You are on page 1of 3

XCII. Om alle Plekken ende Puysten uyt het Aangesigte te weren.

Neemt gestooten Mirrha soo veel gy wilt, 't witte van Eyers, Brandewijn een weynig,
distileert hier uyt een water, doet hier by soo veel Lak Virginis, en bewaart dit in een Glas.
Het Lak Virginis wort aldus gemaakt: neemt Gout-gelid, ziedet in Azijn, klaart hem door
eenen doek, doet daar by een weynig Olie van Wijnsteen, en het sal een water worden als
Melk. Als gy nu hier van wilt gebruyken, soo wasschet u aangesigt voor eerst met
Semelwater, wel styf met eenen doek, ende droget af met eenen reynen doek, ende bestrijkt
daar na met de voorsz. Salve, des morgens, en des avonds, en laat het alsoo droogen, en gy
sult u verwonderen.
XCIII. Om de handen wit te maken.

Neemt Sap van Limoenen, soo veel als 't u belieft, en een weynig Souts, menget onder een, en
bestrijkt hier mede uwe handen, laatse van selfs droogen, en wasschet die daar na met regen
water.
XCIV. Tegens de stank der Okzelen.

Neemt den wortel van Scolimus, ofte van Cinara, stootet hem tot sap, ende legt hem onder op
de bloote Okzelen, gelijk sulkx ook den voorsz. Wortel, in Wijn gesooden en gedronken doet.
Want hy doet soo geweldig wateren, dat hy alle stinkende humeuren uyt den lyve drijft, is
daarom ook seer goet voor den Druypert.
[p. 469]
XCV. Een gedisteleert Water, om het gesichtte lange tijt te behouden, ende
tegens de vlekken der Oogen.

Neemt goede, rijpe, Witte Wijn, ses potten, vier pond Terwen-broodts, Gomme, Vinkel,
Squillen, van elx ses oncen, Nagelen vier dragmen, mengt altesamen, ende distileret in Balneo
Marie, en trekt 'er vijf pond Waters uyt, ende bewaart dat alleene: dit water is goed (gelijk
geseyt is) tot alle gebreken der oogen, als men daar van dagelijks, in den drank gebruykt des
morgens vroeg, een maent lang: Het bevrijd ook het Lighaam van veelderley siekten.
XCVI. Een ander kostelijk water, tot allerley duyster gesicht, ende tegens alle
vlekken der Oogen.

Neemt twee pinten Rijnsche Wijn, Sap van Venkel, dat gesoden ende geclarificeert is, een
kroes, Campher, een dragme, Tutie, een dragme, Cynober, een half once, Honing, vier oncen,
stoot al watter te stooten is, stellet in een bekken negen dagen onder den blauwen Hemel, daar
nog Dau, nog Sonne schijnt, distileert daar naar door een Vilt, bewaart in een glas, en doet des
morgens ende des avonds daar van een droppelken in u Oogen.
XCVII. Een welriekend Water, dat schier sonder smaak is.

Neemt Asses Dulcis, Storacis, Calamite, van elx een once, Ligna, Aloës, een half once,
Nagelen, geelen Sandel, Citer-schillen, van elx drie dragman, stootet al onder een, ende stellet
te weyen, 24. oncen Roo waters, acht dagen lang, distileret in Balneo marie, bewaret in een
glas, ende hangt daar in
[p. 470]
Muscus, Ambregrijs, van elx een half dragme, ende gebruykt dit tot een soet gereuk.
XCVIII. Een water om het Aangesigt wit te krygen.
Neemt levende Kalk, menget hem met Eyjer wit, op eenen Marmer-steen, set den Steen op d'
eene zyde hoger als op d' ander zyde, op datter het dunste mag aflekken, giet dat daar weder
op, menget wederom te samen, en distileer een water daar uyt.
XCX. Een Oog-water.

Neemt een hard gesoden Ey, pellet, snydet dwars door, neemt den doyr daar uyt, ende in zijne
plaatse, legt soo veel witte Vitriol, als een Eruwt groot, ende het sal in water veranderen,
drukket door eenen doek in een glas, bewaret voor de oogen, want het is seer goed.
C. Een Water om de tanden schoon te maken.

Neemt Sal Armoniak, Sal Gemme, van elx een half pond, Aluminus, Saccarini, vier oncen,
stootet al wel kleyn, en distileert een water daar uyt, wrijft hier mede de Tanden, met een
scharlaken lapken.
CI. Een Water om geel Hayr te maken.

Neemt scherpe Asschen, een pond, gemeyn water, ses pond, siedet lange te samen, en doetter
by twee oncen Aluyns, settet drie dagen onder den blauwen Hemel, en gebruyket.
[p. 471]
CII. Om alderley plekken uyt de klederen te doen.

Neemt kleyn gewreven Zout, swarte Zeep, elx soo veel als gy wilt, menget wel te samen,
besmeert hier mede de plekken, als zy nu droog zijn, soo wasschet die uyt met looge, en daar
naar met warm water.
CIII. Om alle plekken uyt alderley Zijdewerk te krijgen.

Braad de voorste Schaaps-voeten tot asschen, maakt daar na de plekken met water nat,
bestroytse daar naar met desen asschen, droogtse daar naar in de Sonne, maakt daar na
wederom nat, bestroytse wederom met de voorige asschen, het welke, als gy dat alsoo eenige
reysen achter een gedaan hebt, soo wasschet dat poeder wel met water af, ende de plekken
sullen daar uyt gaan.
CIV. Een Zepe, om alle plekken uyt de klederen te doen.

Neemt een halve Ossen-gallen, Eyjer-wit van twee Eyjeren, menget wel onder een, ende
doet'er by een pond gebranden Aluyn, poeder van Yreas ses oncen, een weynig gestooten
Zouts. Dit alsoo gedaan wesende, sal men daar by doen geschaafde Spaansche Zeepe, soo
veel als alle de reste, ofte soo veel dat men daar van Ballen maken kan, ende laatse droogen in
de schaduwe, mits de Sonne daar op schadelijk is, en als gy die wilt verkopen, so maaktse op
een gewigte. Als men nu die gebruyken wil, zoo sal men het Laken voor eerst met water nat
maken, ende wel ter degen wryven met de voorsz. Zeepe, ende wasschet daar na met schoon
water af. En indien daar de plekken nog worden ingesien, so laat het Laken droogen, en
wasschet wederom als vooren, en de plekken sullen t' eenemaal uytgaan.
[p. 472]
CV. Hoe dat men in elk Laken zijn verlooren verwe zal brengen.

Neemt een pond gestooten Wee-asschen, giet daar op drie potten waters, latet een nagt staan,
giet daar na de Looge af, en neemt twee Osse gallen, en een hand vol wel gedroogde Berken
loof, doetet al t' samen in de Looge, ende latet een half uyr te samen sieden, of soo lange de
Loof te gronde gaat, latet dan kout worden: sulke verwe als gy dan in 't Laken brengen wilt,
soo sult gy sulke vlokken nemen, siedetse wederom met Looge, laatse so 14. dagen of nog
langer daar in staan, op dat de Looge de verwe daar uyt trekken mag, sijgt daar naar de Loog
van de Wolle, en wasschet het Laken dat gy vernieuwen wilt, daar in, soo sal 't zijn eerste
verwe wederom krijgen.
CVI. Hoe dat men alle vlekken uyt het wolle Laken zal brengen.

Neemt kout gegooten Looge van Beuken asschen, doet daar in een weynig Wijnmoers, ook
gebranden Leem, uyt een Bak-oven, legt het Laken daar in soo verre als de vlekken gaan,
ende het zal alle plekken uyttrekken, wasschet daar na in klaar water, ende latet in de Sonne
droogen.
CVII. Een water om alle plekken uyt wit Laken te krijgen.

Neemt vier oncen Aluyns, twee potten waters, laat het vierendeel in zieden, neemt dan
geschaafde Spaansche Zeep, doetet al t' samen in water, latet daar naar twee dagen staan, ende
gebruyket daar naar in wit laken, gelijk boven geseyd is.

EYNDE.

You might also like