers
Vers 3 de eigen gerechtigheid is Israls grote probleem.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
3. Meest opvallende of voornaamste woord
Gerechtigheid (dikaiosunh dikaiosune) in overeenstemming met Gods wil en Zijn Wet
leven.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
4. Lering over Jezus Christus
Hij is voor een ieder die gelooft het einde der Wet en het begin van Gerechtigheid (vers 4).
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
5. Gebod om te volgen
Elk mens, van welke cultuur ook (vers 12) moet individueel gehoor geven aan de boodschap
van het Evangelie (zie vers 16a ).
__________________________________________________________________________
6. Belofte om te innen
Door Jezus zul je behouden kunnen worden (vers 9) zonder enig onderscheid (vers 12).
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
7. Geleerde waarheid
God heeft onze geschiedenis inclusief alle volken en hun bewegingen, volledig in Zijn hand.
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
8. Notities
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________
70

De reformatie startte met Maarten Luther als een positieve bewustwording van de Kerk. Maar
de visie op Isral leed onder verwarring hierdoor. Was de kerk de voortzetting van wat God
ooit begon met Isral? M.a.w. kwam Isral te vervallen? Luther gaf onbedoeld, de aanzet tot
antisemitisme die weer uitmondde tot de Holocaust onder Hitler. Was God erover verbaasd?
In Deut.30:1-12 geeft Mozes een profetische uiteenzetting over Isral. God wist dit tevoren.
Voor veel Christenen is het moeilijk te accepteren dat een Christen geworden Jood, zelf nog
steeds deel uitmaakt van de Joodse cultuur. Rom. 10:12 wordt dan door een heel andere bril
bekeken. Maar het staat de Christen Jood volkomen vrij om nog steeds geen varkensvlees te
eten bijvoorbeeld, als hij dit niet wenst.
En van de bezwaren in het 3e Rijk was dat een Jood
ook altijd Jood zal blijven: hij blijft onveranderbaar.
De Deltacursus van dit moment, geeft de visie van
veel Christenen weer: Isral is een politieke staat,
waar God niets mee te maken heeft.
God heeft nu een nieuw kindje: wij, de Gemeente.
Deze visie zal opnieuw mede leiden tot Holocaust.
Nu de Jood is vervangen door de Christen, vervalt
immers ook het recht op het land Palestina / Isral.
De eerste Holocaust was een picknick vergeleken bij de ellende die Isral nu nog zal krijgen.
Maar, wanneer Isral slechts een politieke staat is, sluiten we God buiten de geschiedenis
en maken we onze eigen versie. De profeten ten tijde van het Babylonische rijk, wisten maar
al te goed Gods hand in de geschiedenis te zien. Ze waarschuwden dat Nebukadnezar in de
hand van God was als instrument om Isral te tuchtigen. Ezechil moet symbolisch voor 430
dagen op zn zijde gaan liggen (Ez.4:4-8) overeenkomstig al de jaren van ongerechtigheid.
Het grote probleem lijkt dat deze 430 jaar nergens op welke wijze dan ook in de geschiedenis
voorkomen. Er is echter een tekst waarin God 7-voudig vergoeding eist voor ongerechtigheid
die Isral en Juda zouden bedrijven. Leviticus 26:18 + 21 + 24 + 28 noemen dit zevenvoud.
Dat betekent een vermenigvuldiging: 430 jaar zonde x 7 = 2520 jaar die God nu kan opeisen.
Maar waar moet dit aftellen van de jaren worden gestart? Het O.T. noemt 2 gebeurtenissen
die in aanmerking komen: 1e het dienstbaar zijn aan de koning van Babel (Jer.25:11b) wat op
zich exact 70 jaar op de dag af precies duurde. 2 e de laatste zegetocht van Nebukadnezar
die afsloot met de voltooide muren van Jeruzalem (Dan.9:2)(Danil; oordeel, recht van God).
Het 1e kunnen we noemen: ondergeschikt zijn aan de wereldmachten (ook Israls diaspora).
Het 2e kunnen we noemen: onderdrukking van Jeruzalem (Isral heeft geen zeggenschap).
Het ondergeschikt zijn aan de wereldmachten begon in de zomer van 537 v.Chr. als dit op 23
juli 537 gesteld wordt, dan moeten we rekening houden met jaren van 360 dagen. Elk 4 e jaar
is een schrikkeljaar voor ons, dat levert in elke eeuw weer 3 dagen teveel op. In 1572 heeft
men dit ontdekt en een correctie toegepast door 4 september in 14 september te veranderen.
Bereken je al deze gegevens door en tel je 2520 jaar op bij 23-7-537 v.Chr. dan kom je op de
datum uit van: 14 mei 1948. De dag waarop David Ben Gurion de Staat Isral uitriep tot het
nieuwe thuisland voor alle Joden met een beroep op de profeet Ezechil als zijn autoriteit.
We gaan van een tweede mogelijkheid uit waar God Zijn eis van 2520 jaar vergoeding claimt,
en stellen dan 16-8-518 v.Chr. in zeer grote aannemelijkheid als startdatum vast. Dit is op het
einde van wederom exact 70 jaar na de laatste zegetocht van Nebukadnezar. Jeruzalem was
onder Nehemia weer een herstelde en bestaande stad. Tellen we bij die datum 2520 jaar op,
dan is dit 7 juni 1967. De dag waarop in 6 dagen oorlog, Isral de oude stad van Jeruzalem
opnieuw in eigen handen heeft gekregen. Ja, God is in de geschiedenis, met Zijn volk Isral.
71

1e Filmpje van Youtube over Jeruzalem (de 1967 oorlog)

(http://www.youtube.com/watch?v=oXZPLl-4o4U)

Achtergrondinformatie - Rampzalige momenten vol antisemitisme:

3e Rijk: 1939 (http://www.archive.org/details/DerGiftpilz) 1940 (http://www.calvin.edu/academic/cas/gpa/fuchs.htm)

1936 (http://www.calvin.edu/academic/cas/gpa/pudel.htm)

Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis heeft januari 2010 het dossier van
Lucas en Jenny Goeree afgerond, die de Joden zelf de schuld gaven van de Holocaust.
Diverse kranten melden: 1987 Echtpaar Goeree veroordeeld.
Het evangelistenechtpaar Lucas en Jenny Goeree stelt in hun blad Evan dat de joden de
Holocaust aan zichzelf te wijten hebben. Hun geloof is geen vrijbrief om anderen te
beledigen, stelt de Hoge Raad, die het vonnis van twee maanden voorwaardelijke celstraf
bevestigt. De civiele rechter veroordeelt het echtpaar ook, omdat ze het blad huis aan huis
hebben verspreid, wetende dat ze anderen hiermee mogelijk zouden kwetsen.
Gerechtshof Leeuwarden 16-03-1989 Openbaar Ministerie tegen Jenny Goeree Manschot
Gedaagde heeft tezamen met een ander, redacteur van het blad 'Evan', een uitlating
openbaar gemaakt die, naar zij redelijk wijs kon vermoeden, voor een groep mensen wegens
hun ras en/of hun levensovertuiging beledigend was. Er is nl. een artikel uitgebracht waarvan
gedaagde naar zij wist of redelijkerwijze moest vermoeden voor een groep mensen (joden)
wegens hun ras en/of godsdienst en/of levensovertuiging beledigend was. Hetgeen het Hof
al bewezen heeft aangenomen, levert op de volgende misdrijven: medeplegen van anders
dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving : een uitlating openbaar maken, die naar zij
redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of
hun levensovertuiging beledigend is.
Hoge Raad der Nederlanden 18-10-1988 Openbaar Ministerie tegen Lucas en Jenny Goeree
Wegens uitlatingen in gospelblad 'Evan' werd het echtpaar Goeree belediging van joden, het
joodse volk en Isral telastegelegd. De rechtbank achtte de Goerees strafbaar, maar zag af
van strafoplegging, omdat de Goerees gehandeld zouden hebben met zuivere bedoelingen,
en belediging van joden niet de bedoeling was geweest van hun publicaties. De OvJ ging in
beroep bij het gerechtshof in Arnhem. Dat vernietigde het rechtbankvonnis en sprak Goeree
vrij. De Procureur Generaal bij het Arnhemse Hof stelde beroep in cassatie in. De Hoge Raad
verwijst de zaak terug naar het Hof in Leeuwarden. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Lucas_en_Jenny_Goeree)
2e Filmpje van Youtube over de grote liefde voor God & Jerusalem
72

(http://www.youtube.com/watch?v=UZysDfygzsE)

ROMEINEN HOOFDSTUK 11
____________________________________

(40e

avond)

Hoofdstuk 1 8 gaat over zonde en redding; 9 11 over Israls verleden, heden, toekomst.
Je zou kunnen zeggen: Isral verkoren (9), Isral verworpen (10), Isral weer aangenomen.
Het doel van Gods handelen met Isral is om hen tot jaloezie te bewegen vanuit een positie
waarbij het Volk met de rug tegen de muur staat. Zo voedt God Zijn kinderen op, tuchtigend.
We hebben al gezien dat verwarring omtrent Gods handelen met Isral, tot catastrofes gaat
leiden, die hun weerga niet kennen (blz. 57-58). We moeten het ontstaan, de missie en het
doel van Isral goed onderscheiden, van het ontstaan, de missie en het doel van de Kerk.
Het komt erop neer dat Isral het instrument is om Gods wil te volbrengen. Dan pas kunnen
we enigszins beseffen dat de Kerk nauwelijks iets betekent in de wereldpolitiek (?). En dat de
wereldpolitiek in zijn geheel wordt bewogen door slechts n
land: Isral.
Dat het Joodse volk over de aarde zwerft kent men als een over
de hele wereld bekend thema: de eeuwige Jood; the eternal
Jew; 'Der ewige Jude. Dit is het wonder van de geschiedenis.
Zacharia 12:2-3 Zie, Ik maak Jeruzalem tot een schaal der
bedwelming voor alle volken in het rond; ja ook tegen Juda zal
het gaan bij de belegering van Jeruzalem. Te dien dage zal Ik
Jeruzalem maken tot een steen, die alle natin moeten heffen;
allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle
volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen.
Isral wordt stelselmatig verraden en verkracht, door alle officile politieke wereldmachten en
instellingen die het in deze wereld voor het zeggen hebben. Daarbij worden leugens en valse
beelden door geen enkele regering geschuwd. Bijvoorbeeld: Er bestaat geen Palestijns volk.
Palestijnen bestaan niet, het is een bedachte fabel van corrupte overheden. Wat er in er het
z.g. Palestina woont zijn: Joden. Veder zijn er Arabieren, net zoals je spreekt van Arameers,
Turken, Druzen etc. De mythe van het bestaan van een Palestijns volk is pas in de 20 e eeuw
door onze keel gedrukt. Vervolgens moet dit fictieve volk bevrijdt worden van Isral?!
De politiek van Land voor vrede is een Satanisch principe wat ook door Hitler succesvol is
toegepast op Tsjechoslovakije. Sudetenland had enkele miljoenen Duitsers inwonend die in
1938 Land voor vrede wisten te krijgen. De Tsjechen mochten zich niet langer zo vijandig
opstellen over hun EIGEN stuk land. De internationale gemeenschap stak enkele maanden
later geen poot uit toen Hitler het gebied binnenmarcheerde.
Zodra Isral ooit de strategisch beschermende stukken land ruilt voor vrede, zullen de door
Satan genspireerde Arabische horden het platwalsen. De internationale gemeenschap zal
wederom geen poot uitsteken, de verwachting is eerder dat God Zelf daarop zal ingrijpen.
1 Thessalonicenzen 5:3 Terwijl zij zeggen: het is alles vrede en rust, overkomt hun, als de
ween een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen.
Het Bijbelse principe is eenvoudig: Satan heeft als doel Gods plan met Isral te torpederen.
De gedachte erachter is, dat wanneer het geprofeteerde overblijfsel niet meer bestaat, dan
ook komst van de Heer voor Zijn Volk, niet meer kan plaatsvinden. Satan probeert alles op
alles te zetten om de laatste rest van Isral van de aardbodem te doen verdwijnen. De PLO,
een gruwelijke terroristische moordbende, is een van de legio stemmen van Satan in deze
wereld. Hun doel is Isral vernietigen, in weerwil van de belofte Gods verwoord door Jesaja
65:1 8 (lezen). Jesaja geeft hier de een opzet naar de tekst van Romeinen 11 (lezen).
73

Romeinen 11 kan gelden als n van de belangrijkste hoofdstukken die in de Bijbel staan.
Vers 1 3 Dit is een uitdrukking van Paulus in een tijdsvorm die de onmogelijkheid uitdrukt
van het feit dat God Zijn volk vaarwel zou zeggen. Isral is wel verworpen, maar niet geheel
en ook niet voor altijd. Er blijft een rest behouden. Dit is een vaak terugkerend Bijbels thema,
denk maar aan Noach en de ark, God reserveert altijd een rest voor Zichzelf (zie Jes.65:8).
Wanneer het zover is dat Isral met de rug tegen de muur zal staan, dan moet het komen tot:
1e een keuze;
2e tot erkenning van Jezus;
3e tot de (vrijwillige) vraag om God.
Paulus neemt zichzelf hierin tot voorbeeld en dat is heel opmerkelijk. Paulus komt uit Israls
kleinste stam, Benjamin. De eerste koning van Isral kwam ook uit deze stam: Saul. Paulus,
was genoemd naar deze koning (Saulus). De gedachte is: als God nu bij machte is om mij te
redden, dan kan ook echt een ieder door God gered worden.
In vers 2 staat het woord van tevoren weten (proginoskw - proginoosko) wat wederom
een uitdrukking is van het feit dat God nergens verbaasd over kan zijn maar in alles ruim
voorziet. De voorzienigheid van God slaat op het tevoren al weten + het tot beschikking
stellen van al de juiste benodigdheden om met de situaties om te gaan.
Vers 3 spreekt van wanhoop, maar de voorzienigheid Gods garandeert dat Isral nooit en te
nimmer vernietigd zal worden. Het kan gedecimeerd worden, beschadigd, geoordeeld, maar
niet vernietigd. Als volgeling van Jezus kun je jezelf soms vergelijken met Isral zoals Paulus
dat doet, maar Gods werk staat boven elke situatie. Zelfs Elia, die eerst alle Balpriesters uit
weet te roeien na hun feestje op de Karmel, raakt in wanhopige paniek als Izebel hem te na
komt (1Kon.19:10 + 14).
Wij hebben vaak last van dezelfde handicap als Job. Hij had hoofdstuk 1 niet van zn boek:
juist daarin wordt Gods perspectief duidelijk. Het plaatst al het lijden van Job in ander licht.
Vers 4 5 God heeft voor Zichzelf een overblijfsel, een gelovige rest die behouden wordt.
Dit is het persoonlijke handwerk van God, die geheel onze geschiedenis in Zijn hand houdt.
Overal waar er sprake van een rest is, gaat het om een groepje gelovigen die zich terdege
hebben voorbereid op onvoorziene situaties. Ze zijn klaar voor het onbekende wat nog komt.
Het gaat hierbij om de geloofshouding en de persoonlijke gehoorzaamheid van deze rest.
Volgens Amos 3:7 zal God ook van Zijn plannen openbaren zoals nodig is ter voorbereiding.
Dit voorbereid zijn is een vraag, maar tegelijk een levenshouding. Het laat zien of je in staat
bent om je echt vast te houden aan de missie. Weer naar Job als voorbeeld, is de vraag niet:
waarom lijdt de rechtvaardige?, maar: kun je de focus vast blijven houden?.
Een ander voorbeeld is Jozef die 7 vette en 7 magere jaren trotseert, alles ter voorbereiding
totdat zijn broers en vader (Jacob) zullen overkomen. Hieruit ontstaat later het volk Isral.
Het principe van voorbereid leven is een door God gezegend principe waarin Hij een rest aan
het vormen is voor de tijden die komen. Het lijkt soms of de hele voorbereiding overbodig is,
maar toch gebruikt God dit om onze bereidheid en oplettendheid te vormen en te toetsen.
Wie auto rijdt heeft altijd de reserveband in tip top conditie. Elke keer, wanneer je thuiskomt,
ben je toch ook niet teleurgesteld dat je de reserveband helemaal niet nodig hebt gehad?
Vers 5 noemt het feit dat God naar de verkiezing der genade een rest reserveert. Dit zijn de
handelingen die God Zelf verricht. Verkiezen (voorzienigheid) = Gods werk, Genade idem. Dit
betekent dat het (tot een rest behoren) niet op de basis van jouw gehoorzame geloof rust.
Tegelijk is gehoorzaamheid wel nodig, om de investering die God doet te kunnen incasseren.
74

Vers 5 6 Werk en Genade sluiten elkaar wederzijds fundamenteel uit. Toch is er ook wel
gehoorzaamheid nodig van de kant van de mens, om Gods voornemens in werking te zien(!).
Als de genade geen genade meer was, zou je het door eigen werken kunnen verdienen. Dan
is er sprake van loon, dus betaling naar waar je recht op hebt. Natuurlijk zijn er mensen die
op zoek naar God zijn. Toch is zelfs dat niet hun eigen verdienste; het was God die het er bij
hen in heeft gelegd, zodat ze Hem zouden gaan zoeken. Zie ook Joh.15:16 Niet gij hebt Mij,
maar Ik heb u uitgekozen (Rom.4 en Rom.9 sluiten verdiensten uit).
In H.11 gaat het zelfs om het volk Isral, zij kozen God niet, maar God heeft hen gekozen.
Vers 7 10 De ironie van Gods keuzeprogramma is dat Isral door het najagen (dit is eigen
verdienste) van gerechtigheid de plank misslaat. Slechts een deel is uitverkoren (een rest) en
de overigen zijn verhard (7b). Verhard (pwrow poro-oo) betekent verstokt zijn, het vermogen
tot begrip verliezen. Het is verwant aan ons woordje poreus, het broze doorlaatbare, waar als
door een filter heen het levend water wegloopt. Alleen de grove onreine delen blijven achter.
Er treedt verkalking op, verstijving, zoals de rigor mortis van een dode. Daarna ontbinding.
De citaten van Deut.29:4 en Jes.29:10 laten in vers 8 weer zien dat God deze werkelijkheid
al lang geleden voorzien heeft. De geest van diepe slaap past bij de voorgaande verharding
en verdooft nog meer, het blust volkomen uit. Toch is het in deze, voor Isral noodlottige,
ruimte dat de Kerk haar leven vindt. In de porin van het praktisch overleden Isral vindt de
Gemeente wonderbaarlijk genoeg haar levensruimte. De geest van diepe slaap (katanuxiv
katanuxis) drukt de verdoving uit door een steek van een giftig insect. De dood volgt erop.
Zou Isral niet gestorven zijn, dan zou Jezus niet gestorven zijn. Was Jezus niet gestorven,
dan zou de gemeente nooit en te nimmer geboren zijn. Dit geeft wel te denken, want als de
verduistering van Isral tot ons heil heeft geleid, waartoe zal Israls komende verlichting
dan gaan leiden (In vers 11 12 zal een soortgelijke vraag klinken).
Deze verzen en de citaten van Deut.29:4 en Jes.29:10 zijn voorbeelden van het feit dat de
Bijbel n grote samenhangende, of integrale, boodschap bevat. Zie bijvoorbeeld Jes.28:10.
Waarom bevat de Bijbel nergens n hoofdstuk over dopen of andere belangrijke dogmas?
Het laat ons zien dat zelfs Gods Woord als zodanig terdege is voorbereid op tegenslagen.
De strategie van boodschappen bij verwachtte vijandige tegenactie kent enkele maatregelen:
- uitspreiden van de boodschap over de hele Schrift (een bladzijde minder maakt niets uit)
- versleutelen van de boodschap in de tekst (je moet de sleutel tot de Schrift hebben - Geest)
- verbergen van de boodschap (geschiedenissen kunnen profetisch zijn, of illustratief, enz.)
Zelfs als er een deel verloren zou gaan, is daarmee nog niet een belangrijke leer verdwenen.
De Bijbel is vergelijkbaar met een hologram;
een 3D weergave die alleen mooi zichtbaar is
in het licht (coherent licht - laser) waarmee het
gemaakt is. In normaal licht lijkt het nergens
op, net zoals Jes.53 geen appetijtelijk beeld
van de Messias geeft.
Breekt er een stukje af van het hologram, dan
blijft toch nog wel het hele plaatje bestaan. Het
enige wat er dan verminderd is de resolutie of
scherpte (de duidelijkheid neemt af).
Op YouTube kun je films kijken in normale of in
hoge (HQ) resoluties. Maar dit veranderd
inhoudelijk helemaal niets aan de boodschap.
75

76

Vers 9 kan als een code worden gezien voor het ineenvallen van onze maatschappij. De tafel
(trapeza trapeza) slaat ook op tafels die geldwisselaars gebruiken om verschillende soorten
geld te wisselen. Voor een bepaald bedrag betalen ze leningen of depositos terug met rente.
De tafel staat symbool voor onze levensvoorzieningen, de plaats waar ons voedsel op staat.
Wanneer dit tot een strik wordt (pagiv pagis) dan houdt dit een plotseling gevaar of verlies
in. Het gaat daarbij om dodelijk gevaar, wat heel snel toeslaat.
Een net (yhra thera) heeft te maken met het vangen van wild, maar het is ook een metafoor
voor de voorbereiding om mensen te vernietigen! Vervolgens is er een aanstoot (skandalon
skandalon) letterlijk: het stuk hout wat de val openhoudt, verder: iedere persoon of ieder ding
waardoor iemand tot dwaling of tot zonde gebracht wordt. Dus de oorzaak van het struikelen.
Er is een situatie waarin terugbetaling wordt geist (antapodoma antapodoma) wat niet
kan.
Samengevat:
Vs. 9 schetst een financile instorting die met krediet te maken heeft en levensvoorzieningen
in gevaar brengt, op een manier die razendsnel verloopt. Er ontstaan onbetaalbare schulden.
Het gaat hier om een hoogst actuele situatie en een sleutel voor het begrijpen van Israls
positie in het Midden Oosten van vandaag.
Vers 10 sluit af met een metafoor waarbij iemand aan de dwaling en hardheid van zijn eigen
hart onderworpen wordt. Het voorgoed krommen (sugkamptw sungkampto) is een
stijlfiguur die ontleend is aan het krommen van de rug van krijgsgevangenen. Die worden
gedwongen om onder het juk door te gaan. Er is geen keus meer; Isral staat met de rug
tegen de muur.
Vers 11 12 De val van Isral is geen definitieve struikeling of val, waarbij het over en uit zou
zijn met het Volk. De Griekse grammatica drukt juist het tegendeel uit. De NBG 51 gebruikt
het volstrekt niet om duidelijk te maken dat Isral wel weer op moet staan om hun positie in
deze wereld in te nemen. Geheel volgens Gods plan opent deze struikeling wel de deur naar
alle heidenen om redding in Christus te kunnen ontvangen. Dit ligt a.h.w. als Gods doel in de
val opgenomen. Een tweede doel is: Isral prikkelen tot jaloezie, terugwinnen door afgunst.
1e doel van de val: het aanbod van redding aan heidenen (Ef.2:11 13) + (Ef.5:30 31). Het
mystieke gebruik van de term dat we leden van Christus lichaam zijn wordt door Paulus in
de Efezebrief verduidelijkt. Ef.5:31 is een citaat van Gen.2:24. Zet dit naast 1Cor.6:15 21.
Daaruit blijkt dan wel iets van de diepte van je relatie met God, Jezus en de Heilige Geest.
Naar 1Cor. 6:15 21 is n zijn met Christus een organische samensmelting met Hem. Wt
een dramatische diepte krijgt dan de beschreven zonde. Veel meer dan zomaar een vleselijk
gebeuren. Veel meer dan jezelf in een gezondheidsrisico storten, veel meer dan een grote
psychologische barrire creren in je vermogen tot intimiteit. Het is een spirituele afgrond,
want je verbindt het lichaam van Christus wezenlijk aan een hoer.
2e doel van de val: de profetische uitwerking van Deut.32:21 als de voorzet tot iets geweldigs.
In vers 12 wordt een vraag neergelegd die grote verwachtingen en spanning oproept voor de
toekomst van de hele schepping. Als inderdaad de val van Isral en hun tekort ons overvloed
(rijkdom) heeft gebracht waartoe zal Israls nog komende volheid dan wel toe gaan leiden!
Vers 13 14 De

77

78

info
De wandelende Jood
Egyptologie
De 2520 jaren van Ezechil

http://www.verhoevenmarc.be/index.htm
http://www.kri-web.nl/info.php?id=28
http://blog.seniorennet.be/egypte/archief.php?ID=51
http://www.khouse.org/articles/2000/276/

79

You might also like