You are on page 1of 6

De alarmcentrale AV-2025/3NL

Beschrijving van de alarmcentrale.


o
o
o
o
o
o
o
o
o

TNO/TBBS goedgekeurd ultrasoonalarmsysteem met afstandsbediening.


beveiliging van de voor- & achterportieren door massacontacten.
beveiliging van de kofferruimte en motorkap door massacontacten.
ultrasoon-interieur beveiliging.
uitschakelbare detectie van stroomgebruik.
akoestisch alarm (30 seconden).
optisch alarm door knipperen van de richtingaanwijzers.
motoronderbreking bestuurd door alarmcentrale (relais 15 A).
automatische reset na elke alarmperiode.

Voor het aansluiten van de systeemonderdelen kan het schema van de connector gebruikt worden of
het functieschema.

Aansluitpunten op het alarm type TEXALARM AV-2025/3NL

11-polig zwart
stekkerblok

6-polig wit
stekkerblok

Antenne

6-polig klemmenblok aan


achterzijde behuizing
Behuizing

123456

Instelling gevoeligheid USsensoren

TAL33DBF.PM4

Plaats voor bevestigingsbeugel

De centrale reageert af fabriek op stroomverbruik. Indien u wenst dat de centrale niet reageert op
stroomverbruik (TNO/TBBS voorschrift) dient u de rode draadlus door te knippen en goed af te
soleren. Gebruik deze stroomverbruik optie nooit bij een auto met autotelefoon of andere stroomverbruikers die ingeschakeld kunnen blijven na het uitschakelen van het contactslot (b.v. zelfdenkende
elektrische ventilator).
Klemmenblok achterzijde centrale nr. 1 t/m 6.
Op klem 5 van dit klemmenblok wordt een zwarte draad van de noodschakelaar aangesloten. De andere
draad van deze schakelaar op de massa aansluiten. Deze noodschakelaar is er, om het alarm uit te
schakelen als de afstandsbediening niet gebruikt kan worden (verloren of batterij leeg). De chauffeur
moet dan de deur openen met zijn sleutel en dan d.m.v. deze schakelaar het alarm uitzetten. Deze
schakelaar moet uiteraard op een zeer goed verborgen plaats gemonteerd zijn. Controleer altijd of de
noodschakelaar niet per ongeluk ingeschakeld kan blijven (b.v. door bagage of bekleding die er tegenaan
kan drukken). Bij het indrukken van de noodschakelaar worden de motoren van een eventueel
aangesloten centrale deurvergrendeling opengestuurd. Er blijft stroom door de motoren lopen zolang
er op de noodschakelaar gedrukt wordt. Bij een te lang ingedrukte schakelaar verbranden de motoren!!
Op klem 6 wordt de oranje draad van de LED aangesloten klem. De gele draad hiervan aansluiten op
de massa.
Klem 10 en 11 (van het 11-polige zwarte stekkerblok) zijn bedoeld voor de motoronderbreking. Hierbij
wordt de voeding van de benzinepomp, startmotor of elektromagnetische stopper (bij diesel)
onderbroken. Motoronderbreking geschiedt door het ingebouwde onderbrekingsrelais. Dit relais mag
maximaal 15 A schakelen. Bij een belasting boven 15 A is het aan te raden een extra schakelrelais toe

6-polig klemmenblok
AV-2025/3NL
Klem

AV-2025/3NL
1 2 3 4 5 6

TAL33DBF.PM4

1
2
3
4
5
6

Functie

Kleur

US-sensor
US-sensor
US-sensor
US-sensor
Noodschakelaar
LED (+12 V)

Kleurloos
Afscherming
Afscherming
Rood
Zwart
Oranje

te passen.
De draden voor de centrale portiervergrendeling (in het 6-polig grijs stekkerblok) zijn in het alarm
gezekerd door automatische zekeringen. Bij een eventuele kortsluiting of overbelasting zal de zekering
in werking treden. Wanneer de kortsluiting of overbelasting verholpen is zal de zekering na korte tijd
weer doorverbinden.
Tevens zijn de stuurdraden voor de richtingaanwijzers, en de sirene-uitgang in het alarm gezekerd door
automatische zekeringen.

11-polige zwart stekkerblok AV-2025/3NL

6
9

5
8

4
7

11

10

Klem

Functie

Kleur

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Plus na contactslot (*)


Massa maakcontact
Richtingaanwijzers
Sirene
Massa maakcontact
Richtingaanwijzers
Plus accu
Min accu
Plus accu
Motoronderbreking
Motoronderbreking

Oranje
Wit
Geel
Blauw/grijs
Wit
Geel
Rood
Zwart
Rood/grijs
Groen/wit
Groen

(*): LET OP!!! Op de oranje draad moet ook plus


blijven tijdens starten.

6-polige grijs
stekkerblok
AV-2025/3NL

Klem
1

2
3
4
5
6

TAL33DBF.PM4

Functie

Kleur

Deurvergrendeling openen
gemeenschappelijkcontact
Deurvergrendeling openen
werkcontact
Deurvergrendeling openen
rustcontact
Deurvergrendeling sluiten
gemeenschappelijkcontact
Deurvergrendeling sluiten
werkcontact
Deurvergrendeling sluiten
rustcontact

Blauw/groen
Rood/groen
Zwart/groen
Geel/groen
Rood/blauw
Zwart/wit

11-polig stekkerblok

6-polig stekkerblok

6-polig klemmenblok
Oranje LED

Richting aanwijzers

Geel LED
LED
Zwart

Zwart
Geel knipperlicht

Noodschakelaar

Geel - knipperlicht
Rood - US
draad

Zwart - min accupool

Rood - +12 V constant

Mantel - US draad

Rood/grijs - +12 V constant

Mantel - US draad

Oranje - +12 V (plus) na contactslot

Kleurloos - US draad

Wit - massa maak


schakelaar

Zwart/wit
Rood/blauw

Wit - deurschakelaar

Geel/groen

Centrale
portiervergrendeling
sluiten

Zwart/groen
Blauw/grijs - sirene

Rood/groen

Zwart - sirene

Centrale
portiervergrendeling
openen

Blauw/groen

Rood en
oranje

Bij een noodstroomsirene


moeten ook de rode en de
oranje aangesloten worden.

+
Groen/wit
Groen

TAL33DBF.PM4

M
Onderbreking stuurdraad
relais startmotor,
benzinepomp of
elektromagnetische
stopper (bij diesel)
(boven 15 A belasting een
extra schakelrelais
toepassen, zie schema in
hoofdstuk Functies).

Bediening van het alarmsysteem


Het inschakelen van het alarmsysteem.
Buiten de auto op de knop van de handzender drukken. Het alarm wordt ingeschakeld en tevens zullen
de deuren vergrendeld worden (alleen indien de auto centrale portiervergrendeling heeft). Alle
knipperlichten zullen n keer oplichten om aan te geven dat het alarm aan staat en de deuren gesloten
zijn.
Na inschakeling duurt het ca. 40-45 seconden voordat het alarmsysteem zich ingesteld heeft.
De LED zal rustig gaan knipperen als het alarm actief is.

Het uitschakelen van het alarmsysteem.


De eigenaar drukt bij terugkeer bij de auto op de knop van de handzender. Alle knipperlichten zullen
enkele malen knipperen. Het alarm wordt uitgeschakeld en tevens zullen de deuren geopend worden
(alleen indien de auto centrale portiervergrendeling heeft).
De LED zal uit zijn als het alarm uitgeschakeld is.
Indien de afstandsbediening niet zou werken, of de eigenaar is deze verloren, dan is er maar n
mogelijkheid om weer met de beveiligde auto te kunnen rijden.
In dat geval doet de chauffeur de deur open met de sleutel. Het alarm gaat nu af. Hij stapt in, en drukt
op de (goed verborgen) noodschakelaar.
Het is niet mogelijk op enige andere wijze weer met de auto te gaan rijden als via bovenvermelde
procedure.

Alarmering.
Het alarmsysteem reageert op het openen van de portieren, motorkap, kofferdeksel en op bewegingen
in de auto (ultrasoon).
In alle gevallen zal, wanneer het alarm afgaat, de sirene worden ingeschakeld en de knipperlichten van
de auto zullen beginnen te knipperen. Dit gedurende 30 sec. lang. Daarna zal het systeem zich
herstellen en wanneer de dief nog niet is gevlucht zal het alarm na ca. 8 sec. opnieuw afgaan.
Dit proces blijft zich herhalen totdat de eigenaar het alarm heeft uitgeschakeld of de dief is gevlucht.
Tevens treed er een motoronderbreking in werking, welke voorkomt dat de motor gestart kan
worden.
Motoronderbreking treedt alleen op indien het alarm ingeschakeld is en men probeert te starten (en
er dus een spanning op de oranje draad van het alarm komt te staan).

Inspectie en onderhoud.
Controleer minstens n maal per maand of uw alarm nog juist functioneert. Vooral deurschakelaars,
motorkap- en kofferdekselschakelaars kunnen door vervuiling defect raken. Mochten deze niet meer
soepel bewegen, maak ze dan goed schoon of vervang ze.

TAL33DBF.PM4

Controle ultrasoon AV-2025/3NL


De afstelling van de juiste gevoeligheid gaat bij dit systeem d.m.v. de ingebouwde instelpotentiometer
(sensibilt).
1.

Open n van de zijramen ca. 10 cm (liefst achter).

2.

Schakel het alarm in met de handzender en wacht ca. 40 seconden om het alarm de gelegenheid
te geven zich optimaal in te stellen.

3.

Steek uw arm naar binnen en beweeg uw hand snel op en neer. Gaat het alarm niet af, verhoog
dan de gevoeligheid door de instelpotentiometer gemarkeerd met sensibilit met de klok mee
te draaien.
Gaat het alarm wel af doe dan de test opnieuw en beweeg uw hand nu langzaam. Gaat het alarm
nu ook af, verlaag dan de gevoeligheid door de instelpotentiometer gemarkeerd met sensibilite
tegen de klok in te draaien (de kans op vals alarm is anders te groot).

4.

Indien u klaar bent, sluit dan de ramen, schakel het alarm uit en opnieuw in zoals eerder
beschreven. Wacht tot het systeem zich heeft ingesteld en sla met de vlakke hand op de ruiten,
het dak en de deuren. Gaat het alarm niet af, dan heeft u de afstelprocedure op de juiste wijze
uitgevoerd.

5.

Let erop dat ramen, schuifdak en ventilatiekanalen steeds gesloten zijn. Anders kan een stevige
windstoot of een voorbijrijdende vrachtwagen voor vals alarm zorgen.
Ook in de auto hangende vlaggetjes, poppetjes etc. kunnen voor vals alarm zorgen. Deze moeten
dan ook verwijderd worden! Tevens kan een standkachel die lucht in het interieur blaast het
ultrasoongedeelte van het alarmsysteem activeren. Een dergelijke standkachel mag dan ook
nooit gelijktijdig met het alarmsysteem in werking zijn !

TAL33DBF.PM4

You might also like