You are on page 1of 10

Les 1: Sociale media

60 minuten

Digibord
Chromebooks
PowerPoint

Je leert wat sociale media precies is.


Je leert dat sociale media overal om ons heen is.
Je leert wat de voor en nadelen zijn van sociale media.
Je leert begrippen rondom het thema sociale media.

- De PowerPoint
- https://www.youtube.com/watch?v=q0zsfxD_7r4
- www.mentimeter.com
- http://www.schooltv.nl/video/clipphanger-wat-is-
socialbesitas/#q=socialbesitas
- www.socrative.com

Introductie
Vertel de leerlingen dat jullie een project gaan doen over
mediawijsheid, sociale media. Vandaag begint de eerste les. Vertel de
lesdoelen. Bekijk samen met de leerlingen het filmpje. Naar
aanleiding van dit filmpje gaan de leerlingen zitten in groepjes van
vier. Ze gaan een digitaal woordenweb maken. Alle leerlingen starten
hun Chromebook op.

Vervolg de volgende stappen op het digibord:


Ga naar: www.mentimeter.com
Log in met je account.
Druk op: sociale media
De leerlingen gebruiken de website en de code die nu op het digibord
staat.
Druk op het digibord op present, rechtsboven in je scherm.
De leerlingen kunnen nadat ze de code hebben ingevuld, in een tekst
vak invullen wat zij al weten over sociale media. Alles wat de
leerlingen zeggen verschijnt op het digibord. Als de leerlingen klaar
zijn bespreek je het interactieve woordenweb wat nu op het digibord
staat.

Instructie:
Tijdens de instructie vertel je de informatie die in de PowerPoint
beschreven staat. In de PowerPoint staan sommige vragen
dikgedrukt. Bespreek deze vragen met de leerlingen. Tot slot kijk je
samen met de leerlingen het filmpje socialbesitas. Vraag of de
leerlingen het zich voor kunnen stellen dat dit hen kan overkomen.
Begeleide inoefening
Let op: Voor groep 6 is het beter om te zeggen welke sociale media
kennen jullie in plaats van gebruiken jullie vanwege de leeftijd van de
leerlingen.

De slide: welke sociale media gebruiken jullie is helemaal leeg. De


leerlingen zitten op hun stoel. Klik 1x voor het eerste logo. Als er een
logo in beeld komt van een sociale media website dan mogen de
kinderen die dit gebruiken gaan staan. Elke keer dat je verder klikt
komt er een nieuw logo in beeld. Als een leerling ging staan bij
facebook maar bijvoorbeeld geen Instagram gebruikt dan gaat hij
weer zitten zodra het Instagram logo in beeld komt, gebruik hij dit wel
dan blijft hij staan. Zo blijft er dus iemand over die de meeste sociale
media platformen gebruikt/ kent.

Bespreek bij elk logo even om welk platform het gaat. De antwoorden
zijn: facebook, Instagram, Musically, snapchat, skype, YouTube,
Pinterest en LinkedIn. De leerlingen gaan allemaal weer zitten. Vraag
aan de leerlingen of zij kenmerken kunnen noemen bij de platformen.
Als de leerlingen het niet weten vertel je ze zelf.

Tip: laat de platformen die de leerlingen niet kennen even zien op het
digibord.

Informatie bij de sociale media platformen:


Facebook Op facebook maak je een account aan en kan je berichtjes
plaatsen. Meestal plaatsen mensen berichten over wat ze
gedaan hebben.
Instagram het werkt hetzelfde als facebook alleen kan je op Instagram
alleen maar fotos plaatsen. Instagram heeft de mogelijkheid
om filters over je fotos heen te doen zodat de fotos nog mooier
worden.
Musically Karaokeapp om filmpjes van jezelf op te nemen terwijl je zingt
deze filmpjes worden dan geplaatst en kan iedereen bekijken.
Snapchat Met snapchat kan je fotos op videos versturen naar personen.
Je kan instellen hoelang die personen de foto kunnen bekijken.
Zo kun je ook instellen dat de foto maar 2 seconde zichtbaar is.
Skype Social media platform waarmee je via het internet met elkaar
kan videobellen of gewoon bellen.
YouTube Op youtube plaatsen mensen door middel van een kanaal
videos. Vooral vloggers maken hier gebruik van.
Pinterest Pinterest is een sociaalnetwerksite die fungeert als prikbord. De
gebruiker kan over het hele web afbeeldingen pinnen en
vervolgens op een van de aangemaakte moodboards plaatsen.
De website is met name in trek bij vrouwen (ongeveer 80% van
de gebruikers)
LinkedIn Linkedin is een gratis socialenetwerksite die zich specifiek richt
op zaken mensen. Linkedin noemt zichzelf dan ook het grootste
professionele onlinenetwerk ter wereld, en telt al meer dan 150
miljoen gebruikers

Zelfstandige verwerking
De leerlingen maken een online quiz om hun kennis van deze les te
toetsen.
Ga naar: www.socrative.com
Druk op: teacher login
Log in met je account.
Druk op: Quiz
Druk op: Sociale media, next.
Druk op: Instant feedback druk vervolgens op start.

Op het scherm van het digibord kunt u de resultaten van de leerlingen


per vraag zien.
De leerlingen kunnen nu inloggen via de instructies die staan in de
PowerPoint.
Op het digibord kun je nu bijhouden hoe de vragen gemaakt worden.
Als er opvallende resultaten uit komen bespreek deze vraag dan nog
een keer door hierop te klikken.

Afsluiting
Eindig de les door aan de leerlingen te vragen wat zij geleerd hebben
en wat zij van de les vonden.

Les 2 Traditionele media vs. sociale media

60 minuten

Chromebooks
PowerPoint
Digibord
A3 papier

Je leert wat communicatiemiddelen zijn.


Je leert wat traditionele en sociale media is.
Je leert de verschillen tussen traditionele media en
sociale media.
Je leert het verschil tussen echt nieuws en nep nieuws.
Je leert hoe je een digitale muurkrant maakt.

- De PowerPoint
- http://www.schooltv.nl/video/communicatiemiddelen-
communicatiemiddelen-veranderen/#q=media
- http://www.schooltv.nl/video/de-kracht-van-snapchat-
razend-populair-social-media-kanaal-onder-
kinderen/#q=de%20kracht%20van%20snapchat
- http://www.schooltv.nl/video/wat-is-nepnieuws-
verzonnen-berichten-op-social-media/#q=nieuws
- http://popplet.com/

Introductie (10 minuten)


Vertel de leerlingen wat we gaan doen deze les en benoem de
lesdoelen.
Deze les gaat onder andere over traditionele media tegenover sociale
media. Om de voorkennis van de leerlingen te activeren begint de les
met een coperatieve werkvorm.
De placemat: (Op het digibord staat hoe hij eruit komt te zien)
Elk groepje van vier leerlingen krijgt een vel papier, in het midden
maken zij een rechthoek. Vanuit de hoeken van de rechthoek trekken
de kinderen lijnen naar de hoeken van het papier. Op die manier
ontstaan er nog vier vakken, voor elk groepslid een. Je vertelt aan de
leerlingen dat ze in hun eigen vak opschrijven waar ze aan denken bij
traditionele media en sociale media. Je stimuleert de leerlingen om
vooral verschillen en overeenkomsten op te schrijven. Daarna gaan de
leerlingen overleggen en formuleren ze een gemeenschappelijk
antwoord. Dat schrijven ze op in de gemeenschappelijke rechthoek.
Daarop volgt de klassikale uitwisseling.

Instructie (10 minuten)


Kijk met de leerlingen het filmpje: communicatiemiddelen veranderen.
Bespreek de verschillen tussen vroeger en nu. Bespreek vooraf de
begrippen. Tijdens de instructie vertel je de informatie die in de
PowerPoint beschreven staat. In de PowerPoint staan sommige vragen
dikgedrukt. Bespreek deze vragen met de leerlingen. Bekijk samen
met de kinderen het filmpje: De kracht van Snapchat. Geef aan dat dit
een voorbeeld is van sociale media.

Begeleide inoefening (10 minuten)


De leerlingen hebben nu geleerd wat de verschillen zijn tussen
traditionele media en sociale media. Bekijk samen het filmpje over
nepnieuws. Traditionele media kunnen niet snel onecht nieuws
plaatsen omdat alles gecontroleerd moet worden. Sociale media of het
gewone internet kunnen dit wel. Benoem dat niet alles wat je op
internet ziet automatisch waar is. Vraag aan de leerlingen of zij hier
voorbeelden van kunnen noemen. Doe de quiz op het digibord over
echt of nep nieuws. De leerlingen gaan staan als ze denken dat het
nieuws een feit is. Als je doorklikt komt het goede antwoord
tevoorschijn.

Zelfstandige verweking (25 minuten)


De leerlingen gaan een digitale muurkrant maken met behulp van het
programma popplet. De leerlingen starten hun Chromebook op en
doen dezelfde stappen als jij op het digibord.
Ga naar http://popplet.com/. Scroll naar beneden en druk op try it
out.
Er ontstaat nu een uitleg animatie over hoe het programma werkt.
Doorloop dit even met de leerlingen. Door op next te klikken legt de
pop up alle functies uit.

Let op: het programma is in het Engels. Leg daarom goed aan de
leerlingen uit hoe alles werkt!

Achter popplet staat : my new popplet. Door hierop te klikken kunnen


de leerlingen de naam veranderen. De leerlingen vullen hier het
onderwerp in waar hun popplet over gaat.
Verdeel de leerlingen in groepjes van drie. En laat de leerlingen een
onderwerp kiezen.
De leerlingen kunnen kiezen uit de volgende onderwerpen:
1. Traditionele media
2. Sociale media
3. Communicatiemiddelen
4. Facebook en twitter
5. Youtube
6. Manieren om reclame te maken
7. Het verschil tussen echt nieuws en nep nieuws
8. Wikipedia
9. Bloggen en vloggen
10. Telegram en faxen
11. Instagram en snapchat

Zorg ervoor dat de onderwerpen niet dubbel gekozen worden.


Als de leerlingen klaar zijn mailen ze een printscreen naar de
leerkracht.

Afsluiting (5 minuten)
Je opent de popplets op het digibord en bespreekt kort de popplets
na.

Les 3: WhatsApp en sociale media.

60 minuten

Digibord
Chromebooks
PowerPoint
Whatshappy poster voor ieder groepje 1 op A4.
1 grote whatshappy poster op A3

Je leert wat veilig omgaan met sociale media precies


betekent.
Je leert wat een like is en wat de gevolgen zijn van een
like.
Je leert wat een geotag is.
Je leert wat privacy instellingen zijn.
Je leert wat WhatsApp is en hoe je hier het beste mee
om kan gaan.
Je maakt gedragsregels voor WhatsApp.

- www.mentimeter.com
- http://www.schooltv.nl/video/wat-zijn-cookies-kleine-
verklikkertjes-die-onthouden-wat-je-doet-op-
internet/#q=cookies
- http://www.schooltv.nl/video/lijflied-online-dokter-
corrie-over-internetliefde/#q=whatsapp

Introductie (10 minuten)


Vertel de lesdoelen. De leerlingen gaan zitten in groepjes van drie. Ze
gaan een digitaal woordenweb maken. Alle leerlingen starten hun
Chromebook op.

Vervolg de volgende stappen op het digibord:


Ga naar: www.mentimeter.com
Log in met je account.
Druk op: whatshappy (plus je groep)
De leerlingen gebruiken de website en de code die nu op het digibord
staat.
Druk op het digibord op present, rechtsboven in je scherm.

De leerlingen kunnen nadat ze de code hebben ingevuld, in een tekst


vak invullen hoe je je moet gedragen op sociale media. Stimuleer de
leerlingen om het te hebben over gedragingen en niet over praktische
zaken. Ze schrijven twee dos op en twee donts. Alles wat de
leerlingen zeggen verschijnt op het digibord. Als de leerlingen klaar
zijn bespreek je het interactieve woordenweb wat nu op het digibord
staat.

Instructie(10 minuten)
Tijdens de instructie vertel je de informatie die in de PowerPoint
beschreven staat. Behandel aandacht aan de begrippen in de
PowerPoint. In de presentatie staan sommige vragen dikgedrukt.
Bespreek deze vragen met de leerlingen. Bekijk tot slot samen het
filmpje over internetliefde van dokter Corrie. Dokter Corrie zingt over
jezelf bloot geven op het internet. Bespreek met de leerlingen de
dubbelzinnigheid van dit liedje.

Begeleide inoefening (15 minuten)


Bespreek met de leerlingen wat er fout kan gaan als niemand zich aan
gedragsregels houdt in de digitale wereld. Wat zou er dan fout kunnen
gaan. Stimuleer de leerlingen om voorbeelden te noemen.

Zelfstandige verwerking (15 minuten)


De leerlingen gaan nu in groepjes van drie een poster maken over
gedragsregels. Het format van de poster is het kopieerblad. Ze vullen
de poster samen in. Als ze klaar zijn zetten ze onder de die
belangrijkste afspraken een streep.

Afsluiting (10 minuten)


Als de hele groep klaar is bespreek je de drie belangrijkste afspraken
van alle groepjes na. De overeenkomende afspraken schrijf je op de
grote poster. Dit worden de nieuwe chatafspraken voor deze klas.
Hang de poster in de klas op.

Les 4: Cyberpesten

60 minuten
- digibord
- Chromebook
- PowerPoint
- Gedragscodes kaartjes
- Gekleurde vellen.

Je leert keuzes te maken in situaties waarin er iemand


gepest wordt.
Je leert wat de gevolgen zijn van je keuzes.
Je leert wat je moet doen als zich vervelende situaties
voordoen.
Je leert een situatie van meerdere perspectieven te
bekijken.

Groep 6: http://www.itsuptoyou.nu/app/?id=xcnoh
Groep 7: http://www.itsuptoyou.nu/app/?id=7o1q9
Groep 8: http://www.itsuptoyou.nu/app/?id=jcbdq

Introductie (5 minuten)
Vertel de lesdoelen en vertel wat we gaan doen. Vraag aan de
leerlingen wat cyberpesten betekent. Misschien heeft iemand al eens
een situatie meegemaakt. Praat er kort over met de leerlingen.

Instructie (5 minuten)
Verdeel de leerlingen in groepjes van twee, probeer hierbij de meisjes
bij elkaar te houden en de jongens bij elkaar te houden. Per twee
leerlingen krijgen ze een Chromebook. Ze moeten de juiste link
overnemen in de internetbalk om de film te kunnen zien. Op de dia na
de linkjes zie je het scherm wat je moet krijgen als je de link hebt
ingetypt. Laat dit scherm aan de leerlingen zien om er zeker van te
zijn dat het bij iedereen goed gaat.

Begeleide inoefening: (20 minuten)


Leg uit wat de leerlingen moeten doen. De leerlingen gaan een film
kijken over cyberpesten. Ze mogen steeds zelf kiezen wat de
hoofdpersoon voor keuze gaat maken. Deze keuze moeten ze zo snel
mogelijk maken. Als ze niet binnen 30 seconde kiezen dan wordt er
automatisch een keuze gemaakt. De film kan niet op pauze worden
gezet. De leerlingen kijken de film.
Tip: verdeel de leerlingen over de school vanwege het geluid van de
film.

Als de leerlingen terugkomen in de klas bespreek je met de leerlingen


de eind scenarios. Er zijn vijf eind scenarios. Bespreek met de
leerlingen hoe ze daar terecht zijn gekomen. Vraag welke keuzes ze
hebben gemaakt.
De eind scenarios:
Presenteren voor de klas
Woonkamer van het slachtoffer
Twee vrienden op school
Schooldirecteur
Verhoorkamer politie

Tip: Laat de leerlingen de film nog een keer zien. Nu moeten ze


andere keuzes maken. Kunnen ze proberen bij een ander einde uit te
komen. Bespreek daarna door welke keuzes dit kwam.

Zelfstandige verwerking (20 minuten)


De leerlingen gaan gedragscodes schrijven. Leg kort uit wat een
gedragscode is. (Een gedragscode is een code die zegt wat je wel en
wat je niet moet doen). De leerlingen maken groepjes van vier. Elk
groepje krijgt een kaartje met een onderwerp waarover zij
gedragscodes gaan schrijven. Een voorbeeld van zon kaartje staat in
de PowerPoint. Bespreek dit goed met de leerlingen. Alle
gedragscodes die de leerlingen bedenken worden op een gekleurd vel
geschreven. Het onderwerp van het kaartje komt er groot en duidelijk
leesbaar op. De poster moet er leuk uitzien.

Er zijn zes soorten kaartjes. Als je meer viertallen hebt print er dan
meer uit en laat de kaartjes dubbel voorkomen.

Afsluiting (10 minuten)


Laat de leerlingen hun poster presenteren. Bespreek met de
leerlingen wat zij hebben geleerd.

Les 5: Veiligheid van het internet


60 minuten

- digibord
- Chromebook
- PowerPoint
- A3 papier

Je leert wat phishing betekent.


Je leert wat spam betekent.
Je leert wat virussen zijn en wat je eraan kan doen.
Je leert dat alles op het internet permanent is.
Je bent bezig met informatievaardigheden.
- De PowerPoint.
- Geheim agent A-A-P.

Introductie (10 minuten)


Vertel de lesdoelen en vertel wat we gaan doen. Deze les gaat over de
veiligheid van het internet. Om de voorkennis van de leerlingen te
activeren begint de les met een coperatieve werkvorm.

De placemat: (Op het digibord staat hoe hij eruit komt te zien)
Elk groepje van vier leerlingen krijgt een vel papier, in het midden
maken zij een rechthoek. Vanuit de hoeken van de rechthoek trekken
de kinderen lijnen naar de hoeken van het papier. Op die manier
ontstaan er nog vier vakken, voor elk groepslid een. Je vertelt aan de
leerlingen dat ze in hun eigen vak opschrijven waar ze aan denken bij
de veiligheid van het internet. Daarop volgt de klassikale uitwisseling.

Instructie (5 minuten)
Bespreek de drie begrippen van deze les: Phishing, Spam en virussen.

Begeleide inoefening (15 minuten)


Op het bord staan een aantal situaties die voor kunnen komen in de
digitale wereld. Bespreek de situaties kort. Vraag aan de leerlingen of
het gevaarlijke situaties zijn, of juist niet. Kunnen de leerlingen de
gevaren herkennen? Stimuleer de leerlingen om meer situaties te
bedenken.
Bij een klik op de presentatie verandert de kleur van de tekst.
Hierdoor kunt u zien of het een gevaar is of niet. Rood betekent
gevaar en groen betekent geen gevaar.

Zelfstandige verwerking (25 minuten)


De leerlingen gaan in groepjes van twee zelfstandig aan het werk. Ze
gaan eerst een filmpje kijken en daarover online de vragen invullen.
Als de leerlingen klaar zijn openen ze de tweede pagina en maken ze
hierop de vragen. Alle uitleg staat duidelijk op de PowerPoint.

Bespreek met de leerlingen dat de websites een kinderachtige lay out


hebben maar dat ze zeer nuttige informatie vertellen! Sommige
leerlingen zullen geheim agent A-A-P kinderachtig vinden. Stimuleer
ze om er toch serieus mee om te gaan.

Afsluiting (5 minuten)
Bespreek met de leerlingen wat zij hebben geleerd.

You might also like