You are on page 1of 17

De wet van Mozes en deze van Jezus 1

De wet van Mozes en deze van Jezus

De ENE wet van Mozes

In de Bijbel staan twee uitgebreide wetten: deze van Mozes en deze van Jezus.
Alle Messias belijdende moeten onder de wet van Jezus leven.

Guido Biebaut, 1 mei 2018 Alle rechten voorbehouden

Leest u ook regelmatig literatuur van en over de leer van de bedelingen, beter gekend als de
leer van het “dispensationalisme”? Dit zijn meestal 7 fasen (of zelfs negen volgens enkelen)
waarin God op verschillende manieren met Zijn schepselen omgaat. Verschillende manieren om
Zijn plannen en doel ten uitvoer te brengen. Dit is één van mijn kritische aantekeningen erbij. Het
zullen er rond de zes of zeven worden, naargelang hoe het verder verloopt. Bedenk wel, we
hebben geen enkel probleem met de scheiding Oud en Nieuw Verbond (Testament). Of dat er nog
De wet van Mozes en deze van Jezus 2

een verbond was met Adam en Eva of met Noah. Daar gaat het dus niet om, u zal wel merken
waarover wel!
Dag X, (naam weggelaten)

Ik kijk naar je mail van 29 april 2018 0:11

Je zegt: “Maar op honderden vragen die ik jou stelde volsta jij met te zeggen dat je me al
antwoorden gaf, terwijl je telkens weer dezelfde stokpaardjes gebruikt.”

Ik heb bewust op enkele vragen niet geantwoord omdat je de beginselen niet begrijpt van veel
zaken. Ja, ik gebruik steeds dezelfde argumenten: de waarheid is niet zo kneedbaar dat we voor
één zaak drie antwoorden hebben! Je hebt wel degelijk dagelijks je bril op van de dispensatieleer,
dat wou je niet toegeven maar toch is het zo. Nog maar eens de zoveelste keer dan de vraag waar
start je de 490 jaren van Daniel. Met Kores is de enige goede uitleg! Maar dat klopt niet met je
systeem. Heb daar meer dan 200 bladzijden tekst tegen geschreven. Vraag het en je krijgt het.
Maar de eerste vraag is: waar start je? Dan zou ik willen dat je me tracht uit te leggen dat
YaHWeH het aan de verkeerde eind heeft en dat het slot van Jesaja 44 en het begin van 45 niet
vervuld zijn. Of denk je dat de uitleg van Daniël 9:24-27 niet zo belangrijk is? Gans het systeem
van de bedelingen is eraan gekoppeld. Maar het volgens mij op zanderige grond gebouwd.

Het gaat niet om honderden vragen, die ik niet beantwoord. Ik leg het nog eens uit als je de
primaire beginselen van profetie niet verstaat en NIET WIL aannemen dat God zijn profetie kan
wijzigen wanneer Hij dat wil, dan heb je nog enorm veel te leren. Ik krijg van jou een lijst met wel
vijftig Bijbelteksten en je wil mijn mening erover. Je kreeg van mij 15 voorbeelden van teksten die
niet letterlijk vervuld werden, dat is geen tegenzet. Maar een profetie indien ze voor de toekomst
is, daar weten we het fijne maar van wanneer het vervuld is. Je weet toch zelf met wat een
speculatieve uitleggingen erdoor dispensationalisten verkeerde verwachtingen geschetst werden
van de Wederkomst van de Heer: het was voor 1948, 40 jaar na de stichting van Israël. Foutje dus
een jaar later! Ik heb je een site of twee doorgegeven waar je nog andere data krijgt: alles gelinkt
aan Israël en het waren ellen valse profetieën. Dus ik doe niet mee aan profetische
voorspellingen. Heb je de indruk dat je op al mijn vragen een antwoord gaf. En als ik je antwoord
op je antwoord is dat geen antwoord?

Ik kan je niet antwoorden op een specifieke tekst van het OT die je me wil leren als vervuld. Kijk
toch nog maar eens naar wat ik zei in de studie die ik je toestuurde: De opstanding, de Joden en
het duizendjarig rijk.
Ik koppel daar nog iets aan: in je leer van de 1.000 regering met een tempel uit Ezechiël is er geen
Messias wel een koning die sterft en opgevolgd wordt door een zoon. Contradictie of inlegkunde!
De wet van Mozes en deze van Jezus 3

Ik zal het dan nog maar eens vragen: hoeveel boeken tegen de dispensatieleer heb je ooit
gelezen? Ik kan je er enkele sturen maar die moet ik dan wel terug hebben. Maar zeg eerst welke
je al gelezen hebt! Waarschijnlijk géén! Het is niet omdat er in het internet duizenden pro-
artikelen staan van de dispensaties dat het dan ook nog ok is als theologie. Er staan duizenden
artikelen over de Ufo en aliens, ook ok?

Je zegt: “Wanneer jij ronduit zegt dat de Wet niets meer te betekenen heeft dan zijn we het
pertinent oneens.” Ik geef je daarom nog eens wat teksten en argumenten mee. En vergeet niet
dat Jezus Zijn wetten gegeven heeft en dat zijn niet slechts aanvullingen op de oude wet, maar

soms totaal wat anders dan wat Mozes zei. Die schreef toch ook dat er een andere profeet
kwam en wat zei hij erover? Hier Deut.18: 17,18 SV met kanttekeningen.

17 Toen zeide de HEERE tot mij: 21Het is goed wat zij gesproken hebben.
21 Hebr. Zij hebben goed gemaakt of wel gedaan wat zij gesproken hebben; als
Deut. 5:28.

18 Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, als u; en Ik zal Mijn
woorden in Zijn 22mond geven, gen Hij zal tot hen spreken alles wat Ik Hem gebieden zal.
22 Vgl. deze manier van spreken met Ex. 4:15. Deut. 31:19. 2 Sam. 14:3. Ps. 40:4.
Jer. 1:9; 5:14, hoewel er een groot onderscheid is tussen dit werk Gods aan de
Persoon van Jezus Christus en den dienst van Zijn knechten of het doen van andere
mensen.
g Joh. 4:25.

DUS MOCHT JEZUS DE WET VERANDEREN.


DE ALMACHTIGE SPRAK IN HEM DIE ZOU KOMEN! LEZEN WE DAT VERKEERD?

We moeten gewoon maar aanvaarden dat al op de Pinksterdag, Petrus zondermeer zegt


dat Jezus tot “Heer en Messias” is aangesteld over Israël en de ganse wereld. Later zal hij dit nog

aanvullen bij Cornelius de honderdman door te zeggen dat Jezus Heer is over “allen”
(Hand.2:26 / 10:36). Alle voorwaarden om over te gaan tot het oprichten van het Koninkrijk zijn
op dat moment vervuld, namelijk:
1°) Dé profeet Elia is gekomen (Mat.17:12,13).
2°) Het Jubileumjaar is aangekondigd (Luc.4:18-21).
3°) Dé “profeet” is gekomen (Deut. 18:15 / Joh.7:40).
4°) De prediking van de komst van het Koninkrijk is gedaan door Johannes, Jezus en zijn
apostelen (Mat.3:2 / Marc.1:14,15 / Mat.10:5-8).
5°) De “Zoon des mensen” is gekomen (Dan.7:13,14 / Mat.10:23 13:41 / 16:28 / 26:24 /
De wet van Mozes en deze van Jezus 4

Hand.7:56). En let erop dat daar waar de éne evangelist spreekt over het Koninkrijk der
Hemelen de andere spreekt over het Koninkrijk van God omdat ze beiden hetzelfde zijn. (Bij-
Voorbeeld Mat.4:12 en Marc.1:14 vergelijken lost deze schijnbare tegenstrijdigheid op.)

MAG IK JE EENS VRAGEN NAAR DIT TE KIJKEN. Weet me eens te vertellen of dat klopt met
je eigen visie of niet? Moeten we eisen: dat de joden die zich bekeren tot de Messias nog de wet
houden? Met de regelmaat van een klok kan je in het OT met betrekking tot de dienst van het
volk of de priesters aan YaHWeH een formule vinden als; “in uw geslachten” of “voor uw
geslachten” of “van geslacht tot geslacht” of “voor uw nageslacht.” Dat wijst dus allemaal op
zaken die schijnbaar “eeuwig” zullen volbracht worden. In werkelijkheid zijn al die zaken niet
meer toepasbaar; er is géén tent der samenkomst meer, géén tempel, géén hogepriester en géén
Levieten. Dus gewoon vanuit de werkelijkheid is het thans onmogelijk na te leven, maar ook
omdat ze vervuld zijn in het offer van Christus. Dus is God niet fout? Israël brengt géén offers
meer, indien ze de wet van Mozes zouden toepassen dan is het nog fout bovendien, want niet
meer geldig of effectief. Dit is niet meer vervuld “in uw geslachten” voor de laatste 1.900 jaar. In
dit geval is het begrip “eeuwig” niet dat het zonder enig einde is: hier is de andere betekenis van
het woord aan de orde, iets duurt voort tot dit volbracht is of vervuld. Een “eeuwig” die stopt als
het ”telos” = einde aan die situatie komt of bereikt is. Denk dan eens na over het volgende lijstje.

TEKST ONDERWERP VERVULLLING


Ex.31:16,17 Wekelijkse sabbat Col.2:16
Ex.31:13 Alle sabbatdagen Col.2:16
Ex.12:17 Feest van ongezuurd brood Wij zijn bevrijd in Christus
Hand.7:35
Lev.6:15-18 / 23:13,14 Spijsoffer Col.2:14
Ex.30:8 Reukoffer in de tent der samenkomst 2 Cor.5:21
Ex.29:39-42 Dagelijks offer Col.2:14
Ex.30:10 Zondoffer Heb.10:3-10
Ex.30:31 Heilige zalfolie 1 Joh.2:20 / Heb.1:9
Ex.30:10 Jaarlijks zoenoffer Die wet is nu gewijzigd
Heb.7:12
Lev.23:28-31 Verzoendag Heb.9:11-15
Num.15:21 Offer van gerstemaal Heb.8:13-9:4
Num.18:22,23 Dienst van de tent der samenkomst Heb.10:19-23
Gen.17:10-14 Besnijdenis Gal.5:1-4 / Rom.2:28,29
Lev.23:34-43 Loofhuttenfeest Gal.4:9,10 / Col.2:16
Ex.12:14 Pasen Gal.4:9,10 / Col.2:16
Ex.30:21 Priesterlijke wassingen Want Christus is zondeloos
Joh.1:29
Ex.28:30 Dragen van borstschild Heb.7:11,12
De wet van Mozes en deze van Jezus 5

Richt.2:1 / Jes.24:5 Oude Verbond Jer.31:31-34 / Heb.8:7-13

Thans is buiten de wet om gerechtigheid vervuld volgens Romeinen 3:21

Wanneer “eeuwige” steeds dezelfde betekenis heeft waarom komt er dan een “nieuw
verbond”? Want het oude “eeuwige verbond” wordt afgeschaft en/of vervangen. Daarin is zowel
het OT als het NT duidelijk in.

Jer.31:31-34: “Zie de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik met het huis van
Israël en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal. Niet zoals het verbond, dat Ik
met hun vaderen gesloten heb (...) Maar dit is het verbond (...) Ik zal mijn wet in hun
binnenste leggen en die in hun hart schrijven: Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij
tot een volk zijn.” God zal Zijn vrees in hun hart leggen (Jer.32:40). Een “eeuwig verbond
dat niet zal vergeten worden” (Jer.50:4). Over dat Nieuwe Verbond lezen we in
Mat.26:28 / Marc.14:24 / Luc.22:20 / 1 Cor.11:25 / Heb.8:8,10 / 10:16, in de zin dat het al
is opgericht.

Jes.55:3: “Ik zal met u een eeuwig verbond sluiten: de betrouwbare genadebewijzen van
David.” Aan de eerste “echte” koning van Israël heeft YaHWeH een belofte gedaan.
Vergelijk daarbij 2 Sam.7:16 / Ps.89:28 / Jer.33:25,26 / Hand.13:34.

Ezech.16:60: “Maar Ik zal mijn verbond met u uit de dagen van uw jeugd gedenken, en
een eeuwig verbond met u oprichten.” Men vergelijke bij dat verbond uit de “jeugd” van
Israël bijvoorbeeld Lev.26:42 en Ps.106:45. En dat zal géén verbond zijn met alle Joden,
maar met een gelovige “rest” (Jes.1:9 / Ezech.6:8 / 14:22).

Het nieuwe verbond is beloofd én al aangegaan met Israël. De uitdrukking “nieuw


verbond” staat in de volgende schriftuurplaatsen: Mat.26:28 (en de parallelle teksten
Marc.14:24 / Luc.22:20) / 1 Cor.11:25 / 2 Cor.3:6 / Heb.8:8 / 9:15 / 12:24. Andere teksten, die ook
over “een” verbond spreken, moeten hierbij ook in aanmerking genomen worden: Rom.11:22 /
Gal.4:24 / Heb.7:22 / 8:6,10 / 10:16,29 / 13:20. En de teksten die dit verbond voorzeggen in het
OT zijn in volgorde van hun belangrijkheid; Jer.31:31-34 / Jer.24:7 / Ezech.11:19,20 / Jes.45:17.
Alle Joden die in de dagen van de prediking van Jezus en de apostelen luisterden naar dat goede
nieuws zijn ook hersteld in het Nieuwe Verbond (Heb.3:12-15).

Dat wil zeggen dat Israël hersteld werd door Jezus na en door zijn dood. Maar niet om de
wet opnieuw in te voeren en de ritus van de tempel te Jeruzalem te propageren. Ook niet door
erop te wijzen dat er een nieuwe tempel komt ter vervanging van de oude die op dat moment
nog moet vernietigd worden. Er kan van een dergelijk nieuw verbond geen sprake zijn voor de
De wet van Mozes en deze van Jezus 6

toekomst. De ballingschap van Gods volk - vooral een geestelijke zaak - is werkelijkheid geworden.
Maar ook het herstel op een nieuwe wijze is een geestelijke zaak. Ware dit niet het geval dan kon
Jezus nog geen verbond aangaan met de Heidenen. Want daaraan voorafgaande moest Israël in
een nieuw verbond geplaatst worden met God. We geven u over de ballingschap van het Joodse
volk ook nog enkele teksten. Vooreerst enkele die over: “een verstrooiing naar de vier
windstreken” spreken; Jer.9:15,16 / 18:17 / Ezech.5:2,10,12 / 12:14 / 17:21. Het herstel zelf is uit
de “vier windstreken” of “van de uiteinden der aarde”; Deut.30:3,4 / Jes.11:12 / 28:13 / 56:8 /
Jer.23:3 / 29:12 / 31:8 / Ezech.11:17 / 20:34,41 / 28:25 / 34:13 / 36:24 / 37:21. Het is duidelijk dat
niet al dezen die in ballingschap zijn gegaan zullen terugkeren, of teruggekeerd zijn, fout die men
steeds blijft maken in de leer van de bedelingen. Het zijn slechts de gelovigen die terugkeren en
als reden is de dienst van God aangegeven: Jes.27:13. Terugkeer uit Babylon, maar ook terugkeer
tot God in geestelijke zin. Het laatste door de prediking van Johannes, Jezus en de apostelen. Het
“vergaderen” van het volk is het werk van YaHWeH zegt Jes.46:8. En in werkelijkheid door
Christus op zichzelf toegepast wanneer Hij het “wee” over het ongelovige Israël uitspreekt
(Mat.23:37).

Het is duidelijk dat Gods “gemeenschap” in het OT en het NT steeds door dezelfde namen
zijn omschreven. Trouwens het kan toch niet dat er in het NT twee godsgemeenschappen zijn; het
Joodse dat Jezus verwerpt en het andere deel bestaande uit Joden en Heidenen die hun hoop
vestigen op de man van Nazareth. In het OT is die vergadering van gelovigen de “qahal”
genoemd en die term vinden we vooral in de woestijnperiode.
Exodus 12:3: “Spreekt tot de gehele vergadering van Israël als volgt: op de tiende van deze
maand zal ieder voor zich een stuk kleinvee nemen, familiesgewijs, een stuk kleinvee per
gezin.”
Exodus 12:47: “De gehele vergadering van Israël zal dit vieren.”
Exodus 35:4: “Mozes zeide tot de gehele vergadering der Israëlieten: Dit is het gebod dat de
HERE gegeven heeft.”
Leviticus 4:15: “En de oudsten der vergadering zullen hun handen op de kop van de stier leggen
voor het aangezicht des HEREN, en men zal de stier voor het aangezicht des HEREN slachten.”
Leviticus 8:3: “en roep de gehele vergadering samen bij de ingang van de tent der samenkomst.
Wanneer de Septuaginta deze dingen vertaald gebruikt men daarvoor twee Griekse
woorden. Meestal “ecclesia” in o.a. Deut.4:10 / 9:10 / 18:16 / 22:1,2,3,8 / 31:30. Soms zien we
ook eens “sunagogè”, waar later het begrip “synagoge” uit voortkwam als in bijvoorbeeld
Deut.5:22 / 33:4. In het OT is de oproeping van het volk gedaan door middel van het blazen van
de ramshorens. Ze zijn dan een “gemeenschap” Gods. Dat was altijd zo bij het vieren van de grote
feesten. Zie bijvoorbeeld Num.10:2,10 / 1 Kron.15:24,28 / 16:6 / 2 Kron.7:6 / 13:14 / 29:28. In het
NT krijgt Gods gemeenschap o.a. de volgende termen:
“synagogè” Jac.2:2
“ecclesia” Jac.5:14
De wet van Mozes en deze van Jezus 7

“ecclesia proototokoon” (gemeente van de eerstgeborenen) Heb.12:23. En vergelijk met Jer.31:9.


“episynagogè” Heb.10:25.
Een echt onderscheid tussen de ware “synagoog” van Joden en de “ecclesia = Gemeente = Kerk”
van Joden en Heidenen bestaat er niet volgens het NT. Dat onderscheid is door enkele Kerkvaders
wel aangegeven maar dat is dan slechts sinds de 3de eeuw. En vanuit die leer van de Kerkvaders
kan iemand uit de kringen van de bedelingen geen zinnig woord aanhalen dat zijn leer zou
ondersteunen. Er is geen band meer met wat men vóór de jaren 1800 leerde.

Het is voor mij persoonlijk duidelijk dat vanuit het NT duidelijk wordt gemaakt dat het
begrip Israël uitgebreid is naar een geestelijke betekenis. De gelovige heiden draagt óók de titel
van geestelijk Israëliet. En zo kunnen één of meerdere van de voornoemde profetieën over
herstel in de vorige paragraaf over zo een herstel spreken: geestelijk en niet letterlijk. We nodigen
u uit dit zelf te onderzoeken na een beschouwing over dat Nieuw Testamentisch principe.

HAND.2:17-21 = JOËL 2:28-32. DE KOMST VAN DE HEILIGE DE GEMEENTE VAN HET NT =


GEEST OVER DE GEMEENTE. (NIEUWE / VERNIEUWDE)
ISRAËL.
Gal.3:16 = Gen.12:7 / 13:15 / De beloften aan Abraham zijn In Hem (door Hem) zijn ook de
24:7. vervuld in Christus. Heidenen gered. De gemeente
van het NT = Israël.
2 Cor.6:16 = Lev.26:12 / De Kerk (gemeente) is de De gemeente van het NT =
Jer.32:38 / Eze.37:27. tempel van God. Israël.

Rom.9:25 = Hosea 2:23. God noemt de Kerk De gemeente van het


(gemeente) MIJN VOLK. NT = Israël.
Hand.13:47 = Jesaja 49:6. Christus is een licht voor de De gemeente van het NT =
Heidenen. Israël plus Christus = Israël.
Hand.13:34 = Jes.55:3. God heeft Jezus uit de dood De gemeente van het NT =
opgewekt. Christus zit op de Israël.
troon van David.
Mat.2:15 = Hos.11:1. God heeft zijn zoon uit Egypte Christus van het NT = Israël.
geroepen.
Hand.15:16,17 = Amos De vervallen tent van David is De gemeente van het NT =
9:11,12. wederom opgericht. Israël.
Rom.11:26,27 = Jer 31:31,34. Het ganse Israël wordt gered. De gemeente van het NT =
Israël.
Eph.2:16,17 = Jes.57:19. Christus heeft aan het kruis De gemeente van het NT =
vrede gebracht aan gelovige Israël = Gelovige Joden en
Joden en gelovige Heidenen. Heidenen.
Eph.2:11-13. Het nieuwe verbond is er ook De gemeente van het NT =
De wet van Mozes en deze van Jezus 8

voor Heidenen. Israël.

Voor ons, zowel Messias belijdende Joden als Messias belijdende heidenen, is de wet
van Mozes niet meer van toepassing of in enige mate geldig. Er zijn duidelijke Schriftgedeelten die
dit aantonen, dat een christen niet onder de wet van Mozes staat. Wanneer we zeggen dat
Christus de wet niet heeft afgeschaft dan moet dat te bewijzen zijn uit de geschriften van Zijn
discipelen. Ofwel hebben Zijn discipelen verkeerd begrepen en uitgelegd wat Hij leerde, maar dat
geloof ik niet, en u de lezer, ook niet. Dat hoop ik toch! (Wij onderlijnen en zetten hoofdletters in
de Bijbelteksten.)

We beginnen dan met Handelingen 15 als belangrijk punt in onze argumentatie. Vergeet
er niet bij dat Jezus aan zijn leerlingen de belofte doet van een andere Trooster die hen zal leiden
in de WAARHEID en die Geest was aanwezig op dat eerste concilie. Het probleem dat aan de orde
was is dit: moeten heidenen die zich bekeren tot Jezus de wet van Mozes houden. Het duidelijke
antwoord van de apostelen die daar vergaderd zijn is dit gedeelte uit Handelingen 15 HSV: “23 En
zij schreven door hun dienst het volgende: De apostelen, de ouderlingen en de broeders groeten
de broeders uit de heidenen die in Antiochië, Syrië en Cilicië zijn. 24 Wij hebben gehoord dat
sommigen die bij ons vandaan zijn gekomen, u met woorden in verwarring hebben gebracht en
uw zielen hebben verontrust door te zeggen dat u besneden moet worden en de wet moet
onderhouden. Wij hadden hun daar geen opdracht toe gegeven. 25 Daarom heeft het ons, nadat
wij het eens geworden waren, goedgedacht enige mannen te kiezen en naar u toe te sturen met
onze geliefden, Barnabas en Paulus, 26 mensen die hun leven overhebben voor de Naam van onze
Heere Jezus Christus. 27 Daarom hebben wij Judas en Silas gestuurd, die hetzelfde ook mondeling
zullen meedelen. 28 Want het heeft DE HEILIGE GEEST EN ONS GOEDGEDACHT u verder geen
last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen: 29 dat u zich onthoudt van afgodenoffers, van
bloed, van het verstikte en van hoererij. Als u zich ver van deze dingen houdt, zult u juist handelen.
Vaarwel.” Het antwoord van de Heilige Geest en de apostelen is dat wie tot Jezus komt en niet
geboortig is als Jood de wet van Mozes niet moet onderhouden. Er zijn slechts vier zaken die men
niet doet in dat geval en ze worden met name genoemd. De Geest en de apostelen zijn hier
richting aangevend: ik moet die wet die God aan Mozes gaf niet onderhouden. Hier is van tel wat
de Heilige Geest tot de gemeente zegt, op basis van het bloed van Jezus, dat heeft het Mozaïsche
systeem doen ophouden!

Dat roept een tweede vraag op, en die was niet aan de orde toen: moeten de Joden die
Jezus aannemen de wet dan houden, en zo ja in delen of in zijn totaliteit? Het antwoord hierop is
ook duidelijk NEEN. Duidelijk neen en neem als voorbeeld wat de apostel Paulus schrijft over
zichzelf na zijn bekering. Paulus was een echte Jood, zelf een rabbijn en opgegroeid onder de wet
van Mozes. Paulus zegt in 1 Corinthiërs 9:20,21 HSV: “20 EN IK BEN VOOR DE JODEN GEWORDEN
ALS EEN JOOD, OM JODEN TE WINNEN. Voor hen die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder
De wet van Mozes en deze van Jezus 9

de wet, om hen die onder de wet zijn te winnen. 21 VOOR HEN DIE ZONDER DE WET ZIJN, BEN IK
GEWORDEN ALS ZONDER DE WET – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet
van Christus – om hen te winnen die zonder de wet zijn.” Paulus staat ”PERSOONLIJK” “niet
onder de wet - om hen, die onder de wet staan, te winnen.” Is die Paulus een huichelaar? De
apostel zegt letterlijk in dezelfde zin ook nog dit volgens 1 Cor.10:33 HSV: “33 zoals ik ook in alles
allen behaag, door niet mijn eigen voordeel te zoeken, maar dat van velen, opdat zij behouden
worden.” Paulus is géén huichelaar maar heeft een ander principe sinds hij de Messias heeft
aangenomen. Hij is opgegroeid onder de wet van Mozes maar staat niet meer ONDER DE WET.
Hij is als Christen niet meer verplicht die wet te houden. Dit wordt ook duidelijk in Galaten 3:21-
25 HSV: “21 Is dan de wet in strijd met de beloften van God? Volstrekt niet! Want als er een wet
gegeven was die in staat was levend te maken, dan zou de gerechtigheid werkelijk uit de wet zijn.
22 Maar de Schrift heeft alles onder de zonde opgesloten, opdat de belofte aan de gelovigen
gegeven zou worden door het geloof in Jezus Christus. 23 Voordat het geloof echter kwam,
werden wij door de wet bewaakt, als gevangenen opgesloten, totdat het geloof geopenbaard zou
worden. 24 Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof
gerechtvaardigd zouden worden. 25 Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder een
leermeester.” WIE JEZUS KENT STAAT NIET MEER ONDER DE TUCHTMEESTER.

Voordien had Paulus al dit gezegd in Romeinen 6:14,15 HSV: “14 Want de zonde zal over
u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. Dienstbaar aan de
gerechtigheid 15 Wat dan? Zullen wij zondigen omdat wij niet onder de wet maar onder de
genade zijn? Volstrekt niet!” In het gedeelte daaropvolgend spreekt Paulus tot Jezus bekeerde
Joden aan in de gemeente van Rome. Romeinen 7:1-6 HSV: “1 Of, broeders, weet u niet – ik
spreek immers tot mensen die de wet kennen – dat de wet over de mens heerst zolang hij leeft? 2
Want de gehuwde vrouw is door de wet gebonden aan de man zolang hij leeft. Als de man echter
gestorven is, is zij ontslagen van de wet die haar aan de man bond. 3 Daarom dan, als zij de
vrouw van een andere man wordt terwijl haar man leeft, zal zij een overspelige genoemd worden.
Als haar man echter gestorven is, is zij vrij van de wet, zodat zij geen overspelige is als zij de
vrouw van een andere man wordt. 4 Zo, mijn broeders, bent u ook door het lichaam van Christus
gedood met betrekking tot de wet, opdat u aan een Ander zou toebehoren, namelijk aan Hem Die
uit de doden opgewekt is, opdat wij vrucht zouden dragen voor God. 5 Want toen wij in het vlees
waren, waren de hartstochten van de zonden, die geprikkeld worden door de wet, in onze leden
werkzaam om vrucht te dragen voor de dood. 6 Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven
aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in
oudheid van letter.”

Een bekeerde Jood moet de wet NIET MEER HOUDEN

HIJ IS ER VAN ONTSLAGEN.


De wet van Mozes en deze van Jezus 10

Aan de gemeente aan de Galaten gaat Paulus ook nog wat duidelijk maken. Er waren valse
leraren gekomen in de gemeente en ze hadden er bij de tot Jezus bekeerde heidenen op
aangedrongen zich te laten besnijden. Voor de apostel is het vasthouden aan de wet van Mozes
een ernstige dwaling. Galaten 1:6-9 HSV: “6 Ik verwonder mij erover dat u zich zo snel afwendt
van Hem Die u in de genade van Christus geroepen heeft, naar een ander evangelie, 7 terwijl er
geen ander is; al zijn er ook sommigen die u in verwarring brengen en het Evangelie van Christus
willen verdraaien. 8 Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden
verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. 9 Zoals wij al eerder
gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u
ontvangen hebt, die zij vervloekt.”

EISEN DAT MEN DE WET VAN MOZES ONDERHOUDT IS EEN ANDER EVANGELIE
PREDIKEN.

 De Schrift spreekt ook nog over een nieuw verbond.

In hetzelfde verband is geldig wat in Romeinen 14 HSV staat over eten en drinken. Dat geeft aan
dat we als christenen, zowel uit de Joden als uit de heidenen, niet meer gebonden zijn aan
spijswetten, maar dat is niet het enige. Verwijt me niet dat ik daar nadruk op leg, maar deze
spijswetten zijn onderdeel van één geheel van wetten aan Israël gegeven. Dat bepaalde delen niet
meer gelden dan is ook de rest niet meer van tel. Ga je niet mee met mij als ik zeg dat alle
bloedige offers door het kruis van Jezus geen waarde meer hebben. Christus bracht het enige
echte offer om de mensheid te verlossen Joh.10:18 / Rom.5:12-18 / 1 Cor.6:20 / 2 Cor.5:18-21 /
Eph.2:13 en is onze voorbidder (Rom.8:34). De dierenoffers van de wet van Mozes waren slechts
een afbeelding van wat moest komen.

De Wet van Mozes is achterhaald!

 Hebreeën 7:18: “Want de terzijdestelling van het voorgaande gebod vindt plaats vanwege
zijn zwakheid en nutteloosheid.” De wet kon niemand redden van de dood!
 Hebreeën 8:6,13: “Nu heeft Hij echter een zoveel voortreffelijker bediening ontvangen,
zoals Hij ook van een beter verbond Middelaar is: een verbond dat in betere beloften is
vastgelegd. ... Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmee het eerste voor
verouderd verklaard. En wat oud is verklaard en wat veroudert, staat op het punt te
verdwijnen.” Het Oude Verbond verdween volledig uit het beeld met de val van Jeruzalem
in het jaar 70. Het was al met de dood van Jezus juridisch niet meer in tel.
 Hebreeën 10:9: “Daarna sprak Hij: Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God. Hij neemt het
eerste weg om het tweede daarvoor in de plaats te zetten.” Men maakt in de
dispensatiekringen nogal wat van de term “vervanging” (zou ketters zijn) maar als u het
liever heeft over het feit dat het Nieuwe Verbond de “vervulling” is van de beloften dan is
De wet van Mozes en deze van Jezus 11

dat voor ons ook goed. Zelf gebruiken we beide termen door elkaar. Het is zowel
“theologie van vervanging” als “theologie van vervulling” omdat de schrijver aan de
Hebreeën het duidelijk aangeeft. Woorden hebben een betekenis OOK als ze ons
dwarsliggen, het blijven Bijbelse uitdrukkingen. Geen directe Bijbelse termen maar
afgeleid zoals het begrip” theocratie” het ook is.

We onthouden dus:
“Theologie van vervanging” = de vleselijke Joden zijn als volk vervangen door geestelijke Joden,
dat kan dan zowel een Jood zijn als iemand van een ander ras [in elk geval is hij/zij een geestelijk
kind VAN ABRAHAM.] Enkele theologen in de USA noemen het “expansie” = “uitbreiding” of
“uitdijing.” Als verklarende term wellicht nog beter. Maar ”vervangen” is gebaseerd op Matthéüs
21:41: “Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een
volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt.”
“Theologie van vervulling” = veel van wat in het OT profetisch staat in verband met de vleselijke
Joden krijgt een geestelijke uitleg met betrekking tot de gemeente van Christus bestaande uit
Joden en heidenen.

En laten we even ingaan op Jesaja 65, de misbruikte tekst van velen in de leer van de
bedelingen! Hier moet ik voorafgaande naar Matthéüs 5:17-19 verwijzen die er wat mee te
maken heeft: “17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben
niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. 18 Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de
hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat
het alles geschied is. 19 Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo
onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en
onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen.” Dit slaat volgens mij op
niets anders dan de hemel en aarde van de Joodse bedeling die is gestopt. Het is duidelijk - voor
wie goed leest wat er in de Schrift staat - dat we niet meer onder de wet leven. Met Pinksteren
kan de gelovige mens dat niet meer onderhouden, wat is afgeschaft is voor niemand meer geldig.
We leven nu onder Gods genade. Het offer van Jezus Christus aan het kruis heeft dat
bewerkstelligd. We gaan dat toch niet betwisten! Er is een andere hemel en aarde in de plaats
gekomen van de wet van Mozes. Dus is dit gedeelte symbolisch en spreekt niet van een letterlijke
hemel en aarde.

In dit laatste deel van hoofdstuk 65, beschrijft de profeet de oprichting van “EEN nieuwe
hemelen en EEN nieuwe aarde.” Waar zetten we dat in de geschiedenis? Op welk tijdstip?
Wanneer gaat dat in vervulling en hoe merken we dat? Dat is volgens onze visie een symbolische
beschrijving van de Messiasregering = het christelijke tijdperk. Er is een belangrijke reden waarom
we dat zeggen! Als de mens leeft op de aarde, en deelheeft aan de zegeningen van de hemel, zijn
dat dus uitdrukkingen geworden die een “geestelijke” omgeving beschrijven. Vandaar dat de
De wet van Mozes en deze van Jezus 12

“nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” in dit geval louter de beschrijving is van de nieuwe
wereld die de Mozaïsche periode zal vervangen.

De “vroegere dingen,” dat wil zeggen, de elementen van het Mozaïsche-systeem, zullen
verdwijnen. Jesaja 65:17 Wil 75 zegt: “en aan wat vroeger is geweest wordt niet meer gedacht,
het komt niet meer in de gedachten op.” Paulus heeft een soortgelijke waarheid in 2 Corinthiërs
5:17 Wil 75 beschreven: “17 Zo is dus wie in Christus is, een nieuwe schepping: het oude is
voorbij, het nieuwe is al gekomen.” De nieuwe schepping wordt beschreven als een jubelende
vreugde in Jeruzalem. Jesaja 65:18 Wil 75: “18 maar vreugde ga Ik voor u scheppen en jubel voor
altijd; waarachtig, Jeruzalem wordt door Mij herschapen in een stad vol jubel met een bevolking
vol blijdschap.” Dat gaat niet over het natuurlijke Jeruzalem maar spreekt van het geestelijke. ER is
geen verwijzing naar een materiele plek, maar een geestelijke plaats. We de gelovigen die Jezus
hebben aangenomen zullen zich met God verheugen. Het hemelse Jeruzalem waar vreugde is. De
gemeente van de Heer is het geestelijke NIEUWE volk. En het bestaat uit bekeerde Joden en
wedergeboren heidenen. Er is geen parallellisme met de letterlijke stad. Dit Jeruzalem is een
lichaam van mensen. Er zijn twee teksten in het Nieuwe Testament die dat duidelijk maken.

Galaten 4:26 HSV: “6 Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons
allen.”
Hebreeën 12:22 HSV: “22 Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de
levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.”

We geven u Jesaja 65:17-25 in de versie van de Willibrord 75 om enkele zaken te verduidelijken.


“17 Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; en aan wat vroeger is geweest wordt
niet meer gedacht, het komt niet meer in de gedachten op: 18 maar vreugde ga Ik voor u
scheppen en jubel voor altijd; waarachtig, Jeruzalem wordt door Mij herschapen in een stad vol
jubel met een bevolking vol blijdschap. 19 Dan zal Ik jubelen om Jeruzalem en Mij verblijden om
mijn volk; en snikken noch kermen worden er nog gehoord. 20 Er is geen zuigeling meer aan wie
slechts een kort leven beschoren is, en geen grijsaard die zijn leven niet voltooit, want de jongste
sterft als man van honderd jaar, en wie de honderd jaar niet bereikt wordt als vervloekt
beschouwd. 21 Zelf wonen zij in de huizen die zij hebben gebouwd, en eten de vruchten van de
wijngaard die zij zelf hebben geplant. 22 Zij bouwen niet meer wat een ander zal bewonen en
planten niets aan, waarvan een ander eten zal. Want de levensdagen van mijn volk zullen even
talrijk zijn als die van de bomen, en mijn uitverkorenen zullen zelf genieten van het werk van hun
handen. 23 Zij zullen zich niet moe maken voor niets, geen kinderen ter wereld brengen voor de
verschrikking. Zij zijn een geslacht dat gezegend is door Jahwe, en hun nakomelingen met hen. 24
Nog voor zij roepen zal Ik hen antwoorden, terwijl ze nog spreken zal Ik hen verhoren.25 Dan
grazen de wolf en het lam eensgezind, de leeuw eet dan hooi zoals het rund, terwijl de slang zich
De wet van Mozes en deze van Jezus 13

voeden zal met stof. Niemand zal nog kwaad doen of onheil stichten op geheel mijn heilige berg,
zo spreekt Jahwe.”

Het geluid van geween zal verdwijnen (19). Deze taal roept ons op: als christenen moeten we
niet droevig zijn en geen verdriet hebben, ook niet bij de dood. Daar gaat Paulus op in met de
woorden in zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen. Als we tranen hebben laten ze zijn omwille
van het koninkrijk en onze broeders die vervolgd worden. We zoeken troost niet voor persoonlijk
gewin maar voor anderen zie Handelingen 20:31 / Philippenzen 3:18. We moeten blijven
benadrukken dat we in de vreugde zijn opgenomen van die nieuwe sfeer. Onder de gelovige
gemeenschap van christenen zijn we als in een nieuwe wereld: we zijn Gods kinderen en leven in
één familie. De strekking van Jesaja 65:20 schept het beeld dat het totaal anders is dan vroeger. In
deze toestand, van de nieuwe hemel en nieuwe aarde, denken we niet aan vroeger maar aan de
kwaliteit van Gods rijk onder ons. Tijd is voor ons nu van de aard als deze waar YaHWeH mee
rekent, want bij Hem is duizend jaren als een dag, en omgekeerd (zie Psalm 90:4 / 2 Petrus 3:8).
Hij meet de activiteiten niet per jaar maar door de voltooiing van de verschillende aspecten van
Zijn doelstellingen.

Je zei me ooit in een vroegere mail iets over dankoffers: als je daar mee wil zeggen: gebeden,
dankzegging dan ga ik volledig akkoord. Maar spreek me niet over een nieuwe tempel. De
“gemeente van Jezus” is de nieuwe tempel. Die ga je toch niet onder de mat vegen en een
bakstenen tempel in de plaats stellen! Als je me zegt dat ik niet consequent ben als “calvinist” dat
is ook zo. De man van Genève is voor mij nog steeds een voorbeeld hoe men de centrale zaken
die God naar ons bracht in “Zijn openbaring” moet benaderen. Als twee mensen je theologisch
bepalen is dat iets dat in je klederen hangt (twee calvinisten, een Amerikaan van de Princeton
university, Warfield en een Nederlander Bavinck). Hier Paulus dan over eten en drinken: “1
Aanvaard dan wie zwak is in het geloof, maar niet om over meningsverschillen te strijden. 2 De
een gelooft wel dat hij alles eten mag, maar wie zwak is, eet plantaardig voedsel. 3 Wie wel alles
eet, moet hem niet minachten die niet alles eet. En wie niet alles eet, moet hem niet veroordelen
die alles eet. God immers heeft hem aanvaard. 4 Wie bent u, dat u de huisslaaf van een ander
oordeelt? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn eigen heer aan. Hij zal echter staande gehouden
worden, want God is bij machte hem staande te houden. 5 De een acht de ene dag boven de
andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle
overtuigd zijn. 6 Wie de dag in ere houdt, houdt hem in ere voor de Heere, en wie de dag niet in
ere houdt, houdt hem niet in ere voor de Heere. Wie eet, eet voor de Heere, want hij dankt God.
En wie niet eet, eet niet voor de Heere, en ook hij dankt God. 7 Niemand van ons leeft immers
voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf. 8 Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als
wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere.” Dat wil
zeggen dat een Jood die niet koosjer eet niet mag beoordeeld worden, hij staat niet meer onder
die wet en de straffen van die wet.
De wet van Mozes en deze van Jezus 14

We moeten géén moord en brand schreeuwen als iemand zegt dat de wet van Mozes is
afgeschaft. Dat wil niet zeggen dat men zonder wet is. Abraham en al die andere hebben
honderden jaren zonder de wet van Mozes geleefd en toch waren ze uitverkorenen en “vrienden
van God.” Dat staat er in het NT: wij leven ondertussen onder de wet van Jezus en die is niet
dezelfde als deze van Mozes.

Ik kom daarom ook nog eens terug op wat ik in mijn laatste mail schreef, ook daarin dat
onderaards aangegeven hoe we naar de Mozaïsche wet moeten kijken. Dus nog eens Romeinen
9:
“24 Hen heeft Hij ook geroepen, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de
heidenen.”
Kijk eens goed wat er staat/god roept de heidenen op als Zijn kinderen en ze worden door Hem
gezien of met onderscheid genoemd: “Mijn volk, en Geliefde.” Ik heb daar niets aan toegevoegd
en de rest van dat gedeelte heeft twee teksten aan om het standpunt van de Soevereine God te
bevestigen. Zodat er niemand nog is die dat in twijfel zou kunnen trekken, behalve de
dispensationalisten dan. Maar dat komt nog op hun boterham om het de Vader uit te leggen! Hier
dan de rest:
“25 Zoals Hij ook in Hosea zegt: Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk, en de Niet-
geliefde: Geliefde.
26 En het zal zijn dat op de plaats waar tegen hen gezegd was: U bent Niet-Mijn-volk,
daar zullen zij kinderen van de levende God genoemd worden.
27 En Jesaja roept over Israël uit: Al zou het getal van de Israëlieten zijn als het zand
van de zee, slechts het overblijfsel zal behouden worden.
28 Want Hij voltooit een zaak en handelt die af in gerechtigheid. De Heere immers zal
metterdaad Zijn zaak snel afhandelen op de aarde.”

Ook moderne theologen gaan dingen zeggen in de aard van dezen die de leer van de
bedelingen leren. We gaan daar niet uitgebreid op in maar toch dit erover als een frappant
voorbeeld. Wij citeren het volgende uit ‘Kan het anders? Een handreiking voor het
modaliteitengesprek in de Nederlandse Hervormde Kerk. Onder redactie van C. P. van Andel,
secretaris van de Raad voor de zaken van Kerk en Theologie in de Nederlandse Hervormde Kerk’,
Boekencentrum, 1984 blz.28. In het artikel ‘Israël en de gemeente’ door G. H. Cassuto staat: “De
verhouding van de God van het verbond dat Hij sluit met de nomadenstammen die Zijn volk zullen
zijn, is de verhouding van Vader en eerstgeboren zoon, is de verhouding van Heer en knecht. Maar
het is steeds op grond van roeping. En Hij die roept is getrouw: ook al breekt de ene
verbondspartner (het volk) het verbond keer op keer, de Andere (God, de Vader, de HEER) is
getrouw. Zijn liefde/trouw/genade (Chèsed) is tot in eeuwigheid!” Wie is die G.H. Cassuto? Hij
was de achterkleinzoon van de Amsterdamse rabbijn Jakob Content en dominee geworden als
vloot- en studentenpredikant. Cassuto verliet in 1995 de Nederlandse Hervormde kerk en werd
De wet van Mozes en deze van Jezus 15

opnieuw jood. Hij heeft een rare visie! Want er zijn zovele andere begrippen die dan toch in dit
verband moeten bekeken worden; trouw, wetten en verordeningen, waarheid, profetie over de
komende Verlosser, het kwaad uit uw midden wegdoen en zo verder. Als het waar is wat Cassuto
zegt dan is God ontrouw geweest, want Hij heeft ondertussen een nieuw volk aangenomen aan
wie Hij trouw is tot in eeuwigheid. Of zal God - indien het ganse Israël zich bekeerd - de
christelijke gemeente laten opgaan in dat vleselijke Israël? Van de heidenen in de kerk proselieten
maken van het Joodse volk?

Ds. U. Cassuto zegt ook: “De vraag die steeds weer in christelijke kring rijst is deze:
waarom heeft het joodse volk de heilsweg, geopend door Jezus’ verzoenend sterven, afgewezen
en doet het dat nog? Het antwoord is niet zo eenvoudig. Maar laten wij de zaak nader
ontvouwen: Jezus is naar Zijn zeggen niet gekomen om het geloofskader van Israël te doorbreken.
‘Meent niet dat Ik gekomen ben om de Thora of de Profeten te ontbinden, Ik ben niet gekomen
om te ontbinden, maar om tot volle geldigheid te laten komen’. Het ging Jezus om ‘meer dan het
gewone’, om ‘een overvloeiende gerechtigheid’” (blz.31). Het oude Israël wil bij Mozes blijven,
maar ondertussen is de nieuwe Mozes gekomen en heeft de oude wet afgeschaft. Zie naar o.a.;
Rom.7:1-7 / Gal.3:3:23-25 / Eph.2:15 / Col.2:14-17 / Heb.7:12 / 8:6-13 / 9:15-17 / 10:9,10.
Cassuto lijkt die nadruk in het NT gemist te hebben. YaHWeH is de God der waarheid, de God van
het verbond met Israël. Maar Hij is ook de God van Zijn kerk bestaande uit Joden en heidenen.
Dat is een verbond dat van geen wankelen weet. De God die soeverein verkiest zal vasthouden
wat Hij vastgreep, de ware gelovigen. Niet gewoon slechts dezen die een stamboom kunnen
voorleggen van één of ander nobel voorouderschap.

Aan het slot zegt Cassuto: “Ik herhaal: de ene weg van Gods verbond met Zijn volk,
waarbij de heidenvolken betrokken zijn door het werk van Jezus, en dankzij Zijn opdracht. De weg
van Jezus Christus kàn geen andere weg zijn dan de weg die Zijn volk gaat. En kan en mag geen
andere weg zijn dan de weg die God met de volken gaat. Laten de ‘rijbanen’ niet langer
gescheiden hoeven te zijn! Laten wij elkaar herkennen!” blz.36. Dat is niet de taal die ik kan
terugvinden in de Handelingen der Apostelen. De breuk is er niet weg te denken. Elke Joodse
denker of Joodse filosofie of Joodse enkeling die Christus niet ziet als Hij die kwam als de Messias,
kan niet het verlengde zijn van wat God wil van Zijn (eerste) verbondsvolk.

Jezus, kwam niet om de wet en de profeten te ontbinden, maar om de profetie van de wet
(en ook de profeten) te vervullen. De tien geboden zijn vervallen in die zin dat in de leer van
Christus ze ver worden overtroffen. In de Bergrede waarin vraagt Jezus nog veel meer van ons
dan de tien geboden: “20 Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de
schriftgeleerden en de Farizeeën, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.”
(Mat.5:20 HSV). De apostel Paulus schreef dat de tien geboden door iets veel beters vervangen
zijn: hier de HSV voor 2 Corinthiërs 3:7-11 met verwijzingen.
De wet van Mozes en deze van Jezus 16

7 Als nu de bediening van de dood, met letters in stenen gegrift, in heerlijkheid was, zodat
de Israëlieten hun ogen niet op het gezicht van Mozes gericht konden houden vanwege
de heerlijkheid van zijn gezicht, hoewel die tenietgedaan zou worden,
Ex. 24:12 De HEERE zei tegen Mozes: Klim naar boven, naar Mij toe, de berg op, en blijf
daar. Dan zal Ik u de stenen tafelen geven, de wet en de geboden, die Ik
opgeschreven heb om hun te onderwijzen.
Ex. 34:1 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Houw twee stenen tafelen voor u uit, zoals
de eerste, dan zal Ik op die tafelen de woorden schrijven die op de eerste
tafelen stonden, die u in stukken gebroken hebt.
Deut. 10:1 In die tijd zei de HEERE tegen mij: Houw twee stenen tafelen voor u uit, net
als de eerste, en klim de berg op, naar Mij toe; ook moet u een kist van hout
voor u maken.
Ex. 34:30 Aäron en al de Israëlieten keken Mozes aan, en zie, de huid van zijn gezicht
glansde. Daarom waren zij bevreesd om dichter bij hem te komen.
8 hoeveel te meer zal dan de bediening van de Geest in heerlijkheid zijn?
9 Want als de bediening van de verdoemenis al heerlijkheid geweest is, veel meer is de
bediening van de gerechtigheid overvloedig in heerlijkheid.
10 Immers, zelfs dat wat verheerlijkt was, is in dit opzicht niet heerlijk geweest, vergeleken
met de allesovertreffende heerlijkheid.
11 Want als wat tenietgedaan wordt in heerlijkheid was, veel meer is wat blijft in
heerlijkheid.

De tien geboden, op stenen gegrift, waren een bediening die géén leven bracht en dat
moest verdwijnen. Christus bracht het betere. Hier Romeinen 10:4 HSV met verwijzingen.

4 Want het einddoel van de wet is Christus, tot gerechtigheid voor ieder die gelooft.
Matt. 5:17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik
ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.
Hand. 13:38 Laat het u dan bekend zijn, mannenbroeders, dat door Hem aan u vergeving
van de zonden verkondigd wordt
2 Kor. 3:13 en doen wij niet zoals Mozes, die een bedekking op zijn gezicht legde, opdat
de Israëlieten hunogen niet gericht zouden houden op het einddoel van wat
tenietgedaan wordt.
Gal. 3:24 Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het
geloof gerechtvaardigd zouden worden.
De wet van Mozes en deze van Jezus 17

We moeten zonder tegenstribbelen dit aannemen: “13 Maar nu, in Christus Jezus, bent u,
die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen. 14 Want Hij is onze
vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te
breken.” (Epheziërs 2:14,15 HSV). En dit: “18 Als u echter door de Geest geleid wordt, bent
u niet onder de wet.” (Galaten 5:18 HSV).

Groetjes, en ik hoop dat dit je wat mag zeggen.

Guido

You might also like