You are on page 1of 16

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Jainey den Exter Blokand
Mentor
Maartje van Hofwegen
Klas
15C
Datum
16-3-16
Stageschool t Slingertouw
Groep
8
Plaats
Eindhoven
Aantal lln 29
Vak- vormingsgebied: Techniek/Natuur
Speelwerkthema / onderwerp:
Persoonlijk leerdoel:
- Duidelijke instructies kunnen geven aan de bovenbouw, door te zorgen voor een duidelijke opbouw in mijn les en met een rustige/harde stem te praten.
- Goede groepjes kunnen maken op basis van het sociogram en de toetsresultaten
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
- De kinderen kunnen samenwerken, door binnen hun groepje te
- De kinderen presenteren aan het einde van de les m.b.v. het werkblad wat voor
overleggen en discussiren over de keuze die ze maken.
oplossing ze hebben bedacht voor het milieu en ze kunnen ook bedenken wat zij er
- De kinderen kunnen stukjes tekst op volgende van oorzaak-gevolg
zelf aan kunnen bijdragen.
te leggen, door stukjes tekst uit te sluiten en samen te overleggen
binnen het groepje. Dit binnen 10 minuten.
- De kinderen kunnen oplossingen bedenken en presenteren bij een
van de nadelige problemen uit het rijtje, door te kijken naar de
oorzaak van een milieu probleem.
Coperatieve werkvorm: koppen bij elkaar en brainstorm
(Alleen heb ik bij deze les geen random nummers gegeven, maar gekeken
naar niveau en het sociogram)

Beginsituatie:
De groep:
De groep waarvoor deze les is, bestaat uit 29 leerlingen. Hiervan heeft 1 leerling (S.C) de diagnose autisme (PDD-NOS) en een andere leerling (L v/d M) heeft ADHD
(maar heeft autistische trekken: is niet gediagnosticeerd). Zij raken de aandacht niet snel kwijt maar hebben sterk de behoefte aan een duidelijke en korte instructie
(nemen alles letterlijk). Een aantal weken geleden heeft de groep voor mij een klimaatschaal en een sociogram ingevuld waaruit ik voor een deel kan zien welke kinderen
op hun gemak zijn in de klas en welke kinderen zich minder goed voelen in de klas. Het leek mij dan ook een goed idee kinderen die populair zijn te mixen met kinderen
die minder populair zijn in de klas. Dit zorgt waarschijnlijk voor wat gevarieerde groepjes en zo leren de kinderen met verschillende kinderen samen te werken. Daarnaast
heb ik de resultaten van de laatste natuurtoetsen bekeken en op basis van de resultaten de kinderen over de groepjes verdeeld.
Actuele beginsituatie/voorkennis:
Deze groep kan goed in stilte zelfstandig werken en deze rust vasthouden. Verder hebben de kinderen deze week projectweek die in het teken staat van groene energie
en duurzaam leven. De kinderen hebben hierover al verschillende filmpjes gezien en van een onderwerp dat ze zelf mochten kiezen een collage gemaakt. De kinderen
zijn dus op de hoogte van milieu problemen en hoe ze energie kunnen besparen.
Werkvormen:
De leerlingen hebben vaker samengewerkt en gezamenlijke keuzes moeten maken op basis van goed overleg. De kinderen werken deze les in de coperatieve
werkvorm: genummerde hoofden en brainstorm
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leeractiviteit
Leraar
leergedrag leerling(en)
- Ik vraag de klas wat ze nog weten van
- De kinderen vertellen wat ze nog weten van
2 minuten
oorzaak-gevolg relaties
oorzaak-gevolg relaties
- Ik zou de volgende les de lesdoelen met
de kinderen kunnen bespreken. De
kinderen weten dan precies welke
doelen ik deze les wil behalen en
kunnen daardoor gerichter aan het
werk.

Materialen / Organisatie

Werkblad
oplossingen milieu
probleem
Pen/potlood
Kaartjes oorzaakgevolg

3 minuten

Ik leg de kinderen uit wat voor soort


kaartjes ik voor ze heb en wat de
bedoeling is dat ze gaan doen met deze
kaartjes. (zie bijlage 1)

Uitleg: Elk groepje krijgt 12 kaartjes uitgedeeld.


Op elke kaartje staat een oorzaak of gevolg
(milieu gerelateerd).
Het is de bedoeling dat de kinderen eerst alle
gevolgen en oorzaken sorteren en vervolgens
mogen de kinderen bij elke oorzaak een gevolg
gaan zoeken.
Als elk groepje de oorzaken bij de juiste
gevolgen heeft gezocht gaan we klassikaal
bespreken waarom een oorzaak en gevolg bij
elkaar horen of juist niet.
Nadat we alles hebben nagekeken mag elke
groepje zelf een oorzaak en gevolg kiezen. De
kinderen mogen hier een oplossing voor
bedenken. (De setjes oorzaken-gevolgen
vormen namelijk milieu problemen).

Ik leg uit dat het de bedoeling is dat ze


eerst samen gaan kijken naar alle
kaartjes en deze even doorlezen.
Vervolgens moeten ze de oorzaken en
gevolgen sorteren en pas daarna
mogen ze de kaartjes (oorzaak-gevolg)
bij elkaar gaan zoeken.

De kinderen luisteren naar mijn instructie over de les


en stellen nog vragen over onduidelijkheden

12 min
uten

15 minuten

Ik maak de groepjes bekent en wijs de


kinderen aan waar ze met hun groepen
moeten gaan zitten
Ik deel vervolgens de kaartje uit

Ik roep de aandacht terug door te


vragen of ze even naar me willen
luisteren
Ik kijk de combinaties die de kinderen
hebben gemaakt (oorzaak-gevolg)
klassikaal met de kinderen na
Vervolgens leg ik de kinderen uit dat ze
nu een oorzaak-gevolg moeten kiezen,
hier een oplossing voor moeten
bedenken en deze oplossing na 7
minuten moeten presenteren
Na het presenteren bespreek ik de les
kort na met de kinderen

De kinderen gaan aan de juiste tafels zitten met hun


groepje.
De kinderen gaan aan de slag!
De kinderen laten hun werk liggen en kijken mijn
kant op
De kinderen schrijven hun gekozen oorzaak-gevolg
op het werkblad en bedenken met het groepje een
oplossing
Deze oplossingen mogen de kinderen even kort
komen presenteren voor de klas
De kinderen geven na de les tips en tops over de les
of over mij

Persoonlijke reflectie
Wat ging er goed?
- Het inleiden van mijn les ging erg goed deze keer. Ik had meteen de aandacht door het stilte teken te gebruiken. Daarnaast waren
de kinderen snel genteresseerd in het onderwerp, omdat ze er al veel van wisten i.v.m. de projectweek met het thema milieu.
- Verder ging het instructie geven ook goed. Ik liet de blaadjes zien en legde de kinderen uit wat de bedoeling was. Dit werd meteen
opgepikt en de kinderen konden dan ook snel aan de gang.
Wat ging er minder goed?
- Bij een groepje bleven de kinderen te lang bezig met discussiren welke oorzaken bij welke gevolgen hoorde. Hierdoor liep deze
groep achter. Zelfs na het bespreken van de antwoorden was deze groep nog steeds aan het discussiren waardoor zij aan het
einde van de les niet eens een oplossing voor een probleem hadden bedacht. Zij hebben geen presentatie gehouden. Ik heb dus
niet genoeg kunnen begeleiden in deze groep om er voor te kunnen zorgen dat zij door gingen met de opdracht.
- Verder heb ik de groepjes deze les te groot gemaakt, waardoor er in elk groepje een aantal kinderen de leiding namen een aantal
kinderen niks zaten te doen. Dit is natuurlijk niet de bedoeling.
Wat zou ik de volgende les anders doen?
- De volgende les zou ik alle groepjes in de klas laten werken. Hierdoor verlies ik minder snel het overzicht en zie ik vanaf de andere
kant van lokaal of er iets mis gaat binnen een groepje.
- Daarnaast zou ik bij deze les de groepjes kleiner maken en zelfs veranderen in duos. In duos worden de kinderen geforceerd
samen te werken met elkaar en is de kans kleiner dat er kinderen in de klas zitten die niks aan het doen zijn. Ze zijn dan afhankelijk
van elkaar.

Feedback (vervangster)
Datum:18-03-2016

Bijlage 3
Feedback op lesuitvoering werkplekbegeleider- (stap 7)
Naam van student: Jainey den Exter Blokland
Naam van werkplekbegeleider: Maartje van Hofwegen
Les / vakgebied : natuur/techniek
Datum uitvoering van activiteit: 18-03-16
- /+- / +
+

Eventuele opmerkingen

De student heeft voor aanvang van


een onderwijsactiviteit benodigde
leermiddelen en materialen klaar
gezet

Prima. Goed voorbereid

De student laat zien dat hij de regels


die gelden in de klas goed kan
hanteren

Je loopt goed rond.

De student heeft een goed overzicht


over de (groepjes) leerlingen

Je deelt likes uit!

De student spreekt kinderen aan op


gedrag en stimuleert hen positief

De student biedt hulp bij het


leerproces van kinderen en laat
hierbij zien dat hij actief kan
luisteren

De student heeft de beginsituatie en


de lesdoelen in zijn lesvoorbereiding
specifiek en concreet geformuleerd.

De student hanteert coperatieve


werkvormen*
*niet bij elke les noodzakelijk

De student bevordert de
samenwerking tussen leerlingen en
de redzaamheid van individuele
leerlingen.

+-

De student evalueert de
onderwijsactiviteit tegen het licht
van de geformuleerde lesdoelen en
geeft, indien van toepassing,
feedback op het
samenwerkingsproces.

Goed dat je terugblikt naar een les waar oorzaak-gevolg naar voren kwam. Kort weer toegelicht! Duidelijk.
De opdracht is duidelijk. Kinderen gaan goed aan het werk.
Bij het bespreken zorg ervoor dat iedereen stil is, begin daarna met het bespreken. Houd het tempo hoog bij het bespreken.
Ook de tweede opdracht is duidelijk voor de kinderen. Ze gaan hier goed mee aan de slag. Kinderen hebben goede oplossingen bedacht.
Je hebt goed nagedacht over de samenstelling van de groepjes.
Joyce

OGP3
Format voor toelichting lesontwerp
Domein: Taal Rekenen/ wiskunde OJW BVO- Techniek
*omcirkel wat van toepassing is

Voor een meer uitgebreide beschrijving van de standaarden en criteria, zie bladzijde 2 van de OGP3-opdracht. Of via
https://www.fontys.nl/pabo/denbosch/competentieprofiel/Propedeusefase/index.html

Sta bewust stil bij jouw doelen voor de groep, zoals geformuleerd in de overdenking van de groep
Sta in je antwoorden aan terugkoppeling naar zowel (vakspecifieke) theorie als praktijk
Welke keuze(s) heb je in dit
opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s)


gemaakt?

B1. Leerdoelen stellen

Mijn lesdoelen:

3.4 passend leerinhouden


vanuit leerlijnen

Kerndoel 39
De leerlingen leren met zorg om te
gaan met het milieu.

Ik voor deze lesdoelen gekozen


omdat we die week projectweek
hadden waarbij het milieu en
duurzaam leven centraal
stonden. Ik heb mijn les dus
aangepast aan de beginsituatie.
Daarnaast moeten de kinderen
bij deze les samenwerken om
de juiste oorzaken en gevolgen

3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

- De kinderen kunnen
samenwerken, door binnen hun
groepje te overleggen over de

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
1.1 zicht op groepjes
leerlingen
1.3 effectieve
leerkrachtcommunicatie

keuzes die ze maken en hierover


te discussiren.
- De kinderen kunnen stukjes tekst
op volgorde van oorzaak-gevolg
leggen, door stukjes tekst uit te
sluiten en samen te overleggen
binnen het groepje. Dit binnen 10
minuten.
- De kinderen kunnen oplossingen
bedenken en presenteren bij een
van de nadelige problemen uit het
rijtje, door te kijken naar de
oorzaak van een milieu probleem.
De kinderen werken deze les
samen in groepjes van 4/5
kinderen. Tijdens het zoeken van
de oorzaken bij de gevolgen liep ik
door de klas en stopte ik telkens
even bij een groepje.

Deze les ben ik tijdens het werken


in de groepjes telkens gaan zitten
bij een groepje. Ik stelde ze
vragen of gaf ze tips bij het
sorteren van de oorzaken en
gevolgen. Daarnaast gaf ik tijdens
het werken aan dat het wat
zachter kon of dat een groepje
goed aan het werk was.

bij elkaar te zoeken en later een


oplossing voor een van de
problemen te presenteren.

Ik heb de groepjes om basis


van natuurtoets resultaten en
het sociogram laten
samenwerken. In elk groepje
heb ik een aantal kinderen met
goede testresultaten en een
aantal kinderen met minder
goede testresultaten gestopt.
Daarnaast heb ik gekeken naar
de verstoten en populaire
kinderen in de klas en ik heb
deze kinderen ook per groepje
gemixt.
Ik probeer altijd tijdens mijn
lessen zo veel mogelijk rond te
lopen. Zo zien de kinderen dat
ik ze zie en er ben om
eventueel vragen te stellen.
Tevens vind ik het belangrijk dat
kinderen die hard aan het werk
zijn gecomplimenteerd worden
en andere kinderen
aangesproken worden op hun
negatieve gedrag.

A4. Interactie aangaan met


de groep
3.13 feedback aan leerlingen

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten

Ik heb tijdens de introductie van


mijn les klassikaal besproken wat
oorzaken en gevolgen zijn en de
kinderen voorbeelden laten
bedenken.
Tijdens de les geef ik de kinderen
feedback, maar ook aan het einde
van de les heb ik met de kinderen
de les besproken. Zij mochten
zeggen wat ze van de les vonden,
maar ook ik heb gezegd hoe ik
vond dat er werd gewerkt.

Deze les hebben de kinderen


samengewerkt in groepjes van 4/5
kinderen. Hier paste ik de
werkvorm genummerde hoofden
toe, alleen heb ik de kinderen van
te voren al ingedeeld door te
kijken naar niveau (toets
resultaten natuurtoetsen) en de
resultaten van het sociogram. De
kinderen moesten samen
overleggen en bespreken over wat
zij dachten dat oorzaken en

Ik vind het fijn mijn les met


interactie te beginnen, omdat ik
op deze manier snel de
aandacht heb van de klas.
Daarnaast haal ik met deze
interactie en vragen oude
kennis weer even naar voren.
Na de les vind ik het fijn om te
weten wat ik nog kan
verbeteren aan mijn manier van
les geven en ik wil ook dat de
kinderen weten wat ik wel en
niet goed tijdens een les. Dit
kan ik aan het einde van de les
laten weten.
Uit een onderzoek van Butler en
Nisan (1986) komt naar voren
dat het geven van
gendividualiseerde, specifieke
uitleg over de prestatie op een
taak de intrinsieke motivatie
verhoogt. (Evalueren: een
leerkans voor leraren en
leerlingen, 2000)
Ik heb gekozen voor groepjes
van 4/5 kinderen, omdat ik niet
wilde dat de groepjes te groot
werden, maar ook niet te klein.
Doordat de groepjes uit 4/5
kinderen bestond heb ik het
aantal oorzaken en gevolgen
daarop afgesteld.
Ik wilde dat de kinderen deze
les in of dicht bij de klas bleven,
zodat ik het overzicht hield en ik
eventueel snel groepjes kon

gevolgen waren. Daarna moesten


de kinderen samen de juiste
oorzaken en gevolgen bij elkaar
zoeken.
Verder werd er ook nog
gebrainstormd over een oplossing
voor een van de problemen.
(oorzaak + gevolg).
De kinderen mochten tijdens de
les in de klas werken en een
groepje op de gang, aan
verschillende groepjes tafels.

Theorie werkvormen
Genummerde hoofden:
Alle kinderen in het groepje krijgen
een nummer. De leerkracht geeft een
opdracht, waar aan het eind iedereen
een antwoord op moet weten. Elke
leerling denkt voor zichzelf hierover na
en schrijft het antwoord op. Daarna
vertellen ze om de beurt hun antwoord
aan de andere groepsleden. Ze
overleggen wat het juiste antwoord is,
dit moet elke leerling aan het einde
weten. Tenslotte noemt de leerkracht
een nummer. In elk groepje heeft het
kind met dat nummer de taak om aan
de klas te vertellen wat hun
groepsantwoord is. Deze werkvorm
kan op verschillende momenten van
de les ingezet worden. Hij is geschikt
voor groep 1 tot en met 8. De
samenwerkingsvaardigheden die aan

helpen.

bod komen, zijn: overleggen en


overeenstemming bereiken.

Brainstorm:
Bij het brainstormen geeft de
leerkracht een opdracht aan de
groepjes. Een voorbeeld is: Bedenk in
drie minuten zoveel mogelijk dingen
die je kunt maken van crpepapier. Ze
verzinnen dan in snel tempo ideen.
De leerlingen borduren voort op de
ideen van de andere groepsleden.
Elke inbreng is waardevol, ook gekke
ideen. Een van de kinderen is
schrijver. Daarna is de klassikale
nabespreking van de resultaten. De
brainstorm is bruikbaar als orintatie
of om de voorkennis te activeren. Hij
nodigt uit tot creatief denken. Deze
werkvorm is geschikt voor groep 3 tot
en met 8. De
samenwerkingsvaardigheden die aan
bod komen, zijn: luisteren en elkaar de
kans geven om inbreng te hebben.

Bronnenlijst volgens de APA normen:


-

Kerpel, A. (2016) Coperatieve werkvormen


Verkregen 2 april 2016, via http://wij-leren.nl/cooperatieve-werkvormen-artikel.php
Struyf, E. (2000) Evalueren: een leerkans voor leraren en leerlingen
Leuven: Acco

Bijlage 1

Kaartjes
Oorzaak: Menselijke invloed gaat te sterk overheersen, doordat wij stoffen aan het
milieu toevoegen die er niet horen of juist stoffen weghalen uit de natuur (uitputting).
Oorzaak:
Er komen giftige stoffen in het milieu terecht. Bijvoorbeeld door verbranding van
fossiele brandstoffen, zoals steenkool, aardgas en aardolie. Bodem, water en lucht
worden verontreinigd.
Oorzaak: Zure regen
Oorzaak:
De gassen die wij uitstoten door het verbranden van fossiele brandstoffen zorgen
voor een soort deken vormen rondom onze planeet. Waardoor de warmte van de
zon niet meer kan ontsnappen.
Oorzaak:

Wij gooien ons plastic niet in de prullenbak of laten het op straat achter. Een deel van
dit plastic beland in de zee.
Oorzaak:
Luchtvervuiling door verkeer, industrie en huishoudens.
Gevolg:
Ecosystemen zijn voortdurend in verandering. In een stabiel systeem blijven
veranderingen echter binnen bepaalde grenzen schommelen en zijn de kringlopen
min of meer gesloten.
Ecosystemen zich niet meer kunnen herstellen en er veranderen dingen
binnen de kringloop.
Gevolg:
Het ontstaan van het broeikaseffect en zure regen.
Gevolg:

Materialen raken beschadigd (denk maar bv. aan standbeelden en


dakbedekking). Veel standbeelden die van kalk gemaakt zijn vervormen.

Gevolg:
De gemiddelde temperatuur op de aarde stijgt en het ijs op de polen smelt.
Gevolg:
Wij eten gevogelte of vissen met microscopisch kleine deeltjes plastic erin.
Gevolg:
Smog heeft vooral gevolgen voor mensen met aandoeningen aan de
luchtwegen. Ook gezonde mensen kunnen er last van krijgen. Men krijgt last
van de luchtwegen, longen en irritatie van de slijmvliezen en ogen. Bij hoge
concentraties van smog nemen zelfs de sterfgevallen toe.
Maar niet alleen de mens lijdt onder smog. Ook planten en dieren hebben er
last van.

You might also like