Professional Documents
Culture Documents
Voor het aansluiten van de systeemonderdelen kan het schema van de connector gebruikt worden of
het functieschema.
11-polig zwart
stekkerblok
6-polig wit
stekkerblok
Antenne
123456
TAL33DBF.PM4
De centrale reageert af fabriek op stroomverbruik. Indien u wenst dat de centrale niet reageert op
stroomverbruik (TNO/TBBS voorschrift) dient u de rode draadlus door te knippen en goed af te
soleren. Gebruik deze stroomverbruik optie nooit bij een auto met autotelefoon of andere stroomverbruikers die ingeschakeld kunnen blijven na het uitschakelen van het contactslot (b.v. zelfdenkende
elektrische ventilator).
Klemmenblok achterzijde centrale nr. 1 t/m 6.
Op klem 5 van dit klemmenblok wordt een zwarte draad van de noodschakelaar aangesloten. De andere
draad van deze schakelaar op de massa aansluiten. Deze noodschakelaar is er, om het alarm uit te
schakelen als de afstandsbediening niet gebruikt kan worden (verloren of batterij leeg). De chauffeur
moet dan de deur openen met zijn sleutel en dan d.m.v. deze schakelaar het alarm uitzetten. Deze
schakelaar moet uiteraard op een zeer goed verborgen plaats gemonteerd zijn. Controleer altijd of de
noodschakelaar niet per ongeluk ingeschakeld kan blijven (b.v. door bagage of bekleding die er tegenaan
kan drukken). Bij het indrukken van de noodschakelaar worden de motoren van een eventueel
aangesloten centrale deurvergrendeling opengestuurd. Er blijft stroom door de motoren lopen zolang
er op de noodschakelaar gedrukt wordt. Bij een te lang ingedrukte schakelaar verbranden de motoren!!
Op klem 6 wordt de oranje draad van de LED aangesloten klem. De gele draad hiervan aansluiten op
de massa.
Klem 10 en 11 (van het 11-polige zwarte stekkerblok) zijn bedoeld voor de motoronderbreking. Hierbij
wordt de voeding van de benzinepomp, startmotor of elektromagnetische stopper (bij diesel)
onderbroken. Motoronderbreking geschiedt door het ingebouwde onderbrekingsrelais. Dit relais mag
maximaal 15 A schakelen. Bij een belasting boven 15 A is het aan te raden een extra schakelrelais toe
6-polig klemmenblok
AV-2025/3NL
Klem
AV-2025/3NL
1 2 3 4 5 6
TAL33DBF.PM4
1
2
3
4
5
6
Functie
Kleur
US-sensor
US-sensor
US-sensor
US-sensor
Noodschakelaar
LED (+12 V)
Kleurloos
Afscherming
Afscherming
Rood
Zwart
Oranje
te passen.
De draden voor de centrale portiervergrendeling (in het 6-polig grijs stekkerblok) zijn in het alarm
gezekerd door automatische zekeringen. Bij een eventuele kortsluiting of overbelasting zal de zekering
in werking treden. Wanneer de kortsluiting of overbelasting verholpen is zal de zekering na korte tijd
weer doorverbinden.
Tevens zijn de stuurdraden voor de richtingaanwijzers, en de sirene-uitgang in het alarm gezekerd door
automatische zekeringen.
6
9
5
8
4
7
11
10
Klem
Functie
Kleur
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Oranje
Wit
Geel
Blauw/grijs
Wit
Geel
Rood
Zwart
Rood/grijs
Groen/wit
Groen
6-polige grijs
stekkerblok
AV-2025/3NL
Klem
1
2
3
4
5
6
TAL33DBF.PM4
Functie
Kleur
Deurvergrendeling openen
gemeenschappelijkcontact
Deurvergrendeling openen
werkcontact
Deurvergrendeling openen
rustcontact
Deurvergrendeling sluiten
gemeenschappelijkcontact
Deurvergrendeling sluiten
werkcontact
Deurvergrendeling sluiten
rustcontact
Blauw/groen
Rood/groen
Zwart/groen
Geel/groen
Rood/blauw
Zwart/wit
11-polig stekkerblok
6-polig stekkerblok
6-polig klemmenblok
Oranje LED
Richting aanwijzers
Geel LED
LED
Zwart
Zwart
Geel knipperlicht
Noodschakelaar
Geel - knipperlicht
Rood - US
draad
Mantel - US draad
Mantel - US draad
Kleurloos - US draad
Zwart/wit
Rood/blauw
Wit - deurschakelaar
Geel/groen
Centrale
portiervergrendeling
sluiten
Zwart/groen
Blauw/grijs - sirene
Rood/groen
Zwart - sirene
Centrale
portiervergrendeling
openen
Blauw/groen
Rood en
oranje
+
Groen/wit
Groen
TAL33DBF.PM4
M
Onderbreking stuurdraad
relais startmotor,
benzinepomp of
elektromagnetische
stopper (bij diesel)
(boven 15 A belasting een
extra schakelrelais
toepassen, zie schema in
hoofdstuk Functies).
Alarmering.
Het alarmsysteem reageert op het openen van de portieren, motorkap, kofferdeksel en op bewegingen
in de auto (ultrasoon).
In alle gevallen zal, wanneer het alarm afgaat, de sirene worden ingeschakeld en de knipperlichten van
de auto zullen beginnen te knipperen. Dit gedurende 30 sec. lang. Daarna zal het systeem zich
herstellen en wanneer de dief nog niet is gevlucht zal het alarm na ca. 8 sec. opnieuw afgaan.
Dit proces blijft zich herhalen totdat de eigenaar het alarm heeft uitgeschakeld of de dief is gevlucht.
Tevens treed er een motoronderbreking in werking, welke voorkomt dat de motor gestart kan
worden.
Motoronderbreking treedt alleen op indien het alarm ingeschakeld is en men probeert te starten (en
er dus een spanning op de oranje draad van het alarm komt te staan).
Inspectie en onderhoud.
Controleer minstens n maal per maand of uw alarm nog juist functioneert. Vooral deurschakelaars,
motorkap- en kofferdekselschakelaars kunnen door vervuiling defect raken. Mochten deze niet meer
soepel bewegen, maak ze dan goed schoon of vervang ze.
TAL33DBF.PM4
2.
Schakel het alarm in met de handzender en wacht ca. 40 seconden om het alarm de gelegenheid
te geven zich optimaal in te stellen.
3.
Steek uw arm naar binnen en beweeg uw hand snel op en neer. Gaat het alarm niet af, verhoog
dan de gevoeligheid door de instelpotentiometer gemarkeerd met sensibilit met de klok mee
te draaien.
Gaat het alarm wel af doe dan de test opnieuw en beweeg uw hand nu langzaam. Gaat het alarm
nu ook af, verlaag dan de gevoeligheid door de instelpotentiometer gemarkeerd met sensibilite
tegen de klok in te draaien (de kans op vals alarm is anders te groot).
4.
Indien u klaar bent, sluit dan de ramen, schakel het alarm uit en opnieuw in zoals eerder
beschreven. Wacht tot het systeem zich heeft ingesteld en sla met de vlakke hand op de ruiten,
het dak en de deuren. Gaat het alarm niet af, dan heeft u de afstelprocedure op de juiste wijze
uitgevoerd.
5.
Let erop dat ramen, schuifdak en ventilatiekanalen steeds gesloten zijn. Anders kan een stevige
windstoot of een voorbijrijdende vrachtwagen voor vals alarm zorgen.
Ook in de auto hangende vlaggetjes, poppetjes etc. kunnen voor vals alarm zorgen. Deze moeten
dan ook verwijderd worden! Tevens kan een standkachel die lucht in het interieur blaast het
ultrasoongedeelte van het alarmsysteem activeren. Een dergelijke standkachel mag dan ook
nooit gelijktijdig met het alarmsysteem in werking zijn !
TAL33DBF.PM4