You are on page 1of 9

Fase 1: denkwerk bepalen van

doelen/onderwerp
- Doelen die we willen behalen

o Stereotypen van jongens en meisjes begrijpen (ontwikkeling van


orintatie op de wereld)
Orintatie op de samenleving

o Taboe rond jongens en meisjes stereotypen doorbreken (socio-


emotionele ontwikkeling)
Inlevingsvermogen en seksueel bewustzijn
Waardengevoeligheid en normbesef
Onderzoekscompetentie

o Gevoelens kunnen verwoorden (ontwikkeling van innerlijk kompas +


socio-emotionele ontwikkeling)
Identiteit
Zelfregulerend vermogen
Omgaan met gevoelens en behoeften

o Inleven in de gevoelens van iemand anders (socio-emotionele


ontwikkeling)
Inlevingsvermogen
Relationele vaardigheden
Omgaan met gevoelens en behoeften

o Begrip assertiviteit verwoorden (socio-emotionele ontwikkeling)


Relationele vaardigheden
Waardengevoeligheid en normbesef

o Assertief kunnen reageren (ontwikkeling van initiatief en


verantwoordelijkheid + socio-emotionele ontwikkeling)
Relationele vaardigheden
Waardengevoeligheid en normbesef

o Respect hebben voor verschillen tussen individuen


Inlevingsvermogen
Orintatie op de samenleving

o Omgaan met verliefdheid (levensbeschouwelijke ontwikkeling vanuit


RKG)
Verbondenheid
Seksueel bewustzijn
Relationele vaardigheden
Omgaan met gevoelens en behoeften
o Zelfvertrouwen stimuleren (ontwikkeling van initiatief en
verantwoordelijkheid)
Zelfregulerend vermogen
Ondernemingszin
Veerkracht
Identiteit

o Omgaan met cyberpesten (mediakundige ontwikkeling)


Mediawijsheid

o Oplossingen bij geboren in verkeerd lichaam (ontwikkeling van


orintatie op de wereld)
Orintatie op tijd
Orintatie op ruimte
Orintatie op natuur

- Doelen worden gekoppeld aan passend onderwerp


Alle doelen werden reeds aangepast aan ons boek meisje jongen
jongen meisje van Harald Nortun.
- Doelgroep
3de graad

- Beginsituatie
Binnenkort gaan we naar het jeugdboekenfeest met de klas. Het thema
hiervoor is M/V/X. Om dit thema in te leiden gaan we voor de eerste keer
aan de slag met een verhalend ontwerp rond gender met het boek Meisje
jongen jongen meisje van Harald Nortun. De leerlingen kwamen hier nog
niet eerder mee in contact.

- Relevante ontwikkelvelden (nieuwe leerplankader)


Zie bovenaan

- Leerplandoelen (huidige leerplannen)

Overkoepelende doelstellingen
0.3 Kinderen beleven en ervaren een intense verbondenheid met de
wereld. Dat houdt in dat ze:
- aandacht en waardering tonen voor andere kinderen en volwassenen in
hun omgeving

0.4 Kinderen leven waardegericht. Dat houdt in dat ze:


- hun waarnemingen, ervaringen en handelingen toetsen aan waarden als
genegenheid, goedheid, rechtvaardigheid, solidariteit, dankbaarheid,
tolerantie, waarheid, ecologische duurzaamheid, respect, eerlijkheid,
geweldloosheid

0.6 Kinderen drukken zich zo verstaanbaar mogelijk uit en benoemen waar


mogelijk de dingen correct.
0.7 Kinderen kunnen en durven problemen aanpakken.

Mens en zingeving
2.4 Kinderen kunnen illustreren dat mensen van elkaar verschillen op
allerlei gebied.

2.5 Kinderen zien in dat elke mens iemand is, iets betekent, en op de
een of andere wijze blijft voortleven in de herinnering van anderen.

2.7 Kinderen zien in dat iedereen zijn leven een stuk in handen neemt. Dat
houdt in dat ze:
-vaststellen en uiten dat geluk berust op de beleving van waarden als
genegenheid, goedheid, rechtvaardigheid, respect, solidariteit, tolerantie,
vriendschap, waarheid.

2.10 Kinderen denken na over de eigen mogelijkheden en keuzes. Dat


houdt in dat ze:
- antwoorden zoeken op vragen als: Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik?
Hoe ga ik om met ... ? Waarom kies ik voor ? Hoe reageer ik op ? Hoe
denk ik over ?

Mens en medemens
4.2 Kinderen ontwikkelen vertrouwen in eigen mogelijkheden.
Dat houdt in dat ze:
- ervaren en uiten dat hun mogelijkheden ontwikkelen,
- ervaren, vaststellen en uiten dat de ontwikkeling van hun eigen
mogelijkheden ervoor zorgt dat ze voortdurend minder afhankelijk worden
van anderen

4.3 Kinderen ontwikkelen een genuanceerde kijk op hun eigen gevoelens


en gaan er op een adequate wijze mee om. Dat houdt in dat ze:
- gevoelens vrijuit tonen tegenover een vertrouwde volwassene,
- gevoelens van angst, blijheid, boosheid, verdriet, vriendschap bij
zichzelf kunnen onderkennen en trachten om te zetten in voor anderen
begrijpbaar en aanvaardbaar gedrag

4.5 Kinderen kunnen zich verplaatsen in de gedachten, gevoelens en


waarnemingen van anderen en houden daar rekening mee. Dat houdt in
dat ze:
-in hun gedrag rekening kunnen houden met de gevoelens of de wensen
van anderen,
- in gedachten, gevoelens en reacties van anderen verschillen en
gelijkenissen met zichzelf herkennen,

4.7 Kinderen kunnen respect en waardering opbrengen.

Mens en samenleving

5.4 Kinderen beseffen dat ze in een multiculturele samenleving leven

Mens en natuur
7.9 Kinderen ontdekken en zien in dat elke mens een ontwikkeling
doormaakt.

- Thema getoetst aan volgende criteria:


biedt kansen tot vakkenintegratie
Ja! We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk vakken uit het nieuwe
en oude leerplan te betrekken. Door zowel persoonsgebonden
ontwikkeling in contact te brengen met cultuurgebonden
ontwikkeling slagen we hier zeker in.
zorgt voor grote betrokkenheid bij lln
Ja! Doordat het boek in het ik-standpunt verteld wordt, zijn de
leerlingen heel nauw betrokken met het thema.
brengt de wereld in klas
Gender is een actueel thema. Leerlingen van de derde graad zijn al
actief op sociale media en komen vaak in contact met gender. Ze
zien veel stereotypen passeren in reclames, boeken, films
verdiept en verbreedt leren
Verdiepen: Het thema kan voldoende diep behandeld worden.
Verbreden: We kunnen met heel veel verschillende doelen aan de
slag. Het spreekt een breed publiek aan en er is mogelijkheid tot
integratie met andere vakken.

- Orden de onderzoeksvragen binnen een logisch webschema


o Formuleer uit je doelen/onderwerp goede onderzoeksvragen

Wat zijn stereotypen?


Wat is taboe?
Wat zijn gevoelens?
Wat is assertiviteit?
Wat is verliefdheid?
Wat is zelfvertrouwen? Hoe stimuleer je zelfvertrouwen?
Wat is cyberpesten? Hoe ga je er mee om? Hoe bestrijden?

o Splits eventueel op in deelvragen

Stereotypen i.v.m. geslacht, geaardheid, kledij, beroepen,


hobbys, huishouden
Hoe omgaan met gevoelens? Hoe verwoord je gevoelens? (bv.
met respect, alsof het niks is) Hoe reageren op andermans
gevoelens?
Hoe omschrijf je gevoelens? Hoe ontstaat verliefdheid? Welke
gevoelens komen er bij kijken?
Hoe bestrijden we cyberpesten? Hoe sensibiliseren?
Hoe gaan we taboe doorbreken en welke bestaan er?
Hoe kun je assertief reageren in verschillende relaties?
Hoe kun je zelfvertrouwen stimuleren en uiten op een gepaste
manier?

o Orden tot een samenhangend webschema

- Uitwerken verhaallijn
o Bedenk een verhaallijn
Zie boek meisje jongen jongen meisje door Harald Nortun.

o Deel op in episodes

Les 1: H1 (p. 5-7) Op trein worden stereotypen overlopen >


Marit en Morten zijn anders
Concreet: iedereen krijgt kaartje met rol (bv. mama familie
Voskens, kind, kind, kind alleenstaande moeder), maar
evengoed ook twee mamas, twee papas enz Zo worden ze
verdeeld in groepen en spelen ze vervolgens het
stellingenspel. De lln mogen discussiren binnen hun familie.
Vervolgens wordt het thema ingeleid.

Les 2: H2 + 3 (p. 8-18) Parfums ruiken en bespreken + elkaar


proberen imiteren, vriendschappen hoe maak je ze?
Onderhouden?
Concreet: voorlezen en bespreken
Parfums ruiken en bespreken (M/V/Unisex)
Karaktereigenschappen van jezelf opschrijven, kaartjes
ophalen en opnieuw verdelen. Je zoekt de persoon die jouw
eigenschappen heeft. Je ervaart hoe moeilijk het is om iemand
anders te zijn.

Casus: vriendschappen. Hoe kun je vriendschappen sluiten als


je beperkt bent bv. gehandicapt, blind, doof, onzeker

Les 3: H4 (p. 19-22) Unisex kledij


De lln ontwerpen unisex kledij, maken? Naaien? DOEN!

Les 4: H5 (p. 23-35) Kinderfotos + verschillen in groep


De lln bekijken kinderfotos van vroeger, babyfotos online
(jongen/meisje)?
Wat is er veranderd, fotograaf? De lln poseren, n leerling
gaat naar buiten. Terwijl veranderen de lln iets/iemand >
fotograaf raadt het verschil

Les 5: H6 (p. 36-43) Geheimen, vertrouwen


Gevoelensdoos

Les 6: H7 + 8 (p. 44-56) Cyberpesten

Les 7: H9 (p. 57-60) Huishoudelijke taken

Les 8: H10 (p. 61-70) Assertiviteit

Les 9: H11 + 12 (p. 71-84) Make-up/omgekeerde dag


Foto veranderen van man naar vrouw en omgekeerd

Les 10: H13 (p. 85-91) Hobbys

Les 11: H14-15 (p. 92-108) Verliefdheid

Les 12: H16 (p. 109-117) Politie graffiti

Les 13: H17 (p. 118-124) Zelfzeker/onzekerheid

Les 14: H18 + 19 (p. 125-134) Inleven in gevoelens van een


ander + nabespreking thema

- Bepalen van sleutelvragen


o Les 1 (H1)
Stel je voor, je zit met je tweelingbroer of -zus in de trein en je wil
wisselen van persoon. Waaraan moet je allemaal denken zodat je
oma en opa zouden geloven dat jullie niet alsof doen?

o Les 2 (H2 + 3)

Hoe ziet voor jou een ideale vriend/vriendin eruit?

Wat zijn jouw positieve karaktereigenschappen?

Stel je voor, je krijgt voor je verjaardag een parfum, maar je vindt


het helemaal niet lekker ruiken, want jij bent een meisje en het ruikt
naar een jongensparfum/jij bent een jongen en het ruikt naar een
meisjesparfum. Wat zorgt ervoor dat jij dat vindt? Welk parfum vind
je meer bij jezelf passen?

o Les 3 (H4)

Welke verschillen zie je tussen jongens- en meisjeskledij?


Wat vinden jullie belangrijk aan de kledij die jullie dragen?
o Les 4 (H5)

Beeld je in dat iemand je verwart van geslacht. Hoe zou je


reageren?

o Les 5 (H6)

Hoe bewaar je het best een geheim?

Stel je voor, je diepste geheim wordt ontdekt, wat doe je?

Waar kun jij terecht wanneer je je sip, verdrietig voelt?

o Les 6 (H7 + 8)

Hoe ontstaat cyberpesten?

Wat is cyberpesten?

Wat kun je ertegen doen?

Hoe zou jij je voelen? Hoe zou je iemand helpen die ermee in
aanraking komt?

o Les 7 (H9)

Welke verwachtingen hebben mama en papa van mij?

Welke verwachtingen heb ik van mama en papa?


Waarom doet je mama meestal de strijk en de was?

o Les 8 (H10)

Hoe reageer je als je assertief reageert?

Wat is er positief of negatief aan assertief reageren?

o Les 9 (H11 + 12)

Waarom dragen jongens geen make-up?


Hoe gedragen jongens zich?
Hoe gedragen meisjes zich?
In welk opzicht verschillen jongens en meisjes van elkaar?

o Les 10 (H13)

Waarom is het aantal inschrijvingen in de voetbalploeg van meisjes


minder dan van jongens?

Waarom is het aantal inschrijvingen van de dansschool van jongens


lager dan van meisjes?

Waarom heb jij voor je huidige hobby gekozen?

o Les 11 (H14 + 15)

Wat is verliefdheid?

Wanneer weet je dat je verliefd bent?

Hoe kun je vertellen dat je verliefd bent?

Hoe reageer je als iemand verliefd op je is, maar jij eigenlijk niet op
hem/haar?

o Les 12 (H16)

Waarom denk je dat er meer mannen in de criminaliteit zitten dan


vrouwen?
Wat verstaan jullie onder macht?'
'Waarom heeft macht te maken met het uitoefenen van een beroep
zoals 'politie'?'

o Les 13 (H17)
'Wanneer voel jij je (on)zeker?'
'Waarom is het belangrijk om zelfzeker in je schoenen te staan?'

o Les 14 (H18 + 19)

'Hoe leef je je in in iemand anders?'


'Wat is daar moeilijk aan?'
'Stel je voor... een vriend verliest zijn opa. Hoe reageer je daarop?
Hoe weet je hoe je moet reageren?'

You might also like