You are on page 1of 3

GGD Brabant-Zuidoost

Postbus 810
5700 AV Helmond
Infectieziektebestrijding
Tel: 08800-31333

Rabis (hondsdolheid)
1.

Wat is het
Hondsdolheid of rabis is een dodelijke ziekte die veroorzaakt wordt door een virus. In Nederland
komt hondsdolheid zelden voor.

2.

Waar en hoe kan je het oplopen


Het virus wordt overgebracht doordat speeksel van een besmet dier in een huidwondje of op
slijmvlies van een mens terechtkomt. Dat kan gebeuren door bijten, likken of krabben door het
dier. Hondsdolheid komt overal in de wereld voor behalve in Australi en Nieuw Zeeland. In alle
landen van Europa komt hondsdolheid voor, behalve in Engeland, Ierland en Scandinavi. Buiten
Nederland kunnen vleermuizen, vossen, honden, katten en andere zoogdieren besmet zijn met het
virus. In Nederland zijn alleen vleermuizen mogelijk besmet.

3.

Ziekteverschijnselen
De ziekte begint met griepachtige verschijnselen met koorts, gevolgd door spierkrampen, stuipen
en verlammingsverschijnselen. Daarna treden slik- en ademhalingsproblemen op, waaraan de
patinten altijd overlijden.

4.

Duur tot verschijnselen


Na besmetting duurt het twee weken tot een jaar voordat er ziekteverschijnselen optreden.

5.

Immuniteit
Door vaccinatie ontstaat gedurende twee jaar enige bescherming tegen de ziekte.

6.

Welke mensen lopen (extra) risico


Mensen die in Nederland beroepsmatig of in vrije tijd in contact kunnen komen met vleermuizen
(grottenonderzoekers) lopen risico op besmetting. In het buitenland bestaat ook risico op
besmetting bij contact met andere (zoog)dieren.

7.

Besmettelijkheid voor anderen


Besmetting van mens op mens komt niet voor. Dieren die besmet zijn kunnen het virus via een
beet overdragen voordat ze zelf ziekteverschijnselen hebben.

Update 01-08-2006

Pagina 1 van 3

geprint: 19-08-10

GGD Brabant-Zuidoost
Postbus 810
5700 AV Helmond
Infectieziektebestrijding
Tel: 08800-31333

8.

Maatregelen om ziekte te voorkomen


Raak dode of zieke dieren niet aan als de oorzaak niet bekend is. Pak vleermuizen niet aan.
Haal in het buitenland ook onbekende honden en katten niet aan; let op dat (kleine) kinderen
onbekende dieren niet aanraken. Als u vermoedt dat een dier hondsdolheid heeft, neem dan
contact op met de GGD. De volgende verschijnselen treden bij dieren op:
Vossen worden minder schuw (terwijl ze gewoonlijk mensen mijden) en kunnen mensen
aanvallen. Honden en katten veranderen van karakter, gaan zwerven, vermageren en lopen
onzeker. In een laat stadium van de ziekte loopt speeksel uit hun bek.

Inenting tegen hondsdolheid is bij mensen ook mogelijk. In Nederland is dat niet nodig. Inenting is
wel aan te raden wanneer mensen door hun beroep of activiteiten (in Nederland of in het
buitenland) risico lopen. Inenting geeft twee jaar enige bescherming tegen de ziekte.

9.

Huisarts
Ga na een beet of contact met speeksel van een mogelijk besmet dier zo snel mogelijk naar een
arts.

10. Behandeling
Behandeling met antistoffen moet zo snel mogelijk na een beet door een mogelijk besmet dier
gestart worden. De arts weet waar en hoe de inentingsvloeistoffen te verkrijgen zijn.
Genezing
Patinten met verschijnselen van hondsdolheid overlijden aan de ziekte.

11. Complicaties
Zie ziekteverschijnselen.

12. Extra maatregelen


Maak de plaats van de beet goed schoon met een borsteltje, water en zeep. Ontsmet de wond met
jodium of alcohol. Ga zo snel mogelijk, in elk geval binnen 24 uur naar een arts. Deze beoordeelt
of er kans bestaat op hondsdolheid. Als er risico bestaat op hondsdolheid is inenting nodig, ook als
u eerder bent ingent. Daarmee moet zo snel mogelijk na de beet gestart worden. Dat verkleint
de kans om ziek te worden. Voor een goede bescherming is 5 keer inenten nodig.

Bel de GGD afdeling infectieziekten of de milieudienst van de gemeente om dode dieren op te


laten ruimen.

Update 01-08-2006

Pagina 2 van 3

geprint: 19-08-10

GGD Brabant-Zuidoost
Postbus 810
5700 AV Helmond
Infectieziektebestrijding
Tel: 08800-31333

13. Dagverblijf, school, werk

14. GGD
De GGD probeert te achterhalen of meer mensen besmet zijn. Wanneer het dier dat gebeten heeft
te achterhalen is, wordt het ook onderzocht op het virus.

15. Specifieke informatie


Reizigers naar het buitenland wordt verwezen naar informatie voor reizigers. Wanneer u vanuit
Nederland dieren meeneemt naar het buitenland, ook naar Belgi, moeten zij ingent zijn tegen
hondsdolheid.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de GGD Brabant-Zuidoost, afdeling
infectieziekten. Telefoon: 088 0031 333.

Update 01-08-2006

Pagina 3 van 3

geprint: 19-08-10

You might also like