You are on page 1of 150

DE VOORZEIDE LEER

DE VOORZEIDE LEER DEEL is

De Heilige Schrift:
IA Inleiding op de Thora — Genesis-Exodus, door Ds. C. Vonk
I" Leviticus, door Ds. C. Vonk
Ica Numeri, door Ds. C. Vonk
ICb Deuteronomium, door Ds. C. Vonk
I" Inleiding op de Profeten — Jozua, door Ds. C. Vonk
IE Richteren, door Ds. C. Vonk
IF i en 2 Samuel, door Ds. C. Vonk
16 I en 2 Koningen, door Ds. C. Vonk
I"" Jesaja, door Ds. C. Vonk
Tub Jeremia-Ezechiel, door Ds. C. Vonk
I"' Hosea-Maleachi, door Ds. C. Vonk
Inleiding op de Geschriften — Psalmen (0, door Ds. F. van Deursen
IK Psalmen (ii), door Ds. F. van Deursen
IL Spreuken, door Ds. F. van Deursen¹)
Im Job, door Ds. F. van Deursen
• IN Hooglied-Prediker, door Ds. F. van Deursen
• I° Ruth-Klaagliederen-Esther, door Ds. F. van Deursen
IP Daniël-Kronieken-Ezra-Nehemia, door Ds. C. Vonk
"IQa Mattheüs-Marcus, door Ds. C. Vonk
. IQb Lucas-Johannes, door Ds. C. Vonk
IR Handelingen van de Apostelen (I), door Ds. F. van Deursen
Is Handelingen van de Apostelen (n), door Ds. E van Deursen
Iz De Openbaring van Johannes, door Ds. C. Vonk

II De Heidelbergse Catechismus en het Doopformulier, door Ds. C. Vonk 1 )


IIIA De Nederlandse Geloofsbelijdenis, art. 1-21 en 25-26, door Ds. C. Vonk')
III" De Nederlandse Geloofsbelijdenis, art. 22-24 en 27-37, door Ds. C. Vonk I)

I) Uitverkocht
DE VOORZEIDE LEER

Deel Is

DE HEILIGE SCHRIFT

Handelingen van de Apostelen it


15-28

DOOR

F. van Deursen

ISBN 90 5881 063


© 2001 Buijten & Schipperheijn — Amsterdam Buijten & Schipperheijn — Amsterdam — 2001
§2I

HANDELINGEN 15: 1-35


HET JUDAISME AFGEWEZEN

Het evangelie was dus al doorgedrongen tot diep in Klein-Azie, het hui-
dige Turkije. Zowel Joden als heidenen hadden zich door Paulus' predi-
king bekeerd tot Messias Jezus. Hoe zouden die gemengde gemeenten
zich nu ontwikkelen? Tot een nieuwe Joodse sekte met eerste- en twee-
deklasleden? Of tot de heilige, algemene christelijke kerk, die zowel uit
Messiasbelijdende Joden als tot Hem bekeerde heidenen bestond?
Beiden waren door het evangelie uit een godsdienstige gevangenis
bevrijd. De eersten uit Joods-godsdienstige boeien en de anderen uit hei-
dens-godsdienstige. Zouden zij in de vrijheid van Christus standhou-
den of zich opnieuw laten ketenen, thans in christelijk-godsdienstige
kluisters? Met andere woorden: zouden zij vrij en blij bij de genade van
de Here Jezus blijven of slaven worden van een nieuwe 'Wet'?
Deze vragen rezen in de Joods-heidense gemeente van Antiochië
nadat Paulus en Barnabas van hun eerste apostolische reis waren terug-
gekeerd en hadden gerapporteerd dat God ook voor heidenen de deur
voor het geloof had geopend. Zonder van hen te eisen de Wet van
Mozes te onderhouden, Hand. 14: 27. Als gevolg daarvan brak een fel-
le kerkelijke brand uit. In Antiochië kon die weliswaar nog geblust
worden, maar nog in de apostolische tijd zou hij zich als een veenbrand
over heel Paulus' werkterrein verbreiden. Om daarna alle eeuwen door,
nu hier en dan daar, telkens opnieuw op te laaien en gemeenten in vuur
en vlam te zetten. Wij bedoelen het vuur van het judaïsme.

1. JUDAISTEN TRACHTEN BEVRIJDE HEIDENEN EEN


NIEUW SLAVENJUK OP TE LEGGEN, HAND. 15: 1
Mijn neef ds. C. Mak, emeritus-predikant te Barneveld, bewees mij als In Antiochië, de Syrische wereldstad, was een grote gemeente ontstaan,
congeniaal-kritisch meelezer zeer gewaardeerde diensten bij het persklaar
die vooral uit bekeerde heidenen bestond (meer hierover bij Hand. II :
maken van dit deel. Ik betuig hem daarvoor mijn hartelijke dank.
19-21). Geen wonder dat het judaïsme daar velen in verwarring kon
F. van Deursen brengen.

7

§ 21 Het judaïsme afgewezen Het judaïsme afgewezen § 21

De brandstichters waren enkele Joodse christenen uit Judea. In Hun farizeese zelfverheffing als Gods uitverkoren yolk hadden ze
Gal. 2: 4 typeert Paulus hen of hun geestverwanten als 'valse broe- evenmin afgelegd. Ze gingen nog steeds prat op hun afstamming van
ders', die waren 'binnengedrongen' om 'onze vrijheid die wij in Abraham en zagen niet dat door Christus' werk de Wet als scheidsmuur
Christus Jezus hebben te bespieden en ons zo in slavernij te brengen'. tussen Joden en heidenen was neergehaald, Ef. 2: 14-16, (vgl. deel 1,
Zij maakten de gelovigen uit de heidenen wijs: 'Broeders, als je je niet 149-151). Zodat onbesnedenen nu ook zonder besnijdenis, alleen door
naar de zede van Mozes laat besnij den, dan kun je niet gered worden!' het geloof in Christus, tot zijn gemeente mochten toetreden.
Want zij waren nu wel door het geloof in Messias Jezus in Israël in- Kortom, deze judaïsten waren er niet gerust op dat het kruisoffer
gelij fd, maar moesten dan ook nog door het inlijvingsteken van de be- van Christus voor onze verlossing voldoende was. Zij zochten daar-
snijdenis van de ongelovige heidenen onderscheiden worden. Anders naast nog aanvullende steun in eigen godsdienstigheid en harde wetti-
was het met hen nog niets gedaan. Zonder besnijdenis konden zij on- sche vroomheid. Zij wisten zich niet vrijgekochte slaven van Christus,
mogelijk zalig worden. De Judese leraars wezen het met de vinger in maar leefden als halfbekeerde farizeeën nog steeds als loonarbeiders.
de Wet van Mozes aan : 'Iedere onbesnedene (...) moet verwijderd Omdat ze dachten dat ze voor hun verlossing zelf nog moesten bijbe-
worden', Gen. 17: 14. talen met strenge gehoorzaamheid aan de 'Wet'.
Zij legden weliswaar de nadruk op de besnijdenis, maar eisten De Antiocheense kerkstrijd had dus als inzet de kern van het
daarmee natuurlijk gehoorzaamheid aan de Me Wet van Mozes. Ook evangelic: worden wij gered door het geloof alleen, dat is door de Here
aan de spijs- en reinigingswetten van Lev. I 1 -15 en de onderhouding Jezus alleen en door genade alleen? Of moeten daarbij menselijke
van het Joodse 'kerkelijke jaar' van Lev. 23-25. Paulus noemde deze godsdienstige prestaties worden opgeteld? Nauw daarmee verbonden
handelwijze later: heidenen dwingen als Joden te leven, Gal. 2: 14. Hij was de wettigheid van Paulus' volwaardige apostelschap. De judaïsten
gebruikte daarvoor het Griekse woord joedaidzein. Vandaar dat wij wensten voor zijn apostolische gezag niet te buigen, vgl. Gal. 1v.
deze dwaalleraars nu judaïsten noemen.
Het ligt voor de hand dat zij, evenals hun geestverwanten in Je- Latere variaties op het judaïstische grondpatroon
ruzalem, vroeger farizeeër waren geweest, vgl. vs. 5. 1 ) Toen hadden De judaïsten verwrongen het evangelic tot de optelsom van
zij al niet van Gods genade of ónverdiende gunst geleefd, maar door Christus' verdiensten + die van de godsdienstige mens. Zij beroofden
strenge 'wets'-onderhouding naar wélverdiende gunst gestreefd, vgl. bekeerde heidenen daarmee van hun evangelische vrijheid en brach-
Luc. 18: 9-14. Deze zuurdesem of leer van de farizeeën (Mat. 16: 5- ten hen weer onder het slavenjuk van een 'Wee. Het vervolg van de
I 2) hadden zij bij hun overgang naar de christelijke gemeente niet uit- kerkgeschiedenis laat zien hoe die godsdienstige prestaties van de
gezuiverd, maar meegenomen. mens op den duur al meer op de voorgrond geschoven werden, zodat
Zeker, zij waren christen geworden. Zij aanvaardden Jezus als de er van het ware evangelic tenslotte zo goed als niets overschoot. Sche-
Messias. En evenals Jakobus van Jeruzalem en meer Mes- matisch voorgesteld verliep de ontwikkeling als volgt:
siasbelijdende Joden leefden zij nog volgens de Wet van Mozes. Al-
leen maakten zij van die Wet een 'Wee . Let alstublieft op de aanha- Christus + Wet.
lingstekens! Zij lazen die Wet nog steeds door een farizeese bril en Beter gezegd: Christus + 'Wee.
beroofden haar zodoende van Gods barmhartigheid. Zij maakten van Op den duur werd dat: 'Wee + Christus.
de echte Wet — het Evangelic naar de beschrijving van Mozes! — een Totdat Hij tenslotte afviel en het werd: 'Wee.
godsdienstige arbeidsovereenkomst, die zij ook nog hadden aangevuld
met honderden zelfbedachte bepalingen. Op dit judaïstische grondpatroon werd vanaf de apostolische tijd in
verschillende vormen voortgeborduurd. Wát de misleide gelovigen als

8 9
§ 21 Het judaïsme afgewezen Het judaïsme afgewezen

'Wet' werd opgelegd, was in de loop der eeuwen weliswaar niet steeds 2. PAULUS EN BARNABAS WEERSPREKEN DE
hetzelfde, maar het was en bleef steeds een optelsom: Christus wat + JUDAISTEN EN GAAN HET OORDEEL VAN DE
wij wat. APOSTELEN HOREN, HAND. 15: 2-5
Het begon in Antiochië met: Christus + de besnijdenis. In Kolosse De grote Joods-heidense gemeente van Antiochië telde wellicht
werd het onder heidense invloed: Christus + ongehuwde staat + vege- honderden onbesneden mannen en jongens. Velen van hen zullen de
tarisme + geheelonthouderschap. In de Middeleeuwen: Christus + de judaïstische predikers met angst en beven hebben aangehoord. Waren
hulpzaligmakers (Maria en de heiligen) + de werken van de roomse zij feitelijk nog geen van alien door de Here Jezus gered? Moesten zij
godsdienst en eventueel + het klooster. Na de reformatie: Christus + daarvoor eerst als Joden gaan leven? Geen wonder dat er grote ver-
de godsdienstige protestantse bevinding en bekeerdheid. En van wel- warring en verontrusting ontstond!
ke oude gebruiken, gewoonten, afspraken en regelingen kunnen gods- Voor argeloze hoorders leek de judaïstische eis immers voluit
dienstige mensen verder al geen onverbiddelijke 'Wet' maken om el- schriftuurlijk. Was en bleef de Wet van Mozes niet Gods Woord? En
kaars gewetens te binden, met alle nare gevolgen van dien? had God daarin de besnijdenis niet duidelijk geboden en op nalating
De evangeliën laten veelvuldig zien hoe de farizeese 'Wets'-drij- daarvan uitroeiing uit Gods yolk bevolen? (Gen. 17: 9-14). En namen
verij haar voorstanders misvormde tot onbarmhartige, hoogmoedige, zij die daarop wezen de weg der verlossing niet veel ernstiger op? En
laatdunkende, felle, formalistische en vitterige scherpslijpers. Het ju- waren zij niet veel schriftgetrouwer dan zo'n lichte prediker als
daïsme schiep de eeuwen door in de christelijke kerk eenzelfde kli- Barnabas, die hun indertijd deze eis niet had gesteld? (Hand. 1 r: 22-
maat. Want overal waar het evangelie verjuridiseerd wordt tot een 24). Om van zo'n 'tweederangs apostel' als die Paulus maar te zwij-
'Wet', daar knalt steevast de zweep van het: 'God wil het!' En doordat gen.
mensen elkaars gehoorzaamheid in zo'n sfeer streng controleren, ont- Ook onder de Joodse gelovigen zullen er wel zijn geweest op wie
staan daar onvermijdelijk onenigheid en heerszucht, haat en nijd, twist de 'principiële' taal van de judaïsten indruk maakte. Felle godsdien-
en tweedracht, die vroeg of laat uitlopen op partijschappen en scheu- stige taal vindt altijd wel ergens gehoor. Inderdaad, waar moest het naar
ringen. toe wanneer er niet alleen zo gemakkelijk de hand gelicht werd met
Al moeten we alle wetticisme niet voetstoots voor judaïsme aloude, voorvaderlijke gewoonten, maar zelfs met het uitdrukkelijke
verslijten. Wetticisme ontaardt pas in judaïsme wanneer het onge- Woord van God? Want daarin werd over verzakers van de besnijdenis
hoorzamen aan zijn 'Wet' gaat slaan, vervolgen, uitwerpen, ex- kortweg de vloek uitgesproken, Gen. 17: 14! De gemeente van Antio-
communiceren. Wetticisme vervólgt niet, maar judaïsme is bloed- chië raakte in rep en roer.
dorstig. Zoals de onruststokers te Antiochië bij voorbaat verkondigden:
'Als u zich niet naar de zede van Mozes laat besnijden, kunt u niet ge- Paulus en Barnabas bieden krachtige tegenstand
red worden!' 2a God heeft Paulus en Barnabas toen twee gaven geschonken,
Wie over dit kerk en geloof ondermijnende (neo)-judaïsme nader die in deze situatie onmisbaar waren: een helder onderscheidings-
geïnformeerd wil worden, verwijzen wij in deze boekenreeks naar de vermogen én een moedig hart. Door de eerste onderkenden zij dat de
brede excurs over dit onderwerp in het deel over Leviticus, p. 397-473. judaïsten het hart uit het evangelie sneden en door de tweede durfden
Daar wordt ook de vraag beantwoord: hoe overwinnen we toch de geest zij deze dwaling krachtig te weerstaan. Ook al liepen zij daarmee het
van het judaïsme? risico voor vrijzinnige leraars te worden aangezien, die Gods Woord
niet eerden.
De strijd laaide hoog op. Zeker, Paulus schreef later weliswaar:
'Een dienstknecht van de Heer moet niet twisten', 2 Tim. 2: 24. Maar


10 11

§ 21 Het judaIsme afgewezen Het judaïsme afgewezen § 21

hier ging het om de kern van het evangelie: Jezus alleen, uit genade al- venaardse regionen', Ef. 6: 12. Daartegen kon ook de apostel in eigen
leen, door het geloof alleen. Hier mocht om de lieve vrede beslist niet kracht niet op. Vandaar dat hij zoveel op zijn knieën steed, God bid-
gezwegen worden. In felle disputen kwamen Paulus en Barnabas op dend om zijn bijstand en bescherming, vgl. Ef. 3: 14. Het levensge-
voor de waarheid van het evangelie. vaarlijke judaïstische 'optelsom-evangelie' kon alleen met de wapen-
De judaïsten hielden de gelovigen uit de heidenen voor: 'Als u rusting van God weerstaan worden, Ef. 6: 13.
zich niet laat besnijden, kunt u niet gered worden', vs. 1. Maar Paulus
ging daar dwars tegenin en verkondigde dat het juist andersom was: Voor overleg naar Jeruzalem
'Als u zich [wel] laat besnijden, zal Christus u niets baten', Gal. 5: 2. 2b Toen Paulus en Barnabas in heftige disputen krachtig tegen
Want dan fungeert de besnijdenis als bijbetaling. En wie Christus' werk de judaïstische dwaalleraars opkwamen, droeg men beiden op om sa-
met eigen 'werk' wil aanvullen, verloochent Hem als algenoegzame men met enkele andere gemeenteleden naar Jeruzalem te gaan om deze
Zaligmaker. kwestie daar aan de apostelen en oudsten voor te leggen, vgl. Gal.
Daarbij zal hij in Antiochië dezelfde boodschap verkondigd heb- 2: 1 9.
,

ben als aan de Galaten: 'Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Niet omdat men er in Antiochië zelf niet uit kwam en de zaak nu
Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weer een sla- door de apostelen wilde laten beslissen. Paulus twijfelde geen moment
venjuk opleggen (...). Nogmaals verzeker ik ieder die zich laat besnij- aan de waarheid van zijn verkondiging en had geen nieuw licht nodig.
den dat hij verplicht is de gehele wet te onderhouden', Gal. 5: I, 3. Zelfs niet van de andere apostelen. Hij schreef aan de Galaten: 'Maar
al zouden wijzelf of een engel uit de hemel u een ander evangelic ver-
Ten diepste geen strijd tegen vlees en bloed kondigen dan het evangelic dat wij u verkondigd hebben: hij zij ver-
Overigens staarde Paulus zich niet blind op de personen van zijn vloekt! ', Gal. I : 8. Hij had het immers 'niet van een mens ontvangen
judaïstische tegenstanders. Achter deze ménsen zag hij als de eigen- of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus', Gal. I : 12. Daar-
lijke drijfkracht satan met zijn gevallen engelenwereld, Ef. 6: 12. Bar- om had hij na zijn roeping ook geen apostelen geraadpleegd, Gal. I:
nabas en hij hadden hem door hun evangelieprediking prooien afhan- I5vv. God had hem geroepen en gezonden. Wat had een nietig mens
dig gemaakt, zoals Sergius Paulus, de proconsul van Cyprus en de hem dan af- of aan te raden?
Zeusvereerders in Lystra. Nu zulke arme heidenen uit satans duistere Overigens wisten ook de andere apostelen dat de Here van be-
macht tot God waren geleid, trachtte de boze zijn weggelopen slaven keerde heidenen geen besnijdenis eiste. Dit had Hij hun door de
opnieuw gevangen te nemen. begenadiging van de heiden Cornelius te Caesarea duidelijk geopen-
Deze bevrijde heidenen moesten wederom in godsdienstige boei- baard, Hand. IOV. De Antiocheense strijdvraag betrof dus geen zaak
en geslagen worden, zodat hun Leven opnieuw beheerst zou worden waarin zij nog onwetend waren. Lucas vermeldt ook niets over ernstig
door angst en slavernij. Als dat niet op heidense wijze kon, dan moest en aanhoudend gebed om Goddelijk licht, in Antiochië al evenmin als
het maar op 'christelijke' wijze gebeuren. Dat was satans strategie. straks in Jeruzalem.
Daarom trachtte hij er nu een opvatting van Christus' werk en met We kunnen ons voorstellen dat Paulus overleg met de apostelen
name over zijn betekenis voor de Wet in te hameren waardoor er van in Jeruzalem overbodig vond. De Here had Zich over de onderhavige
zijn evangelie zo goed als niets zou overblijven. kwestie duidelijk geopenbaard. Nu zou het de schijn kunnen wekken
Deze bovenmenselijke achtergrond van het judaïsme onderkende dat hij in onzekerheid verkeerde. Maar de apostel hechtte kennelijk zo
Paulus scherp: 'Onze strijd is niet gericht tegen vlees en bloed, maar hoge waarde aan 'de eenheid van de Geest' (Ef. 4: 3) met de andere
tegen de heerschappijen, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers apostelen dat hij over zijn mogelijke bezwaren heenstapte en zich
van deze duisternis en tegen de geesten van het kwaad in de bo- nederig liet afvaardigen.

12 13

§21 Het judaIsme afgewezen Het judaIsme afgewezen § 21 -

Als Gal. 2 over dezelfde reis spreekt als Hand. 15 dan ging Pau- Apostelconvent brengt te weinig het aandeel van de oudsten en ge-
lus, ook vergezeld van Titus, 'op grond van een openbaring', Gal. 2: meente in rekening).
2. Misschien heeft de Here hem daarin laten weten dat hij gerust kon Paulus en Barnabas begonnen niet meteen over de kerkstrijd in
gaan, omdat het de judaisten niet zou gelukken verdeeldheid tussen de Antiochie. Zij brachten eerst verslag uit van alles wat God door hen
apostelen te zaaien. 2 ) De exegeten zijn het er echter niet over eens dat tot stand had gebracht op Cyprus, te Antiochie in Pisidie, alsmede in
Gal. 2 en Hand. 15 inderdaad over dezelfde reis handelen. 3 ) de Zuid-Galatische steden Ikonium, Lystra en Derbe. Daar had de He-
re niet alleen Joden, maar ook onbesneden heidenen door het geloof
Onderweg naar Jeruzalem in zijn universele gemeente opgenomen!
3 Nadat de gemeente hen van reisbenodigdheden had voor- Daarmee zullen ze bewust de toon hebben gezet voor de nu vol-
zien4 ) en uitgeleide had gedaan, wat als een eerbewijs gold, reisden gende besprekingen. Daarin zouden immers niet menselijke opvattin-
zij door Fcnicië en Samaria. Daar waren Joods-christelijke gemeenten gen en tradities de doorslag moeten geven, maar wat God door zijn
in Sidon, Tyrus, Ptolemais, Caesarea, Joppe en andere plaatsen. Zoon en Geest in de heidenwereld bezig was te doen.
Sommige waren gesticht door Jeruzalemse vluchtelingen die door de
vervolging na de dood van Stefanus over het land verspreid waren en JudaEsten eisen ook hier: Christus + de 'Wet'
toen nog uitsluitend aan Joden het evangelie verkondigd hadden, vgl. 5 Na hun reisverslag stonden er enkele broeders op die betoog-
I1: 19. den: deze bekeerde heidenen zullen besneden moeten worden en zich
In Caesarea kunnen ze de centurio Cornelius hebben ontmoet, aan de Wet van Mozes moeten houden. Geloven in Messias Jezus is op
aan wie de Heilige Geest had bewezen dat de scheidsmuur tussen Jo- zichzelf niet genoeg.
den en heidenen was neergehaald. Zouden ze in Joppe ook Dorkas heb- Deze eis werd gesteld door gelovigen over wie we hierboven
ben gezien, die uit de dood was opgewekt? En Simon de leerlooier, op reeds spraken: bekeerde farizeeen die, toen zij tot geloof in de Here
wiens dakterras de Heilige Geest Petrus had geleerd dat het evangelie Jezus kwamen, hun farizeese zuurdesem niet radicaal hadden uitge-
ook aan heidenen verkondigd mocht worden? zuiverd, vgl. p. 7. Het onderwijs van Stefanus kenden zij blijkbaar niet
Overal waar ze kwamen vertelden ze uitvoerig over de bekering of het was door hen afgewezen, vgl. § 9. Zelf wensten zij kennelijk niet
van de heidenen op Cyprus en in Klein-Azie. Dit verwekte onder deze van Gods genade alleen te leven.
Joodse christenen grote vreugde. Zij waren blijkbaar nog niet aange-
tast door het virus van het judaisme, want over kritische navraag naar 3. PETRUS VALT PAULUS EN BARNABAS BIJ,
de besnijdenis van de bekeerde heidenen vernemen we niets. Alleen HAND. 15: 6-12
dat het bericht hun grote blijdschap bracht. De vergaderingen waarvan Lucas nu verslag doet, waren achteraf be-
schouwd van wereldkerk-historisch belang. Ook wij hebben er nog da-
Aankomst te Jeruzalem gelijks mee te maken. Hoeft u om gered te worden alleen in de Here
4 Bij hun aankomst in Jeruzalem werden ze verwelkomd door de Jezus te geloven? Of vergt zijn offer van onze kant nog enige bijbeta-
gemeente en de apostelen en oudsten. Het vast ontroerende weerzien, ling? Daarover zou door dit Convent een voor alle eeuwen geldende
vooral met de in Jeruzalem zo geliefde Barnabas, vond plaats in een uitspraak gedaan worden.
`gemeentevergadering'. In vs. 6 is sprake van een bijeenkomst van de Dit zou beslissen of Christus' gemeente een Joods-nationa-
apostelen en de oudsten. Vs. 22 spreekt van overleg met de hele ge- listische zaak zou blijven of dat zij zou uitgroeien tot de heilige, alge-
meente. Hand. 15 spreekt dug op zijn minst over meer dan een verga- mene christelijke kerk. En of het evangelie de boodschap van Gods
dering. Wij zullen ze het convent van Jeruzalem noemen (de benaming vrije genade zou blijven of misvormd worden tot een 'wet' of religieus

14 15

§ 2.1 Het judaïsme afgewezen Het judaIsme afgewezen § 21

arbeidscontract. Of de vrijheid in Christus gehandhaafd zou blijven of ongeveer tien jaar tevoren op het dak van Simon de leerlooier te Jop-
vervangen worden door een nieuwe vorm van godsdienstige slavernij. pe en in het huis van de officier Cornelius te Caesarea had geleerd.
Daar was het God zelf die hem had duidelijk gemaakt dat Hij de Wet
De apostelen en oudsten beleggen een bijeenkomst als scheidsmuur tussen Joden en heidenen had neergehaald, Ef. 2: 14.
6 Om nader op deze zaak in te gaan hielden de apostelen en oud- Nadat hij in visionaire toestand had geweigerd onreine dieren te
sten enige vergaderingen. Blijkens vs. 22 vonden deze niet plaats ach- slachten en op te eten, was het een stem uit de hemel geweest die hem
ter gesloten deuren, maar werd ook de gemeente betrokken in de be- had verzekerd: 'Wat God gezuiverd heeft, moet jij niet onrein maken.'
raadslagingen. Al hadden de apostelen en oudsten uiteraard de leiding. Toen hij zich vervolgens op bevel van de Geest naar de heidense cen-
Men heeft dit wel 'de eerste synode' genoemd, maar alleen reeds turio Cornelius had begeven, was de Heilige Geest daar voor Petrus'
door de aanwezigheid van apostelen waren deze vergaderingen uniek. ogen op het onbesneden gezelschap neergedaald Daarop had hij hen
En als met de oudsten oud-leerlingen van Jezus worden bedoeld die laten dopen, Hand. 10. Zo had God de onderhavige zaak toen reeds be-
op één lijn met de apostelen worden gesteld (vs. 2, 4, 6, 22v.) 5 ), dan slist. Hij had Petrus al in het begin uitgekozen om de boodschap van
geldt dit nog sterker. het evangelie onder de heidenen te verspreiden en hen zo tot geloof te
Bovendien zijn in synodes véle kerken vertegenwoordigd, terwijl brengen. Let wel: tot geloof en niet tot slavernij aan een 'Wet'.
er hier slechts twee in vergadering bijeen waren: de jonge kerk van 8 Toen hij zich daarover — notabene ook in Jeruzalem — had moe-
Antiochie pleegde inzake een leergeschil overleg met de oudere ten verantwoorden, had hij gezegd: 'Als God hun dus wegens hun ge-
gemeente van Jeruzalem. Zonder zich daarbij op voorhand aan de uit- loof in de Here Jezus Christus hetzelfde geschenk heeft gegeven als
spraak van de moedergemeente te binden. aan ons, hoe had ik Hem daar dan van kunnen weerhouden?', Hand.
II: i-18.
Ook hier verschil van mening Deze feiten hield hij opnieuw aan de vergadering voor: God was
7a Aanvankelijk kwam het ook hier tot een hevige woordenstrijd blijkens het reisverslag van Paulus en Barnabas (vs. 4) thans op nog
(sv: `groote twisting'). Geen wonder, we zijn hier in een puur Joods- veel grotere schaal voor de heidenen opgekomen door hun in onbesne-
christelijke gemeente! Velen was het farizeese wetticisme met de den staat zijn Geest te geven. Zo had God getuigd dat Hij nu ook on-
paplepel ingegoten. Zij waren opgegroeid bij farizeese stiptheid: niet besneden gelovigen tot zijn kinderen aannam, vgl. Rom. 8: 16. Als
alleen spijswetten naleven, reinigingswetten onderhouden, nieuwe- kenner der harten kwam het voor Hem niet meer aan op het uiterlijke
maansfeesten vieren, sabbatten in acht nemen, maar je ook aan de vele teken van iemands besnijdenis en nationaliteit, maar op zijn gelovige
geboden houden die de rabbijnen aan Gods gebod hadden toegevoegd. hart. 6 )
In zo'n wetticistisch klimaat ging felle judaYstische taal er bij menige 9 Sindsdien maakt God geen onderscheid meer tussen besneden
goedgelovige gemakkelijk in. Zij schenen de Wet veel serieuzer te ne- Joden en onbesneden heidenen, vgl. Rom. o: 12. Hij reinigt hun har-
men dan Paulus en Barnabas met hun: ...thans hoeft iedereen alleen ten (= wederbaart hen) door het geloof en niet door geloof + slaafs wet-
maar in Messias Jezus te geloven'. ticisme, dat in uiterlijkheden blijft steken. Zo vormt hij uit Joden en
heidenen samen zijn nieuwe Godsvolk.
Petrus bewijst dat God de zaak allang beslist heeft o Daarop richtte hij zich tot de judaïstische tegensprekers met
7b Toen stond Petrus op. Niet om een abstract betoog op te zet- de vraag: Waarom wilt u na zo'n Goddelijke getuigenis Hem nu tar-
ten over de Wet, maar om aan te tonen dat God allang zijn licht over ten en zijn uitgedrukte wil trotseren door leerlingen van heidense af-
het onderhavige twistpunt had laten schijnen. En wel door onweer- komst een juk op de schouders te leggen dat onze voorouders noch wij-
sprekelijke feiten. Daartoe herinnerde hij de vergadering aan wat hij zelf konden dragen?'


16 17
§ 21 Het judaïsme afgewezen Het judaïsme afgewezen § 21

Daarmee sprak Petrus beslist geen kwaad van Gods goede, door kenen en wonderen en zodoende velen van hen tot geloof gebracht in
en door evangelische Wet, vgl. Ps. 119. Maar dat 'Evangelie naar Mo- het Pisidische Antiochie, Ikonium, Lystra en Derbe, Hand. 14: 3. In
zes' (zoals we de Wet ook zouden kunnen noemen) had naast haar heer- Lystra had Paulus een van zijn geboorte of verlamde man mogen ge-
lijke genadeverkondiging toch óók de taak vervuld van een oppasser nezen. En toen hij er gestenigd was en voor dood de stad uitgesleept,
of bewaker, die Israel met stevige hand naar de dag van Christus moest kon hij opeens weer opstaan en verder reizen!
leiden. Die hand was wel liefelijk, maar tegelijk nogal streng. Zij hield Waren dit geen beslissende feiten? Zou God dit gedaan hebben
Israel 'in verzekerde bewaring', Gal. 3: 23v. 7 ) als Paulus een vijand van Gods Woord was geweest? Of bewees Hij
i i Daarop trok hij zijn conclusie waarin hij Paulus en Barnabas daarmee juist zijn instemming met Paulus' prediking van geloven-en-
gelijk gaf: wij geloven dat er maar één middel is waardoor zowel wij anders-niets? En waren dit niet stuk voor stuk nieuwe bewijzen bij wat
Joden als heidenen gered worden: Gods genade, die de Here Jezus door Petrus gesteld had: God maakt met zijn genade thans geen onderscheid
zijn lijden en gehoorzaamheid voor ons verdiend heeft. En die ons al- meer? Hij rechtvaardigt nu ook onbesneden heidenen. En wel buiten
leen door het geloof wordt toegeeigend, vgl. Rom. 5: i, Gal. 2: 15v. de Wet om. Alleen door het geloof in de Here Jezus.
Zonder enige bijbetaling door gehoorzaamheid aan de Wet, want die
is door Christus vervuld, vgl. § 9. En nog minder door gehoor- 4. JAKOBUS BEWIJST DAT DE ROEPING VAN DE
zaamheid aan de farizeese 'Wet' met haar 613 afgeleide voorschriften. HEIDENEN VERVULLING VAN DE PROFETIE IS,
Dit is het laatste wat we in Handelingen over het optreden van de HAND. 15: 13-21
apostel Petrus lezen. Van nu of treedt Paulus in dit bijbelboek op de Na de apostel Petrus betuigde Jakobus, de halfbroer van de Here Je-
voorgrond. zus, zijn steun aan Paulus en Barnabas. Als een van de voornaamste
oudsten in de gemeente van Jeruzalem genoot hij groot gezag. Hij had
Ook onder de heidenen deed God tekenen en wonderen niet voor niets de bijnaam 'de rechtvaardige' ontvangen. Bovendien
12 De hele vergadering werd stil van wat Petrus naar voren had hield hij zich persoonlijk nog strikt aan de Wet van Mozes, Hand. 2 1 :
gebracht. Inderdaad, God kon alleen Goddelijke voorschriften ter zij- 18-20. Des te opvallender was het dat hij niet de judaIsten, maar Pau-
de stellen. Met de besnijdenis had Hij dat jaren geleden bij Cornelius lus en Barnabas bijviel en wel met krachtig schriftbewijs. Echter zon-
al gedaan. Dan hadden Paulus en Barnabas inderdaad het gelijk aan der bij de toepassing daarvan de wijsheid van boven uit het oog te ver-
hun kant. liezen, die volgens zijn brief in de Bijbel 'vóór alles zuiver, maar ook
Daarop namen die beiden weer het woord. Zij wisten niet beter vredelievend, vriendelijk, altijd voor rede vatbaar, rijk aan barmhar-
te doen dan zich evenals Petrus op Gods daden te beroepen. Zij had- tigheid' is, Jak. 3: 17.
den al verslag uitgebracht van Gods werk onder de heidenen, vs. 4.
Maar nu vertelden zij vooral welke grote tekens en wonderen Hij door Jakobus verwijst naar de profetie van Amos
hen onder de heidenen had verricht. En hoe Hij daardoor bevestigd had 13 Nadat Paulus en Barnabas waren uitgesproken, nam Jakobus
dat onbesneden heidenen zonder wetsonderhouding in zijn gemeente het woord: 'Broeders, luister naar mij.
mochten worden opgenomen. 14 Simeon [Jakobus noemt Petrus in deze Joodse omgeving bij
Op Cyprus was de Romeinse gouverneur tot geloof gekomen. En zijn Hebreeuwse naam!] heeft uiteengezet hoe God in Caesarea zijn
toen de Joodse hofastroloog hem daarvan trachtte of te houden, had de Geest gaf aan de heidense officier Cornelius en zijn huis. En dat God
Here het prille geloof van die onbesneden heiden beschermd door die dus al in het begin van plan was ook onder de heidenen een yolk te vor-
waarzegger met blindheid te straffen, Hand. 13: 6-12. Zo had de Here men dat zijn naam vereert.
hun evangelieprediking onder de heidenen telkens bevestigd door te-

18 19
§ 2 I Het judaïsme afgewezen Het judaïsme afgewezen §2I

15 Welnu, dat stemt overeen met de woorden van de profeten. Dit waren er vier dingen die voor Joden in de omgang met heidenen, voor-
bewees Jakobus door de vergadering Amos 9: 11,12 voor te houden. al aan tafel, hoogst aanstotelijk waren.
Lucas geeft de aanhaling in de Griekse vertaling 8 ): Ten eerste: vlees uit de vleeshallen van heidense tempels, waar
16 'Dan keer Ik op mijn schreden terug. Ik zal de vervallen but het vooraf bezoedeld was door wij ding aan een afgod. Als sommige
van David weer opbouwen; wat omver ligt zal Ik herbouwen en weer bekeerde heidenen te Korinte dit al als erkenning van een andere god
overeind zetten.' Deze profetie behoefde voor Jakobus' Joodse hoor- beschouwden, dan zeker ook menige Jood, I Kor. 8: 1-13. Ten twee-
ders geen nadere uitleg. Het prachtige gebouw van Davids éne en de: ontucht. Daarmee zal hij hier gedoeld hebben op huwelijken in
ongedeelde koninkrijk was na de dood van Salomo gescheurd en was graden van bloedverwantschap, die door Lev. 18: 6-18 verboden wa-
in de dagen van Amos niet meer dan een vervallen hut'. Maar Jahweh ren, vgl. I Kor. 5: I . Ten derde: niet uitgebloed vlees, bijvoorbeeld van
zou hem weer oprichten door een nieuwe 'David' te geven, Ez. 34: 23v. dieren die hun eigen dood waren gestorven, in een strik geworgd of
Inmiddels waren deze profetieen vervuld in Messias Jezus. Aan Hem verdronken. Ten vierde: het gebruik van het bloed zelf, vgl. Gen. 9: 4,
had God de troon van zijn vader David gegeven (Luc. I : 32) en Hem Lev. 17: 10-14.
tot de hemel verhoogd, Hand. I : 9, 2: 33. Als de christenen uit de heidenen zich in zachtmoedige wijsheid
17 Alleen niet om uitsluitend over Israel te regeren, maar ook van deze dingen onthielden, zouden zij het samenleven van Joden met
over de rest van de mensheid. Gods voornemens omvatten namelijk ex-heidenen veel gemakkelijker maken. Jakobus stelde voor dit schrif-
veel meer dan alleen Israëls redding. Hij zou Davids vervallen ko- telijk aan de niet-Joodse christenen te vragen. Niet als een nieuwe
ningshuis herstellen, opdat ook de heidenen Hem zouden zoeken. 'Dit 'wet', maar als een paar tijdelijke richtlijnen voor de moeilijke over-
zegt de Here die dit gangstijd die zij beleefden. Ofwel als een vrijwillige beperking van hun
18 al van oudsher [lett. van eeuwigheid = al heel lang] aange- vrijheid-van-de-wet, die Jakobus overigens volmondig erkende.
kondigd heeft', Jes. 45: 21. Hij had de roeping van de heidenen immers 21 Moeilijk en vreemd zouden de christenen uit de heidenen zijn
reeds aan Abraham beloofd, Gen. 12: 3. Dus al voor de grondlegging voorstel niet vinden. Velen van hen hadden immers al jarenlang de
van de Israelitische wereld op Horeb, Ef. I : 4. 9 ) Waarmee Jakobus maar synagoge bezocht, waar iedere sabbat de Wet van Mozes werd voor-
wilde zeggen dat de omstreden zaak niet als iets splinternieuws uit de gelezen. Zij hadden daaruit vast al begrepen dat zij hun Joodse me-
lucht was komen vallen, maar reeds door de profeten was voorzegd en degelovigen een groot genoegen zouden doen als zij zich vrijwillig
wel als werk dat God zich al eeuwen tevoren had voorgenomen. onthielden van afgodenvlees, bloed, vlees dat nog verzadigd is van
bloed en ontucht', vs. 29. 10 ) Temeer als zij bedachten dat de afschuw
Het voorstel van Jakobus daarvan er bij de Joden al meer dan dertien eeuwen lang ingebrand
19 In het licht van de profetie was het volgens Jakobus duidelijk was! Ook Paulus kon zich in deze overgangsregeling goed vinden, vgl.
wat de vergadering te doen stond. Ik voor mij ben van mening, zei hij, I Kor. 8, 9: 19-23, Dr): 23-11: I
dat we de heidenen die zich tot God bekeren geen al te zware lasten
moeten opleggen. En hen dus zeker niet met judaïstische eisen lastig 5. HET ANTWOORD AAN DE BROEDERS UIT DE
mogen vallen, maar hun christelijke vrijheid-van-de-wet volledig er- HEIDENEN, HAND. 15: 22-34
kennen, vgl. Rom. 3: 21 v, Ef. 2: 8v. De woorden van Petrus en Jakobus vonden brede instemming. De ei-
20 Dit vooropgesteld diende men echter ook wijsheid te be- sen van de gelovigen uit de farizeeën (vs. 5) werden afgewezen. Ge-
trachten. Men verkeerde immers nog volop in de overgangstijd van het lovige heidenen konden zonder besnijdenis en onderhouding van de
Oude naar het Nieuwe Verbond (zie bij 2: 46). Dit schiep zowel voor Wet van Mozes als volwaardige leden in de christelijke gemeenten op-
gelovigen uit de Joden als uit de heidenen bepaalde moeilijkheden. Zo genomen worden.

20 21

§ 21 Het judaisme afgewezen Het judaIsme afgewezen § 21

22 Zoals we bij vs. 6 reeds opmerkten was dit geen uitspraak van 'eenheid van de Geest' (Ef. 4: 3) waarin zij met hen het evangelie
de eerste 'generale synode' of het eerste 'algemene concilie' van de ver-kondigden. 11 )
christelijke kerk, maar van de apostelen en de oudsten, die bij hun over- 27 'Wij hebben dus Judas en Silas afgevaardigd; zij zullen u de-
leg ook de gemeente betrokken. Deze unieke vergadering besloot en- zelfde boodschap ook mondeling overbrengen.'
kele afgevaardigden uit haar midden met Paulus en Barnabas mee te 28 De uitspraak in de onderhavige kwestie steunde niet eenvou-
zenden om haar antwoord aan de gemeente van Antiochie over te bren- dig op het gezag van de apostelen en oudsten. Want zij schreven uit-
gen en toe te lichten. Tevens konden de beide omstreden broeders dan drukkelijk: 'Het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht u geen en-
niet van partijdige rapportage beschuldigd worden. kele last op te leggen dan alleen wat strikt noodzakelijk is.' Wij zagen
Men koos daarvoor Judas, die ook wel Bar-Sabbas genoemd reeds hóe de Heilige Geest zich had uitgesproken en hoe deze verga-
werd, en Silas, waarschijnlijk dezelfde als de bekende Silvanus. Twee dering wilt dat haar besluit met Zijn mening strookte.
leidende figuren uit de gemeente. Silas bezat het Romeinse burger- Eerst had Petrus gememoreerd dat de onderhavige kwestie reeds
recht (16: 37vv) en zal Paulus straks op diens tweede apostolische in Caesarea door de Geest was beslist. Daar was Hij op Cornelius en
reis vergezellen en nauw betrokken worden bij de brieven aan de Tes- de zijnen met hoorbare kentekenen neergedaald, Hand. Jo: 44vv. Zó
salonicenzen. Hij zal als Hellenist vloeiend Grieks gesproken hebben. had Hij te kennen gegeven dat het Hem goed dacht dat onbesneden ge-
lovigen in de gemeente werden opgenomen.
Het besluit op schrift Vervolgens had Jakobus de Heilige Schrift, het Boek van de
23 Zij kregen een brief mee, die volgens de toenmalige briefstijl Geest, geopend. Daarin had Hij reeds geprofeteerd dat God mettertijd
begon met de groeten: 'De apostelen en oudsten groeten als broeders het koningschap van Davids grote Zoon ook over de heidenen zou
hun broeders uit de heidenen in Antiochië, Syrië en Cilicië.' De uitbreiden. Dus in het Woord van God was de kwestie ook allang
'kwes-tie-Paulus' was dus al tot in de Syrische en Cilicische gemeenten be- beslist. Zó had de Heilige Geest in die vergadering zijn mening
kend geworden! Zij werden echter als volwaardige broeders aange- kenbaar gemaakt. a) door Petrus' herinnering aan wat de Geest had
sproken. Een moedgevende aanhef! gedaan; b) door wat de Geest volgens Jakobus in zijn Woord had
24 'Wij hebben vernomen dat er bij u grote verwarring en onze- gezegd.
kerheid is ontstaan doordat enkelen van ons u hebben verteld: Als u Hieruit leide men vooral niet of dat sindsdien alle kerkelijke ver-
zich niet laat besnij den, kunt u niet gered worden! Wel, dat hebben zij gaderingen per definitie ook namens de Heilige Geest zouden spreken.
niet in onze opdracht gedaan.' — Daarmee distantieerden de apostelen Omdat Hij háár 'in alle waarheid zou leiden'. Want dit beloofde de
en oudsten zich meteen van deze bovenschriftuurlijke eis. Geen juda- Here niet aan zulke vergaderingen in het algemeen, maar aan zijn
1st zou zich daarvoor ooit nog op de apostelen kunnen beroepen. apostelen en wel met het oog op hún toekomstige werk, Joh. 14: 25v,
25 Vervolgens werd de deputatie voorgesteld: 'Gehoord de on- 16: 13. 12 ) Thans kunnen kerkelijke vergaderingen zich alleen op de lei-
rust en verwarring die bij u gesticht is, hebben wij eenstemmig beslo- ding van de Heilige Geest beroepen wanneer zij met de vinger bij de
ten twee mannen uit te kiezen en die mee te sturen met onze geliefde betreffende schriftplaats kunnen verklaren: 'Het heeft de Heilige Geest
broeders Barnabas en Paulus, in zijn Woord — en daarom ook ons — goed gedacht... vgl. i Kor. 4:
26 die hun Leven (met alles wat daarin aangenaam is) hebben 6, I Petr. 4: 11.
overgehad voor de naam van onze Here Jezus Christus.' Daarmee wer- 29 En welk verzoek richtten de Joodse broeders in Jeruzalem tot
den deze beide van onrechtzinnigheid verdachte broeders van elke ver- de broeders uit de heidenen om in vrede met hen te kunnen samenle-
denking gezuiverd. Barnabas en Paulus wetsverachters? De apostelen ven? Over de omstreden besnijdenis repte de brief met geen woord!
beschouwden hen als geliefde broeders! Daarmee erkenden zij de Onderhouding van de sabbat werd evenmin gevergd, vgl. Kol. 2: I6V.

22 23
§ 21 Het judaïsme afgewezen Het judaïsme afgewezen § 2I

De heidenen werd alleen gevraagd hun christelijke vrijheid-van-de-wet en de Galatische kerken. En hoe deze dwaalleer, telkens wat anders in-
voorlopig vrijwillig in te perken door zich te onthouden van afgo- gekleed, de christelijke gemeenten in later eeuwen heeft geteisterd,
denvlees, bloed, verstikt slachtvee en ontucht, vgl. vs. 2o. 'Als u daar- haalden we reeds op.
van afblijft, is het in orde. Het ga u goed!'
Het is bekend dat christenen uit de heidenen zich inderdaad van Vreugde en opluchting in Antiochië
deze voor Joden aanstotelijke dingen hebben onthouden. Toen heide- 3o Nadat men afscheid van hen genomen had, vertrokken Pau-
nen later lasterden dat christenen kinderen opaten, riep de martelares lus en Barnabas, samen met de Antiocheense broeders (vs. 2) en Ju-
Biblias te Lyon uit dat dit onmogelijk was, daar het hun zelfs niet ge- das en Silas, naar Antiochië. Daar riepen zij de gemeente bijeen en
oorloofd is het bloed van redeloze dieren te nuttigen' . 13 ) overhandigden de brief.
Toch besefte men dat deze schikking een voorlopig karakter 31 Toen die was voorgelezen, waren de gelovigen uit de heide-
droeg. Groeiend inzicht bij de Joodse gelovigen in de vervulling van nen heel blij met de bemoedigende en vertroostende inhoud. Menige
de Wet door Jezus Christus zou het verzoek van Jeruzalem op den duur onbesneden man en jongen was geschokt en in verwarring gebracht
vanzelf in het vergeetboek doen raken. Guido de Brès beriep zich in door de judaïstische eis: Als je je niet éérst laat besnijden en volgens
de zestiende eeuw in zijn 'Baston' op dit voorbijgaand karakter van de onze 'Wet' gaat leven, helpt geloven in de Here Jezus je niets. U be-
Jeruzalemse besluiten ten einde daardoor de rechtskracht te bestrijden grijpt dat zulke christenen geweldig opgelucht waren door wat de
van látere kerkelijke bepalingen, waaronder de gelovigen van zijn da- apostelen en oudsten in Jeruzalem hun schreven. Wie zelf ooit bevrijd
gen zuchtten. 14 ) werd uit de beklemming van een soortgelijk 'optelsom-evangelie'
(Jezus + 'Wet') kan zich de vreugde van deze gelovigen het best voor-
Het judaïsme verliest een slag, maar is niet verslagen stellen.
Hiermee had satan op het hoofdfront in Jeruzalem de slag verlo- Wat zal ook Teofilus Lucas' verslag en de conclusies in deze brief
rem Hij had de apostelen en oudsten er niet toe kunnen verleiden van met vreugde hebben gelezen. Hij was er persoonlijk en direct bij be-
Christus' gemeente een exclusieve Jodenkerk te maken. De trokken. Hij behoefde zich dus niets aan te trekken van judaïstische
judaïstische afgoderij met de 'Wet' was afgewezen, het evangelic van propaganda, vgl. dl. I, 14. Hij kon ook als niet-Jood gered worden en
loutere genade opnieuw bevestigd, de eenheid van de universele kerk wel alleen door het geloof in de Here Jezus, zonder besnijdenis en zon-
gewaarborgd. De reeds geplante heidenkerken werden bemoedigd, 15: der te leven naar de Wet van Mozes!
31, 16: 4v. De evangelieverkondiging kon op dezelfde wijze voortge- 32 Judas en Silas, die zelf ook profeten waren (vgl. i i : 27,
zet worden. 13: i), spraken langdurig met de broeders. Zij bemoedigden en ver-
Het belang van het Convent van Jeruzalem kan dus moeilijk over- sterkten de gelovigen uit de heidenen in het geloof aan Jezus' alge-
schat worden. Het was een van de moedigste en grootmoedigste uit de noegzaam zaligmakerschap en zijn vervulling van de Wet. In de geest
hele kerkgeschiedenis. 15 ) Alle ware gelovigen genieten nog dagelijks van Gal. 5: i zullen zij hen hebben opgewekt: 'Voor die vrijheid heeft
van de vruchten ervan. Christus ons vrijgemaakt. Houd dus stand en laat u niet opnieuw het
Maar verslagen was de judaïstische duivel daarmee niet. De slavenjuk opleggen.'
apostelen hadden zijn dwaalleer nu wel afgewezen en Paulus in het ge- 33 Toen Judas en Silas enige tijd in de gemeente van Antiochië
lijk gesteld. Maar als een zwerm horzels zouden de judaïstische dwaal- doorgebracht hadden, lieten de broeders hen teruggaan naar Jeruza-
leraars hem straks op al zijn reizen achtervolgen. Als een afschuwelijk lem. Maar niet zonder hun verzocht te hebben de hartelijke vredes-
kankergezwel zou hun contra-evangelie alom het gemeentelijke leven groeten over te brengen aan de apostelen en gemeente die hen hadden
aantasten door uitzaaiingen in Rome, Korinte, Filippi, Kolosse, Efeze afgevaardigd.

24 25
§ 21 Het judaïsme afgewezen Het judaïsme afgewezen 21

34 [Maar Silas besloot daar te blijven (alleen Judas ging naar Introduction, fourth edition (revised), Leicester, 1990. J. van Bruggen, Pau-
Jeruzalem).] Dit vers ontbreekt in oudere handschriften. Mogelijk lus, Kampen 2001, 76-87, 269v.
heeft een latere overschrijver het toegevoegd om Silas' aanwezigheid 4) W Bauer, s.v. propempoo: '...zur (Weiter)Reise ausstatten m. Lebensmit-
in Antiochië (vs. 40) te verklaren. Of viel het Silas op het laatste mo- teln, Geld, durch Stellung v. Begleitern, Beschaffung v. Fahrgelegenheit
ment te zwaar deze gemeente te verlaten? u.s.w.'. Vgl. 3 Joh. : 5-8.
5) Aldus J. van Bruggen, Ambten in de apostolische kerk, Kampen 1984, 78-
35 Maar Paulus en Barnabas bleven nog in Antiochië. Ze gaven 91. Vgl. voor het karakter van de vergadering in Hand. 15 in deze serie Levi-
er geloofsonderwijs en verkondigden met nog vele anderen het Woord ticus, 406.
van de Here. 6) S. J. Kistemaker wijst er op, dat in Jezus' bevel om tot geloof gekomen
heidenen te dopen (Mat. 28: 19) ligt opgesloten dat de doop in de plaats van
NOTEN de besnijdenis gekomen is, comm. a.l. Vgl. Kol. 2: I i v.
1) In de codex Bezae luidt vs. 1: 'En enigen die uit Judea gekomen waren, 7) Vgl. in deze serie Genesis-Exodus, 244v.
van degenen die van de sekte der farizeeën tot het geloof gekomen waren, leer- 8) Vgl. voor de tekstverschillen tussen de m. T. en de Lxx: F.W. Grosheide,
den de broeders...' comm. al., Amsterdam, 1948 en F. F. Bruce, comm. 3 e herziene en uitgebreide
2) 'Deze openbaring des Heeren op zichzelve is nog geen wettiging der sa- druk, Leicester-Grand Rapids, 1990. Zie ook in deze serie: Hosea-Maleachi,
menkomst te Jerusalem, allerminst eene goedkeuring, of Goddelijke aanwij- 73 8•

zing, dat zij recht en naar Zijnen wil was. Want die samenspreking was niet 9) Zie ook in deze serie Genesis-Exodus, 497-502.
noodig geweest. God had in deze zaak Zijne openbaring reeds gegeven. Pau- 10) Zie ook in deze serie Leviticus, 272v., 407v.
lus en de anderen wisten wel reeds Gods wil omtrent haar. En aan deze ver- 11) Hoe belangrijk is het dat bij alle — vaak onvermijdelijk diepgaande — me-
gadering en samenspreking waren van menschenkant vele gevaren ver- ningsverschillen in de christenheid de inzet voor Jezus erkend blijft en voor
bonden. God kon die afwenden en heeft die gekeerd. Maar wij mogen God wezenlijk gehouden wordt. Hoe zwaar heeft de evangelische christenheid in
niet verzoeken. Wij mogen ons niet begeven in situaties waar alleen Gods bi- dit opzicht gezondigd. Hoe gering achtte zij vaak de inzet voor Jezus tegen-
zondere leiding of ingrijpen voor kleinere of grotere rampen bewaren kan en over theologische afwijkingen in de leer. Hoe is ze vaak omgegaan met man-
moet. nen, 'die hun leven hebben overgehad voor de naam van onze Here Jezus
Daarom is deze openbaring des Heeren aan Paulus, dat hij nu rustig naar Christus'. Aldus Werner de Boor, comm. a.l.
Jeruzalem kon en mocht of moest gaan, op zichzelve en zonder meer nog geen 12) Zie ook in deze serie Lucas-Johannes, 627vv, 642vv. Rome verdedigt
Goddelijke goedkeuring van dit drijven der uit Jeruzalem te Antiochië geko- haar vele na-bijbelse en bovenschriftuurlijke dogma's met het argument dat
men menschen, noch van de samenkomst aldaar, en dus ook geene aanwij- de Geest volgens Christus' belofte de kerk daarin ook na de afsluiting van de
zing, dat bij moeiten in eenige of meerdere kerken de oplossing gezocht moet Heilige Schrift verder heeft geleid. Vgl. J. Keulers, Het evangelic volgens
worden op dergelijke wijze, door het samenkomen en samenspreken van die Johannes, Roermond en Maaseik 1951, 285v.
kerken in classisvergadering of synode. Hier moet niet te spoedig en overijld 13) Eusebius, Kerkgeschiedenis,V, 1, 25.
geconcludeerd worden. Verboden heeft de Heere aldus dergelijke samen- 14) Vgl. in deze serie deel De Nederlandse Geloofsbelijdenis, Baren-
komsten niet, doch ook heeft Hij ze aldus nog niet voorgeschreven. Zitten er drecht 1955, 52.
goede kanten aan, er kunnen ook kwade kanten aan zijn, die gevaren opleve- 15) Aldus R. N. Longenecker, comm. a.l.
ren', S. Greijdanus, Schriftbeginselen van kerkrecht, Enschede z.j., p. 34v. Zie
ook K. Doornbos, De vergadering te Jeruzalem (Hand. 15) was geen synode,
in: Kerk-zijn en in-de-kerk-zijn, Amsterdam 1962, 97-108.
3 ) De commentatoren zijn hierover verdeeld. S. Greijdanus neemt aan van
wel, H. J. Jager en S. J. Kistemaker achten zowel het een als het ander moge-
lijk. Vgl. voor een bespreking van de uiteenlopende meningen omtrent de be-
stemming en datering van de brief aan de Galaten D. Guthrie, New Testament

26 27

1: Syrië, Cilicië, Galatië, Troas 22

De goede Jozef, bijgenaamd Barnabas (vertrooster), die een hele


akker verkocht om met de opbrengst de armen te steunen (4: 36v.), had
als eerste naar Saulus omgekeken toen deze bekeerd uit Damascus in
§ 22 Jeruzalem terugkwam (9: 27). Wat hadden ze sindsdien veel voor de
naam van de Here Jezus mogen doen.
HANDELINGEN 15: 36-16: 10 Jarenlang hadden ze samen het evangelic verkondigd, eerst in het
PAULUS' TWEEDE APOSTOLISCHE REIS Syrische Antiochië, later op Cyprus en in Klein-Azië. Zo hadden ze
I: SYRIE, CILICIE, GALATIE, TROAS samen gereisd, gegeten, gepreekt, gebeden en geleden. In het Pisidi-
sche Antiochië waren ze de stad uitgezet. In Ikonium bijna gestenigd.
In Lystra als neergedaalde goden vereerd, maar later was Paulus er ge-
Nu gaan we Paulus volgen op zijn tweede apostolische reis, die naar stenigd en voor dood de stad uitgesleept.
schatting ruim drie jaar zou duren. Op deze tocht zal hij gemeenten Na hun terugkeer in Antiochië waren ze alweer samen door de ju-
stichten in Filippi, Tessalonika, Berea en in de toenmalige metropolen daïsten van dwaalleer beschuldigd. Zij hadden van bekeerde heidenen
Athene, Korinte en Efeze. In de wereldhavenstad Korinte zal hij maar de besnijdenis moeten eisen. Zij aan zij hadden ze daarop het evange-
liefst achttien maanden verblijven. En bepaald niet als vrijgesteld evan- lie verdedigd van Jezus alleen, geloven alleen en genade alleen. Samen
gelist, want vaak moest hij als tentenmaker zelf zijn kost verdienen, waren ze daarvoor naar het Convent van Jeruzalem gereisd. Waardoor
18: 3, 2 Kor. II: 9, r Tes. 2: 9. kon deze hechte samenwerking verbroken worden? Niet om een leer-
Ook voor ons zou dit een zeer belangrijke reis worden! Want nu geschil, maar vanwege een beleidsgeschil.
zal hij met het evangelic doordringen tot wat wij nu de westkust van Tur-
kije en de oostkust van Griekenland noemen. Daarmee zal hij nu hij het Marcus ongeschikt?
evangelic gaan verkondigen in Europa en begint de historische proloog 36 Niet lang na hun terugkeer uit Jeruzalem, zei Paulus tegen
van onze heiligmaking. 1 ) Want door Paulus' prediking gaat de Geest van Barnabas: 'Hoe zouden de broeders en zusters het maken in al die ste-
Jezus het fundament leggen van de kerstening van ons werelddeel. den waar we het Woord van de Here gebracht hebben? Zullen we hen
Zeker, voor het besef van Paulus' tijdgenoten maakte het huidi- nog eens opzoeken om te kijken hoe het met hen gaat?' De apostel
ge Turkije eenvoudig deel uit van de éne Grieks-Romeinse wereld. voelde zich blijkbaar nog voor hen verantwoordelijk, vgl. 2 Kor. I is
Maar wij lezen het boek Handelingen thans in de eenentwintigste 28. Zelf stond hem een apostolische 'visitatietoche of pastorale 'na-
eeuw. En voor Ens besef stak Paulus vanuit Troas over naar het voor- zorgreis' voor ogen, zoals ze al eerder gemaakt hadden, 14: 2Ivv. Maar
christelijke Europa, waar onze verre voorouders woonden. Voor het ge- door het ingrijpen van de Heilige Geest (16: 6v) zou deze uitgroeien
mak bespreken wij ook deze tweede apostolische reis niet in één, maar tot de tweede apostolische reis, waarop het evangelic voor het eerst ook
in meerdere paragrafen. op Europese bodem verkondigd zou worden.
Het begon allemaal met een pijnlijk conflict. 37 Barnabas ging met dit voorstel akkoord en wilde nu ook zijn
neefJohannes, bijgenaamd Marcus, weer meenemen, Kol. 4: lo. Deze
1. PAULUS EN BARNABAS OM MARCUS UITEEN, had hen op hun eerste reis tot in Pamfilië vergezeld, maar was toen om
HAND. 15: 36-40A redenen die Lucas niet noemt naar Jeruzalem teruggekeerd, 13: 13.
Wie had dit ooit kunnen denken: Paulus en Barnabas verbitterd uit el- 38 Paulus voelde daar echter niets voor. Hij vond dat ze iemand
kaar! Een raadsel temeer als we op de voorgeschiedenis van hun die hen en hun werk al in Pamfilië in de steek had gelaten beter niet
vriendschap letten. dag in dag uit 2 ) bij zich konden hebben. Zo'n man achtte hij ongeschikt


28 29

§ 22 Paulus' tweede apostolische reis E Syrië, Cilicië, Galatië, Troas § 22

voor deze taak. De goede en geduldige Barnabas beoordeelde Marcus' Leerzaam


gedrag milder en wilde hem nog wel een kans geven. Maar hoe hij ook Het is voor ons niet uit te maken wie in het conflict tussen Paulus
voor zijn neef pleitte, Paulus hield voet bij stuk. en Barnabas gelijk had. Eén ding maakt ook deze geschiedenis duide-
39 Barnabas bleef echter ook op zijn strepen staan. Toen rees er, lijk: 'Als iemand wil roemen, laat hem dan roemen in de Heer' (1 Kor.
ondanks beider liefde voor de evangelieverkondiging, een scherp con- : 31) en zelfs niet in zijn voornaamste dienaren, laat staan in de lage-
flict tussen de boezemvrienden. Het liep zelfs zo hoog op dat de beide re. Zij moeten allen met Paulus belij den: 'Ik weet dat er in mij, dat wil
wapenbroeders hun samenwerking verbraken en uiteengingen. Dat Lu- zeggen in mijn vlees (= zondige natuur), geen goed woont', Rom. 7: 18.
cas ook deze zwarte bladzijde heeft opgenomen, bewijst dat hij geen Daarom lukte het de satan nadien maar al te vaak Christus' ge-
geïdealiseerd beeld van de vroeg-christelijke kerk wilde tekenen... meenten in vuur en vlam te zetten. Lukt hem dit niet door leer-
We krijgen niet de indruk dat zij de gemeente van Antiochië in geschillen? Dan probeert hij het wel door persoonlijke tegenstellingen
hun twist betrokken, al zal die de onenigheid wel betreurd hebben. Bar- en beleidskwesties. Demonisch sluw tracht hij onophoudelijk broeders
nabas was ongetwijfeld bijzonder geliefd in Antiochië, II: 22. Toch en zusters uit elkaar te drijven door de kleinste bijzaken op te blazen
lijkt deze nobele man zijn aanzien niet gebruikt te hebben om steun te tot hoofdzaken. Daarom klonk reeds in de apostolische tijd de
verwerven voor zijn standpunt. 3 ) waarschuwing: 'Pas op dat niemand de genade van God verspeelt. Laat
Hij nam Marcus mee en voer of naar Cyprus, het eiland waar hij geen bitter, schadelijk onkruid opkomen dat uw hele gemeente ver-
oorspronkelijk vandaan kwam. Zij hadden daar indertijd ook al met giftigt', Heb. II: 16.
Paulus gewerkt (13: 4v.) en zo bleef hij meteen in de lijn van diens Het geschil tussen Paulus en Barnabas laat echter ook zien hoe
plan: een hernieuwd bezoek brengen aan de oude plaatsen. Dit is het de Here kwaad ten goede kan wenden. Want als gevolg van deze
laatste wat we van Barnabas in Handelingen vernemen. Daar steekt broedertwist trokken er nu twee teams op uit om het evangelie te ver-
niets achter. Lucas beperkt zich van nu of eenvoudig tot de verbreiding kondigen.
van het apostolische getuigenis door Paulus. De andere apostelen Wat tenslotte de onderlinge verhoudingen betreft: in i Kor. 9: 6
noemt hij ook niet meer. spreekt Paulus met grote waardering over Barnabas. De verwijdering
4o Paulus koos Silvanus als reisgenoot, hier kortweg Silas ge- tussen Paulus en Marcus zal niet zo lang geduurd hebben. Tijdens Pau-
noemd. Een vooraanstaande figuur in de gemeente van Jeruzalem. Hij lus' eerste gevangenschap in Rome was Marcus bij hem, Kol. 4: I o,
was evenals Paulus Romeins staatsburger (16: 37) en zal goed Grieks Filem. 24. Kort voor zijn executie schreef hij Timoteüs: 'Ga Marcus
gesproken hebben. Voorts bezat hij de gave van de profetie (15: 32) en halen en breng hem met u mee, want ik kan hem goed gebruiken voor
was hij lid geweest van de commissie die de besluiten van het convent het werk', 2 Tim. 4: 11. Naast Lucas en Timoteüs hoorde hij toen weer
(15: 22-29) aan de gemeente te Antiochië moest overbrengen en bij Paulus' vertrouwdste medewerkers.
toelichten. Hij genoot dus ook het vertrouwen van de apostelen. Later
zou hij Petrus assisteren bij het schrijven van diens eerste brief, I Petr. 2. PAULUS EN SILAS TREKKEN DOOR SYRIË EN
5: 12. Paulus vond hem een geschikte plaatsvervanger van Barnabas. CILICIË, HAND. 15: 41
Als derde man zal Timoteüs straks de plaats van Marcus innemen. Na zijn vertrek uit Antiochië begaf Paulus zich niet over zee naar
Nadat hij door de broeders was toevertrouwd aan de genade van Klein-Azië, zoals op zijn eerste reis, maar over land. Daardoor konden
de Here verliet ook Paulus met zijn nieuwe reisgezel Antiochië. Nog zij ook de Syrische en Cilicische kerken bezoeken, aan wie de Jeru-
onbewust van de grote dingen die de Here op deze nieuwe reis door zalemse brief eveneens geadresseerd was, 15: 23. Maar laten we eerst
hem zou gaan doen. trachten ons enigermate een beeld te vormen van de verschijning en
uitrusting van reizigers in de oudheid.

30 31
§ 22 Paulus' tweede apostolische reis Syrië, Cilicië, Galatië, Troas § 22

Antieke voetreizigers Deze kerken werden nu door hem bemoedigd en gesterkt. Daar-
Zoals de meeste reizigers in die tijd zullen ook Paulus en zijn hel- bij zal ook de genoemde brief een rol hebben gespeeld. De gelovigen
pers de weg wel to voet hebben afgelegd. Een flinke voetganger legde waren blijkbaar ook hier door judaïsten in verwarring gebracht. Maar
per dag vaak meer dan 35 km. af. Wij vinden de Vierdaagse al een hele nu werden zij door Paulus en Silas bevestigd in het geloof aan Jezus'
prestatie, maar toen liep men weken, soms maanden achtereen. Stevig algenoegzame zaligmakerschap en in de christelijke vrijheid van de
schoeisel was daarbij uiteraard een eerste vereiste. 'wet'.
Elke reiziger droeg als reismantel een lange, mouwloze en ge- Daarna trokken zij westwaarts door de Cilicische Poorten, een ge-
heel gesloten cape, een soort duffel van dikke, wollen stof. Ook had vaarlijke pas door het grimmige Taurusgebergte, ten noorden van Tar-
men op reis steeds een vilten hoed met brede randen bij zich, die sus. 6 ) Deze streek werd vanaf onheuglijke tijden door gespuis onveilig
zowel tegen de felle zonnestralen als tegen de regen beschutting bood. gemaakt. Op zulke trajecten zal Paulus doelen als hij later schrij ft over
Had men hem daarvoor niet nodig, dan hing men hem aan een band 'gevaren van rivieren en gevaren van rovers (...) met tobben en zwoe-
op de rug. gen, veel slapeloze nachten, honger en dorst, vaak zonder eten in kou
Zijn handbagage droeg de antieke voetreiziger in een schouder- en naaktheid', 2 Kor. i i : 26v.
tas. Als hij wat meer bij zich had, zoals levensmiddelen, bediende hij
zich van een met riemen verbonden dubbele zak, waarvan de ene helft 3. DERBE EN LYSTRA.
op zijn Borst en de andere op zijn rug hing. Een stok completeerde zijn TIMOTEUS WORDT MEDEWERKER, HAND. 16: 1-5
reisuitrusting. Na de zware tocht door het Taurusgebergte kwamen Paulus en Silas in
Paulus zal bij zijn reizen over land dikwijls gebruik gemaakt heb- het zuidelijke deel van de Romeinse provincie Galatia, waar Paulus op
ben van de Romeinse heerwegen, die tussen de drie en zes meter breed zijn eerste reis christelijke gemeenten had gesticht in Ikonium, Lystra
waren en waarvan het plaveisel bestond uit op maat gehouwen harde en Derbe. In Ikonium was hij bijna en in Lystra werkelijk gestenigd.
kalksteenblokken. Voetreizigers waren daarop even gewoon als fietsers Toch had hij ook daar discipelen van de Here Jezus gemaakt, 14: 21v.
op onze wegen. Wat zullen ze hun geestelijke vader (vgl. r Kor. 4: 14v) blij verrast heb-
Op geregelde afstanden boden herbergen de reiziger een weinig ben ingehaald!
comfortabel en niet bepaald hygiënisch onderdak. 4 ) Al zal de tenten- I Het was waarschijnlijk in Lystra dat de apostel als een Godde-
maker Paulus onderweg ook vaak zijn draagbare tent als nachtverbijf lijke bestiering ('en zie'!) de jonge discipel Timoteüs ontmoette. Jaren
opgeslagen hebben. Met gastvrijheid was men uiteraard beter af. Geen later zou hij hem nog voorhouden: 'Niemand mag u verachten om uw
wonder dat die in het Nieuwe Testament meermalen wordt aanbe- jeugd', i Tim. 4: 12. Dus toen Paulus voor de tweede maal in Lystra
volen. 5 ) kwam, was Timoteüs misschien amper twintig. Hij had een Griekse (=
niet-Joodse) vader — een proseliet? 7 ) — en een Joodse moeder, Eunike
Syrië en Cilicië genaamd. Haar moeder heette Loïs. Zij waren beiden gelovige vrou-
41 Zij trokken door Syrië en Cilicië, destijds twee Romeinse pro- wen, die hun (klein)zoon van kindsbeen af in de Heilige Schrift had-
vincies. In de laatste lag ook Tarsus, Paulus' geboorteplaats. De brief den onderwezen, 2 Tim. I : 5, 3: 15. Zich niet ervan bewust dat zij de
van het Jeruzalemse convent was ook aan de gemeenten in deze stre- jongen daarmee voorbereidden op zijn grote, toekomstige taak als
ken gericht, 15: 23. Lucas vertelt niet wanneer en door wie zij gesticht naaste medewerker van de apostel Paulus.
waren, maar dat kan het werk van Paulus zijn geweest tijdens zijn lang- 2 Hij was een bijzonder fijn christen, voor wie de gelovigen in
durig verblijf in deze omgeving, na zijn vlucht uit Jeruzalem, vgl. 9: Lystra en Ikonium veel respect hadden. Waarmee hij voldeed aan een
3o, I I : 25. Zou hij toen ook in Tarsus een gemeente gesticht hebben? eerste vereiste voor leiders van christelijke gemeenten, i Tim. 3: 2,10.

32 33

§ 22 Paulus' tweede apostolische reis Syrië, Cilicië, Galatië, Troas § 22

3 Paulus zag in hem een uitstekende medewerker. Hij was Jood, ties mogen wij best een concessie doen. Dat is heel wat anders dan wij-
hij kende de schriften, beheerste de Griekse taal en stond heel goed aan- ken voor judaïstische vijanden van het evangelie. 8 )
geschreven bij de broeders en zusters. Alleen wist iedereen in die streek Maar toen Paulus met zijn onbesneden medewerker Titus in Je-
dat hij een niet-Joodse vader had. Als kind van een Joodse moeder was ruzalem kwam en daar met judaïsten te maken kreeg, werd Titus niet
hij volgens Joods recht weliswaar een Jood, maar om onbekende rede- besneden, Gal. 2: 3v. Pertinent niet. Omdat het toen en daar een heel
nen was hij niet besneden en daarom in Joodse ogen een afvallige. andere situatie betrof. Als de apostel toen Titus had gedwongen zich
Als Paulus hem zo had meegenomen, zou de antichristelijke te laten besnijden, zou hij de schijn hebben gewekt dat hij de christe-
Joodse propaganda daar ongetwijfeld munt uit slaan: 'Die rabbi werkt lijke vrijheid inruilde voor de judaïstische gevangenis.
samen met een onbesneden Jood uit een door de Wet verboden huwe- Wij kunnen van zijn handelwijze leren niet alle situaties en alle
lijk! vgl. Deut. 7: 3v. Timoteüs zou dan niet eens mogen spreken in medechristenen over één kam te scheren, maar goed tijd, plaats en wij-
de Joodse synagogen en geen toegang krijgen tot Joodse huizen. Om ze te onderscheiden. Wat Kier beslist niet meer geduld kan worden, zou
zulke moeilijkheden te vermijden, besloot Paulus hem eerst te (laten) daar met inschikkelijkheid nog wel geregeld kunnen worden. Paulus
be snij den. was tegenover wettische gelovigen tegemoetkomend, maar tegenover
judaïsten onbuigzaam. Beide op grond van het evangelic. Daarom be-
Timotei,is besneden sneed hij Titus niet en Timoteüs wél, terwille van hetzelfde evangelie.
Op het eerste gezicht een merkwaardig besluit! Vs. 3: Timoteüs
werd besneden. Vs. 4: Zij maakten alom bekend dat de besnijdenis niet Paulus' geestelijke zoon
langer noodzakelijk was, vgl. Hand. 15. Hier bleek echter hoe fijnge- Zo vond Paulus de medewerker van wie hij zOveel zou gaan hou-
voelig Paulus onderscheidde waarop het toen en daar aankwam, vgl. den dat hij hem later 'mijn geliefd kind' of 'mijn waar kind in het geloof'
Fil. : 9v, Ps. 119: 66. Want alle situaties waren en zijn niet aan elkaar zou gaan noemen, I en 2 Tim. 1: 2. Met deze wat verlegen jongeman
gelijk. zou hij zo eensgeestes worden dat hij in zijn laatste brief schreef: 'Maar
Elke messiasbelijdende Jood die volgens de Thora bleef leven, jij bent me steeds trouw gevolgd in mijn leer, mijn manier van leven en
was daardoor nog geen judaïst. Alle wetticisme is immers nog geen mijn streven; in mijn geloof, geduld, liefde en volharding, in ver-
judaïsme. Tegenover wettische Joden was de apostel zeer inschikkelijk: volgingen en ontberingen', 2 Tim. 3: i ov. Of je nu Paulus had gehoord
'Bij de Joden leef ik als Jood om de Joden te winnen. Met hen die on- of Timoteüs, maakte zakelijk geen verschil, vgl. i Kor. 4: 17.
der de wet staan, leef ik als aan de wet onderworpen — hoewel zelf niet Meermalen trad hij op als afgevaardigde en plaatsvervanger van
gebonden aan de wet — om hen die onder de wet staan, te winnen', de apostel, 17: 14, 19: 22, 1 Kor. 4: 17, Fil. 2: 19, 1 Tes. 3: Iv. Deze
Kor. 9: 20, vgl. Hand. 18: 18, 21: 20-26. noemt hem zelfs als mede-afzender in zijn brieven aan de Filippenzen,
Daarom besneed Paulus zijn nieuwe medewerker Timoteüs. Om- Kolossenzen, Tessalonicenzen en Filemon. In al Paulus' brieven bij el-
dat hij zo zielsgraag ook Joden tot geloof bracht, was hij in dit geval kaar wordt Timoteüs zelfs zeventien maal vermeld. En toen de apostel
'de Joden een Jood'. Op zichzelf was Timoteüs' besnijdenis ook niet de marteldood voor ogen had, verlangde hij zo naar zijn geestelijke
in strijd met de besluiten van het convent te Jeruzalem. 'Want in zoon dat hij hem schreef: 'Doe uw best om spoedig bij mij te komen',
Christus Jezus is niet de besnijdenis of de onbesnedenheid van belang, 2 Tim. 4: 9.
maar het geloof dat werkzaam is door de liefde', Gal. 5: 6.
In Lystra en omgeving hield Paulus rekening met wetticistische De Zuid-Galatische gemeenten gesterkt in het geloof
broeders en met Joden die het evangelie nog niet kenden en daarom 4 Toen zetten Paulus en Silas hun rondreis langs de verschillende
ook nog niet begrepen dat de besnijdenis had afgedaan. In zulke situa- Zuid-Galatische steden voort. Nu samen met de jonge Timoteüs, die

34 35
Paulus' tweede apostolische reis
§ 22 Syrie, Cilicie, Galatia, Troas § 22

door zijn moeder Eunike en grootmoeder Lois voor de evangeliedienst vgl. Gal. 5: 22. En dat maakte haar aantrekkelijk voor buitenstaanders,
was afgestaan. Daarmee brachten de beide vrouwen geen gering offer, zodat zij niet alleen groeiden in geloof, maar ook dagelijks in leden-
want zij herinnerden zich natuurlijk nog levendig hoe Paulus na zijn tal.
steniging in hun stad voor dood was opgenomen, 14: 19. Zulke geva-
ren bedreigden voortaan ook hun Timoteiis ! 4. DE GEEST VAN JEZUS DRINGT PAULUS NAAR
Uit I Tim. 4: 14 weten we het een en ander van zijn uitzending. EUROPA, HAND. 16: 6-10
In een samenkomst van de gemeente van Lystra had een van de profe- Van de Noordkaap tot Gibraltar vinden wij thans in elke stad of dorp
ten hem toegesproken. Vervolgens hadden de gezamenlijke oudsten wel een kerkgebouw met de Bijbel. En welke Europeaan heeft nu wer-
hem de handen opgelegd. Had Paulus hem toen eveneens de handen kelijk nog nooit van Jezus gehoord? Maar toen Paulus door `Turkije'
opgelegd, ten teken dat de Heilige Geest door hem zou werken? (2 Tim. reisde, was ons werelddeel nog volslagen heidens. Niemand had ooit
I : 6). gehoord van een God die genade bewees en zijn Zoon als Verlosser
Op hun rondreis zullen zij de steden Derbe, Lystra, Ikoriium en naar de aarde had gezonden.
mogelijk ook het Pisidische Antiochie hebben aangedaan. Daar had Deze onkunde had het leven in al zijn aspecten radicaal verwoest.
Paulus op zijn eerste apostolische reis gemeenten gesticht. Overal waar In Rom. I : 18-31 tekent Paulus de wereld van zijn dagen. De beroemde
ze kwamen, vertelden ze wat de apostelen en oudsten te Jeruzalem be- Grieks-heidense cultuur leek op een beerput waaruit een walm van on-
sloten hadden inzake de kwestie die in al meer Joods-heidense ge- gerechtigheid opsteeg. De levende God was ingeruild voor dode af-
meenten rees: moeten heidenen eerst besneden worden, voordat ze zich goden. Verdwaasd als het mensdom daardoor was, gaf het zich over aan
volwaardige kinderen van God mogen noemen? Of is geloven in de de grofste uitspattingen op zedelijk gebied.
Here Jezus voldoende? West-Europa vertoonde hetzelfde beeld. Onze Germaanse voor-
Hoewel de brief van de apostelen en oudsten aan de gemeenten ouders lee fden `zonder hoop en zonder God', EL 2: 12. Bij de be-
in Syrie en Cilicie gericht was, moet het voor Silas een vreugde zijn grafenissen van geliefden waren zij radeloos, want van Jezus, de over-
geweest hem ook in deze Zuid-Galatische kerken voor te lezen. Daar- winnaar van dood en graf, had nog nooit iemand gehoord. Men beefde
in stond zwart op wit dat de apostelen en oudsten in Jeruzalem volle- voor Wodan en Donar, want godsdienst betekende dat je eeuwig voor
dig met Paulus instemden: bekeerde heidenen mochten onvoorwaar- goden en geesten in angst zat.
delijk vertrouwen op het verzoenbloed van Messias Jezus. Silas, die Deze dingen moeten we bedenken wanneer we lezen hoe de Here
zelf uit Jeruzalem kwam, kon dit mondeling bevestigen. 9 ) Het enige Jezus door zijn Geest de apostel Paulus met het evangelie naar Euro-
wat hun vriendelijk gevraagd werd, was op enkele punten enige in- pa drong en daarmee een aanvang maakte met de kerstening van ons
schikkelijkheid te betonen tegenover hun Joodse medegelovigen, vgl. werelddeel. Thans twintig eeuwen achter deze feiten staande, zien wij
15: 20, 28v. nog scherper welk een wereldhistorische wending Hand. 16: 6-I o ons
5 Door het onderwijs van Paulus en Silas kwamen de gemeenten verhaalt. Temeer als we bedenken dat het eveneens Europa zou wor-
steeds sterker te staan in het geloof dat God hun, zonder enige ver- den van waaruit het evangelic zich in de volgende eeuwen zou ver-
dienste van hun kant, alleen uit genade, de volkomen genoegdoening breiden over Afrika, Azie, Noord- en Zuid Amerika en Australia.
en gerechtigheid van Christus toerekende, alsof zij zelf alle ge-
hoorzaamheid volbracht hadden die Hij voor hen volbracht had. En De Geest van Jezus stuurt de apostel naar het westen
doordat ze bevestigd werden in het geloof, groeiden bij hen ook de 6 Als het toen van Paulus had afgehangen, was hij met het evan-
vruchten van de Geest: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, gelic in de Romeinse provincie Asia (= West-Turkije) gebleven. Daar
vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing, lagen de zeven steden die wij uit Openb. 2 en 3 kennen, waaronder Efe-

36 37

§ 22 Paulus' tweede apostolische reis r. Syria, Cilicie, Galatia, Troas § 22

ze, de voornaamste havenplaats van Klein-Azie. Maar de Heilige 8 Zo trokken ze, gehoorzaam aan de leiding van de Geest, door
Geest bepaalde Paulus' reisroute en Hij zou drie koerscorrecties aan- Mysie tot ze de belangrijke havenstad Troas bereikten aan de kust van
brengen, die verstrekkende gevolgen zouden hebben voor het verdere de Egeische Zee, in het uiterste westen van Klein-Azie. Hier had
verloop van deze reis. Alexander de Grote indertijd zijn spies in de grond gestoken als teken
Met zijn eerste ingreep belette Hij de apostel het evangelie nu dat hij Azie ging onderwerpen. Paulus zou vanuit dezelfde plaats een
reeds in de provincie Asia te verkondigen. Dat zou hij pas tij dens zijn begin maken met de verovering van Europa, alleen hij, met het zwaard
derde reis mogen doen. Dan zou hij zelfs twee jaar in Efeze mogen wer- van de Geest, het Woord van God, Ef. 6: 17. Dit grote reisdoel kende
ken, Hand. 19: i (). Hoe de Geest deze koerscorrectie aanbracht, ver- hij bij zijn aankomst in Troas echter nog niet, want bier kon hij op-
telt Lucas niet. Door een profetie (Silas bezat die gave), een Broom of nieuw verschillende kanten op. Waar wilde de Here toch met hen naar
door belemmerende omstandigheden? In elk geval maakte Hij duide- toe? 12 ) Dit maakte de Geest bekend door zijn derde ingreep.
lijk dat de apostel niet naar de provincie Asia, maar in noordelijke rich- 9 Deze kwam 's nachts. In zijn slaap kreeg Paulus een visioen
ting moest doorreizen. Zodoende 1 °) trokken de drie evangelisten door waarin hij duidelijk een Macedonische man voor zich zag staan, die
Frygie en het oorspronkelijke Galatische land, waar de apostel op zijn hem kort, maar krachtig smeekte: 'Toe, steek over naar Macedonia en
eerste reis niet geweest was, maar waar hij blijkens Hand. t 8: 23 thans kom ons te hulp! ' 13 ) Wij zien nu achteraf dat op dat ogenblik de Zon
gemeenten stichtte. 11 ) der gerechtigheid zijn eerste stralen door de heidense duisternis van
7 Toen ze bij de grens van Mysie kwamen, wilden ze doorreizen ons werelddeel boorde en dat de Geest van Jezus door dit nachtgezicht
naar Bithynie aan de Zwarte Zeekust, waar Nicea en Chalcedon lagen, een begin maakte met onze historische heiligmaking als Europese
belangrijke steden met een talrijke Joodse bevolking. Paulus, zelf een christenheid. 14 )
Aziaat, wilde in Azie blijven. Als het aan hem gelegen had, was het
evangelie indertijd Europa voorbijgegaan. Dan was er een christelijk Lucas gaat mee
Azie gekomen en zou Europa zendingsgebied gebleven zijn. Maar toen o Het is opmerkelijk dat Lucas zijn reisverslag vanaf dit vers
volgde de tweede ingreep van de Heilige Geest: Hij stood hun niet toe van de zij-vorm in de wij-vorm verandert. Daaruit leiden we of dat hij
in Azie te blijven en naar Bithynie te reizen. Nee, Paulus, je moet naar zich in Troas, maar misschien zelfs al eerder, bij Paulus' gezelschap
Europa! gevoegd had. Zulke zogenaamde `wij-passages' treffen we ook nog aan
Lucas noemt Hem bier 'de Geest van Jezus', vgl. Fil. 1: 19, Rom. in Hand. 16: 10-17 (van Troas naar Filippi); 20: 6-21: 18 (van Filippi
8: 9, I Petr. . Een sprekende uitdrukking, die we thans niet vaak naar Jeruzalem); 27: 1-28: 16 (van Caesarea naar Rome). Op be-
horen gebruiken. Sinds Pinksteren had de Vader zijn Geest aan zijn tot scheiden wijze laat hij zo weten dat hij deze gebeurtenissen als oog-
de hemel verhoogde Zoon Jezus ten dienste gesteld, opdat Hij voor- getuige beschrijft. 15 )
taan door de Geest zijn verlossingswerk op aarde kon voortzetten. Van- Hoe hij te Troas gekomen was, waar hij voor die tijd woonde of
daar dat de Heilige Geest sinds Pinksteren ook wel de `Geest van als arts zijn praktijk uitoefende en hoe hij met Paulus in contact kwam,
Jezus' genoemd wordt, vgl. dl.1 , 21. kan men slechts gissen. 16 ) In elk geval is Lucas als gelovig geneesheer
En omdat de verheerlijkte Christus zijn kerk ook in Europa wil- en ontwikkelde Griek Paulus tot grote steun geworden. Op het laatst
de planten, was Hij de handelende hoofdpersoon, die door zijn Geest van zijn leven schreef hij: Aileen Lucas is bij me', 2 Tim. 4: 11.
Paulus liet weten dat hij niet moest doorreizen naar het oosten, maar Zo kwam het dat er de morgen na het merkwaardige visioen vier
naar het westen. En alweer deelt Lucas niet mee hoe de Geest hem dat mannen tangs de kade van Troas liepen, op zoek naar een schip dat hen
te kennen gaf. zo spoedig mogelijk naar Macedonia kon brengen. Want, schrijft Lu-
cas, toen wij de feiten een voor een naast elkaar legden 17 ) — want God-

38 39

§ 22 Paulus' tweede apostolische reis r. Syrie Cilicie, Galatie, Troas § 22

delijke leiding sloot menselijk overleg voor hen niet uit — pasten alle ste reis. In de tweede plaats was Galatie de naam van de landstreek waar de
stukjes van de legpuzzel opeens keurig in elkaar: God had hun predi- echte Galaten woonden, namelijk in het noorden van de Romeinse provincie
king in Asia, Mysie en Bythinie opzettelijk verhinderd, omdat Hij ons van die naam. Deze eigenlijke Galaten waren oorspronkelijk Kelten of Gal-
riep om aan de overzijde van de zee de blijde boodschap te verkondi- liers die in de derde eeuw v. Chr. naar deze streek waren verhuisd. Exegeten
die hen beschouwen als de geadresseerden van de brief aan de Galaten staan
gen!
bekend als aanhangers van de Noord-Galatische hypothese. Volgens haar wer-
den de Galatische kerken gesticht tijdens Paulus' tweede reis. De Zuid-Gala-
NOTEN tische hypothese telt onder de nieuwere exegeten de meeste aanhangers, maar
1) Vgl. in deze serie Inleiding profeten—Jozua, 341-346 en Heidelbergse Ca- J. van Bruggen verdedigde in zijn dissertatie Na veertien jaren' (Kampen,
techismus, 234-236. 1973) nog de Noord-Galatische hypothese.
2) Inf praes. sumparalambanein. Ik kom er niet uit en stem in met H. J. Jager: 'Maar of we nu kiezen voor
3) Hierop attendeert Everett F. Harrison, comm. a.l. de Noord-Galatische hypothese, of voor de Zuid-Galatische, de inhoud van de
4) Vgl. A. Sizoo, De Antieke wereld en het Nieuwe Testament, Kampen 1948, brief wordt er niet anders van. De boodschap blij ft voor ons dezelfde. Hetzelfde
149v. Idem, Reizen en trekken in de oudheid, Kampen 1962, 6ov, 78v. geldt van de tijd, wanneer deze brief geschreven werd. Achten we de Zuid-Ga-
5) De oudheid kende ook een uitgebreid systeem van georganiseerde gast- latische hypothese juist, dan is de brief geschreven aan de gemeenten Ikoni-
vriendschap, die was vastgelegd in verdragen tussen personen en zelfs ge- um, Lystra en Derbe, door Paulus op de eerste zendingsreis gesticht. Dan zal
meenten, A. Sizoo, Reizen en trekken in de oudheid, Kampen 1962, 76v. de brief een paar jaar vroeger geschreven zijn dan bij aanname van de Noord-
6) The New Bible Dictionary, London, 1962, s.v. Een foto van een der Cili- Galatische hypothese, die de geadresseerden zoekt in het landschap Galatie,
cische Poorten van het Taurusgebergte staat afgedrukt in L. Grollenberg- bezocht op de tweede en derde zendingsreis (cf. Hd 16,6 en 18,23). Of de brief
A. van Deursen, Atlas van de Bijbel, Amsterdam-Brussel, 1956, 135. nu geschreven is ongeveer 51 n. C. uit Korinthe, of ongeveer 53 uit Efeze, de
7) Volgens H. Mulder, comm. was dit `zonder twijfel' het geval. 'De inhoud verandert er niet om.' Bovendien 'staat de chronologie van Paulus nog-
dochter van de gelovige Lois zou niet met een rasechte heiden in het huwe- al op losse schroeven (geen twee deskundigen zijn het helemaal eens)' , De brief
lijk zijn getreden.' aan de Galaten, collegediktaten, Kampen, 1966, p. 5, 3o
8) Vgl. in deze serie Leviticus, 389v, 461, 465v. 12) S. Kistemaker citeert hierbij comm. a.l.: 'Patient waiting is often / the
9) H. Mulder acht het een gelukkige omstandigheid dat Silas Paulus verge- highest way / of doing God's will' — Jeremy Collier.
zelde. Hij was lid van de delegatie die de Jeruzalemse besluiten moest toe- 13) 'This vision has often been regarded as picturing the need of all heathen
lichten, 15: 22. Als dit niet het geval was geweest, had de afwezigheid van people, as calling on us to bring them the help of the gospel. That, however,
Barnabas wellicht argwaan kunnen wekken, comm. a.l. is not strictly correct. (...) The better application made of this text is to point
10) Volgens de sv. en NV. trokken zij eerst door het Phrygisch-Galatische out that we would bring the gospel wherever God opens the door for us. (...)
land en werden toen verhinderd het evangelie in Asia te verkondigen. De GNB, He does not now use visions to direct us, but he does use plain providential
wv en NBV zijn nauwkeuriger. Omdat de Geest hen eerst verhinderd had (koo- indications, and these are the cries to us to come and help', R. C. H. Lenski,
luthentes) naar Asia te reizen, trokken zij noordwaarts naar het Phrygisch-Ga- comm. a.l.
latische land. 'No aorist participle expresses subsequent action (...) The par- 14) Vgl. in deze serie Heidelbergse Catechismus, p. 234-239. Idem, Inleiding
ticiple is causal and thus antecedent', R. C. H. Lenski, comm. a.l. profeten — Jozua, 342-346.
11 ) In de apostolische tijd werden met de naam Galatie twee gebieden aange- 15) Dat taal en stij1 van de `wij-passages' niet te onderscheiden zijn van de
duid. In de eerste plaats de Romeinse provincie Galatia, die behalve de land- rest van Lucas-Handelingen, is door meer dan een onderzoeker overtuigend
streek Galatie ook delen van Pontus, Frygie, Lykaonie en Pisidie omvatte. In aangetoond, aldus F. E Bruce, comm. (199o), p. 4.
het zuiden van deze provincie lagen de steden die Paulus op zijn eerste reis 16) Vgl. H. Mulder, comm. a.l.
had bezocht: Antiochie i.P., Ikonium, Lystra en Derbe. Exegeten die hier de 17) Sum-bibazo: zusammenbringen, vereinigen, W. Bauer, a.v. Vgl. over de
ontvangers van de brief aan de Galaten zoeken, staan bekend als de aanhan- samenhang van leiding en overleg J. R. W. Stott, a.l.
gers van de Zuid-Galatische hypothese. Tot haar behoren alle oude exegeten.
Volgens hen vond de stichting van de Galatische kerken plaats op Paulus' eer-

40 41

Filippi: Europoort voor het evangelic 3

schijnlijk vier gewone passagiers, maar in feite de fundamentleggers


(I Kor. 3: io) van de christelijke kerk in Europa.
II De oversteek over de Egeische zee (23o km) vergde soms vijf
§ 23 dagen, 20: 6. Maar Paulus en de zijnen troffen het zo met weer en wind
dat zij er slechts twee dagen over deden. De eerste dag bereikten zij
HANDELINGEN 16: 11-40 reeds het eiland Samotrake en de volgende dag stapten zij in Neapo-
PAULUS' TWEEDE APOSTOLISCHE REIS lis, de havenstad van Filippi, aan wal. Daarmee bevonden de vier evan-
II: FILIPPI: EUROPOORT VOOR HET EVANGELIE geliedienaren zich op Europese bodem, in het voorportaal van ons toen
nog totaal heidense werelddeel.

Het spreekt bepaald niet vanzelf dat Europa een christelijk werelddeel Filippi, een Romeinse stad in de Griekse wereld
mocht worden. Zoals het evenmin voor de hand ligt dat hier nu al 12 Van Neapolis liepen zij over de Via Egnatia, de grote Ro-
eeuwenlang miljoenen christenen zondag aan zondag hun plaats in de meinse verbindingsweg van west naar oost, naar het 16 km verder ge-
kerk mogen innemen. En dat in al die ontelbare kerkgebouwen tussen legen Filippi, een belangrijke en kosmopolitische garnizoensstad in dat
de Noordkaap en Gibraltar en van de Atlantische kust tot aan de Oeral deel van Macedonie. 1 )
de Bijbel ligt, als het onmiskenbare bewijs van Gods genadige be- Zoals meer steden in het Romeinse rijk was Filippi een colonia
moeienis met deze landen. (vgl. het Duitse Köln = Colonia Agrippina). Dit waren volksplantin-
Voor deze zee van Godskennis, die ons werelddeel overstroomd gen van Romeinse boeren en burgers op strategische plaatsen in bezet
heeft, hebben de Europese volken niet zelf gekozen. Ook hebben zij gebied. Velen van deze `kolonisten' waren gedemobiliseerde vetera-
die niet aan Paulus' initiatief to danken. Als het aan hem gelegen had, nen, die een overeengekomen aantal veldslagen tot een goed einde had-
was het evangelie in zijn tijd Europa voorbijgegaan en was er een chris- den gebracht. 2 ) Zij ontvingen van de keizer een stukje grond, bezaten
telijk Azie tevoorschijn gekomen, vgl. § 22. het Romeinse burgerrecht 3 ) en genoten bepaalde belastingvoordelen.
Maar de Geest van Jezus behield de leiding en drong de apostel De vele in Filippi gevonden Latijnse inscripties doen vermoeden dat
al meer naar het noordwesten, totdat hij via Troas in Filippi arriveer- er overwegend Latijn gesproken werd.
de. En deze Romeinse stad werd de Europoort waardoor Paulus met Bestuurlijk was zo'n stukje Rome-in-het-buitenland ingericht
het evangelie ons werelddeel binnenkwam. Via Filippi zou het met- naar Romeins model. Het hoogste gezag berustte bij de zogenaamde
tertijd ook onze verre voorouders aan de Rijnmond bereiken. Kortom, `tweemannen', die de rang van pretor bezaten. Zij werden in het open-
de kerstening van Europa was tenslotte geen mensenwerk, maar baar begeleid door een lijfwacht van `roedendragers', die hen ook ter-
behoort tot de verdere Handelingen van de verhoogde Here Jezus zijdestonden bij het handhaven van de openbare orde.
Christus.
Het mosterdzaadje van het Europese christendom
1. LYDIA EN HAAR HUTS: BEGIN VAN DE Op hun verkenningstochten door de stad zagen de vier evange-
CHRISTELIJKE KERK IN EUROPA, HAND. 16: 11-15 listen wel de heiligdommen van allerlei heidense goden, maar een
Geen mens kon vermoeden wat een wending de Heilige Geest aan de synagoge ontdekten zij er niet. Er woonden blijkbaar zo weinig Joden
wereldhistorie gaf toen er op zekere dag een schip de haven van Troas in Filippi dat zij er geen kerkgebouw bezaten. Keizer Claudius had in
uit zeilde met als bestemming het Griekse vasteland. Dit schip had na- 49 de Joden uit Rome weggejaagd. Had de Romeinse kolonie Filippi
melijk Paulus, Silas, Timoteils en dokter Lucas aan boord. Ogen- dat voorbeeld misschien nagevolgd?

42 43
§ 23 Paulus' tweede apostolische reis Filippi: Europoort voor het evangelie § 23

13 Toch beschouwde Paulus het als zijn roeping ook hier het evan- Haar geloof was alleen nog oudtestamentisch-onvolmaakt. Zij
gelic eerst aan de leden van het oude verbondsvolk te verkondigen. Als wist dat Israel de Messias verwachtte, maar nog niet dat Hij al geko-
de weinige Joden van Filippi ergens in de open lucht samenkwamen, men was. En wie het was. Maar dat heeft de Here Jezus haar toen door
lag het voor de hand die gebedsplaats langs de rivieroever te zoeken, middel van Paulus' prediking beter aan het verstand gebracht.
omdat daar water beschikbaar was voor de reinigingen die de wet van Want hij verkondigde de vrouwen: `Ik heb groot nieuws voor u:
Mozes voorschreef, Ps. 137: 1. Daarom gingen zij op de sabbat de stad de Messias is gekomen! En het is Jezus van Nazaret, die voor zondaars
uit en vonden inderdaad een Joodse gebedsplaats langs de rivier. gekruisigd, gestorven en opgewekt is.' Wat hij hun vervolgens aan de
En daar startte Paulus de kerstening van Europa. Maar bepaald hand van het hun bekende Oude Testament bewees.
niet met een massameeting. Zij troffen er namelijk alleen enige vrou- Jezus' eigen discipelen hadden daar tot op het laatst niet aan ge-
wen aan en geen enkele man (voor een officiele kerkdienst waren tien wild. Een gekruisigde Messias? Toen had Hij hen na zijn opstanding
Joodse mannen vereist). 4 ) Zo kleinschalig begon het Europese uit de droom geholpen ofwel 'bun hart geopend'. Dit deed Hij door de
christendom: even onaanzienlijk als een mosterdzaadje, het kleinste Wet, de Profeten en de Psalmen met hen door te bladeren en hun aan
van alle zaden. 'Maar als het is opgeschoten', zei Jezus, `dan is het gro- de hand daarvan te laten zien dat de Messias eerst moest lijden en pas
ter dan de struiken en wordt het een boom', Mat. 13: 32. Zoals wij kun- dan zijn heerlijkheid binnengaan. Zo `opende Hij hun verstand om de
nen constateren! Schriften te begrijpen', Luc. 24: 45.
14 Een van die vrouwen luisterde met bijzondere aandacht. Zij Hetzelfde deed Hij nu bij Lydia. Lucas schrij ft wel dat de Here
was een zakenvrouw die handelde in purperen stollen, een kostbaar haar hart opende, maar de woorden 'hart' en `verstand' wisselen elkaar
luxe-artikel, dat vanwege zijn koninklijke kleur bij welgestelde Ro- in de Schrift meermalen af. 5 ) Iemands hart openen is dan ook zoveel
meinen zeer gewild was. Het ligt daarom voor de hand dat zij een ver- als iemands verstand openen: maken dat hem het licht opgaat en hij de
mogende vrouw was, die een groot huis bewoonde. Straks kan zij de juiste kijk op iets krijgt. Dit bewerkte de Here bij Lydia door Paulus'
vier evangeliedienaars onderdak en de gemeente een vergaderplaats prediking. Zij kende en geloofde de Wet en de Profeten al wel, maar
aanbieden, vs. 15, 4o. Zij was afkomstig uit Thyatira in Lydie (Klein- nu ging haar daarover nieuw licht op. Haar geloofsinzicht werd ver-
Azie), een stad die beroemd was om haar purpurindustrie. Omdat vrou- helderd en versterkt, zodat ze inzag dat de Schriften van Jezus getuig-
wen vaker genoemd werden naar hun land van herkomst, was Lydia den. 6 )
(= de Lydische) mogelijk niet haar eigennaam, maar haar bijnaam. De Here had haar hart of verstand zelfs zo wijd geopend dat zij
Zij `vereerde God' en behoorde tot de vele heidenen die hun buik zich hield (beter dan: aandacht schonk) aan wat Paulus te zeggen had.
vol hadden van de afgodendiensten en 's zaterdags de Joodse synago- Ze deed er ook naar 7 ), want wat Paulus leerde, bracht zij in praktijk.
gen bezochten om naar de voorlezing van Gods Woord te luisteren. Dit bleek uit het volgende.
Voordat ze Paulus hoorde, leefde zij dus reeds bij de Schriften en ge-
loofde zij die. Lydia en haar huis gedoopt
15 Ten eerste liet zij zich dopen. Daarmee beleed zij haar on-
Het hart openen = aan het verstand brengen reinheid, haar zonde en vervloeking, maar ook haar geloof aan haar
Nu lezen we dat 'de Here haar hart opende'. Dit kan dan niet slaan verlossing door de dood en opstanding van de Here Jezus. Zij nam
op het begin van Gods genadewerk in Lydia's hart. Alsof dat eerst door Hem openlijk aan als Messias en Middelaar.
de Heilige Geest wedergeboren moest worden, veerclat ze het evange- Maar dit deed zij niet als los individu (zulke op zichzelf staande
lie kon horen en geloven, want zoals gezegd eerde zij God en zijn wezens heeft God niet geschapen), maar verbonden met haar hele huis.
Woord al wie weet hoe lang. Men kan daarbij in de eerste plaats aan haar kinderen denken, want die

44 45

§ 23 Paulus' tweede apostolische reis ii: Filippi: Europoort voor het evangelie 4 23

behoorden in het nieuwtestamentische spraakgebruik ook steeds tot Vermoedelijk ook omdat antieke herbergen allesbehalve aange-
iemands 'huis', vgl. I Tim. 3: 4-5,12; 5: 4. 8 ) Al valt niet te bewijzen name verblijfplaatsen waren. Zij waren vuil, gevaarlijk, duur en vaak
dat Lydia inderdaad kinderen had. Als vermogende zakenvrouw zal zij weinig meer dan bordelen, vgl. p. 32. Vandaar dat gastvrijheid een
echter zeker meerdere slaven en slavinnen bezeten hebben, wat doet christelijke deugd en plicht bij uitstek werd, vooral voor vrouwen en
vermoeden dat er ook slavenkinderen tot Lydia's huis behoorden. 9 ) opzieners, vgl. Rom. 12: 13, Hebr. 13: 2, 1 Tim. 5: II:), Tit. I: 8, 1 Petr.
Zulke menselijke eigendommen behoorden ook tot haar huis en die 4: 9;.
werden eveneens gedoopt. Uit de aandrang die zij op Paulus en de zijnen uitoefende, krij-
Daarmee handelde men geheel volgens het verbondsrecht dat gen wij de indruk dat zij aanvankelijk voor Lydia's uitnodiging be-
God Abraham al had voorgeschreven. De Here had zijn verbond im- dankten. God had hen immers naar Macedonia geroepen en dat om-
mers niet opgericht met Abraham als religieuze enkeling, maar met vatte meer dan die ene stad Filippi. Bovendien nam Paulus niet graag
Abraham als patriarch. Ofwel met Abraham als slavenhouder en hoofd vergoeding aan voor zijn apostolische werk. Om lasterpraatjes te voor-
van een groot 'huis' (hij kon er een leger van 318 man uit samenstel- komen, matte hij zich liever of om met eigen handen de kost te ver-
len, Gen. 14: 14). Ook alle slaven, die door geboorte of aankoop tot dienen, vgl. 20: 33v, I Kor. 4: 12, 9: 15, 18, I Tes. 2: 9, II, 3: 7v. Maar
Abrahams huis en bezit behoorden en onder zijn gezag stonden, voor Lydia's hartelijke aandrang bezweek hij en zo bleef hij langer in
moesten op Gods bevel besneden worden, Gen. 17: 12v. Uiteraard met Filippi dan hij waarschijnlijk van plan was. En dit zou onder Jezus' lei-
de verplichting dat Abraham alle leden van zijn huis zou leren hoe zij ding grote gevolgen hebben.
zich aan de weg van de Here dienden te houden, Gen. 18: 19. Het een haalde namelijk het ander uit. Doordat hij bij een slavin
Geheel volgens deze oude verbondsregel werden allen die rech- een waarzeggende geest uitdreef, kwamen Paulus en Silas in de ge-
tens tot Lydia's huis behoorden gedoopt. Omdat zij samen met haar vangenis. En daardoor kwam de cipier met zijn huis tot geloof. Toch
eveneens waren opgenomen in Gods verbond met Abraham, Isaak en zijn niet Lydia en deze gevangenbewaarder de hoofdpersonen in deze
Jakob. Zo werd de Here erkend als de God van hele huizen en ge- geschiedenis, maar alleen de Here Jezus. En de hoofdzaak is hoe Hij
slachten, die zijn genadeverbond nooit alleen met individuele gelovi- door zijn Woord en Geest zijn gemeente te Filippi stichtte. In dat ka-
gen opricht, maar dan meteen ook hun zaad en 'huis' onder het beslag der prijkt Lydia's naam met ere in de Bijbel.
van zijn beloften, bevelen en bedreigingen brengt (al kunnen jongeren
deze stand van zaken uiteraard zelf nog niet gelovig aanvaarden). 1 °) 2. PAULUS WERPT EEN WAARZEGGENDE GEEST UIT
(Over bijbels gemeenschapsbesef en verbondenheid in zegen en EN WORDT MET SILAS GEVANGENGENOMEN,
vloek van huizen en geslachten, zowel in heden als verleden, handel- HAND. 16: 16-24
den wij in deze serie breder in Psalmen n § 22.)
, Lydia en haar huis waren `ontrukt aan de macht van de duisternis en
overgebracht naar het koninkrijk van Gods geliefde Zoon', Kol. I : 13.
Lydia's gastvrijheid heeft grote gevolgen Misschien niet als de allereersten, maar wel als eerstelingen van het
Omdat Lydia geloofde dat de Here Jezus zijn leven voor haar had heidense Europa. 11 ) Deze inbreuk op zijn domein liet de vorst der
gegeven, gaf zij zich geheel aan Hem. `U bent er toch van overtuigd duisternis echter niet op zich zitten. Hij zette de tegenaanval in met zijn
dat ik de Here Jezus trouw ben, anders had u mij toch niet gedoopt? twee voornaamste wapens: bedrog en geweld.
Welnu,' zo bood zij Paulus en zijn helpers aan, `neem dan ook uw in-
trek bij mij. Gebruik mijn huis voor de zaak van Messias Jezus', vgl. Paulus verlost een waarzegster van haar boze geest
Luc. I o: 5-7. 'En zij drong er sterk bij ons op aan haar uitnodiging te 16 Om hun boodschap te ontkrachten, stuurde de ratan een van
aanvaarden.' zijn demonen op de evangelieverkondigers Deze had een slavin

46 47

§ 23 Paulus' tweede apostolische reis Filippi: Europoort voor het evangelic § 23

overweldigd en haar helderziend gemaakt. Door haar mond onthulde Deze mensen zijn een gevaar voor de maatschappij!
hij zogenaamd verborgenheden of toekomstige gebeurtenissen (dat hij 19 Op hetzelfde ogenblik dat de slavin van haar boze geest ver-
zelf spoedig door de kracht van de Here Jezus zou worden uitgewor- lost was, had ze ook haar helderziendheid verloren. Toen haar eige-
pen, voorzag hij blijkbaar niet), vgl. dl. 1, p. 188v. De eigenaars van naars merkten dat daarmee hun rijke bron van inkomsten was opge-
het arme meisje verdienden schatten aan haar waarzeggerij. Telkens als droogd, werden ze woedend op Paulus en Silas, vgl. Mar. 5: I 6v, Hand.
Paulus en de andere broeders zich naar de Joodse gebedsplaats be- 19: 23vv. Ze sleurden hen naar de markt, waar niet alleen handel ge-
gaven, kwam zij ons (Lucas was er blijkbaar zelf bij) tegen. dreven werd, maar ook het stadsbestuur zetelde en recht gesproken
17 Dan liep ze Paulus en ons achterna en schreeuwde die boze werd.
geest in haar aan een stuk door: `Deze mannen zijn dienaren van de 20 Daar leidden ze hen voor aan het `tweemanschap'. Nu hoef-
allerhoogste God en ze wijzen je de weg om gered te worden!' Dit wa- den ze bij deze magistraten niet aan te komen met een klacht over een
ren ook voor heidenen bekende termen, want die erkenden ook een slavin die haar helderziendheid verloren had. Daarom uitten ze een be-
`allerhoogste god', van wie zij `redding' verwachtten. Alleen dachten schuldiging die de stadsbestuurders wel hoog zouden moeten opne-
zij daarbij niet aan de levende God en Vader van onze Here Jezus men: `Deze mannen verstoren de openbare orde in onze stad. Het zijn
Christus, maar aan de een of andere dode afgod, die boven alle goden namelijk Joden!' Waarschijnlijk maakten ze zo listig gebruik van de
en godinnen verheven zou zijn. 12 ) golf van antisemitisme, die toen over het Romeinse rijk sloeg. Mis-
18 Dit toneel herhaalde zich dag in, dag uit. Op een gegeven mo- schien wisten zij dat keizer Claudius alle Joden bevolen had Rome te
ment kon Paulus het niet langer aanhoren. Op zichzelf sprak de waar- verlaten, Hand. 18: 2.
zeggende duivel door haar mond wel de waarheid. 13 ) Al was het op- 21 Weliswaar hadden de Joden de vrijheid ontvangen om slechts
merkelijk dat hij met geen woord sprak over Jezus Christus, die hij een God te belijden (`religio licita'), daarom mochten zij nog niet de
ongetwijfeld kende als de Zoon van de allerhoogste God en voor wie Romeinse maatschappelijke orde aanvallen en hun Joodse zeden aan
ook hij vast demonische angst koesterde, vgl. Mat. 8: 28v, Mar. 1: 23- Romeinse burgers opdringen. Paulus had door zijn duiveluitbanning
27, Luc. 4: 31-37, 8: 28. Geleid door de Heilige Geest onderkende de de relatie slavin-heer verstoord en daarmee inbreuk gemaakt op de ge-
apostel dat bijval van deze zijde een aanval op zijn evangelie bete- zags- en loyaliteitsverhoudingen van de Romeinse samenleving. Daar-
kende. Zo werd namelijk de indruk gewekt dat de waarzegster en hij om werden Silas en hij van een staatsgevaarlijke misdaad beschuldigd:
uit dezelfde troebele bron putten. En zo werd het evangelie vervolgens `Het zijn Joden en zij propageren een godsdienstige levenswijze 16 ) die
op een hoop geveegd met de boodschap van al die honderden waar- wij als Romeinen (u proeft de arrogantie van de wereldveroveraars)
zeggers en gelukspredikers waar de wereld vol van was, want straat- niet mogen overnemen of volgen.'
predikers behoorden tot het gewone straatbeeld. 14 ) Ze verkondigden Paulus en Silas zouden niet de laatsten zijn tot wie een dergelijk
allen een vorm van 'redding' 15 ), alleen niet van de schuld en macht verwijt gericht werd. Wat dit betreft vormen de gebeurtenissen in Fi-
van de zonde. Maar tussen Christus en Beliar bestaat geen enkele over- lippi een exempel van de toekomst, die veel christenen in het Romeinse
eenstemming (2 Kor. 6: 15) en dat moest duidelijk gemaakt worden. rijk te wachten stond. 17 ) Sterker nog, tot in onze eigen tijd toe zouden
Daarom draaide Paulus zich om en richtte hij zich rechtstreeks talloze christenen, nu hier en dan daar, dezelfde beschuldiging te Ko-
tot de boze geest in de slavin: 'In naam van Jezus Christus beveel ik je ren krijgen als Paulus en Silas in Filippi: `Deze mensen verstoren de
uit dit meisje weg te gaan!' Op hetzelfde moment verliet de demon op maatschappelijke orde!'
gezag van de Sterkere (Luc. i 1: 22) zijn slachtoffer. Ze hield op met
schreeuwen en was opeens een gewone jonge vrouw. Voor ons een be-
moedigend teken dat satans tirannie gebroken is en ten einde loopt.

48 49

5C 23 Paulus' tweede apostolische reis ti: Filippi: Europoort voor het evangelic § 23

Gegeseld en in het blok gesloten 4: 4, vgl. i Tes. 5: 16,18. Zoals hij ook uit eigen ervaring de troost
22 Intussen was op het marktplein een hele menigte te hoop ge- leerde kennen, die hij later zo treffend in Rom. 8 onder woorden zou
lopen, die met veel geschreeuw de aanklagers steunde. Zonder nader brengen.
onderzoek bevalen de pretoren Paulus en Silas een aantal stokslagen Lucas vertelt niet wat zij zongen, maar alle eeuwen door zong
te geven. Dit was zo'n zware tuchtiging, dat al eeuwenlang bij de wet Gods lijdende yolk het liefst psalmen. Zongen zij die nacht misschien
verboden was Romeinse staatsburgers daarmee te straffen. 18 ) Gelegen- ook Ps. 42: 'Des daags zal de HERE zijn goedertierenheid gebieden en
heid om zich op hun Romeinse burgerrecht te beroepen, kregen Pau- des nachts zal zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God van mijn
lus en Silas blijkbaar niet. De kleren werden hun van het lijf gerukt en leven'?, vgl. Ps. 119: 62. De grondtoon van wat zij zongen zal wel de-
daar daalden de stokslagen op hun blote ruggen en ledematen. De zelfde geweest zijn als die van het Hallel (Ps. 113 -118), dat de Joden
Joodse `veertig-min-een'-regel kenden de Romeinen niet; niemand bij bepaalde gelegenheden zongen (Mat. 26: 30) en dat Paulus en Silas
hield het aantal slagen bij, vgl. 2 Kor. 1 1: 24v, Hand. 9: 16. Het wre- ongetwijfeld uit het hoofd kenden:
de heidense publiek keek gretig toe.
23 Nadat zij vreselijk waren toegetakeld, werden zij in de ge- Ps. 113: Hij tilt de arme uit het stof,
vangenis gegooid. Meer dood dan levend. De directeur kreeg orders Hij trekt de geringe omhoog uit het vuil.
hen streng te bewaken. Ps. 114: Gij aarde, beef voor het aangezicht des Heren,
24 Deze nam geen risico en bracht hen naar de diepste kerker. Was voor de God van Jakob.
hij bang voor iemand die een geest kon uitbannen? Voor alle zekerheid Ps. 115: Onze God is in de hemel.
sloot hij hun voeten in het blok. Waarschijnlijk wijdbeens, een onge- Hun afgoden zijn zilver en goud.
makkelijke houding die al spoedig ondraaglijke spierpijn veroorzaakte. Ps. 116: Ik heb de HERE lief, want Hij hoort mijn stem.
Ach, HERE, red mijn leven.
3. PAULUS EN SILAS WORDEN BEVRIJD EN DE Ps. 117: Looft de HERE, alle gij volken,
CIPIER KOMT TOT GELOOF, HAND. 16: 25-34 want zijn goedertierenheid is machtig over ons.
Wanneer Paulus in i Tes. 2: 2 deze verschrikkelijke ervaring met af- Ps. 118: De HERE is met mij, ik zal niet vrezen;
grijzen ophaalt, spreekt hij over 'de mishandelingen en beledigingen wat zou een mens mij doen?
die wij (...) in Filippi hadden te verduren'.
25 Zij moeten die nacht vreselijke napijn geleden hebben. Toch Zo beleden de beide evangelisten met hun gestriemde lichamen voor
waren ze tegelijkertijd blij, want ze kenden het woord van de Meester: hun heidense medegevangenen hun geloof in de levende God. Hoeveel
`Zalig bent u wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei gelovigen zullen zij hiermee nadien al niet getroost en bemoedigd
kwaad van u spreekt om mijnentwil. Verblijdt u en verheugt u!', Mat. hebben?
5: 10-12. Paulus en Silas deden dit. Ze waren bont en blauw geslagen.
Hun ruggen waren opengereten, hun handen gebonden, hun voeten in De bevrijding
het blok gesloten. Elke beweging verergerde hun pijn. Slapen was 26 En de Here bekrachtigde hun gezongen prediking met een
onmogelijk. Toch gaven zij zich niet over aan zelfbeklag en protest, nieuw, machtig teken dat op 66n lijn staat met de andere wonderen
maar rond middernacht baden zij zingend en zongen zij blij lofliede- waarmee Hij de apostolische prediking bevestigde, Mar. 16: 20, vgl.
ren tot eer van God, vgl. Luc. 6: 22V, Hand. 5: 41. Handelingen 1, 63-66. Plotseling voelden ze een zware aardschok. Het
Zo bracht de apostel zelf in praktijk wat hij later aan de ge- leek alsof iemand de fundamenten van de gevangenis been en weer
meente van Filippi zou schrijven: `Verheug u altijd in de Here! ', Fil. schudde. Het hele gebouw stond te trillen op zijn grondvesten. Met-

50 1 51
§ 23 Paulus' tweede apostolische reis ii: Filippi: Europoort voor het evangelic § 23

een sprongen alle deuren open en schoten bij iedereen de boeien los door schuld verslagen, radeloos mens die nog maar even tevoren bij-
van de muren. We krijgen de indruk dat dit gebeurde terwijl Paulus en na zelfmoord had gepleegd.
Silas Gods lof zongen. 31 Het antwoord van Paulus en Silas was zo helder als kristal en
Dat doet denken aan de muren van Jericho, die neerstortten toen geldt sindsdien als een van de treffendste samenvattingen van het evan-
de Israelieten zeven dagen gebeden hadden (Joz. 6: 1-2o). 19 ) En aan gelie, die reeds ontelbare harten heeft bemoedigd. De cipier behoefde
Josafats vijanden, die ook verslagen werden terwijl de Israelieten God om gered te worden niets te `doen'. `Geloof (of: stel uw vertrouwen
loofden, 2 Kron. 20: 22. Voor de Schepper van hemel en aarde is het in) de Here Jezus Christus en u zult gered worden, u en uw huisgeno-
natuurlijk een peulenschil de grond in Macedonia even te laten trillen ten', Joh. 6: 29, Rom. Jo: 9. Geen woord over Jood-worden, besnij-
om twee van zijn dienaren te bevrij den. denis en leven naar de Wet, maar alleen geloven in de Here Jezus.
27 Ook de gevangenisdirecteur was door de aardbeving wakker 32 Nog diezelfde nacht verkondigden Paulus en Silas met hun
geschoten. Toen hij zag dat de gevangenisdeuren open stonden, meen- pijnlijke lichamen de gevangenbewaarder, zijn wakker geschrokken
de hij dat alle gevangenen ontsnapt waren en zag hij zich hierom al ter huisgenoten en de medegevangenen het evangelie. Als zij hun ver-
dood veroordeeld, vgl. 12: 19, 27: 42. Dan pleegde hij echter nog lie- trouwen stelden op de Here Jezus dan konden zij allen voor eeuwig ge-
ver zelfmoord. In paniek trok hij zijn zwaard en stond op het punt zich- red worden. Al zouden de beide evangelisten maar een uur gesproken
zelf van het leven te beroven. hebben, dan kunnen ze nog veel verteld hebben van wat God door de
28 Maar Paulus schreeuwde: 'Doe uzelf niets aan, we zijn im- Here Jezus had verkondigd en gedaan.
mers allemaal nog hier!' Er waren twee wonderen gebeurd: de gevan- 33 Terwijl Paulus en Silas spraken, vond er een nog groter won-
genen waren bevrijd, maar geen van allen ontsnapt! Een van hen die der plaats dan de opening van de gevangenis: de cipier en zijn huisge-
hij nog extra had gemarteld door hun voeten in het blok te sluiten, be- noten kwamen tot geloof! Zij bekeerden zich van hun afgoden tot de
kommerde zich zelfs om het leven van zijn bewaker! God van Israel en tot zijn gekruisigde en opgewekte Zoon. En dit ge-
29 Nadat hij om licht had gevraagd, rende de geschokte gevan- beurde in de tijd van enkele uren! De Heilige Geest werkte daar wel
genbewaarder de kerker binnen en viel bevend voor Paulus en Silas zeer krachtdadig.
neer. In een flits zag hij in de aardbeving een Goddelijke aanwijzing Het geloof van de gevangenbewaarder bleek meteen uit zijn
dat deze gevangenen onschuldig gearresteerd en mishandeld waren. liefdedaden, vgl. Jak. 2: 14-17. Heidense wreedheid maakte plaats
Dit waren geen misdadigers, maar godsgetuigen die hij door een knie- voor christelijke barmhartigheid. Want nog diezelfde nacht nam hij
val behoorde te eren!, vgl. Luc. 8: 28, 47. Aangrijpende aanblik voor Paulus en Silas mee naar zijn huis. Het ligt voor de hand dat dit in Ro-
de andere gevangenen. meinse stijl was gebouwd: rond een open binnenplaats met een
watervoorziening. Daar maakte hij hun wonden schoon en toen liet hij
De cipier komt tot geloof zich dopen. Dus hij waste hen, maar werd zelf ook gewassen; zij van
3o Daarop bracht hij Paulus en Silas naar buiten en met de hun wonden en hij van zijn zonden, zoals Chrysostomus (ca. 400) het
eerbiedigste aanspraak van een mindere tegenover zijn meerdere vroeg in een preek uitdrukte. 21 )
hij: `Heren 20 ), wat moet ik doen om gered te worden?' Was hij bang Samen met zijn vrouw en kinderen (als hij die had) en de even-
dat hun God zich op hem zou wreken? Of wist hij wat de waarzegster tuele slaven en slavinnen die tot zijn 'huis' behoorden, ontving hij het
dagenlang had geroepen: `Deze mannen zijn dienaren van de aller- teken en zegel van zijn inlijving in de christelijke gemeente.
hoogste God en zij wijzen je de weg om gered te worden' en vroeg hij In de Romeinse wereld waren sekten en religieuze verenigingen
nu typisch-heidens wat hij daarvoor moest doen? Zijn afgoden eisten veelal uitsluitend voor een select gezelschap van ingewij den. Vrouwen,
immers altijd tegenprestaties. In elk geval was het de vraag van een kinderen en slaven waren al bij voorbaat uitgesloten. 22 ) Maar evenals

52 53

§ 23 Paulus' tweede apostolische reis If: Filippi: Europoort voor het evangelie § 23

bij Lydia handelde de apostel ook hier volgens het royale verbonds- 36 Zelf natuurlijk ook opgelucht, bracht de cipier Paulus de
recht dat de HERE bij Abraham had ingesteld (Gen. 17: 7), vgl. vs. 15; boodschap van de pretoren over: `Wij moeten u vrijlaten. U mag ver-
I I : 14. Indien de gevangenisdirecteur als hoofd van zijn 'huis' tot ge- trekken. Ga in vrede!'
loof kwam, zou de Here meteen genadig zijn hand op dat hele 'huis' 37 Maar daar ging Paulus niet zomaar mee akkoord. Zoals hij al
leggen: op zijn vrouw en kinderen, j a zelfs op zijn slaven en slavinnen vaak bewezen had, was hij zeker bereid voor de naam van de Here
en hun eventuele kinderen. We lazen reeds dat aan deze doopbediening Jezus Christus onrecht te lij den. Hij wilde niet dat christenen tegen el-
enig onderwijs was voorafgegaan (vgl. vs. 32), al was het niet lang- kdar procedeerden voor de wereldlijke rechter. In zo'n geval schreef
durig geweest. hij: `Waarom lijdt u niet liever onrecht?', i Kor. 6: 7. Maar daarmee
34 Nog steeds in het hoist van de nacht, nam de bekeerde direc- beweerde hij niet dat overheden en rechters de hand mogen lichten met
teur Paulus en Silas, die al wie weet hoe lang niet gegeten hadden, na de handhaving van recht en wet. De hele Schrift getuigt: 'de HERE be-
de doop mee naar zijn woonvertrek. Daar zette hij hun als zijn geeer- mint het recht', Ps. 37: 28. Een rechtvaardige rechtspraak is een zegen
de gasten een maaltijd voor. 23 ) Bezwaar tegen niet-kosjer voedsel voor een land (Spr. 29: 4), waarvan de gelovigen zo nodig vrijmoedig
koesterden Paulus en Silas allang niet meet En met de blijdschap van gebruik mogen maken. De apostel deed het zelf ook meerdere malen,
de eerste liefde verheugde de gevangenbewaarder zich dat hij met zijn Hand. 22: 25, 25: i 1. Pas wanneer God ons de geoorloofde middelen
hele huis tot geloof in God gekomen was. Voor het eerst van zijn leven om recht te verkrijgen onthoudt, ontstaat voor ons de plicht om onrecht
kende hij Hem als de levende Vader van onze Here Jezus Christus, die te lij den.
mensen liefheeft en hun zonder enige tegenprestatie hun zonden ver- Zo ver was het volgens Paulus in dit geval nog niet. Het stadsbe-
geeft en het eeuwige leven belooft. stuur had een ernstige wetsovertreding begaan door hem als Romeins
Zou Paulus bij de bekering van de cipier nog teruggedacht heb- staatsburger wederrechtelijk met de roede of to ranselen. En dit nog wel
ben aan de Macedonische man, die hem in een visioen te Troas was in een Romeinse colonia. Maar zwaarder dan zijn persoonlijke eer,
verschenen en hem had gesmeekt: `Steak over naar Macedonia en help woog voor hem de eer van de jonge gemeente te Filippi. Als hij dit gro-
ons'?, Hand. 16: 9. ve onrecht op zijn beloop had gelaten of in der minne had geschikt,
zou men na zijn vertrek smalend kunnen vragen: 'Is de stichter van
4. PAULUS EIST PUBLIEKE VERONTSCHULDIGING deze sekte hier indertijd niet als een ordeverstoorder gegeseld en na
EN EERHERSTEL, HAND. 16: 35-40 een nacht achter de tralies gezeten te hebben de stad uitgezet? Zou zijn
De bijgelovige Romeinen beschouwden een aardbeving als een angst- aanhang ook uit zulke oproerkraaiers bestaan?' Dit zou na zijn vertrek
wekkend teken dat de goden vertoornd waren. Zouden de stadsbe- nieuwe incidenten kunnen uitlokken (zie daarvoor Fil. I : 27-30) en de
stuurders daarbij gedacht hebben aan de vreemdelingen, die de vorige verkondiging van het evangelie schade toebrengen.
dag op hun bevel en zonder vorm van proces waren mishandeld? 24 ) Daarom beriep de apostel zich in dit geval (dat heel anders lag
35 Toen het dag geworden was, stuurden de pretoren de ge- dan dat in I Kor. 6: 7) vrijmoedig op het heersende Romeinse recht
rechtsdienaars (lett. `roedendragers') naar de gevangenisdirecteur. De en antwoordde hij de gevangenbewaarder: `Ze hebben ons, hoewel we
vorige dag hadden zij Paulus en Silas afgetuigd. Nu moesten zij het Romeins burger zijn, in strijd met het Romeinse recht, zonder vorm
bevel overbrengen: Stel die mannen in vrijheid!' Vond het `tweeman- van proces in het openbaar gegeseld en gevangen gezet. En willen ze
schap' dat de beide Joden hun les nu wel geleerd zouden hebben? Dan ons nu stiekem wegsturen en zo deze wetsschennis verdonkere-
waren Paulus en Silas eerst zonder enig gerechtelijk onderzoek en manen? Geen denken aan! Ik eis publiek eerherstel in de vorm van
vorm van proces gearresteerd en mishandeld, en werden ze nu met de- een officieel uitgeleide. Laten ze ons zelf maar in vrijheid komen
zelfde willekeur in vrijheid gesteld. stellen.'

54 55

§ 23 Paulus' tweede apostolische reis Filippi: Europoort voor het evangelie § 23

38 Toen de `roedendragers' dit aan de beide pretoren voorleg- kend verschijnsel, maar voor deze voormalige heidenen was het iets
den, sloeg dezen de schrik om het hart. Een Romeinse burger mocht ongekends! Daarom verliet de apostel de stad niet voordat hij hen
nooit gegeseld worden (vgl. Hand. 22: 25) en evenmin zonder vorm moed had ingesproken, vgl. Hand. 14: 22, Fil. i : 27-30. Vast ook door
van proces opgesloten. Zij hadden een bestuurlijke misdaad begaan zijn relaas dat de Here die nacht ook de gevangenisdirecteur en zijn
door het staatsburgerschap van deze gevangenen te schenden. Dus huis tot het geloof had gebracht.
niet deze arrestanten, maar zij zelf hadden de openbare orde in de stad
in gevaar gebracht, vgl. vs. 20. Dit zouden de hogere overheden hen Filippi — Paulus' vreugde en kroon
wel eens als een halsmisdaad kunnen aanrekenen!, vgl. 22: 29. Dit was de geboortegeschiedenis van de christelijke gemeente te
39 Daarom kozen ze gauw eieren voor hun geld. Zij begaven Filippi. De eerste op het Europese continent en in de eigenlijke Ro-
zich in hoogst eigen persoon naar de gevangenis. En nadat zij Paulus meinse wereld. Wij kennen haar uit Paulus' brief aan deze Filippenzen
en Silas daaruit (voor menig oog?) met de nodige egards uitgeleide als de gemeente van Lydia en de gevangenbewaarder, van Euodia en
gedaan hadden, verzOchten zij hun beleefd de stad te verlaten, waar- Syntyche, en van Clemens en Epafroditus, Fil. 4. En misschien ook wel
schijnlijk om verdere onrust te voorkomen. Zo werden door dit offi- van de vroeger waarzeggende slavin.
ciele eerherstel niet alleen de apostelen, maar ook de pasbekeerde ge- Omdat Lucas van Hand. 16: 17-20: 6 niet meer in de wij-vorm
lovigen van staatsgevaarlijke verdachtmaking gezuiverd. Later kon schrijft, leiden we daaruit af dat hij er nog een tijdlang gebleven is en
Paulus Filippi ongehinderd nogmaals bezoeken, Hand. 20: 6. er het nodige opbouwwerk heeft verricht. Mensen als de gevangenbe-
Lucas zal dit laatste optreden van de magistraten met genoegen waarder en zijn huisgenoten waren immers amper enige uren uit de
aan Zijne Excellentie Teofilus doorgegeven hebben. Het was immers Heilige Schrift onderwezen. Als Paulus ongeveer zes jaar later in Fi-
een van de oogmerken van zijn beide boeken om deze hooggeplaatste lippi terugkomt, ontmoet hij daar Lucas opnieuw, Hand. 20: 5. Had de
Romein ervan te overtuigen: Christenen zijn geen onruststokers, maar dokter er al die tijd herderlijk werk verricht? Timoteiis bleef er na Pau-
loyale staatsburgers, bij wie hij zich als hoge ambtenaar gerust kon lus' vertrek ook achter, maar hij voegde zich in Berea weer bij de
aansluiten, vgl. dl. 1 , 14. apostel, Hand. 17: 15. Deze trok intussen met Silas dieper Macedonia
en zo Europa in.
Afscheid van de gemeente Maar zoals Korinte later Paulus' zorgenkind zou worden, zou Fi-
4o De evangelisten waren bereid op verzoek van de magistraten lippi altijd zijn lieveling blijven. Haar noemde hij `mijn vreugde en
de stad te verlaten, maar zij maakten daarmee geen haast. Want zij wil- mijn kroon' (Fit. 4: (), van wie hij levenslang veel zou blijven houden
den voorkomen dat hun vertrek voor de stadsbevolking op een sma- en veel liefde zou ondervinden. Ze was de enige van wie hij giften aan-
delijke vlucht zou lijken. Overigens zal de slechte lichamelijke condi- nam, Fil. 4: 15-18. Ongeveer tien jaar later schreef hij haar vanuit een
tie van Paulus en Silas daarbij ook een rol gespeeld hebben (wat een andere gevangenschap zijn genoemde brief, waaruit die onderlinge
weldaad dat zij dokter Lucas bij zich hadden). liefde treffend blijkt.
Voordat zij Filippi verlieten, begaven zij zich eerst naar het huis `Ik dank mijn God', schreef hij haar, ledere keer als ik aan u
van Lydia. Haar woning was blijkbaar de vergaderplaats van de ge- denk; en telkens wanneer ik voor u allen bid, doe ik het met blijd-
meente geworden, want daar ontmoetten zij broeders. Er waren dus schap, vanwege uw aandeel in de verbreiding van het evangelie van
ook at enige mannen tot geloof gekomen. De jonge huisgemeente had de eerste dag af tot nu toe (...) En dit is mijn bede: dat uw liefde
door het oproer en de arrestatie van de apostelen eveneens benauwde steeds rijker wordt aan ware kennis en fijngevoeligheid in alles, om te
uren doorgemaakt, ook met het oog op haar eigen toekomst. Want lij- kunnen onderscheiden waar het op aankomt (...) Daarom, mijn ge-
den voor je godsdienst was voor de Joden al wel eeuwenlang een be- liefde broeders en zusters, naar wie ik zo verlang, mijn vreugde en

56 57
§ 23 Paulus' tweede apostolische reis it: Europoort voor het evangelic § 23

mijn kroon, houd aldus stand in de Heer, mijn geliefden', Fil. 3vv, 8) Nieuwere vertalingen spreken in I Tim. 5: 4 over een familie, maar ook
9v, 4: I. hier staat het Griekse woord oikos, dat letterlijk 'huis' betekent, vgl. de let-
terlijke Statenvertaling a.l. Christenen die het dopen van zuigelingen afwijzen,
NOTEN moeten aannemen dat Hand. 1 o: 33, 16: 33, 18: 8 en 1 Kor. : 16 zonder uit-
1) Macedonia was door de Romeinen verdeeld in vier districten. Volgen we zondering spreken van kinderloze 'huizen', wat ongerijmd is.
de lezing prootes meridos dan toont Lucas zich daarmee opnieuw een nauw- 9) R. C. H. Lenski, comm., 66o en 661.
keurig geschiedschrijver, want Filippi behoorde inderdaad tot het eerste van 10) Vgl. Kantt. Statenvertaling bij Luc. 19: 9: ...alzoo de huisvader in Chris-
de vier. Vgl. Colin J. Hemer, The Book ofActs in the setting of hellenistic his- tus geloovende, het geheele huisgezin in het verbond ook gerekend wordt
tory, Tiibingen 1989, 113. Maar deze aantrekkelijke lezing mist voldoende [volgens de belofte Gen. 17: 7; Hand. 2: 39 en 16: 15,33] tenzij dat zij door
steun in de Griekse manuscripten, S. Kistemaker, comm. a.l. hunne ongeloovigheid deze genade verwerpen'. Zie voor het recht van de klei-
2) Deze veteranen waren geen oude, gepensioneerde mensen, maar veelal nog ne kinderen van de gelovigen op de doop in deze serie de bespreking van art.
in de kracht van hun Leven, H. M. Matter, De brief aan de Philippenzen en de 34 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis in De Voorzeide Leer 111 B, met name
brief aan Philemon, Kampen 1965, 7 (Commentaar op het Nieuwe Testa- p. 376-396 en die van Zondag 27 (Heidelb. Cat.) in deel ii. En een kortere
ment). bespreking van dit recht in mijn Je baby laten dopen, Amsterdam, 1997.
3) Uitgerekend aan de gemeente in de colonia Filippi, waar velen het Romeinse 11) Met zekerheid durven we niet te stellen dat Lydia en de haren de aller-
burgerrecht bezaten, schrijft Paulus later: 'Maar Ens politeuma (het staatsver- eersten waren. Het is immers mogelijk dat het Romeinse proselieten waren
band waaraan wij ons burgerrecht ontlenen) is in de hemel', Fil. 3: 20. die reeds na Petrus' pinksterpreek als eerstelingen van Europa de Here Jezus
4) Paulus verachtte dit onaanzienlijke begin niet. Laat geen prediker ook maar hadden aangenomen, Hand. 2: lo. Ook christelijke kooplui en soldaten kun-
het kleinste gehoor verachten en zich verbeelden dat hij voor zo weinig men- nen het evangelie al eerder dan Paulus in Europa verkondigd hebben, Heinz-
sen zijn best niet hoeft te doen, R. C. H. Lenski, comm. a.l. Werner Neudorfer, Die Apostelgeschichte des Lucas (Bibel-Kommentar), Teil
5) 'Het hart is ook het geestelijke centrum van bezinning, overleg, begrip, in- 2, Neuhausen-Stuttgart, 1990, 122.
zicht, wijsheid.' Vgl. `Doch de HERE heeft u geen hart gegeven om te ver- 12) Onder de goden die door de heidenen als `de allerhoogste god' erkend
staan', (Deut. 29: 4), F. J. Pop, Bijbelse woorden en hun geheim, ii 's Gra-
,
werden, beyond zich niet alleen Zeus, maar onder meer ook Isis, de Aziati-
venhage 1958, s.v. hart. Typerend voor de dwaas is, dat 'zijn hart ontbreekt' sche moedergodin, W. J. Larkin Jr., Acts, Illinois (usA), 1995, 238 (The IVP
(sv). De Nv vertaalt hier 'hart' door 'verstand'. Zie voor het hart als zetel van New Testament Commentary Series; 5).
a) het denken: Mat. 9: 4, Heb. 4: 12; b) het verstaan: Mat. 13: 15, Rom. 1: 13) Onder Gods opperbestuur kunnen mensen onder invloed van boze gees-
21; c) het overleggen: Mar. 2: 6, Luc. 24: 38. Meer voorbeelden bij Behm, ten blijkbaar soms de waarheid spreken, vgl. Bileam (Num. 22-24), Kajafas
TWNT III, 615. (Joh. : 5ov). Ook boze geesten worden uiteindelijk door de Here gediri-
6) Hier is geen sprake van een eerste genadewerk van God in Lydia's hart, geerd, vgl. r Sam. 16: 14, 1 Sam. 28, 1 Kon. 22: 21-23. Hoe de activiteit van
maar van voortgaand genadewerk. En evenmin van een on-middel-lijke we- ratan 'ingekapseld' kan zijn in die van de Here, zien we als we 2 Sam. 24: 1
dergeboorte (dat wil zeggen: door de Geest, zonder het middel van Gods vergelijken met r Kron. 21: I, vgl. D. Holwerda in Opbouw, 4oe jrg. (1996),
Woord), die altijd zou moeten voorafgaan aan het horen van Gods Woord. Vol- 447v.
gens de Schrift werkt de Geest het geloof met het Woord, 1 Petr. : 23 en 14) A. Sizoo, De Antieke wereld en het Nieuwe Testament, Kampen 1948,
sterkt, verheldert en vermeerdert het ook met het Woord. Of bijbellezen en 125.
kerkgaan ook noodzakelijk zijn! Zie ook zondag 25 Heidelb. Cat., art. 24 15) Ook de verschillende mysterie-culten stelden soteria (`redding') in het
Ned. Geloofsbel. en Dordtse Leerregels, v, 14 (dat het Gode beliefd heeft `dit vooruitzicht, F.F. Bruce, comm. (199o), a.l.
16) 'Het woord ethos (`zede', `gewoonte') is meestal een religieus begrip, dat
Zijn werk der genade in ons te beginnen door de prediking des Evangelies').
De Geest laat het u maar niet aanwaaien, zei men ter Dordtse synode. vooral gebruikt wordt in verband met de wetten van Mozes (6: 14; 15: ; 21:
7 ) Het onderhavige woord (prosechein) betekent meer dan alleen maar 'ho- 21; 26: 3; 28: 17)', Studiebijbel, Soest I990, a.l. Kantt. sv: 'Da is: wijzen
ren', 'acht geven'. F. W. Grosheide vertaalt hetzelfde woord in Heb. 2: I met: om God te dienen, andere dan de Romeinen en heidenen hadden.' Vgl. Preis-
daarom moeten we ons temeer houden aan het gehoorde', Hebreeen, Kam- ker, TWBNT II, 370V.
pen 1953, 22 (Korte Verklaring der Heilige Schrift).

58 59
§ 23 Paulus' tweede apostolische reis

17) J. van Eck, a.w., 28.


18) Het was reeds in 508 v. Chr. door de Lex Valeria verboden en in de Lex
Porcia van 195 v. Chr. bekrachtigd, F. E Bruce, comm. (199o), a.l. Idem,
H. Mulder, comm. a.l.
19) Vgl. in deze serie Inleiding profeten — Jozua, 92-99. § 24
20) Volgens W. de Boor was de aanspraak `heren' (kurioi) destijds meer dan
een beleefdheidsvorm. Er klonk eerbied voor de een of andere hogere macht HANDELINGEN 17: 1-15
in mee. Volgens hem wezen Paulus en Silas in hun antwoord impliciet deze PAULUS' TWEEDE APOSTOLISCHE REIS
betiteling voor henzelf of en beleden zij dat alleen Jezus 'Heel' is, comm. a.l. III: TESSALONICA EN BEREA
21) F. F. Bruce, comm. (199o), a.l.
22) Studiebijbel Handelingen, a.l.
23) David J. Williams oppert de mogelijkheid dat deze agape of liefdemaaltijd Tessalonica bestaat nog steeds. Het heet thans (Tes)saloniki en is na
`may have included a celebration of the Lord's Supper', Acts, Peabody, Mass., Athene en Piraeus de grootste stad van Griekenland. In Paulus' tijd was
199o, a.l. (New International Biblical Commentary). Zo ook I. H. Marshall,
comm. a.l. het reeds de belangrijkste in- en uitvoerhaven van Macedonia. Een stad
24) In sommige handschriften is het begin van dit vers veel langer: 'En toen van kaden en schepen, matrozen en havenarbeiders, zakenlui en sla-
het dag geworden was, kwamen de pretoren samen op de markt, en toen ze ven, woonhuizen, pakhuizen en kantoren. Zij bezat zelfs een eigen
zich de aardbeving die had plaatsgehad herinnerden, werden ze bevreesd en munt. Men schat dat er destijds wel tweehonderdduizend mensen
ze zonden, enz.' woonden. De apostel werkte graag in zulke internationale verkeers-
knooppunten, omdat het evangelie zich van daaruit makkelijk kon
verbreiden.
De Romeinen hadden de stad aangesloten op de beroemde Via
Egnatia, de grote oost-westverbinding, die aan de overzijde van de
Adriatische zee aansloot op de Via Appia, die naar Rome voerde. Deze
met grote stenen geplaveide Romeinse heerbanen waren zeer bevor-
derlijk voor de handel en de militaire organisatie, maar hebben ook de
verbreiding van het evangelie grote diensten bewezen. Van Neapolis
reisde Paulus over de Via Egnatia naar Filippi en vandaar naar Tessa-
lonica. Deze oude weg loopt thans nog als een van haar hoofdstraten
dwars door Saloniki. En ook nog onder de oude naam: de Egnatische
weg.' )
Er woonde in de oudheid een groot aantal Joden, die in dit inter-
nationale handelscentrum wel emplooi wisten te vinden. Paulus heeft
er niet lang gepredikt, want reeds spoedig werd hij gedwongen de stad
te verlaten. Daardoor zat de gemeente, die hij er gesticht had, na zijn
overhaaste vertrek nog met verschillende vragen. Daarop gaf hij ant-
woord en nascholing in zijn beide brieven aan de Tessalonicenzen. We
zullen er bij de bespreking van Paulus' verblijf aldaar het een en ander
uit aanhalen.

60 6 61
§ 24 Paulus' tweede apostolische reis iii: Tessalonica en Berea § 24

1. PAULUS VERKONDIGT MET VEEL VRUCHT 3 Wat deze rabbi echter over Hem uit de Schrift aanhaalde, wek-
MESSIAS JEZUS IN DE SYNAGOGE TE te bij velen in de synagoge grote verbazing. Alsof hij over brandend
TESSALONICA, HAND. 17: 1-4 water of een omhoogvallende steen sprak. Hij liet hun namelijk zien
'Korn over en help ons!', had een Macedonische man Paulus in een vi- dat de imposante, onoverwinnelijke Messias-Koning, naar wie Israel
sioen toegeroepen, 16: 9. Gehoorzaam aan dit gezicht waren Paulus uitzag en aan wie de wereldheerschappij was beloofd, volgens Gods
en Silas uit Filippi vertrokken om ook dieper in Macedonia het evan- raad eerst een verschrikkelijke lijdensweg moest aflopen, ja zelfs moest
gelie te verkondigen. Ondanks zijn mishandelde rug, had de apostel sterven! Maar dat Hij daarna zou opstaan van tussen de doden! Dit ver-
daartoe 'met de hulp van onze God' de nodige moed gevonden, i Tes. klaarde en bewees hij door de Schriften en Jezus' levensloop naast el-
2: 2. kaar te plaatsen. 2 )
i Met enige fantasie zien we hen over de Via Egnatia lopen (of Zoals we Petrus en hem at eerder zagen doen, kan hij daarbij ook
had Lydia hun misschien een rijdier bezorgd?), vgl. p. 32. Eerst van hier gewezen hebben op Ps. 2: 1-7, 16: 8-1i, 'To: 1, 118: 22, Deut.
Filippi naar Amfipolis: 53 km. Vervolgens van Amfipolis naar Apol- 21: 22V. En vast ook op wat Jesaja had geprofeteerd over de Messias
lonia: 48 km. En tenslotte van Apollonia naar Tessalonica: 6o km. Al als de lijdende knecht van Jahweh. 3 ) `Zo spreekt Jahweh, Israels ver-
met at een (voet)tocht van zo'n 16o km in de warme Griekse zon. losser en Heilige, tot de diep verachte, die door het yolk verafschuwd
Zo kwamen Paulus en Silas op zekere dag de grote havenstad wordt... Jes. 49: 7. `Mijn rug heb ik prijsgegeven aan hen, die mij
binnen, waar het heidendom hen overal aangrijnsde. In tegenstelling wilden slaan, en mijn wangen aan hen die mij de baard uitrukten; mijn
met Filippi vonden zij hier wet een synagoge. Er woonden zelfs vele gezicht heb ik niet onttrokken aan beschimping en bespuwing', Jes.
`godvrezenden': heidenen die 's zaterdags de synagoge bezochten om 5o: 6. `Hij werd gefolterd, maar Hij onderwierp zich; hij heeft zijn
daar te luisteren naar de voorlezing uit de Thora van Mozes, de rollen mond niet geopend, zoals een lam dat naar de slacht wordt geleid. (...)
van de Profeten en de Psalmen. Maar dat die Schriften sinds enige ja- Men gaf hem een graf bij de boosdoeners, en een laatste rustplaats bij
ren vervald waren, wisten zij nog niet. de rijken. (...) Waarlijk, hij heeft zichzelf tot een zoenoffer gemaakt',
Jes. 53: 7, 9v.
Paulus verkondigt en bewijst dat Jezus de Messias is Dezelfde profetieen kondigden echter ook de verhOging van de
2 Tot er op zekere dag drie buitenlandse gasten in de kerkdienst Messias aan: `Als koningen het zien, staan zij op van hun tronen, en
aanwezig waren, onder wie een sehriftgeleerde uit de beroemde school vorsten buigen zich diep' voor de Messias als Gods uitverkorene, Jes.
van Gamaliel te Jeruzalem. Want zoals de apostel gewoon was, wend- 49: 7. 'De Here God staat mij bij, daarom kom ik niet bedrogen uit',
de hij zich ook hier eerst tot de Joden, 'de zonen van de profeten en Jes. 5o: 7. `Zie, mijn knecht zal slagen, hij zal oprijzen en hoog, zeer
van het verbond' (3: 25) en tot de godvrezende heidense synagoge- hoog verheven zijn. (...) Omdat hij zijn Leven heeft uitgegoten in de
gangers. dood', Jes. 52: 13, 53: 12. Van at Gods lijdende knechten zou de Mes-
Na de voorlezing uit de Wet en de Profeten werd de geleerde rab- sias er het diepst onderdoor gaan, om daarna ook het hoogst verheven
bi uitgenodigd een bemoedigend woord te spreken, vgl. 13: 15. Hij te worden.
koos daarvoor het onderwerp waarover elke echte Jood het liefst hoort Toen verkondigde Paulus dat at Gods beloften en profetieen over
spreken: de komst van de Messias. Wat hij daarover opmerkte, was zo de Messias vervuld waren in Jezus van Nazaret. Zoals Hij had gele-
opmerkelijk dat hij ook de volgende weken werd uitgenodigd de preek- den, hadden zelfs een Jesaja en Jeremia niet geleden. Hij was de kruis-
beurt te vervullen. Zodoende sprak hij drie sabbatten lang — en wel- dood gestorven. Maar daarna had God Hem opgewekt en verhoogd aan
licht ook doordeweeks — met hen aan de hand van de Schriften over de zijn rechterhand en zo tot Heer en Messias aangesteld!, vgl. 2: 36, 26:
Messias. 22v. De apostel zal daarvoor ook de nodige ooggetuigenissen aange-

62 63

§ 24 Paulus' hveede apostolische reis iii: Tessalonica en Berea § 24

haald hebben, vgl. 1 Kor. 15: 5-8. In I Tes. 1: 5 herinnert hij hen er- voor deze wereld' in de steek had gelaten, was hij `naar Tessalonica
aan dat hij hun het evangelie had verkondigd `niet alleen met woor- vertrokken', 2 Tim. 4: 1o.
den, maar ook met kracht en Heilige Geest en voile overtuiging'.
2. JOODSE AGITATIE DRIJFT PAULUS UIT
Enkele Joden en vele heidenen komen tot geloof TESSALONICA, HAND. 17: 5-10A
4 Helaas, de meeste Joden stootten zich aan Paulus' prediking. Toen ging ook bier de profetie van Simeon over Messias Jezus in ver-
Een gekruisigde Messias was voor hen een onoverkomelijke aanstoot, vulling: `Zie, deze is gesteld tot een val en opstanding van velen in Is-
Kor. 1: 23. Toen scheidde ook hier 'Israel naar het vlees' zich of van rael en tot een teken dat weersproken wordt (...), opdat de overleg-
het 'Israel Gods' (Gal. 6: 16), dat samen met de gelovige heidenen het gingen uit vele harten openbaar worden', Luc. 2: 34v.
Nieuwe Israel zou vormen. Het was echter slechts een `overschot' 5 Uit de kring van de ongehoorzames) Joden kwam diepe af-
(Rom. 9: 27) dat zich liet overtuigen door Paulus' feitenrelaas over de gunst aan het licht. Zij konden het niet uitstaan dat het evangelie van
Here Jezus en het schriftlicht dat hij daarover liet schijnen. (Spreken- een gekruisigde (!) Messias zoveel overtuigingskracht uitoefende,
de uitdrukking voor geloven: zich 'Alen overtuigen!) Deze Joden wer- vooral op de niet-Joodse dames uit de hoogste kringen van de stad.
den Paulus en Silas `toebedeeld' 4 ), wat wijst op het `trekkende' werk Want vele godvrezende heidenen, die voorheen de diensten in de sy-
van God de Vader, Joh. 6: 44. nagoge bezochten, sloten zich nu bij Paulus en Silas aan. Felle gods-
Evenals in Ikonium (13: 43) kwam er zelfs een grote groep diensthaat richtte zich op de beide evangelisten.
godvrezende, Griekssprekende heidenen tot geloof, onder wie een
groot aantal vrouwen uit de hogere kringen, vgl. Mat. I : 15, 1 Kor. De Joden stellen de christenen in staatsgevaarlijk daglicht
: 26. De gemeente van Tessalonica bestond dus grotendeels uit be- Evenals in Jeruzalem (4: 25-28; 12: 1-3) en Ikonium (14:5), be-
keerde heidenen. Zij hadden zich, zoals Paulus hun later schreef, be- sloten de Joden de Romeinse overheid voor hun moordzuchtige kar-
keerd 'van de afgoden tot God, om de levende en waarachtige God te retje te spannen. Daarmee vertoonde de situatie weer het aloude pa-
dienen en om uit de hemel zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de troon van Psalm 2: de `volken' van Israel en 'de koningen der aarde'
dood heeft opgewekt: Jezus, die ons redt van de komende toorn', spannen samen tegen God en zijn Gezalfde, vgl. dl. 1 , 95v. Ze begre-
Tes. 1: 9. pen wel dat ze bij het heidense stadsbestuur niet hoefden aan te komen
Die goddelijke gramschap heeft de apostel niet verdoezeld. Inte- met Paulus"afwijkende gevoelens' over de Messias van Israel. Daar-
gendeel, hij heeft Joden en heidenen in Tessalonica gewaarschuwd om besloten zij hem als een gevaar voor de Romeinse staat of te schil-
voor het laatste oordeel en Gods verbolgenheid over hen die Jezus zou- deren, dan mOest de overheid wel ingrijpen!
den afwijzen. Evangelieverkondigers die `weten hoezeer de Here te Op grond van deze aanklacht was de Here zelf gekruisigd (Luc.
vrezen is' (2 Kor. 5: i 1), zullen dit thans evenmin verzwijgen. 23: 2, Joh. 19: 12) en sindsdien is deze beschuldiging nooit meer ver-
Drie broeders uit Tessalonica kennen we bij name: Jason, die stomd. Straks zullen de Joden in Jeruzalem Paulus aan stadhouder
straks uit zijn huis gesleurd wordt (vs. 5vv); Aristarchus, een Mes- Felix voorstellen als `een pest, iemand die opstanden verwekt onder
siasgelovige Jood (Kol. 4: ov); en Secundus, mogelijk een bekeerde alle Joden over de ganse wereld', 24: 5. En tot in onze eeuw toe zou
heiden, Hand. 20: 4. Aristarchus heeft Paulus vergezeld toen hij als ge- nu hier, dan daar de verdachtmaking gehoord worden: `Christenen zijn
vangene naar Rome werd overgebracht: 'In ons gezelschap beyond staatsgevaarlijk!' Ook zou deze aantijging, evenals hier, meermalen uit
zich Aristarchus, een Macedonier uit Tessalonica', Hand. 27: 2. Elders de koker komen van de valse kerk, die daarmee de overheid zou trach-
noemt Paulus hem zijn medegevangene', Kol. 4: To. Mogelijk kwam ten op te zetten tegen de ware gelovigen. 6 )
Demas (Kol. 4: 14) ook uit deze stad, want toen hij Paulus 'uit liefde

64 65
§ 24 Paulus' tweede apostolische reis iii: Tessalonica en Berea § 24

Om hun beschuldiging aannemelijk te maken, besloten de Joden Hier stuiten we op een van Lucas' bijoogmerken met zijn boek
eerst rellen te organiseren, om die vervolgens Paulus en Silas in de Handelingen: de hoge Romeinse ambtenaar Teofilus het onderscheid
schoenen te kunnen schuiven. Met behulp van onguur straatvolk ver- leren tussen de apostolische en de zelotische messiasverwachting, dl.
oorzaakten ze een oploop en brachten daarmee de stad in rep en roer. I, 14. Eeuwen later stond Guido de Bres met artikel 36 van de Neder-
Ze trokken naar het huis van Jason om Paulus en Silas voor de yolks- landse Geloofsbelijdenis iets dergelijks voor ogen. Hij wilde daarmee
vergadering te brengen, het hoogste rechtsprekende college van de de rooms-katholieke koning Filips It ervan weerhouden de gezags-
stad. Tessalonica behoorde namelijk tot de zogenaamde `vrije steden', getrouwe gereformeerden over een kam te scheren met de oproerige
die een hoge mate van zelfbestuur bezaten. dopersen. Men leze de apostolische vermaningen om de Romeinse
6 Toen zij hen daar echter niet aantroffen, sleurden zij Jason zelf overheden te eren ook in dit apologetische licht, Rom. 13: 1-7, Tit. 3:
met nog enkele broeders voor de stadsbestuurders. Daar schreeuwden 1, 1 Petr. 2: 13,17.
de Joden 7 ): 'Die gevaarlijke lui die de hele wereld in opstand brengen,
zijn nu ook hier opgedoken!' Paulus' prediking voortijdig afgebroken
7 Jason is medeplichtig aan hun revolutionaire acties, want hij 9 De autoriteiten van Tessalonica waren gelukkig verstandiger
heeft ze in huis genomen. Ze handelen allen in strijd met de wetten van dan die van Filippi. Zij onderzochten de zaak en Jason wist hen er blijk-
de keizer, want zij beweren dat iemand anders koning en kurios is, na- baar van te overtuigen dat er geen woord waar was van wat de de-
melijk Jezus!' (In de Griekssprekende provincies werd de Romeinse monstranten riepen. En zolang de beide hoofdverdachten onvindbaar
keizer ook konings) en kurios = heer genoemd). Had men misschien bleven, was de overtreding van Jason (het huisvesten van oproerige ele-
iets opgevangen uit Paulus' prediking over de komst (lett. parousie = menten) niet aantoonbaar. Nadat hij en de anderen zich er met een
koninklijk bezoek) van Kurios Jezus?, vgl. I Tes. : 9v, 4: 13-18; 2 Tes. borgsom garant voor gesteld hadden dat Paulus en Silas de stad direct
2. In elk geval beschuldigden zij de apostel van niets minder dan hoog- zouden verlaten, liet het stadsbestuur hen vrij.
verraad! Voor Jason en de andere meegesleurde broeders begon het lij den
8 Daarmee brachten zij zowel bij het te hoop gelopen yolk als bij om Christus' wil daarmee wel heel spoedig! Zij waren amper enkele
de stadsbestuurders schrik en ontsteltenis teweeg. Als nu niet krachtig weken christen en leden nu al schade en schande vanwege hun geloof.
voor de eer en het gezag van de keizer werd opgekomen, zou hij hen Deze vijandige stemming zou nog enige tijd aanhouden. Niet lang
van hoogverraad kunnen beschuldigen en Tessalonica haar voorrecht hierna schreef de apostel hun: 'En u bent navolgers geworden van ons
van `vrije stad' kunnen ontnemen. en van de Heer, toen u het woord hebt aangenomen onder allerlei be-
Voor Paulus en Silas was deze levensgevaarlijke aanklacht om proevingen en toch met vreugde van de Heilige Geest', 1 Tes. : 6, vgl.
twee redenen nog des te ernstiger. Ten eerste omdat er toen inderdaad 2: 14v, 3: 3v.
overal in het Romeinse rijk Joodse onruststokers optraden. 9 ) Niet al- oa Voor Paulus en Silas was verder werken in Tessalonica on-
leen in Judea, waar het verzet tegen de Romeinse bezetters na 44 al mogelijk gemaakt. Onder bescherming van de nachtelijke duisternis
sterker toenam, maar ook in grote steden als Rome, waar destijds tien- stuurden de broeders hen naar Berea, zo'n 5o km van Tessalonica. Een
duizenden Joden woonden en Alexandria, waar het er zelfs honderd- vlucht die de Meester zijn apostelen had toegestaan, Mat. o: 23 (zie
duizenden waren, vgl. dl. 1, 43. Keizer Claudius had de Joden zelfs uit ook bij 14: 6). Zijn overhaaste vertrek leek de gelovigen in Tessaloni-
Rome verbannen, Hand. 18: 2. Ten tweede omdat zij van Romeinse ca alleen maar nadeel te bezorgen, doch nu zou hij hun twee brieven
autoriteiten niet konden verwachten dat die het onderscheid zagen tus- schrijven, die voor de gemeente van alle eeuwen van onschatbare
sen de apostolische messiasprediking en het militante messianisme van waarde zouden blijven.
de Joodse Zeloten, die op revolutie tegen Rome aanstuurden.

66 67
§ 24 Paulus' tweede apostolische reis iii: en Berea

§ 24

3. TERUGBLIK OP PAULUS' VERBLIJF IN moedelijk waren zij zelfs bijbelvaster dan menige hedendaagse
TESSALONICA christen. Zodoende konden zulke heidenen de apostel goed volgen
In 1 Tessalonicenzen vertelt de apostel hoe neerslachtig hij was nadat wanneer hij uit de Schriften bewees dat Jezus de Messias is. 10 )
hij de gemeente bij nacht en ontij had moeten verlaten. Geen dag was
zij uit zijn gedachten. Zou de verleider haar weer overhalen, zodat al Dag en nacht geploeterd
zijn moeite vergeefs was geweest? Tweemaal had hij geprobeerd terug Overigens heeft Paulus die weken in Tessalonica naast het in-
te keren, maar de satan had het hem belet, i Tes. 2: 18. spannende werk van de verkondiging ook nog zware handenarbeid ver-
Nadat hij in Berea een gemeente had gesticht en hij in Athene was richt, mogelijk als tentenmaker, vgl. 18: 3. En dit alles zo kort na de
aangekomen, kwelde hem ook daar nog steeds de zorg om Tessalonica. mishandeling in Filippi. Enkele maanden na zijn vertrek schreef hij:
Deze drukte hem zelfs zo zwaar dat hij nog liever moederziel alleen in `U. herinnert zich wel, broeders en zusters, hoe we hebben gezwoegd
die heidense wereldstad was achtergebleven en Timoteiis naar Tessa- en geploeterd. Dag en nacht hebben we gewerkt om in ons onderhoud
lonica had gezonden (een reis van 30o km), dan daarover nog langer te voorzien, zodat we bij de verkondiging van Gods boodschap nie-
in onzekerheid te moeten verkeren, i Tes. 3: I. mand van u ten laste hoefden te zijn', i Tes. 2: 9. Was hij misschien
Na enkele weken kwam hij terug met de verzekering dat de ge- ook bang dat boze tongen hem na zijn overhaaste vertrek hadden uit-
meente na Paulus' vertrek wel zwaar vervolgd was (1 Tes. 1: 6), maar gemaakt voor een van die religieuze klaplopers, die destijds in groten
nog steeds volhardde in het geloof en het evangelie ijverig verbreidde. getale stad en land afreisden?
Zij bleek haar strategisch gelegen woonplaats aan de Via Egnatia daar- Toch kon hij ondanks al zijn geploeter niet rondkomen, want in
voor goed uit te buiten, i Tes. I : 8. Zodra de apostel dit goede nieuws strijd met zijn principe — nets aannemen voor het evangelie! — zag hij
vernomen had, greep hij de pen om zijn eerste, blijde brief aan de Tes- zich in Tessalonica genoodzaakt materiele ondersteuning vanuit Filip-
salonicenzen te schrijven. `Wij Leven weer op, nu blijkt dat u stand- pi te aanvaarden: 'Al in Tessalonica hebt u mij tot tweemaal toe de hulp
houdt in de Heer!', i Tes. 3: 8. gestuurd die ik nodig had', Fil. 4: 16.

Zo'n jonge gemeente en toch al zo bijbelvast Kort verblijf


Maar hoe kon zo'n jonge gemeente reeds na enkele maanden op Volgens vs. 2 was deze gemeente ontstaan nadat de apostel
eigen benen staan? Ja, zelfs een voorbeeld worden voor alle gelovigen slechts drie sabbatten lang in de synagoge de Schriften had geopend.
in Macedonia en Achaje en een centrum van evangelieverkondiging?, Moeten we daaruit afleiden dat hij er niet meer dan drie voile weken
I Tes. i : 7v. Dit verbaast ons temeer wanneer wij de brieven lezen die gewerkt heeft? Dit lijkt voor het ontstaan van een `grote menigte'
Paulus zulke gemeenten schreef. Want daarin verkondigde hij bepaald (vs. 4) gelovigen wel erg kort. We vernemen ook niet hoeveel tijd er
geen evangelie in een notendop, maar veronderstelde hij bij zijn verliep tussen die derde sabbat (vs. 2) en Paulus' gedwongen vertrek.
pasbekeerde lezers grote schriftkennis. Als we bedenken dat een retour Filippi-Tessalonica een dag of acht
De verklaring hiervoor zullen we moeten zoeken in het onderwijs vergde en dat hij vandaar tweemaal broeder(s) ontving, dan lijkt het ook
dat zij in de synagoge ontvangen hadden. Deze scholing moeten wij om deze reden aannemelijk dat hij er wel kort, maar toch iets langer
niet onderschatten. Veel godvrezende' heidenen die wekelijks de dan drie weken geweest moet zijn. Temeer als we ons herinneren dat de
Joodse kerkdiensten bezochten, hadden daar al jarenlang de schriftle- apostel bij dit alles ook nog persoonlijke zielszorg beoefende: `Hebben
zingen aangehoord. En niet een paar losse verzen per keer, maar bre- we u niet ieder persoonlijk aangespoord en bemoedigd zoals een vader
de gedeelten uit de Wet, de Profeten en de Psalmen. Vandaar dat zij zijn kinderen?', r Tes. 2: i 1. Wel zullen we voor de duur van zijn ver-
reeds voor Paulus' komst behoorlijk thuis waren in de schrift. Ver- blijf eerder aan weken dan aan maanden moeten denken.

68 I 69
en Berea § 24
Paulus' tweede apostolische reis iii:
24

4. IN BEREA TREFT PAULUS WELWILLENDE JODEN zen we nergens dat Paulus Berea later nogmaals bezocht heeft of haar
AAN, HAND. 17: 10B-12 een brief geschreven heeft.
Hoewel zijn Joodse volksgenoten in Tessalonica hem fel vervolgd had-
den, vervulde dit Paulus niet met woede en haat. Hij schreef hen ook Berea, lichtend voorbeeld
niet alien af. Integendeel, later bekende hij: 'In mijn hart is grote droef- Wie van de Bereers had kunnen vermoeden dat zij door hun eer-
heid en een pijn die niet ophoudt. Waarlijk, ik zou wensen zelf ver- biedige bijbelstudie zo'n lichtend voorbeeld zouden blijven? Bij hen
vloekt en van Christus gescheiden te zijn, als ik mijn broeders, mijn was de Schrift geen dood kapitaal en evenmin het exclusieve eigen-
lijfelijke verwanten daarmee kon helpen', Rom. 9: 2V. Dit bleek ook dom van een `geestelijke stand', maar het levende bezit van de hele ge-
in Berea. meente. Daardoor was de uitleg van de Schrift ook geen voorrecht van
lob Want toen hij daar aangekomen was, begaf hij zich alweer
-
theologen, maar voorbehouden aan alle gelovigen. Dit recht mis-
eerst naar de synagoge. Ondanks zijn slechte ervaringen te Tessalonica, bruikten zij echter niet om een zelfverzonnen `waarheid' in de Schrift
erkende hij daarmee opnieuw dat de Joden als erfgenamen van Gods in te lezen, maar om de ene echte Waarheid daarin op te sporen. Zij
verbond het eerst het evangelie moesten horen, vgl. 3: 26, 9: 15. En handelden daarbij naar de gulden regel van Schrift met Schrift verge-
hier zou hij een van de mooiste episoden van zijn apostolische loop- lijken, omdat ze erkenden dat de Schrift haar eigen uitlegster is.
baan beleven. De Here geve ons in deze tijd meer `Bereers'! In hun huizen
I Want in Berea waren de Joden edelmoediger en welwillender wordt de Bijbel dagelijks eerbiedig gelezen, overdacht en gehoor-
dan in Tessalonica. Hier stootte hij niet op hatelijke tegenspraak en zaamd. En in hun gemeentelijke samenkomsten regeert Gods Woord
koude onverschilligheid, maar trof hij oprechte belangstelling en lief- en geen mensenwoord. Haar herders en leraars beperken zich niet tot
de voor Gods Woord aan. Niet dat deze volksgenoten zijn boodschap een bloemlezing van losse, stichtelijke `teksten', maar openen de
lichtgelovig en kritiekloos aannamen. Integendeel, niet alleen op de Schrift in haar voile breedte en diepte. En moderne Bereers horen niets
sabbatten, maar dag in dag uit bestudeerden zij de heilige schriftrollen. liever dan wat de Geest in de Schrift tot de gemeenten zegt! 'De ware
Aileen niet uit lust tot tegenspraak, maar om na te gaan of wat hij over schat van de kerk is het allerheiligst evangelie van de heerlijkheid en
de Messias verkondigde daarmee klopte, vgl. Luc. 16: 29, Joh. 5: 39. genade Gods' (een van Luthers 95 stellingen). Daarom is schrift-
Zij deden precies wat Paulus nu zo graag in alle synagogen had willen onderzoek het beste middel voor geloofsgroei en de opbouw van 'Be-
aantreffen: eerlijk onderzoek aan de hand van Wet en Profeten naar de rea-gemeenten ' .
echtheid van zijn apostolische getuigenis omtrent Jezus' messiasschap.
Hun edele gezindheid kwam hierin uit dat zij dit onbevooroordeeld de- 5. JOODSE AGITATIE VANUIT TESSALONICA
den. Bij hen had de Schrift het laatste woord en niet de rabbijnse tra- VERDRIJFT PAULUS OOK UIT BEREA,
ditie. HAND. 17: 13-15
12 Toen mocht Paulus tot zijn vreugde constateren dat God zijn Toen bleek opnieuw hoe waar Jezus' profetie was dat Hij tussen huis-
yolk niet verstoten heeft, maar een rest daaruit bewaart, Rom. i 1: genoten verdeeldheid kwam brengen, Luc. 12: 51 v.
i-5. Want omdat zij voor de Schrift bogen, kwamen hier veel Joden tot 13 Dankzij het netwerk van contacten, dat destijds tussen de sy-
geloof in Messias Jezus. Evenals een groot aantal vooraanstaande, in- nagogen bestond, kwam het de Joden in Tessalonica ter ore dat 'die
vloedrijke Griekse vrouwen en mannen, wat de gemeente een zeker Paulus' nu ook in Berea verkondigde dat Jezus van Nazaret de Messi-
aanzien verschaft zal hebben. Zij wilden zich wel laten overtuigen dat as is. En dat zijn prediking bij velen geloof vond, ook hier weer bij vele
Jezus de beloofde Messias was. Een van deze gemeenteleden kennen voorname en invloedrijke Grieken. Toen laaide hun godsdiensthaat op-
we bij name: Sopater, de zoon van Pyrrus, Hand. 20: 4. Overigens le- nieuw op. Een stel Joden uit Tessalonica, die mordicus tegen Messias

70 71

§ 24 Paulus' tweede apostolische reis Tessalonica en Berea 5C 24

Jezus gekant waren, reisde naar het 5o km verderop gelegen Berea om NOTEN
ook daar het yolk op te hitsen en demonstraties tegen Paulus en Silas I) A. Sizoo, Uit de wereld van het Nieuwe Testament, Kampen 1948, 165.
op touw te zetten, vgl. i Tes. 2: 14. 2) Grieks: paratithemenos, vgl. E F. Bruce, comm. a.l. : ...setting (the
In i Tes. 2: 15v typeerde Paulus zijn Joodse tegenstanders aldus: scriptures) side by side with the events which had fulfilled them'.
3) Zie over de wijze waarop Paulus vanuit wet en profeten argumenteert: Her-
`...die zelfs de Here Jezus en de profeten gedood hebben en ons tot
man Amelink, Paulus, Kampen 1994, 143v.
het uiterste vervolgd hebben, die Gode niet behagen en tegen alle men- 4) Proseklerothêsan, als een klêros, een door het lot toegemeten (erf)deel. Een
sen ingaan, daar zij ons verhinderen tot de heidenen te spreken tot hun fijne zinspeling op Psalm 2: 8, waarin God zijn Messias-Koning `volkeren tot
behoud, waardoor zij te allen tijde (de maat) hunner zonden volmaken. uw erfdeel' belooft? Aldus een suggestie van J. van Eck, Paulus en de konin-
De toorn is over hen gekomen tot het einde'. gen, Franeker 1989, 36v.
14 Na verloop van tijd werd de situatie voor Paulus ook hier 5) De Statenvertaling volgt in dit vers een ander handschrift: 'Maar de Joden
levensgevaarlijk. Daarom stuurden de broeders hem direct verder, in die ongehoorzaam waren, dit benijdende...' Een schriftmatige toevoeging.
de richting van de kust. Daarmee ontvluchtte hij voor de achtste maal Ongeloof is volgens Jezus ongehoorzaamheid, vgl. Joh. 3: 36.
6) Zie voor dit vervolgingspatroon in de kerkgeschiedenis in deze serie Psal-
een stad: Damascus — Jeruzalem — Antiochie-in-Pisidie — Ikonium - men 1, 176-179. Calvijn klaagt in zijn commentaar op dit vers dat de `papis-
Lystra — Filippi — Tessalonica — Berea. Silas en Timoteils liet hij er voor ten' (...) in zijn dagen tegen beter weten in `ons ten laste leggen, dat wij nl.
de nodige nazorg en nascholing achter. alle gezag omver willen werpen, dat wij de wetten en rechtbanken willen op-
15 Omdat de broeders hem in de richting van de kust leidden, is heffen, en de macht der koningen willen nederwerpen' en ons uitmaken voor
Paulus mogelijk per schip over zee naar Athene gereisd. Maar als hij `vijanden van de openbare veiligheid'.
te voet langs de kustweg over land ging, was de tocht vanwege rovers 7) 'Het subject hoi loudaioi uit vs. 5 blijft van kracht tot in vs. 8', J. van Eck,
en plunderaars niet zonder gevaar. Vooral in Asia en Griekenland slaag- a.w. 107.
8) Vgl. F. E Bruce, comm. a.l. Zelf noemden de keizers zich nooit rex, om-
den de Romeinen er nooit geheel in dit gespuis uit te roeien. Voor-
dat zij koningen onder zich hadden, R. C. H. Lenski, comm. a.l.
zichtige reizigers sloten zich daarom wel aan bij een voorbijtrekkend 9) William J. Larkin Jr., Acts, Leicester 1995, a.l. (The IVP New Testament
legeronderdeel.1 1) Het zal daarom mede met het oog op zijn veiligheid Commentary Series; 5).
zijn geweest dat de gemeente Paulus een aantal broeders als escorte 10) Vgl. C. van der Waal, Gij kustlanden, Goes 1976, 20.
meegaf. 11) Vgl. H. Mulder, comm. a.l.
Hij vond het blijkbaar niet nodig dat Timoteiis en Silas nog lang
in Berea bleven, want zijn begeleiders moesten hen na hun terugkeer
verzoeken de apostel, zodra het werk dit toeliet, te volgen. Zo kwam
er een einde aan Paulus' arbeid in Macedonia.

Vooruitblik
Timoteiis reisde de apostel spoedig achterna en voegde zich (sa-
men met Silas?) in Athene bij hem. Daar Paulus zich zoals we zagen
grote zorgen maakte over Tessalonica, zond hij Timoteiis al spoedig
daarheen terug. Zelf begaf hij zich intussen van Athene naar Korinte.
Daar zouden Timoteiis en Silas hem weer ontmoeten en geruststellen
met hun rapporten, 18: 5. Daarop schreef Paulus vanuit Korinte zijn
beide brieven aan de Tessalonicenzen, i Tes. 3: 1-6.

72 73
Athene § 25

In dit centrum van kennis en kunst hadden wereldberoemde wijs-


geren hun visie op de werkelijkheid ten beste gegeven. Maar nu zou
hier een leraar optreden die hun wijsheid als dwaasheid zou ontmas-
§ 25 keren, vgl. T Kor. 1: 19v.

HANDELINGEN 17: 16-34 1. PAULUS IN DE SYNAGOGE EN OP DE MARKT VAN


PAULUS' TWEEDE APOSTOLISCHE REIS ATHENE, HAND. 17: 16-21
IV: ATHENE Paulus onderging Athene wel heel anders dan de antieke en moderne
toeristen. Hoewel hij in Tarsus en op zijn reizen al heel wat afgoderij
had gezien, overtrof Athene in dit opzicht alles.
En toen liep de kleine Jood Paulus op zekere dag door de straten en
zuilengangen van Athene, de culturele hoofdstad van de antieke Hevig verontwaardigd
wereld. 16 Toen hij namelijk op Silas en Timoteils wachtend (vs. 15)
Het was alleen niet meer het Athene van staatslieden als Pericles door de stad dwaalde, werd hij pijnlijk getroffen door het enorme aan-
en wijsgeren als Socrates, Plato en Aristoteles. Zijn bloeitijd was reeds tal afgodsbeelden en tempels dat hij tegenkwam. En terwijl de toeristen
eeuwen voorbij. Het was nu nog maar een provinciestad van amper genoten van het machtige Parthenon en de volmaakte techniek van de
tienduizend inwoners, die geheel overvleugeld was door de wereldstad godenbeeldhouwers, werd de apostel door dit alles vervuld met hei-
Korinte. Wel was het met Alexandria nog altijd een van de belang- lige ergernis.
rijkste cultuurcentra van de toenmalige wereld en een juweel van Hij proefde namelijk de demonische geest waaruit deze gods-
bouw- en beeldhouwkunst, dat toen al door talloze toeristen werd be- dienstigheid voortkwam en hij kende Gods diepe afkeer daarvan: `Ik
zocht. ben Jahweh, dat is mijn naam, mijn glorie deel Ik met geen ander, Ik
Sterker dan waar ook kwam bier het heidendom in al zijn ver- geef mijn roem niet aan godenbeelden', Jes. 42: 8, vgl. Ex. 34: 14. En
dwazing op de apostel af. Overal staarden de dode ogen van een mar- juist omdat hij de Here zo vurig liefhad, was hij zo diep veront-
meren god of godin op hem neer, want er stonden in Athene talloze waardigd I ) over wat Hem bier werd aangedaan. Zijn recht om als eni-
tempels, altaren en standbeelden. Volgens een hekeldichter kwam je in ge God en Schepper geeerd en geprezen to worden, had Athene Hem
Athene eerder een god tegen dan een mens! Alle goden van de Olym- brutaal ontnomen en aan afgoden (= boze geesten) toegekend, vgl.
pus stonden wel ergens in marmer of zelfs zilver en goud afgebeeld. Rom. I: 23,25, 1 Kor. to: 20.
Openbare gebouwen waren aan een god(in) gewijd en voor de ingang Voelen wij ons nog pijnlijk getroffen door de talloze afgoden in
van veel huizen stond een pilaar met het hoofd van Hermes, de god onze steden en dorpen, waardoor God en zijn Zoon van hun eer wor-
van wegen en poorten. den beroofd? Immers, alles wat God verdringt en vervangt, is een af-
Zou Paulus ook de Acropolis bestegen hebben? Op deze zestig god!
meter hoge, ver boven stad en land uit torenende heuvel stond het Maar ook aan dit verblinde en verdwaasde Athene wilde God de
grootste kunstwerk van de oudheid: het Parthenon, een majestueuze overweldigende rijkdom van zijn genade tonen, zowel aan de hoog-
tempel met achtennegentig dorische zuilen van maar liefst vijftig me- ontwikkelde als aan de onontwikkelde heidenen. Daartoe had Hij Pau-
ter hoogte en vijftig levensgrote beelden van de godin Athena. Bin- lus naar deze stad geleid.
nenin de tempel stond haar dertien meter hoge beeld uit goud en ivoor.
De stad was zelfs naar haar genoemd!

74 75
§ 25 Paulus' tweede apostolische reis iv: Athene § 25

In de synagoge Discussies met wijsgeren


17a Gewoontegetrouw begaf hij zich eerst naar de synagoge. 18 De meeste gewone Grieken met wie de apostel sprak, zullen
Want daar lagen de rollen van Mozes en de Profeten en daar kon hij mis- de vele goden en hun beelden nog wel serieus genomen hebben. Maar
schien Grieken ontmoeten die de God van Israel reeds kenden. Hier de `modern' filosofen van die tijd zagen niet veel meer in het naieve
moest hij het grote nieuws verkondigen dat Jahweh zijn beloften had volksgeloof. Enigen van hen — filosofen van de epicuristische en stoi-
vervuld en dat Hij de Messias had gezonden. Lucas neemt aan dat wij sche richting — raakten meermalen met Paulus in discussie.
nu wel weten hoe Paulus dit placht te doen, vgl. Hand. 13: 16-41;17: De epicuristen, volgelingen van de wijsgeer Epicurus (30o v.
2VV. Hij vertelt ook niet of hier Joden en godvrezenden tot geloof kwa- Chr.), leerden dat de wereld ontstaan was uit een toevallige ontmoe-
men. Zij kunnen behoord hebben tot de `anderen' die hij in vs. 34 noemt. ting van atomen. Het kwam er maar op aan dat een mens zich geluk-
kig voelde en zoveel mogelijk van het leven genoot. Daarvoor moest
Op de agora hij zich vooral niet bang laten maken voor goden, zelfs niet voor de
17b Op de sabbatten sprak Paulus in de synagoge, maar op de dood. Want goden bemoeien zich niet met de wereld en als de dood er
andere dagen onderhield hij zich ook met mensen die hij op de markt is, zijn wij er niet meer en is alles uit.
(Grieks: agora) aantrof. Daarbij moet u niet denken aan een Hollands Men kan zich afvragen of het post-christelijke heidendom in
marktplein. Op de agora van Athene kon je van alles en nog wat ko- Europa en Amerika feitelijk niet teruggezakt is in de levensbeschou-
pen, tot slaven en slavinnen toe. 2 ) Maar zij bestond feitelijk uit een heel wing van de oude epicuristen. `Als de doden niet verrijzen, laten we
complex van pleinen, pleintjes en bazaars, die ingesloten werden door dan maar eten en drinken, want morgen gaan we dood', i Kor. 15: 32. 4 )
prachtige hallen, tempels en openbare gebouwen. De storcijnen, volgelingen van de wijsgeer Zeno (30o v. Chr.),
In de statige en schaduwrijke zuilengangen rond de agora zag de leerden een soort pantheisme. De godheid viel volgens hen praktisch
apostel een rijk geschakeerd publiek aan zich voorbijgaan: markt- samen met de rede en de natuur; zij was zoiets als de grote wereldziel.
kooplui en haveloze ezeldrijvers; deftige magistraten die zich door sla- Na de dood loste je ziel daarin op en hield je op te bestaan. Het voor-
ven in een draagstoel lieten vervoeren en buitenlandse studenten die naamste was volgens hen dat je onverstoorbaar je plicht deed en je ge-
in Athene hun wijsgerige en retorische opleiding voltooiden; toeristen voelens beheerste en dat je alles rustig verdroeg. Lijden, maar ook rijk-
die van heinde en ver gekomen waren om de kunstschatten te be- dom en genot lieten de ware stoicijn koud. Zondebesef kenden zij
wonderen en de theaters te bezoeken. Allerlei redenaars beklommen niet. 5 )
hier de spreekgestoelten; filosofen gingen hier discussies aan en Blinde geleerden! Van zonde en schuld, van genade en vergeving,
straatpredikers verkondigden de voorbijgangers hoe ze gelukkig kon- van eeuwig leven en eeuwige dood hadden zij geen besef Ook hun
den worden. In dit geheel viel Paulus niet op. trachtte Paulus het grote nieuws te vertellen van Jezus Christus, die ge-
Alleen vrouwen zag men er weinig. De mannen deden de inko- storven was aan een kruis, maar door God was opgewekt als Leidsman
pen en lieten die door een slaaf naar huis brengen. De warme mid- naar het eeuwige leven, 3: 15. Men begreep er echter niet veel van.
daguren brachten zij daarna luierend en pratend door onder de scha- Sommigen spotten in plat-Atheens: 'Dal is een praatjesmaker (lett.
duwrijke platanen van de agora of in een wijnschenkerij . 3 ) zaadpikker) 6 ). Wat wil die ons nu eigenlijk vertellen?' Zij hielden hem
Op deze agora sprak Paulus als de gelegenheid zich voordeed voor een derderangs intellectueel, die hier en daar wat ideeen van an-
over de Here Jezus. Hiermee was het evangelie doorgedrongen van de deren had opgepikt en deze nu met een air van geleerdheid aan de man
zuilengang (= stoa) van Salomo in Jeruzalem (Joh. Jo: 23, Hand. 3: bracht.
I 1, 5: 12) tot de stoa's van Athene, het bolwerk van de antieke heidense Anderen namen hem serieuzer en merkten op: 'Het schijnt een
be schaving. verkondiger van vreemde goden te zijn.' En daar stonden zij wel open

76 I 77

§ 25 Paulus' tweede apostolische reis Athene § 25

voor. De hellenistische mengcultuur waarin zij leefden, had immers Wijsgeren zonder schriftkennis
al veel nieuwe goden en godinnen aan de bestaande galerij toege- Aanknopen bij enige kennis van Mozes en de Profeten kon hij
voegd, vooral oosterse. Omdat Paulus de Here Jezus en zijn opstan- hier niet. Het was immers al bijna tweeduizend jaar geleden dat God
ding (Grieks: anastasis) verkondigde, dachten zij wellicht dat hij het Woordcontact met de heidenwereld had afgebroken om voortaan
weer een nieuw godenpaar introduceerde: de god Jezus en zijn ge- alleen tot Israel te spreken, Ps. 147: 19v, Hand. 14: 16. Er deinden nog
malM Anastasis. wel enkele verwrongen restanten van die Woordopenbaring bij hen na,
19 Gelukkig kreeg Paulus gelegenheid zich nader te verklaren. maar in feite hielden zij de waarheid omtrent God reeds eeuwenlang
Ze namen hem mee naar een hoorzitting van de Areopagus, de presti- in ongerechtigheid ten onder, Rom. I : 18.
gieuze Raad voor Opvoeding en Wetenschap, die onder meer toezicht Ook de geleerden van de Areopagus leefden met al hun wijsge-
hield op zeden, religie en onderwijs. Dit college ontleende zijn naam rige beschouwingen `zonder hoop en zonder God', Ef. 2: 12. De
aan de Areopagus (=Aresheuvel), thans een kleine kale bergtop, waar- apostel zag zich dus genoodzaakt eerst hun afgoderij te ontmaskeren
op het vaak zitting hield. Het is niet duidelijk of men Paulus daarheen en hun de enige, waarachtige God bekend te maken. Pas wanneer hij
voerde of naar de koninklijke zuilengang aan de agora, waar de Raad hun het abc van de ware Godskennis had bijgebracht, kon hij hun de
ook wel samenkwam. 7 ) Toen de vergadering geopend was, vroeg men Here Jezus verkondigen. Hoe heeft hij zich van deze zware opdracht
hem: `Kunt u ons uitleggen wat die nieuwe leer inhoudt, die door u gekweten?
wordt uitgedragen?
20 Want u vertelt dingen die ons nogal vreemd in de oren klin- Geen aanpassing, maar verkondiging
ken Daarom zouden we graag nauwkeuriger willen weten wat u be- Men heeft Paulus ervan beschuldigd dat hij zich in zijn toespraak
doelt.' voor de Areopagus teveel aan de Griekse filosofie zou hebben aange-
21 Dit vroegen ze niet uit heilbegerigheid, maar uit onverzadig- past. Om bij dit hoogontwikkelde gehoor in het gevlij te komen, zou
bare nieuwsgierigheid. 8 ) Want alle Atheners en de daar woonachtige hij teveel wijsgerig water bij de wijn van het evangelie hebben gedaan.
buitenlanders besteedden hun tijd het liefst aan het uitwisselen van Daaraan zou het te wijten zijn dat er zo weinig Atheners tot bekering
nieuwtjes, zoals de nieuwste ideeen op theologisch en filosofisch ge- kwamen en dat hij vandaar als een teleurgesteld man in Korinte aan-
bied. 9 ) Lichamelijke arbeid lieten zij aan slaven over. Maar de ver- kwam. Vast besloten deze preekmethode voorgoed vaarwel te zeggen
hoogde Here Jezus, die alle dingen leidt, schonk zijn gezant zo een om voortaan weer de gekruisigde Christus centraal te stellen. Dit zou
ongedachte gelegenheid om deze nieuwsgierige intellectuelen het blijken uit 1 Kor. 2: 1-5. Maar waarom zou Lucas deze `mislukte' toe-
grootste nieuws van alle tijden te verkondigen: Gods genade in Jezus spraak van zijn vriend dan opgenomen hebben?
Christus! Helaas zouden maar weinigen van hen aan zijn oproep tot Omdat de evangelist blijkbaar beter dan Paulus' latere critici be-
geloof en bekering gehoor geven, vs. 34. greep dat deze rede van a tot z geput was uit het Oude Testament. En
dat hij daarin niet over de waarheid omtrent God en mens filosofeer-
2. PAULUS MAAKT DE ONBEKENDE GOD BEKEND, de, maar die met apostolisch gezag verkOndigde. Gewoon in de prak-
HAND. 17: 22-32 tisch-profetische taal van de Schrift, zodat ook onontwikkelde omstan-
En toen zag die in hun ogen kleine Jodenman zich opeens geplaatst ders hem zonder schriftkennis konden begrijpen. En als, hij daarbij
voor de intellectuele elite in het culturele centrum van de antieke enkele malen woorden gebruikt die ook in het stoIcijnse gedachtegoed
wereld! Moeilijker publiek dan dit verwende auditorium van intellec- voorkwamen, dan vult hij die met een schriftuurlijke inhoud. 1 °)
tuele lekkerbekken, theoretische bespiegelaars en tegelijk blinde hei- Uiteraard geeft Lucas ook nu van Paulus' toespraak slechts een
denen kan men zich nauwelijks voorstellen. korte samenvatting, die wij in minder dan twee minuten lezen. De

78 79

§ 25 Paulus' tweede apostolische reis Athene § 25

apostel heeft de zaken uiteraard breder uitgewerkt dan de evangelist ze geleerde keurmeesters was dit spreken over een God en nog wel een
weergeeft. persoonlijke en scheppende God iets totaal ongehoords, wat frontaal
botste met hun filosofieen! Feitelijk werd hiermee reeds al hun reli-
Wetenschappers op hun onwetendheid aangesproken gieuze wijsheid als dwaasheid ontmaskerd en aan de hele Atheense go-
22 Nadat Paulus midden in de vergadering was gaan staan, sprak dengalerij de genadeslag toegebracht.
hij haar als volgt toe. `Atheners! Ik merk aan alles dat u buitengewoon Volgens hen was de materiele wereld eeuwig. Zelfs als ze door
godsdienstig bent. 11 ) een demiurg (een lagere wereldbouwer) was gemaakt, had hij dit ge-
23 Want toen ik hier rondliep en bezichtigde wat u zoal vereert, daan van voorhanden materiaal. En volgens de stoicijnen was alle ma-
ontdekte ik zelfs een altaar met het opschrift: Aan de onbekende god. terie zelf ook goddelijk. Nu hoorden zij van Paulus dat er naast God
U geeft daarmee toe dat er naast de goden van wie u veel weet, nog de Schepper niets of niemand goddelijk was. Dat er los van Hem niets
een bestaat van wiens naam, werk en kracht u niets weet. U vereert dus was ontstaan en kon bestaan. En dat Hij de enige, waarachtige en sou-
ook iets wat u niet kent.' Bij die onwetendheid van de Wetenschap- vereine God is.
pelijke Raad knoopte hij aan: `Welnu, wat Ti zonder het te kennen ver-
eert, dat kom ik u verkondigen!' Dat het schilldige onwetendheid was, Hij woont niet in tempels
verweet hij hun nu niet, vgl. Rom. 1: 18-2o. Het ging er nu om hun 24b Als Schepper en Albestuurder is God oneindig ver boven
harten te winnen voor het evangelie van Jezus Christus. zijn maaksels verheven. Daarom was het absurd te menen dat Hij in
Daartoe moesten deze veelgodendienaars en van het volksgeloof een tempel woonde en dus neergehaald en opgesloten kon worden in
losgeslagen filosofen eerst horen dat de hun onbekende God de ene een gebouw dat mensenhanden voor Hem hadden gemaakt. En Athe-
waarachtige en persoonlijke God was, de Schepper van hemel en aarde ne stond vol met tempels!
en de Heer der volken. Wat verlangde Hij van hen en wat was Hij met Paulus kon deze heidenen zoals gezegd niet naar de Schrift ver-
de mensheid van plan? wijzen. Maar dit neemt niet weg dat zijn toespraak doorspekt is met
uitdrukkingen die soms letterlijk aan de Schrift ontleend zijn. Zo ho-
Hij is de Schepper en Heer van hemel en aarde ren we hier tweeerlei echo. Ten eerste van Gods eigen woord: 'De he-
24a De apostel stelde zich meteen niet synthetisch, maar anti- mel is Mij een troon, de aarde mijn voetenbank. Wat voor een huis zou
thetisch tegenover het heidendom op. Want hij redeneerde niet wazig u voor Mij willen bouwen? (...) Dit alles heb Ik met eigen handen ge-
over 'het goddelijke', 'de wereldrede' of 'het hoogste wezen', zoals de maakt', Jes. 66: i v. En ten tweede van wat Salomo beleed: 'Maar zou
filosofen deden. Evenmin over vele goden en godinnen, zoals de gewo- God werkelijk op aarde wonen? Zelfs de hemel en de hemel der he-
ne man deed, die voor elk levensterrein een speciale god vereerde. melen kunnen U niet bevatten! Hoeveel minder dit huis dat Ik gebouwd
Maar hij sprak over God in het enkelvoud. En niet als een 'het', maar heb', i Kon. 8: 27.
als een de Heer van hemel en aarde.
Voorts verkondigde Paulus niet in de eerste plaats dat God de Hij heeft onze verering niet nodig
wereld zo had liefgehad, maar dat Hij haar geschapen had! Hij begon 25 Wat ging de Heer van hemel en aarde vanaf onze schepping
dus niet bij Joh. 3: 16, maar bij Gen. 1: 1. Volgens hem was dit blijk- intiem met de mensen om! Hij blies de levensadem waardoor alle men-
baar het abc van alle ware Godskennis: 'In den beginne schiep God de sen leven in Adams neus (Gen. 2: 7), zodat zij met Elihu kunnen belij-
hemel en de aarde.' den: 'De adem van de Almachtige laat mij leven', Job 33: 4. En hoe
Voor ons is het zonneklaar dat Paulus hiermee direct de Schrift teer beschrij ft David in Psalm 139 Gods vertrouwelijke gemeenschap
nasprak, vgl. Ex. 20: 11, Ps. 146: 6, Jes. 42: 5, 66: 2. Maar voor zijn met hem. De HERE stond hem nog nader dan zijn vader en moeder.

80 81
§ 25 Paulus' tweede apostolische reis Athene § 25

Wat was het heidendom dan diep gezonken, ook in Athene. Want God, de Schepper en Heer der volken
daar werd hij compleet als een Vreemde behandeld. Hoewel Gods 26 De Atheners kenden verschillende mythen en theorieen over
adem ook in hun neusgaten was en Hij dus al vlakbij hen was (vgl. vs. de oorsprong van de mensheid. Over een ding waren ze het daarbij roe-
27v), trachtten zij Hem naar zich toe te trekken en op te sluiten in hun rend eens: Grieken waren ver verheven boven niet-Grieken of `barba-
beelden en tempels. Ze hadden er kapitalen voor overgehad, want om ren'. Alweer dwars daartegenin verkondigde Paulus de oude waarheid
het met goden `goed te maken' moest je hen tevredenstellen met kost- van Genesis r: dat de ene, ware God geen Grieken en barbaren schiep,
bare godsdienstigheid. maar uit een enkele stamvader het hele mensdom heeft voortgebracht.
Maar Paulus verkondigde hen dat zij zich daarmee fataal ver- Met de bedoeling dat dit als een familie van gelijken de hele aardbo-
gisten. Als Schepper en Eigenaar van hemel en aarde heeft God de dem zou bewonen.
dienst (lett. `therapie') van mensenhanden beslist niet nodig. Een mis- Nadat God de wereld en mensheid geschapen had, moesten die
verstand dat ook in christelijke vorm voorkomt.I 2 ) God is absoluut niet uiteraard onderhouden en geregeerd worden. De stokijnen geloofden
van ons afhankelijk, maar wij wel totaal van Hem! Onze levensadem dat alles door het toeval geregeld werd en de epicuristen ontkenden
en alles wat verder ons leven in stand houdt, moeten wij van ogenblik elke bemoeienis van de goden met de mensen. Maar Paulus leerde dat
tot ogenblik van Hem ontvangen. Hoe zouden wij dan die Geyer van de levende God zich wel degelijk met de volkerenwereld bemoeit! Hij
alles ook maar iets kunnen geven? regeert en leidt haar naar Zijn einddoel, vgl. vs. 31. Daarbij laat Hij de
Sommige epicuristen hadden hiervan nog enige weet. Zoals ook mensheid grote vrijheid en verantwoordelijkheid en spelen talloze oor-
stokijnse filosofen beweerden dat wat zij 'god' noemden de bron van zaken en gevolgen mede een rol. Maar tenslotte is Hij het die de teu-
leven is. 13 ) Wat ons niet behoeft te verwonderen, want de Schrift er- gels in handen houdt en geen grillig toeval.
kent dat er bij de heidenen nog enige wijsheid bestaat, i Kon. 4: 3o, Hij stelde voor elk yolk de tijdperken vast van hun opgaan, blin-
Spr. 8: 1 5v; 31: r Tenslotte hebben alle religies de voor-Abrahamieti- ken en verzinken. Zo was toen Paulus sprak de Griekse wereldheer-
sche Woordopenbaring als gemeenschappelijke wortel en die was in schappij opgevolgd door de Romeinse. God was het ook die door de
Paulus' dagen nog niet totaal vergeten en verdrongen.I 4 ) Maar dit be- natuurlijke grenzen van bergen, zeeen en rivieren de woongebieden
tekent niet dat hij opzettelijk op epicuristisch of stoIsch gedachtegoed van de volken had afgebakend. Dit putte Paulus alweer uit het vele dat
zinspeelde, ook al bevatte dit oorspronkelijke waarheidsrestanten. Nog het Oude Testament leert over Gods hand in de wereldgeschiedenis,
minder dat hij daarmee zijn prediking wilde staven. De bron en norm vgl. Deut. 32: 8; Jes. 16-23; Jer. 18: 5-1o; 46-51; Dan. 2: 36vv; 7:
daarvan was niet de Griekse filosofie, maar dit waren de Schriften van 6vv.
het Oude Testament. Ook deze passage was voluit evangelieverkondiging. Als de
De volgende schriftwoorden kunnen hem daarbij voor de geest Areopagieten — en hun moderne geestverwanten — hiervoor hun hart
gestaan hebben. `Zo spreekt de HERE God, die de hemel geschapen en openden, zou dit hen bevrij den uit de ban van hun mythische kosmo-
uitgespannen heeft en de aarde heeft gespreid met alles wat zij voort- gonieen en noodlotstheorieen. De stokijnen hoefden dan niet langer
brengt, die adem geeft aan de mensen die er wonen en levensgeest aan hun levensangst in eigen kracht te beheersen. En de epicuristen hoef-
iedereen die er zijn weg gaat', Jes. 42: 5, vgl. Ps. 104: 29, Dan. 5: 23. den zich niet langer van alle goden verlaten te voelen. Maar allen zou-
`Ik wil niet nog een stier van uw erf, niet nog een bok uit uw kooien den vrede vinden in het geloof dat de ganse kosmos in de liefdevolle
(...), want van Mij is de aarde met al wat zij draagt', Ps. 5o: 8-12. 'Van hand ligt van hun Schepper, de almachtige God en Vader van onze Here
U komt dit alles en wij schenken U slechts wat wij uit uw hand ont- Jezus Christus.
vangen hebben', i Kron. 29: 14.

82 83

§ 25 Paulus' tweede apostolische reis : Athene § 25

God wilde gezocht en gevonden worden verdraaide waarheid recht en annexeert haar voor zijn verkondiging
27 Want waartoe schiep God de mensheid? Niet opdat ieder van de ware God, op Wie ze alleen van toepassing is. 16 )
yolk zijn eigen god of goden zou vereren. Maar opdat de hele wereld- Want wij zijn inderdaad 'van goddelijke afkomst'. Niet omdat wij
bevolking eenparig gemeenschap zou zoeken met Hem, haar een goddelijke kern zouden bezitten, maar omdat Hij ons schiep `naar
Schepper en Heer, wiens hand ze in alles kon opmerken. Helaas heeft zijn beeld en als zijn gelijkenis' (Gen. I : 26) en als `weinig minder dan
de zonde het mensdom al verder van Hem vervreemd, zodat de een god', Ps. 8: 6v. Als Schepper is God de Vader van alle mensen, om-
Atheners Hem niet eens meer kenden, getuige hun altaar voor de dat alien hun leven aan Hem te danken hebben. Maar als Verlosser is
onbekende God'. God de Vader van alien die Hij in Christus uit genade tot zijn kinde-
Toch was dit niet nodig geweest. Want ook al had Hij de Woord- ren heeft aangenomen.
openbaring aan het heidendom afgebroken (Ps. 147: 19v), daarmee
had Hij zich niet totaal onkenbaar, onvindbaar en onbereikbaar voor God is geen product van mensen
hen gemaakt. Integendeel, nog steeds is Hij van niemand van ons ver 29 Maar Paulus wilde met de genoemde dichtregels ook de on-
verwijderd. Dat doet Hij nog altijd opdat iedereen die serieus zoekt en gerijmdheid van Athenes godenbeelden aan de kaak stellen. Zijn hoor-
tast, Hem kan vinden. Zoals een blinde tastenderwijs nog veel kan zoe- ders waren het met hem eens dat alleen levende mensen gelijkenis met
ken en vinden. de levende God vertonen. Maar dan moesten `wij' toch niet denken dat
Dit `tasten' moet men natuurlijk geschikt opvatten. God is in de ook dood materiaal als zilver en goud aan het goddelijke gelijk is. Hoe
hemel en wij zijn op de aarde. Maar voor wie zijn verstand gebruikt, kunstig zo'n beeld ook verzonnen en vervaardigd mag zijn. Onze
is Hij bij wijze van spreken in zijn hele schepping 'met handen te Schepper kan nooit gelijk zijn aan een voortbrengsel van zijn voort-
tasten'. leder mens wordt daarin immers dagelijks gedragen en om- brengsel.
ringd door Gods almachtige en alomtegenwoordige kracht. Zodat ook Wij horen hier duidelijk de echo van de scherpe kritiek die de pro-
iedereen Hem overal met zijn eeuwige macht en Godzijn (Rom. 1: feten op beeldenverering hadden uitgeoefend, vgl. Deut. 4: 15vv, Ps.
i 9v) aan het werk kan zien. Kortom, God dringt zich met zijn almacht, 115: 4-7; 135: 15-17, Jes. 40: 18, 25; 44: 9-20. Vandaag de dag treft
wijsheid en goedheid als het ware dagelijks aan de mensheid op. de kritiek van Paulus ook de vele denkbeelden die theologen met hun
28 Maar er was nog een veel krachtiger bewijs van Gods nabij- verstand van God hebben gevormd en die door hun misleide volgelin-
heid! Daarvoor moesten de Areopagieten eens letten op hun eigen gen met de levende God worden verward.
polsslag en ademhaling. Want wij leven 'in' Hem. Doordat Hij ons de
levensadem schenkt, kunnen wij ons bewegen. Wij bestaan van ogen- Einde van de onwetendheid
blik tot ogenblik 'in' Hem. Zo dicht als de adem in onze neusgaten en 3o Tot dusver sprak Paulus over de periode van Abraham tot
de kracht in onze ledematen, zó dicht is God bij ieder van ons! Christus. Dat waren de eeuwen waarin Gods Woord alleen tot Israel
Daarvan hadden ook enkele van hun eigen dichters nog enige kwam en de heidenen Hem niet kenden en dienden. Al die tijd had Hij
weet: `Uit Hem komen ook wij voort'. (Of: Wij stammen ook van Hem ze hun eigen doolgang laten gaan en veel zonden van hen verdragen,
af). Men heeft deze uitspraak aangetroffen bij de stokijnse dichters zonder hen daarvoor altijd te straffen, 14: 16, Rom. 3: 25. Maar aan
Aratus en Cleanthes (ca. 30o v. Chr.), die hiermee de lof bezongen van die tijden van schuldige onwetendheid en tastend zoeken had Hij nu
Zeus, de Griekse hoofdgod. Maar als echte pantheIsten nOemden zij een eind gemaakt.
Zeus, doch bedOelden zij de logos, hun alles doordringend `goddelijk Hij wilde ze — om Christus' wil — door de vingers zien en ze voor
principe'. 15 ) Het betreft hier dus een stukje verwrongen waarheid. zijn verdere handelen niet maatgevend laten zijn. 17 ) Niet omdat al het
Maar Paulus haalt die dichtregels uit hun heidense verband, buigt de kwaad uit die periode Hem onverschillig liet (vgl. Rom. 1: 18-32),

84 85

§ 25 Paulus' tweede apostolische reis Athene § 25

maar omdat Hij dit thans nog niet met het Laatste Oordeel wilde straf- Voortijdig afgebroken
fen. Want God 'wit dat alle mensen gered worden en tot de kennis van 32 Welke man zou tot zoiets groots als het wereldgericht in staat
de waarheid komen', I Tim. 2: 4. Daarom luidde Hij nu eerst nog een zijn? Deze vraag had Paulus vast verwacht en dan zou hij ongetwijfeld
nieuw tijdperk in, waarin Hij niet langer uitsluitend de Joden, maar ook geantwoord hebben dat dit Jezus Christus was, de Zoon van God. En
de heidenen vergeving van zonden en eeuwig leven aanbood. dat God juist deze Man als Wereldrechter had aangesteld, omdat Hij
Om voor deze Goddelijke gratieverlening in aanmerking te ko- Hem voordien als Wereldredder had gezonden; waarna Paulus dan het
men, beval Hij nu alle mensen overal op aarde zich tot Hem te beke- nodige van dit reddingswerk zou hebben verteld. Om hun vervolgens
ren, Luc. 24: 47. Letterlijker: tot andere gedachten te komen en in een te verkondigen dat als zij zich tot God bekeerden, Hij hun door die-
andere gezindheid te gaan leven. Zoals Ezechiel het uitdrukte: Wer- zelfde Man genadig vrijspraak van hun zondeschuld en het eeuwige
nieuw uw hart en uw geest', Ez. 18: 31. Zij zouden hun afgoden, the- leven zou schenken.
ologieen en filosofieen met haar verwrongen kijk op de werkelijkheid Maar voor deze boodschap kreeg hij de gelegenheid niet meer. 18 )
overboord moeten werpen. Dit waren alle producten uit de tijd dat zij Hij was voor de Areopagus geleid, omdat men aanvankelijk meende
de levende God niet kenden. Voortaan zouden zij zich met hoofd en dat hij predikte over Jezus en een godin die Anastasis (= Opstanding)
hart moeten buigen voor wat Hij in zijn Woord had geopenbaard over heette. Maar nu begreep men hem beter. Hij verkondigde geen godin
zichzelf, over de wereld en over de afkomst en toekomst van de `Opstanding', maar de reele, lichamelijke opstanding van doden uit
mensen. hun graven. En dat een reeds uit de dood verrezen Man hen straks al-
31 Van deze bekering hing hun eeuwig heil of onheil af. Want de len voor zijn rechterstoel zou dagen. Op dit moment werd Paulus' toe-
stolcijnen en epicuristen ontkenden het wel, maar het zou zeker komen: spraak plotseling afgebroken. Helaas niet door de schuldbewuste
een universeel Godsgericht. Alle mensen moeten eenmaal voor die he- vraag: `Mijnheer, wat moeten wij doen om gered te worden?', vgl. 2:
melse rechtbank verschijnen, 2 Kor. 5: 10. Dit oordeel zal 'in ge- 37, 16: 30. Sommige filosofen die beseften dat Paulus' hun hele ge-
rechtigheid' voltrokken worden. Paulus sprak alweer bijbeltaal, vgl. Ps. dachtewereld omverwierp, begonnen hardop met hem te spotten.
9: 9, 96: 13, 98: 9. Het was namelijk echt Grieks om een mens te beschouwen als de
God is er vast toe besloten. Hij heeft de Dag van het Oordeels al optelsom van een lager, sterfelijk lichaam + een hogere, onsterfelijke ziel.
vastgesteld en de Rechter reeds aangewezen. Hij zal namelijk zelf nie- Sterven betekende in deze visie de bevrijding van de ziel uit de kerker
mand oordelen, want Hij heeft het hele wereldgericht overgedragen van het lichaam. Als Paulus dit ook had geleerd, had hij bij menigeen op
aan een Man (zijn naam deed er nog even niet toe), Dan. 7: 13v, Joh. instemming kunnen rekenen. Maar opstanding van doden vonden de
5: 27. Het geloofwaardig bewijs van diens bevoegdheid had God ook Atheense geleerden eenvoudig absurd. Dit zou immers volgens hen
at geleverd. Hij had die Man namelijk reeds uit de dood doen opstaan, terugval in het lagere, stoffelijke bestaan meebrengen. 19 ) En dit achtten
10: 41v. Als Heer van leven en dood zou hij zowel de levenden als de zij niet alleen onmogelijk, maar ook belachelijk. Anderen merkten op:
doden voor zijn rechterstoel dagen. `Daarover moet u ons een andere keer nog maar eens vertellen.' Toon-
Dit was andere taal dan die van de epicuristische en stokijnse den die daarmee echte belangstelling? Of gaven ze hem zo in beleefde
professoren met hun: `Kop op! Pluk de dag! Je hoeft nergens bang voor termen te kennen: `Zo is het genoeg. Houd nu maar op', vgl. 24: 25.
te zijn. De goden bemoeien zich niet met de mensen en met de dood Daarop werd de vergadering gesloten en was het evangelie van
is alles uit.' De heren waren gewaarschuwd: 'God laat niet met zich de levende God en de opgestane Jezus door de Areopagus afgewezen.
spotten', Gal. 6: 7. Op onwetendheid konden zij zich nu nooit meer De Atheense doctoren' en `professoren' wilden niet erkennen dat hun
beroepen. `wijsheid' dwaasheid was en dat Paulus"dwaze' boodschap Godde-
lijke wijsheid inhield, r Kor. : 18-25.

86 87

§ 25 Paulus' tweede apostolische rein Athene § 25

33 Maar ook de apostel Paulus kende geen speciale evangelisa- had verwijderd wat in de ogen van Griekse intellectuelen `dwaasheid'
tiemethode om hoogmoedige intellectuelen tot bekering te brengen. was, vgl. I Kor. I : 23. Integendeel, zijn evangelisatietoespraak had een
Hij had hun de onbekende God bekend gemaakt en hen tot bekering veelomvattende inhoud. Hij wandelde feitelijk met grote stappen de
opgeroepen. Nu men zijn woorden niet aannam, was hij aan het einde hele wereldgeschiedenis door, vanaf de eerste scheppingsdag tot de
van zijn kunnen en moeten! De Meester had hem tenslotte niet opge- Laatste Oordeelsdag. 21 )
dragen in zo'n geval eindeloos door te drammen, maar bij voorbaat Evenals in zijn preken voor de Joden stelde hij niet de Here Jezus
toegestaan zo'n huis of stad te verlaten, Mat. 1o: 14. Daarom vertrok centraal, maar God de Vader als de enige, levende en waarachtige God.
hij uit hun midden, vgl. 13: 51. Wie Jezus wil verkondigen, moet met God de Vader beginnen. Ter in-
leiding wees hij zijn hoorders op Gods oneindige grootheid, zoals die
3. TOCH EEN GEMEENTE IN ATHENE, HAND. 17: 33V blijkt uit de schepping van de kosmos, inclusief die van alle mensen
Paulus' vertrek uit de Areopagus betekende echter niet dat hij nu ook uit een man. En wel met de bedoeling dat zij Hem zouden dienen.
Athene onmiddellijk verliet. Als de Onderhouder 'in' wie wij Leven en bewegen en die ons dus
34 Want Gods Woord keerde niet vruchteloos naar Hem terug, zeer nabij is, hoeft Hij voor niemand 'de onbekende God' te zijn. Hij
Jes. 55: i i. Het deed ook bier wat Hem behaagde: ook in dit centrum acht zijn bestaan zonder meer voor alle mensen kenbaar. Dit geldt
van wetenschap en cultuur een gemeente stichten. Er waren namelijk thans nog des te sterker, nu de mensheid zoveel meer weet van Gods
toch enkele mannen die Paulus lieten uitspreken en tot geloof kwa- scheppingswerk dan in Paulus' dagen.
men. 20 ) Onder hen beyond zich zelfs een lid van de Areopagus, met De apostel wees God ook aan als de absolute Albestuurder. Hij is
name Dionysius, dus een invloedrijk man! Ook een vrouw die Dama- de Heer van de geschiedenis. Hij bepaalt het lot van de volkeren, hun
ris heette sloot zich bij Paulus aan, samen met nog enkele anderen (zo- opkomst, blinken en verzinken. Voor cyclisch denkende heidenen on-
wel Joden als heidenen?). Zij gaven gehoor aan Paulus' oproep tot gehoorde taal. Evenals voor moderne intellectuelen die alleen rekening
bekering en vormden de kleine christelijke gemeente van Athene. houden met binnenwereldse causaliteit.
Maar een kleine gemeente is ook een gemeente, Op. 3: 7v. 'Want waar God is ook de Koning voor wiens Rechter straks alle mensen re-
er twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik in hun midden', kenschap moeten afleggen. Deze scherpe kant aan zijn boodschap ver-
Mat. 18: 20. doezelde Paulus niet. Hij waarschuwde zijn hoorders voor het onont-
Voordat hij verder reisde, heeft de apostel deze gelovigen onge- wijkbare, laatste oordeel en in Athene verkondigde hij de Here Jezus
twij feld nog meer verteld over de woorden en daden van de Here Jezus zelfs in de eerste plaats als Wereldrechter. Het is liefdeloos de moderne
Christus. De Bijbel bevat echter geen brief van Paulus aan de Atheners. mens niet te waarschuwen voor 'de dag van de toorn, wanneer Gods
rechtvaardig oordeel openbaar zal worden', Rom. 2: 5.
4. ZO VERKONDIGDE PAULUS HET EVANGELIE AAN Met het oog daarop riep hij zijn hoorders dringend op zich te be-
BESCHAAFDE ONGELOVIGEN keren voordat het te laat was. `Wetend dat wij ontzag moeten hebben
Paulus' ontmoeting met de Atheense filosofen die God niet meer ken- voor de Heer, proberen we de mensen te overtuigen', 2 Kor. 5: I I . De
den, is leerzaam voor de evangelieverkondiging aan onze geseculari- oproep tot bekering is essentieel voor alle evangelieverkondiging. Jo-
seerde wereld. Ook daarin wordt de waarheid omtrent God en mens- hannes de Doper en de Here Jezus stelden hem voorop: `Bekeert u,
heid door vele hoog ontwikkelden veracht — en de grootste dwaasheid want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen', Mat. 7.
grif geloofd. Dit alles vormde feitelijk de inleiding tot wat Paulus had willen
Het is opmerkelijk dat Paulus de intelligentsia van Athene niet be- zeggen over het verzoenende lij den en sterven van onze Here Jezus
naderde met een gekortwiekt `evangelie', waaruit hij zorgvuldig alles Christus. Helaas deed het woord `opstanding' voor de Atheense filo-

88 89
§ 25 Paulus' tweede apostolische reis iv : Athene § 25

sofen de deur dicht, zodat Paulus' prediking voortij dig werd afgebro- 15) F. F. Bruce, comm. a.l. Overigens citeert Paulus vaker heidenen, nl. Me-
ken. Al kon geen enkele toehoorder zich hierna ooit nog beroepen op nander in I Kor. 15: 33 en Epimenides in Tit. t 12, vgl. John R.W. Stott,
onwetendheid met betrekking tot zijn Schepper en zijn Rechter. comm. 286, noot 29. A. Sizoo vraagt zich of of Paulus wel wist wie hij ci-
teerde. 'Het kan gegaan zijn, zooals het ook ons wel overkomt, dat we een
NOTEN spreekwoordelijk gebruikten versregel aanhalen, zonder dat we weten van
I) Paroxyno. Daarmee wordt in de Septuaginta aangeduid hoe gekrenkt en welken dichter hij afkomstig is. Hoeveel woorden van Vader Cats zijn er niet
in omloop! Ook Vondel, Tollens en Bilderdijk citeeren we wel, zonder dat
getergd God zich voelde bij de aanblik van Israels gouden kalverenbeelden
ieder precies weet, wien hij aanhaalt. Ik stel me voor, dat het zoo ook is ge-
bij de Sinai en te Dan en Betel. Vgl. in de Septuaginta Jes. 65: 2v; Deut. 9:
7,18,22; Ps. 105: 28v; Hos. 8: 5. gaan met Paulus... ', De Antieke wereld en het Nieuwe Testament, Kampen
2) C. van der Waal, Gij kustlanden, Goes 1976, 171, noot 92. 1948, 187.
3) A. Sizoo, De antieke wereld en het Nieuwe Testament, Kampen 1948, 16) Hieronymus deed in een brief aan Magnus, redenaar van de stad Rome
I 23VV.
(ca. 398 n. Chr.), een beroep op bijbelse voorbeelden om voor de christenen
het recht op te eisen gebruik te maken van de profane geschriften. In dat ver-
4) 'Post-Christian paganism in our day has been unable to come with anything
better' (nl. dan de epicuristen en stoicijnen), R.N. Longenecker, comm. a.l. band schrij ft hij na Paulus' citaat van Aratus in Hand. 17: 28 vermeld te heb-
5) Hun leer was in de antieke wereld sterker verbreid dan die van Epikurus ben: ' ...de aanvoerder van het christelijk leger en de onoverwinnelijke rede-
en oefende nadien ook in de christenheid grote invloed uit. R. J. Dam, Stoa en naar slingert bij het bepleiten van de zaak van Christus zelfs een toevallig op
litteratuur in het licht der Schrift, Goes, 1949 een altaar gelezen inscriptie terug om als bewijs voor het geloof te dienen (vgl.
6) 'Characteristically Athenian slang', F. F. Bruce, comm. a.l. Hand. 17,23). Want van de held David had hij geleerd hoe men het zwaard
7) Vgl. F. F. Bruce, a.w. 377v, A. Sizoo, a.w., 127. R. ten Kate verdedigt als aan de handen van de vijanden moet ontwringen en het hoofd van de gewel-
de enige mogelijkheid dat Paulus op de heuvel sprak, `Grieks Erfgoed in het dige trotse Goliath met zijn eigen degen afhakken. In Deuteronomium (21,
Nieuwe Testament (ii)', Bijbel en Wetenschap, 19e jrg. 1994, 237v. 10-13) had hij gelezen hoe de stem van de Heer bevolen had het hoofd van
8) David J. Williams acht het mogelijk dat de vraag sarcastisch bedoeld was, een gevangen vrouw kaal te scheren, haar wenkbrauwen, al haar haren en na-
comm. a.l. gels of te snijden en haar zo te huwen. Wat is er dus voor wonderlijks aan, als
9) 'The world still has many religious Athenians. Religion must be progres- ik de wereldse wijsheid, vanwege de fraaie stijl en de schoonheid van haar le-
sive, have new doctrines, 'advanced ideas', not everlastingly repeat the 'old den, van een slavin en gevangene tot een Israelitische vrouw wil maken, als
categories or patterns of thought", R. C. H. Lenski, comm. a.l. (1934!) ik al wat er dood aan haar is — afgodendienst, wellust, dwaling, hartstochten
10) Vgl. F. W. Grosheide, De Handelingen der Apostelen it, Amsterdam, — of afsnijd of afscheer, en met dat nu zeer reine lichaam verbonden, slaven-
1948, 137-166. J. H. Bavinck, Alzoo wies het Woord, Baarn z.j., 152-1 87. kinderen uit haar verwek voor de Heer der heerscharen', `Zelfs de Schrift ci-
11) Het Griekse woord deisidaimoon (`religieus') kan zowel in positieve zin teert soms profane auteurs', Hermeneus, Tijdschrift voor antieke cultuur, 58e
`vroom, godsdienstig' als in negatieve zin `bijgelovig' betekenen. jrg., nr. 2, p. 125.
12) "Kultus' heiszt eigentlich `Pflege', Gottes-'dienst' will Gott `bedienen'. 17) Th. Zahn, Die Apostelgeschichte des Lucas, II, Erlangen 1921, 626, n. 99:
Die GOtter werden natiirlich deshalb `gepflegr und `bediene, damit sie ihrer- huperidein: ...nicht beachten, nicht Ilk sein Handeln maszgebend sein Las-
seits die Wiinsche und Bedtirfnisse des Menschen erfiillen. Wie sehr trkgt sen (...), das Nichtstraffen kleiner und groszer Verstindigungen im Gegensatz
auch die `christliche Religion' und sehr viel `christlicher Gottesdienst' diesen zu zorniger Bestrafung. So hier'.
Charakter! Wie tief steckt der Wahn, `als ob Gott etwas bediirfe', als ob wir 18) John R. W Stott meent dat Paulus al wel over het kruis gesproken had, al
mit unserer FrOmmigkeit ihm einen Gefallen taten, in unsern Herzen. Das vermeldt Lucas' samenvatting dit niet, comm. 289.
19 ) Vgl. voor de Griekse dichotomie in deze serie Leviticus, 52, 57. Volgens
Evangelium, die Botschaft von der freien Gnade des ewig reichen Gottes ist
das Ende aller 'Religion', alles Gottes-'dienstes' im alten Sinn', W. de Boor, J. Keulers geloofden de epicuristen en stoicijnen niet aan de onsterfelijkheid
a.w., 318, noot 400. van de ziel.
13) F. F. Bruce, comm. a.l.
14 ) B. Holwerda, Diktaten Historia Revelationis, I, Kampen, 1954, 76vv.

90 91
§ 25 Paulus' tweede apostolische reis

20) `Ik schroom niet een dergelijke vrucht van een rede, onder zoo moeilijke
omstandigheden uitgesproken, verbazingwekkend te noemen. Men kan beter
spreken tot wilde kannibalen of tot hoeren en tollenaars dan tot zulke rheto-
rische vormaanbidders en geblaseerde veelweters als die menschen van Athe- § 26
ne waren', J. H. Bavinck, a.w. 185v.
21) Vgl. John R. W. Stott, comm. 29ov.
HANDELINGEN 18: 1-22
PAULUS' TWEEDE APOSTOLISCHE REIS
V: KORINTE EN DE TERUGREIS NAAR ANTIOCHIE

Zullen we eerst wat door het oude Korinte wandelen? Dan kunnen we
ons enigszins voorstellen waar Paulus driemaal is geweest, anderhalf
jaar heeft gewoond en een grote gemeente heeft mogen stichten. Twee
van de brieven die hij haar schreef, bezitten wij nog in onze Bijbel.
Het was bepaald geen elitegemeente. Niet veel van de Korintische
christenen 'waren wijs, invloedrijk of voornaam naar menselijke maat-
staf', i Kor. i : 26. Integendeel, de meesten waren van geringe afkomst.
Er zullen vast ook slaven en slavinnen tot de gemeente behoord heb-
ben. In welke omgeving leefden deze christenen en waar werden ze da-
gelijks mee geconfronteerd? Aan welke verzoekingen stonden ze
bloot? Kortom, wat was Korinte voor een stad? 1 )

I. KORINTE: WERELDBERUCHTE WERELDHAVEN


Korinte was in Paulus' tijd een wereldstad van zo'n 700.000 inwoners
en evenals het huidige Rotterdam een wereldhaven. De grote transito-
haven voor het passagiers- en goederenverkeer tussen het oostelijke en
westelijke bekken van de Oude Wereldzee.
Het lag namelijk zeer gunstig op de landengte die Midden- met
Zuid-Griekenland verbond. Alle verkeer te land moest deze landbrug
passeren. Tegelijk scheidde het destijds de Egeische en Adriatische Zee
nog van elkaar, zodat Korinte twee zeehavens bezat. Grote schepen uit
Spanje en Italie voeren tot de westelijke haven Lechaeum en schepen
uit de Aziatische provincies en Egypte tot de oostelijke haven Ken-
chreeen. De vracht werd overgeladen en doorgaande reizigers brach-
ten enkele dagen in Korinte door om vervolgens op een ander schip
over te stappen. Kleinere schepen werden met rolwerktuigen via een
overtoom van de ene naar de andere zeehaven getrokken.

92 93
§ 26 Paulus' tweede apostolische reis v: Korinte en de terugreis naar Antiochie § 26

Modern en kosmopolitisch De stad was ook berucht om haar zedeloosheid! 'Leven als een
Korintes ligging stempelde het tot een internationaal verkeers- Korintier' was in de antieke wereld een aanduiding voor zuipers en
knooppunt en een kosmopolitische handelsstad. Paulus moet er op hoerenlopers. Aan de tempel van Afroditê (= Venus), die in Paulus'
straat voortdurend Griekse, Joodse, Romeinse, Syrische en Egyptische tijd misschien nog bestond, waren duizend gewijde slavinnen verbon-
kooplieden, zeelieden, reders en reizigers hebben opgemerkt. De Ko- den, die hun lichaam voor `heilige' prostitutie aan de godin van de
rintiers zelf werkten op de scheepswerven, in de pakhuizen, de brons- hadden gewijd. Een bezoek aan zo'n publieke vrouw was
gieterijen, de pottenbakkerijen, de weverij en en verffabrieken. Omdat voor de Korintiers de gewoonste zaak van de wereld. Daarom moest
mogelijk meer dan de helft van de bevolking uit slaven bestond, moet de apostel de pasbekeerde heidenen van Korinte uitleggen waarom
de stad ook grote sociale tegenstellingen hebben gekend. Tot in de ge- omgang met een hoer voor een christen verboden was, i Kor. 6:
meente toe, I Kor. I I: 2ov. 13-2o.
Toen de apostel er verbleef, was de stad nog vrij nieuw. Honderd Een goede indruk van het ontaarde leven in het oude Korinte en
jaar tevoren was ze door de Romeinen verwoest, maar inmiddels mo- dat van Grieken en Romeinen in het algemeen, krijgt u wanneer u
derner en imposanter herbouwd dan ze ooit geweest was. Ze bezat drie Rom. I: 18-32 leest. Paulus schreef deze brief namelijk tijdens zijn
stadions of theaters, waarvan het grootste 20.000 toeschouwers kon tweede bezoek aan Korinte. Men mag veilig aannemen dat hij de on-
bevatten. De grote markt was 255 m lang en 127 m breed en daarmee geevenaarde zedeloosheid die hij in deze verzen tekent, in Korinte
een van de grootste pleinen van heel Griekenland. Ook vele straten wa- dagelijks om zich heen zag. Sommige gemeenteleden hadden er voor
ren breed aangelegd. Er waren vijf markthallen, twee basilica's: grote hun bekering volop aan deelgenomen, i Kor. 6: 9-I I.
gebouwen voor rechtszittingen en handelszaken, vijf badhuizen, een In deze verdorven metropool heeft de apostel in de kracht van de
uitgebreid net van waterleidingen, die waren aangesloten op vijf bron- Heilige Geest een grote en begaafde gemeente mogen stichten. Maar
nen. En ergens tussen al die gebouwen stond ook een synagoge, want ook een lastige gemeente, van wie hij grijze haren gekregen heeft. Als
er woonden veel Joden in dit grote handelscentrum. de gemeente van Filippi zijn lievelingskind was, dan was die van Ko-
rinte zijn zorgenkind, dat hij overigens ook zeer liefhad.
Heidens en zedeloos
Deze prachtige metropool was ook door en door heidens. Zij 2. PAULUS ONTMOET IN AQUILA EN PRISCILLA
telde liefst 23 tempels voor alle mogelijke Grieks-Romeinse en VRIENDEN VOOR HET LEVEN, HAND. 18: 1-3
Aziatische erediensten. Een ervan was gewijd aan Asklepios, de god Paulus' tweede apostolische reis was tot dusver heel anders verlopen
van de genezing. Hij droeg de titel Soter (= Heiland), hetzelfde woord dat hij zich bij zijn vertrek had voorgesteld, vgl. 16: 6v. De Geest van
als de Schrift voor de Here Jezus gebruikt. De christenen van Korinte Jezus had hem steeds westelijker gedrongen en via Troas van Asia naar
passeerden dagelijks talloze, soms metershoge godenbeelden, zoals Europa geleid. Daar had hij nu kerken geplant in Filippi, Tessalonika,
dat van Athene midden op de grote markt en dat van Artemis Berea en Athene.
(= Diana, vgl. 19: 23v) en Poseidon (= Neptunus), de god van de zee, Vandaar reisde hij, nog steeds zonder Silas en Timoteus, naar
vgl. I Kor. 8: 5. het 8o km verder gelegen Korinte. We zagen reeds dat hij graag in gro-
De priesters hadden vaak ook het geldwezen in handen, zodat de te bevolkingscentra preekte, omdat het evangelie zich dan makkelijk
tempels behalve als vleeshallen ook als banken fungeerden. Voor de kon verbreiden. Ditmaal zag hij echter tegen zijn nieuwe arbeidsterrein
gemeente van Korinte werd het een brandende kwestie of je als op. Nederig bekende hij later dat hij bepaald niet als een geestelijke
christen vlees mocht eten dat in zo'n tempel aan een afgod gewijd was, krachtpatser het grote, zedeloze Korinte was binnengekomen, maar
vgl. 1 Kor. 8: 1-13; To: 23-I1: I. met veel vrezen en beven: 'Ik voelde mij zwak tegenover u, bang en

94 95
§ 26 Paulus' tweede apostolische reis v: Korinte en de terugreis naar Antiochie § 26

onzeker', i Kor. 2: 3. Bovendien was hij eenzaam en nog altijd vol zorg Of Aquila en zijn vrouw bij hun aankomst in Korinte al christe-
over de Tessalonicenzen, i Tes. 2: 17-3: 5. nen waren, deelt Lucas niet mede. Zij konden zowel in Rome als in
2 In die gemoedsgesteldheid moest hij eerst werk en onderdak Pontus al wel van de Here Jezus hebben gehoord, Hand. 2: 10, 1 Petr.
zoeken. Dit was niet eenvoudig. Bij heidenen kon hij als Joodse rabbi 1: i . Lucas stelt Aquila echter niet voor als `een discipel', maar als een
niet intrekken, want dit zou hem bij voorbaat verdacht maken in de Jood'. 4 ) Spoedig bleek dat hun nieuwe knecht een apostel was van
synagoge. Maar logies zoeken bij Joden stuitte ook op bezwaren. Stel Messias Jezus. En als zij Hem nog niet kenden, dan zullen zij — wel-
je voor dat zij Messias Jezus reeds kenden, maar niets van Hem licht onder het leersnijden door— met brandende harten Paulus' getui-
moesten hebben! Wat zal hij om een goed kosthuis gebeden hebben! genis aan de hand van de Schriften hebben aangehoord en Jezus als de
En de Here hoorde hem. Hij liet hem een Joods echtpaar ont- Messias hebben aanvaard. 5 )
moeten waarvan hij gedurende de rest van zijn leven zeer veel vriend-
schap en steun zou ondervinden. Hij heette Aquila (= Arend) en was 3. PAULUS GETUIGT IN DE SYNAGOGE DAT JEZUS
afkomstig uit Pontus, een havenstad aan de Zwarte Zee. Zij heette Pris- DE MESSIAS IS, HAND. 18: 4,5
ca, maar werd met een koosnaampje ook wel Priscilla genoemd (vgl. 's Zaterdags lag het werk in de tentenmakerij van Aquila stil (de zon-
ons Paula en Paulientje). In Rom. 16: 3 getuigt Paulus 'dat zij hun le- dag daarna vermoedelijk niet). Dan liepen Paulus en hij door de druk-
ven voor mij op het spel hebben gezet'. Als hij kort voor zijn dood zijn ke straten naar de synagoge, de enige plaats in deze heidense wereld-
afscheidsbrief aan Timoteiis schrijft, verzoekt hij hem ook Prisca en stad waar de levende God werd aangeroepen en de Schrift werd
Aquila van hem te groeten, 2 Tim. 4: 19. voorgelezen. Daar zaten behalve de Joden, de lijfelijke kinderen van
Zij waren kort te voren uit Rome verdreven. Volgens de Romeinse Abraham, ook de Jodengenoten (Jood geworden heidenen) en de on-
geschiedschrijver Suetonius hadden de vele daar woonachtige Joden besneden Grieken die de God van Israel vereerden.
voortdurend ongeregeldheden veroorzaakt. Daarom had keizer Clau- Vooraan in het eregestoelte zat Crispus (= Kroeskop), de
dius, die hen eerst goed gezind was geweest, hen bevolen Rome te ver- synagogebestuurder. Hij was de man die de dienst leidde en na de
laten. 2 ) Aquila en Priscilla hadden daarop de wijk genomen naar Ko- schriftlezingen en gebeden iemand uitnodigde een bemoedigend
rinte en daar vond Paulus hen. Door een Goddelijke beschikking. Zoals woord te spreken, vgl. 13: 15. Uiteraard met inachtneming van
de Here Jezus en zijn apostelen elkaar ook door Gods leiding hadden iemands schriftkennis en bekwaamheid. Zo werd op zekere dag rabbi
gevonden, Joh. 35-46. Saulus uit Tarsus gevraagd de vergadering toe te spreken.
3 Paulus `vond' hen waarschijnlijk toen hij op zoek ging naar 4 Daarop beklom Paulus de preekstoel om ook hier het grote
werk. Volgens de gewoonte van de rabbijnen had hij in zijn jeugd een nieuws te verkondigen dat Jahweh, volgens zijn eeuwenoude beloften,
vak geleerd, namelijk dat van leerbewerker. Paulus kon draagbare le- had omgezien naar zijn yolk en de Messias had gezonden. Jezus van
deren tenten, zadels, riemen en dergelijke vervaardigen. 3 ) Een zwaar Nazaret was de langverwachte Messias-Koning van Israel. De vol-
beroep. Het weinige gereedschap dat hij daarvoor nodig had, kon hij gende sabbatten gaf Crispus Paulus telkens weer de spreekbeurt en zo
op zijn reizen makkelijk meenemen. Toen bleek dat zij collega's wa- trachtte de apostel enige weken lang Joden, Jodengenoten en Grieken
ren en dat Aquila nog wel een knecht kon gebruiken, trok hij bij dit ervan te overtuigen dat Jezus de Messias was.
echtpaar in en verdiende hij de eerste weken met hard werken zijn Nee, Paulus' voordracht viel de Joodse intellectuelen, die van
brood. 'We verrichten zware handenarbeid', schreef hij later, en wer- Griekse welsprekendheid en geleerdheidsvertoon hielden, niet mee.
ken `dag en nacht', i Kor. 4: 12, 1 Tes. 2: 9. Van de Korintiers heeft Dit gaf hij later zelf ook toe: 'Het woord dat ik u verkondigde, over-
hij ook later nooit 'honorarium' aangenomen, i Kor. 9: 6-18, 2 Kor. tuigde niet door geleerde woorden, maar het getuigde van de kracht van
11: 7-12, 12: 13-18. de Geest', i Kor. 2: 4. Crispus, het hoofd van de synagoge, onderken-

96 97
§ 26 Paulus' tweede apostolische reis v: Korinte en de terugreis naar Antiochiê § 26

de dit en het verlangen naar `geleerdheid' en oratorie negerend, no- gen kwamen er zelfs toe godslasterlijke (lett. blasfemische) taal over
digde hij Paulus sabbat aan sabbat opnieuw uit. 6 ) de Here Jezus uit te slaan, vgl. 13: 45. Ze zullen Paulus van dwaalleer
5 In die tijd kwamen Silas en Timotefts uit Macedonia aan. En tot en duivelswerk beschuldigd hebben en Crispus dat hij als hoofd van
Paulus' diepe opluchting brachten zij goed nieuws mee over Tessa- de synagoge de leertucht niet handhaafde.
lonika: `Ze staan in de Here en verlangen erg naar u!', 1 Tes. 3: 6.
Dankbaar en blij schreef hij daarop meteen zijn eerste brief aan de Tes- Afscheiding
salonicenzen, i Tes. 3: 1,2,6. Ongeveer een halfjaar later gevolgd door Het was zonneklaar: een deel van de Joodse kerk te Korinte ver-
zijn tweede brief. Beide geschreven vanuit Korinte. wierp Jezus als Zoon van God, Messias-Koning en Redder van de
Doordat zijn beide medewerkers ook een geldelijke gift voor hem wereld. Hiermee was een van de twee grenzen bereikt, die Gods Woord
meebrachten (2 Kor. i 1: 9, Fil. 4: I 4v), kon hij de leerbewerkerij vaar- stelt ten aanzien van onze plicht geduldig de gebreken van een kerk te
wel zeggen en zich voortaan volledig op de verkondiging richten. verdragen: 1) Men zal u in de synagoge geselen en uitbannen, Mat. 23:
Krachtig betuigde hij de Joden dat Jews de beloofde Messias was. Hoe 34, Joh. 16: 2. 2) Lastering van Jezus Christus en van Gods Woord,
Paulus dat deed, zagen we reeds bij 13: 16-41. Ook nu toonde hij on- Hand. 18: 6, 19: 9. In dit laatste zag Paulus een schriftuurlijke grond
weerlegbaar aan dat Jezus' optreden, opstanding en hemelvaart vol- om zich bier af te scheiden van de synagoge. 7 ) Tenslotte had de
ledig klopten met het beeld dat Mozes en de Profeten van de Messias Meester ook bevolen: `Geef het heilige niet aan de honden en gooi jul-
hadden geschetst. Voor velen glansden de Schriften als nooit tevoren. lie parels niet voor de zwijnen', Mat. 7: 6. Wij mogen een gemeente
van God zeker niet zomaar de rug toekeren. Maar waar openlijke
4. PAULUS SCHEIDT ZICH AF VAN DE SYNAGOGE, vijandschap tegen Gods Woord en zijn Zoon aan het licht treedt, mó-
HAND. 18: 6-11 gen we zelfs niet langer blijven.
Maar toen ging opnieuw de profetie van Simeon in vervulling: Hij zal Zo kwam het op zekere dag zover dat Paulus, de brenger van de
de val of de redding betekenen voor velen in Israel. Hij zal een teken Goede Boodschap, alle betrekkingen met deze Joden doorsneed.
zijn dat verzet oproept', Luc. 2: 34v. Wanneer we Lucas' mededelin- Plechtig stond hij op, schudde zijn kleren uit (zoals zij zelf deden wan-
gen over de gebeurtenissen in de synagoge van Korinte combineren neer zij bij heidenen vandaan kwamen) en met nadruk op ieder woord
met die van Paulus in 1 Kor. I : 18-2: 5, dan krijgen we het volgende sprak hij tot zijn tegenstanders: `Uw bloed kome neer op uw eigen
beeld. hoofd: ik heb er geen schuld aan; van nu af aan ga ik (bier in Korinte)
naar de heidenen', zie ook bij 13: 51, 20: 26; vgl. Neh. 5: 13. 8 ) Mis-
Oppositie schien zouden ze dan jaloers worden en zich alsnog bekeren, vgl. Rom.
6 Toen hij zijn apostolische getuigenis over Jezus doorgaf, hin-
gen sommige Joden aan zijn lippen, maar andere keken hem met ste- Natuurlijk hoorden zij als goede schriftkenners dat Paulus zin-
kende blikken aan. Zij verwachtten als Messias een geweldenaar, een speelde op Ez. 3: 17-21 en 33: 4,8,9, waar gewezen wordt op de eigen
volksheld die voor niets en niemand opzij zou gaan. Zij dachten bij de verantwoordelijkheid van zowel de hoorders als de verkondigers van
Messias vooral aan tekens van kracht. En in de laatste plaats aan zoiets Gods Woord. Met beroep daarop betuigde Paulus dat hij onschuldig
aanstotelijks als een Koning aan een kruis, het toonbeeld van schande was aan hun ondergang. Hij had hun de weg naar de redding gewezen.
en onmacht, vgl. 1 Kor. I : 22V.
Gaandeweg groeide het verzet tegen het Woord dat Paulus ver- Kerk vlak naast synagoge
kondigde. leder ogenblik werd hij in de rede gevallen door onredelijke 7 Titius Justus, een van de Godvrezende heidenen die 's zater-
tegenwerpingen, die geen enkele grond vonden in de Schrift. Sommi- dags bij de Joden kerkten, bezat een ruim huis dat vlak naast de syna-

98 99

§ 26 Paulus' tweede apostolische reis v: Korinte en de terugreis naar Antiochie § 26

goge stond. Hij bood Paulus aan in het vervolg bij hem aan huis te pre- Bemoedigd
ken. Dit moet voor de Joden een doom in het oog zijn geweest, maar 9 Was Paulus na die eerste botsing en kerkscheuring bang dat hij
voor Paulus een uitkomst. Een bijkomend voordeel was dat heidenen ook Korinte voortij dig zou moeten verlaten? Dit zou na alle moeiten
er allicht gemakkelijker toe kwamen een woonhuis te betreden dan een die hij in Antiochie, Ikonium, Lystra, Filippi, Tessalonika en Berea had
Joods kerkgebouw. ondervonden geen wonder zijn. Toen heeft onze Here Jezus Christus
Sindsdien vergaderden er te Korinte twee kerken vlak naast el- — de handelende hoofdpersoon in Handelingen — hem in een nachte-
kaar. In het aloude synagogegebouw bleven die Joden vergaderen, die lijk visioen krachtig bemoedigd. Paulus herkende Hem daarin meteen,
de Christus hadden verworpen. En in het pand er pal naast kwamen die vgl. 9: 3vv, 22: I7V, 23: 1 1 . De Here gaf hem drie korte bevelen: houd
Joden en Grieken bijeen, die Jezus als Messias hadden aangenomen. op met vrezen, zwijg vooral niet, maar ga voort met spreken.
Als Paulus deze afgescheidenen' later brieven schrijft, dan adresseert 10 Bovendien kreeg hij de belofte dat hem hier geen haar zou
hij die aan de gemeente van God te Korinte', I Kor. : I, 2 Kor. I : I. worden gekrenkt: Want Ik sta je bij en niemand zal een vinger naar je
8 De volgende sabbat werd de kerkscheuring pijnlijk zichtbaar. uitsteken om je kwaad te doen, want veel mensen in deze stad beho-
Vele Jodengenoten kwamen als gewoonlijk de synagogestraat in, maar ren Mij toe, vgl. Joh. o: i6. Zo had de Here de moedeloze Elia lang
tot woede van de Joden liepen zij het synagogegebouw voorbij om de geleden ook getroost, i Kon. 19: 18.
samenkomst in het huis van Titius Justus te bezoeken. Paulus had IT Deze belofte mocht de apostel overvloedig in vervulling zien
voortdurend verdriet van Israels ongeloof, maar tot zijn vreugde kwa- gaan. Afgezien van Antiochie in Syrie heeft hij het evangelie nergens
men er hier toch ook geboren Joden tot geloof. Onder hen beyond zich met zoveel zegen verkondigd als in Korinte. Hij bleef anderhalfjaar in
Crispus, het uitgestoten ex-hoofd van de synagoge, met heel zijn huis. de goddeloze havenstad en onderwees velen het Woord van God over
In zijn plaats werd Sostenes in het synagogebestuur opgenomen, 18: de Redder van de wereld. Ook in Kenchreeen, een van de voorsteden
17. Ook Prisca en Aquila kerkten in de huisgemeente bij Justus. van Korinte, ontstond een gemeente. Febe diende haar als diacones,
En telkens opnieuw kwamen er Korintiers die Paulus hadden ge- Rom. 16: i. Jo, in de hele provincie Achaje kwamen mensen tot ge-
hoord tot geloof en lieten zich dopen. Hoofden van een heel huis uiter- loof in de Here Jezus.
aard met hun kinderen, zie bij 16: 15. Zoals ook uit I Korintiers blijkt,
bestond 'de gemeente Gods te Korinte' in meerderheid uit bekeerde 5. DE PROCONSUL GALLIO NEEMT PAULUS TEGEN
heidenen. Overigens heeft Paulus zelf maar enkele gelovigen eigen- DE JODEN IN BESCHERMING, HAND. 18: 12-17
handig gedoopt: Crispus, Gajus en het gezin van Stefanas, i Kor. I: Wel hebben de Joden nog gepoogd Paulus het preken onmogelijk te
i4vv. maken. Zij wensten zich niet voetstoots neer te leggen bij de scheuring
Behalve hen kennen we nog enkele gemeenteleden bij name: van hun kerk. De nationale en godsdienstige eenheid van alien die de
Erastus, de beheerder van de stedelijke financien 9 ) en een zekere Joodse godsdienst beleden, diende koste wat het kost gehandhaafd te
Quartus, Rom. 16: 23. Voorts Tertius, die later als Paulus' secretaris de worden! Daartoe deinsden zij er ook hier niet voor terug de Romein-
brief aan de Romeinen op schrift stelde, Rom. 16: 22; Chloe en haar se overheid er toe te bewegen de christelijke gemeente in Achaje on-
huis, Fortunatus en Achakus, i Kor. I : II; 16: 17. Met brandende wettig te verklaren. Zo trachtten zij de kerkscheuring alsnog ongedaan
harten vol van de eerste liefde luisterden allen naar het evangelic van te maken.
de Here Jezus Messias, die ook gekomen was om in het verdorven 12 De gelegenheid leek gunstig. Zoals uit inscripties valt of te
Korinte zondaars te redden. leiden, had de keizer in de provincie Achaje, waarvan Korinte de
hoofdstad was, juist weer een nieuwe proconsul benoemd. Het was
Gallio, de oudste broer van Seneca, de bekende stokijnse filosoof en

100 101

§ 26 Paulus' tweede apostolische reis v: Korinte en de terugreis naar Antiochie § 26

leraar van keizer Nero. Deze Gallio stond algemeen bekend als een De uitspraak
zeer innemend man. Seneca had eens van hem geschreven: 'Niemand 14 Paulus zou zich tegen deze aanklacht ongetwijfeld op de-
van de stervelingen is ook maar aan iemand zo dierbaar als deze aan zelfde wijze verdedigd hebben als hij later voor de stadhouders Felix
allen is.' Later zou keizer Nero beide broers dwingen zelfmoord te en Festus en voor koning Agrippa zou doen. TegenOver hen betuigde
plegen. hij dat het evangelie van Jezus Christus allerminst in strijd was met
Gallio bekleedde zijn ambt nog maar kort toen de Joden zich als de Wet van Mozes, maar er juist de vervalling van was, 24: 14, 25: 8,
een man tegen Paulus keerden. Waarschijnlijk onder leiding van Soste- 26: 22V. Maar Gallio achtte een zelfverdediging van de apostel blijk-
nes, de nieuwe overste van de synagoge, brachten zij de apostel voor baar buiten de orde, want hij gaf hem er niet eens gelegenheid voor,
de rechterstoel. Daarmee stond Paulus opnieuw voor een Romeinse vgl. 26: I.
proconsul, alleen onder heel andere omstandigheden dan voor Sergi- Op hetzelfde moment waarop Paulus zijn mond wilde opendoen,
us Paulus, vgl. 13: 7. nam de proconsul het woord. Als door God ingestelde overheid was
hij geroepen de losbandigheid van de mensen te beteugelen en de bur-
De aanklacht gerlijke orde te handhaven. Tegenover hem stonden fanatici die om
13 Mogelijk bijgestaan door een Joodse advocaat (vgl. 24: I v), godsdienstige redenen de openbare orde dreigden te verstoren en hem
beschuldigden zij Paulus van propaganda voor een bij de wet verbo- voor hun religieuze karretje trachtten te spannen.
den godsdienst. Deze zware aanklacht grondden zij op de volgende Gallio vond echter meteen de juiste houding: ordeverstoring werd
overwegingen. De Joodse godsdienst is een `religio licita', een bij de niet geduld. Deze opstelling was kenmerkend voor het ordelievende
Romeinse wet erkende en beschermde godsdienst. Maar hoewel deze karakter van het Romeinse regime. Daarom was de stadssecretaris van
Paulus ook een Jood is, verkondigt hij een van het Jodendom afwij- Efeze vuurbang voor oproer, 19: 40. En keizer Claudius had de Joden
kende godsdienst. Met dit nieuwe geloof komt hij echter in strijd met uit Rome verbannen vanwege onlusten rond een zekere Chrestus. An-
onze Wet. (Dat zij daarmee niet de Romeinse wet, zoals in Filippi en derzijds heeft de tribuun Claudius Lysias Paulus later voor een Jood-
Tessalonika, 16: 21; 17: 7, maar de mozaische wetgeving bedoelden, se moordaanslag bewaard, 23: 12-35. En Festus weigerde hem aan de
blijkt uit Gallio's antwoord, vs. 15.) Joden uit te leveren, 25: 1-5. Gallio volgde in Korinte dezelfde ge-
Omdat het hier een nieuwe religie betreft, die niet als `religio li- dragslij n.
cita' erkend is, handelt hij ook in strijd met de Romeinse wet. Voor Als de woedende Joodse heren Paulus hadden beschuldigd van
rechtsbescherming kan hij zich daarop dus niet beroepen. Integendeel, een misdrijf of een ernstige vorm van crimineel gedrag, dan zou hij
de man is strafbaar. De `kerkdiensten', die hij in het huis van Titius hun aanklacht uiteraard ontvankelijk verklaard hebben. Maar Gallio
Justus belegt, zijn illegaal en dienen daarom verboden te worden. Als doorzag hun ijver' voor de handhaving van de Romeinse wet. Het ging
Gallio in deze zaak de Romeinse wet niet zou handhaven, zou deze hun niet om verstoring van de burgerlijke rechtsorde,
`kerk' een gevaar voor de openbare orde blijven, zowel onder het Jood- 15 maar om religieuze geschillen. Daarom verklaarde hij de
se bevolkingsdeel als in heel Korinte. Joodse aanklacht onontvankelijk: `Ik weet dat u, Joden, voortdurend
Heftig gesticulerend stonden de woedende Joden voor de rech- met elkaar aan het twisten bent over de interpretatie van een woord en
terstoel. Hoe lang zou dit nog moeten voortduren? Al deze op- namen in uw eigen Wet (vgl. Mat. 23). Zolang de staatsveiligheid daar-
schudding was de schuld van die onruststoker. Overal waar hij met zijn bij geen gevaar loopt, wil ik mij als rechter met die interne godsdien-
nieuwe godsdienst kwam, zaaide hij beroering: in Antiochie, in Lystra, stige richtingsgeschillen en haarkloverijen van u niet inlaten. Zoek die
in Filippi, in Tessalonika en nu ook in Korinte. onder elkaar maar uit!'

102 103
§ 26 Paulus' tweede apostolische reis v: Korinte en de terugreis naar Antiochie § 26

Hadden alle overheden nadien Gallio's wijze voorbeeld maar na- de aanklacht tot provinciale gouverneurs zouden wenden, zouden de-
gevolgd! Dan hadden zij in de loop der eeuwen niet zoveel onschuldig zen zich zeker richten naar de uitspraak van een voortreffelijk pro-
christenbloed vergoten. consul als Gallio. Althans in de jaren vijftig (Paulus was rond 51 in
Korinte). Pas in de jaren zestig zou de houding van de Romeinse over-
Weggejaagd heid zich wijzigen. Maar dankzij Gallio's uitspraak kon de verkondi-
16 Blijkbaar protesteerden de Joden heftig tegen deze uitspraak ging van het evangelie voorlopig niet gestuit worden met beroep op de
en weigerden zij van voor de rechterstoel weg te gaan. Daarmee pleeg- Romeinse wet. 11 ) Anderzijds had Gallio aan de christenen in Korinte
den zij openlijk verzet tegen de Romeinse proconsul en dit stelde hen en Achaje goede burgers. `Iedereen moet zich aan de overheid onder-
strafbaar. Deze gaf daarop de parketwachters bevel om het podium (of: werpen', had Paulus hun geleerd, vgl. Rom. 13: 1.
de rechtszaal) te ontruimen en de heren de straat op te jagen. Teofilus, de hooggeplaatste Romein aan wie Lucas zijn boek op-
17 Daar stond een massa yolk, dat wist hoe de vork in de steel droeg, zal deze geschiedenis met instemming gelezen hebben. Zijn
zat, want vele Grieken hadden Paulus gehoord, vs. 8. Misschien was keus voor Jezus Christus zou hem niet tot een revolutionair stempelen.
het ook bekend dat de goede Crispus als hoofd van de synagoge was
afgezet en dat Sostenes zijn plaats had ingenomen. Kortom, het publiek 6. PAULUS KEERT TERUG NAAR ZIJN THUISBASIS:
wist wie hier de feitelijke verdrukkers en onruststokers waren. Toen ANTIOCHIE IN SYRIE, HAND. 18: 18-22
het zag dat de agenten de Joodse heren met harde hand wegjoegen, Naar veler schatting waren nu ongeveer twee jaren verlopen sinds Pau-
hielp het hen een handje door Sostenes, het nieuwe hoofd van de lus met Silas uit Antiochie in Syrie was vertrokken.
synagoge, te grijpen en hem — nog wel voor de rechterstoel — een flunk 18 Na de mislukte poging van de Joden om de Romeinse over-
pak slaag te geven. heid tegen Paulus op te zetten, verkondigde hij nog geruime tijd 12 ) in
Gallio had zo'n onrechtmatige aframmeling zeker niet mogen Korinte het evangelie. Maar toen wilde hij terug naar zijn thuisbasis,
toelaten, maar ditmaal kneep hij een oogje dicht. Zijn uitspraak strook- vast ook om daar verslag te doen van wat de Here door hen gedaan had.
te blijkbaar met het rechtsgevoel van zijn onderdanen. Daarom liet het Hij nam afscheid van de broeders en begaf zich naar Kenchreeen,
hem ditmaal koud dat de Joodse leider werd afgeranseld. Het zou voor de oostelijke haven van Korinte. Priscilla en Aquila zouden tot Efeze
de heren een reden te meer zijn hem voortaan nooit meer met derge- met hem meereizen. Maar eerst liet hij in Kenchreeen zijn haar knip-
lijke onbenulligheden lastig te vallen. Als de afgeranselde Sostenes de- pen vanwege een gelofte. Dit gebeurde ook wanneer iemand zijn na-
zelfde is als die in 1 Kor. 1: i genoemd wordt, dan is ook deze syna- zireeergelofte had vervuld, Num. 6: 1-2I.
gogenleider later tot bekering gekomen. Nu zagen we al eerder dat de apostelen niet meteen radicaal bra-
ken met alle ceremonien van de Thora, vgl. deel 1, 68. Maar of Pau-
Het belang van Gallio's uitspraak lus 13 ) een nazireeergelofte had afgelegd? Daarmee beloofde een niet-
Zo vervulde de Here zijn belofte dat niemand in Korinte Paulus levitische Israeliet zich immers enige tijd op bijzondere wijze aan de
kwaad zou kunnen doen, vs. i o. Ook de gemeente werd geen strobreed Here te wij den. Maar dit deed Paulus toch al volop? Hij kon evengoed
meer in de weg gelegd. De betekenis van Gallio's uitspraak reikte beloofd hebben zijn haar te laten groeien totdat God hem ongedeerd
echter verder dan Korinte. In feite had hij nu ook het christendom als uit Korinte zou laten vertrekken. 14 )
religio licita, een bij de wet beschermde godsdienst, erkend. 19 Na de Egeische Zee overgestoken te zijn, deden ze Efeze aan,
Hiermee schiep hij meteen een belangrijk precedent voor de hele een grote havenstad aan de kust van Klein-Azie. Aquila en Priscilla
provincie Achaje, die een groot deel van het Griekse vasteland en de bleven bier achter. Ze hebben er geruime tijd gewoond en zijn voor de
eilanden omvatte. 1 °) Als Paulus' tegenstanders zich elders met dezelf- gelovigen van Efeze tot grote steun en zegen geweest. Later zijn ze

104 105

§ 26 Paulus' tweede apostolische reis v: Korinte en de terugreis naar Antiochie § 26

weer naar hun oorspronkelijke woonplaats Rome teruggekeerd, 18: 2, arme christenen van Jeruzalem, 24: 17, 1 Kor. 16: 1, 2 Kor. 8v. Had
Rom. 16: 3. hij er tij dens dit bezoek armoe opgemerkt?
Paulus had na zijn tocht door het Frygisch-Galatische land at Daarna 'ging hij af' naar Antiochie, de lager gelegen wereldstad
graag naar Efeze willen gaan, maar de Heilige Geest had hen naar aan de Orontes, vgl. dl. I, 26ov. Een (voet?)reis van zo'n 500 km. Daar-
Troas in het noordwesten gedrongen en zo naar Macedonia geleid, 16: mee was Paulus' tweede apostolische reis volbracht. Hij was ongeveer
6-9. En hoewel hij thans op doorreis was, greep hij toch de gelegen- twee jaar onderweg geweest.
heid aan om in de synagoge van Efeze van Messias Jezus te getuigen. In Antiochie zullen evenals na Paulus' eerste reis gemeen-
Al hadden veel Joden in Korinte wel niets van de Here Jezus willen tevergaderingen zijn belegd waarin hij verslag deed van wat God door
weten en had hij &dr gezegd: 'Nu ga ik naar de heidenen!' — daarom zijn dienst verricht had, vgl. 14: 27. Tot hun grote vreugde zullen de
meed hij voortaan nog niet alle synagogen. De Joodse broeders te Efe- gelovigen van hem vernomen hebben dat de anti-judaistische rond-
ze hoefden niet te lijden onder de kerkscheuring te Korinte. zendbrief (15: 23-29) in de Syrische en Cilicische gemeenten goed
20 Tot zijn vreugde vond zijn prediking bier een welwillend ge- was ontvangen. En dat de Heilige Geest hem zelfs naar Griekenland
hoor. Zij verzochten hem zelfs wat Langer in Efeze te blijven. Natuur- had gedrongen, waar hij christelijke gemeenten had mogen stichten in
lijk om meer over Messias Jezus te horen. Op dit verzoek ging hij niet Filippi, Tessalonika, Berea, Athene, ja zelfs in de beruchte metropool
in. Volgens de handschriften waarop de Statenvertaling steunt, zei hij: Korinte.
`Ik moet voorzeker het toekomende feest te Jeruzalem houden.' Dit
biedt een goede verklaring voor zijn haast. NOTEN
21 Hij nam afscheid met de belofte dat hij terug zou komen, maar 1) Wij ontleenden onze gegevens vooral aan A. Sizoo, Uit de wereld van het
zei er wel bij: als God het wil'. Hij had op de heenreis geleerd dat niet Nieuwe Testament, Kampen 1948, 148-153. Idem, De antieke wereld en het
hij, maar de Heilige Geest het reisplan bepaalde. Daarna ging hij aan Nieuwe Testament, Kampen 1948, 34-36. A. van Deursen, Christelijke En-
cyclopedia ii , Kampen 1957, 3o I v. Nicos Papahatzis, Das antike Korinth, Die
boord van een schip en voer hij van Efeze weg. (Ongeveer een jaar la- Museen von Korinth, Isthmia and Sikyon, Athen 2000 (ISBN 960-213-216-
ter zou Paulus inderdaad in Efeze terugkomen en er zelfs twee jaar en 7). Deze gids bevat ook reconstructietekeningen.
drie maanden blijven. Aquila en Priscilla waren er toen nog, 18: 26.) 2) De Romeinse geschiedschrijver Suetonius schreef in zijn biografie van kei-
22 Het schip meerde in Caesarea, 400 km zuidelijker dan Se- zer Claudius: `Hij (Claudius) verdreef de Joden uit Rome, omdat zij op aan-
leucie, de haven van Antiochie in Syrie, vanwaar hij vertrokken was. stichten van Chrestus voortdurend onlusten veroorzaakten.' Werd dit tumult
Dit pleit ervoor dat Paulus inderdaad eerst het nu nog slechts loo km veroorzaakt door twisten tussen Christusbelijdende en Christusverwerpende
zuidelijker gelegen Jeruzalem wilde bezoeken. Temeer daar Lucas let- Joden, zoals in Tessalonika en straks ook in Korinte?, Hand. 17: 1-9, 18: 12-
17. Of was deze Chrestos niet de Christus, maar een verder onbekende, re-
terlijk schrijft: ...hij ging op' — een vaste uitdrukking voor een (pel-
calcitrante Jood? Dit laatste lijkt waarschijnlijker omdat Chrestos een veel
grims)reis naar het hoger geleden Jeruzalem, vgl. o.a. Ps. 122: 4, Luc. voorkomende naam was en Hand. 28: 21v moeilijk met omvangrijke orde-
18: 3i, Joh. II: 55. 15 ) verstoringen te Rome vanwege de Here Jezus valt te rijmen. Vgl. F. W. Gros-
Daar groette hij de gemeente en zal hij besprekingen gevoerd heide, comm. a.l.. Volgens J. P. van Bruggen is het overwegen waard dat Clau-
hebben met sommige apostelen en met Jakobus en de oudsten. Wat had dius de Joden in Rome strafte als represailles voor de onlusten die een zekere
hij hun veel te vertellen over de voortgang van het apostolische getui- Chrestos onder de Joden in Judea veroorzaakte, De oorsprong van de kerk te
genis!, vgl. 1: 8. Wilde hij met dit bezoek ook de eenheid van het ge- Rome, Groningen 1967, 24v, vgl. 14-34.
loof bevestigen tussen de gemeenten uit de heidenen en de `moeder- 3) A. Sizoo, De Antieke Wereld, 109v.
4) E W Grosheide leidt hieruit af dat zij vermoedelijk nog niet christen wa-
gemeente' te Jeruzalem? Het is opmerkelijk dat hij straks op zijn derde ren. Als Paulus met Joden-Christenen in aanraking komt, vinden we mathê-
reis in Macedonia en Korinte een grote collecte organiseert voor de

106 107
§ 26 Paulus' tweede apostolische rein

tês of adelphos, De eerste brief aan de kerk te Korinthe, Commentaar op het


Nieuwe Testament, Kampen 1957, 12. Vgl. J. P. van Bruggen, a.w., 26v.
5) Over Aquila en Priscilla, vgl. A. Janse, De Kerk, Schiedam 1953, 215-219.
H. Amelink, Paulus, Kampen 1994, 78vv. § 27
6) Zie over Crispus: A. Janse, a.w., 219-222.
7) Zie mijn Twist des HEEREN met Zijn wijngaard, Barendrecht 1969, 39-44. HANDELINGEN 18: 23-20: 1
8) 'Wieder sehen wir Paulus nicht sich bestiirzt fragen, inwiefern er durch
seine Fehler an solchem Miszerfolg schuld sei und welche besseren Metho- PAULUS' DERDE APOSTOLISCHE REIS
den man anwenden miisse, urn die Juden doch noch zu gewinnen. Er macht I: EFEZE
vielmehr die Ablehnenden selber fiir ihre Entscheidung verantwortlich.' (...)
Wer sich nicht Jesus als dem wahren Messias Israels von Herzen unterwirft,
musz ihn als falschen Messias, als Gotteslaster, als Verfluchten verwerfen. Opnieuw neemt Lucas ons mee naar een antieke wereldstad: Efeze, de
(...) Die Hochschatzung Jesu bei vielen heutigen Juden ist darum zwar erfreu- grootste havenplaats van Klein-Azie aan de Egeische zee. Tevens de
lich, aber auch zugleich fur Juden und Christen bedenklich. Nachdem man hoofdstad van de provincie Asia en de residentie van de Romeinse
Jesus Thron und Krone genommen, fiihrt man mit ihm unverbindliche reli-
giiise Gesprdche', Werner de Boor, comm. a.l. stadhouder, onder wie het een grote mate van zelfbestuur bezat. Het
9) Men heeft in Korinte bij het theater op een stuk marmer een opschrift ont- was na Alexandrie en Antiochie de meest volkrijke stad van het
dekt, dat vermeldt dat Erastus uit eigen portemonnee een vloer liet aanbren- Oosten. Er woonden in Paulus' tijd zo'n 300.000 mensen.')
gen. Wan zijn eigen geld', staat erbij — voor een wethouder van financien, Omdat de omgeving zoveel monden niet kon voeden, moest
vooral in Korinte, verstandig om erbij te zetten, C. van der Waal, Gij kust- graan worden geimporteerd uit Egypte, de grootste korenschuur van
landen, Goes 1976, 177. de oude wereld. Efeze had prachtige verbindingswegen met Sardes en
10) J. van Eck, Paulus en de koningen, Franeker 1989, 1o8, n. 11. Smyrna en via een oude karavaanweg zelfs met de landen rond de
11) R.N. Longenecker, comm. a.l.
12) Het valt moeilijk uit te maken of deze `verscheidene dagen' in of na de
Eufraat. Zo konden allerlei producten uit het Midden-Oosten over land
`anderhalf jaar' van vs. i i vallen. Vgl. de Excurs Chronologie van Hande- naar Efeze worden vervoerd en vandaar over zee naar alle delen van
lingen, Studiebijbel 6, 855. de toenmalige wereld.
13) De Griekse tekst laat in het midden of het Aquila of Paulus was die zijn Het moet ook een schitterende stad zijn geweest. Op de markt
haar wegens een gelofte liet afscheren. 'Het is ook niet van veel belang', Cal- stond een prachtige triomfpoort. Men heeft er een winkelpromenade
vijn a.l. Wij volgden de voorkeur van de meeste commentatoren. R. C. H. opgegraven die i i meter breed was, geplaveid met marmer en — een
Lenski kiest op grammaticale gronden voor Aquila. unicum voor die tijd — 's avonds en 's nachts verlicht was. Het had een
14) ,
Ein Nasiraat, wie es das Gesetz beschrieb, kann man das nicht heiszen;
denn dazu gehorte, dasz das Haar im Tempel zugleich mit der Darbrengung
grote waterleiding, een luxueuze voorziening in die tijd en de op een
von Opfern geschnitten wurde', A. Schlatter, Erlauterungen zum Neuen Testa- na grootste bibliotheek ter wereld. Er is een stadion of renbaan opge-
ment, Stuttgart 1922, a.l. graven van 23o x 3o m, waarin wedlopen, vuist- en zwaardgevechten
15 ) J. van Bruggen, stelt dat dit het bezoek aan Jeruzalem was waarover Pau- gehouden werden. Het is opvallend dat Paulus met name in de brieven
lus in Gal. 2: I-10 spreekt, Na veertien jaren: de datering van het in Galaten die hij in en aan Efeze schreef zoveel sport- en militaire termen ge-
2 genoemde Overleg te Jeruzalem, Kampen 1973, 4o-43, I 14-I 7; 223-228, bruikt, vgl. i Kor. 9: 24vv, Ef. 6: 10-17.
vgl. F. Bruce, a.w. 400. Ook bezat de stad een prachtig openluchttheater dat als een
reusachtige schelp tegen de helling van een berg was gebouwd. Het kon
liefst 24.500 toeschouwers bevatten. De 140 m brede halve cirkel van
de oplopende rijen zitplaatsen bood over het toneel been een prachtig
uitzicht op de zee.
108 109

§ 27 Paulus' derde apostolische reis 1: Efeze § 27

Beschermster van de beroemde Artemistempel Deze rijke oogst heeft de apostel echter ten koste van veel moei-
Maar wereldberoemd was Efeze vooral door de tempel van de te binnengehaald. In zijn beide brieven aan de Korintiers doet hij daar
godin Artemis (= Diana), een van de zeven wereldwonderen. Het een boekje over open. Hier in Efeze heeft hij om zo te zeggen met wil-
grondvlak van dit gebouw mat 13o x 67 m en was daarmee anderhalf de beesten gevochten', 1 Kor. 15: 32. Ja, hij kreeg het daar in Asia zo
maal zo groot als de Dom van Keulen. De 127 marmeren zuilen wa- zwaar te verduren dat hij soms wanhoopte aan zijn leven, 2 Kor. 1 : 8,
ren 16 m hoog en hadden onderaan een doorsnede van ruim 2 m. Ze 4: 9v. Van alle kanten werd hij er belaagd. Bij dit alles kreeg hij hier
stonden ongeveer 7,5 m van elkaar af. Het interieur was met de mooiste ook nog te horen dat er in de gemeente te Korinte partijstrijd was
kunstwerken versierd. Uiteraard stond het beeld van Artemis centraal. uitgebroken en dwaalleer de kop opstak, i Kor. : 1 i v, 16: 17. In re-
Als Moeder Aarde en godin van de vruchtbaarheid werd ze uit- actie daarop schreef hij toen vanuit Efeze minstens vier brieven aan de
gebeeld als een vrouw met vele borsten, te vergelijken met de Kanaa- Korintiers, waarvan wij er nog twee bezitten. Kortom, de jaren in Efe-
nitische Astarte. Duizenden vrouwen hadden als `heilige' tempel- ze waren vol `moeilijkheden, nood, ellende, slagen, gevangenschap,
prostituee haar lichaam aan de godin gewijd. De feesten te harer ere oproer, zwaar werk, slaapgebrek en te weinig eten', it Kor. 6: 4vv.
leken sprekend op die van Astarte. Evenals in het hele oude Oosten gin- Hieruit blijkt wie ook in Efeze de handelende hoofdpersoon was.
gen dan godsdienst en bandeloze seks hand in hand. We lezen in Handelingen 19 wel veel over Paulus, maar als zwakke
In de tempel was een florerende geldbank gevestigd, die onder of- knecht van de machtige Here Jezus. Niet Paulus, maar Gods Zoon
ficiele controle stond van de stadsgriffier, 19: 35. De opperpriester van heeft door zijn Geest en Woord ook in deze heidense wereldstad de
de godin was tevens directeur van de bank. Deze beheerde de gelden macht van de satan geknakt.
die door haar aanbidders aan de godin geschonken werden. Maar ook
hadden verscheidene koningen, steden en particulieren hier hun de- 1. DOOR GALATIE EN FRYGIE NAAR EFEZE,
posito's. De grote bedragen aan hoerenloon die de tempelprostituees HAND. 18: 23
ontvingen, werden aan de tempelbank vermaakt. Paulus' derde apostolische reis begon evenals de tweede: met een be-
zoek aan de gemeenten die hij op zijn eerste reis had gesticht in Fry-
Vruchtbare, maar zware jaren voor Paulus gie en Galatie, 15: 36. Het zou de laatste reis worden en hij zou vijf
In dit internationale verkeersknooppunt, waar hij naast een tal- jaar duren.
rijke bevolking ook buitenlandse zakenlui, doorreizende ambtenaren, 23 Hoe lang Paulus in Antiochie is geweest, valt uit Lucas' vage
militairen en toeristen kon ontmoeten, heeft de apostel bijna drie jaar aanduiding (`enige tijd') niet op te maken. Maar het zal wel minstens
het evangelic verkondigd en een gemeente mogen stichten. Van hier- enkele weken of zelfs (winter?)maanden zijn geweest. Toen besloot hij
uit werd het grote nieuws over de Here Jezus in de hele provincie Asia opnieuw op reis te gaan. Ging hij alleen? Hij had de Joodse broeders
bekend, 19: Jo. in Efeze beloofd Deo volente bij hen terug te zullen komen, 18: 21.
Wanneer hij later zijn brief aan de `Efeziers' schrijft, mogelijk Maar hij besloot van Antiochie niet via de snelste en minst ver-
een rondzendbrief aan meerdere Klein-Aziatische gemeenten 2 ), her- moeiende route overzee naar Efeze te reizen, maar via de afmattende,
innert hij hen daarin aan hun heidense verleden: `Besef dus goed (...) 2500 km lange tocht over land. Dan kwam hij langs de gemeenten in
dat u indertijd van Christus gescheiden was, uitgesloten van Israels het Galatische en Frygische land, dat met Lykaonie en Pisidie deel uit-
burgerschap en vreemd aan de verbondsbeloften, zonder hoop en maakte van de Romeinse provincie Galatia.
zonder God in de wereld. Nu echter bent u die eertijds veraf was, in Hier lagen de steden Antiochie, Ikonium, Lystra en Derbe, waar
Christus Jezus dichtbij gekomen door het bloed van Christus', Ef. 2: hij op zijn eerste reis gemeenten had gesticht. Uit drie van deze steden
11-13. was hij gewelddadig verdreven, 13: 5ovv., 14: 4-7. In Lystra was hij

110 111

§ 27 Paulus' derde apostolische reis r. Efeze § 27

zelfs gestenigd en voor dood opgenomen, 14: 19v. Op zijn tweede reis In de apostolische tijd had Alexandria als wetenschappelijk en
had hij deze gemeenten opnieuw bezocht, 15: 36. cultureel centrum Athene overvleugeld. De wereldberoemde `univer-
Er valt veel voor te zeggen dat hij nog tij dens die reis tot zijn ont- siteitsbibliotheek' telde liefst 900.000 boekrollen. Behalve de Griek-
steltenis vernam dat de gelovigen in Galatia na zijn vertrek door juda- se wetenschap bloeide bier ook de Joodse geleerdheid en schriftstudie.
istische predikers waren `betoverd' door het optelsom-evangelie: Ten behoeve van de honderdduizenden Joden die Been Hebreeuws ken-
Christus + Wet, Gal. 3: 1, vgl. p. 7. Daarmee hadden deze dwaalleraars den, was bier in ca. 200 v. Chr. de Septuaginta, de Griekse vertaling
de bekeerde heidenen een nieuw godsdienstig slavenjuk opgelegd en van het Oude Testament, tot stand gekomen. 4 ) Later zouden ook be-
Paulus' apostolische gezag ontkend. Vermoedelijk schreefhij toen nog roemde kerkleraars als Origenes en Athanasius in Alexandria on-
tijdens zijn tweede reis (vanuit Korinte?) zijn brief `aan de Galaten', derwij s geven.
waarin hij zijn evangelie en Goddelijke roeping hartstochtelijk ver- Lucas typeert Apollos met een woord dat zowel geleerd als wel-
dedigt. 3 ) sprekend kan betekenen. Hij was zowel een uitzonderlijk begaafd
U begrijpt dat hij deze aangevochten gelovigen op deze derde schriftgeleerde als een brilj ant spreker. Waarschijnlijk had ook hij aan
reis graag nogmaals wilde versterken, zowel tegen vervolging van bui- de beroemde universiteit van zijn geboortestad gestudeerd. Afgaande
tenaf als tegen bestrij ding van binnenuit. Zodat ze vast zouden staan op de toenmalige onderwijsmethoden moet hij grote delen van de Bij-
in het evangelie van alleen-maar-geloven, zonder enige bijvoor- bel uit het hoofd hebben gekend. 5 )
waarden. Daarvoor had hij die vermoeiende tocht over land naar Efe- 25 Maar meer dan afgestudeerd theoloog van de universiteit van
ze graag over. Wat zullen zij hun geestelijke vader blij hebben verwel- Alexandria was Apollos leerling van Johannes de Doper! Onderwezen
komd. Hij van zijn kant beschouwde hen als zijn `kinderen', Gal. 4: door enigen van diens volgelingen, geloofde hij dat Jezus de Messias
18. Zou hij in Lystra Eunike en Lois, de moeder en grootmoeder van was. Zijn kennis reikte echter niet verder dan wat Johannes had ver-
Timoteiis, nog ontmoet hebben?, 16: 1, 2 Tim. 5. kondigd: het koninkrijk der hemelen is ophanden! Jezus zou op Israels
dorsvloer voor eeuwig het kaf van het koren scheiden, de boetvaardi-
2. APOLLOS TE EFEZE BIJGESCHOOLD DOOR gen dopen met de Heilige Geest en de onboetvaardigen met vuur. Ver-
AQUILA EN PRISCILLA, HAND. 18: 24-28 der wist Apollos dat Jezus Messiaanse profetieen had vervuld doordat
Voordat hij verder vertelt over Paulus, vermeldt Lucas eerst hoe de Hij veel mensen van ziekten, blindheid en boze geesten genas, vgl. Jes.
Here een tot dusver onbekende, retorisch en exegetisch goed ge- 29: i8, 35: 5v, Luc. 7: 18-22. Ook kende hij de doop van bekering tot
schoolde Jood tot de verkondiging van het evangelic riep: Apollos, een vergeving van zonden, die Johannes als redmiddel van de komende
man van formaat, die door zijn gaven van hoofd en hart voor veel ge- toorn had verkondigd. Mogelijk had hij zich als goede leerling van de
lovigen een grote steun zou worden. Ook voor Paulus, die in hem een Doper daartoe zelf ook schuldbewust vernederd.
bekwame medewerker en vriend zou ontvangen. Maar het inzicht dat Johannes nog miste, bezat Apollos evenmin:
de betekenis van de hogepriesterlijke offerande van de Messias aan het
Academicus en leerling van Johannes de Doper kruis, zijn opstanding, zijn hemelvaart, de uitstorting van de Heilige
24 Terwijl de apostel nog in Galatia en Frygie werkte, was Apol- Geest, de neergehaalde scheidsmuur van de mozaische Wet tussen Is-
los in Efeze aangekomen. Hij was een Hellenistische Jood en afkom- rael en de volken en Jezus' bevel die nu alle te onderwijzen en te dopen
stig uit Alexandria, de tweede stad van het Romeinse rijk. In heel Egyp- in zijn naam. 6 )
te woonden destijds een miljoen Joden, van wie de meesten in Wat hij echter wel van Johannes over de Messias had gehoord, dat
Alexandria (twee van de vijf stadswijken waren Joods). Daardoor was gafApollos door. Vurig van geest (of: in de Geest) sprak en gafhij atom
het de grootste Joodse kolonie in de diaspora. onderricht in wat hij van de Here wist. Op zichzelf klopte dit nauw-

112 113

§ 27 Paulus' derde apostolische reis 1: Efeze § 27

keurig. Hij kwam alleen niet verder dan de doop van Johannes en bleef Christus' ontmoet en dan niet te trots is om van haar te leren! Luther
zo op de drempel naar de nieuwe bedeling steken, Luc. 7: 28. vermoedt dat Apollos de onbekende schrijver van de brief aan de He-
breeen is.
Bijgeschoold door een tentenmaker en diens vrouw
26 Toen hij in Efeze de synagoge bezocht, begon hij ook daar Krachtig apologeet
vrijmoedig te verkondigen dat Jezus de Messias was. Aquila en Pris- 27 Mogelijk dankzij Paulus' korte verblijf in Efeze en door ge-
cilla, die dit vast tot hun blijdschap hoorden, bemerkten al spoedig dat sprekken met Prisca en Aquila waren er in de Joodse gemeente van
zijn prediking onvolledig was. Zij waren echter zo verstandig hem hier- Efeze al meerderen tot geloof in Messias Jezus gekomen, vgl. vs. 19.
om niet openlijk aan te vallen of achter zijn rug te veroordelen. Fijn- Het echtpaar zal vast over Paulus' werk in Korinte hebben verteld. Zij
gevoelig namen zij hem apart en nodigden hem uit bij hen thuis door hadden er tenslotte ruim anderhalfjaar gewoond en de hele kerkstrijd
te spreken over Messias Jezus. Als Paulus nog in de stad was geweest, en scheuring meegemaakt.
hadden zij zich niet als leraar van een leraar aangeboden. Nu zagen zij Toen Apollos naar Achaje (Zuid-Griekenland) wilde oversteken,
zich als eenvoudige gelovigen geroepen de hoogontwikkelde schriftge- moedigden de gelovigen hem daartoe hartelijk aan. Zij zagen in dat
leerde bij te scholen. deze begaafde broeder er zegenrijk werk zou kunnen doen. Zij gaven
Maar met al zijn geleerdheid was Apollos nederig van hart. Hij hem een `attestatie' mee voor de discipelen in Achaje, waarin zij hem
nam hun voorstel aan. Verheffend toneel moet dat geweest zijn! Daar aanbevalen als een Messiasgelovige schriftgeleerde en een betrouw-
kreeg in onze termen uitgedrukt een gepromoveerd theoloog catechi- bare evangelieverkondiger En inderdaad was hij na zijn aankomst tot
satie van een tentenmaker en diens vrouw. Omdat Priscilla vaker voor grote steun voor de gelovigen. Met name door de genade van zijn
Aquila genoemd wordt (vgl. Rom. 16: 3, 2 Tim. 4: 19), vermoedt men leraarstalent. 8 )
dat zij begaafder en beter onderlegd was dan hij. Al zal zij hem zeker 28 Het was door de uitspraak van Gallio (vs. 12-17) voor de Jo-
als haar hoofd geeerd hebben, zoals Paulus ook haar had geleerd, den weliswaar onmogelijk geworden gewelddadig op te treden tegen
Ef. 5: 22. de Messiasgelovigen. Maar mondeling werd de kerkstrijd blijkbaar
In de kerkdiensten te Korinte moest ze als vrouw zwijgen, i Kor. nog voortgezet. Daarin betoonde Apollos zich een krachtig apologeet,
14: 34. Maar bij hen thuis vertelden zij en haar man de academisch ge- want debatteren kon hij! Keer op keer wist hij Joodse tegensprekers de
vormde Apollos alles wat zij van Paulus over Jezus hadden geleerd. mond te snoeren. Daarin leek hij op Stefanus, 6: 8-1o. Want met ij-
Tenslotte had de apostel in Korinte achttien maanden bij hen inge- zersterk schriftbewijs en grote welsprekendheid bewees hij in het
woond. Wat een vragen zal Apollos hun gesteld hebben en wat werd openbaar dat Jezus de Messias was. Zo zette hij het werk van Paulus
zijn inzicht in Wet en Profeten nu geweldig verdiept! Van dit eenvou- voort (vgl. vs. 5) en hielp hij weifelaars om vrijmoedig toe te treden
dige echtpaar leerde hij in korte tijd meer dan hij ooit van zijn hoog- tot de christelijke gemeente, die vlak naast de synagoge samenkwam
leraren in Alexandria had opgestoken. En hij schaamde zich niet voor in het huis van Titius Justus, vs. 7.
zijn ongeschoolde leraar en lerares! Wetenschap en nederigheid gin-
gen bij hem hand in hand. 7 ) En bij hen bescheidenheid en vrijmoedig- 'Ik ben van Apollos!'
heid. Hij maakte in Korinte zelfs zo'n grote opgang als prediker dat hij
Misschien was dit wel de belangrijkste dienst die dit echtpaar de het voorwerp werd van persoonsverheerlijking. Paulus was geen gro-
zaak van Jezus Christus bewezen heeft. Want nu Apollos het volle te redenaar Kor. 2: 1,13, 2 Kor. o: 10, it: 6), Apollos daarentegen
evangelic kende, kon hij voor Paulus een waardevolle medewerker was een briljant spreker. Als echte Grieken waren de Korintiers zeer
worden. Gezegend de herder en leraar die in onze tijd zo'n moeder in gevoelig voor welsprekendheid. Zo werd hij — vermoedelijk tegen wil

114 115
§ 27 Paulus' derde apostolische reis
r
I: Efeze

§ 27

en dank — het idool van een bepaalde groep gelovigen, die als leus voer- 2 Aanvankelijk meende Paulus dat het volgelingen van de Here
den: `Ik ben van Apollos! Kor. : 12, 3: 4. Jezus waren. Maar bij nader inzien miste hij bij hen kenmerken van
Hoewel Paulus deze groepsvorming veroordeelde, bleef hij Apol- nieuwtestamentisch leven door de Geest. Mogelijk bemerkte hij dit aan
los als een betrouwbare medewerker erkennen: `Ik heb geplant, Apol- hun onvolmaakte kennis van het heil en aan hun zwijgen over de Here
los heeft begoten', i Kor. 3: 6. Paulus waardeerde hem zeer, want la- Jezus. Zij waren kennelijk onvolledig ingelicht en heilshistorisch niet
ter verzocht hij hem dringend nogmaals een werkbezoek aan Korinte bij de tijd. Hoewel Johannes de Messias en zijn Geestesdoop had aan-
te brengen, i Kor. 16: 12. Oprecht dankbaar voor de grote gaven die gekondigd, hadden zij nog niet eens gehoord dat in Jezus de Messias
Apollos wel en hij niet bezat, betrok hij hem zonder enige rivaliteit bij reeds gekomen was en dat Hij inmiddels de Heilige Geest overvloedig
het werk en bewaarde hij zorgvuldig de onderlinge eenheid. Laten de had uitgestort.
christelijke gemeenten met de uiteenlopende gaven van haar voor- 3 Daarop vroeg Paulus in wiens naam ze dan gedoopt waren.
gangers op dezelfde wijze omgaan als Paulus. Dan vermijden zij de Want de doop van volwassenen onderstelt geloof en geloof is een
groepsvorming en persoonsverheerlijking die de gemeente van Korinte vrucht van de Heilige Geest. Zijn inwoning is onder het Nieuwe Testa-
zo beschadigde. ment de grote Gave en het kenmerk van een gelovig hart, Rom. 8: 9,
Kor. 12: 3, 2 Kor. 4: 13, I Tes. I: 5v, Heb. 6: 4, I Joh. 3: 24, 4: 13.
3. PAULUS VERKONDIGT DISCIPELEN VAN En door een hart dat vol is van de Geest, wordt de Christus verheer-
JOHANNES DE DOPER DE VOLLE WAARHEID, lijkt. Daarop vertelden ze dat ze in de doop van Johannes gedoopt wa-
HAND. 19: 1-7 ren. Verder dan dit voorstadium van het christelijke geloof waren ze
Apollos was niet de enige leerling van Johannes de Doper die twintig nog niet gekomen. Zij leefden voor eigen besef nog onder het Oude
jaar na diens dood nog achter de heilsfeiten aanliep. Zo moeten er Testament, dat culmineerde in Johannes de Doper. Dat de Here Jezus
destijds meer zijn geweest. In Efeze (Klein-Azie) was er zelfs een snort inmiddels het Nieuwe Testament had ingeluid, wisten zij nog niet. Ver-
Johannes-gemeente en wie weet waar nog meer. De invloed van Jo- geet niet dat het nieuws er toentertijd veel langer over deed om overal
hannes' prediking heeft veel verder gereikt dan vaak wordt gedacht. bekend te raken dan tegenwoordig. De gelovigen rond Aquila en Pris-
Deze leerlingen wisten wel iets van Jezus' optreden — Johannes cilla hadden ze blijkbaar ook nog niet ontmoet, wat in een stad van
de Doper had Hem als zijn meerdere erkend, Joh. I : 29-34; 3: 22-36 300.000 mensen geen wonder was. In zulke steden kennen christenen
— maar het volledige inzicht in Christus' komst bezaten ze nog niet. En elkaar ook thans nog niet allemaal.
wat je niet weet, dat kun je nu eenmaal niet geloven. Om allerlei rede- 4 Toen heeft Paulus hen geholpen hun achterstand in te lopen.
nen hadden zij zich nog niet aangesloten bij de christelijke gemeen- Daartoe sprak hij niet allereerst over de Heilige Geest, maar over
ten. Aan dit isolement en overgangsstadium diende echter wel een eind Jezus! En wel aan de hand van diens voorloper. Want deze discipelen
te komen. van de Doper misten blijkbaar ook het juiste zicht op de taak van hun
meester. Deze moest het yolk voorbereiden op de komst van Jezus, die
Paulus verlost hen uit hun achterstand vlak achter hem aankwam en het kaf van het koren zou scheiden. Met
I Inmiddels was Paulus uit Galatie en Frygie vertrokken en het oog op dit Messiaanse gericht riep Johannes iedereen op zich te be-
door het binnenland van Klein-Azie naar Efeze gereisd om daar zijn keren en in Jezus te geloven. Wie zich verootmoedigde en zijn zonden
belofte van 18: 21 gestand te doen. Apollos trof hij er niet meer aan, beleed, kon zich door Johannes laten dopen als teken van boet-
want die was reeds naar Korinte vertrokken, vs. 27. Wel ontmoette hij vaardigheid. En zo ontving men vergeving van zonden en vrijwaring
er enige discipelen die nog geheel apart en zonder band met de christe- voor het komende gericht, vgl. Luc. 3: 1-18. Dit hadden deze mannen
lijke gemeente leefden. gedaan.

116 117

§ 27 Paulus' derde apostolische rein 1: Efeze § 27

5 Toen zij Paulus' vervolgonderwijs hoorden, ging er een wereld Mini-Pinksteren


voor hen open. Zij kwamen tot geloof in de Here Jezus en werden in 6 De inlijving van deze semi-christelijke groep in de christelijke
zijn naam gedoopt. Dit is de enige keer dat het Nieuwe Testament rept kerk werd daarna op bijzondere wijze bekrachtigd. Want toen Paulus
van een herdoop. Alleen kan men hierop geen recht en plicht tot mas- hun incorporatie met apostolische volmacht door handoplegging be-
sale wederdoop gronden, omdat het hier een uniek, heilshistorisch be- vestigde, kwam de Heilige Geest over hen. Even herhaalden zich toen
paald geval betreft. in Efeze op kleinere schaal dezelfde tekenen als bij de uitstorting van
Met de doop van Johannes waren deze leerlingen op de drempel de Heilige Geest te Jeruzalem. De mannen spraken namelijk enige tijd
van de heilstijd blijven staan. Want dit was in zekere zin nog een oud- (imperfectum) in (vreemde) talen en profeteerden, God verheerlijkend,
testamentische doop, die bediend was door de laatste en grootste pro- vgl. 2: I I, 1o: 46. Dit gebeurde niet meteen met en door hun doop,
feet van het Oude Testament. Maar door de komst van Christus was maar na Paulus' apostolische handoplegging.
deze doop verouderd en achterhaald. Nu Jezus het Nieuwe Testament 7 Bij elkaar bestond deze groep leerlingen van Johannes de Do-
had ingeluid, behoorde de doop bediend te worden in zijn naam. En per uit een man of twaalf. Dit is de laatste maal dat er in het Nieuwe
deze christelijke doop betekent en verzegelt al het heil dat Christus Testament sprake is van hun leermeester.
Jezus verworven heeft. Toen de twaalf mannen Hem gelovig hadden
aangenomen, mochten ze ook in de naam van de Here Jezus gedoopt Niet veralgemenen
worden, als bevestiging van het nieuwtestamentische evangelie. Het Nieuwe Testament leidt uit deze gebeurtenissen geen alge-
Hieruit blijkt dat wij de doop van Johannes en de christelijke doop meen blijvende regels af. Alsof alle gelovigen hetzelfde zouden moe-
niet zo direct in een lijn moeten zien dat we ze haast vereenzelvigen. ten ervaren als deze leerlingen van Johannes. Het verhaalt immers ook
De christelijke doop is de vervulling van de doop van Johannes, zoals van talloze gelovigen die werden gedoopt zonder dat zij daarna in
het huwelijk de vervulling is van de verloving. Daarom heeft de tongen spraken: de drieduizend op de Pinksterdag, 2: 41; de minister
christelijke doop een meerwaarde. Hij maakt wel de doop van Johan- uit Ethiopie, 8: 38v; Paulus in Damascus, 9: i8; Lydia met haar huis,
nes overbodig, maar omgekeerd de doop van Johannes niet de christe- i6: 15; de cipier in Filippi met zijn huis, 16: 33. Wie niet in tongen
lijke doop. spreekt, moet niet de indruk hebben dat hij tekortschiet.
Dat de christelijke doop van Apollos (i 8: 25) niet vermeld wordt, Slechts driemaal daalde de Heilige Geest op dezelfde wijze neer
is nog geen bewijs dat hij hem niet ontvangen heeft. Ook op de laatste als op Pinksteren in Jeruzalem. En wel bij unieke gelegenheden als de
Pinksterdag kan er onder de drieduizend Joden die de christelijke doop inlijving van nieuwe categorieen gelovigen in de christelijke kerk:
ontvingen (2: 41), menigeen zijn geweest, die voordien reeds door Jo- I) de Samaritanen (8: 17); 2) de heidenen (1 o: 44-46); 3) de nog
hannes gedoopt was. 9 ) achterlopende leerlingen van Johannes in Efeze (19: 6) Bij deze drie
Tot hiertoe hadden de twaalf mannen een op zichzelf staande grensovergangen bevestigde de Heilige Geest op opzienbarende wij-
groepering gevormd tussen jodendom en christendom in. Maar door ze: a) dat Israels uitzonderingspositie voorbij was; b) dat de opname
de christelijke doop waren zij thans uit hun isolement bevrijd en ver- van de nieuwe groeperingen zijn volledige goedkeuring had; c) dat de
bonden met de christelijke wereldkerk. Hiermee riep Lucas alle doop van Johannes verouderd en ontoereikend was.
destijds nog overgebleven leerlingen van Johannes op zich eveneens Uniek was ook dat de komst van de Geest in deze drie gevallen
door de christelijke doop met de gemeenten van Christus te ver- gepaard ging met handoplegging door een of meer apostelen (i. Pe-
enigen. trus en Johannes; 2. Petrus; 3. Paulus). In andere gevallen van hand-
oplegging betrof het de bevestiging in een ambt of dienst, vgl. 13: 3,
I Tim. 4: 14, 5: 22, 2 Tim. I: 6.

118 119

§ 27 Paulus' derde apostolische reis is Efeze § 27

Zulke `grensoverschrijdingen' maakt het evangelic sinds de Uit de synagoge gebannen werd de apostel hier nog niet. Volgde
apostolische tijd niet meer. Johannesleerlingen zijn thans nergens meer hij daarom het principe: `Zolang zij mij er niet uitzetten, zal ik er ze-
te vinden. En voor Samaritanen (in Nabloes leven er nog) en heidenen ker niet uitgaan'? Nee, hij zag in de afwijzing van de Christus een ker-
staat de deur al eeuwen open. Voor volwassenen die tot de gemeente kelijke breuk die hij niet kon en mocht helen. Gods eigen Woord had
toetreden zijn vier elementen kenmerkend gebleven: geloof in de Here hier scheiding gemaakt. En dieper kan men God niet beledigen dan
Jezus, bekering, de doop in zijn naam, de gave van de Heilige Geest. door zijn Zoon te verwerpen. Daarom bleef hij niet eindeloos rede-
twisten, maar maakte hij een eind aan zijn optreden in de synagoge.
4. PAULUS BREEKT MET DE SYNAGOGE VAN EFEZE, Anders werd het parels voor de zwijnen werpen, Mat. 7: 6. Vast met
HAND. 19: 8-10 grote droefheid (Rom. 9: 2) scheidde hij zich met zijn discipelen af van
Tij dens zijn tweede apostolische reis had Paulus op de terugweg reeds deze vijanden van de waarheid en zocht hij een andere vergader-
een kort bezoek aan Efeze gebracht en in de synagoge het evangelie gelegenheid. 1 1 )
verkondigd. Toen had men hem graag langer aangehoord (18: I9vv),
maar nu zou zijn prediking er op een kerkscheuring uitlopen. In de aula van Tyrannus
Hij vond die in het schoollokaal van een zekere Tyrannus, moge-
Afscheiding lijk een filosoof of leraar in de welsprekendheid. Een van de Griekse
8 In Hand. 13: 14-41 liet Lucas zien hoe Paulus in synagogen bijbelhandschriften vermeldt in de marge dat Paulus over deze ruimte
preekte. Hij verkOndigde het evangelic, en ging daarbij discussie niet de beschikking had 'van de vijfde ure tot de tiende', dat is van II tot
uit de weg. Zo trachtte hij Joden en godvrezende heidenen ervan te over- 16 uur. Volgens de gewoonte van die tijd begon Tyrannus zijn colleges
tuigen dat Jezus van Nazaret Israels langverwachte Messias was. En dat vroeg in de morgen, om tegen de tijd dat het erg warm werd een flin-
Hij met zijn lijden, sterven, opstanding en hemelvaart de Wet, de Pro- ke pauze in te lassen. In de late namiddag, wanneer de grootste hitte
feten en de Psalmen had vervuld. Drie maanden lang kon hij in de voorbij was, kon hij weer doorgaan. In de tussenliggende uren was de
synagoge van Efeze vrijmoedig spreken over het koninkrijk van God, aula beschikbaar voor Paulus.' 2 )
dat met Messias Jezus gekomen was. Iedereen die in Hem geloofde, zou Als deze toevoeging juist is, stond hij op het heetst van de dag,
in dat rijk vergeving van zonden en eeuwig leven ontvangen. Maar on- terwijl iedereen een dutje deed 13 ), te onderwijzen en zaten zijn leerlin-
geloof zou als ongehoorzaamheid beschouwd worden, Joh. 3: 36. gen te luisteren. En niet alleen op zaterdag (sabbat), maar elke dag!
9 Helaas lieten niet alien zich overtuigen. Sommige broeders Wie weet hoe hard zij voordien al gewerkt hadden. Hij werkte reeds
luisterden weliswaar met brandende harten en aanvaardden Jezus als van 's morgens vroeg af in de tentenmakerij van Aquila, vaak na een
de Messias. Maar anderen begonnen zich te verharden, een proces dat van zijn vele slapeloze nachten, 2 Kor. r i : 27. En dan gaf hij 's avonds
altijd bij de mens zelf begint. 1 °) Wat de apostel ook uit de Schrift naar ook nog onderricht bij gemeenteleden aan huis, 20: 7, 20, 31.
voren bracht, zij bleven er keihard onder en weigerden het evangelic Wellicht was de school van Tyrannus 's middags meteen een soort
te geloven. In felle godsdiensthaat spraken zij luid en heftig kwaad van seminarie voor de opleiding van voorgangers in de groeiende ge-
de `weg', de heilsweg van het evangelic, en daarmee van Jezus zelf, de meenten van Asia. 14 ) Wat Paulus onderwees, zal zakelijk wel hetzelf-
Weg in eigen persoon, Joh. 14: 6. Zij deden dit niet slechts êênmaal, de geweest zijn als wat hij schreef in zijn brieven, vooral die aan de
maar voerden een complete lastercampagne. En nog wel ten aanhoren Romeinen. Zou er nooit eens een leerling van Tyrannus zijn nageble-
van de gemeente, die zich door haar stilzwijgen hieraan mede schul- ven om Paulus te horen? Want ook in dit schoolgebouw onderwees hij
dig maakte. Want Jezus zei: `Wie niet voor Mij is, is tegen Mij, en wie niet alleen Joden, maar ook heidenen. 15 )
niet met Mij bijeenbrengt, jaagt uiteen', Luc. II: 23.

120 121
§ 27 Paulus' derde apostolische reis Efeze § 27

Vanuit Efeze heel Asia geevangeliseerd en werkschorten voor gebruikte, vgl. Luc. 8: 44. Als men die op de zie-
10 Twee jaar kon Paulus hier ongestoord het evangelie verkon- ken legde, bewerkte God dat hun kwalen van hen weken en dat de dui-
digen. En, ging er wat uit van samenkomsten in een schoolgebouw, op velse geesten uit hen weggingen. De patienten zagen hierin blijkbaar
een uur waarop iedereen siesta hield en in een tijd waarin nog geen geen magie, maar de helende kracht en barmhartigheid van de leven-
drukpers bestond? Jawel, want na enige tijd hadden alle bewoners van de Heiland. Anders had Paulus het vast verhinderd, vgl. Luc. 8: 48,
de provincie Asia kennisgemaakt met de boodschap van de Here Jezus, Hand. 5: 15.
Joden zowel als Grieken. Dit Goddelijk machtsvertoon maakte uiteraard enorme indruk in
Hier lagen de steden Kolosse, Hierapolis en de zeven gemeenten de stad. Het verleende het evangelie van de Here Jezus en de persoon
uit Op. 2 en 3. Waarschijnlijk zullen daar in deze periode gemeenten van zijn apostel grote aantrekkingskracht. Zowel uit Efeze als uit de
zijn gesticht. Dit kan het werk zijn geweest van Paulus' medewerkers: provincie Asia trok Paulus vele hoorders. Ook de gemeenten van Ko-
Epafras, Filemon en Archippus in Kolosse (Kol. 2: I, 4: 13, Filem. Iv), losse, Hierapolis en Laodicea moeten met behulp van deze hemelse
Tychikus (EL 6: 21) en Trofimus, die uit Asia afkomstig was, 20: 4. Al steun zijn ontstaan en gegroeid. (Zie voor de blijvende functie van de
zullen we hierbij zeker ook moeten denken aan de vrijmoedigheid nieuwtestamentische tekens en wonderen: dl. I, 63-66.)
waarmee de gelovigen het evangelie doorvertelden, vgl. I I: 20V. De
centrale ligging van Efeze zal hierbij ook een rol gespeeld hebben. Een demon verdreven en Jezus geprezen
Heeft Paulus samen met Titus in deze periode vanuit Efeze een 13 Maar de roem van onze grote God en Heiland Christus Jezus
bezoek gebracht aan Kreta?, Tit. 1: 5. In elk geval heeft hij tijdens zijn zou nog hoger stijgen! En wel door zijn schitterende overwinning op
tweejarig verblijf in Efeze zijn eerste brief aan de Korintiers geschre- het wereldbekende occultisme van Efeze. Hoewel de Thora dit Israel
ven, i Kor. 16: 8. in Deut. 18: 10-14 streng verbood, lieten ook Joden zich daarmee in.
Simon de tovenaar en Barjezus waren twee van zulke Joodse magiers,
5. PAULUS' PREDIKING EN APOSTOLAAT 8: 4-25, 13: 6v, vgl. Luc. I I: 19.
BUITENGEWOON KRACHTIG BEVESTIGD, Een paar van zulke rondreizende Joodse geestenbezweerders pro-
HAND. 19: 11-20 beerden Paulus' opzienbarende duiveluitbanningen te imiteren. Hoe-
Het was ook in Efeze dat de Here op ongehoorde wijze liet zien dat wel zij niet in Hem geloofden, waagden zij het ook de naam van de
Paulus een Godsgezant was, die Gods Woord verkondigde over nie- Here Jezus uit te spreken over mensen die in de macht van demonen
mand minder dan Gods eigen Zoon. En dat Hij mensen bevrijdt, zo- waren. Alsof die naam een magische kracht was, waardoor je tover-
wel van de schuld der zonde als van haar macht en gevolgen, ook de kunsten kon uitoefenen, vgl. Mat. 7: 22V. Voorheen gebruikten ze daar-
lij felijke. voor graag de naam van Salomo, maar nu zeiden ze tot de boze
Zoals Hij hun voor zijn hemelvaart had beloofd (Mar. 16: 17- geesten: 'Ik bezweer jullie bij Jezus, die door Paulus wordt verkon-
20), had de Here vanuit de hemel de prediking van zijn apostelen reeds digd.' Met deze nieuwe toverformule meenden ze hun omzet flink te
door vele tekenen ondersteund. 16 ) Maar de wonderen die God door kunnen vergroten. Zo trachtte satan het evangelie van Jezus Christus
Paulus in Efeze deed, waren zelfs in vergelijking met voorgaande won- voor te stellen als een nieuwe vorm van occultisme en het te laten
deren buitengewoon groot. ondergaan in syncretisme
12 Lucas moet ze als arts met diep ontzag genoteerd hebben. Het 14 En dat nog wel met inschakeling van Joden. Want het waren
betrof hier immers de wel zeer opmerkelijke genezing van ziekten en de zeven zonen van Skevas, een Joodse opperpriester, die hun tover-
bevrijding van demonen. 17 ) Het 'ongewone' ervan was dat de Here er praktijken in de naam van Jezus wilden voortzetten.
vaak niet eens Paulus' handen bij inschakelde, maar er diens lijfgoed

122 123
27 Paulus' derde apostolische reis Efeze 27

15 Maar daar zijn ze letterlijk en figuurlijk niet zonder kleer- daarvan gruwt, Deut. 10-14. Ootmoedig kwamen zij hun zonden
scheuren vanaf gekomen. Toen zij op zekere dag een boze geest wil- belijden en hun occulte praktijken opbiechten. (Maakten zij daarbij
den bezweren, reageerde deze met: `Jezus ken ik en wie Paulus is weet ook hun geheime bezweringsformules openbaar, zodat die daardoor
ik ook, maar wie zijn jullie?' Jezus (er)kende hij als Zoon van de aller- waardeloos werden?)
hoogste God, die hem kon vernietigen, Mar. 1: 24, 5: 7, Luc. 4: 41. En 19 Een flink aantal christenen die zich voor hun bekering met
tegen Paulus, Jezus' gezant, moest hij het ook afleggen. Maar het zwarte kunst opgehouden hadden, lieten publiekelijk zien dat zij daar
onderscheid tussen Jezus' apostel en de misbruikers van die naam nu radicaal mee braken. Zij hadden nog zogenaamde `Efezische boe-
doorzag de boze geest scherp. In het rijk van satan weet men blijkbaar ken' in huis.I 8 ) Kostbare toverboeken, waarin allerlei uiterst geheime
of iemand echt bij Jezus behoort of zijn volgeling niet is. bezweringsformules en toverkunsten stonden. Zij piekerden er niet
16 Want zo bang als duivelen zijn voor Jezus, zo brutaal traden over die aan heidenen te verkopen, maar gooiden al deze heidense rom-
ze op tegen deze ongelovige exorcisten. Als Paulus het in Jezus' naam mel resoluut op een hoop en staken er in het openbaar de brand in. Vast
had bevolen, was de demon uitgevaren, maar nu deed die naam hem tot ontzetting van de heidense bevolking die niet wist wat zij zag, want
niets. Hij dwong zijn slachtoffer op de bezweerders of te springen en geheime toverformules waren zeer gezocht en peperduur. Men be-
gaf hem zoveel bovenmenselijke kracht dat hij in zijn eentje (!) alle ze- rekende globaal dat er op die brandstapel at gauw voor vijftigduizend
ven exorcisten overweldigde, vgl. Luc. 8: 29. Hij takelde hen zo toe zilveren denarien in rook opging. Dat was 5o.000 maal het dagloon
dat ze `naake (zonder kleren of zonder bovenkleren) en onder het bloed van een arbeider, Mat. 20: 2. Voor huidige begrippen een paar miljoen
de straat op vluchtten. Laat iedereen deze waarschuwing ter harte ne- gulden! Daarom was deze boekrolverbranding meteen een indruk-
men die pretendeert apostolische macht over demonen te bezitten en wekkende prediking voor het bijgelovige Efeze: christenen doen daar
zich zo met het rijk der duisternis inlaat! niet meer aan mee. Zij vinden rust bij Jezus, Mat. 28.
17 Hoewel Efeze een wereldstad was, ging dit nieuws als een lo- 20 Zo zegevierde het Woord van de Heer. Alles wat satan er te-
pend vuurtje bij alle Joodse en Griekse inwoners rond: je al ge- gen in het geweer had gebracht, kon hier niet tegenop. Paulus' dappe-
hoord van de zeven geestenbezweerders die de naam van Jezus mis- re evangelieverkondiging, de wondertekens waardoor God het be-
bruikten?' Door hun smadelijke afstraffing werd iedereen met diep vestigde, de nederlaag van de exorcisten, het algemene respect voor de
ontzag vervuld. En men verstond het gebeurde goed, want men zag in naam van Jezus en de publieke verbranding van toverboeken bewezen
Paulus geen supermagier, maar prees de naam van de Here Jezus! alle de onoverwinnelijke kracht van Gods Woord. De gemeente groei-
Algemeen erkende men dat Hij sterker was dan de gevreesde boze de erdoor, zowel in getal als in geloofskracht. En steeds meer bui-
machten, waartegen men in Efeze tovenaars in de arm nam. tenstaanders gaven gehoor aan het Woord. Zo kwam ook deze antieke
wereldstad at meer onder beslag van het evangelie.
Bekeerde tovenaars verbranden openlijk hun boeken Voorheen was Efeze een stapelplaats van magische geschriften
18 Vooral op de Efeziers die al tot geloof gekomen waren, maak- geweest, nu werd het de bewaarplaats van verscheidene apostolische
te de afranseling van de zeven duivelbezweerders diepe indruk. Velen geschriften. Het ontving Paulus' brief `aan de Efeziers' en zal een ko-
van deze pasbekeerden waren echter nog `kinderen in het christelijke pie hebben bezeten van die aan de Korintiers, welke hij van hieruit had
geloof', i Kor. 3: 1, vgl. Ef. 4: 22-24, 5: i i. Zij hadden nog niet radi- geschreven. En ook de beide brieven aan Timoteils schreef Paulus toen
caal gebroken met bijgelovige gewoonten en magische praktijken uit zijn geestelijke zoon in Efeze werkte.
hun heidense verleden. (Zie voor de toegepaste magie in de Grieks-Ro-
meinse wereld: dl. 1, 188v.) Maar nu zagen zij in dat zij zich ook van
alle vormen van toverij en duivelskunst moesten bekeren, omdat God

124 125

§ 27 Paulus' derde apostolische reis r. Efeze § 27

6. PAULUS' TOEKOMSTPLANNEN, HAND. 19: 21 22 - naar Spanje, de meest westelijke voorpost van de Romeinse bescha-
Toen de apostel ruim twee jaar in Efeze en omgeving had gewerkt, be- ving! 20 ) Straks schrijft hij tijdens zijn tweede verblijf in Korinte in zijn
sloot hij zijn arbeid daar af te ronden en beraamde hij nieuwe reis- brief aan de Romeinen: 'Al jaren verlang ik vurig u te bezoeken als ik
plannen. Lucas spreekt daar in deze verzen vrij kort over. Wij vullen naar Spanje ga. Ik hoop namelijk op doorreis u te zien' (gesticht was
zijn mededelingen aan met wat Paulus er zelf over vertelt in zijn brie- de gemeente er immers reeds door anderen), Rom. 15: 23v., vgl. 1: I I v.
ven aan de Korintiers en Romeinen. Maar eerst moest de collecte van Macedonia en Achaje in Jeruzalem
afgedragen worden. Daarna `zal ik over uw stad naar Spanje reizen',
De balans 15: 28. 21 )
21 Tijdens zijn tweede apostolische reis had de apostel in Grie- Aanvankelijk was Paulus van plan linea recta van Efeze over zee
kenland gemeenten gesticht in Filippi, Tessalonika, Berea, Athene en naar Korinte over te steken, vervolgens vandaar naar Macedonia te rei-
Korinte. En thans had hij op zijn derde reis een grote gemeente mogen zen en dan weer naar Korinte terug te keren, 2 Kor. : I5v. Maar van
planten in Efeze, waaruit dochterkerken waren voortgekomen in de dat voornemen zag hij af. Hij besloot nu over land via Macedonia naar
hele Romeinse provincie Asia (= West-Turkije). Daarmee had hij aan Korinte te gaan, dus langs een grote omweg door het noorden.
weerszijden van de Egeische Zee het evangelic verkondigd. `Zo heb ik 22 Timoteiis en Erastus, twee van zijn medewerkers, zond hij
van Jeruzalem en omstreken tot Illyrie (= Dalmatia) de prediking van vooruit naar Macedonia om de Griekse gemeenten voor te bereiden op
het evangelic van Christus voltooid (...) Nu heb ik in deze streken geen de inzameling voor Jeruzalem. Dan was dit geregeld wanneer Paulus
arbeidsveld meer', Rom. 15: 19, 23. zou aankomen, i Kor. 16: 1-4. Zelf bleef hij bij nader inzien nog eni-
Hiermee liep Paulus' apostolische pionierswerk in de oostelijke ge tijd in Asia. Daarvoor had hij twee redenen.
Middellandse-Zeelanden af. Hij had er christelijke centra gesticht van In de eerste plaats vanwege de problemen in de gemeente te Ko-
waaruit het evangelic zich verder kon verbreiden. Nu bezon hij zich rinte. Hij had haar reeds enkele brieven geschreven (ook ons i Korin-
op reisplannen voor de komende jaren, uiteraard in gebed en 'in de tiers) en onlangs Titus erheen gezonden om de partijen met elkaar te
Geest', die zijn route tot op heden had bepaald, vgl. 16: 7-10, 20: 22. 19 ) verzoenen. Zeer benieuwd wachtte Paulus nu zijn terugkomst en rap-
port af, 2 Kor. 7: 6v.
Plannen In de tweede plaats deden er zich nieuwe kansen voor het evan-
Allereerst wilde hij in Macedonia en Achaje (= Griekenland) de gelic voor. Misschien vanwege de toestroom van pelgrims en toeristen
gemeenten van Filippi, Tessalonika, Berea en Korinte nogmaals be- voor het grote feest van de godin Artemis in mei? In elk geval schreef
zoeken om de gelovigen daar te versterken. (De Klein-Aziatische ker- hij aan de Korintiers: `Ik kom [niet regelrecht] bij u, [maar] wanneer
ken had hij na hun stichting zelfs tweemaal voor nazorg bezocht, 15: ik [eerst] in Macedonia geweest ben.' Als het kan, blijf ik `misschien
36, 16: 1-5, 18: 23.) Tevens wilde hij er een collecte organiseren voor wel de hele winter'. (...) 'Maar tot Pinksteren blijf ik nog in Efeze,
de arme gelovigen in Jeruzalem. En dan koesterde hij het plan de op- want de deur staat bier wijd open voor mijn werk, ook al zijn er veel
brengst daarvan zelf in Jeruzalem te gaan afdragen. Dan kon hij met- tegenstanders', i Kor. 16: 5v, 8v.
een verslag doen van zijn werkzaamheden aan Jakobus en de oudsten. In Hand. 20-28 vertelt Lucas dat Paulus' reisplannen wel zijn uit-
Indien enigszins mogelijk wilde hij er met Pinksteren zijn. Dit plan valt gevoerd, maar langs heel andere wegen dan hij zich in Efeze nog voor-
af te leiden uit 20: 16, 21: 18v, Rom. 15: 26v, i Kor. 16: 1-3, 2 Kor. 8. stelde. Hij zou Rome als gevangene betreden. Maar dit zou nog min-
Maar, verklaarde hij, als ik daar ben geweest, moet ik ook een be- stens drie jaar duren. Voorlopig zal hij door de wijziging van zijn
zoek aan Rome brengen. Dit laatste had de Geest hem blijkbaar al be- plannen betrokken raken bij de massale betoging die de zilversmid De-
kendgemaakt, vgl. 23: I r. Intussen droomde hij ook al van een reis metrius tegen hem en het evangelic organiseerde.

126 127

§ 27 Paulus' derde apostolische reis 1: Efeze § 27

7. MASSABETOGING TEGEN PAULUS EN HET mensen heeft omgepraat en afvallig gemaakt, niet alleen in Efeze,
EVANGELIE, HAND. 19: 23-41 maar in bijna heel Asia.' Demetrius was uitstekend van Paulus' predi-
Nergens had Paulus het evangelie zo lang ongestoord kunnen verkon- king op de hoogte: hij beweert dat goden die door mensenhanden zijn
digen als in Efeze. Maar tegen de tijd van zijn vertrek werd hij het gemaakt, helemaal geen goden zijn. Dit had Paulus blijkbaar niet al-
middelpunt van een massabetoging waarbij zijn leven groot gevaar leen in het afgodische Athene (17: 24v, 29), maar ook in Efeze na-
liep. Doelde hij ook hierop toen hij in 2 Kor. I : 8-i I over zijn `moei- drukkelijk verkondigd. Mogelijk gaven ook velen die geen christen
lijkheden in Asia' schreef, waarbij 'we zelfs wanhoopten aan ons le- werden hem daarin gelijk.
ven'? En zouden Prisca en Aquila toen hun leven voor hem op het spel 27 'Dm is gevaarlijk', vervolgde Demetrius, 'want daardoor
hebben gezet?, vgl. Rom. i6: 3v. krijgt onze bedrijfstak, waarin wij alien een goede boterham verdienen,
een slechte reputatie. Bovendien wordt het wereldberoemde heiligdom
Demetrius voert actie tegen het evangelie van de grote godin Artemis volledig van zijn aanzien beroofd. En zij
23 Vele heidenen waren nu al uit de duisternis van satan geroe- die in heel Asia, ja in de hele wereld wordt vereerd, zal al haar ma-
pen tot Jezus, het licht van de wereld, Joh. 8: 12, Ef. 5: 8. De wereld- jesteitelijke luister verliezen.' Kortom, de roem en economie van Efe-
beroemde tempel van Artemis, een bolwerk van de duivel, trok reeds ze eisten krachtige bestrijding van 'de nieuwe godsdienst'.
minder belangstelling. Maar daar legde de boze zich natuurlijk niet 28 Deze toespraak sloeg geweldig in. Verstandige mensen zou-
zonder slag of stoot bij neer. Van zijn twee klassieke wapens list den gezegd hebben: `Laat Artemis zichzelf verdedigen' (vgl. Richt. 6:
(dwaalleer) en geweld koos hij ditmaal het laatste. Door middel van 28-32), maar de zilversmeden lieten zich opzwepen. Dwars tegen Pau-
een massabetoging voor Artemis en tegen Jezus als de levende heils- lus' verkondiging van de levende God en zijn Zoon Jezus Christus in,
weg trachtte hij de gemeente te vernietigen. begonnen ze woedend te schreeuwen: 'Groot is de Artemis van de Efe-
24 We spraken al over de genoemde tempel, p. I I o. De stromen ziers!' Uiteraard om zo de hele stad tegen de verkondigers van het
toeristen die dit wereldwonder kwamen bezichtigen, kochten grif een evangelic op te zetten.
kleine zilveren afbeelding ervan om het aan de godin te wijden of als
souvenir en amulet mee naar huis te nemen. Een zekere Demetrius, een Antichristelijk oproer
zilversmid22 ), had een zaak waar deze miniatuurtempeltjes en meer 29 Die opzet slaagde maar al te goed. De vlam sloeg in de pan
van dergelijke dingen, zoals zilveren en terracotta beeldjes van de go- en de hele stad raakte in verwarring en opschudding. Wat er precies
din, werden gemaakt. Daarmee verschafte hij aan heel wat vakmensen aan de hand was, wist men niet (vgl. vs. 32), maar dat het om de gro-
een ruim inkomen. De vraag naar tempeltjes was echter sinds de komst te Artemis ging, was iedereen duidelijk. Als een man stormden ze mas-
van Paulus merkbaar gedaald. Verdere achteruitgang van de Artemis- saal naar het openluchttheater, dat plaats bood aan duizenden betogers,
dienst zou vooral hen financieel gevoelig treffen. vgl. p. 109. Gajus en Aristarchus, twee Macedonische reisgenoten van
25 Daarom riep hij de hele vakgroep in vergadering bijeen en Paulus, werden hardhandig meegesleurd. Wellicht omdat hij zelf on-
hield daar als een echte volksmenner een listige toespraak, waarin hij vindbaar was. Demetrius' plan was duidelijk. Een volkstribunaal zou
meesterlijk inspeelde op hun eigenbelang en hun godsdienstige ge- Paulus' verdere verkondiging van het evangelic onmogelijk moeten
voelens. Hij deed dit in deze veelzeggende volgorde: ) hun geld; maken.
2) hun tempel; 3) de luister van de godin. `Mannen', zo stak hij van 3o Toen de apostel vernam dat twee van zijn medewerkers wa-
wal, `jullie weten dat wij van ons bedrijf voortreffelijk kunnen leven. ren opgepakt, wilde hij zich ook naar het theater begeven om de me-
26 Maar jullie zien en horen zelf ook dat die kerel, die Paulus — nigte toe te spreken. Als gezant van Jezus Christus wilde hij diens zaak
ze kenden hem blijkbaar allemaal — met zijn propaganda een massa verdedigen en zijn medewerkers te hulp komen. Maar ook al was hij

128 129
§ 27 Paulus' derde apostolische reis Efeze § 27

Romeins staatsburger en had hij in Lystra een steniging overleefd en 34 Maar toen de mensen (aan zijn kleding?) merkten dat hij een
in Filippi een zware mishandeling, dit vonden de leerlingen blijkbaar Jood was, raakten ze in een godsdienstige extase en begonnen ze als
ondoordacht, vgl. 9: 25, 30; 17: 10, 14. Daarom hielden ze hem hier uit een mond te scanderen: 'Groot is de Artemis van de Efeziers!' Dit
vanaf. Als mikpunt van de volkswoede zou de hysterische massa naar hield de opgezweepte volksmassa wel twee uur (!) aan een stuk vol.
hem zeker niet luisteren. Integendeel, zij zou hem kunnen lynchen. Het machtige spreekkoor uit duizenden kelen moet in de hele stad te
31 Zelfs enkele leden van het provinciaal bestuur van Asia, die horen zijn geweest. Ook in de schuilplaats van Paulus, die er de woe-
hem vriendschappelijk gezind waren, stuurden hem een boodschap de en macht van satan tegen het evangelie in beluisterde. Maar dit was
met het dringende advies zich niet in het theater te wagen. Hierin kwam ook het enige wat zijn aanhang hier kon uitrichten: zich schor schreeu-
Gods beschermende hand wel op bijzondere wijze uit. Want deze wen.
Asiarchen waren notabene belast met het toezicht op de keizercultus
en in Efeze met de zorg voor de Artemis-verering! Een nieuw voor- De stadsgriffier brengt de menigte tot bedaren
beeld van Paulus' grote invloed in Asia! 35 Pas nadat hij de menigte zich eerst twee uur moe had laten
Hiermee ontving Zijne Excellentie Teofilus, aan wie Lucas zijn schreeuwen, verscheen de stadsschrijver' op het toneel. Dit woord
boeken opdroeg, een nieuw bewijs dat christenzijn hem niet per se in geeft de positie van deze autoriteit echter onvoldoende weer. Efeze was
conflict met de overheden behoefde te brengen. Goede christenen wer- een vrije rijksstad en daarin was hij de hoogste autoriteit onder de Ro-
den ook door hoge Romeinse regeringsfunctionarissen in Efeze niet als meinse proconsul, die de hele provincie Asia bestuurde. Hij leek
potentiele relschoppers, maar als loyale staatsburgers beschouwd, vgl. daardoor meer op de burgemeester van een moderne wereldstad dan
18: 12-17, 23: TO, 24: 221/, 25: 25, 26: 3ovv, Rom. 13: 1-7, I Petr. 2: 13v. op een gemeentesecretaris. Op de munten die gedurende zijn ambts-
32 Intussen heerste er in het theater een volslagen wanorde. Alle termijn werden geslagen, prijkte zijn naam! Deze hoge ambtenaar was
betogers stonden door elkaar te schreeuwen, want de meesten waren verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde. Ook de
zomaar meegelopen en wisten niet eens waarvoor ze bij elkaar ge- tempel van Artemis, die tevens als belangrijke depositobank fun-
komen waren. Ja, er was iets met Artemis aan de hand, maar niemand geerde, stond onder zijn controle. Hij was dan ook de aangewezen man
wist er het fijne van. om het oproer te stillen. En inderdaad slaagde hij erin de hysterische
menigte tot bedaren te brengen. Hij wist haar te overtuigen met vier
De Joden distantieren zich van het christelijk geloof argumenten.
33 Nu dreigde de situatie ook voor de Joden in Efeze gevaarlijk
te worden. Zij stonden immers eveneens bekend om hun strenge een- Ten eerste: de faam van Efeze is onaantastbaar
godendom en afkeer van godenbeelden. Hoe gemakkelijk zou de haat Tactvol speelde hij in op de trots van de bevolking op haar stad
van de opgezweepte massa zich nu ook tegen hen kunnen keren. Daar- en tempel. Wie ter wereld wist niet dat Efeze de `tempelhoedster' was
om moest koste wat koste vermeden worden dat de volksmassa jo- van de grote Artemis en van haar beeld dat uit de hemel was gevallen?
dendom en christendom over een kam zou scheren. Om dit te voorko- Deze eretitel stond zelfs op munten uit die tijd.
men schoven zij een zekere Alexander, een Jood en een begaafd Met deze retorische vraag omzeilde hij handig het punt waar het
spreker, naar voren. Uiteraard met de opdracht klaarheid te verschaf- Demetrius om ging (tanende eerbied voor de godin) en goot hij olie op
fen en zich namens de hele Joodse gemeenschap in Efeze openlijk van de golven. Waar maakte men zich druk om? Beweerde Paulus dat door
het christelijk geloof te distantieren. En misschien ook Paulus zwart te mensen gemaakte godenbeelden geen goden konden zijn? Maar in
maken, vgl. vs. 9. Hij wenkte met de hand om stilte, en wilde het yolk Efeze ging het toch om het uit de hemel gevallen beeld van Artemis!
duidelijk maken dat de Joden onschuldig waren. (Grieks: Diopetes = van Zeus gevallen.) Mogelijk was dit een inge-

130 131

§ 27 Paulus' derde apostolische rein I: Efeze § 27

slagen meteoriet, die later bewerkt was tot een beeld van de godin of slist. Maar niet door een wilde en illegale actie als Demetrius nu op
daarin verwerkt was. touw had gezet.'
36 Opnieuw voorbijgaand aan de slinkende verkoop van zilve-
ren tempeltjes, verzekerde de griffier dat de roem van Efeze als 'be- Ten vierde: Rome duldt geen ordeverstoringen
schermvrouwe' van de Artemistempelonloochenbaar was. Christelijke 4o De stadsgriffier wist maar al te goed dat de regering in Rome
predikers konden daar volgens hem niets aan afdoen. Daarom diende fel gebrand was op strenge handhaving van de openbare orde. Want die
men zijn kalmte te bewaren en geen onbezonnen dingen te doen. vormde het fundament van de Pax Romana, de vrede in het Romein-
Daarmee stapte hij over op zijn tweede argument: de onschuld van Ga- se rijk. Daarom waarschuwde hij ernstig voor de mogelijke gevolgen
jus en Aristarchus. van deze ordeverstoring. En niet voor de christelijke kerk, maar voor
de hele stad! Er dreigde namelijk een veel groter gevaar dan enige
Ten tweede: onschuldigen gevangen genomen teruggang in de toeristenindustrie: wij lopen het risico van oproer te
37 Men had deze mannen nu wel voor het yolk gesleept, maar worden beschuldigd vanwege de onrust van vandaag! Want we kunnen
het waren geen tempelschenders en ze hadden ook onze godin niet ge- die natuurlijk op geen enkele wijze rechtvaardigen (waarmee hij de on-
lasterd. Dat waren in de Grieks-Romeinse wereld zware misdrijven. De schuld van de christenen nogmaals bevestigde). De Romeinen zouden
magistraat wist echter dat zij die niet bedreven hadden. Dan kende hij voor straf privileges kunnen intrekken, vgl. Joh. I I : 48.
Gajus en Aristarchus of hij had inlichtingen over hen ingewonnen. Wat 41 Met deze vier argumenten en zijn tactvolle optreden wist de
de apostel over de levende God verkondigd had, liet hem koud. Het bekwame bestuurder de heftig bewogen massa tot rust te brengen. Zo
ging hem alleen om het herstel van de openbare orde. wild als de betoging begonnen was, zo tam eindigde zij. Wij zien hier-
Terloops vernemen we van hem dat Paulus en zijn helpers had- in de hand van de Koning der kerk, die zijn apostel en gemeente be-
den gehandeld volgens Gods gebod: 'De naam van vreemde goden schermde tegen deze satanische aanval. Daarvoor gebruikte Hij de
mag u niet uitspreken, ze mogen uit uw mond niet gehoord worden', wijsheid van een heidense stadsbestuurder, zoals Hij eerder die van
Ex. 23: 13, vgl. Ps. 16: 4. En hoewel ze blijkbaar nooit op de godin Gallio had ingeschakeld, vgl. 18: 12-17, Spr. 2I: 1. 23 )
hadden afgegeven, verkocht Demetrius duidelijk minder tempeltjes.
Niet als gevolg van kracht of geweld, maar door Gods Geest, Zach. 8. PAULUS NEEMT AFSCHEID VAN EFEZE,
4: 6 . HAND. 20: 1
Nergens had Paulus zo lang gewerkt en gewoond als in Efeze, name-
Ten derde: de wettelijke weg niet bewandeld lijk drie jaar lang, 20: 31. Nu achtte hij de tijd gekomen om verder te
38 Goed, Demetrius en zijn collega's konden best een pri- reizen. Een buitengewoon zware periode in zijn leven was hiermee be-
vaatrechtelijk geschil met iemand hebben. Maar de stadssecretaris' eindigd.
wees hen erop dat daarvoor op de markt rechtszittingen werden ge- Zijn vertrek was niet gedwongen en overhaast (13: 50, 14: 6,
houden en dat je daarvoor proconsuls had, bij wie je in hoger beroep 20), want na de toespraak van de stadsgriffier was de rust in Efeze
kon gaan. Dus als zij iets tegen iemand hadden, dan dienden zij hun weergekeerd. De apostel kon daardoor zijn werk rustig afronden. Bo-
zaak bij de rechtbank aanhangig te maken. Daar konden zij Paulus des- vendien had hij reeds voordat de opschudding losbrak, besloten Efe-
gewenst in rechte aanspreken. Beschamende reprimande voor de he- ze te verlaten om via Macedonia naar Jeruzalem te gaan, vgl. 19: 2 i v.
ren zilversmeden! Toen het tumult bedaard was, liet Paulus de leerlingen bij zich komen
39 'En als u nog meer wilt, dingen van publiek belang, dan kan Aquila en Priscilla, zijn boezemvrienden, zullen erbij geweest
daarover in een wettig samengeroepen volksvergadering worden be- zijn en leerlingen die hij tijdens de middaghitte in de school van Ty-

132 133
§ 27 Paulus' derde apostolische reis Efeze § 27

rannus onderwezen had. Verder misschien ook de twaalf volgelingen NOTEN


van Johannes de Doper, die de Here Jezus voor Paulus' komst nog niet 1) Wij ontleenden deze en volgende gegevens over Efeze aan A. Sizoo, De
antieke wereld en het Nieuwe Testament, Kampen 1948, 159-163, 174-179.
kenden. Kortom, vele Joden en heidenen die door hem tot geloof ge-
Idem, Uit de wereld van het Nieuwe Testament, Kampen 1948, 157-I60.
komen waren. C. van der Waal, Gij kustlanden, Goes 1976, 62-71
Grote dingen had de Here de afgelopen jaren door hem in de 2) Vgl. S. Greijdanus, Ephese, Philippenzen (Korte verklaring der Heilige
Klein-Aziatische wereldstad gedaan. Hij liet er een gemeente achter Schrift), Kampen 1949, 10. Fritz Rienecker, Der Brief an die Epheser, Wup-
waarin de mozalsche scheidsmuur was neergehaald, zodat Joden en pertal 1968,24. Volgens J. van Bruggen is de brief gericht aan Efeze, Paulus,
heidenen bier een ongedeelde, nieuwe mensheid vormden, Ef. 2: 14- Kampen 2001, 143, 273.
16. Er waren inmiddels ook oudsten en opzieners uit zijn leerlingen 3) Wij volgden o.m. William Hendriksen, Exposition of Galatians, New
Testament Commentary series, Grand Rapids 1968, I 4v. Deze mening wordt
voortgekomen, aan wie hij de herderlijke zorg voor de gemeente kon gedeeld door Zahn, Lenski, Ridderbos, Kistemaker. Anderen, onder wie S.
toevertrouwen, 20: 28. Greijdanus, J. A.T. Robinson en J. van Bruggen, zijn van mening dat Paulus
Hij sprak hen vertroostend en bemoedigend toe. Dit hadden ze de brief op zijn derde reis schreef en wel vanuit Efeze. Zie ook § 22, noot I 1.
wel nodig na de grote antichristelijke betoging in het theater. Zelf had 4) Vgl. in deze serie Genesis-Exodus, 15v.
hij in Asia beter dan waar ook geleerd dat we maar nooit iets van ons- 5) Christelijke Encyclopedia, Kampen 1961, vi, 114.
zelf, doch alles van God moeten verwachten, 2 Kor. : 9. Dit moest de 6) 'Men bevreemde zich hierover met het oog op Apollos' schriftkennis niet.
gemeente nu ook doen. Hij ging vertrekken, maar de verhoogde Here Wel geven ons de oudtestamentische Schriften een volledig beeld van den
Jezus bleef met zijn Geest en Woord bij hen. En zijn hand was bij Messias, maar dit beeld is, om zoo te zeggen, niet uit een blok gehouwen; zijn
deelen liggen verspreid, en men moet ze saamvoegen om het geheel voor zich
machte hen te beschermen, zoals het verloop van de antichristelijke be- te verkrijgen. Dit is geen licht werk; aan den Dooper zelven laat zich zien dat
toging had bewezen, vgl. 14: 22. wat van den koninklijken en den priesterlijken Christus voorzegd is, ons zon-
Daarna nam hij afscheid. Hoewel zij hem graag bij zich hadden der hoogere verlichting onvereenigbaar toeschijnt', J. van Andel, comm. a.l.
gehouden, stonden zij hem met liefde of voor zijn werk in de Mace- Vgl. Luc. 24: 44v.
donische en Griekse zusterkerken. De gemeente zou hij niet meer 7) Apollos 'is an example for all the high and mighty men of education to-
terugzien, haar oudsten op zijn terugreis nog wel, 20: 17-38. Naar de day and for the green beginners for whom a little learning is already a danger-
gewoonte van die tijd zal een aantal broeders en zusters hem nog een ous thing. They scorn the old faith, look down even upon godly parents who
cling to it and on the church that keeps the sacred fire burning. Apollos shall
eindweegs uitgeleide gedaan hebben. Toen keerden zij terug en reisde
judge them at that day!', R.C.H. Lenski, comm. a.l.
hij verder naar Macedonia. 8) D. Holwerda, De Schrift opent een vergezicht, Kampen 1995, 429vv.
Hoewel de gemeente nog maar Jong was, zou zij na zijn vertrek 9 ) J. P. Versteeg, 'De doop volgens het Nieuwe Testament', in: Rondom de
grote inspanning en standvastigheid aan de dag leggen. Zij zou valse doopvont, W van 't Spijker e.a. (red.), Kampen 1983, 56-6o.
apostelen ontmaskeren en om Jezus' wil zware lasten dragen. Ook zou 19 ) Esklêrunonto met Lenski opgevat als ipf. med. refl. Een mens wordt pas
zij straks de (rondzend?)brief aan de Efeziers nog van hem ontvangen. door God verhard wanneer hij eerst zichzelf verhard heeft. Verharding is van
Kortom, dit was de tijd van haar `eerste liefde', waar de Here haar la- Gods kant altijd straf op verharding.
11) Wer zu solchen Scheidungen nicht Mut hat, erreicht nichts und gefähr-
ter aan zou herinneren, Op. 2: 2-4.
det alle Schwankenden und Schwachen', W.de Boor, comm.a.l. Ook Calvijn,
die overigens een diepe afkeer had van nodeloze kerkscheuringen (Inst. Iv,
hfdst. f, § 12), beschouwt deze geschiedenis als een voorbeeld waardoor `wij
vermaand worden, om, wanneer wij gevaar loopen van onherstelbare en on-
geneeselijke verhardheid, niet langer vergeefsche moeite behoeven te beste-

134 135
§ 27 Paulus' derde apostolische rein Efeze § 27

den. Zoo vermaant Paulus ons zelf (Tit. 3: o) om een kettersch mensch na 22) Eigenlijk: zilverslager. Zie voor het werk van zilversmeden in de oudheid
de eerste en tweede vermaning te verwerpen. Want het woord Gods wordt on- A. Sizoo, De antieke wereld en het Nieuwe Testament, Kampen 1948, 1134-
waardiglijk gesmaad, indien het voor de zwijnen en honden wordt geworpen. i o6,
Bovendien moeten wij ook de zwakken onderrichten, opdat hun geloof niet 23) Lucas gebruikt in zijn weergave van deze toespraak zoveel specifieke ter-
aan het wankelen wordt gebracht door schandelijke lasteringen van de heili- men die in dezelfde betekenis ook zijn aangetroffen in inscripties, papyri,
ge leer. Daarom scheidde Paulus de discipelen van hen af, opdat deze bok- munten en andere geschriften, dat men zich verbaast over zijn nauwkeurige
ken, de schapen der kudde niet zouden verontreinigen; en vervolgens opdat kennis en gebruik daarvan. ' Those who fault him in other places do not praise
degenen, die God op zuivere wijze dienden, de waarheid te vrijmoediger zou- him here. They are simply silent. But the great fact stands out that Luke is ab-
den belijden', comm. a.l. (vert. G. Wielenga), Kampen 1899. solutely reliable aside from inspiration', R. C. H. Lenski, comm. a.l.
12) A. Sizoo, De antieke wereld en het Nieuwe Testament, Kampen 1948,
128-130. R. C. H. Lenski betwij felt de juistheid van deze lezing, comm. a.l.
13) 's Middags om 1 uur sliepen er in Efeze meer mensen dan 's nachts om
uur, E F. Bruce, comm. a.l.
14) S. J. Kistemaker, comm. a.l.
15) Vergeleken bij Paulus' verkondiging in de school van Tyrannus is heden-
daags evangelisatiewerk vaak te `kerkelijk', te emotioneel, te haastig en te op-
pervlakkig, aldus John R.W. Stott in zijn excurs Paul's strategy for urban
evangelism, comm. p. 311-314.
16) Paulus noemt deze wondertekenen en machtige daden in 2 Kor. 12: 12
`de kenmerken van de apostelen'. Het is opmerkelijk dat de auteur van de brief
aan de Hebreeen, blijkbaar iemand van de tweede generatie, over deze won-
dertekens spreekt in de verleden tijd, Hebr. 2: 3,4.
17) 'As a doctor, Luke carefully distinguishes between deseases and afflic-
tions caused by evil spirits to make clear that not all illness stems from de-
monic causes', John MacArthur Jr., Acts 13-28, Chicago 1996, a.l.
18) `Okkultismus und Zauberei sind 'angst nicht ausgestorben. Vieles spricht
sogar far eine Neubelebung an der Wende zum 3. Jahrtausend', Heinz-Wer-
ner Neudorfer, Die Apostelgeschichte des Lukas, Neuhausen-Stuttgart 1990,
20I v. Hij verwijst naar Kurt E. Koch, Seelsorge und Okkultismus, 15. Aufl.,
Berghausen o.J. en citeert enige van diens ervaringen met christenen die to-
verboeken e.d. bezaten.
19) Wij vertalen met de St. Vert., W. de Boor, F. F. Bruce en S. J. Kistemaker
pneuma liever door `Geese dan door `geest'; ook gezien het volgende dei, dat
in het NT meestal naar Gods wil verwijst, by. Luc. 17: 25, Joh. 20: 9, Hand.
17: 3, 23: 11 27: 24.
,

20) John R.W. Stott citeert in zijn comm. a.l. met instemming Bengel: 'no
Alexander, no Caesar, no other hero, approaches to the large-mindedness of
this little ( a play on his name Paulos, 'little') Bejaminite'.
21) Lucas zwijgt over Spanje. Toen hij Handelingen schreef wist hij waar-
schijnlijk evenmin als wij nu of Paulus daar al of niet heengegaan is. Het eind-
doel van zijn boek was Rome. F. F. Bruce, comm. a.l.

136 137
ii: Macedonie, Griekenland en Troas § 28

2a Uit Paulus' tweede brief aan de Korintiers komen we er wat


meer over aan de weet. Toen hij Efeze verliet, verkeerde hij in een neer-
slachtige stemming. Hij had het hier dan ook al te zwaar te verduren
§ 28 gehad, 2 Kor. 1: 8. Bovendien wist hij nu al dat wolven van dwaalle-
raars de gemeente in de toekomst niet zouden sparen, 20: 29.
HANDELINGEN 20: 2-12
PAULUS' DERDE APOSTOLISCHE REIS Tweede bezoek aan Troas voortijdig afgebroken
II: MACEDONIE, GRIEKENLAND EN TROAS Intussen maakte hij zich vooral grote zorgen over de conflicten
in de gemeente van Korinte. Hij had er Titus heengezonden als vrede-
stichter. In Troas hoopte hij hem te ontmoeten. Maar toen hij er zijn
Paulus' werk in Klein-Azie en Griekenland nadert thans zijn voltooi- medewerker niet aantrof, raakte hij nog dieper in de put.
ing. Het is alles afscheid wat de klok slaat. De gemeente van Efeze had En dat terwijl hij zich juist zo stellig had voorgenomen hier nu
hij reeds voor het laatst toegesproken. Straks volgt het afscheid van de wel het evangelie van Christus te verkondigen. Want toen hij op zijn
Griekse kerken, van de gemeente te Troas en het ontroerende afscheid tweede reis in Troas was aangekomen, had het visioen van een Mace-
van de ouderlingen van Efeze in de haven van Milete. donische man hem meteen naar de overkant geroepen, 16: 6-1o. Uit
Als we Lucas' relaas over dit deel van de reis combineren met wat Azie weg, naar Europa. Maar hoewel de Here de deur hier nu wijd voor
Paulus erover schreef, dan wordt ons een ding duidelijk: dit was wel hem opende, `kwam mijn geest toch niet tot rust, omdat ik er mijn
heel iets anders dan de zorgeloze vakantiereis waarvan moderne toe- broeder Titus niet aantrof', 2 Kor. 2: 12v.
risten in dit zonnige gebied genieten. Overal deed hij navraag: `Hebt u Titus gezien?' Waarom bleef hij
De apostel was overstelpt met werk. Hij werd gekweld door angst toch zo lang weg? Zou hij niets bereikt hebben in Korinte? Was het daar
en zorg voor het kerkelijke leven in Korinte. Hij ontsnapte voor de zo- mis gegaan? Toen nam zijn brandend verlangen naar bericht van Titus
veelste maal aan een moordaanslag. En dan die schokkende ervaring hem dermate in beslag dat hij zelfs het bijzonder gezegende werk in
in Troas. Terwijl hij daar voorging in een kerkdienst op de derde ver- Troas eraan gaf. Hij scheurde zich los van de gretige hoorders die hij
dieping van een flat, viel er een jongeman uit het venster en was op daar aantrof en stak de Egeische Zee over naar Macedonie. ZO'n gro-
slag dood. Dit alles nog afgezien van de moeiten die het veelvuldige te plaats had de gemeente van Korinte in zijn hart dat hij er Troas voor
reizen in de antieke wereld toch al met zich meebracht. in de steek liet.
Kortom, ook deze episode in Paulus' leven getuigt van een zwak-
ke apostel en een krachtige Here Jezus Christus, die voortging de oude Macedonie
verbondsbelofte aan Abraham te vervullen: 'In u zullen alle geslach- In Macedonie lagen de steden Filippi, Tessalonika en Berea, waar
ten op aarde worden gezegend', Gen. 12: 3. Paulus op zijn tweede reis gemeenten had gesticht. Hij had die echter
gedwongen moeten verlaten. Hoelang hij de tijd nam om deze kerken
1. VAN EFEZE VIA MACEDONIE NAAR te versterken, wordt ons niet meegedeeld. Wel dat hij van alle ge-
GRIEKENLAND, HAND. 20: 2-6 meenten die hij na zijn vertrek uit Efeze bezocht, dus ook de Mace-
Lucas' reisverslag is hier wel erg kort. In vs. 2a beschrijft hij in tien donische, met vele bemoedigende toespraken afscheid nam. Al deze
Griekse woorden een periode die meer dan een jaar geduurd kan gelovigen uit de heidenen waren zijn dierbare kinderen, van wie hij als
hebben. hun vader-in-Christus voorgoed afscheid nam, i Kor. 4: 14v.

138 139
§ 28 Paulus' derde apostolische reis Macedonie Griekenland en Troas § 28

Intussen zat hij ook hier in Macedonie rondom in de narigheid. geweest, begrijpen we dat Paulus `tal van nachten zonder slaap' gekend
Van binnen en van buiten. `Ruzies om ons heen, angsten in ons hart', heeft, 2 Kor. 6: 5, II: 27.
2 Kor. 7: 5. Tot hij hier eindelijk Titus weer ontmoette en tot zijn gro-
te opluchting bracht die goed nieuws over Korinte mee. Er had daar Moordaanslag ontweken
een radicale omkeer plaats gevonden. De gestoorde verhouding met 3 Toen de wintermaanden voorbij waren en de zeevaart hervat
Paulus was geheel hersteld. Toen schreef de apostel, vooruitlopend op werd, besloot Paulus per schip naar Syrie en vandaar naar Jeruzalem
zijn bezoek, alvast zijn, ons bekende, 2 Korintiers. Wat had God hem te reizen. Waarschijnlijk vanuit Korinte. Er voeren om die tijd veel bui-
nu getroost in al zijn tegenspoed!, 2 Kor. 1: 2vv. Hij beval meteen de tenlandse Joden naar de tempelstad om daar de grote feesten te vieren.
hulpactie voor de armen in Jeruzalem nogmaals aan, 2 Kor. 8v. De apostel had mogelijk ook op zo'n pelgrimsschip passage geboekt.
Op het laatste moment kwam hij erachter dat de Joden een sluip-
Achaje moord op hem beraamden. Ze haatten hem blijkbaar nog diep vanwege
2b Nadat hij de provincie Macedonie (= Noord-Griekenland) de kerkscheuring te Korinte, waardoor er pal naast de synagoge een
was doorgereisd, kwam hij in Hellas ofwel de provincie Achaja (= Messiasgelovige gemeente vergaderde, 18: 6-8. Ook de schande van
Zuid-Griekenland). 1 ) Daar lagen de steden Athene, Korinte en Ken- het mislukte proces voor Gallio hadden ze nog niet vergeten, 18: 12-
chreen, die hij op zijn tweede reis ook reeds had bezocht, 17: 1-18: 18. 17. Wilden ze hem in de drukte op de kade een mes tussen zijn ribben
In deze provincie bracht Paulus de drie wintermaanden door, steken of hem straks in voile zee `onschadelijk' maken? Toen dit plan
mede omdat de antieke zeescheepvaart dan geheel stillag, 27: 9-12, I uitlekte, stelde hij zijn leven niet nodeloos in de waagschaal, maar wij-
Kor. 16: 6. Vermoedelijk vertoefde hij de langste tijd in Korinte, want zigde hij zijn reisplan. Hij besloot nu over land via de lange omweg
blijkens de inhoud van 2 Korintiers viel daar veel te bespreken. Al kan door Macedonie naar Asia te reizen en pas daar scheep te gaan.
hij onderweg ook de gelovigen in Athene bemoedigd hebben.
Tijdens deze wintermaanden heeft de apostel vanuit Korinte de De collecte afdragen
brief aan de Romeinen geschreven, Rom. 15: 25-29; 16: Als we be- 4 Een van Paulus' reisdoelen was nu zo spoedig mogelijk de op-
denken dat hij altijd eigenhandig zijn kost verdiende en ook aan de hui- brengst van de collecte over te brengen. De heiden-christelijke ge-
zen het Woord van God onderwees (20: 20, 34), dan kunnen we ons meenten in Asia, Macedonie en Achaje hadden namelijk op zijn ver-
enigszins voorstellen onder welke omstandigheden deze diepe en rij- zoek voor de arme Judese gelovigen een inzameling gehouden. Het zal
ke brief geschreven werd. een groot bedrag zijn geweest, want de Macedonische gemeenten had-
In gedachten zien we het toneel voor ons: de werkplaats van een den ondanks hun diepe armoede eigenlijk meer gegeven dan zij mis-
tentenmaker, waar het leer en zeildoek eindelijk waren neergelegd en sen konden, 2 Kor. 8: 2v.
een klein olielampje wat licht verspreidde. Paulus dicterend en Tertius De apostel werd vergezeld door een zevental afgevaardigden uit
(Rom. 16: 22) schrijvend. Niet op het gladde papier dat wij kennen, de gemeenten die aan de inzameling hadden bijgedragen, 1 Kor. 16:
maar met een ganzenveer op veel ruwere, aan elkaar gelijmde stroken 3. Het waren Sopater, de zoon van Pyrrus uit Berea; Aristarchus en
papyrusriet. Men heeft becijferd dat voor de brief aan de Romeinen Secundus uit Tessalonika; Gajus uit Derbe, Timotefis, en Tychikus en
wellicht zo'n vijftig vellen papyrusriet nodig waren. Alleen het dicte- Trofimus uit Asia. Zij droegen en bewaakten de opbrengst van de col-
ren al moet zo'n honderd uur in besiag genomen hebben. En dan zwij- lecte. Mogelijk in de vorm van cheques, want die kende de oudheid
gen we nog over het nodige denkwerk dat aan het schrijven voorafging. ook al. 2 )
Want de apostelen waren geen dode dicteermachines, maar levende in- Waarom Paulus zo'n groot belang hechtte aan deze internationale
strumenten van de Heilige Geest. Als dit alles avond- en nachtwerk is hulpactie? Ten eerste omdat hij diep medelij den had met de arme ge-

140 141
§ 28 Paulus' derde apostolische reis ii: Macedonia, Griekenland en Troas § 28

lovigen in Judea, die eerst onder een zware kerkvervolging geleden Hoe het zij, na de Joodse paasdagen voer hij met zijn gezelschap
hadden (8: I) en later onder hongersnood, I I : 28-30. Ten tweede om- van Neapolis, de havenstad van Filippi, naar Troas. Hadden ze wind te-
dat de apostelen hem speciaal hadden verzocht de armen te gedenken, gen? Ze deden er namelijk ditmaal vijf dagen over; drie meer dan vroe-
Gal. 2: 10. En ten derde omdat de eenheid in Christus van de ge- ger, vgl. 16: 1 I . Daar voegden zij zich bij de rest van het gezelschap en
meenten uit de Joden en die uit de heidenen op deze wijze krachtig ver- verbleven er zeven dagen. Het zou een onvergetelijke week worden.
sterkt kon worden.
Om nu even op de geschiedenis vooruit te lopen: wat zullen ze in 2. DE GEMEENTE TE TROAS DOOR WOORD EN
Jeruzalem hebben opgekeken toen Paulus enige weken later met ze- WONDER BUITENGEWOON GESTERKT,
ven bekeerde heidenen in Jeruzalem aankwam en die onbesneden HAND. 20: 7-12
mannen toen een enorm bedrag overhandigden: Alstublieft, dit is een Enige maanden tevoren had Paulus zich ter wille van Korinte losge-
liefdegave van uw Griekse en Aziatische broeders en zusters, voor de scheurd van zijn gezegende arbeidsveld in Troas. Nu leidde de Here
armen in uw gemeente!' Ontroerend teken van de nieuwe geloofsge- het zo dat hij hier tijdens zijn derde bezoek een zeldzaam teken van
meenschap van Joden en heidenen in de ene Heer! het komende Koninkrijk mocht oprichten: de opwekking van een dode!

Filippi Kerk na het werk


5 Voorlopig was het echter zover nog niet. De zeven deputaten 7 De afscheidsdienst werd gehouden op de avond van de eerste
(of alleen de beide laatstgenoemden?) reisden Paulus om niet nader dag van de week. Volgens de Joodse tijdrekening was dat een zater-
genoemde redenen (per schip?) vooruit en spraken of dat zij in Troas dagavond. 4 ) De sabbat was dan met zonsondergang voorbij. Maar
op hem zouden wachten. waarschijnlijk ging Lucas als niet-Jood van de Griekse tijdrekening uit,
6 Zelf koos hij de omweg over land, waarbij hij opnieuw langs waarbij een dag begon bij zonsopgang. Want de `zonsopgang' van vs.
Berea, Tessalonika en zijn geliefde Filippi kwam. Zou hij daar Lydia IT was 'de volgende dag' van vs. 7. Zo beschouwd was de gemeente
en de cipier nog ontmoet hebben? op zondagavond bijeengekomen.
Vanaf vs. 5 schrijft Lucas opnieuw in de wij-vorm, wat hij na 16: Maar of ze nu op zaterdag- of op zondagavond samenkwam: het
10-17 (de eerste komst in Filippi) niet meer had gedaan. Zou hij daar was in elk geval op de eerste dag van de week en niet meer op de ze-
de ongeveer vijf tussenliggende jaren als arts en evangelist gewerkt vende, de Joodse sabbat, vgl. i Kor. 16: 2, Op. : 10. Een Goddelijk
hebben? In elk geval heeft Paulus deze boezemvriend daar opnieuw gebod had zij hiervoor niet, Gal. 5: r, Col. 2: 16. 5 ) Hoewel de sabbat
ontmoet. Voortaan zouden ze voorgoed bij elkaar blijven. nergens meteen werd afgeschaft, kozen de gelovigen in christelijke
Toen Paulus uit Filippi vertrok, was de week van het Pascha reeds vrijheid en wijsheid geleidelijk de opstandingsdag van onze Here als
voorbij. Als hij nog voor Pinksteren in Jeruzalem wilde zijn, begon de vaste wekelijkse vergaderdag. 6 )
tijd te dringen, 20: 16. Of hij het Pascha in de heidenchristelijke ge- Overigens was dit destijds nog een gewone werkdag. Gedurende
meente van Filippi ook werkelijk heeft gevierd, is nog de vraag. Er was de eerste drie eeuwen was er nog geen sprake van een vrije zondag en
immers niet eens een synagoge (16: 13) en onder mensen die de wet viel kerktijd altijd voor of na werktijd. 7 ) Het is niet onmogelijk dat de
van Mozes niet hadden, wilde hij zich best gedragen als iemand die gelovigen van Troas die morgen in alle vroegte, voordat zij naar hun
zonder deze wet leeft, i Kor. 9: 20. Christenen behoeven zich volgens werk gingen, reeds bijeen geweest waren. 8 ) Nu waren ze na gedane ar-
hem niet aan bepaalde dagen te houden, Rom. 14: 5v, Gal. 4: 1o, Kol. beid (nogmaals?) bijeengekomen om 'brood te breken' (samen eten en
2: 16. Bovendien was van het christelijke paasfeest, trouwens van heel avondmaal vieren, zie bij 2: 42, 46) 9 ) en naar de verkondiging van het
het kerkelijke jaar, in de eerste eeuw nog geen sprake. 3 ) evangelic te luisteren.

142 143

5C 28 Paulus' derde apostolische reis Macedoniê, Griekenland en Troas § 28

Kerkdienst in een1 17at


. af en deed hetzelfde als Elia en Elisa indertijd Kon. 17: 2 I V, 2 Kon.
Het was een bijzondere dienst: Paulus ging voor de laatste maal 4: 34): hij ging op de dode liggen en sloeg zijn armen om hem heen. 12 )
bij hen voor. De volgende morgen (volgens de Joodse tijdrekening: Toen week de bijna oppermachtige dood voor de Zoon van de al-
zondag, volgens de Griekse: maandag) zou hij verder reizen. Daarom machtige God, die de sleutels van het dodenrijk had ontvangen, Op. 1:
sprak hij langer dan gewoonlijk. Hij wilde hen nog zoveel op het hart i8. De jongen ademde weer! Toen Paulus dat zag, zei hij tot de diep
binden dat hij zelfs tot middernacht doorging. geschokte en weeklagende gelovigen: `Wees maar niet ongerust, want
De samenkomst werd gehouden op de derde etage van een flat, hij leeft!' Toen aanschouwden zij een schitterend bewijs van Jezus'
want hoge huizen kenden de grote antieke steden toen ook al. Zelfs wel macht en een voorteken van de jongste dag, waardoor zij krachtig ver-
van zes tot tien verdiepingen hoog. Ze hadden gemeenschappelijke trap- sterkt werden in hun geloof.
pen, die door de portier schoongehouden werden. 1 °) Op elke etage I Want wat zal deze gemeente al met al van de Bijbel bezeten
woonden verscheidene gezinnen. De bovenzaal in Troas zal wel geen hebben? In elk geval had zij nog geen compleet Nieuwe Testament,
groot aantal mensen bevat hebben, vooral als we bedenken dat de ge- want dit moest grotendeels nog geschreven worden. De brief aan de
meenteleden er ook samen aten. Grote kerkgebouwen met massa's Romeinen had Paulus pas enkele maanden tevoren geschreven. Bezat
kerkgangers en kanselredenaars op hoge preekstoelen kwamen pas na men misschien een afschrift van een evangelic, bijvoorbeeld dat van
313, toen keizer Constantijn christen werd. Voordien was eenvoud troef. Marcus? Of wisten ze bijna alles alleen nog van horen zeggen? Schrij-
8 Omdat er nogal wat olielampjes brandden, die behalve licht ven en papier waren duur. Daardoor was het geheugen van de meeste
ook warmte verspreidden — en de avonden waren in Klein-Azie om die mensen gelukkig goed geoefend.
tijd toch al warm — moet er op den duur een benauwde atmosfeer in de Hoe dan ook, aan dit wonder alleen hadden zij niet genoeg. Het
bovenzaal ontstaan zijn. was een teken bij Gods Woord, zoals het dat voor ons nog is. Daarom
ging Paulus zelfs na middernacht nog door met zijn onderwijs. Hij ging
Eutychus opgewekt de trap weer op en bovengekomen brak hij het brood en at met hen. De
9 Een jongeman, een zekere Eutychus, (een veel voorkomende tweede maaltijd die nacht? En hoewel hem de volgende dag een voet-
naam van slaven), was in de raamopening gaan zitten." ) Misschien tocht van ruim dertig kilometer wachtte, zag hij af van enige nachtrust
omdat de ruimte propvol was en hij daar bovendien wat frisse lucht op- en sprak hij nog tot het aanbreken van de morgen over de verlossing
ving. Want er zat geen ruit in het venster en de luiken waren blijkbaar door Jezus Christus. Toen moesten apostel en gemeenteleden voorgoed
niet gesloten. Toen Paulus zijn toespraak almaar rekte, kon de jongen van elkaar afscheid nemen. Zij moesten weer aan het werk en hij weer
zijn ogen al minder openhouden. Het was ook al haast middernacht en op reis.
hij was waarschijnlijk moe van de lange werkdag die hij reeds achter I2 Maar zij brachten de jongen (het woord kan hier ook
de rug had. Hij begon te dommelen en werd opeens door zo'n diepe of `kneche betekenen) gezond en wel weg en voelden zich buiten-
slaap overmand dat hij zijn evenwicht verloor en van de derde verdie- gewoon bemoedigd. En niet alleen door dit buitengewone teken, maar
ping naar beneden stortte. Toen ze hem optilden, bleek hij al dood te vooral door het evangelic van de Here Jezus, waarnaar dit teken heen-
zijn. Lucas zal zich als arts daarin niet vergist hebben. Diepe versla- wees.
genheid en luid gejammer onder de gemeenteleden!
o Toen gebruikte de Here Jezus voor de tweede maal een Troas' troost nog
apostel om een dode op te wekken. Hij had er Petrus bij ingeschakeld Dit was de laatste van de dodenopwekkingen waarvan de Schrift
toen de lieve Dorkas was gestorven (9: 36-42) en nu werd Paulus zijn verhaalt: de zoon van de weduwe van Sarefat, de zoon van de Suna-
instrument. De apostel onderbrak meteen zijn prediking, rende de trap mitische, de dode die inderhaast in het graf van Elisa was gelegd, de

144 145
§ 28 Paulus' derde apostolische reis Macedonia, Griekenland en Troas § 28

jongeman te Nain, het dochtertje van Jairus, Lazarus, de doden die na 7) De Grieken en Romeinen kenden zelf ook geen wekelijkse rustdag. Zij
Jezus' opstanding uit hun graven kwamen, Dorkas en Eutychus. kenden de Schepper en zijn scheppingsweek niet meer. Seneca bespotte de
Door de eerste drie versterkte God de profetieen van Elia en Eli- Joden, omdat ze met hun sabbat zoveel tijd verspilden. Vgl. Simon J. Kiste-
sa. Door de volgende bekrachtigde Hij de legitimiteit en bevoegdheid maker, comm., 718v.
8) Er is een brief bewaard gebleven van de stadhouder Plinius die in 112 aan
van onze Here Jezus als Gods gezalfde Profeet, Priester en Koning. En
keizer Trajanus over de christenen in zijn provincie Bithynie schreef dat zij
door de laatste twee bevestigde hij het apostolische gezag waarmee Pe- regelmatig op een bepaalde dag 's morgens in alle vroegte (bij dageraad) bij
trus en Paulus mondeling en schriftelijk het evangelie verkondigden. elkaar kwamen, een lied ter ere van Christus zongen, uit elkaar gingen en
Nieuwe opwekkingen acht de Here voor ons blijkbaar niet meer daarna 's avonds weer bijeenkwamen om samen te eten.
nodig. Ons bezit van de complete Bijbel weegt daar blijkbaar ruim- 9) Vgl. in deze serie i en ii Koningen, 715, n. 31.
schoots tegenop. Bovendien heeft de Heilige Geest van alle verrijze- 10) A. Sizoo, De antieke wereld en het Nieuwe Testament, Kampen 1948, 39.
nissen procesverbaal laten opmaken in de Heilige Schrift. Daardoor David J. Williams, comm. a.l.
11) Vgl. A. Sizoo, AWNT, 45.
functioneren deze wondertekens ook voor ons nog steeds. Telkens
12) Om redenen van welvoeglijkheid knielde Petrus bij de dode Dorkas,
wanneer wij ze lezen, versterken zij opnieuw ons geloof, vgl. dl.
9: 4 0 .
p. 63-66.
Mede door de dodenopwekkingen van Petrus en Paulus lezen wij
hun brieven met des te meer eerbied voor hun apostolische gezag. Hun
Zender heeft hen door deze wonderen immers wel buitengewoon
krachtig als zijn spreekbuis geautoriseerd. Vooral worden wij nu bij-
zonder bemoedigd door wat zij ons leren over de opstanding van
Christus als garantie van onze zalige opstanding. Wij denken in dit ver-
band bij voorbeeld aan 1 Korintiers 15, 1 Tessalonicenzen 4: 13-18,
Petrus : 3-1(), 5: 1ov, vgl. dl. 1 p. 234vv.
,

NOTEN
I) Als de apostel tijdens deze reis tot Illyrie het evangelie heeft verkondigd
(Rom. I5: 19), dan is hij van Macedonia westwaarts naar de Adriatische Zee-
kust getrokken en langs de westkust van Griekenland door Epirus in Korinte
aangekomen, vgl. W. de Boor, comm. a.l
2) R. C. H. Lenski, comm. a.l.
3) K. Deddens, Het liep uit op Trente, Goes 1981, i i . Vgl. in deze serie Psal-
men I, 283v, 286 n. 22.
4) Zo vat F. W. Grosheide, comm. a.l. de tekst op.
5) Vgl. in deze serie: Numeri, § 21: Mijn sabbatten inachtnemen, p. 695-70o.
John MacArthur Jr, Acts 13-28, Chicago 1996, a.l.
6 ) R. C. H. Lenski verwijst hierbij in zijn comm. a.l. naar de op dit punt leer-
zame Confessio Augustana, art. 28, § 57-6o.

146 147
iii: Afscheid van de oudsten van Efeze § 29

14 Nog diezelfde dag stapte hij in Assus bij de anderen aan


boord. Nu steekt er 's zomers in de EgeIsche Zee tussen middernacht
en zonsopgang vaak een noordenwind op, die tegen de avond gaat
§ 29 gen.') Daarvan profiterend voer het schip — vermoedelijk een kust-
vaarder — langs de huidige Turkse westkust naar Mitylene, de prachtige
HANDELINGEN 20: 13-38 hoofdstad van het eiland Lesbos. Daar ging het voor anker. Het had die
PAULUS' DERDE APOSTOLISCHE REIS dag zo'n I3o km afgelegd.
III: AFSCHEID VAN DE OUDSTEN VAN EFEZE 15 Dinsdags voer het verder zuidwaarts om alweer tegen de
avond bij het eiland Chios voor anker te gaan. Woensdagmorgen werd
de oversteek gemaakt naar Samos en donderdags kwam men al vroeg
Ongeveer een kwart van het boek Handelingen bestaat uit preken en in Milete aan, een belangrijke havenstad op het vasteland van Asia, vgl.
toespraken, bijna alle gehouden voor Joden of heidenen. De enige die 2 Tim. 4: 20.
gericht was tot christenen uit de heidenen is Paulus' afscheidspreek 16 Dat het schip Efeze niet had aangedaan, paste geheel in Pau-
voor de oudsten van Efeze. Waarschijnlijk is dit ook de enige van deze lus' plan. Hij begreep dat een bezoek aan de gemeenten in en rond Efe-
toespraken die Lucas zelf heeft gehoord en mogelijk stenografisch ze veel tijd zou kosten, terwijl hij eigenlijk al in Jeruzalem had willen
vastgelegd. 1 ) zijn. De dreigende aanslag op zijn leven in Griekenland had zijn reis-
Inhoudelijk vertoont deze preek overeenkomst met Paulus' pasto- plan vertraagd, 20: 3. Daarom haastte hij zich nu om zo mogelijk te-
rale brieven aan Timotefts en Titus. Hoe dienen leer- en regeerouder- gen Pinksteren in Jeruzalem te zijn. Waarvoor hij nu nog ongeveer een
lingen Christus' gemeente pastoraal te bearbeiden? Met welke harten- maand de tijd had. 3 )
gesteldheid moeten zij dat doen en welk gedrag daarbij vertonen? Wat Want voor alles wilde hij thans de collecte van de Macedonische
moeten zij haar voorhouden en waarvoor op hun hoede zijn? Hiervoor kerken in Jeruzalem afdragen. Als een tastbaar symbool van de ge-
valt niet alleen veel te leren uit wat de apostel in genoemde brieven loofsverbondenheid van de gemeenten uit de heidenen met de `moe-
schreef, maar ook uit wat hij de ouderlingen van Efeze voorhield. Wij derkerk'. Misschien hoopte hij dan ook enigen van de apostelen te ont-
willen preek en brieven of en toe naast elkaar leggen. moeten. Het was nu immers al vier jaar geleden dat hij in Jeruzalem
was en wat had hij hun niet veel te vertellen!
1. VAN TROAS NAAR MILETE, HAND. 20: 13 17 - 17 Maar omdat hij nu vlak bij Efeze was, wilde hij wel graag de
Het lijkt wel of Lucas ons nu een blik in zijn dagboek gunt, want dit oudsten van die gemeente ontmoeten. Voordat hij voorgoed afscheid
traject beschrij ft hij van dag tot dag. van hen nam, wilde hij hen nog belangrijke dingen op het hart binden.
13 Als de afscheidsdienst te Troas inderdaad op zondagavond Daarom stuurde hij iemand naar Efeze met het verzoek of zij naar hem
gehouden werd, dan vertrok Paulus op maandagmorgen uit Troas naar in Milete wilden komen. Een afstand die hemelsbreed ongeveer 50 km
Assus. Lucas en de zeven andere leden van het gezelschap liet hij per bedroeg, maar waarvoor een voetreiziger wel twee dagen nodig had.
schip gaan. Een omweg die meer tijd kostte, zeker bij ongunstige wind.
Zelf zou hij om onbekende redenen over land reizen, een voettocht van 2. PAULUS' TOESPRAAK TOT DE OPZIENERS,
35 km. En dat na die zware nacht en zonder geslapen te hebben. Wil- HAND. 20: 18-35
de hij misschien graag enige uren alleen zijn? Het Pascha was reeds Paulus' afscheidspreek voor de oudsten van Efeze was uiteraard in de
voorbij (2o: 6) en vermoedelijk genoot hij die maandag onderweg van eerste plaats tot hen gericht. Maar doordat de Heilige Geest deze toe-
prachtig voorjaarsweer. spraak in de Schrift heeft bewaard, wendt de apostel zich daarmee tot

148 149

29 Paulus' derde apostolische reis iii: Afscheid van de oudsten van Efeze § 29

de oudsten van alle kerken die hij had mogen stichten. Jo, alle voor- Waarom Paulus de ouderlingen aan zijn moeiteft in Efeze herin-
gangers dienen deze preek thans nog ernstig ter harte te nemen. Zij be- nerde? Misschien ook om zich te verdedigen tegen laster (i Tes. 2: I-
vat fundamentele aanwijzingen voor de uitoefening van hun ambt. 12), maar vooral om hun zijn gedrag ten voorbeeld te stellen. Want
dit was een zeer belangrijk onderdeel van hun pastorale taak: zelf het
Neem een voorbeeld aan mijn optreden goede voorbeeld geven! `Wees een voorbeeld voor de gelovigen door
Toen de oudsten vernamen dat hun geliefde apostel zo dicht bij Efe- woord en gedrag, in liefde, in geloof en in zuiverheid', i Tim. 4: 12.
ze was, gaven ze graag gehoor aan zijn verzoek naar Milete te komen. Nog altijd het abc in de vormingscursus voor toekomstige kerken-
Het was nu ongeveer een jaar geleden dat hij uit Efeze naar Macedonia werkers, vgl. Joh. 13: 15, Fil. 3: 17, 1 Tes. : 6, Heb. 13: 7, 1 Petr.
en Achaje was vertrokken en zij hem voor het laatst hadden gezien. 5: 3.
18 Toen ze waren aangekomen, herinnerde Paulus hen eerst aan
zijn optreden tijdens zijn driejarig verblijf in Efeze. Uiteraard opdat ze Neem een voorbeeld aan mijn prediking
daaraan een voorbeeld zouden nemen. Want zoals Christus zich ten 20 Ook zijn verkondiging van het evangelic hield hij hun ter na-
voorbeeld stelde (Joh. 13: 15, Rom. 15: 5), moeten ook zijn dienaren volging voor. Hij had namelijk nooit de beloften, bevelen en bedrei-
voorbeelden zijn voor de gemeente. Paulus had dit in Efeze gedaan en gingen van het evangelic afgezwakt om mensen te behagen en moei-
de oudsten zouden hem daarin moeten navolgen, vgl. i Kor. 4: 6, Fil. ten te ontlopen, vgl. Spr. 29: 25. Integendeel, hij had hun Mies wat zij
3: 17, I Tim. 4: 12, I Petr. 5: 3. Jullie weten, zei hij, hoe ik onder jul- voor hun redding moesten weten en geloven, bekend gemaakt. Zowel
lie heb geleefd, vanaf de eerste dag dat ik in Asia was: in het openbaar (de synagoge en de school van Tyrannus) als in de
19 ik heb als een gehoorzame slaaf de Here gediend (zo noem- huisgemeenten, vgl. Rom. 16: 5, Kol. 4: 14, Filem.: 2.
de hij zich wel vaker: Paulus, een slaaf van Jezus Christus, Rom. : 1, Voorgangers moeten het Paulus na kunnen zeggen: `Als ik nog
Gal. r: io, Fil. : i). Hoewel hij een groot deel van het Nieuwe Testa- mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus
ment had mogen schrijven en tientallen gemeenten had mogen stich- zijn', Gal. 1:10, vgl. i Kor. 9: i6. Zij moeten met het voile Woord ko-
ten, had hij zich daarop nooit laten voorstaan en zich altijd heel nede- men en niet met bloemlezinkjes uit de Heilige Schrift waaruit Gods
rig gedragen. Steeds bereid de minste te zijn, vgl. i Kor. 4: 9-13, 1 Tes. waarschuwingen zijn weggelaten. Ook at zou dit bij sommige hoorders
2: 6. De oudsten konden getuigen dat hij de waarheid sprak. verzet oproepen. 4 ) Dit hield de apostel Timotefts ook voor: `Verkon-
Zoals ze ook wisten hoeveel tranen Paulus' apostolaat in Efeze dig het Woord, dring te pas en te onpas aan, weerleg, berisp, bemoe-
hem had gekost. Niet eens zozeer om wat men hem persoonlijk aan- dig, met at het geduld dat het onderricht vereist', 2 Tim. 4: 2, vgl. Ez.
deed, maar vanwege het fanatieke verzet tegen het evangelie dat hij 3: 16-21; 33: 1-20.
steeds weer had ontmoet. Vooral zijn eigen volksgenoten hadden hem 21 Zo had Paulus zelf zonder aanzien des persoons Joden en
in dit opzicht veel Teed berokkend! Vele van zijn beproevingen, ook in Grieken bezworen zich te bekeren. Wat inhield dat zij tot heel andere
Efeze, waren het gevolg van Joodse samenzweringen. gedachten moesten komen over God en zijn Christus en in een radi-
Toch ging zijn liefde nog altijd naar hen uit! Het was op dit mo- coal andere gezindheid zouden gaan leven. De Joden moesten breken
ment nog maar enkele weken geleden dat hij zijn brief aan de Romei- met hun blinde leidslieden en de heidenen met hun dode afgoden. Om
nen had geschreven met daarin deze ontroerende bekentenis: ...in zich beiden berouwvol te wenden tot de levende God en hun geloof te
mijn hart is grote droefheid en een pijn die niet ophoudt. Waarlijk, ik vestigen op zijn Zoon Messias Jezus en zo vergeving van zonden en
zou wensen zelf vervloekt en van Christus gescheiden te zijn, als ik eeuwig leven te ontvangen, vgl. 26: 20, vgl. EL 2: 12-22.
mijn broeders, mijn lijfelijke verwanten daarmee kon helpen, ik bedoel
de Israelieten', Rom. 9: 1-3, vgl. Fil. 3: 18.

150 151
§ 29 Paulus' derde apostolische reis Afscheid van de oudsten van Efeze § 29

Neem een voorbeeld aan mijn bereidheid om te lijden 5. Dit geldt vooral hun die hun hele leven aan de verkondiging van het
22 Zoals de broeders wisten (vgl. 19: 21), was Paulus thans op evangelie mogen wijden. Beschouwen zij hun ambt bij alle moeite die
weg naar Jeruzalem, voor hem het hol van de leeuw. Ook aan dit reis- het meebrengt ook als een genade van God? 5 )
doel was hij gebonden door de Heilige Geest. Voor de buitengewone
omstandigheden waaronder hij zijn buitengewone bediening vervulde, Voor niemands ondergang verantwoordelijk
had hij een buitengewone leiding met buitengewone openbaringen van 25 Paulus wist nog niet wat hem in Jeruzalem boven het hoofd
de Geest nodig, vgl. o: 19. Zoals Hij hem indertijd had verhinderd hing. Hij was op het ergste voorbereid, 21: 13. Maar als hij dit bezoek
naar Asia en Bithynie te reizen (16: 6v), zo drong Hij hem nu naar Je- mocht overleven, zou hij toch niet meer naar Klein-Azie en Grieken-
ruzalem. Aan die leiding gaf Paulus zich gewillig over, nog niet we- land terugkeren. In dat gebied was zijn taak af, Rom. 15: 23. Dan wil-
tend wat hem daar overkomen zou. de hij met het evangelie naar Italie en Spanje. Daarom moest hij nu
23 Althans niet precies. Wel had hij in zijn kort tevoren ge- voorgoed afscheid nemen van deze broeders, met wie hij zoveel lief
schreven brief aan de Romeinen gevraagd: 'Bid voor mij tot God, dat en Teed had gedeeld.
ik mag ontkomen aan de weerspannigen in Judea', waarheen hij Diep ontroerd hoorden zij hem zeggen: 'En nu, geliefde broeders,
onderweg was, Rom. 15: 31. Ook had de Heilige Geest hem al wel van zie ik weet dat niemand van jullie mij ooit weer zal terugzien.' Ik heb
stad tot stad verzekerd dat hem nieuwe gevangenschap en kwellingen als Gods heraut onder jullie rondreizend in Asia zijn kortinklijke
te wachten stonden. Straks zal de Geest hem door de profeet Agabus genadeheerschappij geproclameerd.
meedelen dat de Joden in Jeruzalem hem zouden uitleveren aan de hei- 26 Daarom neem ik nu met een goed geweten afscheid van jul-
denen, 21: I ovv. lie. — Daarbij gingen zijn gedachten naar wat God tot Ezechiel had ge-
24 Maar dit vooruitzicht schrikte hem niet af. Want niet zijn le- zegd: Als een wachter ziet dat er gevaar dreigt, moet hij op de bazuin
ven, maar zijn apostelschap was voor hem het kostbaarste. Die taak be- blazen. Maar als iemand het signaal wel hoort, maar zich er niet aan
schouwde hij niet als een harde plicht, maar als het dagelijkse bewijs stoort en omkomt, dan komt zijn bloed alleen op hem neer en valt de
van Gods barmhartigheid (2 Kor. 4: I ) en van zijn begenadiging door wachter niets te verwijten, Ez. 33: 4; 3: 17-19. Daarop zinspelend
Jezus Christus, I Tim. 1: 12. Als ex-inquisiteur moest deze gratiering vervolgde Paulus: daarom verklaar ik vandaag tegenover jullie als
hem genoeg zijn, 2 Kor. 12: 9. oudsten van Efeze dat ik geen schuld heb aan het bloed van wie dan
Sindsdien was zijn diepste verlangen: `dat Christus zal worden ook. Mochten er op de oordeelsdag christenen uit Efeze wegens onge-
grootgemaakt in mijn lichaam, hetzij door mijn leven, hetzij door mijn loof verloren gaan, dan zullen zij mij daar geen verwijt van kunnen
dood. Want voor mij is het zo gelegen: [blijven] leven betekent [door- maken.
werken voor] Christus en sterven [terechtgesteld worden met de mar- 27 Want ik herhaal (vgl. vs. 2o) dat ik niet heb nagelaten jullie
teldood] betekent [dan voor Christus zelfs nog] een vOOrdeel [omdat Gods reddingsplan in zijn voile omvang te verkondigen. —Als hij vrees
de mensen dan zullen zeggen: heb je dat gehoord?]', Fil. 1: 20V. voor mensen had gekend of eigen voordeel nagejaagd, dan had hij de
Al hoopte hij wel zijn `wedloop' als apostel pas te mogen vol- scherpe punten van zijn boodschap afgeslepen, zodat Joden en heide-
tooien (vgl. 2 Tim. 4: 7) nadat hij de overweldigende rijkdom van Gods nen er zich niet aan konden stoten. Maar hij wist dat hij eenmaal re-
genade in Christus Jezus ook nog in Rome en Spanje had mogen ver- kenschap zou moeten afleggen aan de Here, i Kor. 4: 4v, Hebr. 13: 17.
kondigen, Rom. I5: 24, 28. Daarom had hij moedig Gods hele heilsplan verkondigd, Gods
Met deze mentaliteit stelt Paulus zich eveneens aan de voorgan- hele openbaring in Jezus Christus, zonder de `aanstoof en `dwaasheid'
gers van toen en nu ten voorbeeld. `Wees mede bereid voor het evan- daarvan ook maar iets af te zwakken of weg te laten, Rom. 1: 16, 1 Kor.
gelie te lijden in de kracht van God', 2 Tim. 1: 8, vgl. : 12, 3: I OV, 4: : 23. Hij bracht zijn boodschap dwars tegen het hoogmoedige ver-

152 I 153
§ 29 Paulus' derde apostolische reis Afscheid van de oudsten van Efeze § 29

stand en de geest der eeuw in. Misschien keerde hij zich hier indirect staat is om de gemeente met de gezonde leer aan te moedigen en te-
ook tegen de diepere kennis' voor `ingewijden', waar de gnostici zich gensprekers te weerleggen', Tit. 1: 7vv, vgl. I Tim. 3: 2-4, 7.
op beroemden. (En waarmee hun moderne geestverwanten thans de Vergeet niet in wiens dienst je staat. Je bent als opzieners aange-
feitelijkheid van het evangelie ondergraven), vgl. dl. I, p. 14. steld door de Heilige Geest, de zaakwaarnemer van Jezus Christus!
Hiermee wees hij niet alleen de oudsten uit Efeze op hun plicht Aan Hem ben je verantwoording schuldig. Laat dit besefje mogen be-
deze boodschap onverkort vast te houden, maar alien die geroepen zijn zielen met vurige ijver voor de gemeente, die Hij vergadert, beschermt
het evangelie van het koninkrijk te verkondigen. Hoevelen van hen en onderhoudt. En laat het je bij al je zwakheid ook troosten dat Hij
zouden wel schuld hebben aan het bloed van hun hoorders? Omdat zij het eigenlijke werk doet, I Kor. 3: 7, 2: 22, 1 Tes. 5: 24.
niet het voile, maar een op de natuurlijke mens toegesneden evangelie Wees er ook diep van doordrongen dat zij niet jullie gemeente,
verkondigden? maar Gods gemeente is. Houd bij je pastorale werk steeds voor ogen
Terloops valt uit Paulus' afscheidsrede of te leiden wat volgens dat wij van de prijs die zij Hem gekost heeft niet het flauwste benul
hem de substantie is van schriftgetrouwe christelijke prediking. Zij be- hebben. Hij verwierf haar namelijk door 'het bloed van zijn eigene',
vat namelijk alles wat nuttig is voor onze redding, vs. 20; de oproep dat is van zijn geliefde en eniggeboren Zoon. 7 ) Het rode bloed van
tot geloof en bekering, vs. 21; het evangelie van Gods genade, vs. 24; Jezus was het hartenbloed van zijn Vader. Daarom is de gemeente
de proclamatie van het koninkrijk, vs. 25; Gods hele heilsplan, vs. 27. waarvoor jullie mogen zorgen, voor Hem van onschatbare waarde. Wee
Alles uiteraard in zijn onderlinge verband en samenhang. de dienaar die haar verwaarloost, niet voedt, niet bewaakt en onver-
schillig behandelt!
Opzieners over Gods duurgekochte gemeente Jullie zijn pastors of onderherders van de Goede Herder en hebt
28 Maar voortaan rustte de verantwoordelijkheid voor de ge- de taak zijn kudde trouw te `hoeden'. Dit betekent ten eerste: dat je
meente niet meer op Paulus, maar op de ouderlingen. Hij noemt hen haar weidt ofwel van (geestelijk) voedsel voorziet. Ten tweede: dat je
episkopos (waarvan ons woord `bisschop' is afgeleid), opziener, op- haar bewaakt en beschermt tegen de wolven die Paulus al zag rond-
passer, toezichthouder. Let wel: van de gemeente te Efeze. Het latere sluipen, vs. 29. Ten derde: dat je voor zijn hele kudde zorgt. Een goe-
spraakgebruik om de titel episkopos of bisschop te reserveren voor de de pastor ziet niet alleen om naar sympathieke en meelevende leden,
leider van een groot aantal kerken, noemt Calvijn een verbastering van maar ook naar de kleinmoedigen, de zwakken en de afdwalende
de taal van de Heilige Geest'. 6 ) Een gemeente met acht ouderlingen schapen.
mag zeggen dat ze acht episkopen' of `bisschoppen' telt. Om hen van Wee de huurling, die zich niet om de schapen bekommert, Joh.
hun grote verantwoordelijkheid te doordringen wees Paulus hen op het 10: 121/. 8 ) Want Paulus kon nu wel verklaren dat hij rein was van aller
volgende. bloed, maar de oudsten moesten hem dit straks na kunnen zeggen! Zij
Het toezicht op de gemeente begint met toezicht op jezelf, broe- zouden eenmaal rekenschap moeten afleggen van hun herderlijke zorg,
ders! Als je anderen dicht bij de Heer wilt houden, moet je eerst zelf Heb. 13: 17. Laat dan niet een afvallige jou kunnen verwijten: Waar-
dicht bij Hem blijven. En als je naar een voorbeeldige gemeente ver- om heb je mij nooit gewaarschuwd?' Want dan zal zijn bloed van jouw
langt, dan moet je zelf in leer en leven een voorbeeldige voorganger hand geeist worden, Ez. 3: 18, 33: 7V.
zijn, vgl. I Tim. 4: 16. 'Want een opziener [episkopos] moet als be-
heerder van Gods huis onberispelijk zijn, niet arrogant, niet driftig, niet De kudde door wolven belaagd
aan de wijn verslaafd, niet vechtlustig, niet geldgierig, maar gastvrij, 29 Paulus voorzag overigens niet alleen voor zichzelf, maar ook
deugdzaam, bezonnen, rechtvaardig, vroom, ingetogen; hij moet zich voor de oudsten zware tijden. 1k weet dat er na mijn vertrek valse le-
houden aan het betrouwbare woord van het onderricht, zodat hij in raars bij jullie zullen binnendringen. Als bloeddorstige wolven zullen

154 155

29 Paulus' derde apostolische reis iii: Afscheid van de oudsten van Efeze § 29

zij zich niets ontziend op de kudde storten om haar zo mogelijk te ver- vatten, maar als een gebeurtenis in je binnenste. Daarmee brachten zij
slinden, Mat. 7: 15, i o: 16. Wij denken daarbij vooral aan de twee het geloof van sommigen aan het wankelen, I Tim. I : 3, 19v, 6: 20v,
eeuwige kerkvijanden judaisme en gnostiek, die de gemeente van vgl. 2 Tim. 2: i6- I 8.
Christus alle eeuwen door en onder allerlei benamingen en gestalten 31 Daarom bond de apostel de ouderlingen van toen en nu op het
hebben geteisterd. hart: Wees op je hoede! Herinner je hoe ik mij drie jaar lang dag en
Wat de judaisten betreft, het was tij dens Paulus' toespraak in Mi- nacht voor de kudde heb ingezet. 's Morgens verdiende ik mijn brood
lete nog niet zo lang geleden dat hij deze fanatiekelingen in zijn brief als tentenmaker. Tij dens de hete middaguren, wanneer half Efeze sliep,
aan de Galaten fel had bestreden. Op al zijn reizen zijn ze hem als een gaf ik bijbelles in de school van Tyrannus, 19: 9. En 's avonds was ik
zwerm horzels gevolgd. Om overal waar hij het evangelie had ver- nog bezig gemeenteleden te onderwijzen. Zo heb ik rusteloos ieder van
kondigd de gelovigen te waarschuwen: 'Pas op, zo makkelijk als Pau- jullie het goede voorgehouden. Je weet hoeveel tranen van verdriet en
lus het u voorstelt, zal het niet gaan. Om gered te worden, komt er meer teleurstelling dit pastorale werk mij heeft gekost. Zo ijverig en liefde-
kijken dan alleen in Jezus geloven.' Volgens de apostel was dit een ver- vol moeten jullie als ik straks weg ben voor de kudde zorgen. En nooit
vloekte dwaling, Gal. I : 8. We spraken er breder over op p. 7-1o, vgl. als huurlingen voor de wolf op de vlucht slaan, Joh. 1o: 12.
dl. p. 15v.
En wat de gnostiek betreft, deze verschrikkelijke wolf heeft de Aan de Here opgedragen
kudde van de Here Jezus eveneens vanaf de apostolische tijd tot op de 32 Intussen vergat Paulus niet dat zij allen slechts medewerkers
huidige dag vreselijk toegetakeld. Paulus noemde haar een `voort- van God waren. Gemeenten vergaren en bewaren is Goddelijk werk.
woekerend kankergezwel' (2 Tim. 2: 17), demonische leringen', `ba- Hij schakelt daarbij wel mensen in, maar het eigenlijke werk doet Hij
naal en leeg geredeneer', i Tim. 4: 1, 6: 20. Johannes betitelde hen als door zijn Geest en Woord, i Kor. 3: 7-9. Daarom droeg de apostel ker-
`antichristen', i Joh. 2: 18, 22; 4: 3. Er is bijna geen onderdeel van de kenraad en gemeente van Efeze tenslotte op aan God en het Woord van
christelijke leer of het is door dit kankergezwel aangetast. De gnostiek zijn genade. Want het evangelie is de Goddelijke kracht (Rom. r: 16)
scheepte de christenheid op met een onbijbels spreken over God, zijn waardoor Hij bij machte is ondanks alle tegenstand voorgangers en ge-
Zoon en diens menswording, zijn Woord, zijn schepping, zonde, ge- meenten op te bouwen in het geloof, zodat zij waarheid en leugen kun-
nade, geloof, verzoening, rechtvaardiging, heiliging, vlees, lichaam, nen onderscheiden. Om tenslotte samen met alle geheiligden het be-
ziel, dood, opstanding. Maar met haar zogenaamd `diepere' kennis loofde erfdeel te ontvangen: eeuwig leven op de nieuwe aarde.
ondergroef de gnostiek de geopenbaarde waarheid. Zie in deze serie Twintig eeuwen kerkgeschiedenis laten zien dat Paulus terecht tot
Leviticus, p. 50, 91, 414; Numeri, p. 230, noot II; Handelingen i, waakzaamheid opriep. Alle eeuwen door werd de christenheid door
P. 1 4v. wolven in schaapskleren geteisterd en gescheurd. Maar steeds be-
3o Tijdens de massabetoging in het theater van Efeze (19: 21- waarde de Here door de kracht van zijn Woord genadig een heilig over-
40) werd de gemeente van buitenaf bedreigd, maar het gevaar van blijfsel, dat vasthield aan de apostolische leer.
dwaalleer zou volgens Paulus van binnenuit komen: Zelfs uit jullie
eigen kring zullen mensen opstaan die wel de wOOrden van het evan- Neem een voorbeeld aan mijn onbaatzuchtigheid
gelie in hun mond nemen, maar de betekenis daarvan zullen verdraai- 33 Evenals Samuel in zijn afscheidspreek (i Sam. 12) wees ook
en. Om op deze slinkse wijze de leerlingen te verleiden met jullie te Paulus tenslotte op de belangeloosheid waarmee hij zijn taak had ver-
breken en hen met hun valse leer te volgen. Toen Timotei,is in Efeze vuld. De oudsten konden het alweer zelf getuigen dat hij zijn apostel-
werkte, was deze kerkstrijd daar al ontbrand. Gnostici als Hymeneus schap nooit had misbruikt om er materieel beter van te worden. Hij kon
en Filetus beweerden dat je de opstanding niet letterlijk moest op- naar waarheid verklaren: Ik heb van niemand zilver, goud of kleding

156 157
§ 29 Paulus' derde apostolische reis Afscheid van de oudsten van Efeze § 29

begeerd. Ook hieraan moesten de broeders een voorbeeld nemen: `Een omhelsd, gekust en nog eens gekust. Zij konden hem bijna.niet losla-
opziener moet niet geldzuchtig zijn', I Tim. 3: 2V. ten. Zo fel als zijn vijanden hem haatten, zo innig hadden zijn vrien-
34 Al mogen verkondigers van het evangelie zeker ook van het den hem lief.
evangelic leven. Deze regel had de Here zelf ingesteld, Mat. o: Io, 38 Wat hen nog het meest pijn deed, was dat zij hem volgens zijn
Kor. 9: 14, I Tim. 5: 18. Maar om de verdachtmaking te voorkomen zeggen niet meer zouden terugzien. Dit was teveel voor hen. Drie jaar
dat hij goed verdiende aan het evangelic, had Paulus van zijn recht op had hij onder hen verkeerd. Door hem hadden zij God en de Here Jezus
vergoeding geen gebruik gemaakt. Op die eer was hij zeer gesteld. Hij leren kennen. Sommigen misschien als eerstelingen van Efeze.
had er de Korintiers onlangs nog uitvoerig aan herinnerd, I Kor. 9: 1- Moesten zij nu heus voor altijd afscheidnemen van hun geestelijke wa-
18, vgl. i Tes. 2: 9, 2 Tes. 3: 8. der en hadden zij hem thans voor de allerlaatste maal gehoord en ge-
Ook van de Efeziers had hij geen enkele vergoeding aanvaard. zien? 't Was of ze een stervende vaarwel zeiden. Diep bedroefd bega-
Terwijl hij zijn beide, door het zware tentenmakerswerk getekende ven alien zich met hem naar de haven van Milete en deden hem
handen opstak, verklaarde hij dat die twee in zijn behoefte hadden uitgeleide tot aan het schip. Toen voer hij weg.
voorzien. Jo, zelfs in die van zijn medewerkers! Met hun hulp had hij
vanuit Efeze in de hele provincie Asia het evangelic verkondigd. Mis- NOTEN
schien had hij zelfs de kosten van hun vele en lange dienstreizen van 1) 'Al mag men de mogelijkheid van stenografie niet uitschakelen: men had
zijn eigen zuurverdiende geld betaald. in de oudheid `notarii, stenografen, die in de tachygrafie (de kunst om door
35 Ook met deze vergaande belangeloosheid stelde hij zichzelf middel van allerlei notae het gesproken woord snel op te schrijven) geoefend
waren, die daarin ook onderricht gaven. Deze kunst was in Rome reeds in Ci-
ten voorbeeld. Hij had als tentenmaker zelfs zo hard gewerkt dat hij cero's dagen bekend: de uitvinder der stenografie was zijn vrijgelatene Tiro
nog wat had overgehouden voor armen en hulpbehoevenden. Daarin (notae Tironianae)', Woltjer: Serta Romana pag. 362. Vgl. ook Maurice Jones:
moesten alle christenen eveneens de zin van hun arbeid zien. Gelovi- The N.T. in the twentieth Century, Londen 1924, p. 288-29o', H. N. Ridder-
gen moeten 661( ijverig werken om sociaal en lichamelijk zwakken te bos, Karakter en structuur van de groote redevoeringen opgenomen in de
kunnen helpen. Daarbij moesten zij maar voortdurend het niet in de Handelingen der Apostelen, GTT, Febr. 1934. 54. Vgl. Oxford Classical Dic-
evangelien opgenomen woord van de Here Jezus in gedachten houden: tionary, s.v. Tachygraphy. H. Mulder, comm., 22.
`Het is zaliger te geven dan te ontvangen.' Zo eindigde Paulus zijn toe- 2) William M. Ramsay, St. Paul the traveller and the Roman Citizen, 293.
3) Lucas vertelt vrij precies hoe Paulus de zeven weken tussen Pascha en
spraak met een woord van de Here Jezus. Pinksteren doorbracht. De reis van Neapolis naar Troas duurde vijf dagen, 20:
6. Hij bracht een week in Troas door, 20: 6. Vandaar had hij vier dagen nodig
Hartroerend afscheid om naar Milete te reizen (2o: 13-16) en waarschijnlijk bijna een week om van
36 Toen hij uitgesproken was, ging hij voor in gebed. In diep be- Milete naar Tyrus te varen, 21: 1-3. Daar bleef hij een week, 21: 4. Met in-
sef van hun kleinheid en afhankelijkheid van de Here God boog de begrip van zijn bezoeken in Caesarea had hij minstens een week nodig om
apostel zij knieen, vast door alle aanwezigen gevolgd. Op deze oot- vandaar Jeruzalem te bereiken, 21: 7-15. Dan hield hij al met al nog slechts
moedige wijze riep hij de naam van de Here aan om de oudsten en de een dag of tien over voor onvoorziene omstandigheden, vgl. R. C. H. Lenski,
S. J. Kistemaker, comm. a.l.
gemeente van Efeze aan Hem op te dragen (vs. 32) en zijn hulp en bij-
4) Vgl. Practical considerations in 20: 17-21 van S.J. Kistemaker, comm. a.l.
stand voor hen of te smeken. Hij zal dit in dezelfde geest gedaan heb- 5) `Sehen wir alle, die wir das Gliick haben, unser Leben ungeteilt der Ver-
ben als in Ef. I: 15 23, Fil. 3-ii, Kol. 1: 3-14, i Tes. : 2V, 3: II-
-
kiindigung des Evangelium widmen zu diirfen, unsern Dienst auch so an?',
13, 5: 23v. W. de Boor, comm. a.l.
37 Toen kon niemand zich nog langer bedwingen en barstten al- 6) Calvijn, comm. a.l.
len in luid gesnik los. Naar 's lands wijs werd Paulus door alle oudsten 7 ) E E Bruce, comm. a.l.

158 159
5C 29 Paulus' derde apostolische reis

8) 'One wonders if it is the neglect of this obligation which is a major cause


of today's theological confusion. If, when false teaching arises, Christian
leaders sit idly by and do nothing, or turn tail and flee, they will earn the ter-
rible epithet 'hirelings' who care nothing for Christ's flock', J. R.W. Stott, § 30
comm. 329.
HANDELINGEN 21: 1-16
PAULUS' DERDE APOSTOLISCHE REIS
IV: TYRUS, PTOLEMAIS, CAESAREA, JERUZALEM

Het is nu drie jaar geleden dat Paulus uit Antiochie in Syrie vertrok
voor zijn derde grote reis, maar ditmaal keert hij daarheen niet terug.
Als apostel was hij niet door haar uitgezonden, maar door de Heilige
Geest, 13: 2-4. Hij was haar dan ook geen verantwoording schuldig,
al had hij haar na vorige reizen wel verslag uitgebracht van wat de Here
door hem gedaan had, 14: 27, 18: 22. Ook om door zijn rapport de ker-
kelijke eenheid van de gelovigen uit de Joden met die uit de heidenen
te versterken. Maar ditmaal reisde hij `gebonden door de Geest' (20:
22) naar Jernzalem, waar hij binnen een maand zal aankomen. Daar-
om liet hij Antiochie deze keer links liggen.
Van stad tot stad heeft de Geest hem reeds laten weten dat hem
daar `boeien en verdrukkingen' te wachten staan, 20: 23. Hij weet dus
al dat hij nog maar korte tijd als vrij man kan rondlopen, maar nog niet
dat hem niet minder dan vier jaren gevangenschap wachten, twee jaar
in Caesarea en twee jaar in Rome.
Toch aarzelt hij niet verder te reizen naar Jeruzalem. Niet omdat
hij zo'n sterke persoonlijkheid' is — hij kon ook vrezen en beven
(i Kor. 2: 3) — maar als navolger van Christus (i Kor. 1 i : 1) en in de
kracht van de Geest. 'Want God heeft ons niet een geest gegeven van
lafhartigheid, maar een geest van kracht, liefde en zelfbeheersing',
2 Tim. I : 7.

1. VAN MILETE NAAR TYRUS, HAND. 21: 1-6


Paulus werd op dit laatste deel van de reis vergezeld van maar liefst
acht broeders: Lucas, Timoteiis en de zes afgevaardigden van de Griek-
se en Macedonische kerken die de collecte voor de armen in Judea bij
zich hadden: Sopatros, de zoon van Pyrrus, uit Berea, Aristarchus en

160 161
§ 30 Paulus' derde apostolische reis IV: Tyrus, Ptolemais, Caesarea, Jeruzalem § 30

Secundus uit Tessalonica, Gajus uit Derbe, en Tychicus en Trofimus uit Lucas schrijft: `Wij vonden de discipelen', blijkbaar pas na enig zoe-
Asia, 20: 4. ken. Paulus was er zeven jaar eerder ook al eens langs gekomen (15:
Het afscheid van de ouderlingen van Efeze was aangrijpend 3), misschien zelfs al eerder, I I : 30, 12: 25. In dit kleine kerkje van
geweest, 20: 36-38. Paulus moest zich gewoon van hen losscheuren. Tyrus bleef hij een week. Misschien omdat het schip er zeven dagen
Hij reisde blijkbaar met een kleine kustvaarder, die in de nanacht als bleef liggen of omdat ze zolang op een ander moesten wachten. Maar
de wind opstak vertrok, en tegen de avond als de wind ging liggen voor wat hadden de christenen in Tyrus hem graag bij zich gehouden.
anker ging, zie bij 20: 4. Dan viel het afscheid wellicht in de nanacht Want ook bier waren gelovigen met profetische gaven, door wie
en zagen de ouderlingen hem in de duisternis wegvaren. de Heilige Geest opnieuw liet weten dat Paulus op weg was naar de
Het schip zette rechtstreeks koers naar het eiland Kos. De vol- gevangenis. Meer zei Hij niet. Maar de gemeenteleden gingen een stap
gende dag bereikte het Rodos en de derde dag Patara, een belangrijke verder. Zij trokken daaruit — vast goed bedoeld — de verkeerde men-
havenstad aan de (nu Turkse) zuidwestkust. Vandaar vertrokken gro- selijke conclusie dat de apostel dan beslist niet naar Jeruzalem moest
tere zeeschepen naar Syrie en Egypte. doorreizen Paulus was dit echter niet met hen eens. Hij hoorde in deze
2 Hier vonden ze een schip dat niet via de tijdrovende omweg boodschap geen verbod om naar Jeruzalem te gaan, maar een bevesti-
langs de kust, maar rechtstreeks over open zee naar Fenicie (nu Liba- ging van wat de Geest hem al eerder had laten weten (19: 21, 20: 23):
non) zou oversteken. Een afstand van zo'n 65o km, die afhankelijk van er wacht je daar gevangenschap en vervolging.
de wind in vijf tot zeven dagen kon worden afgelegd. De kapitein was
bereid de negen passagiers mee te nemen. Comfortabel zal de reis niet Waartoe die vroegtijdige aankondiging?
geweest zijn, want passagiersaccommodatie bezaten schepen destijds Waarom de Geest hem dit 'van stad tot stad' (20: 23) betuigde?
nauwelijks. Meestal moesten zeereizigers ook voor hun eigen provi- Natuurlijk in de eerste plaats voor hemzelf. Om hem gelegenheid te
and zorgen en sliepen ze onder hun eigen reismantel aan dek ('s win- geven zich op die zware tijd voor te bereiden. Maar in de tweede plaats
ters lag de zeevaart stil). 1 ) ook met het oog op de gemeenten, zodat die zich er eveneens bijtijds
3 Wat een herinneringen zullen Paulus tijdens deze zeereis door op konden instellen! 2 ) Anders zou het bericht van Paulus' gevangen-
het hoofd gespeeld hebben! Achter hem verdween de kust van Klein- neming straks een geweldige schok en aanvechting voor hen beteke-
Azie. Daarachter lagen de gemeenten van Ikonium, Lystra en Derbe. nen. Maar nu de Geest ook hen er vroegtij dig van op de hoogte had ge-
Hoe zouden die het maken? Enkele dagen later doemden aan de hori- steld, hoefden ze als het zover was aan Gods leiding niet te twijfelen.
zon de bergen van Cyprus op. Hier had de apostel op zijn eerste reis — Dan hadden ze bij voorbaat al gehoord dat Paulus' arrestatie een plaats
nu negen jaar geleden — met Barnabas en Marcus het evangelic ver- en een bedoeling had in Jezus' plan!
kondigd. De landvoogd Sergius Paulus was toen tot bekering gekomen Zo had de Here Jezus zijn discipelen toch ook al voor zijn
en Elymas de tovenaar plotseling blind geworden, 13: 4-13. Het schip hemelvaart, verbanning uit de synagoge en voor sommigen de martel-
deed het eiland niet aan, maar passeerde het aan de zuidzijde en zeil- dood aangekondigd. `Dit heb Ik jullie gezegd om je te waarschuwen:
de door naar Syrie. Het had namelijk lading aan boord voor Tyrus, toen als die tijd komt, zul je je herinneren dat Ik jullie crop gewezen heb',
al eeuwenlang een van de grote handelscentra van de Levant, vgl. Ez. Joh. 16: 4, vgl. Mat. 24: 25. Na zijn hemelvaart gaf Hij daartoe bo-
26: 1-28: 19. vendien in het bock Openbaring nog een brede `profetie' van `wat
4 Hier hadden vluchtelingen uit Jeruzalem (I I : 19) het evange- weldra moet geschieden', Op. i : I, 3. Eveneens om zijn verdrukte ge-
lie verkondigd en een gemeente gesticht. Let wel, in de stad waar Ize- lovigen bij voorbaat te troosten: de Here heeft het wel geweten, het
bel vandaan kwam! Psalm 87: 4 was in vervulling gegaan: ook Tyriers gaat niet buiten Hem om en de zaak van zijn Rijk loopt Hem heus niet
waren nu in Sion kind aan huis! Het was geen grote gemeente, want uit de hand.


162 163

§30 Paulus' derde apostolische reis iv: Tyrus, Ptolemais, Caesarea, Jeruzalem 5C 30

Afscheid op het strand 9 Deze had vier dochters, die van de Heilige Geest de gave van
5 Paulus' acht reisgenoten en de christenen van Tyrus hadden el- de profetie ontvangen hadden, waardoor zij de gelovigen konden
kaar voordien nog nooit ontmoet. Maar na die week waren de geloofs- stichten, vermanen en bemoedigen', i Kor. 14: 3 (zie ook bij i I : 27
en liefdebanden over en weer zo sterk geworden, dat de hele gemeente en 13: ). Lucas vermeldt niet of en wat zij tijdens Paulus' verblijf pro-
hen uitgeleide deed. Mannen, vrouwen en zelfs kinderen liepen mee feteerden. Zij waren allen ongetrouwd, waardoor zij zich volledig aan
naar het smalle strand buiten de stadsmuur. Op hun knieen droegen zij de zaak van de Heer konden geven, i Kor. 7: 34. Men denkt daarbij
daar elkaar en de zaken van het koninkrijk aan de Here op. Ook de wel aan catechese voor vrouwen en kinderen. Deze negen gasten her-
jeugd werd erbij betrokken! bergen zal voor hen een vreugde geweest zijn.
6 Daarop namen zij afscheid in het besef dat de apostel een moei- Wat moeten het voor hen en hun vader onvergetelijke dagen ge-
lijke tijd tegemoet ging en dat zij elkaar waarschijnlijk nooit meer zou- worden zijn toen zij Paulus, Lucas, Timotefis en de zes heidenchriste-
den weerzien. Toen gingen zij voorgoed uiteen. Paulus en de zijnen be- nen uit Klein-Azie en Griekenland enige dagen onderdak mochten ver-
gaven zich weer aan boord van het schip, dat in de voorbije week was lenen! Wat hadden zij elkaar veel te vertellen. Het was nu twintig jaar
gelost en geladen. De gemeenteleden bleven achter. Zij keerden in voi- geleden dat Filippus de eerste Afrikaan, de opperschatbewaarder van
le vrijheid naar hun huis en bezigheden terug. Hij zou straks naar de Ethiopie, had gedoopt, 8: 26-40. Paulus was toen nog een gevreesde
gevangenis gaan. Een verschil dat nog altijd in Christus' wereldkerk inquisiteur, voor wie hij was gevlucht, 8: 4v. En nu zat die voormali-
voortduurt: bier rijke en vrije christenen, daar arme en verdrukte ge- ge kerkvervolger als kerkplanter bij hem in huis en vertelde over de
lovigen. gemeenten die de Here door hem had gesticht in Pisidie, Galatie, Efe-
ze, Troas, Filippi, Tessalonika, Berea, Athene en Korinte. Zou Lucas
2. PTOLEMAIS EN CAESAREA, HAND. 21: 7 14 - toen uit de mond van Filippus ook feiten genoteerd hebben, die wij nu
Het gezelschap nadert nu al meer Jeruzalem. lezen in Hand. 6-8?
7 Van Tyrus voer het schip naar de 4o km zuidelijker gelegen
havenstad Ptolemais (= Akko). Ook bier was een gemeente, waar- De profetie van Agabus
schijnlijk gesticht door gelovigen, die na de dood van Stefanus de kerk- to Na enkele dagen kwam de profeet Agabus uit Judea op be-
vervolging in Jeruzalem ontvlucht waren, 8: 1, 4; 1 1: 19. Zeven jaar zoek. Wij kennen hem nog als de man die indertijd had aangekondigd
geleden was Paulus bier na zijn eerste apostolische reis ook al eens op dat het hele Romeinse rijk door een zware hongersnood getroffen zou
bezoek geweest, 15: 3. Nu bleef hij er een dag. worden, 11 : 27v. Nu kwam hij met de laatste en duidelijkste bevesti-
8 De volgende dag vertrokken de negen broeders, vermoedelijk ging van wat de Here de afgelopen weken Paulus al enkele malen had
weer per schip, naar Caesarea, de prachtige hoofdstad van de Ro- geopenbaard, 20: 23, 21: 4.
meinse provincie Judea en de residentie van de stadhouders. Hier had In de stijl van de profeten Jesaja, Jeremia en Ezechiel illu-
Petrus de officier Cornelius en zijn huis gedoopt, 1 o: 1-48. Paulus was streerde hij zijn boodschap met een symbolische handeling. Hij kwam
er al vaker geweest, 9: 30, 18: 22. Hij zou er binnen enkele weken voor namelijk op ons af, pakte de lange linnen doek die Paulus als gordel
lange tijd gevangengezet worden. De zeereis van Milete naar Caesa- om zijn heupen gewikkeld droeg; bond die eerst om zijn eigen enkels,
rea was blijkbaar zo voorspoedig verlopen dat hij nu geen haast meer daarna om zijn polsen, en zei: `Dit zegt de Heilige Geest: zó zullen de
hoefde te maken om op Pinksteren in Jeruzalem te zijn. Hij had zelfs Joden in Jeruzalem de eigenaar van deze riem binden en hem uitleve-
tijd over om enige dagen bij de evangelist Filippus door te brengen, ren aan de heidenen.'
vroeger een van de zeven Griekssprekende leiders van de Jeruzalemse Meer zei Agabus niet. Hij hield zich eerbiedig aan de letterlijke
armenzorg, 6: i -6. tekst van de boodschap die de Geest hem had ingegeven, zonder daar-

164 165
§ 30 Paulus' derde apostolische reis Iv: Tyrus, Ptolemais, Caesarea, Jeruzalem § 30

aan zelf raadgevingen te verbinden. Daarmee stelde hij zich nederiger mijn bediening gaat boven mijn leven, 20: 24, vgl. Fil. 1: 20V, Kol.
op dan de gelovigen in Tyrus, die een soortgelijke aankondiging van : 24.
de Geest eigener beweging hadden aangevuld met het dringende ad- 14 Toen na enige tijd van bidden en smeken bleek dat hij niet te
vies dat Paulus dus niet naar Jeruzalem moest gaan, 21: 4. overreden was (lett.: `niet overreed wordend'), staakten zij hun pogin-
12 Alle aanwezigen waren door de realistisch uitgebeelde profe- gen. Zoals een hele groep zich vaker optrekt aan de standvastigheid
tie van hun stuk gebracht: Timoteiis en Paulus' andere reisgenoten, Fi- van een man, vermanden zij zich nu ook en zeiden tenslotte in her-
lippus en de aanwezige gelovigen uit Caesarea, ook Lucas. Eerlijk wonnen geloofskracht: `Wat de Heer wil, moet gebeuren.' Daarop de-
schrijft hij: `Toen wij dit hoorden, drongen wij en de pldatselijke ge- den zij er het zwijgen toe. De zaak was beslist.
lovigen er bij hem op aan om niet naar Jeruzalem te reizen.' Deze re- Deze geschiedenis vormt tevens een bevestiging en verklaring
actie getuigde ongetwijfeld van welgemeende bezorgdheid voor het van Paulus' voorschrift dat de profetieen `beoordeeld' moesten wor-
welzijn van de geliefde apostel en voor de zaak van de Heer. den, i Kor. 14: 29. De boodschappen die de Geest hem op deze reis
In gedachten horen we hen Paulus voorhouden: `Ga toch voor gaf, vroegen van hem een eigen oordeel. En dit moest gegrond zijn op
deze dreiging opzij! De Geest waarschuwt je niet voor niets van stad wat de Geest hem al eerder had geopenbaard (20: 22v) en daarmee niet
tot stad. Wat Agabus je verkondigt, hoorden we in Tyrus toch ook al? in tegenspraak. Daarbij maakten de discipelen in Tyrus en Caesarea het
Dit kost je misschien je leven en wij kunnen je nog lang niet missen. hem onbedoeld erg moeilijk, terwijl de bescheiden en eerbiedige Aga-
Jezus zei toch zelf: `Wanner ze jullie vervolgen in de ene stad, vlucht bus hem de nodige ruimte liet.
dan naar de andere'?, Mat. 10: 23. Dit heb je toch al vaker gedaan? Je Kort hierna verscheen de Here Jezus hem in een bemoedigend vi-
wilt toch nog naar Rome en Spanje? De vertegenwoordigers van de sioen, waarin Hij hem verzekerde dat hij op de goede weg was, 23: 11.
Griekse kerken kunnen hun collecte toch wel alleen gaan afdragen?' De Here wilde dat hij van Hem zou getuigen in Jeruzalem en voorts
Zo smeekten allen hem met tranen in de ogen (vs. 13) niet naar de fa- aan de hoven van `heidenen en koningen', 9: 15. Als gevangene zou
tale stad toe te gaan. hij daarvoor gelegenheden ontvangen die hij als vrij man nooit gekre-
Ze maakten dus dezelfde vergissing als de broeders in Tyrus. Ook gen had. Overigens werd de profetie van Agabus niet letterlijk, wel za-
zij verwarden de mededeling van de Geest met hun eigen verklaring kelijk vervuld. De Joden wilden Paulus vermoorden. Om dat te voor-
daarvan. Zij vatten de profetie van Agabus op als een negatief reis- komen sloegen de Romeinen hem in boeien, 21: 31-33.
advies. Terwijl zij in feite diende om Paulus en hen voor te bereiden
op zware tijden, zodat zij dan niet aan Jezus' eindoverwinning zouden 3. OP NAAR JERUZALEM, HAND. 21: 15 16 -

wanhopen, vgl. p. 163. Nu nadert het einde van Paulus' derde apostolische reis. Hij was drie
13 Intussen was Paulus de enige die zijn hoofd koel en zijn jaar onderweg geweest.
gevoelens in bedwang hield. Hij onderkende in de tranen en smeek- 15 Toen kwam het moment dat Paulus en de zijnen ook afscheid
beden van de broeders zelfs een verzoeking het spoor van de Meester moesten nemen van Filippus en zijn dochters, alsmede van de ge-
te verlaten. Vriendelijk, maar vastberaden wees hij hen terecht: meente van Caesarea. Vreesden zij dat het voor altijd was? Dan zal ook
`Waarom proberen jullie mijn hart door je tranen week te maken?' dit afscheid aangrijpend zijn geweest. Geen van alien wist dat hij
Je zou me alle moed en standvastigheid benemen. Maar ik leg jullie twaalf dagen later al weer in Caesarea terug zou zijn. Alleen dan als
raad naast mij neer. 'Want ik ben niet alleen bereid om me in gevangene van de Romeinen, opgesloten in het paleis van Herodes, 23:
Jeruzalem gevangen te laten nemen, maar ook om er te sterven 31-35; 24: II.
omwille (ten bate) van de naam [= faam of daden of evangelie] van De bagage werd gepakt (en op ezels geladen?) en de negen broe-
de Here Jezus.' Zo sprak hij ook al tot de ouderlingen van Efeze: ders maakten zich gereed voor de laatste etappe van hun Lange reis. Het

166 167

§ 30 Paulus' derde apostolische reis iv: Tyrus, Ptolemais, Caesarea, Jeruzalem § 30

gevaar dat Paulus tegemoet ging, weerhield de trouwe broeders niet NOTEN
met hem mee to gaan. De afstand van Caesarea naar Jeruzalem bedroeg 1) E. Hilgert, 'Ships, boats', International Standard Bible Encyclopadia,
herz. uitg., 486. A. Sizoo, Reizen en trekken in de oudheid, Kampen 1962,
ca. ioo km. Men kon die in twee a drie dagen afleggen.
67-71. Idem, Techniek in de oudheid, Kampen 1961, 81-88
16 Evenals bij zijn vertrek uit Berea naar Athene (17: 15) kreeg 2) Op deze nevenbedoeling werden we geattendeerd door H. Smit, `Tegen-
Paulus een escorte mee. Enkele leerlingen uit Caesarea begeleidden de strijdigheid'?, Opbouw, 41e jrg., 6ov. Idem, 'Het loopt de Here niet uit de
reizigers naar Jeruzalem. Mede ter bescherming van de collecte die zij hand', Opbouw, 3 le jrg., 73.
in opdracht van de Griekse gemeenten naar Jeruzalem moesten bren- 3 ) S. J. Kistemaker, comm. a.l. Vgl. R. C. H. Lenski, comm., 835.
gen? Tussen drommen pelgrims, die voor het pinksterfeest naar Jeru-
zalem trokken, naderde het gezelschap de tempelstad.
Zijn begeleiders brachten hem bij Mnason, evenals Barnabas een
leerling van het eerste uur. Omdat hij een Grieks sprekende Cyprioot
was, vormde zijn huis een geschikt logeeradres. De afgevaardigden
van de kerken in Asia en Griekenland waren merendeels van heidense
afkomst en dus onbesneden. Een wettische Jood zou hiermee wellicht
moeite gehad hebben (vgl. vs. 2ov), maar de Hellenist Mnason heeft
dit bijzondere gezelschap vast vrijmoedig en blijmoedig onderdak ver-
leend.

Van Pascha in Filippi tot Pinksteren in Jeruzalem


Van de laatste zeven weken van Paulus' derde reis geeft Lucas
zo'n nauwkeurig verslag dat we aan de hand daarvan het volgende
overzicht kunnen opstellen. 3 )

Eerste week Vertrek uit Filippi na Pasen.


Reis naar Troas: vijf dagen, 2o: 6.
Tweede week Zeven dagen in Troas, 20: 6.
Derde week Reis naar Milete: vier dagen, 20: 13-16.
Vierde week Reis van Milete naar Tyrus: vermoedelijk zeven
dagen, 21: 1-3.
Vijfde week Zeven dagen in Tyrus, 21: 4.
Zesde week Reis naar Ptolemais: een dag, 21: 7.
Verblijf van een dag in Ptolemais, 21: 7.
Reis naar Caesarea: een dag, 21: 8.
Zevende week Verscheidene dagen in Caesarea, 21: 10,15.
Reis naar Jeruzalem: twee a drie dagen, 21: 15.
Aankomst in Jeruzalem, 21: 17.

168 I 169
Gearresteerd §3I

Ook daaruit blijkt dat wij nog steeds Handelingen van Jezus le-
zen. Hij hield koninklijk de teugels en regie in handen. We zagen reeds
hoe Hij zowel Paulus als de gemeenten tijdig op deze gevangenschap
§ had voorbereid. De Geest van Jezus had hem op zijn derde reis van stad
tot stad laten weten dat hem in Jeruzalem boeien en verdrukking
HANDELINGEN 21: 17-40 wachtten, 20: 23, 21: I Negen dagen na zijn aankomst ging deze pro-
PAULUS IN JERUZALEM (I): GEARRESTEERD fetie reeds in vervulling en begon voor hem een gevangenschap, die
minstens vier jaar zou duren.

Het was nu zo'n vijfentwintig jaar geleden dat de Here Paulus tot 1. BEZOEK AAN JAKOBUS EN DE OUDSTEN,
apostel had geroepen. Ten koste van veel moeite en Teed had hij het HAND. 21: 17-20A
evangelie verkondigd, van Syrie tot Griekenland. Bijna zeven hoofdstukken, een kwart van zijn boek, besteedt Lucas aan
Inmiddels waren er ook vijfentwintig jaar verlopen van het ge- het getuigenis dat Paulus als gevangene mocht afleggen voor 'heide-
nade-interim, dat God Jeruzalem na de kruisiging van zijn Zoon nog nen, koningen en Israelieten', 9: 15. Dit vond hij blijkbaar voor het
had gegund, vgl. dl. I, 24. Zoals wij achteraf weten, restte het thans nog doel van zijn boek zeer belangrijk. Terloops laat hij ook zien wat sa-
amper vijftien jaar om zich te bekeren. Omdat het dit helaas weiger- tan al niet in het werk stelde om Paulus uit Rome te houden, 19: 21.
de, liet God in het jaar 7o stad en tempel door de Romeinen ver-
woesten. Joden omhelzen heidenen
Maar genadig en lankmoedig als Hij is, liet Hij de Joden voor- 17 Toen bekend werd dat Paulus in Jeruzalem was aangekomen
dien ook door Paulus nog eenmaal de feiten omtrent Jezus Christus en bij Mnason logeerde, kwamen veel gemeenteleden hem daar harte-
verkondigen, in de hoop dat ze zich alsnog zouden bekeren. Zoals alle lijk begroeten. Dit christelijk liefdeblijk, zo kort voor zijn arrestatie,
prediking zou ook dit allereerst genadeverkondiging zijn. Tegelijk zou heeft hem vast goed gedaan. Een week later zou een woedende massa
hij echter ook als getuige a charge moeten optreden. Want vanwege de `weg met hem!' roepen, 21: 36.
verwerping van Messias Jezus had God een rechtszaak met zijn af- 18 De volgende dag begaf hij zich met zijn reisgenoten naar Ja-
vallige yolk, vgl. dl. I 23v.
, kobus, de halfbroer van de Here Jezus, die een vooraanstaande plaats
Naar Gods wijs bestel zou de apostel deze opdracht het best innam in de gemeente van Jeruzalem, vgl. p. 19. Ook de vermoedelijk
kunnen uitvoeren als `een gezant in boeien', Ef. 6: 20. Hoe had hij an- vele oudsten van deze grote gemeente waren bij dit bezoek aanwezig.
ders zoveel Jeruzalemmers tegelijk kunnen verkondigen dat Jezus was Apostelen worden niet genoemd, die verbleven blijkbaar elders.
opgestaan en in de hemel opgenomen? En hoe had hij het Sanhedrin 19 Voor alle aanwezigen moet dit een aangrijpende ontmoeting
kunnen toespreken en de stadhouders Felix en Festus en koning Agrip- zijn geweest! Jakobus en de oudsten zagen na jaren Paulus weer, ver-
pa, compleet met hun gevolg, tot bekering en vergeving van zonden gezeld van acht medewerkers en afgevaardigden van heidenchristelijke
kunnen oproepen?, vgl. 24: 25, 26: 20. Jo, hoe had hij ooit als vrij man gemeenten die hij had mogen stichten. De bijeenkomst begon uiteraard
voor de Romeinse keizer kunnen verschijnen? Als gevangene kreeg hij met de wederzijdse begroeting, volgens oosterse gewoonte met een
daartoe echter ruimschoots de gelegenheid. Bovendien danken wij aan kus. De Joodse christenen omhelsden Lucas, Timoteiis, Trofimus,
zijn gevangenschappen vier bijbelboeken: Efeziers, Filippenzen, Sopater, Aristarchus, Secundus, Gajus en Tychikus. Op Timotefis na al-
Kolossenzen, Filemon. ien onbesneden gelovigen uit de heidenen. Met hun vredeskus erken-
den zij deze bekeerde heidenen als volwaardige `medeburgers van de

170 171

§3I Paulus in Jeruzalem (I) Gearresteerd §

heiligen en huisgenoten van God', Ef. 2: 19. En de niet-Joodse gelo- bedrag (2 Kor. 8: zo) dat de bekeerde heidenen voor de armen in Ju-
vigen brachten aan de vertegenwoordigers van de `moedergemeente' dea hadden meegebracht.
in Jeruzalem de groeten over van hun heidenchristelijke gemeenten. En dan te bedenken dat Paulus nog bang was geweest dat zijn
Zij wisten dat het evangelic vanuit dit 'Sion' tot hen was gekomen, zo- hulpactie averechts zou uitvallen. Omdat men er zich bevoogd door
als Jesaja had geprofeteerd, Jes. 2: 3. zou voelen en gedwongen om Paulus' standpunt over de Wet en de be-
We nemen aan dat de deputatie van de Griekse en Macedonische snijdenis over te nemen. Of omdat zo'n groot geschenk van onbesne-
kerken bij deze gelegenheid de collecte heeft afgedragen, die hun ge- den gelovigen uit de heidenen spanningen zou veroorzaken in de nog
meenten voor de hulpbehoevende broeders en zusters in Judea hadden w61 besneden gemeente van Jeruzalem. Dit zou haar evangeliever-
gehouden, vgl. 24: 17. Vanwege het grote bedrag vermoedelijk niet in kondiging onder de Joden in Jeruzalem en Judea kunnen bemoeilijken.
klinkende munt, maar in de vorm van cheques)) Hiervoor hadden Als dit vervolgens de verhouding tot hem en de gemeenten uit de hei-
Korintische havenarbeiders zuurverdiende koperstukjes en rijke sla- denen onder druk zou zetten, zou hij zijn doel met de collecte missen.
veneigenaars als de heer Filemon goudstukken afgestaan. In plaats van het `kerkverband' te versterken, zou ze dit verzwakken!
Hiermee bewezen zij op treffende wijze hoe nauw zij zich als voor- Wat rampzalig zou kunnen worden. Daarom had hij al voor zijn reis
malige heidenen in Christus verbonden voelden met de Joodse gelovi- naar Jeruzalem in zijn brief aan de Romeinen gevraagd: 'bid voor mij
gen. Het `kerkverband' bestond hier uit een hechte geloofs- en liefde- tot God, dat (...) mijn hulpactie voor Jeruzalem bij de heiligen aldaar
band. Om deze Geestelijke band te versterken, had Paulus zich voor deze in goede aarde mag vallen', Rom. IS: 3ov. Maar deze vrees was ge-
collecte bijzonder ingespannen. Hij had er de gevers op gewezen dat zij lukkig beschaamd! 2 )
als voormalige heidenen bij de Joodse ontvangers in het krijt stonden,
Rom. 15: 27. Zelf had hij er zijn bezoek aan Rome voor uitgesteld (19: 2. VOOR VREDE EN EENHEID IS PAULUS DE JODEN
21) en er zich de lange reis van Korinte naar Jeruzalem voor getroost. EEN JOOD, HAND. 21: 20B-26
Paulus' derde apostolische reis had ongeveer drie jaar geduurd en het
De Joden prijzen God om de redding van de heidenen uiterste van zijn krachten gevergd. Een welverdiende rustperiode was
Natuurlijk wilden alien graag uit Paulus' eigen mond horen wat echter niet voor hem weggelegd. Meteen na zijn aankomst raakte hij
hij sinds zijn laatste bezoek aan Jeruzalem voor de verbreiding van het weer in kerkelijke moeilijkheden betrokken. Ze zouden de aanleiding
evangelie had mogen doen. Daarop vertelde hij tot in bijzonderheden worden voor zijn arrestatie.
wat niet hij, maar God door zijn bediening onder de heidenen in Ga-
latia, Frygie, Asia, Macedonia en Griekenland tot stand had gebracht, Jeruzalem: een grote, nog wettische gemeente
Lucas heeft dit voor ons samengevat in 18: 23-21: 16. De aanwezig- lob Paulus' komst stelde de `kerkenraad' van Jeruzalem name-
heid van de zeven bekeerde heidenen moet de indruk van zijn verslag lijk voor een ernstig probleem. Je ziet, broeder, zeiden ze, hoeveel dui-
nog hebben versterkt. zenden Joden tot geloof in Messias Jezus gekomen zijn. Aileen zijn het
2oa Toen ze dit alles hoorden, prezen en eerden de Joodse broe- alien ijveraars voor de Wet. Jodenchristenen behoren zich volgens hen
ders God. Zelf onderhielden zij nog wel de Wet van Mozes, maar zij strikt te houden aan de mozaische voorschriften omtrent besnijdenis,
verheugden zich oprecht in de bekering van zoveel heidenen. Zij had- sabbatten, tempeldienst, kosjer voedsel en wat daarmee samenhing,
den er ook geen moeite mee deze onbesneden medegelovigen met hun zoals de omgang met heidenen.
onjoodse levenswijze als broeders en zusters in Christus te aanvaarden. Stefanus had al wel jaren geleden in Jeruzalem verkondigd dat
Dit moeten we niet vergeten als zij straks met hun moeiten voor de dag Messias Jezus de Wet en de tempel had vervuld (6: 13v; vgl. dl. I, 1 43 -
komen. Ze zullen God vast ook geprezen hebben vanwege het enorme 147), maar dit zagen zij nog niet in. Zij konden de vrijheid die ze in

172 173
§

Paulus in Jeruzalem (I)

Christus bezaten nog niet aan. Door vast te houden aan de `goede, oude
gewoonten' probeerden zij jonge wijn in oude zakken te bewaren,
Luc. 5: 37.
Hun geloof was nog `zwak' (Rom. 14: ), het was nog niet wat
het wezen mocht en moest. Dit hoeft ons niet te verwonderen. Zij leef-
den nog volop in de overgangstijd van het Oude naar het Nieuwe Testa-
ment. De Wet van Mozes had meer dan twaalfhonderd jaar Israels le-
ven bepaald. Dan is het onmogelijk duizenden gemeenteleden, onder
wie vele pasbekeerden, in een handomdraai te leren dat ze daar nu vrij
van waren. Temeer daar de tempel nog in vol bedrijf was. 3 )
Zolang 'de gruwel der verwoesting' (Mat. 24: 15) daarin nog niet
te zien was, braken de eerste Joodse christenen niet revolutionair-
abrupt met wat Jezus 'het huis van mijn Vader' had genoemd. De
apostelen hebben de Joodse gelovigen die de ceremonien van de Wet
nog niet konden loslaten, hierom niet veroordeeld. Zij gingen zelf ook
nog naar de tempel en hielden zich daarbij aan de Joodse gebedstijden,
2: 46, 3: 1, vgl. dl. I, 68v, 74. Zelfs de apostel Petrus durfde pas nadat
l
i
Fira-
Gearresteerd

jongetjes niet meer hoeven te besnijden en met de oude Joodse ge-


bruiken moeten breken.

daarmee door te gaan. Dit was immers al rinds de dagen van Mozes
§3 1

hun leefwijze. Zo had Israel op Mozes' gezag al meer dan duizend jaar
geen varkens- of konijnenvlees gegeten. Ze lUstten het niet eens. NU
mochten ze het wel eten, maar daarom moest het nog niet. Zoals ze nu
ook op de sabbat wel mochten werken, maar dat niet verplicht waren.
Messiasgelovige Joden mochten gerust hun kerkdiensten op de sabbat
blijven houden.
Al zulke mozaische gebruiken waren volgens Paulus niet opeens
verboden, vgl. 28: 17. Volgens het Convent van Jeruzalem ook niet,
15: 1-29. Als men maar niet beweerde dat God dit nog eiste! Ook niet
van bekeerde heidenen. Zo sprak hij ook over de besnijdenis. In
-

Dit laatste was pure laster. Paulus had alleen verkondigd dat de
onderhouding van de Wet niet meer noodzakelijk was om gered te wor-
den. Bekeerde heidenen mochten daarom niet verplicht worden haar
te onderhouden. Maar gelovigen uit de Joden had hij nooit verboden

hij een hemels visioen had ontvangen bij heidenen binnen te gaan en Christus Jezus maakte het niets uit of een man wel of niet besneden
met hen te eten. Dan kan men gemeenteleden niet kwalijk nemen dat was, I Kor. 7: 18v, Gal. 5: 6; 6: 15. Zolang Messiasgelovige Joden er
zij hem daarin niet meteen konden volgen, 10: I-I 1-3. geen voorwaarde voor de zaligheid van maakten, mochten zij hun pas-
Overgangstij den zijn nu eenmaal altijd moeilijke tij den. De Here geboren jongetjes gerust blijven besnijden. Paulus gebruikte zelf die
was lankmoedig jegens gelovigen die zomaar niet los waren van twaalf christelijke vrijheid om Timoteiis wel te besnijden (16: 3), maar
eeuwen oude Goddelijke voorschriften. Daarom maande Paulus met verdedigde diezelfde vrijheid door Titus niet te besnijden, Gal. 2: 3,
apostolisch gezag geduld te oefenen tegenover deze `zwakken in het vgl. p. 34.
geloof' (Rom. 14: ivy) en aanvaardde hij de interim-toestand in Jeru- Waarschijnlijk hadden veel Joden in de diaspora na hun bekering
zalem. Men moest vooral niets forceren en iemand de christelijke vrij- met sommige van hun oude Joodse gewoonten gebroken. Want hoe
heid niet krachtdadig opdringen. Alles wat mocht, moest niet. Over en- evangelisch Gods goede Wet ook was, zij was ook vaak een drukkend
kele jaren zou de verwoesting van de tempel aan al deze moeiten juk geweest, 15: 10. Maar nu deze Joden in de vrijheid van Christus
vanzelf een einde maken. stonden, hadden zij dit juk opgelucht afgelegd, Gal. 5: I. Wonen,
werken en zakendoen in een heidense omgeving was zo voor hen heel
Vrees voor onrust door Paulus' komst wat makkelijker geworden. Wettische of zelfs juddistisch gezinde Jo-
21 Hoe zouden die duizenden wettische gemeenteleden in Jeru- den, die met zulke `vrije' Joodse christenen contact hadden, kunnen
zalem op Paulus' verblijf in hun midden reageren? Hun is namelijk ver- het kwade gerucht verspreid hebben dat Paulus hen tot hun breuk met
teld, zo vervolgde de `kerkenraad', dat jij Joden die in het buitenland de mozaische instellingen had aangespoord, alsof het een nieuw ge-
te midden van de heidenen wonen, van de Wet afvallig maakt. Je zou bod gold.
namelijk leren dat wie in Messias Jezus gelooft, niet meer aan haar 22 We krijgen niet de indruk dat Jakobus en de andere Joodse
voorschriften gebonden is. Zo zouden ze volgens jou hun pasgeboren broeders aan de praatjes over Paulus geloof hechtten of zijn prediking

174 175
X 3 1 Paulus in Jeruzalem (1) Gearresteerd § 31

veroordeelden, vgl. vs. 25. Zij waren nog wel wat wettisch, maar be- beeindigd. Zo zou de hele gemeente spoedig horen dat Paulus beslist
slist geen bloeddorstige judaisten (vgl. voor het verschil p. 1o). Anders niet de goddeloze verachter van de Wet was waarvoor hij werd uitge-
hadden ze de onbesneden afgevaardigden van de Grieks-Mace- maakt. Maar dat hij nog altijd diepe eerbied voor haar koesterde.
donische kerken niet zo hartelijk begroet. Hun probleem betrof dan 25 Nee, hiermee werd zijn prediking onder de heidenen niet ver-
ook niet Paulus' leer, maar de Joodse zeden en gewoonten. Anders ge- oordeeld en verloochend. Jakobus en de oudsten betuigden uitdruk-
zegd: niet de schriftuur, maar de cultuur. Met het oog daarop waren ze kelijk dat zij niet tornden aan wat zij op het Convent van Jeruzalem
bang dat Paulus' aanwezigheid grote deining zou veroorzaken. Zowel hadden besloten: christenen uit de heidenen hoeven zich niet aan de
bij verontruste gemeenteleden als bij de vele pelgrims die voor het Wet van Mozes te houden. Hun was alleen geschreven: Toe, onthoudt
pinksterfeest in de stad waren. Hun vraag was: wat nu? Hoe weerleg- u in de omgang met ons, Joden, van afgodsoffervlees, niet-uitgebloed
gen wij die aantijgingen? vlees, puur bloed en ontucht, 15: 19v., vgl. p. 2I vv. De christelijke
vrijheid van de Wet bleef voor iedereen erkend. Daar kon Paulus ge-
Het voorstel van Jakobus en de oudsten rust op zijn. Het voorstel van de kerkenraad' diende uitsluitend om de
23 Nee, zij bevalen Paulus niets. Ze deden hem een voorstel, vrede onder de Joodse christenen te bewaren. Zij durfden die vrijheid
waardoor hij met een goed geweten de eenheid en vrede in de gemeente nu eenmaal nog niet aan, omdat hun geloof er nog te zwak voor was. 5 )
van Jeruzalem zou kunnen bevorderen. Ze hadden vier gemeenteleden
die een nazireeergelofte afgelegd hadden. Zij hadden beloofd dat zij Paulus' inschikkelijkheid
zich voor een bepaalde periode op priesterlijke wijze aan God zouden 26 Toen heeft de apostel deze nog wat wettische broeders niet fel
wijden. Al die tijd mochten ze hun hoofdhaar niet afscheren, niets van en heftig de les gelezen, met uiterst consequent en rechtlijnig beroep
de wijnstok gebruiken en zich aan geen dode verontreinigen, Num. 6: op het evangelic, zodat hij daar nu zelf ook weer een wet van maakte.
-21. 4 ) Integendeel, hij is hen zachtmoedig en meegaand tegemoet getreden
Deze periode liep binnenkort of en dan moesten voor ieder van en heeft hun goed bedoelde verzoek ingewilligd. Zolang de waarheid
hen de voorgeschreven offers gebracht worden: een gaaf mannelijk lam van het evangelie niet in geding was, had hij veel voor de vrede en een-
als brandoffer, een gaaf ooilam als zondoffer, een gave ram als vrede- heid over.
offer, een korf ongezuurde broden en koeken als spijsoffer en het bij- Tot deze toegefelijke en inschikkelijke houding tegenover de
behorende wijnplengoffer, Num. 6: I4v. Daarna mocht hun aange- `zwakken' had hij al eerder de gemeenten te Rome en Korinte op-
groeide hoofdhaar afgeschoren worden en in het offervuur geworpen. gewekt, Rom. 14: 1-15: 13, 1 Kor. 8; io: 23-11: 1. Vanuit dezelfde in-
Daarmee waren ze volgens de Wet ontslagen van hun gelofte. stelling had hij ook ter wille van de Joden Timoteiis laten besnij den,
24 Blijkbaar waren deze vier mannen zo arm dat ze de verplichte 16: 3. Tegenover haar bestrijders verdedigde hij de christelijke vrijheid
offers zelf niet konden betalen. In zo'n geval gold het als een goed en van de Wet met kracht, maar zonder nu van de weeromstuit slaaf van
vroom werk als iemand anders ze voor zijn rekening nam. Als Paulus die vrijheid te worden. Vrijwillige gebondenheid is een hoge vorm van
dat nu eens deed en de hele afsluiting van hun nazireaat zou regelen! vrijheid en een groot goed in moeilijke overgangstijden.
Daarvoor moest hij zich wel eerst door de priester cultisch laten heili- Trouwens, had de Meester, die vol was van zachtmoedige wijs-
gen, vgl. Num. 19. heid (Jak. 3: 13), deze toegefelijke houding ook niet vertoond? Hoe-
Dit alles zou natuurlijk ook door gemeenteleden in de voorhof wel Hij zich als de Zoon van God vrijgesteld wist van de tempelbe-
worden opgemerkt. Wat juist de bedoeling van het voorstel was. Velen lasting, zei Hij tot zijn discipelen: betaal haar maar, om te voorkomen
zouden zien hoe hij besprenkeld werd met reinigingswater en deelnam dat wij hun aanstoot geven', Mat. 17: 24-27. Wij, die gewend zijn
aan de plechtigheden waarmee het nazireaat van de vier broeders werd `principieer te redeneren, los van tijd en omstandigheden, vinden deze

176 177

SC 3 1- Paulus in Jeruzalem (I) Gearresteerd §

wijsheid soms maar wat slap, `niet consequent van Paulus' en teveel gen, was Paulus nooit in Romeinse gevangenschap geraakt, laat staan
tactiek. 6 ) in Rome gekomen, maar hadden zij hem voor die tijd omgebracht. Nu
Maar hij verstond deze wijsheid: `Hoewel ik van niemand afhan- redden de Romeinen zijn leven.
kelijk ben, heb ik me toch de slaaf gemaakt van alien, om zoveel mo-
gelijk mensen voor Christus te winnen. Bij de Joden leef ik als Jood om Paulus bijna gelyncht
de Joden te winnen. Met hen die onder de wet staan, leef ik als aan de 27 Jakobus' opzet was dat Paulus in de tempel goedkeurend zou
wet onderworpen — hoewel zelf niet gebonden aan de wet — om hen die worden gadegeslagen door leden van de nog wat wettische Joods-
onder de wet staan te winnen. Met de wettelozen werd ik als een wet- christelijke gemeente. Maar toen de zeven dagen van zijn reiniging bij-
teloze — hoewel niet zonder de wet van God en onderworpen aan de wet na waren verstreken, werd hij er ook opgemerkt door fanatieke vijan-
van Christus — om de wettelozen te winnen. Met de zwakken ben ik zwak den uit Asia. Alle Joden hadden daar zijn prediking gehoord, 19: 10.
geworden om de zwakken te winnen. Ik ben alles wat je maar wilt om Omdat zij Trofimus uit Efeze herkenden, waren zij daaruit waar-
in elk geval een paar mensen te redden', i Kor. 9: 19-23. schijnlijk ook afkomstig, vs. 29. Misschien hadden enigen van hen ook
Naar deze stelregel, die wij slechts tot onze grote schade kunnen deelgenomen aan de massabetoging tegen Paulus in het theater van
negeren, heeft Paulus in Jeruzalem gehandeld. Hij beloofde de vier Efeze en waren zij nog woedend dat het stadsbestuur hem toen in be-
broeders de afwikkelingskosten van hun nazireaat voor zijn rekening scherming genomen had, i9: 33-40.
te nemen. Om echter als hun sponsor in de tempel te kunnen optreden, Paulus had gedurende de jaren dat hij er gewerkt had veel ver-
moest hij zich, zoals gezegd, eerst door een priester met reinigings- driet van deze Joden ondervonden. Hun felle verzet tegen het evangelie
water laten besprenkelen. Vermoedelijk om cultisch gereinigd te wor- had hem gedwongen zich van de synagoge of te scheiden en zijn be-
den van zijn verblijf onder de heidenen. (De Wet van Mozes schreef diening voort te zetten in de school van Tyrannus, 19: 8v. Daarna had-
dat niet voor; die eiste deze besprenkeling alleen na aanraking van een den ze zelfs aanslagen tegen zijn leven beraamd, 20: 19. Nu ze hem
dode, Num. 19: 12, 20. Boog de apostel zodoende ook nog onder een hier terugzagen, ontvlamde hun oude godsdiensthaat meteen weer.
eigenmachtige uitbreiding van de Wet?) Voorts deelde hij mee wanneer Misschien konden ze hem nu uit de weg ruimen! In plaats dat ze het
hijzelf geheiligd en de gelofte van de vier mannen volbracht zou zijn, hoofd van de tempelwacht waarschuwden, namen ze het recht in eigen
zodat voor ieder van hen het offer gebracht kon worden. hand. Ze brachten grote opschudding teweeg onder de tempel-
Paulus zal die offers bij voorbaat 7 ) als achteraf-offers' be- bezoekers, grepen hem vast en schreeuwden:
schouwd hebben, waarbij hij zag op de Here Jezus Christus, die ze ver- 28 `Mannen van Israel, help! Dit is die kerel die overal en aan
vuld had en overbodig gemaakt. Hij had het niet mogen doen met on- iedereen een leer verkondigt die gericht is tegen ons uitverkoren yolk,
gelovigen, die de reeds aangebrachte verzoening, verlossing en tegen de wet van Mozes en tegen de tempel.' Dit was dezelfde valse
vervulling door Messias Jezus afwezen. Zo dronk de apostel toen voor beschuldiging als men eerst had ingebracht tegen de Here zelf (Mat.
de lieve vrede in de grote, wettische gemeente van Jeruzalem nog maar 5: 17, 26: 6ov), vervolgens tegen Stefanus (6: 13v) en nu tegen diens
eens `oude wijn'. Hoewel hij de jonge reeds had gedronken en beter geestelijke erfgenaam Paulus (we bespraken deze aanklacht in deel 1,
vond, Luc. 5: 39. § 9). De naam van de Here Jezus werd zelfs niet genoemd. Alles wat
Paulus met beroep op de Wet en Profeten over Hem en zijn werk in hun
3. JERUZALEM IN REP EN ROER, HAND. 21: 27 30 - synagogen had verkondigd, verwierpen ze zonder meer. Het toppunt
Het waren geen wettische Joodse christenen, die de aanleiding vorm- was dat hij nu ook nog de grootste misdaad bedreven had die een Jood
den voor Paulus' arrestatie. Ook geen judaisten, maar Joden uit de Ro- zich denken kon: door Grieken, heidenen, in de tempel te brengen, had
meinse provincie Asia (nu: West-Turkije). Als het aan hen had gele- hij de heilige plaats ontwijd.

178 179

§ .3 1 Paulus in Jeruzalem (i) Gearresteerd SC .3'

29 Deze beschuldiging miste elke grond. Zij hadden hem kort te- Zo ging Jezus' smartelijke klacht opnieuw in vervulling: `Jeru-
voren met de heidenchristen Trofimus gezien. Niet in de tempel, maar zalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en hen stenigt die tot haar ge-
ergens in de stad. Toch beweerden ze boosaardig dat Paulus hem niet zonden zijn!', Luc. 13: 34.
in de voorhof der heidenen had gelaten, maar in de binnenste voorhof
van de Joden had gebracht. De apostel van Jezus Christus uit de tempel gebannen
Het betreden daarvan was voor heidenen een halsmisdaad! Op Met deze actie voor tun' tempel (vgl. Mat. 23: 38), bezegelden
regelmatige afstanden waren stenen aangebracht met de inscriptie: de Joden zijn verwoesting en deed Jeruzalem een nieuwe stap op de
Geen vreemdeling mag door de afscheiding gaan die de.tempel en de weg naar zijn komende ondergang. Want de man achter wie de tern-
binnenhof omsluit. Iedereen die bij overtreding betrapt wordt, zal het pelpoorten gesloten werden, was niet de eerste de beste, maar de
aan zichzelf te wijten hebben dat hij ter dood gebracht wordt.' Het san- apostel van Messias Jezus! Zoals alle Joden uit Asia konden weten, had
hedrin mocht die straf zelfs aan een Romeins staatsburger voltrekken. hij de waarheid van zijn evangelie altijd met de Wet en de Profeten be-
In dit geval was het echter niet alleen een valse, maar ook een wezen. Die Godsgezant werd nu met zijn Godswoord uit Gods huis
dwaze aanklacht. Paulus was juist bezig zijn eerbied voor de tempel te verbannen!
bewijzen door zich levitisch te laten reinigen. En dit om, alweer con- Deze verschrikkelijke gebeurtenis moet op Jakobus en de ge-
form de Wet, vier Joden te helpen bij de beeindiging van hun nazire- meente van Jeruzalem diepe indruk gemaakt hebben: de apostel Pau-
aat. Maar ze haatten de apostel van Jezus en dat gaf de doorslag. lus met geweld uit de tempel verwijderd en bijna door zijn mede-Isra-
Achter deze blinde godsdiensthaat ontwaren we opnieuw de oude elieten gedood! Zouden zij daarin ook een van de voortekens herkend
frontlijn tussen rechtvaardigen en goddelozen, waarvan vooral de psal- hebben, die volgens de Here Jezus de ondergang van stad en tempel
men doortrokken zijn. In hun termen uitgedrukt waren deze `vrome' aankondigden?, Luc. 21: 12. Volgens zijn voorzegging zou hun gene-
pelgrims vijanden' van Paulus, echte `geweldenaars', leugenspre- ratie die nog beleven, Mat. 24: 1v, 9, 34. Dan vertoonde Paulus' ver-
kers', `mannen van bloed en bedrog', die een rechtvaardige' naar het banning uit de tempel overeenkomst met het visioen dat Ezechiel in-
leven stonden. 8 ) dertijd had gezien. Daarin begaf 'de heerlijkheid van de God van
3o De verschrikkelijke beschuldigingen tegen Paulus ver- Israel' zich naar de dorpel van de tempel. Dit was de inleiding geweest
spreidden zich als een lopend vuurtje. De hele stad raakte in rep en roer van de toen onafwendbare ontruiming en verwoesting van zijn woning,
en in korte tijd ontstond er een complete volksoploop. Zo'n tempel- Ez. 9: 3.
schender en wetsaanrander mocht geen ogenblik langer de heilige
plaats verontreinigen, maar diende op staande voet gedood te worden! 4. PAULUS UIT EEN VOLKSGERICHT GERED,
Omdat in de tempel geen mensenbloed vergoten mocht worden, pak- HAND. 21: 31-36
ten ze Paulus beet en sleurden hem naar de voorhof der heidenen. De Voor een goed begrip van het vervolg dient men te weten dat het hele
poorten die het eigenlijke tempelterrein van die voorhof afgrensden, tempelcomplex werd overheerst door de Romeinse burcht Antonia.
werden onmiddellijk gesloten. Deze enorme vesting met 25 m hoge hoektorens bevatte kazernes,
Eigenlijk was de arrestatie en executie van tempelschenders de binnenplaatsen en een luxueus paleis voor de stadhouder als hij
taak van de tempelwacht. Maar als ze op heterdaad werden betrapt, Jeruzalem bezocht. De burcht stond op de noordwestelijke hoek van
werd een volksgericht door de vingers gezien. Ook had Paulus, even- de tempel en stak er hoog bovenuit. Het Romeinse gezag kon vandaar
als Stefanus, buiten de stad gestenigd moeten worden, 7: 58. Maar de het hele tempelcomplex en grote delen van de oproerige stad uitste-
haat was zo fel dat men zich daar geen tijd voor gunde en hem al be- kend in de gaten houden. Brede trappen leidden vanuit de burcht
gon of te ranselen. Men wilde hem ter plaatse doodslaan, vs. 31. rechtstreeks naar het tempelplein, zodat militairen bij ongeregeld-

180 181
§ 31 Paulus in Jeruzalem (I) Gearresteerd

heden onmiddellijk konden ingrijpen. En die opstootjes kwamen in komen wie Paulus was en wat hij had misdaan. Twee basisvragen voor
de jaren voor het uitbreken van de Joodse Oorlog in 66 steeds vaker een ordelijk proces.
voor. 34 De mensen riepen echter van alles door elkaar. Velen wisten
Het garnizoen dat op de burcht gelegerd was, bestond uit een co- kennelijk niet eens wat er aan de hand was. Omdat de tribuun vanwe-
hort militairen, normaal duizend man: 76o infanteristen en 24o ruiters. ge het lawaai de ware toedracht niet kon achterhalen, gaf hij bevel Pau-
Het stond onder opperbevel van een tribuun (lett. chiliarch: hoofdman lus of te voeren naar de kazerne in de burcht Antonia.
over 1 000) en een aantal centurio's (lett. hoofdman over Too). De com- 35 In machteloze woede zagen de Joden hoe hun gevangene, vlak
mandant heette Claudius Lysias, 23: 26; 24: 22. Hij was de plaatsver- voordat zij hem ter dood konden brengen, buiten hun bereik werd ge-
vanger van de stadhouder en belast met de handhaving van de open- bracht. Maar de `wolven' lieten hun proof niet zomaar los, Mat. T o: 16.
bare orde in de stad. Iedereen kende hem natuurlijk. Door middel van Bij de trappen naar de burcht begon de razende menigte zo onstuimig
deze hoge officier redde de Here op het nippertje Paulus' leven. En- op te dringen dat de soldaten hem op de schouders moesten nemen.
kele dagen later zou dezelfde tribuun 47o man inzetten om Paulus op- 36 Want de hele meute kwam achter hen aan, almaar schreeu-
nieuw te beschermen, 23: 23. wend: `Weg met hem! Sla dood die man!' Dezelfde kreet als bij de
Meester had geklonken, Luc. 23: 18. Als de Romeinse overheid het
Voor een lynchpartij bewaard niet verhinderd had, zouden deze Joden de apostel zeker hebben om-
31 Terwijl de opgezweepte volksmassa de apostel al probeerde gebracht.
te lynchen, vernam de garnizoenscommandant van zijn schildwachten Zo werd hij opnieuw door de wereldmacht van zijn dagen in be-
in de uitkijktorens dat er grote opschudding heerste in de stad en dat scherming genomen. In Korinte had de proconsul Gallio hem vrijge-
er in de buitenhof een volksgericht gaande was. sproken nog voordat hij zich verdedigd had, 18: 12-17. In Efeze had-
32 De commandant nam geen enkel risico, zeker niet nu er van- den bevriende bestuurders hem gewaarschuwd zich niet in het theater
wege het Pinksterfeest ook veel pelgrims in de stad vertoefden. Hij te begeven, 19: 31. En op zijn reis naar Rome zou de centurio Julius
sloeg meteen groot alarm en nam zelf het bevel op zich. Enkele cen- hem straks heel vriendelijk behandelen. Lucas noteerde deze feiten
turio's stormden met hun manschappen de trappen of naar de menigte graag voor Teofilus, de hoge Romeinse ambtenaar aan wie hij zijn boe-
in de voorhof van de heidenen. Zij kwamen geen minuut te vroeg. Toen ken opdroeg, t: 1. En die zal ze met genoegen gelezen hebben. De hoge
de Joden de commandant met zijn soldaten zagen aankomen, stokte overheid was (nog) niet antichristelijk.
hun `heilige' ijver en hielden zij op Paulus te slaan. Zo redde Claudi-
us Lysias door zijn kordate optreden de apostel het leven. 5. PAULUS ONTVANGT GELEGENHEID
33 Toen hij dichterbij kwam en de afgeranselde man zag, meen- HET OUDE VERBONDSVOLK TOE TE SPREKEN,
de hij aanvankelijk met een gevaarlijk individu te doen te hebben, vs. HAND. 21: 37-40
38. Daarom liet hij hem arresteren en met twee kettingen (tussen twee Intussen was Paulus de trappen van de burcht Antonia op gedragen en
soldaten?) boeien. Daarmee ging de profetie van Agabus zakelijk in beyond hij zich bij de tribuun Claudius Lysias veilig op het bordes, eni-
vervulling, 21: 1 ov. ge meters boven zijn belagers.
De heidense officier behandelde Paulus meteen beter en recht- 37 Wat toonde hij daar bewonderenswaardige moed en geest-
vaardiger dan diens Joodse broeders. Om te beginnen maakte hij di- kracht, maar tegelijk diepe liefde voor zijn Joodse broeders. Enige mi-
rect een eind aan hun volksgericht. Omdat hij meende dat zijn arrestant nuten tevoren hadden zij hem gegrepen, geschopt en geslagen. Maar
een Egyptische terroristenleider was (vs. 38) die geen Grieks sprak en in plaats van hen te verwensen, greep hij deze unieke gelegenheid aan
die hij niet kon verstaan, trachtte hij bij de omstanders aan de weet te om voor deze grote schare van Messias Jezus te getuigen.

182 183

§3I Paulus in Jeruzalem (i) Gearresteerd § 31

Vlak voordat hij de kazerne zou worden binnengebracht, richtte hem het indrukwekkende tempelcomplex en het lager gelegen Jeru-
hij zich tot de garnizoenscommandant. Zich bewust dat hij zich, nog zalem.
wel als een geboeide arrestant, tot een hoge officier richtte, vroeg hij Toen hij een van zijn geboeide handen omhoog hief — het beken-
eerst beleefd in vloeiend Grieks, de toenmalige wereldtaal: `Zou ik u de gebaar waarmee antieke redenaars hun gehoor tot stilte maanden
iets mogen vragen?' Verbaasd dat de gevangene die taal sprak, vroeg (13: 16) — stierf het geschreeuw allengs weg en daalde er een doodse
de commandant: Kent u dan Grieks? stilte over het zojuist nog kolkende tempelplein. Viel er iets van 'de
38 Bent u dan niet de Egyptenaar die een poosje geleden een op- schrik des Heren' op de verzamelde menigte?
stand ontketende en met die vierduizend Sicariers de wijk nam naar de Tot de tribuun had hij zich in het Grieks gericht, maar tot zijn
woestijn?, vgl. Mat. 24: 11, 26. volksgenoten sprak hij in het Hebreeuws. Hiermee kan Lucas het ver-
Hiermee doelde hij op Joodse vrijheidsstrijders uit de partij van wante Aramees aangeduid hebben, de taal die toen in Israel gesproken
de Zeloten. Ze heetten Sicariers vanwege de sica (= dolk) die ze in de werd. De tribuun verstond dit niet (22: 24), maar ontnam hem daarom
plooien van hun mantels verborgen hielden. Daarmee vermoordden zij niet het woord. Misschien was hij onder de indruk van de plotselinge
Joden die met de Romeinen heulden. Zij staken hun slachtoffers bij omslag waardoor de razende menigte opeens zwijgend luisterde naar
voorkeur bliksemsnel neer in het gedrang van een grote menigte. de man die ze daarnet bijna had gelyncht.
Volgens Flavius Josefus had de genoemde Egyptenaar zich uitge-
geven voor een profeet en de menigte uitgenodigd hem naar de Olijf- NOTEN
berg te volgen. Dan zou hij met een enkel machtswoord de muren van ') R.C.H. Lenski, comm., a.l.
Jeruzalem laten instorten. Aangezien stadhouder Felix vermoedde dat 2) 'Jewish Christian solidarity with the Gentile mission was becoming more
de Egyptenaar zich van Jeruzalem meester wilde maken, had hij vier- and more difficult to affirm if the Jerusalem church's relations with the nation
were to be maintained and opportunities for an outreach to Israel kept open.
honderd van zijn aanhangers gedood en er tweehonderd gevangenge- Undoubtedly Paul recognized the increased tensions at Jerusalem. No won-
nomen. De sluwe vos wist zelf met vierduizend aanhangers te ont- der he feared that James and the elders, for the sake of their Jewish relations
snappen. 9 ) and mission, might feel themselves constrained to reject the contribution, thus
Even schoot het door de tribuun been dat die gevaarlijke Egyp- severing, in effect, the connection between the Pauline churches and the
tenaar weer opgedoken was. Dan zou hij een geweldige vangst gedaan Jerusalem church — which would have been a disaster in many ways. Luke,
hebben! Maar Paulus' uitstekende Grieks had aan die illusie snel een however, seems to have found all this exceedingly difficult to explain to his
eind gemaakt. Voor hem stond geen oproermaker, maar een beschaaf- Gentile readers and so excluded any mention of the collection here and ear-
de en ontwikkelde man. lier in his account', R. N. Longenecker, comm. al, vgl. John R. W. Stott,
comm. a.l.
39 Nee, die Egyptenaar was hij niet. `Ik (met nadruk) ben een 3) Was de brief aan de Hebreeen misschien aan deze Joodse christenen in Je-
Jood, burger van de welbekende stad Tarsus in Cilicie. Staat u mij alstu- ruzalem en omgeving gericht? Als een zachte `vermaning' (13: 22) aan hen
blieft toe het yolk toe te spreken.' die onder de indruk van de tempeldienst dreigden of te vallen van het geloof
4o De tribuun willigde Paulus' verzoek in. En daar stond de in de hogepriester Messias Jezus? Vgl. in deze serie Leviticus, 391-396.
apostel. Op het nippertje van de dood gered. Vol builen en schrammen. 4) Zie voor de verplichtingen van een nazireeer, de zin en de beeindiging van
Met gehavende kleren. Boeien om zijn pollen (en enkels?). Naast hem zijn nazireaat in deze serie Numeri, 62-71.
de garnizoenscommandant Claudius Lysias met zijn soldaten. Hoog 5) Calvijn maakt aanmerking op de handelwijze van Jakobus c.s. `Ik laat in
het midden of zij daarbij de goede maat niet te buiten zijn gegaan.' Hadden
boven hem de machtige burcht Antonia. Onder aan de trappen de op- zij het yolk in het begin niet teveel toegegeven? Hij vraagt zich of of hun voor-
gewonden menigte, waarschijnlijk nog steeds om zijn dood roepend en stel niet `eer ongeschikt dan billijk' was, comm. a.l.
slechts door de Romeinse militaire macht in bedwang gehouden. Voor

184 185

§ Paulus in Jeruzalem (I)

6) P. K. Keizer, Vragen naar de bekende weg 1i, Kampen 1981, 67.


7) Paulus zou de offerplechtigheid niet meer bijwonen, want voordien was
hij reeds gevangengenomen. § 32
8) Zie voor de scherpe scheidslijn tussen rechtvaardigen en goddelozen in
deze serie Psalmen 1, § 3 en 4. HANDELINGEN 22: 1-23
9) A. Sizoo, Uit de wereld van het Nieuwe Testament, Kampen 1948, 52v.
PAULUS IN JERUZALEM (II): LAATSTE PUBLIEKE
GETUIGENIS AAN ISRAEL IN DE TEMPEL

`Israelieten, help!', hadden Joden uit Asia geroepen. `Dit is de kerel


die overal en aan iedereen een leer verkondigt die gericht is tegen het
yolk, de wet en deze heilige plaats !', 21: 28. Volgens hen was Paulus
evenals Stefanus (6: II-14) een verklaard vijand van Gods yolk, Gods
Woord en Gods tempel! Tegen deze valse beschuldiging gaat Paulus
zich nu verdedigen.
Stefanus had dit gedaan door de geschiedenis van Israel op te ha-
len (Hand. 7), maar Paulus doet dit door zijn levensgeschiedenis te
vertellen. Alleen stelt hij daarin niet zichzelf, maar de Here Jezus cen-
traal. Feitelijk is zijn relaas daardoor het zoveelste apostolische getui-
genis dat Jeruzalem over Hem te horen krijgt.
In Handelingen is het zelfs het laatste, althans voor het yolk. Het
genade-interim dat God na `Golgota' had afgekondigd, liep al De `da-
gen van vergelding', die Jezus had voorzegd (Luc. 21: 22), waren nu
op handen. `Omdat u, toen God naar u omkeek, dat niet hebt onder-
kend', Luc. 19: 44. Wij nemen aan dat Paulus deze toespraak kort na
een van de pinksterfeesten tussen 55-57 hield. In 66 zou de Joodse
Oorlog uitbreken (1.100s00 doden, 97.000 gevangenen) en in 70 zou
de tempel tot de laatste steen afgebroken worden, Luc. 21: 6. Paulus
sprak dus onder een hemel die zwart was van dreigend onheil.
In deze situatie hield hij bepaald geen algemene, tijdloze evan-
gelisatietoespraak. Zeker, nog steeds gold (en geldt) Petrus' oproep:
`Bekeer u! leder van u moet zich laten dopen in de naam van Jezus
Christus tot vergeving van uw zonden', 2: 38, 3: 19, Rom. I: 29. Maar
evenals de andere apostelen trad Paulus hier indirect ook op als getui-
ge a charge in het verbondsproces dat God had aangespannen tegen
zijn ontrouwe yolk, dl.1 23v, 46vv. Vanaf Johannes de Doper had de
,

oproep `bekeert u' geklonken. Nu zond de beledigde Koning de

186 187

§ 32

Paulus in Jeruzalem (ii) Laatste publieke getuigenis aan Israel in de tempel § 32

apostel Paulus om nog eenmaal te getuigen van wat God door Messi- Trouw aan zijn Joodse afkomst en geloof
as Jezus in de eerste plaats voor Israel had gedaan, 3: 26. 3 Nee, Paulus was geen wetsaanrander en vij and van het Joodse
Dit laatste publieke getuigenis wilde Hij laten klinken in de tern- volk. Integendeel, vervolgde hij, ik ben een rasechte Jood. Weliswaar
pel, in het hart van Jeruzalem! En wel op een uitgelezen moment: kort een Hellenist, geboren in de diaspora, te Tarsus in Cilicie, maar hier in
na Pinksteren, toen de stad boordevol pelgrims was uit alle in Hand. 2 Jeruzalem grootgebracht. Ik ben opgeleid als wetgeleerde aan de voe-
genoemde landen. Voor dit goede doel gebruikte Hij het kwaad van ten van de beroemde rabbi Gamaliel. Mijn zogenaamde `afval' is dus
Paulus' arrestatie. niet veroorzaakt door gebrek aan onderricht. Bij hem leerde ik de Wet
en overleveringen van ons voorgeslacht zo stipt en streng mogelijk na
1. IK BEN EEN RASECHTE JOODSE te leven, vgl. Gal. I : 14. Kortom, ik had een even vurige ijver voor God
SCHRIFTGELEERDE, HAND. 22: 1-3 als u vandaag toonde, toen u mij wilde doden. Het was beiderzijds wel
Omdat we bij de bespreking van Hand. 9 Paulus' vroegere levensloop een ijver zonder verstand' (Rom. 1o: 2), maar dat zei hij er nu maar
reeds schetsten en daarbij ook Hand. 22 en 26 betrokken, verwijzen niet bij.
we thans voor nadere bijzonderheden naar dl. 1 , p. 212-221.
2. IK HEB JEZUS' VOLGELINGEN FEL VERVOLGD,
Innemende toon HAND. 22: 4,5
Hoe sprak de mishandelde apostel zijn hoorders aan? Zij had- Velen van zijn hoorders kenden Paulus wellicht niet eens. Zij haatten
den de broederband verbroken en hem zo-even als een vijand van hem eenvoudig omdat hij verkondigde dat Jezus de Messias was. Maar
Gods yolk bijna vermoord. Maar evenals Stefanus (7: 2) betuigde hij wisten zij eigenlijk wel hoe fel Paulus twintig jaar geleden tegen de
van zijn kant liefdevol zijn innige verbondenheid met dit yolk en leer en volgelingen van Jezus was opgetreden?
sprak hij hen aan met 'broeders' en de ouderen met `vaders!' Hij voel- 4 Ik wilde die Jezus-beweging met wortel en tak uitroeien. Als
de zich nog altijd Israeliet met de Israelieten en respecteerde de ver- inquisiteur liet ik onschuldige mannen en zelfs vrouwen gevangen ne-
bondsgrondslag waarop hij samen met hen stond, vgl. Rom. 9: 1-5. 1 ) men en opsluiten. De ijver' van zijn hoorders had Paulus zo-even bij-
Vervolgens vroeg hij ze welwillend te luisteren naar wat hij tot zijn na het leven gekost, maar door zijn eigen `ijver' hadden sommige
verdediging had aan te voeren. Door onnodig scherpe en tegenspraak christenen werkelijk het leven verloren.
oproepende typeringen te vermij den, maakte hij hun het luisteren zo 5 Een ongelofelijk verhaal? De hoogste Joodse instanties, de ho-
gemakkelijk mogelijk. gepriester en het Sanhedrin, kunnen u desgewenst bevestigen dat ik
2 Voor het besef van de menigte was hij een Hellenist. Deze inderdaad een fanatieke inquisiteur ben geweest. Zij verleenden mij
Griekssprekende Joden waren de oude Hebreeuwse taal niet meer zelfs schriftelijk volmacht om ook in Damascus de volgelingen van
machtig. 2 ) Ook het daarmee verwante Aramees, dat in hun vaderland Jezus te arresteren. Ik zou hen geboeid naar Jeruzalem overbrengen om
gesproken werd, beheersten zij niet of slechts gebrekkig, vgl. dl. I, p. hen hier hun gerechte strafte laten ondergaan. ZO'n ijveraar voor Gods
I 3ov. De Joden uit Asia, die Paulus beschuldigd hadden, spraken over wet, Gods huis en Gods yolk was ik destijds. Precies het tegenoverge-
het algemeen eveneens alleen Grieks. Maar tot verbazing van de hele stelde van wat de Joden uit Asia van mij beweren, 21: 28. Er was een
menigte sprak die `vijand van zijn yolk' vloeiend Aramees, hun moe- reeks van Godswonderen nodig om mij te veranderen.
dertaal! Of was het in zuiver Hebreeuws, zoals de tekst letterlijk
zegt? 3 ) Daardoor nam hij ze voor zich in en werd de stilte op het plein
nog dieper.

188 189

§32 Paulus in Jeruzalem (II) Laatste publieke getuigenis aan Israel in de tempel §32

3. JEZUS VAN NAZARET BEKEERDE MIJ VAN vanuit de hemel tot Paulus had gespr6ken. Ten derde dat Hij zich ver-
VERVOLGER TOT VERKONDIGER, 22: 6-11 eenzelvigde met zijn vervolgde gelovigen.
Nu vertelt Paulus hoe deze wonderen zich inderdaad voltrokken en hoe 9 Deze Goddelijke openbaring was alleen voor Paulus bestemd.
hij van vervolger verkondiger werd. Niet doordat mensen hem tot in- Zijn begeleiders zagen namelijk wel het bovenaardse licht, want dat
keer brachten, maar doordat Gods Zoon hem een halt toeriep. Hiermee omstraalde hen ook. Zij hoorden ook wel een stemgeluid, maar zij ver-
gaat zijn relaas over in een getuigenis omtrent wat God en de Here stonden niet wat er gezegd werd. Dit was een nieuw wonder. `Ik was
Jezus met hem gedaan hadden. de enige die zowel het licht zag als die verstond wat Jezus zei.'
6 'Het gebeurde dicht bij Damascus. Rond het middaguur, toen io Hij legde koninklijk beslag op mij en had zijn plan voor mijn
de zon op haar hoogtepunt stond en haar helderste licht verspreidde. apostolische loopbaan al vastgesteld. Want toen ik diep verootmoedigd
Opeens werd ik vanuit de hemel door een licht omstraald, dat nog veel vroeg: `Wat moet ik doen, Heer?' zei Hij tegen mij: Sta op en ga naar
feller was dan dat van de middagzon.' Damascus; daar krijg je precies te horen wat er allemaal voor je gere-
Dit was het eerste wonder. Zulk licht wees op een Godsverschij- geld is en wat je moet doen.' Zo had Jezus van Nazaret, wiens lijk ge-
ning, dat begrepen zijn hoorders meteen. God is licht, Hij woont in het stolen zou zijn, Paulus vanuit de hemel toegesproken. Wat een her-
Licht en verschijnt in licht, Ex. 13: 21, Ps. 104: 2, Hab. 3: 4, I Joh. 1: 5. nieuwd getuigenis omtrent zijn opstanding uit de dood en verheffing
7 `Dit hemelse licht was zo overweldigend dat ik ervan op de tot Heer en Messias!, vgl. 2: 36. Driemaal had Paulus hem nu al eer-
grond viel. Toen volgde het tweede wonder: ik hoorde een stem die mij biedig genoemd, dezelfde titel als waarmee Israel God aan-
tweemaal bij mijn Hebreeuwse naam riep: Sjaoel, Sjaoel...' sprak.
Ook dat wees op een Godsverschijning. Paulus' hoorders wisten II 'Maar daar ik door de felheid van dat hemelse licht volledig
uit de Schrift dat als God mensen riep, Hij vaak hun naam een keer her- was verblind, moesten mijn metgezellen mij aan de hand nemen en zo
haalde: 'Abraham, Abraham', Gen. 22: I I , vgl. 46: 2. Vanuit de bran- brachten zij me naar Damascus.'
dende braamstruik zei Hij: `Mozes, Mozes', Ex. 3: 4. In de tabernakel Alweer voor wie oren had om te horen een sprekend getuigenis!
riep Hij: 'Samuel, Samuel', i Sam. 3: 10 Het was duidelijk dat G6d De hele menigte kon nu weten wat God gedaan had met Jezus van
Paulus riep. `Waarom vervolg je mij?', vroeg de stem. Dus de ijveraar Nazaret, de nederige rabbi die aan een kruis gestorven was. De licht-
voor God bleek een tegenstander van God! glans van diens hemelse heerlijkheid had Paulus op slag blind ge-
8 Wie bent u, Heer?", vroeg ik. En toen kwam het ver-
— maakt!
bijsterende antwoord: "Ik ben Jezus van Nazaret, degene die jij ver-
volgt." Dus de gekruisigde Jezus leefde wel! Hij was werkelijk door 4. EEN VROME JOOD BRACHT MIJ GODS OPDRACHT
God opgewekt uit de dood en opgenomen in de hemel, zoals zijn DAT IK VAN JEZUS MOEST GAAN GETUIGEN,
apostelen getuigden. God stond aan Jezus' kant en Jezus stond aan de HAND. 22: 12-16
kant van hen die ik te vuur en te zwaard vervolgde. "Waarom vervolg En van wie hoorde Paulus in Damascus wat God hem opdroeg? Be-
je mij?", had Hij zelfs gezegd.' paald niet van iemand die vijandig stond tegenover de Wet, de tempel
Voor Paulus was dit destijds een ervaring die zijn hele farizeese en het Joodse volk, zoals men van Paulus beweerde.
levenshuis omvergeworpen had. Voor zijn hoorders had dit een even 12 'Er kwam daar een vrome Jood naar mij toe, een zekere Ana-
schokkend getuigenis kunnen worden van drie feiten. Ten eerste dat nias. Een man, die trouw de Wet naleefde en bij alle daar woonachtige
Jezus blijkbaar niet dood was, zoals het Sanhedrin beweerde (Mat. 28: Joden in hoog aanzien stond.' Paulus' toehoorders zouden dit grif toe-
I 1-15), maar dat Hij was opgestaan en naar de hemel gevaren, om daar stemmen als zij hem kenden. (Ananias' voorbereiding op hun ont-
met Goddelijke heerlijkheid bekleed te worden. Ten tweede dat Hij moeting acht Paulus nu niet ter zake, vgl. 9: 10-16).

190 I 191

§ 32 Paulus in Jeruzalem (ii) Laatste publieke getuigenis aan Israel in de tempel § 32

13 `Deze man ging voor mij staan en zei: "Saul, broeder, word 16 Drie dagen lang had hij niets kunnen zien en geen voedsel
weer ziende!" Op datzelfde ogenblik kon ik weer zien en keek ik hem aangeraakt, 9: 9. Toen had Ananias hem van zijn blindheid genezen,
aan. Dit nieuwe wonder was voor mij het bewijs dat God mij deze man hem Gods opdracht doorgegeven en hem tenslotte aangemoedigd:
gezonden had.' Zonder Jezus' naam te noemen, getuigde Paulus daar- 'Korn, Saul, wat aarzel je nu nog? Roep zijn naam aan, laat je dopen
mee ook van de Here Jezus. Eerst had diens hemelse heerlijkheid hem en je zonden afwassen.' Anders gezegd: word lid van Jezus' gemeen-
verblind en nu had Hij hem zijn gezichtsvermogen teruggegeven. Was te. Laat je dopen en ontvang daarmee het teken en zegel bij Gods ver-
dit geen duidelijk bewijs van zijn bovenmenselijke macht? klaring dat je zonden, ook je afgrijselijke verleden van kerkvervolger,
14 Zo hadden twee Goddelijke ingrepen Paulus van een vervol- zijn afgewassen door het bloed en de Geest van Jezus Christus. 4 )
ger in een volgeling veranderd: de verschijning van de opgestane Jezus Dit had Paulus gedaan. Daarmee beleed hij voor zijn luisteraars:
en de boodschap die hij via Ananias had ontvangen van de God van door deze Godswonderen heb ik mij radicaal bekeerd van mijn Messi-
Abraham, Isaak en Jakob. Zij omvatte vier mededelingen. asverwerping en christenvervolging. Riep hij hen daarmee indirect niet
Ten eerste: de God van onze vaderen had jou al van tevoren aan- op om allen zijn voorbeeld te volgen?
gewezen om zijn wil met Jezus te leren kennen. Hij wil namelijk zon-
daars uit loutere genade rechtvaardigen door het geloof in Messias 5. JEZUS ZOND MIJ NAAR DE HEIDENEN,
Jezus. Deze bijzondere openbaring van Gods wil verleent aan Paulus' HAND. 22: 17-21
prediking hetzelfde gezag als die van Mozes en de Profeten. Zij be- Meteen na zijn roeping was Paulus in Damascus en omgeving begon-
vestigt ook dat Paulus' evangelie de Wet niet terzijde stelt, maar haar nen van Messias Jezus te getuigen. Pas na een jaar of twee, drie was
vervult, Rom. 3: 21V, vgl. dl. 1, 144-146. hij naar Jeruzalem teruggekeerd, zie bij 9: 23. Maar daaraan gaat hij
Ten tweede: God heeft jou vergund de Rechtvaardige te zien! Dit nu voorbij, zoals aan meer dat Lucas in Hand. 9 wel vertelt.
was een Messiaanse titel die de Joden kenden uit de Schrift, zie bij 17 'Nu het hete hangijzer: waarom ben ik naar de heidenen ge-
Hand. 3: 14. Zo had God Jezus van Nazaret genoemd! Vele Joden had- gaan? Wel, zeker niet op eigen initiatief. Integendeel, ik wilde er aan-
den Hem verworpen omdat Hij hun te nederig was, Jes. 53: 2. Maar vankelijk niets van weten en heb er ook de hand niet in gehad. Het is
G6d noemde Hem de Rechtvaardige of Volmaakt Onschuldige. Keken begonnen met wat ik na mijn terugkeer in Jeruzalem beleefde. Op ze-
Paulus' hoorders nog steeds uit naar een glorieuze Messias? Welnu, kere dag toen ik in de tempel in gebed was, raakte ik in extase.'
God had Jezus z6'n ontzaglijke heerlijkheid verleend dat Paulus er op Wijselijk laat hij hiermee terloops weten dat de tempel voor hem
slag stekeblind van was! als goede Jood ook na zijn bekering tot Messias Jezus nog steeds de
Ten derde: God heeft jou bovendien verwaardigd de stem van heilige gebedsplaats was. Joden uit Efeze hadden hem wel beschuldigd
Messias Jezus uit de hemel te horen! Duidelijk en in het Hebreeuws van tempelschennis (21: 28), maar hij was nooit anders geweest en ge-
had hij Hem horen zeggen: `Sjaoel, Sjaoel, waarom vervolg je Mij? bleven dan een wetsgetrouwe Jood. (Zie over het tempelbezoek van
(...) Sta op, ga naar Damascus. Daar zal je gezegd worden welke taak Messiasgelovige Joden dl. 1 p. 68v, 74.)
,

je is opgelegd.' 18 `Tij dens mijn gebed werd ik opeens gegrepen door een visi-
15 Ten vierde: zo had God hem voor zijn nieuwe taak bekwaam oen. Daarin kreeg ik opnieuw de verhoogde Heer en Messias te zien,
gemaakt en hem die door Ananias meegedeeld: `Jij moet voor Hem bij nu zonder dat Hij mij verblindde. Uitgerekend in de tempel, die ik vol-
alle mensen gaan getuigen van wat je van de Rechtvaardige hebt gehoord gens sommigen zou hebben ontwijd, zei Hij tegen mij: Vertrek zo snel
en gezien.' Namelijk dat Jezus van Nazaret uit de dood was opgestaan mogelijk uit Jeruzalem, want ze zullen van jou geen getuigenis over Mij
en in de hemel de hoogste heerlijkheid had ontvangen. Als getuige daar- aannemen.' Dat hieraan reeds meerdere moordaanslagen van Grieks-
van stond Paulus daardoor op een lijn met de andere apostelen. sprekende Joden waren voorafgegaan, laat hij onvermeld, 9: 29.

192 193
32 Paulus in Jeruzalem (ii) Laatste publieke getuigenis aan Israel in de tempel § 32

19 `Ik was dit echter niet met de Here eens. Ik wilde beslist on- mensen die Hem gelovig als hun Redder aannemen, vgl. 16: 31. Vol-
der de Joden in Jeruzalem blijven ,n. Ik vond mijzelf als bekeer- gens Paulus werden Joden en heidenen op gelijke wijze gered: door
de inquisiteur de aangewezen man om mijn vroegere medestanders van Jezus alleen, door genade alleen en door het geloof alleen.
hun ongelijk te overtuigen. Dit bracht ik de Heer ook onder ogen. Ik Dit maakte de menigte razend. Deze man miskende Israels unie-
zei: `Heer, ze weten dat ik het was die in de ene synagoge na de ande- ke positie! Zij hadden het dus toch aan het rechte eind: wat hij leerde
re de mensen die in U geloven gevangen nam en geselde. ging in tegen het uitverkoren yolk, tegen de Wet en tegen de tempel,
20 En toen het bloed van Stefanus, uw getuige, werd vergoten, 21: 28. Zo iemand was inderdaad in staat om heidenen in de tempel te
stond ik erbij. Ik was het ermee eens en paste op de kleren van degenen brengen, 21: 29. Een oorverdovend geschreeuw brak los: `Weg van de
die hem ter dood brachten. Wie kon zulke vervolgers beter van hun zon- aarde met die man! Zo iemand heeft niet het recht nog langer te leven!'
de overtuigen dan een bekeerde vervolger? Kortom, ik hing zo sterk aan Bijna dertig jaar eerder had een Joodse menigte ongeveer het-
Jeruzalem en Israel dat ik hier wilde blijven.' In Rom. 9: 3 had hij al ge- zelfde geroepen voor Pontius Pilatus, Luc. 23: 18. En zou Paulus ook
schreven dat hij voor Israels zaligheid de zijne graag overhad. zoiets geschreeuwd hebben toen Stefanus voor het Sanhedrin had ge-
21 Maar de Heer maakte een eind aan het gesprek. Niet omdat tuigd: `Ik zie de hemelen open en ik zie de Mensenzoon staan aan de
Gods Zoon kadaverdiscipline zou eisen en geen bezwaren van zijn hei- rechterhand van God'?, 7: 56v.
ligen zou willen aanhoren. Meermalen had God immers op hun gebed 23 Zij gingen verschrikkelijk te keer. Krij send zwaaiden ze met
zijn plannen gewijzigd, vgl. Gen. 8: 16-33; Ex. 32: 9-14. Maar Pau- hun kleren. Als ze hadden gekund, hadden ze Paulus ter plaatse geste-
lus' bezwaren wees Hij of met de woorden: `Ga, want Ik stuurje ver weg, nigd, evenals zijn voorganger Stefanus. Maar hij was nu helaas in Ro-
naar de heidenen.' Hij had al gezegd waarom: `Jeruzalem zal van jou meinse handen en daarom wierpen ze handenvol stof naar omhoog,
geen getuigenis over Mij aannemen', vs. 18. Nu, dat bleek meteen! waar Paulus bovenaan de trap geboeid tussen de soldaten stond.
Zo verwierp een grote menigte van Joden uit Jeruzalem en Jood-
6. JERUZALEM VERWERPT PAULUS' LAATSTE se pelgrims uit vele landen Paulus' laatste publieke getuigenis. Alles
APOSTOLISCHE GETUIGENIS, HAND. 22: 22-23 wat hij hun had doorgegeven over de huidige heerlijkheid van Jezus
Heel Paulus' relaas van zijn levensloop was in feite een krachtig ge- van Nazaret en de openbaring van de God van hun vaderen, werd on-
tuigenis geweest over de Here Jezus. Met daarin voor de goede ver- der luid geschreeuw verworpen. `Weg met die man en met alles wat
staanders een oproep tot berouw en bekering. Misschien had hij de me- hij verkondigt! Wij Joden willen alleen Gods yolk blijven. Daarin dul-
nigte daartoe ook nog uitdrukkelijk willen oproepen, zoals Petrus jaren den wij niemand naast ons die geen Jood wordt.'
tevoren had gedaan, 3: 19. Maar dan kreeg hij daarvoor de gelegen- Wij weten niet of Paulus' getuigenis bij sommigen nog geloof en
heid niet meer. bekering bewerkt heeft, vgl. 2: 37-40. Wel dat na deze toespraak aller
22 Tot zover had de menigte doodstil naar hem geluisterd, zelfs verantwoordelijkheid voor hun verwerping van Messias Jezus nog was
toen hij Jezus noemde. Maar zodra hij had gezegd dat God hem had verzwaard. Want er had zo-even in Jeruzalem een man gesproken, die
opgedragen het evangelie aan heidenen te verkondigen, brak er een de opgestane Jezus in hemelse heerlijkheid had gezien, vgl. Ez. 2: 5.
verschrikkelijk tumult los. Niet omdat men bezwaar had tegen predi- Daardoor was hun alle onschuld benomen. De verwoesting van Jeru-
king aan heidenen, want de schriftgeleerden en farizeeen doorkruisten zalem zou een rechtvaardige vergelding zijn, Luc. 21: 5-24. En wat de
zee en land om een bekeerling te maken, Mat. 23: 15. tempel betreft waarvoor zij zo hadden geijverd, die had zijn taak vol-
Maar dan eisten die van zo'n heiden dat hij Jood werd en volgens bracht en kon afgebroken worden.
de Wet van Mozes ging leven, maar dat was volgens Paulus niet meer
nodig. Hij verkondigde de genade van de Here Jezus Christus voor alle


194 195
§32 Paulus in Jeruzalem (ii)

NOTEN
1) 'Zoo mag hij ze trouwens spijt hun ongeloof nog heeten, wijl hunne ver-
werping nog niet openbaar was; hij kan het kind des verbonds nog in hen
eren', J. van Andel, comm. a.l. Evenzo Calvijn, comm. a.l.
2) `...even the greatest Jewish scholar of the first century, Philo of Alexan- 33
dria, could not read the books of Moses (on which he wrote extensive com-
mentaries) in Hebrew', I. Howard Marshall, comm. a.l. HANDELINGEN 22: 24-23: 35
3) uitleggers zeggen dat het wel Aramees geweest zal zijn. Paulus zegt PAULUS IN JERUZALEM (III): GETUIGENIS
in Hand. 26: 14 dat de Heiland hem op de weg naar Damascus in het He- VOOR HET SANHEDRIN, NIEUW COMPLOT TEGEN
breeuws toesprak. Daar wordt de mogelijkheid van Hebreeuws soms wel ZIJN LEVEN
opengehouden.Waarom kan Paulus deze toespraak in Jeruzalem dan niet in
het Hebreeuws hebben gehouden?', H. Amelink, Paulus, Kampen 1994, 107.
Men hoorde het Hebreeuws nog bij elke schriftlezing in de synagoge. Voordat het Sanhedrin de Here Jezus ter dood veroordeelde, had Hij
4) Zie in deze serie: dl. II De Heidelbergse Catechismus, 195o, 366-368.
zowel de leiders als het yolk overstelpend bewezen dat Hij de Messias
was. Kort tevoren nog vlakbij Jeruzalem door de opwekking van La-
zarus. Uitgerekend na dit grootste wonderteken besloot de Raad Hem
te doden, Joh. I : 47. In hun vergadering had Hij voor het eerst rond-
uit beleden dat Hij de Zoon van God was, Mat. 26: 63v. Tenslotte be-
hoorde de Raad ook nog tot de eersten die vernamen dat Hij was op-
gestaan uit zijn graf. Maar dat hadden ze voor het yolk glashard
ontkend, Mat. 28: II 5 .
-

Toch heeft Hij na dit alles ook dit hoogste Joodse college nog vol-
op de gelegenheid gegeven zich van zijn Messiasmoord te bekeren. Een
en andermaal betuigden de apostelen en Stefanus voor de Raad dat God
Jezus had opgewekt en Hem volgens de profetie van Psalm 11 o als Heer
en Messias aan zijn rechterhand had geplaatst, 2: 35v; 4-7.
Sindsdien waren er ruim twintig jaren verlopen. Nu wilde de Hei-
lige Geest als Openbare Aanklager (dl. I, 48) de Hoge Raad nog een-
maal deze feiten voorhouden, thans bij monde van Paulus. Zou men zijn
getuigenis alsnog aannemen? Helaas, het liep uit op een nieuw com-
plot tegen zijn leven.

1. PAULUS' ROMEINSE BURGERRECHT BELET ZIJN


GESELING, HAND. 22: 24-29
Omdat Paulus het yolk in het Aramees of zelfs in het Hebreeuws had
toegesproken, had Claudius Lysias, de Romeinse garnizoenscomman-
dant, er waarschijnlijk niets van verstaan. Maar toen de menigte bij een
bepaalde passage opnieuw in woede was uitgebarsten, wilde hij er

196 197

§ 33 Paulus in Jeruzalem (iii) Getuigenis voor het Sanhedrin, nieuw complot tegen zijn leven § 33

haring of kuit van hebben. Men vond kennelijk dat de man een hals- recht was. Als hij Paulus straks met een begeleidende brief overdraagt
misdaad bedreven had. aan stadhouder Felix verdraait hij dit voor hem belastende feit handig
24 Daarom beval hij de arrestant de kazerne binnen te brengen in zijn voordeel, 23: 27.
en hem onder geselslagen te verhoren. Dan zou wel aan het licht ko-
men waarom ze zo vervaarlijk tegen hem tekeergingen. 2. PAULUS GETUIGT VOOR HET SANHEDRIN,
25 Had Paulus het Latijnse bevel van de commandant niet ge- HAND. 22: 30-23: 11
hoord of kon hij er zich op dat moment niet tegen verweren? Want pas Intussen wilt Claudius Lysias nog steeds niet waarom de hysterische
toen hij zag dat ze aanstalten maakten om hem vast te bindenl ) en zijn menigte Paulus bijna aan stukken had gescheurd.
rug strak te spannen voor de slagen met de geselriemen, zei hij tegen 3o Toch wou en zou hij weten waarvan zij de man nu precies be-
de dienstdoende centurio: 'Mogen jullie een Romein geselen, en dat schuldigden. Zonder behoorlijke aanklacht kon men immers tegen een
ook nog zonder vorm van proces?', vgl. i6: 37. Er had immers nog Romeins staatsburger geen proces aanspannen. Dan moest het Sanhe-
niemand een behoorlijke aanklacht tegen hem ingediend, zoals de wet drin de zaak maar uitzoeken. De volgende dag reeds riep hij de lei-
allereerst vereiste. dende priesters en de hele Raad bijeen. Als hoogste Romeinse ge-
26 Deze vraag veroorzaakte een schokeffect. Onmiddellijk zagsdrager in Jeruzalem was hij daartoe bevoegd. Het Sanhedrin was
haastte de officier zich naar de tribuun met de vraag: `Wat gaat u be- hem in dit geval vast graag ter wille, want zo kreeg het de gehate Pau-
ginnen? Die man is een Romein!' Als hij die liet geselen en ook nog lus misschien weer in handen. Wij zien nu dat de Raad ten diepste niet
zonder vorm van proces, zou hij twee grondregels van de Romeinse door de Romeinse officier, maar door de verhoogde Here Jezus werd
rechtsorde schenden. Indien dit zijn superieuren ter ore kwam, zouden opgecommandeerd. Want Hij wilde de voltallige Raad nog eenmaal
zij deze willekeur hoog opnemen. Kortom, de commandant dreigde zijn getuigenis laten horen.
lelijk zijn vingers te branden aan deze merkwaardige arrestant. Claudius Lysias liet Paulus uit de gevangenis van de burcht An-
27 De tribuun begaf zich daarop persoonlijk naar de folterplaats tonia halen en plaatste hem tegenover de Raad. Ongeboeid, want er was
en vroeg Paulus: `Zeg, bent u werkelijk een Romein?' Als een arrestant nog niet vastgesteld of hij wel een misdadiger was. Omdat een Jood-
dit loog, wachtte hem de doodstraf. Maar de apostel hoefde deze vraag se rechtbank geen Romeinse staatsburgers mocht berechten, was dit
niet te vrezen en antwoordde zonder enige aarzeling: `Jazeker.' Het ligt geen rechtszitting, maar zoiets als een door de commandant belegde
voor de hand dat men zich zo nodig als zodanig kon legitimeren. hoorzitting. Zo stond Paulus nu ook voor het college dat de Here Jezus
28 Daarop vervolgde de tribuun: `Ik ben het ook, ik heb een ver- en Stefanus ter dood had veroordeeld en dat hem vroeger als inquisi-
mogen voor dat burgerrecht moeten betalen.' Er bestond destijds na- teur zijn volmachten had verstrekt, 22: 5.
melijk een uitgebreide handel in burgerrechtpapieren. 2 ) Maar Paulus Dit stempelde deze vergadering tot een historische gebeurtenis.
zei: 'Ik ben als Romeins burger geboren.' Dit betekende dat hij behal- Voordat de apostel zijn werk in het oostelijke Middellandse Zeegebied
ve het burgerrecht van de stad Tarsus ook dat van Rome bezat. Met alle afsloot en op reis ging naar Rome (en Spanje?), sprak hij voor het laatst
daarbij behorende voorrechten, ongeacht of hij of zijn voorouders er de hoogste instantie van zijn geliefde Israel toe. En wel in het hart van
ooit hadden gewoond. de oude tempelstad. Ten gerieve van Claudius Lysias zal de vergade-
29 Onmiddellijk werden de voorbereidingen voor het verhoor ring wel Grieks gesproken hebben.
onder foltering gestaakt. De soldaten maakten hem los en de gesels
werden weggelegd. Ook de tribuun sloeg de schrik om het hart nu hij Botsing met de hogepriester
zich realiseerde dat hij een Romeins staatsburger voor een geseling had i Met de aanspraak `mannen, broeders' sprak Paulus de leden
laten vastbinden, wat op zich reeds een schending van diens burger- van de raad mannelijk en als hun gelijke aan. Zolang God het Ko-

198 199

33 Paulus in Jeruzalem (iii) Getuigenis voor het Sanhedrin, nieuw complot tegen zijn leven § 33

ninkrijk nog niet van hen had afgenomen (Mat. 21: 43), erkende hij Wij beluisteren hierin geen woedeuitbarsting van een beledigde
hen als erfgenamen van Gods verbond, met alle verantwoordelijkheid Paulus, maar een profetische uitspraak. Hier stond immers een apostel
van dien. 3 ) Zich bewust van zijn onschuld keek hij hen een voor een van Jezus Christus voor een gerechtshof. En Hij had beloofd dat in zo'n
open en eerlijk aan. geval de Geest van de Vader in hen zou spreken, Mat. 1o: 17-2o, vgl.
Hij wist wat ze van hem dachten. Hij was in hun ogen een ver- Luc. 21: I3VV. Daarom nemen wij aan dat Paulus niet in drift sprak,
klaarde vijand van Gods Wet, Gods yolk en Gods tempel. Hoe was het maar onder leiding van de Heilige Geest de hogepriester typeerde als
mogelijk dat een leerling van Gamaliel leerling van Jezus werd en een een witgekalkte muur en hem Gods oordeel aankondigde. Daarmee
kerkvervolger stichter van heidenkerken! Hoe kon een Joods schrift- sprak hij op het hoge niveau van Ez. 13: io-i6. Daar wordt het beeld
geleerde dit met zijn geweten overeenbrengen? Daartegenover ver- van een gepleisterde muur toegepast op valse profeten, van wie Ana-
klaarde de apostel: voor mij heb mij als burger' 4 ) — uiteraard van nias een geestverwant was, vgl. Mat. 23: 27.
het Koninkrijk der hemelen, vgl. Ef. 2: 12,19; Fil. 3: 20 - 'tot de dag De schatrijke en machtige Ananias was inderdaad het toonbeeld
van vandaag altijd met een volstrekt zuiver geweten voor God gedragen.' van een bouwvallige muur die dankzij de witkwast en het pleisterwerk
Hiermee vatte hij indirect zijn getuigenis van de vorige dag sa- uiterlijk nog heel wat leek. Zo deed hij zich hier wel voor als on-
men en bekrachtigde hij zijn prediking dat God Jezus had opgewekt kreukbare rechter, maar intussen was hij berucht om zijn hebzucht,
en Hem Heer en Messias van Joden en heidenen had gemaakt. Tege- willekeur en wreedheid. Is zo'n figuur in profetische zin geen `witge-
lijk bevestigde hij hiermee impliciet dat hij geen afvallige schriftge- kalkte muur'? Toen enige jaren later de Joodse Opstand uitbrak, werd
leerde was, maar als getuige van Jezus Christus Mozes en de Profeten hij vanwege zijn Romeinsgezindheid door Joodse vrijheidsstrijders
aan zijn zijde had, Rom. 1 : 2, vgl. 3: 21. Tevens lag in dit nadrukkelijk vermoord. Zo ging Paulus' voorzegging in vervulling: 'God zal u
uitgesproken ik heb een goed geweten' het onuitgesproken verwijt: slaan, witgekalkte muur!'
'maar u hebt een kwaad geweten!' 4 Blijkbaar had Paulus, toen hij dit zei, hem echter niet als de ho-
2 Nauwelijks had de apostel zijn verdediging hiermee ingeleid gepriester herkend, want op de vraag: 'Scheid jij Gods hogepriester
of geergerd beval de hogepriester: Sla hem op zijn mond!' Getuige uit?', antwoordde hij: `Ik wist niet, broeders, dat het de hogepriester
deze woedende reactie had hij Paulus heel goed begrepen. Als die be- was.' Wij zien geen reden aan de oprechtheid van deze woorden te twij-
weerde met een goed geweten Jezus als de Messias te verkondigen, dan felen.°) De aankondiging van Gods oordeel over Ananias trok hij niet
had de Hoge Raad wel een heel kwaad geweten! Want dan hadden zij in. Wel erkende hij dat ook deze man vanwege zijn ambt eerbewijs toe-
de Messias gerechtelijk vermoord, nog wel met behulp van een ver- kwam: 'Er staat in de Schrift: U zult de leider van uw yolk niet ver-
rader en valse getuigen. Daarna hadden ze zijn apostelen gegeseld en wensen', Ex. 22: 28.
Stefanus gedood. Zakelijk hield Paulus hun met zijn korte verwijzing Betreurde hij daarmee niet meer de toon van zijn woorden dan de
naar zijn goede geweten hetzelfde voor als Stefanus aan het slot van inhoud?
zijn lange redevoering, 7: 51-53.
Met zijn bevel Paulus op de mond te slaan, veegde Ananias als Verdeeldheid in de Raad
president van Israels hoogste gerechtshof Paulus' indirecte getuigenis En probeerde hij daarna met een handigheidje zijn leven te red-
omtrent Jezus' Messiasschap bruut van tafel. Niemand protesteerde den door zijn tegenstanders tegen elkaar op te zetten? Misschien krijgt
blijkbaar tegen dit antichristelijke optreden van de hogepriester. men bij oppervlakkige lezing van vs. 6-9 deze indruk. Maar bij nader
3 Aileen Paulus reageerde met: 'God zal u slaan, witgekalkte toezien blijkt dat hij niet uit was op ruzie, maar op redden! Wat ge-
muur! U zit hier om mij volgens de wet te berechten, en u overtreedt beurde er immers?
de wet door mij te laten slaan?' 5 )

200 201

§ 33 Paulus in Jeruzalem (iii) Getuigenis voor het Sanhedrin, nieuw complot tegen zijn leven § 33

6 Natuurlijk wist Paulus dat er in het Sanhedrin een sadducese Geen true, maar een poging nog farizeeen te redden
en een farizeese fractie was. Om de Raad duidelijk te maken waar het Nee, Paulus' uitspraak: 'Ik ben een farizeeer en sta bier terecht
in zijn zaak ten diepste om ging, riep hij uit: `Mannen, broeders, ik ben om de hoop op de opstanding der doden' was geen slimmigheid uit
een farizeeer en een zoon van farizeeen, en ik sta bier terecht vanwe- zucht naar zelfbehoud. Had hij kunnen voorzien dat hij daarmee zO'n
ge de verwachting dat de doden zullen opstaan.' enorm tumult zou veroorzaken? Wij proeven hierin een uiterste poging
7 Nauwelijks had hij dit gezegd of de vlam sloeg in de pan. Er om althans nog enige farizeeen tot geloof te brengen.
ontstond onenigheid tussen de farizeeen en de sadduceeen, zodat de Wij kennen immers zijn voortdurende pijn en droefheid vanwe-
vergadering in twee kampen uiteenviel. ge Israels ongeloof, Rom. 9: 1-3. Nu stond hij voor de eerste en laat-
8 In onze termen uitgedrukt kwamen bier vrijzinnigheid en or- ste maal voor de hoogste vergadering van zijn geliefde yolk, waarmee
thodoxie met elkaar in botsing. Want de sadduceeen waren destijds wat hij zich nog altijd innig verbonden wist. Hij sprak ze nog steeds aan
wij nu de vrijzinnigen of modernen noemen en de farizeeen de ortho- als broeders. Hij had zich met het evangelie overal eerst tot de syna-
doxen. (Zo beschouwd vormt de hele apostolische eeuw feitelijk de ge- goge gewend. Zou hij dan deze unieke gelegenheid niet met beide han-
nerale repetitie van de hele daarop volgende kerkgeschiedenis. Dit den aangrijpen om nog enigen van hen te winnen voor Messias Jezus?
bleef een grondpatroon.) Al onderscheidde hij daarbij wel scherp. Met de vrijzinnige sad-
Tot de sadduceeen behoorden de leidinggevende kringen, de duceeen had hij nog nauwelijks een gespreksbasis. Zij verwierpen
overpriesters en oudsten. Zij ontkenden dat er een opstanding van do- Israels hoogste geloofsverwachtingen en waren menselijkerwijs
den is en dat er engelen en geesten zijn. Ook hielden zij de Wet van gesproken niet meer te redden. Maar alle kloven zijn gelukkig niet even
Mozes voor het eigenlijke Woord van God. `LJ zit op een dwaalspoor', breed. Met de farizeeen deelde hij nog gemeenschappelijke geloofs-
had Jezus hun voorgehouden, 'omdat u de Schriften niet kent en even- stukken. Natuurlijk, met het farizeese wetticisme en hun showgods-
Min de macht van God', Mat. 22: 29, vgl. Luc. 20: 27-40. Maar de dienstigheid had hij gebroken. Maar zijn verkondiging sloot wel aan
farizeeen geloofden dit alles wel. Tot hen behoorden de meeste schrift- bij wat zij ook verwachtten, namelijk de opstanding van de doden in
geleerden en het gewone yolk. het rijk van de Messias. Misschien mocht hij enigen van hen nog tot
9 Er ontstond hooglopende ruzie tussen beide partijen. Enkele het geloof brengen dat Jezus de Messias is.
farizeese schriftgeleerden sprongen zelfs voor Paulus in de bres en pro- Zij kenden alien de kern en basis van zijn prediking: dat God
testeerden heftig: Volgens ons is er niets op deze man aan te merken. Jezus had opgewekt en tot Heer en Messias uitgeroepen om ons ver-
Het kan toch dat een geest of een engel met hem gesproken heeft?' geving van zonden, vernieuwing van leven en opstanding uit de dood
io De ruzie liep zo hoog op en er werd van weerszijden zo hard te bezorgen. 7 ) De vorige dag had hij nog van Jezus' opstanding getuigd,
aan Paulus getrokken dat de commandant, die alles verbaasd had aan- Hand. 22: I-21. Misschien had hij er na zijn botsing met de hogepries-
gezien, bang werd dat ze hem uit elkaar zouden scheuren. Daarom liet ter ook nog over gesproken, want we krijgen de indruk dat Lucas' ver-
hij een afdeling soldaten aanrukken om hem tussen hen uit te halen en slag van deze vergadering zeer beknopt is. 8 ) De vraag waarvoor ook
naar de kazerne terug te brengen. Dit was de tweede maal dat deze Ro- de farizeese leden van het Sanhedrin zich nu gesteld zagen, was: ver-
meinse officier Paulus' leven redde, vgl. 21: 31-36. dient Paulus vanwege deze prediking de doodstraf?
Woedend constateerden de sadduceeen dat de kans deze belang- Enige farizeese schriftgeleerden beseften dat Paulus hen nader
rijke christelijke leider veroordeeld en geexecuteerd te krijgen, verke- stond dan de sadduceeen. Hem veroordelen betekende in deze zaak dat
ken was. In de rest van het boek zijn zij Paulus' voornaamste tegen- zij feitelijk de dwaalleer van de sadduceeen bijvielen. Heftig be-
standers, vgl. vs. 14. toogden zij daarom: Wij vinden dat deze man niets heeft misdaan! Het
kan toch dat een geest of een engel met hem gesproken heeft?' Had

202 203

§ 33 Paulus in Jeruzalem (iii) Getuigenis voor het Sanhedrin, nieuw complot tegen zijn leven § 33

Paulus hen met zijn omstreden uitspraak dichter bij het Koninkrijk ge- Redder van Joden en heidenen. Ditzelfde getuigenis zou hij straks vol-
bracht? Zouden zij er ook zijn binnengegaan? gens Jezus' plan ook in Rome moeten afleggen.
Hartverheugend nieuws! Dus zijn verlangen ook daar het evan-
Zo kwam de zaak-Jezus voor het Sanhedrin onverwacht opnieuw ter gelie te mogen verkondigen (Rom. : 10-15; 15: 23) zou toch in ver-
tafel en stond het weer voor de vraag: was Hij dan toch de uit de dood vulling gaan! Aileen beloofde de Here hem geen vrijlating en evenmin
verrezen Messias, de Redder van Joden en heidenen? De man voor hen een plezierreis. Ook vertelde Hij hem niet dat hij twee jaren in de ge-
had de vorige dag nog getuigd dat hij Hem op de weg naar Damascus vangenis van Caesarea zou moeten doorbrengen en dat hij op weg naar
in hemelse heerlijkheid had gehoord en gezien. In plaats dat Ananias Rome schipbreuk zou lijden. Wel mocht hij weten dat hij onder Gods
voorstelde dit bij schriftlicht te bespreken, liet hij Paulus monddood bescherming Rome zou bereiken en er van Jezus getuigen. Wat moet
slaan. In flagrante strijd met de Wet, Lev. 19: 15. Voor zover de raads- deze nachtelijke verschijning van de Here hem daarna vaak bemoedigd
leden met deze verwerping van Jezus' apostel instemden, wezen zij hebben. In het vervolg van Handelingen lezen we hoe wonderlijk de
Jezus' zoveelste genadeaanbod af en vielen zij onder zijn woord: Here hem bewaarde tussen Jeruzalem en Rome.
...wie jullie (mijn apostelen) afwijst, wijst Mij af; maar wie Mij af-
wijst, wijst Hem af die Mij gezonden heeft', Luc. o: i 6. 3. SAMENZWERING TEGEN PAULUS' LEVEN,
HAND. 23: 12-22
Paulus door de Here zelf bemoedigd Wel heel spoedig nadat de Here Jezus hem moed had ingesproken, had
it Paulus was nu binnen twee dagen driemaal bijna gelyncht, Paulus die al hard nodig. Want reeds de volgende morgen liep zijn le-
gearresteerd en gevangengezet. Om nu maar te zwijgen van de span- ven opnieuw gevaar.
ning en de vijandschap die zijn toespraken meegebracht hadden. En
daar zat hij nu, moederziel alleen in zijn cel. Wat had hij bier bereikt? De aanslag beraamd
Zou hij hier nog levend uitkomen? De Heilige Geest had hem er al wel 12 Een aantal fanatieke Joden was woedend dat hun poging Pau-
van stad tot stad op voorbereid dat hem `boeien en verdrukkingen' lus te vermoorden was mislukt en dat ook de Raad hem niet ter dood
wachtten (2o: 23, 21: 11), maar daarom bleefhij wel een man van vlees veroordeeld had. Volgens hen moest deze afvallige volksverleider zo
en bloed die ook kon vrezen en beven, i Kor. 2: 3. spoedig mogelijk uit de weg geruimd worden. Vermoedelijk bevonden
De Here Jezus vond het blijkbaar nodig hem na alles wat hij nu zich onder hen ook Zeloten, fel anti-Romeinse terroristen en ultrana-
al voor Hem geleden had en de komende jaren nog zou moeten lijden, tionalisten, die Paulus hartgrondig haatten. Temeer omdat hij heidenen
moed in te spreken. Diezelfde nacht stond Hij plotseling bij hem. In verkondigde dat zij gered konden worden zonder Jood te worden.
een visioen, in een droom of in werkelijkheid? Paulus had Hem al va- Daarmee verzetten zij zich ten diepste tegen het wereldreddingswerk
ker gezien en herkende Hem meteen, 9: 4, 18: 9, 22: 17v. van de Here Jezus Christus.
`Houd moed!', zei de Here, 'want zoals je in Jeruzalem van mij Toen de dag aanbrak smeedden zij een complot en zwoeren dol-
getuigd hebt, zo moet je ook in Rome van mij getuigen.' De Here be- driest: 'God mag ons vervloeken, ja nog erger als wij iets zullen eten
tuigde dus zijn volledige instemming, zowel met Paulus' rein naar Je- of drinken voordat wij Paulus hebben gedood!' Zij gingen er dus van-
ruzalem, als met heel zijn optreden daar. Vanaf de kazernetrap had hij uit dat zij daarin spoedig zouden slagen.
veel over Jezus' heerlijkheid tot de menigte kunnen zeggen. Voor het 13 Het waren er heel wat die bij deze samenzwering betrokken
Sanhedrin (misschien) slechts enkele zinnen. Maar hij hoefde zich waren: meer dan veertig man! Daardoor kon de samenzwering ook
niets te verwijten. Heel Jeruzalem had het nogmaals gehoord: Jezus, moeilijker geheim blijven, zoals het vervolg laat zien. Een neef van
de nazoreeer, was door God opgewekt en tot de hemel verhoogd als de Paulus kwam erachter, vs. 16.

204 205

33 Paulus in Jeruzalem (iii) Getuigenis voor het Sanhedrin, nieuw complot tegen zijn leven § 33

14 Zij wendden zich tot de sadducese hogepriesters en de oud- voor volstond dat God een neef van de apostel gebruikte om hem te
sten, omdat die de vorige dag — in tegenstelling met de farizeese beschermen.
schriftgeleerden — op Paulus' dood aangestuurd hadden. De samen- De jongeman nam de informatie serieus en ging er onmiddellijk
zweerders maakten hun voornemen bekend: `Wij hebben een dure mee naar de kazerne. Omdat vrienden en familieleden vaak zelf voor
eed gezworen dat we nets zullen eten voordat we Paulus hebben ge- voedsel en kleding van gevangenen moesten zorgen, konden zij hen
dood.' bezoeken, Mat. 11: 2,4, 25: 36, Hebr. Hi): 34, 13: 3. Bovendien was er
15 Om hem uit de gevangenis te krijgen, hadden zij echter de nog steeds geen gegronde aanklacht tegen Paulus ingediend en werd
medewerking van het Sanhedrin nodig. Daarom stelden zij voor: dient hij als Romeins staatsburger met respect behandeld, vgl. 24: 23, 28:
u dus nu namens de hele Raad een verzoek in bij de tribuun om hem 3o. Toen de jongen toegang tot zijn `oom Saul' verkregen had, stelde
uit de kazerne naar u toe te laten brengen, onder het voorwendsel dat hij hem van de samenzwering op de hoogte.
u de beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht nauwkeuriger wilt 17 Paulus, die allengs ervaring had met Joodse moordaanslagen
onderzoeken dan gisteren mogelijk was. Dan staan wij klaar om hem (9: 23, 29; 2o: 3), liet een van de centurio's bij zich komen en zei:
voordat hij hier aankomt uit de weg te ruimen. Breng deze jongeman naar de tribuun, want hij heeft hem iets belang-
Hierdoor werd het Sanhedrin na de gerechtelijke moord op Jezus rijks mee te delen.
opnieuw bij een moordaanslag betrokken en nog wel in dezelfde zaak, 18 De centurio ging met hem naar de tribuun en meldde: De ge-
vgl. Mat. 26: 47, Hand. 4: 23, 25: 2,15. Daarvoor schrokken de heren vangene Paulus heeft mij bij zich laten komen met het verzoek deze
en hun handlangers blijkbaar niet terug. Dat er dan ook militairen van jongen naar u toe te brengen, omdat hij u iets te zeggen heeft.
het Romeinse escorte konden omkomen, namen zij op de koop toe. 19 Vriendelijk en vaderlijk pakte Claudius Lysias hem bij de
Evenals de wrede vergeldingsmaatregelen die de Romeinen in dat ge- hand (blijkt hieruit dat het een nog jonge jongen was?), nam hem mee
val zouden nemen. Zelfs het verlies van hun eigen leven telden de eed- naar een plek waar niemand hen kon horen en vroeg: `Wat heb je me
genoten niet. Al zullen ze wel niet de hongerdood gestorven zijn toen te melden?'
de aanslag mislukte. De wetgeleerden, die zich dagelijks met spits- 20 Daarop antwoordde de jongen: 'De Joden hebben afge-
vondigheden bezighielden, bedachten wel een oplossing waardoor zij sproken u te verzoeken of u morgenochtend Paulus voor het Sanhedrin
van hun zelfvervloeking werden ontheven. wilt brengen, zogenaamd omdat men zijn zaak nog wat nauwkeuriger
wil onderzoeken.'
De aanslag verijdeld 21 Bang dat de commandant zich door de Joden zou laten om-
De samenzweerders hadden met alles rekening gehouden, behal- praten, voegde hij eraan toe: 'Maar u moet hen niet geloven en zich
ve met God, die wilde dat Paulus niet omkwam, maar in Rome van door hen laten ompraten. Want meer dan veertig man hebben het op
Christus' opstanding en heerlijkheid zou getuigen. Toen bleek opnieuw hem voorzien en willen hem vanuit een hinderlaag op weg naar de ver-
de waarheid: `Geen wijsheid, geen inzicht en geen beleid houden stand gaderzaal overvallen. Ze hebben gezworen dat ze pas weer zullen eten
tegenover de HEER', Spr. 21: 30, vgl. Ps. 33: Iov, Jes. 8: 1o, 54: 17. en drinken als ze hem vermoord hebben. Alle voorbereidingen zijn
16 Er waren blijkbaar teveel mensen van de geplande hinderlaag reeds getroffen. Ze staan klaar staan om hun plan uit te voeren. Het
op de hoogte, want het lekte uit. En laat het nog diezelfde dag ook een wachten is alleen op uw toezegging.'
zoon van Paulus' zuster, die in Jeruzalem woonde, ter ore komen! Of 22 De tribuun nam de inlichtingen van de jongen serieus. Voor-
zij ook christenen waren, vertelt Lucas niet. Het gaat hem in zijn boek dat hij hem liet gaan, drukte hij hem op het hart: `Vertel niemand dat
tenslotte al niet om Paulus, dus nog minder om Paulus' familie, maar je me hiervan op de hoogte hebt gesteld.' Dat zou de jongen immers
om de voortgang van het evangelie van Jeruzalem naar Rome. Daar- zelf het leven kunnen kosten. Bovendien moest Lysias' eigen plan

206 207

§ 33 Paulus in Jeruzalem (III) Getuigenis voor het Sanhedrin, nieuw complot tegen zijn leven § 33

— Paulus meteen naar Caesarea overbrengen — strikt geheim blijven, 25 De tribuun schreef ook een soort proces-verbaal om Felix of-
om te voorkomen dat de Joden dan hiln plan zouden wijzigen. ficieel met het geval op de hoogte te brengen. 1 °) Het schrijven vertoont
de antieke briefstijl die we ook in de brieven van Paulus ontmoeten.
4. PAULUS OVERGEBRACHT NAAR CAESAREA, Voorop de afzender, vervolgens de geadresseerde(n) en daarna de
HAND. 23: 23-35 groet, vgl. 15: 23. Procurator Felix wordt met dezelfde titel aange-
Claudius Lysias was nu dubbel en dwars gewaarschuwd. Eergisteren sproken als waarmee Lucas zich in de opdracht van zijn evangelieboek
had een woedende menigte Paulus bijna gelyncht. Gisteren hadden de tot Teofilus richt, Luc. 1: 3.
leden van de Hoge Raad om hem gevochten. En nu stonden er liefst De commandant laat weten dat hij geen halsmisdaad bij Paulus
veertig Joden klaar om hem te vermoorden. Zelf was hij echter nog had ontdekt. Feitelijk bepleit hij vrijlating. Hem was immers wel dui-
steeds van Paulus' onschuld overtuigd. Daarom besloot hij de omstre- delijk geworden dat het een intern Joods godsdienstgeschil betrof en
den gevangene nog diezelfde dag over te dragen aan stadhouder Felix daarmee bemoeiden de Romeinen zich immers niet, vgl. 18: 14. Het
in Caesarea. Dan zouden de samenzweerders de volgende dag voor een tijdstip waarop hij het staatsburgerschap van zijn arrestant ontdekte,
voldongen feit staan. verdraait hij in zijn eigen voordeel. Dat hij hem al had laten boeien om
Tenslotte was Claudius Lysias verantwoordelijk voor de openbare gegeseld te worden, verzwijgt hij wijselijk, vgl. 22: 27-29.
orde in het altijd onrustige Jeruzalem, dat zo kort na Pinksteren nog boor-
devol pelgrims was. Als hij deze zaak verkeerd aanpakte, zou dit onbe- De tekst van de brief
rekenbare gevolgen kunnen hebben. Daarom besloot hij de gevangene 26 Claudius Lysias
nog diezelfde nacht met zO'n grote militaire overmacht naar Caesarea aan Zijne Excellentie procurator Felix,
over te brengen, dat een eventuele aanval van Zeloten onderweg bij voor- gegroet!
baat kansloos was. Bovendien was Paulus een Romeins staatsburger, aan 27 Deze man was door de Joden gegrepen. Toen ze op het punt
wie hij zijn vingers niet nogmaals wilde branden, 22: 25-29. stonden hem te vermoorden, heb ik met mijn manschappen inge-
Zo overlegde deze hoge Romeinse officier. Wij zien nu in het uit- grepen en hem ontzet, daar ik vernam dat hij een Romeins bur-
lekken van de moordaanslag en de krachtige maatregelen van de com- ger was.
mandant vooral de leiding van de Here Jezus, die hiermee begonnen 28 Omdat ik wilde weten waarvan ze hem beschuldigden, heb ik
was Paulus op zijn eerste traject naar Rome de beloofde bescherming hem voor hun Raad gebracht.
te bieden. 29 Daar bleek my dat de beschuldigingen betrekking hadden op
23 Meteen nadat Paulus' neef vertrokken was, riep de tribuun geschilpunten inzake hun wet; er werd hem niets ten laste gelegd
twee centurio's (bevelhebbers over honderd militairen) en zei: `Zorg waarop dood of gevangenschap staat.
dat er vanavond drie uur na zonsondergang (2 I.00 uur onze tijd) twee- 30 En toen er aangifte bij mij werd gedaan dat er een aanslag
honderd zwaargewapende soldaten klaar staan voor een reis naar op de man zou worden gepleegd, lief ik hem onverwijld naar u
Caesarea, met zeventig ruiters en tweehonderd lichtbewapende man- overbrengen. Ook heb ik degenen die hem beschuldigden gelast
schappen.' De vierhonderd infanteristen zouden in het gevaarlijke dat ze hun grieven jegens hem aan u moeten voorleggen.
bergland de cavalerie met Paulus moeten beschermen tegen mogelijke
terroristische acties. Aankomst te Caesarea
24 'En zorg ook voor een stel rijdieren om Paulus veilig en wel 31 De soldaten — onwetend in dienst van Jezus Christus — haal-
naar procurator Felix te brengen.' 9 ) In totaal zouden 47o man Paulus den Paulus overeenkomstig hun instructies op en brachten hem
tot Antipatris (vs. 3 r) bewaken. 's nachts naar Antipatris, ongeveer 6o km van Jeruzalem, halverwege

208 209

§ 33 Paulus in Jeruzalem (iii) Getuigenis voor het Sanhedrin, nieuw complot tegen zijn leven § 33

Caesarea. Voor de infanteristen een flinke mars. Ze kunnen er 's mor- ruzalem te sterven, waartoe hij zich toen bereid verklaard had, was niet
gens rond zeven uur aangekomen zijn. Nog geen twee weken eerder van hem geeist, 21: I o-13. Wel was hij 'ontkomen aan de weerspan-
had Paulus dezelfde weg in omgekeerde richting afgelegd, 21: I5v, nigen in Judea', waarmee ook de gebeden van de Romeinse christe-
24: II. nen waren verhoord, Rom. 15: 3ov. Sindsdien hadden de Joden geen
32 Hier konden de samenzweerders het transport niet meer in- directe zeggenschap meer over hem.
halen. Bovendien leidde de weg verder door een vlakte waarin de ca- Hoe zou de Here hem nu naar Rome leiden? Zou hij toch nog 'vol
valerie de steun van de infanteristen niet langer nodig had. Daarom vreugde' de gemeenten daar mogen bezoeken en 'rust vinden in uw
keerden zij de volgende dag terug naar hun kazerne in Jeruzalem en midden' (Rom. 15: 32), zoals hij al zo lang had gewild en zo dikwijls
lieten zij de zeventig ruiters met Paulus verder gaan. Die konden nu had geprobeerd?, Rom. 1: 10-13. Wat moet hij met het oog daarop in
ook sneller opschieten. zijn cel veel hebben gehoopt, gebeden en gepeinsd.
33 In Caesarea aangekomen overhandigden zij de brief aan de
procurator en leverden Paulus bij hem af. Hoewel Claudius Lysias hem NOTEN
een rijdier ter beschikking had gesteld, moet de apostel na een nacht 1) Proeteinan niet opgevat als aoristus, maar als imperfectum, ...weil
en een dag reizen moe voor de stadhouder verschenen zijn. PI schwerlich die Vollendung dieser Handlung abgewartet haben werde', Th.
Zahn, comm. a.l.
34 Nadat deze de brief gelezen had, vroeg hij uit welke provincie
2) Omdat de overste Claudius Lysias heet (23: 26), is het waarschijnlijk dat
Paulus afkomstig was (zoals Pilatus daarnaar informeerde bij de Here hij dit burgerrecht gekocht heeft tijdens de regering van keizer Claudius
Jezus, Luc. 23: 6). Dit om te weten of hij wel onder zijn jurisdictie viel. (41-54 na Chr.). Geschiedschrijvers vermelden dat het juist deze keizer (en
Toen hij gehoord had dat Paulus uit Cilicie kwam en inderdaad onder met name zijn vrouw Messalina) was, die het Romeinse burgerschap voor
zijn rechtsmacht viel, veel geld aan allerlei personen verkocht om er de eigen zak mee te vullen. De
35 zei hij: 'Ik zal u verhoren zodra ook uw aanklagers aan- nieuwe 'burger' voegde gewoonlijk de familienaam van de regerende keizer
gekomen zijn.' Uit de brief van Claudius Lysias had hij al begrepen dat bij zijn eigen namen', Studiebijbel, a.l.
hij met een ongevaarlijk man te doen had. Had hij hem op grond van 3) Men ziet hoe lang Paulus in zijn prediking nog op de gemeenschappelijke
verbondsbasis appelleerde. Bevat dit voor ons geen aanwijzing om in ge-
Lysias' rapport en het Romeinse burgerrecht op vrije voeten moeten sprekken met van het evangelie vervreemde mensen altijd zoveel mogelijk ons
stellen? 11 ) In plaats daarvan liet hij hem tot de komst van de Joden ge- uitgangspunt te nemen in wat God reeds in hun voorgeslacht met en voor hen
vangenzetten in het zogenaamde pretorium van Herodes: het reus- gedaan heeft?
achtige paleis dat Herodes de Grote had laten bouwen en waarin nu de 4) Grieks: pepoliteumai.
Romeinse stadhouders resideerden. 5) De Here was voor ditzelfde Sanhedrin ook in het gezicht geslagen; Hij
Vermoedelijk hoefde Paulus hier geen hand- en voetboeien te door een dienaar die dit eigenmachtig deed (Joh. 18: 20-23), maar Paulus op
dragen. Hij was Romeins staatsburger en er was nog geen officiele be- bevel van de hogepriester-voorzitter van de rechtbank. De verantwoorde-
lijkheid en schuld hiervoor waren veel groter. Dit stelt Paulus eveneens vast,
schuldiging tegen hem ingebracht; daarom stond hij nog slechts on- vgl. W de Boor, comm. a.l.
der militaire bewaking'. Al was dit bepaald geen genoegen. Vijf dagen 6) De redenen die men voor het tegendeel aanvoert, gaan niet op. De hoge-
later gelastte Felix hem `volgens Licht regime' in bewaring te houden priester droeg bij rechtszittingen niet zijn ambtskleding. Evenmin had Paulus
`en geen van zijn vrienden te beletten hem behulpzaam te zijn', 24: 23. hem aan zijn zetel of taak bij de opening van de vergadering moeten herken-
nen. Ook als de vergadering in een halve kring zat en hij in het midden, be-
Hiermee was Paulus' getuigenis in Jeruzalem geeindigd. Hij was weer wees dit nog niet dat hij de hogepriester was. Dat hij bij elke rechtszitting het
terug in Caesarea, waar Agabus hem twee weken tevoren deze gevan- onderzoek leidde, is onwaarschijnlijk en onbewezen. Wij leiden uit Paulus'
woord af dat hij gedurende zijn studietijd in Jeruzalem menige rechtszitting
genschap had voorzegd. Maar voor de naam van de Here Jezus in Je-

210 211
§ 33 Paulus in Jeruzalem (iii)

had bijgewoond die niet door Kajafas werd bijgewoond, maar b.v. door de
oude Annas of door rabbijnen werd geleid. Het is evenmin verwonderlijk dat
Paulus bij zijn laatste bezoeken aan Jeruzalem de hogepriester Ananias niet
gezien had. Aldus A. Schlatter, Erlduterungen, a.l.
7) Vgl. Hand. 2: 24; 3: 15; 4: 2,10; 17: 31; 13: 30,34; 24: 15,21, 25: 19, 26:
§ 34
22; 1 Kor. 15: 4-2o. Zie ook Heidelbergse Catechismus, Zondag 17, met de
daar aangehaalde schriftplaatsen. HANDELINGEN 24
8) Zo krijgen we de indruk dat er na Paulus' botsing met de hogepriester om PAULUS IN CAESAREA (I): GETUIGENIS VOOR FELIX
redenen die Lucas niet vermeldt reeds een luidruchtige woordenwisseling
heeft plaatsgevonden. Want toen Paulus de vergadering duidelij• wilde ma-
ken waar het nu eigenlijk om ging, moest hij roepen om zich verstaanbaar te Het was niet alleen Paulus' roeping slaven en vrijen onder Joden en
maken. heidenen het evangelic te verkondigen, maar ook koningen en andere
9) S. J. Kistemaker vraagt zich of waarom Lysias rijdieren (meerv.) voor Pau- hooggeplaatsten, 9: 15. Zo zagen we hem reeds op Cyprus van Jezus
lus bestelde. Mochten Paulus' vrienden Lucas en Aristarchus te paard met
hem mee reizen? We weten het niet. Wel weten we dat Aristarchus Paulus' getuigen voor proconsul Sergius Paulus, 13: 7-12. In Efeze werd hij
metgezel was vanaf het oproer in Efeze (19: 29), tijdens de reis van Korinte beschermd door bevriende Asiarchen, hoge religieuze functionarissen,
via Macedonia naar Jeruzalem (20: 4) en gedurende de zeereis naar Rome die vast ook zijn boodschap hadden gehoord, 19: 31. Nu zou hij nog
(27: 2). In zijn brieven noemt Paulus hem `mijn medegevangene' (Col. 4: o) moeten getuigen voor de procurators Felix en Festus, voor koning
en brengt hij aan Filemon de groeten van Aristarchus over (Filem. : 24), Agrippa en zelfs voor keizer Nero, 24: 1-28: 31 Waarbij hij dan ook
comm. a.l. aan hun onmiddellijke omgeving het evangelic zou kunnen verkon-
10) Lucas kon de brief kennen door bemiddeling van Paulus, die hem bij de
digen.
terechtzitting hoorde voorlezen, J. Keulers, comm. a.l.
11 ) S. J. Kistemaker, comm. a.l.
De man die hem nu eerst zou horen was procurator Felix. Een
man van hoge positie, maar van laag allooi. Hij was van afkomst een
Griekse slaaf, waarschijnlijk toebehorend aan Antonia, de edele moe-
der van keizer Claudius. Na zijn vrijlating werd hij op voorspraak van
zijn broer Pallas, de invloedrijke gunsteling van keizer Claudius, tot
landvoogd van Judea benoemd.
Daar voerde hij een waar wanbestuur. Nadat hij de aanhang van
de Egyptenaar had verslagen (21: 38), werd het platteland afgestroopt
door rovende en brandstichtende bendes. Bovendien tergde hij de Jo-
den op velerlei wijze. Zo droeg hij veel bij tot de rampzalige opstand
die in 66 tegen het overmachtige Rome uitbrak en die in 7o eindigde
met de verwoesting van Jeruzalem. Het oordeel van de beroemde Ro-
meinse schrijver Tacitus over hem luidde: Antonius Felix heeft in alle
wreedheden en willekeur het recht van een koning met de mentaliteit
van een slaaf gehandhaafd.'
Voor deze man en zijn derde vrouw zou Paulus nu eerst van de
waarheid moeten getuigen. Ook zij en hun hofhouding kregen als el-
lendige zondaars gelegenheid vergeving van zonden en vernieuwing

212 213
Getuigenis voor Felix 34
§ 34 Paulus in Caesarea (I)

van hun leven te ontvangen door het bloed en de Geest van Jezus oproerlingen en onschuldige burgers die hij had läten arresteren en
Christus. kruisigen, waren ontelbaar. Hij voerde zo'n wanbestuur dat keizer
Nero hem in 6o van zijn post terugriep. Maar alsof het een ware vader
1. PAULUS AANGEKLAAGD VOOR FELIX, des vaderlands betrof, begon de gladde redenaar zijn betoog aldus:
HAND. 24: 1-9 `Dat we dankzij u in duurzame vrede leven (een leugen: het land ver-
Alweer zo'n fascinerend toneel! Je waant je haast toeschouwer op de keerde in voortdurende onrust) en dat door uw vooruitziend beleid (een
publieke tribune, zo levendig doet Lucas verslag van deze rechtszit- leugen: daaraan ontbrak het geheel) hervormingen ten gunste van het
ting in het pretorium van Herodes te Caesarea. Zou hij er zelf bij ge- Joodse yolk tot stand komen,
weest zijn? 3 erkennen we van ganser harte, Excellentie, en we (althans de
De deputatie van het Sanhedrin had er bepaald geen gras over Romeinsgezinde Ananias c.s.) zijn u daarvoor veel dank verschuldigd
laten groeien. Vijf dagen nadat Claudius Lysias, de commandant van (maar het yolk verwenste Felix).
Jeruzalem, de samenzwering tegen Paulus had verijdeld en de heren 4 Ik weet dat u geen prijs stelt op huldebetoon (het was juist an-
naar procurator Felix had verwezen, waren zij al in diens residentie ge- dersom). Ik wil u daarom niet langer ophouden met waarderende woor-
arriveerd. Het was een zware deputatie, want hogepriester Ananias, de den en doe nu een beroep op uw welwillendheid (weer een leugen!)
hoogste Joodse leider, had zich persoonlijk aan het hoofd ervan ge- om een ogenblik naar ons te luisteren.' Na deze kruiperige aanhef
steld. Daaruit blijkt opnieuw hoe dodelijk de Joodse Raad Paulus haat- kwam Tertullus met de aanklacht, die uit drie punten bestond, alle voor
te. Beter gezegd: hoe fel hij Jezus van Nazaret haatte. Om zijn gezant Paulus even gevaarlijk.
uit de weg te ruimen, namen de heren een vermoeiende reis van twee
dagen voor lief. Oproerkraaier, sektarier en tempelschender
Zij hadden een gewiekste advocaat (lett. redenaar) aangetrokken, 5 `Excellentie, wij kennen u als een man des vredes, die ons met
een zekere Tertullus. Een hellenistische Jood met een Latijnse naam krachtige hand tegen rovers en opstandelingen beschermt. Welnu, het
of misschien zelfs een niet-Jood? 1 ) Deze juridische gladj akker hadden is ons gebleken dat deze vent een ware pestbuil is, iemand die overal
zij in de arm genomen om Felix met een listig betoog ertoe te brengen in de wereld onder de Joden onlusten veroorzaakt en wiens dood een
dat hij Paulus liet executeren of hem weer aan het Sanhedrin zou over- zegen zou zijn. Hij is een van de voornaamste leiders van de sekte van
leveren, wat eveneens zijn dood zou betekenen. de nazoreeers.'
2a De zitting begon met het voorgeleiden van de aangeklaagde. Wat kan de advocaat hierbij al niet hebben aangevoerd om Pau-
Daarop betrad de apostel met zijn bewakers de rechtszaal, alsof hij een lus in een kwaad daglicht te stellen? Want Lucas geeft van dit hele ge-
misdadiger was. Wij worden nog steeds behandeld als het schuim der ding uiteraard slechts een samenvatting. Er was — overigens buiten zijn
aarde, als het uitvaagsel van de maatschappij', i Kor. 4: 13. Eerst was schuld — onrust rond Paulus ontstaan in Damascus (9: 23-25) en
het woord aan de beschuldigers. Jeruzalem, 9: 29. Uit Antiochie was hij verdreven, 13: 5ov. In Lystra
gestenigd, 14: 19v. In Filippi gegeseld en gevangengezet, 16: 19-23.
Kruiperige aanhef In Tessalonika het middelpunt van een volksoploop, 17: 7. In Korinte
2b Het behoorde wel bij een antieke redevoering dat de spreker voor de proconsul gesleept, 18: 12. In Efeze oorzaak van een ernstig
begon met een innemend woord aan het adres van de hoorders, maar tumult, 19: 2 I -4o. En nu was Jeruzalem na zijn terugkeer in rep en roer
Tertullus opende de aanklacht van het Sanhedrin wel op heel serviel geraakt, 21: 27-36. (De meeste van deze gebeurtenissen vielen echter
vleiende wijze. Wij weten hoe de Joden in het algemeen over de Ro- buiten Felix' rechtsbevoegdheid.)
meinse bezetters dachten en over gouverneur Felix in het bijzonder. De

214 215

34 Paulus in Caesarea (1) Getuigenis voor Felix § 34

6 IN heeft zelfs een poging ondernomen om de tempel te ont- godendom kon dan als een belediging opgevat worden voor het Ro-
wijden, waarna we hem hebben overmeesterd.' meinse veelgodendom. Met alle gevolgen van dien. Vandaar dat het
6b-8a [Andere handschriften hebben nog: 'om hem volgens onze sluwe opzet was Paulus aan de procurator voor te stellen als `een voor-
wet te berechten. (In werkelijkheid had de volksmassa hem bijna ter man van de sekte van de nazoreeers'. Hij kon deze man met zijn vol-
plekke vermoord, 21: 31v.) Toen greep Lysias, de tribuun, echter in. gelingen onmogelijk als een variant van de Joodse religio licita
Hij haalde hem met grof geweld bij ons weg en beval zijn aanklagers behandelen!
voor u te verschijnen' 2 ).] Zo had hij volgens hen de Joodse rechtsgang Deze tactiek hebben de Joden destijds overal in het Romeinse rijk
verhinderd. Over het grof geweld' waarmee de massa Paulus bijna had gevolgd. Met alle macht hebben zij getracht de christenen buiten de
gelyncht, zwijgt de advocaat. bescherming van de Romeinse wet geplaatst te krijgen en de machtige
8b `Dat al onze beschuldigingen juist zijn, kunt u uit zijn eigen Romeinse overheid tegen hen op te zetten. Wat het Sanhedrin niet ge-
mond vernemen als u hem 3 ) eens goed aan de tand voelt.' lukt was, moesten de Romeinen dan maar doen: de `sekte van de na-
9 Ananias en de andere Joden, die deze rede van hun advocaat zoreeers' met wortel en tak uitroeien.
met voldoening hadden aangehoord, vielen hem bij en bevestigden de
juistheid van de aanklacht. `Inderdaad, dat zijn de feiten, Excellentie!' Tempelschennis — een halsmisdaad
Het derde punt van de aanklacht was eveneens levensgevaarlijk.
Oproer — levensgevaarlijke aanklacht Paulus zou Trofimus uit Efeze in het heilige deel van de tempel heb-
Op zichzelf bood het eerste punt van de aanklacht reeds vol- ben gebracht, 21: 28v. Daarmee zou hij niet alleen de Joodse, maar ook
doende grond voor een doodvonnis. De Romeinse overheid kende im- de Romeinse wet geschonden hebben. Want die stond de Joden toe
mers voor oproerkraaiers geen pardon, vgl. 16: 20; 19: 40. Onze Hei- tempelschenders zonder toestemming van de Romeinen te doden, vgl.
land is op die valse beschuldiging gekruisigd. Als Felix deze aanklacht p. 180. U begrijpt dat de Joden hun uiterste best deden dit laatste voor
voor waar aannam, was Paulus' doodvonnis getekend. Felix aannemelijk te maken. Dan had hij nog een grond om Paulus ter
dood te veroordelen of opnieuw ter berechting aan het Sanhedrin uit
Christenen buiten de wet te leveren.
Om het gemene en geslepene van het tweede punt van de aan-
klacht te onderkennen, dienen wij de rechtspositie van de Joodse
godsdienst in het Romeinse rijk voor ogen te houden. De Romeinse re- 2. PAULUS' VERDEDIGING — EEN GETUIGENIS VOOR
gering had de Joden in godsdienstig opzicht in een uitzonderingsposi- FELIX EN DE JODEN, HAND. 24: 10-23
tie geplaatst. Hun godsdienst was een zogenaamde religio licita, een Bij Paulus' betoog moeten we bedenken dat Felix' vrouw Drusilla een
bij de wet erkende en beschermde godsdienst. Hun Joodse eengoden- Jodin was. Mede door zijn standplaats en huwelijk kende hij het Jood-
dom werd naast het Romeinse veelgodendom getolereerd. se geloof vrij goed. Volgens Lucas gold dit ook van het christelijke ge-
Daarom was dit tweede punt van de aanklacht ook zeer gevaarlijk loof, vs. 22. Zodoende kon hij Paulus' verdediging makkelijk volgen.
voor de apostel en bij gevolg voor alle christenen. Als de Joden er im- Voor zijn Joodse aanklagers was dit meteen het zoveelste getuigenis
mers de procurator van konden overtuigen dat Paulus zich met zijn leer omtrent Messias Jezus dat zij te horen kregen. En nu kon Ananias niet
buiten het officiele jodendom had geplaatst, dan hadden zij meteen een bevelen: sla hem op zijn mond!, 23: 2.
ander uiterst belangrijk doel bereikt. Dan was het hele jonge Christen- I o Nadat Tertullus was uitgesproken, knikte de procurator Pau-
dom meteen aangemerkt als een religio illicita, een ongeoorloofde, niet lus toe ten teken dat hij nu het woord mocht voeren. Kon er bij de voor-
bij de wet erkende en beschermde godsdienst! Het christelijke een- malige slaaf geen woord tot de beklaagde af? Op de vuige Joodse aan-

216 217
§ 34 Paulus in Caesarea (i) Getuigenis voor Felix § 34

klacht reageerde Paulus met een zuiver christelijke verdediging. Een 12 `Bovendien heeft niemand gedurende die dagen gezien dat ik
advocaat had hij niet nodig, de Heilige Geest was zijn parakleet, Mat. in de tempel, in een van de synagogen of elders op straat als een poli-
o: 19v., vgl. dl. I, 48. tieke onrustzaaier een opruiend debat uitlokte of de openbare orde ver-
Hij greep de gelegenheid namelijk niet aan om nu op zijn beurt stoorde.
een reeks aanklachten over zijn beschuldigers uit te storten, hoewel hij 13 Kortom, mijn aanklagers kunnen voor deze beschuldiging
er verscheidene tot zijn beschikking had. Hun medestanders hadden geen enkele getuige aanvoeren. En eiste de Thora er niet minstens twee
hem zonder vorm van proces bijna gelyncht. Het bevel van de hoge- of drie?', Deut. 17: 6; 19: 15. Voordat Felix hem als oproerkraaier
priester hem als Romeins staatsburger op de mond te slaan, was vol- veroordeelde, diende daarvoor wel eerst bewijs op tafel te komen.
gens de Romeinse wet een strafbaar feit. Voor het Sanhedrin was hij Want Paulus was Romeins staatsburger en die kon zeker niet zonder
haast aan stukken gescheurd. Veertig Joden hadden hem nog wel met oor- en ooggetuigen als opstandeling veroordeeld worden. Dat had de
medewerking van het Sanhedrin willen vermoorden. Hoewel zij hem advocaat toch moeten weten!
een pest' hadden genoemd, schold hij naar het voorbeeld van zijn
Meester niet terug, 1 Petr. 2: 23. Al dit onrecht gaf Hij over aan de Los van het jodendom?
Here. Kalm en waardig hield hij zich strikt aan de drie punten van de Hij is de voorman van een sekte die zich heeft losgemaakt van de
aanklacht en die weerlegde hij stuk voor stuk. Joodse religio licita en kan dus met zijn aanhang geen aanspraak meer
Hij begon evenals Tertullus met een captatio benevolentiae', een maken op bescherming bij de Romeinse wet. Hiertegen heeft Paulus
poging zijn hoorders voor zich te winnen. Maar wat hij zei was zich in de tweede plaats verdedigd. De hoge ambtenaar Teofilus (Hand.
volkomen waar en gespeend van vleierij en huichelarij. `Ik weet, : 1) zal met intense aandacht gelezen hebben met welke argumenten
Excellentie', zei hij, dat u al vele jaren (het waren er ongeveer zeven) Paulus zich tegen deze levensgevaarlijke beschuldiging verdedigde.
rechtspreekt over het Joodse yolk en met zijn godsdienstige wetten en Zij raakte de godsdienstvrijheid van alle christenen in het hele Ro-
verschillende richtingen goed op de hoogte bent. Daarom verdedig ik meinse rijk!
mijn zaak in goed vertrouwen dat u een onpartijdig oordeel zult vel- Nu, de apostel ontkende zeker niet lafhartig dat hij in Messias
len.' Daarna weerlegde hij eerst punt 1 van de aanklacht. Jezus geloofde. Wel weersprak hij ten stelligste dat hij daardoor lid was
geworden van een sekte die zich had losgemaakt van het jodendom. En
Oproerkraaier? dat hij nu dus buiten deze `geoorloofde godsdienst' stond en daardoor
Nu moest hij vechten voor zijn leven, want op opstandelingen wa- in religieus opzicht geen aanspraak meer kon maken op bescherming
ren de Romeinen fel gebrand en met hen maakten zij zoals gezegd kor- door de Romeinse wet. Daartegenover stelde de apostel: `Ik ben als
te metten! christen in onze Joodse godsdienst orthodoxer dan al mijn aanklagers!
i i `11 kunt u er van vergewissen dat deze beschuldiging on- Mijn geloof is de zuiverste vorm van onze religio licita!
houdbaar is. Vraagt u mijn aanklagers maar wanneer zij mij voor het 14 Maar wel wil ik hier verklaren dat ik overeenkomstig de Weg
eerst in de stad hebben gezien. Ik ben namelijk niet langer dan twaalf (zie bij 9: 2) die zij ten onrechte een sekte noemen niet een nieuwe
dagen in Jeruzalem geweest. 4 ) Uiteraard veel te kort om een opstand God, maar nog altijd de God van onze voorouders dien. Dit houdt ech-
te organiseren. Ik ging ook bepaald niet met politieke bedoelingen naar ter in dat ik juist alles geloof wat in de Wet en de Profeten geschreven
de stad, maar om er te aanbidden.' Wat voor Paulus mede inhield: staat. Die nieuwe Weg is daarmee geheel in overeenstemming. Het
Christus' arme gemeenten in Judea verblij den met de collecte van de christendom is feitelijk het volgroeide jodendom! (Wat hamert de
gelovigen uit de heidenen. Om daarmee tevens de banden te verster- apostel daarop niet voortdurend in zijn brieven, vgl. Rom. 3: 31, o:
ken tussen de heiden-christelijke en de joods-christelijke gemeenten. 4, Gal. 3: 6-29.) Ik vereer de God van onze voorouders geheel zoals

218 219

§ 34 Paulus in Caesarea (1) Getuigenis voor Felix § 34

onze heilige Schriften het vereisen!', vgl. 26: 6-8, 28: 20. Natuurlijk door enkele Joden uit Asia. Uit eerbied voor het heiligdom had ik mij
voelden de sanhedristen dat hij dit hen betwistte. Niet hij, maar zij wa- volgens onze wetten ritueel gereinigd. Er is geen sprake van dat ik dit
ren zelf sektariers! 5 ) Temeer omdat de sadducese leden van de Raad heiligdom zou hebben ontwijd. Van een mensenmassa of tumult om
feitelijk alleen de Wet van Mozes als het eigenlijke Woord van God mij heen was evenmin sprake. Alles verliep even ordelijk.
beschouwden. 6 ) 19 Maar die Joden veroorzaakten toen de volksoploop om mij
15 `Zoals ik ook hierin niet van mijn (farizeese) aanklagers ver- heen waarmee alles is begonnen. Waarom hadden Ananias c.s. hen niet
schil dat ik als een echte, orthodoxe Jood op grond van de Heilige meegebracht? Want niet deze Jeruzalemse, maar die Aziatische Joden
Schrift verwacht dat God zowel de rechtvaardigen als de onrecht- hadden hier voor u moeten verschijnen om mij aan te klagen, als ze al
vaardigen uit de dood zal doen opstaan', vgl. Dan. 12: 2, Joh. 5: 28v. 7 ) iets tegen me in te brengen hadden. Hun afwezigheid was intussen een
Ook om hen te oordelen! Zo plaatst Paulus zichzelf met zijn aankla- ernstige inbreuk op de Romeinse rechtspleging. 8 ) Want zij logen dat
gers en rechter terloops een ogenblik voor Gods gericht. Ananias c.s. Paulus de niet-Joodse Trofimus op verboden tempelterrein had ge-
zullen hierin ook een zinspeling op de opstanding van Messias Jezus bracht, 21: 28.
hebben gehoord. Dat alles geloven, dat is pas echt de Wet en de Profe- 20 `Laten anders deze afgevaardigden van het Sanhedrin eens
ten geloven! zeggen van welk misdrijf zij zelfmij konden betichten toen ik voor hun
i6 De sadduceeen (en hun hedendaagse volgelingen) geloofden Raad stond.
niet aan de opstanding, Mat. 22: 3. Dan vrees je ook geen laatste oor- 21 Van geen enkel! Of het moest die ene uitdrukking zijn dat ik
deel. Maar dat was hun zaak. Paulus was vanwege dit vooruitzicht heel in hun midden uitriep: Wegens de opstanding van de doden sta ik van-
zuinig op zijn geweten! `Ik tracht dat steeds zuiver te houden tegeno- daag voor jullie terecht.' Maar was dat voor een Joodse vergadering een
ver God en de mensen.' Zijn innerlijke stem getuigde mee dat hij zich misdaad? Vele leden bleken dit trouwens met mij eens te zijn. En voor
als christen juist niet van God, zijn Woord en Israel had losgemaakt. een Romeinse rechtbank is dit zeker geen misdrijf, vgl. 18: i 5v. Waar-
Men kan zich hierbij afvragen of wij, christenen uit de heidenen, om brachten zij dit kernpunt van het hele geschil tussen mij en hen hier
ons voldoende bewust zijn dat wij een Joodse Redder hebben en zijn niet ter sprake?'
ingelijfd in de aloude Israelitisch-Joodse gemeente en als Wilde loten Kortom, Paulus' aanklagers hadden van alles aangedragen, maar
geent op de Israelitische olijf en deel hebben aan zijn sap. Zo nodig daarvoor geen enkel bewijs geleverd. Zo bevestigde de apostel wat
mogen gelovigen uit Israel zoals Paulus samen met de gelovigen uit de Claudius Lysias aan Felix had geschreven: de hele zaak draaide om
heidenen tegenover de ongelovige Joden volhouden: niet u, maar wij `geschillen over hun wet, maar ik vond geen beschuldiging waarop
zijn de wettige erfgenamen van uw voorvaderlijke geloof. dood of gevangenis staat', 23: 29.

Tempelschender? Het proces verdaagd


Tegen de eveneens levensgevaarlijke beschuldiging van tempel- 22 Aanklager en aangeklaagde hadden beiden gesproken, nu
schennis, verdedigde Paulus zich als volgt. was het woord aan de rechter. Aan deskundigheid ontbrak het hem niet,
17 Ik getracht de tempel te ontwij den? Hoe komen mijn aankla- want Felix was goed bekend met de Weg, de nieuwe richting in het Jo-
gers erbij? Na vele jaren buitenslands geweest te zijn, kwam ik naar dendom rondom Jezus van Nazaret. Er waren tenslotte ook al Ro-
mijn yolk terug om liefdadigheid te bewijzen en offers op te dragen in meinse militairen christen geworden, hoofdstuk io. Misschien hoop-
verband met het beeindigen van het nazireeerschap, 21: 24vv. te Paulus dat hij zou worden vrijgelaten, want zijn zaak was voor een
18 Niet met tempelschendende daden, maar rustig met deze hei- Romeinse rechtbank duidelijk onontvankelijk. Maar tegen beter we-
lige handelingen in de tempel bezig zijnde, werd ik daar opgemerkt ten in besloot Felix de zitting te verdagen en zei: `Zodra Lysias, de

220 221

§ 34 Paulus in Caesarea (i) Getuigenis voor Felix 5C 34

tribuun, is aangekomen zal ik in uw zaak uitspraak doen.' (Over zijn was Felix reeds haar tweede man en zij zijn derde vrouw. Hij had haar
komst horen we overigens niets.) overreed haar man voor hem te verlaten. Naar verluidt is zij, amper
23 Hij gaf de centurio opdracht Paulus in hechtenis te houden. veertig jaar oud, samen met hun zoon Agrippa bij de beruchte uitbar-
Dit zal de sanhedristen inzoverre aangenaam geweest zijn dat ze Felix sting van de Vesuvius in 79 onder de lava bedolven.
nu verder konden bewerken. Anderzijds nam de Romein een mildere Felix liet Paulus uit zijn cel halen omdat hij wel wat meer wilde
houding tegenover de apostel aan dan zijn kerkelijke vervolgers. Hij weten van dat `nieuwe geloof' in Messias Jezus van Nazaret. En Dru-
werd niet opnieuw aan het Sanhedrin uitgeleverd. Dit was voor hem silla was als Jodin waarschijnlijk nog niet los van wat zij in haar jeugd
tot op zekere hoogte gunstig, want doordat hij voorlopig onder had gehoord over de levende God van Israel en de Messiasverwach-
Romeins arrest bleef, was hij veilig voor nieuwe Joodse aanslagen. ting. Mogen we uit dit prive-bezoek afleiden dat deze harde politicus
Felix beval ook dat hij onder een mild regime in hechtenis bleef. Wel en zijn jonge schoonheidskoningin beseften dat ze er met al hun macht
voortdurend bewaakt, maar vermoedelijk in een betere cel met en rijkdom nog niet waren?
gelegenheid tot studeren. Ook mocht niemand uit zijn kennissenkring Opnieuw een aangrijpend toneel! Paulus, sober geklede gevange-
verhinderd worden voor hem te zorgen, bijvoorbeeld met eten en drin- ne, getekend door zijn zware leven, staande voor Felix, de hoogste Ro-
ken, en hem van boekrollen en schrijfgereedschap te voorzien. meinse autoriteit in Judea en zijn knappe, weelderig geklede vrouw.
Twee jaar zou deze gevangenschap in Caesarea duren. Wie zou- Uit zichzelf zouden ze nooit een christelijke `kerkdiense bezocht heb-
den hem gedurende die lange tijd bezocht hebben? In Caesarea was een ben, maar bier zond God hun een van zijn beste predikers om hun de
gemeente, waartoe ook de evangelist Filippus en zijn zeven dochters goede boodschap te verkondigen.
behoorden. Lucas heeft vast nauw contact met hem onderhouden, 25 En greep de onschuldige gevangene deze unieke gelegenheid
evenals Paulus' medewerkers Trofimus (2 i : 29) en Aristarchus, 27: 2. toen met beide handen aan om vrijlating te bepleiten bij zijn machtige
Welke brieven schreef Paulus vanuit deze gevangenschap? 9 ) Wat zou- rechter? Nee, hij zocht niet zijn eigen belang, maar dat van de beide
den we zulke dingen graag weten! Maar voor het doel van zijn boek arme rijken voor hem. Hij heette Felix (= Gelukkige), maar was in fei-
achtte Lucas dit nu bijzaken. Zelf zal hij gedurende deze jaren bij de te doodOngelulckig, want hij miste de grootste schat: het geloof in de
nog levende ooggetuigen (Luc. I : 2) gegevens verzameld hebben voor Redder Jezus. Zij had getracht `haar leven te winnen' door haar eerste
zijn beide boeken, het Evangelic volgens Lucas, en Handelingen. man kwaadwillig te verlaten, maar was bezig het te verliezen. Paulus
besefte dat deze paleisbewoners het evangelie even hard nodig hadden
3. PRIVE-BEZOEK VAN FELIX EN DRUSILLA AAN als de havenarbeiders van Korinte en de filosofen van Athene.
PAULUS, HAND. 24: 24-27 Daarop vertelde hij hun wat God door de Here Jezus voor de
De rechtszaak tegen de merkwaardige arrestant Paulus liet Felix na de wereld gedaan had. 1 °) Niet als een buigende en knikkende hofpredi-
verdaging niet los. ker, maar als een trouwe gezant van Jezus Christus. Zeker, hij zal het
24 Reeds enkele dagen later begaf hij zich met zijn vrouw Dru- echtpaar eerst verkondigd hebben wat God om Jezus' wil belooft. Maar
silla naar de gevangenisafdeling van zijn paleis. Zij was telg van de be- vervolgens verheelde hij niet dat Hij daarvoor geloof en bekering eiste.
ruchte familie Herodes. Haar vader, koning Herodes Agrippa i, had de Zo hield hij de procurator, die zoveel onrecht op zijn kerfstok had, voor
apostel Jakobus laten doden en Petrus laten arresteren, waarna hij zelf dat God gerechtigheid van hem vergde. I I ) En tot hem die met zijn der-
door wormen aangevreten was gestorven. Haar overgrootvader had de de vrouw leefde en tot haar die haar wettige man verlaten had, aarzel-
kinderen van Betlehem omgebracht en haar oudoom had Johannes de de hij niet over ingetogenheid en zelfbeheersing te spreken en hen te
Doper laten onthoofden. Op dit moment was zij pas zeventien en een waarschuwen dat zij mettertijd rekenschap zouden moeten afleggen
vrouw van buitengewone schoonheid. Ondanks haar jeugdige leeftijd voor de rechterstoel van Jezus Christus, de Zoon van God.

222 I 223
§ 34 Paulus in Caesarea (1) Getuigenis voor Felix § 34

Toen Paulus hem zo direct met Gods gebod en gericht confron- NOTEN
teerde, sloeg Felix de schrik om het hart. Zou hij nu dezelfde vraag stel- 1) Voor het laatste pleit dat hij in vs. 3 over `dit yolk' spreekt; voor het eer-
len als de cipier in Filippi: Wat moet ik doen om gered te worden?' ste dat hij verder in de wij-vorm spreekt.
2) 'This addition bears marks of genuineness', F.F. Bruce, comm. a.l. Volgens
Hoe graag had de apostel een berouwvol echtpaar uit de hoogste krin-
R. C. H. Lenski, comm. a.l., niet. De weglating door de meeste en beste Griek-
gen vergeving van zonden door het bloed van de Here Jezus en reini-
se handschriften is een sterk bewijs tegen de echtheid.
ging van hun hart door de Geest van Jezus verkondigd. Maar op het 3) Volgens andere handschriften slaat dit niet op Paulus, maar op Lysias. Wat
beslissende moment nam Felix geen beslissing. 'Ga nu maar', zei hij, wist de laatste echter te getuigen van Paulus' optreden 'in de hele wereld'?
`als ik weer eens tijd heb zal ik u wel laten roepen.' Iemand tekende 4) Volgens A. Schlatter en F.F. Bruce, comm. a.l. beslaan deze twaalf dagen
hierbij aan: Felix houdt van verdagen. Zowel in het proces van Paulus de periode tussen Paulus' aankomst te Jeruzalem en zijn terugkomst in Cae-
tegen de Joden als in het proces van zijn eigen leven voor de levende sarea, de vijf dagen die sindsdien verlopen waren niet meegerekend. We krij-
God. 12 ) gen dan het volgende overzicht: Dag I: Paulus komt aan in Jeruzalem, 21:
17. Dag 2: Paulus en zijn gezelschap worden ontvangen door Jakobus en de
26 Inderdaad liet hij hem telkens weer komen voor een gesprek. oudsten, 21: 18. Dag 3: Paulus begint aan de reinigingsceremonie, 21: 26.
Dan liet hij hem min of meer tactisch weten dat een flunk losgeld wel Dag 3-9: De zeven dagen van de reiniging, 21: 27. Dag 1 o: Paulus aangeval-
eens wonderen zou kunnen doen. Konden Paulus' vele volgelingen niet len in de tempel en gered door de Romeinen, 21: 27-22: 29. Dag To: Paulus
een mooi bedrag bijeenbrengen? Meer dan het Sanhedrin hem waar- voor het Sanhedrin gebracht, 22: 30-23: 1o. Dag I : Samenzwering tegen
schijnlijk betaalde om Paulus gevangen te houden? 13 ) Zo wilde Felix Paulus. Weggezonden uit Jeruzalem, 23: 12-3o. Dag 12: Paulus komt aan in
best wel eens wat vrijblijvend met de apostel over God redeneren. Maar Caesarea, 23: 31-33.
zich tot Hem bekeren weigerde hij, want zijn hart ging meer uit naar 5) 'The same thing applies today. Those who hold to the true and original
Scriptural teaching belong to the great body that has held this teaching
geld. Hij vergiste zich echter in de rechtschapenheid en onkreukbaar-
through the ages; they are the church. Only those are a sect and their teach-
heid van de apostel, want Paulus kwam niet met steekpenningen over ing a hairesis who advocate some teaching that is contrary to the Scriptures.
de brug. 'Hoe zouden wij nog in zonde leven, wij die dood zijn voor They usually also sever connections with others, cause a separation, and in
de zonde?', Rom. 6: 2. this sense, too, form 'a sect.", R. C. H. Lenski, comm., 97o.
27 Toen er twee jaar verstreken was, werd Felix wegens wanbe- 6) De Here beantwoordde hun twijfelvraag naar de opstanding waarschijn-
stuur door keizer Nero teruggeroepen. Hij werd vervangen door Por- lij k daarom vanuit de Wet, Mat. 22: 23-33.
cius Festus. En hoewel hij best wist dat Paulus nu al twee jaar on- 7) Vgl. in deze serie Psalmen I, 228-234 (Keken de gelovigen van het Oude
schuldig gevangen zat, liet hij hem niet vrij. Begreep hij het goed? Zou Testament dan al over het graf heen?).
8) Aldus John Stott, comm. a.l., met verwijzing naar A. N. Sherwin-White,
hij de Joodse autoriteiten een plezier doen als hij hem vasthield? En Roman society and Roman law in the New Testament (Oxford University
wilden zij dan wel gunstig over hem rapporteren bij de keizer, die hem Press, 1963; Baker, 1978), 52.
terugriep? Goed, dan liet hij die Paulus in zijn cel. 9 ) Volgens John A. T. Robinson, Redating the New Testament, Londen 1976,
352 schreef de apostel al zijn zogenaamde gevangenschapsbrieven tijdens zijn
gevangenschap te Caesarea en wel in deze volgorde: Filippenzen, Filemon,
Kolossenzen, Efeziers, 2 Timoteiis (alle in 58). Volgens hem slaat Paulus'
`eerste verdediging' in 2 Tim. 4: 16 op deze zitting, a.w., 74. Vgl. § 38,
noot 1 T .
o) Calvijn tekent hierbij aan dat Paulus in het voorafgaande niet over Chris-
tus gezwegen had uit angst, maar omdat het toen de geschikte tijd daarvoor
niet was. Als aangeklaagde voor de rechtbank moest hij op de hem ten laste •
gelegde aanklachten antwoorden. Maar nu merkte hij dat hem een deur ge-

224 225

§ 34 Paulus in Caesarea (i)

opend was om te spreken, comm. a.l. Wij moeten niet altijd en overal evange-
liseren, maar de geschikte gelegenheden daarvoor waarnemen, zoals de
apostel ons herhaaldelijk voorhoudt, vgl. Gal. 6: 10, Ef. 5: 16, Fil. 4: i o, Kol.
4: 5.
11) Of had Paulus de toegerekende `gerechtigheid van God' op het oog, § 35
waardoor Hij de godd uit genade rechtvaardigt, zoals John Stott, comm.
mogelijk acht? HANDELINGEN 25
12) Udo Smidt, Die Apostelgeschichte, 3. A. Kassel 196o, (= Bibelhilfe f. d. PAULUS IN CAESAREA (II): GETUIGENIS VOOR FESTUS
Gemeinde Bd. 5), aangehaald via W. de Boor, comm. a.l.
13 ) 'Es ist nicht nur moglich, sondern wahrscheinlich, dasz er auch von Je-
rusalem her Geld bekam, damit er Paulus im Getangnis lasse. Lucas sagt aber Porcius Festus, die Felix omstreeks 6o n. Chr. als procurator van Ju-
nur, was er weisz', A. Schlatter, Erkiuterungen zum Neuen Testament, a.l. dea opvolgde, stak als regent gunstig of bij zijn voorganger. Hij stam-
de uit het zeer oude patriciersgeslacht Porcius. I ) Uit Romeinse bron-
nen weten we van hem alleen dat hij reeds twee jaar na zijn aantreden
als stadhouder stierf. Hij wist de wanorde die Felix hem had nagela-
ten enigszins te beteugelen door de Sicariers, de beruchte sluipmoor-
denaars (zie bij 21: 38), uit te schakelen. Al was de toestand in het
Joodse land bij zijn aantreden, zes jaar voor het uitbreken van de Jood-
se Opstand, reeds zo gespannen dat hij niet veel goeds meer tot stand
kon brengen.
Ook op hem hebben de Joodse leiders zware druk uitgeoefend om
Paulus weer naar Jeruzalem over te brengen. Dan konden zij hem
onderweg laten ombrengen. Maar in Jezus' plan had Paulus daar vol-
doende van Hem getuigd en moest hij nu naar Rome. Want Hij wen-
ste zijn naam ook in de toenmalige wereldhoofdstad bekend te maken,
zelfs tot aan het keizerlijke hof. Dan moest Paulus nu uit de gevangenis
te Caesarea verlost en naar Rome overgebracht worden. Daarvoor ge-
bruikte de Here de agitatie van het Sanhedrin en het effect daarvan op
Porcius Festus.

1. FESTUS VOORKOMT DE ZOVEELSTE JOODSE


AANSLAG OP PAULUS' LEVEN, HAND. 25: 1-5
Nadat Felix het proces tegen Paulus twee jaar slepende had gehouden,
bracht de nieuwe procurator meteen schot in de zaak.
Reeds drie dagen na zijn aankomst in zijn residentie Caesarea
reisde hij door naar Jeruzalem, de Joodse hoofdstad en het geestelijke
centrum van het wereldjodendom. Als nieuwkomer in Judea wilde
Festus zich graag zo spoedig mogelijk orienteren in zijn provincie.


226 227

§ 35 Paulus in Caesarea (ii) Getuigenis voor Festus § 35

2 Onder de eersten die hij hier ontmoette, waren uiteraard de aanslag op Paulus. Wij worden ons hierbij opnieuw bewust dat we
Joodse leiders, de hogepriesters (Ananias was inmiddels vervangen Handelingen van de verhoogde Here Jezus lezen, die waakte over het
door een zekere Ismael) en andere kerkelijke en wereldlijke autoritei- leven van zijn gezant.
ten. Onmiddellijk maakten die van de gelegenheid gebruik om bij de
nieuwe stadhouder met hun nude aanklachten tegen Paulus op de prop- 2. FESTUS NOODZAAKT PAULUS ZICH OP DE
pen te komen. De regeringswisseling leek hun een goede gelegenheid KEIZER TE BEROEPEN, HAND. 25: 6-12
om Paulus alsnog van de aardbodem te laten verdwij nen. Of zij hem Nu gaat diezelfde Heer Paulus' weg naar Rome banen.
en zijn boodschap twee jaar na hun mislukte moordaanslag (23: 14) 6 Nadat hij hooguit acht tot tien dagen bij hen in Jeruzalem had
dus nog altijd intens haatten! Geen feller haat dan godsdiensthaat. doorgebracht, keerde Festus naar Caesarea terug. Voor de Joodse lei-
3 Aannemend dat de nieuwe procurator graag hun genegenheid ders schoot er niets anders op dan zijn voorstel aan te nemen en met
wilde winnen, zou hij hun wel een gunst willen verlenen. `Welnu', zo hem mee te reizen. Na aankomst in zijn residentie zette hij haast ach-
verzochten zij hem tijdens zijn bezoek aan Jeruzalem, doet u ons dan ter de zaak, want reeds de volgende dag opende hij de rechtszitting, nam
het genoegen die man hierheen te laten komen om hier door het San- plaats op zijn hoge rechterstoel en gaf bevel Paulus voor te leiden.
hedrin berecht te worden.' Zelf was hij al in de stad! De kerkvorsten 7 Zodra de apostel in de rechtszaal verscheen, omringden de
vertelden hem uiteraard niet dat zij Paulus onderweg wilden (laten) Jeruzalemse Joden hem zoals een troep wolven een schaap, Mat. 10:
vermoorden. Omdat Festus vermoedelijk nog niets wist van hun vo- 16. Zij brachten een groot aantal zware beschuldigingen tegen hem in.
rige samenzwering tegen Paulus (23: 12-30), zou hij hem slechts met Lucas vermeldt ze niet; het zullen wel dezelfde zijn geweest als die ze
een klein escorte naar hen toe sturen. Voor wat vastberaden Sicariers voor Felix hadden ingebracht: deze kerel veroorzaakt overal opstand
(21: 38) zou het dan niet moeilijk zijn Paulus vanuit een hinderlaag en heeft getracht onze tempel te ontwijden, 24: 5v. Toen Festus hen
dood te steken. Het Sanhedrin zou vervolgens `verontwaardigd' ach echter verhoorde, bleek dat hun opgewonden woordenstroom geen en-
en wee roepen over 'de bandieten die het land tegenwoordig onveilig kel bewijs bevatte, hoe zwaar zij hun beschuldigingen ook aandikten,
maken'. vs. i8.
4 De nieuwe gouverneur liet zich echter niet zo makkelijk door 8 Paulus' verdediging kwam kort en goed hierop neer: `Ik heb
hen manipuleren. Een rechtszaak die hij niet kende en die al bij de vo- geen enkel misdrijf gepleegd, niet tegen de Joodse wet, niet tegen de
rige stadhouder hangende was, verwees hij niet terug naar het tempel en niet tegen de keizer!' Uit Festus' verslag van de zitting blijkt
Sanhedrin. Het lag voor de hand dat die Paulus niet voor niets van straks dat de apostel daarbij ook de opstanding van de Here Jezus Chris-
Jeruzalem naar Caesarea was overgebracht. Resoluut wees hij het ver- tus ter sprake had gebracht. De procurator had begrepen dat de hele zaak
zoek van de Joodse autoriteiten af: Paulus bleef te Caesarea in hech- een geschil betrof over Joodse godsdienstkwesties en 'over een zekere
tenis. Zo was tenslotte de regel: de aanklager komt naar het gerechts- Jezus, een dode van wie Paulus beweerde dat Hij leeft', vs. 19.
hof en niet andersom. Maar als de zaak zo dringend was, wilde hij hen
wel tegemoet komen door haar spoedig in behandeling te nemen. Festus gaat overstag
Binnenkort zou hij naar Caesarea vertrekken. 9 De Joden hadden door hun gebrek aan bewijs Festus niet van
5 Laten uw vertegenwoordigers dan met mij meereizen en hem Paulus' schuld kunnen overtuigen en dus juridisch geen been om op te
daar aanklagen als hij werkelijk iets verkeerds gedaan heeft. Als een staan, vgl. vs. 26. Toch hadden zij door hun optreden wel zoveel in-
goede Romeinse regent wilde hij dat het recht via een ordelijk proces druk op hem gemaakt dat hij nu meer dan de week tevoren geneigd was
zijn loop zou hebben. Nieuwe bittere teleurstelling voor de sanhe- hun een gunst te bewijzen. Het beroemde Romeinse recht moest dan
dristen! Want hiermee verijdelde de procurator onwetend hun moord- maar wat wijken voor zijn goede verstandhouding met de Joodse auto-

228 I 229

§ 35 Paulus in Caesarea (ii) Getuigenis voor Festus § 35

riteiten. Zonder hun medewerking zou hij de orde in het roerige Judea den. ' Ik sta bier voor de keizerlijke rechtbank van Caesarea en als Ro-
moeilijk kunnen herstellen. mein behoor ik volgens de Romeinse wet hier geoordeeld te worden.
Hij gaf de zaak weliswaar niet geheel uit handen, zoals de Joden Waarom was dit nog steeds niet gedaan? Tegen de Joden heb ik in geen
wensten, maar hij ging wel een eind overstag. Want hoewel de zaak nu enkel opzicht iets verkeerds gedaan, zoals fi zelf ook heel goed weet.
al twee jaar hing en Festus overtuigd was van Paulus' onschuld (vs. 25), Mocht ik toch schuldig zijn en iets hebben gedaan waarop de
weigerde hij hem vrij te spreken. En tot hun grote vreugde hoorden de doodstraf staat, dan zal ik mij daar niet tegen verzetten. In dat geval
Joden dat de stadhouder nu bereid was het proces op hun verzoek in zal ik niet om gratie vragen en ben ik bereid onder de handen van de
Jeruzalem voort te zetten. Zouden zij nu alsnog de kans krijgen Pau- beul te sterven. Maar als hun beschuldigingen tegen mij op niets be-
lus onderweg uit de weg te laten ruimen? Omdat de apostel het Ro- rusten, heb ik recht op vrij spraak en kan niemand mij aan hen uitleve-
meinse burgerrecht bezat, moest Festus hem wel eerst vragen: Ilebt u ren, Touter om hen een genoegen te doen.' Paulus zei `niemand', maar
er bezwaar tegen naar Jeruzalem te gaan om daar in deze zaak voor hij bedoelde `u, Festus'. Hij liet duidelijk merken dat hij diens voor-
mij terecht te staan?' stel doorzag als een gunst aan de Joden.
Een nauwelijks bedekte beschuldiging van partijdigheid! Speel-
Paulus beroept zich op de keizer de hij daarmee geen hoog spel? Niets verhinderde Festus nu wraak te
10 Maar Paulus doorzag meteen de draagwijdte van deze vraag. nemen door een onrechtvaardig vonnis uit te spreken. Daarom greep
`Voor mij' in Jeruzalem terechtstaan? Bedoelde Festus dat hij daar zijn de apostel onmiddellijk naar zijn laatste juridische redmiddel en sprak
oordeel zou uitspreken? Wat had deze verandering van plaats voor zin? hij de (in het Grieks twee) woorden waarmee hij het proces hier feite-
Als hij hem in Caesarea, de officiele zetel van de rechtbank, geen recht lijk in enkele seconden beeindigde: Ik beroep mij op de keizer! Mo-
verschafte, dan zou hij het in Jeruzalem waar men Paulus zo diep haat- gelijk gebruikte hij de Latijnse rechtsterm Caesarem appello.
te zeker niet doen. Nee, hij wilde kennelijk de Joden een gunst bewij- Een Romein had hiertoe het recht wanneer hij meende dat een la-
zen en Paulus' zaak van de hogere Romeinse rechtbank terugverwij- gere rechtbank hem geen recht deed. Wij kunnen alleen hoger beroep
zen naar de lagere van het Sanhedrin. Dit zou hem ongetwijfeld ter aantekenen tegen de uitspraak van een lagere rechtbank, maar de Ro-
dood veroordelen. Vervolgens zou Felix dit vonnis voor de lieve vre- mein mocht het al doen hangende het proces. Daarom kon Paulus zich
de met de Joden moeilijk kunnen vernietigen en zo zou hij formeel op de keizer beroepen terwijl en omdat Festus nog geen uitspraak had
toch `voor de stadhouder' geoordeeld zijn, maar wel ter dood! gedaan. 2 )
In deze kritieke ogenblikken maakte Paulus voor de derde maal 12 Het was nu aan de procurator en zijn assessoren uit te maken
gebruik van zijn Romeinse staatsburgerschap (vgl. i6: 37vv, 22: 25), of de zaak inderdaad aan de keizer kon worden voorgelegd. 3 ) Een
waarmee hij dankzij Gods voorzienig bestel (22: 14) geboren was. Na doodvonnis was nu uitgesloten, want Festus was gebonden aan deze
twee jaar gevangenschap zag hij in dat ook deze nieuwe landvoogd wet: `Aan geweldpleging is schuldig hij die, wanneer hij met macht be-
hem geen recht zou doen. Omdat hij wist dat de Here hem in Rome kleed is, een Romeins burger, die zich beroept op de keizer, doodt of
wilde hebben, had hij mogelijk al eerder besloten zich bij de eerste de laat doden'. 4 ) Daarom moest hij Paulus na overleg met zijn juridische
beste gelegenheid op de keizer te beroepen. Deze kans deed zich nu adviseurs wel meedelen: `LJ hebt u op de keizer beroepen, dan zult u
voor en hij greep haar onmiddellijk aan. ook voor 5 ) de keizer verschijnen.'
Waardig en mannelijk wees hij de procurator op de wet, die deze Destijds was dit Nero (54-68) die onder invloed van de filosoof
maar al te goed kende, vs. 4. Er was geen enkele reden de Joodse Hoge Seneca zijn regering met vijf goede jaren begon. 6 ) Natuurlijk beriep
Raad nog weer eens bij de zaak te betrekken. Temeer omdat een Ro- Paulus zich niet in de eerste plaats op hem ter wille van zijn eigen
meins staatsburger niet door een inheemse rechtbank berecht kon wor- veiligheid, maar vooral vanwege de unieke gelegenheid die dit hem zou

230 231

§ 35 Paulus in Caesarea (ii) Getuigenis voor Festus 35

bieden om het evangelie te verkondigen in de kringen waarin hij an- Jodendom door en door (26: 3) en was vertrouwd met de Hebreeuw-
ders nooit zou komen, vgl. Ef. 6: 19v, Fil. : 19v, 2 Tim. 4: 17. Een se Bijbel, 26: 26v. De keizer had hem benoemd tot toezichthouder op
bijkomend motief kan zijn geweest dat als hij zou worden vrijge- de tempel en hem tevens het recht verleend de hogepriester te be-
sproken de door hem gestichte kerken uit de heidenen mettertijd als noemen en of te zetten.
collegia licita, bij de wet geoorloofde gezelschappen, erkend zouden Zijn zus Bernice was evenals zijn andere zus Drusilla een vrouw
worden. 7 ) van buitengewone schoonheid, maar zij had een heel slechte reputatie.
Voor de Joden was de zaak hiermee beeindigd. Zij hadden hun Van haar dertiende tot haar twintigste was ze in strijd met de Thora en
uiterste best gedaan de naam van de Here Jezus te verdelgen door zijn op bevel van haar vader getrouwd geweest met zijn broer ofwel met
apostel te doden, maar zij hadden het tegendeel bereikt. Hij had hun haar oom. Na diens dood leefde zij met haar broer koning Agrippa, vol-
kwaad ten goede gewend. Zonder het te willen hadden zij eraan meege- gens velen als man en vrouw. Van deze incestueuze verhouding werd
werkt dat de apostel de naam van Christus Jezus nu zou verkondigen tot in Rome, waar hij was opgegroeid, schande gesproken. Om dit
in Rome, de hoofdstad van het wereldrijk. schandaal te camoufleren, was ze enige tijd gehuwd met de koning van
Cilicie, maar die liet ze al gauw in de steek om naar haar broer terug
3. FESTUS LEGT PAULUS' ZAAK VOOR AAN KONING te keren. Rond de val van Jeruzalem in 7o was zij eerst de maitresse
AGRIPPA, HAND. 25: 13-27 van keizer Vespasianus en vervolgens van diens zoon keizer Titus.
Paulus had zich nu wel op de keizer beroepen, maar wat moest Festus Haar hoop door een huwelijk met hem keizerin te worden, ging echter
daarover aan Zijne Majesteit schrijven? In die verlegenheid besloot hij in rook op. De publieke opinie in Rome veroordeelde deze verbintenis
koning Agrippa te raadplegen en dit consult gebruikte de Here om Pau- met een Jodin bij voorbaat zo scherp dat Titus haar verstootte.
lus in de gelegenheid te stellen ook voor die vorst en zijn gevolg van
Hem te getuigen. Hij had hem immers ook geroepen om zijn naam on- Wat moet ik met die Paulus?
der koningen uit te dragen, 9: 15. Daarom liet Hij hem het Joodse land 14 In het paleis van Festus dat hun grootvader had laten bou-
niet verlaten voordat hij ook de Joodse koning en de Romeinse pro- wen, hadden zij als kinderen gewoond en gespeeld. Gedurende de
curator met hun hoge gevolg het evangelie had verkondigd. vele dagen die zij bij hem logeerden, bracht Festus ook de voor hem
zo lastige zaak 'Paulus' ter sprake. Wat moest hij aan de keizer schrij-
Herodes Agrippa ii en Bernice bij Festus op bezoek ven over een man die onschuldig was, maar die hij om de Joden te ge-
13 Enkele dagen na zijn ambtsaanvaarding en de rechtszaak te- rieven niet onschuldig had verklaard? Hij wilde wel eens horen wat
gen Paulus kreeg Festus twee hoge gasten op bezoek. Koning Herodes een Joods vorst als Agrippa daarvan dacht. Daarop legde Festus de
Agrippa ii, die over het aangrenzende gebied regeerde, kwam met zijn koning het geval aldus voor. Mijn voorganger Felix heeft hier bij zijn
zuster `koningin' Bernice in Caesarea zijn opwachting maken bij de vertrek een man in arrest achtergelaten met wie ik eerlijk gezegd niet
nieuwe procurator. Drusilla, de vrouw van de vorige stadhouder Felix goed raad weet.
(24: 24), was eveneens een zuster van hen. Zij stamden alle drie uit het 15 Toen ik namelijk in Jeruzalem was, dienden de hogepriesters
antichristelijke geslacht van de Herodessen, vgl. p. 224. en oudsten van de Joden een aanklacht tegen hem in en vroegen mij
De Herodes Agrippa II over wie Lucas nu handelt, was zeer Ro- om zijn veroordeling.
meinsgezind. Dit bezoek aan de nieuwe procurator getuigt daar ook 16 Ik heb hun op dit verzoek geantwoord dat wij Romeinen niet
van. Hij noemde zich Grote Koning, trouwe vriend van Caesar en gewoon zijn welk mens dan ook bij wijze van gunst uit te leveren. Eerst
vriend van Rome. Tijdens de Joodse Opstand (66-7o), die hij had ge- moet de beklaagde met zijn beschuldigers geconfronteerd worden en
tracht te voorkomen, koos hij de zijde van de Romeinen. Hij kende het de kans krijgen de aanklacht te ontzenuwen.

232 233

§ 35 Paulus in Caesarea (ii) Getuigenis voor Festus § 35

r 7 Ze kwamen toen mee hiernaartoe en zonder verder uitstel heb zerlijke Hoogheid (Latijn: 'de Augustus') verkoos hij bier in voorarrest
ik me de volgende dag op de rechterstoel gezet en bevel gegeven de te blijven. Daarom heb ik bevel gegeven hem in hechtenis te houden
man voor te leiden. tot ik hem met een transport naar Caesar kan doorsturen. Daar is nu
18 Maar toen de aanklagers om hem heen stonden, beschuldig- het wachten op.'
den zij hem tot mijn verbazing helemaal niet van het soort misdrijven 22 Agrippa had in de laatste jaren ongetwijfeld al veel over Pau-
dat ik verwacht had: oproer of zoiets, waarom ik hem gemakkelijk had lus gehoord en nu deed zich bier een prachtige kans aan hem voor die
kunnen veroordelen. Er was echter geen sprake van een overtreding of bekende woordvoerder van de christenen te ontmoeten. Daarom zei hij
misdaad.' Hiermee veroordeelde Festus zichzelf: hij had Paulus dus ten tot Festus: `Ik zou zelf die man ook wel eens willen horen.' Daartegen
onrechte vrijspraak onthouden! Bovendien hadden de Joden wel de- had deze geen enkele bezwaar, integendeel. Hoe eerder hoe liever. Hij
gelijk 'vele zware beschuldigingen' tegen Paulus ingebracht, alleen zei dan ook: kan. U hoort hem morgen!'
hadden ze die niet kunnen bewijzen, vs. 8. Toch doet Festus zich hier Zo verschafte de Here zijn apostel een nieuwe, prachtige gelegen-
voor als een onkreukbare Romeinse rechter. heid om van Hem te getuigen voor koning Agrippa, koningin Bernice,
19 `Ze hadden alleen maar een paar kwesties met hem over hun de procurator Festus in gezelschap van vele hoge burgerlijke en mili-
eigen godsdienst en over een zekere Jezus die gestorven is, maar van taire autoriteiten. Want God wil dat ook zulke hooggeplaatste mensen
wie Paulus beweerde dat hij leeft.' gered worden en tot de kennis van de waarheid komen, 1 Tim. 2: 4.
Hieruit blijkt dat Paulus bij zijn verdediging veel meer gezegd
had dan Lucas in vs. 8 vermeldde. De apostel had ook hier — hoe kon NOTEN
het anders — de gelegenheid aangegrepen om voor de landvoogd te ge- I) Een geslachtsnaam die laat zien dat de alleroudste Romeinen boeren wa-
tuigen dat Jezus Christus van tussen de doden was opgestaan. Zijn sad- ren, want Porcius is afgeleid van het woord porcus, dat varken betekent. Festus
ducese aanklagers hadden dit wel fel tegengesproken, maar hij had met is een minder prozaIsche naam: hij betekent feestelijk, vgl. A. Sizoo, Uit de
wereld van het Nieuwe Testament, Kampen, 1948, 198.
grote ernst en nadruk volgehouden dat hij Hem zelf na zijn opstanding
2) Het gesprek waarin dit beroep plaats vindt is in het Grieks zeer fel van toon,
had gezien en gehoord. En zou hij daarbij ook niet in enkele zinnen vgl. J. van Eck, Paulus en de koningen, Franeker 1989, 65. Hij wijst er t.a.p.
verkondigd hebben dat God deze Jezus tot Heer en Wereldredder had tevens op dat de ontstaansgeschiedenis en de juridische implicaties van het
aangesteld voor ieder die in Hem geloofde? Festus had dit in elk geval beroep op de keizer niet meer volledig te achterhalen zijn.
goed van Paulus begrepen: Jezus leeft! 3) 'Het werd niet ingewilligd wanneer de zaak niet belangrijk genoeg was,
Uit de afstandelijke toon waarop hij dit koning Agrippa meedeelt, wanneer de verdachte al een schuldbekentenis had afgelegd of wanneer het
valt of te leiden dat hij er niet door tot geloof gekomen was, maar er proces niet kon worden uitgesteld', Studiebijbel a.l.
4 ) `Vermoedelijk zal de lezer zich afvragen, hoe het mogelijk was, dat de kei-
ook niet de minste reden in had gezien om Paulus te veroordelen. Toch
zer al de zaken in hooger beroep, die uit het onmetelijke rijk tot hem gezon-
had ook hij het apostolische getuigenis gehoord en de volgende dag den werden, kon berechten. We zijn met dit alles niet precies op de hoogte,
zou hij het nogmaals te horen krijgen! maar waarschijnlijk moeten we daarover als volgt oordeelen. In den tijd van
20 `Aangezien ik van deze problemen niet op de hoogte ben, Paulus was het aantal van hen, die zich op den keizer beriepen, nog niet zoo
vroeg ik hem of hij bereid was naar Jeruzalem te gaan om daar terecht groot, zoodat de meesten ook wel door den keizer konden berecht worden.
te staan. Later ging dat niet meer en toen schijnt de keizer de zaken verwezen te heb-
21 Maar toen nam de zaak plotseling een verrassende wending. ben naar andere instanties, vooral naar den praefect van de keizerlijke lijf-
wacht. Trouwens, in het algemeen mag men wel aannemen, dat een beroep
Die Paulus weigerde opnieuw voor het Sanhedrin terecht te staan en
op den keizer beteekende een beroep op de hoogste instantie te Rome, die dan
beriep zich op de keizer. Uitlevering aan de Joden was daardoor namens den keizer recht sprak', A. Sizoo, a.w., io4v.
onmogelijk geworden. In afwachting van de beslissing van Zijne Kei-

234 235
§ 35 Paulus in Caesarea (ii)

`Suetonius vertelt in zijn levensbeschrijving van Augustus dat de kei-


zer soms tot in de nacht doorging met rechtspreken. Soms — als hij zich li-
chamelijk niet wel voelde — gebeurde dat vanaf een bed dat neergezet werd
op de plaats waar hij recht sprak, of zelfs bij de keizer thuis. 'De manier waar- § 36
op hij recht sprak', vertelt Suetonius, 'was niet alleen zeer nauwgezet, maar
getuigde ook van grote mildheid'. Hij probeerde niet te hoog te straffen en
liet zoveel mogelijk verzachtende omstandigheden meespreken. Keizer Clau- HANDELINGEN 25: 23-26: 32
dius was grilliger in zijn rechtspraak, terwijl Domitianus in zijn begintijd als PAULUS IN CAESAREA (III): ZIJN GETUIGENIS
zeer nauwgezet bekend stond', J. van Eck, a.w., 65. VOOR KONING AGRIPPA EN DE VOORNAAMSTEN VAN
5) `Epi means: "before Caesar shalt thou go" and not "to Caesar"', R. C. H. DE STAD
Lenski, comm. a.l. Vgl. W Bauer, s.v.: `vor den Kaiser kommen 25,12.'
6) Achteraf beschouwd als 'a miniature golden age, the quinquennium Ne-
ronis', F. F. Bruce, comm. a.l. Alweer zo'n fascinerend toneel! De prachtige audientiezaal van het
7 ) F. E Bruce, comm. a.l.
stadhouderlijke paleis in Caesarea. De ontplooide banieren van Agrip-
pa, de Joodse koning van Galilea en andere provincies. Naast hem zijn
zuster, prinses Bernice, een vrouw van buitengewone schoonheid.
Voorts de procurator Festus. Hoge Romeinse officieren in gala-uni-
form. Militairen met hun schilden en brede zwaarden stram in de hou-
ding. Een groot aantal burgerlijke en militaire autoriteiten. Allen
samengekomen om te luisteren naar Paulus, de apostel van Jezus
Christus.
Wie had hen daarvoor bijeengeroepen? Op het eerste gezicht de
procurator. Toen koning Agrippa hem de vorige dag de wens te ken-
nen had gegeven dat hij 'die man' ook wel eens wilde horen, had Festus
reeds tegen de volgende dag aan dat verzoek voldaan. Zelf hoopte hij
uit deze bijeenkomst materiaal te verzamelen voor de brief waarin hij
Paulus' beroep op de keizer voor Zijne Majesteit zou toelichten.
Maar Lucas verhaalt in dit boek verdere Handelingen van Jezus
Christus, nu vanuit de hemel, vgl. dl. 1, p. 1o. Zo beschouwd was Hij
degene die de hele militaire en bestuurlijke top van Caesarea bijeen had
gebracht. Hij had Paulus immers geroepen om ook in de hoogste krin-
gen zijn naam (= woorden en daden) bekend te maken, 9: 15. Daarom
was Festus onbewust Jezus' instrument. Onder diens leiding had de
procurator de gehoorzaal van zijn paleis als evangelisatielokaal be-
schikbaar gesteld en de hele elite van Caesarea opgetrommeld om naar
het evangelie van Jezus Christus te komen luisteren. Om zich vervol-
gens samen met koning Agrippa en prinses Bernice ook onder Paulus'
gehoor te scharen.

236 237

Paulus in Caesarea WO: Zijn getuigenis voor koning Agrippa en de voornaamsten van de stad 36

Helaas zei hij niet wat Cornelius in ditzelfde Caesarea indertijd pen, heb ik besloten hem naar Rome te zenden.' Letterlijk noemde
tot Petrus had gezegd: `Wij zijn dan nu alien aanwezig voor het aan- Festus de keizer de Sebastos (Latijn: 'de Augustus' = de vererens-
gezicht van God, om te horen al wat u door de Here is opgedragen', waardige), een term die op vergoddelijking wijst. 1 )
io: 33. Maar naar hem luisteren, dat deden ze wel. 26 Alleen zit ik met het probleem dat ik onze Kurios (= Heer) iets
concreets over deze gevangene moet schrijven, terwijl ik nets stelligs
1. FESTUS OPENT DE BIJEENKOMST, HAND. 25: 23 27 - over hem te melden heb. Daarom heb ik hem hier in het bijzonder voor
In Korinte had Paulus enige tijd in een woonhuis gepreekt, meest voor u, koning Agrippa, laten voorleiden in de hoop dat ik na afloop van dit
onaanzienlijke mensen, Hand. 18: 7, 1 Kor. 1: 26. Maar hier in Cae- onderzoek weet wat ik Zijne Majesteit moet schrijven. Als kenner van
sarea stond hij in een paleis, voor een koning, een procurator en de de Joodse religie (26: 3,26) ontdekt u misschien strafbare feiten die
voornaamste burgers van de stad. Er zullen ook wel aanzienlijke Jo- mij zijn ontgaan.
den bij geweest zijn, maar vermoedelijk waren de meeste aanwezigen Het zou dus voor Agrippa weer om dezelfde vraag draaien als
heidenen. voor Felix al aan de orde was geweest: als Paulus geen halsmisdaad
23 Met veel vorstelijk vertoon betraden koning Herodes Agrip- had bedreven, had hij zich dan met zijn leer van de Joodse religio li-
pa ii en zijn zuster Bernice de gehoorzaal. Geescorteerd door hoge cita afgescheiden? Dit was een door de staat beschermde godsdienst.
officieren in vol ornaat. Nadat allen hun plaats hadden ingenomen, Als hij zich daartegen had misgaan, zou hij ook de Romeinse wet over-
werd de apostel op Festus' bevel voorgeleid. Als nederige, eenvoudig treden hebben, vgl. p. 216. Op dit punt hoopte Festus van de Joodse
geklede gedetineerde stak hij scherp of bij de pracht en praal van zijn vorst informatie te ontvangen
omgeving, maar als gezant van Jezus Christus was hij het die de hele 27 'Het lijkt me namelijk onzinnig een gevangene in hoger be-
samenkomst domineerde. roep naar Rome door te sturen zonder te vermelden waarvan hij be-
schuldigd wordt.' Festus kon niet schrijven: `Majesteit, deze man is on-
Festus stelt Paulus voor schuldig. Maar omdat ik hem aan de Joden wilde uitleveren, sprak ik
24 Voordat de procurator de leiding van het onderzoek overdroeg hem niet vrij en daartegen beriep hij zich op u.' Dan had de procura-
aan koning Agrippa, stelde hij de apostel Paulus met de volgende toe- tor zijn eigen onrechtvaardigheid erkend en zeker Nero's misnoegen
spraak aan de vergadering voor. op zijn hals gehaald.
`Koning Agrippa (naar de gewoonte van die tijd werd Bernice niet Festus noemde de keizer kurios, dat is Heer, godenzoon 2 ), vs. 26.
genoemd), geachte aanwezigen! Hier ziet u de man om wie de hele Dezelfde titel gebruikten de antieke heidenen voor hun goden. Het
Joodse bevolking, zowel hier als in Jeruzalem, zich met een zware aan- Nieuwe Testament reserveert hem voor onze Kurios Jezus Christus.
klacht tot mij gewend heeft. Zij schreeuwden dat hij niet langer in le- Honderd jaar later zou Polycarpus van Smyrna de brandstapel opgaan
ven mocht blijven.' Dat ze dit ook voor Festus hadden geroepen, wisten omdat hij weigerde `Kurios Jezus' te verloochenen door `Kurios Cae-
we nog niet, maar het ligt wel in de lijn van 21: 36 en 22: 22. sar' te zeggen.
25 `Na gerechtelijk onderzoek bleek mij dat hij geen halsmis-
daad heeft misdreven, maar dat het geschil tussen hem en de Joden om 2. PAULUS GETUIGT VOOR KONING AGRIPPA EN DE
geloofszaken draaide die niet voor een Romeinse rechtbank thuis- ELITE VAN CAESAREA DAT JEZUS IS OPGESTAAN
hoorden, vs. 18v. (Teofilus zal dit met genoegen hebben gelezen. Al- ALS DE KURIOS EN REDDER VAN JODEN EN
weer een Romeinse rechter die Paulus onschuldig verklaarde! , vgl. i 8: HEIDENEN, HAND. 26: 1-23
14v.) Van de doodstraf die de Joden eisten, kon dus geen sprake zijn. De bijeenkomst die Festus op verzoek van koning Agrippa in zijn pa-
Maar aangezien hij zich op Zijne Keizerlijke Hoogheid heeft beroe- leis organiseerde, betekende voor Paulus geen nieuw verhoor. De vorst

238 239

§ 36 Paulus in Caesarea (III): Zijn getuigenis voor koning Agrippa en de voornaamsten van de stad §36

bezat buiten de grenzen van zijn eigen rijk geen juridische bevoegd- Inleiding
heid. En Festus' rechterlijke macht over Paulus was met diens beroep 2 Twee jaar (!) had de apostel nu door toedoen van zijn vijanden
op de keizer beeindigd. De bijeenkomst had dus meer weg van een onschuldig in de gevangenis gezeten. Toch greep hij deze gelegenheid
hoorzitting dan van een rechtszitting. Nadat Festus de vergadering had niet gretig aan om zijn vrijlating te bepleiten. Zelfs zonder een spoor
geopend, droeg hij de leiding over aan koning Agrippa. van wraakzucht te vertonen, zweeg hij over eigen onrecht en greep hij
Deze Joodse vorst was Paulus welgezind. Hij had zelf te ken- de gelegenheid aan om koning Agrippa en de elite van Caesarea
nen gegeven dat hij Paulus graag eens zou horen preken, 25: 22. Hij krachtig te betuigen dat Jezus leeft en dat Hij de Kurios en Redder is
koos dan ook niet voor een ondervraging, maar gaf de apostel alle van Joden en heidenen. 3 )
ruimte om over zijn zaak te zeggen wat hij wilde. Daarmee bood hij Omdat hij door Joodse aanslagen en beschuldigingen gevangen
hem een schitterende gelegenheid om aan heel dit hoge gezelschap te zat, sprak hij er eerst zijn blijdschap over uit dat hij zich nu mocht ver-
verkondigen dat met Jezus' opstanding voor Joden en heidenen het weren voor een Joodse vorst die bekend was met het Oude Testament:
licht was opgegaan. Als een echte antieke redenaar strekte Paulus daar- Ik feliciteer mijzelf, koning Agrippa, dat ik mij vandaag juist voor u
op als eerbetoon aan zijn hoorders zijn hand uit en stak van wal. mag verdedigen tegen de aanklachten die Joden tegen mij hebben inge-
Het is de laatste en grootste redevoering die we van hem te horen diend.
krijgen. Uiteraard biedt Lucas daarvan ook nu een samenvatting. Wij 3 U bent immers uitstekend op de hoogte van alle Joodse gebrui-
moeten er dus veel meer uit afleiden, dan Lucas woordelijk zegt' (Cal- ken en onderlinge geschillen (zoals die tussen farizeeen en sadduceeen
vijn). over de opstanding van de doden). Daarom verzoek ik u geduldig naar
mij te willen luisteren.'
Voor de derde maal Paulus' levensloop
Evenals voor de Joden in Jeruzalem (22: 1-21) zette Paulus ook Ik sta terecht om de Hoop van Israel
nu geen redenering op, maar kwam hij met feiten. Hij vertelde na- 4 'Wel, voor de Joden ben ik van kindsbeen of geen onbekende.
melijk ook Kier hoe de Here hem op de weg naar Damascus tot Wie van mijn volksgenoten weet niet wat voor leven ik vanaf mijn pril-
apostel geroepen had. Daar had hij Jezus' heerlijkheid gezien en zijn le jeugd onder hen heb geleid, eerst in Tarsus en later in Jeruzalem
stem gehoord en zodoende was hij getuige geworden van Jezus' op- 5 Hoe lang kennen ze mij nu al! Als ze wilden — maar ze maken
standing. Dit onomstotelijke heilsfeit wilde hij zijn hoorders vooral mij liever zwart — zouden ze van mij kunnen getuigen dat ik als fari-
voorhouden. zeeer en leerling van Gamaliel leefde volgens de voorschriften van de
Lucas vermeldt deze geschiedenis nu voor de derde maal, maar strengste richting in onze godsdienst.' Koning Agrippa had dus bepaald
telkens in een ander kader en met andere accenten. In Hand. 9: Pau- geen vijand van het Jodendom voor zich, zoals Paulus' tegenstanders
lus' roeping tot het apostolaat onder de heidenen. In Hand. 22: het laat- beweerden, maar een rasechte, orthodoxe Jood, in afkomst, opleiding
ste publieke getuigenis aan Israel in de tempel. In Hand. 26: in de op- en geloofsijver.
standing van Jezus Christus is de Hoop van Israel vervuld. 6 'En waarom sta ik nu terecht? Niet om misdaden tegen de
Omdat we Paulus' vroegere levensloop bij Hand. 9 reeds schet- Joodse wetten of de Romeinse overheid, maar in de grond van de zaak
sten en daarbij ook Hand. 22 en 26 betrokken, verwijzen we voor na- om wat de kern van ons geloof is: de hoop op de Verlosser die God aan
dere bijzonderheden naar dl. I, 212-221. Wij gaan nu na hoe hij zich onze vaderen heeft beloofd, Rom. 9: 4. Anders gezegd: ik sta terecht
met het relaas van zijn levensloop verdedigde tegen 'alles waarvan ik om de hoop op het vrederijk van de Messias.' Daarin verwachtten alle
door Joden word beschuldigd', vs. 2. Joden (behalve de sadduceeen) de opstanding van de doden, dat wist
Agrippa wel. 4 )

240 241

sr 36 Paulus in Caesarea (iii): Zijn getuigenis voor koning Agrippa en de voornaamsten van de stad § 36

7 `Overal zien onze twaalf stammen met groot verlangen uit naar was geen synagoge of ik heb er meer dan eens geprobeerd hen door
de vervulling van die belofte. Daarvoor dienen zij God onvermoeid, pijnlijke lijfstraffen te dwingen hun geloof in Jezus af te zweren. Nu
dag en nacht, met gebeden, morgen- en avondoffers en met bestude- ik Hem als Gods Zoon ken, zie ik in dat ik hen daarmee tot Gods-
ring van Mozes en de Profeten. Uitgerekend om die oerjoodse hoop lastering aanzette. In mijn tomeloze razernij heb ik ze zelfs in de steden
word ik door Joden aangeklaagd, majesteit! En dan te bedenken dat ik buiten onze grenzen vervolgd. Z6 diep haatte ik Jezus en z6 stellig was
`de hoop van Israel' (28: 2o) met alle kracht verkondig!' Waarom hij ik ervan overtuigd dat Hij dood was en onmogelijk de Messias kon
dan toch beschuldigd werd? zijn.'
8 Nu, dat wisten alle Joden in de zaal. Omdat hij verkondigde
dat met Jezus' opstanding uit de dood (25: 19) dit vrederijk op komst Totdat de opgestane Jezus mij verscheen
was en `de hoop van Israel' in vervulling ging! Waarom wordt het bij Natuurlijk vroeg de hele zaal zich nu af hoe zo'n felle bestrijder
u (meervoud) ongeloofwaardig gevonden dat God doden opwekt?' Een veranderd was in een belij der van Jezus' opstanding en Messiasschap.
retorische vraag, waarmee hij zich niet alleen tot Agrippa, maar tot zijn Deze ommekeer was geen vrucht van schriftstudie, want die las hij
hele gehoor richtte. Wist dan geen enkele Jood in de zaal dat Jezus drie- toen nog door een gekleurde bril. Jezus van Nazaret had zelf inge-
maal een Bode had opgewekt?, vgl. vs. 26b. In elk geval getuigde de grepen! We bespraken dit uitvoeriger bij 9: 3-8 en 22: 6-11.
Schrift dat God de zoon van de weduwe van Sarefat en die van de Su- 12 'Het gebeurde toen ik als inquisiteur in opdracht en met vol-
namitische had opgewekt, 1 Kon. 17: 22, 2 Kon. 4: 35, vgl. 13: 21. macht van de hogepriesters op reis was naar Damascus.
Waarom kon Hij dan ook Jezus van Nazaret niet hebben opgewekt? 13 Ik herinner het mij nog precies, koning. Het was midden op
Een vraag die op de aanwezige heidenen vast diepe indruk gemaakt de dag. Plotseling zag ik rechtstreeks uit de hemel een licht zo ver-
heeft, vgl. 17: 31 v. Kende deze man een God die dOden opwekt? blindend fel, nog feller dan dat van de zon in haar zenit!' Dit was een
Godsverschijning! Dat begrepen Agrippa en de overige Joden als
Jezus en zijn gemeente fel bestreden schriftkenners natuurlijk meteen.
Paulus voelde zich echter boven dit ongeloof aan Jezus' opstan- 14 `Dit bovenaardse licht maakte zo'n overweldigende indruk op
ding niet verheven. Eerlijk en ootmoedig bekende hij dat hij zich er ook ons dat ik met mijn hele arrestatieteam op de grond viel. Toen hoorde
een tijdlang aan had bezondigd en hoe verblind hij toen was. Het relaas ik een stem die mij niet aansprak bij mijn Griekse naam Saulos, maar
van zijn christenvervolging is hier uitgebreider dan in 9: 1 en 22: 4v. mij in het Hebreeuws vroeg: Sjaoel, Sjaoel, waarom vervolg je mij?
9 `Grif geloofde ik de leugen van de Joodse Raad dat Jezus' Verzet tegen Hem verklaarde Hij zinloos. Paulus was bezig Jezus' ge-
discipelen zijn lijk 's nachts gestolen hadden, Mat. 28: 11-15. Ik was meente te vervolgen, maar Jezus wilde Paulus' gaven en talenten gaan
er vast van overtuigd dat Hij een valse messias was. Daarom meende gebruiken om haar uit te breiden. Nu leek hij met zijn bestrij ding van
ik God een heilige dienst te bewijzen als ik de naam (= woorden en da- Jezus op een onwillig trekdier dat kwaad achteruit trapt, maar daarmee
den) van Jezus van Nazaret fel bestreed. niets anders bereikt dan dat het zich bezeert aan de puntige stok van
o Dit heb ik dan ook uit alle macht gedaan. Eerst in Jeruzalem. de drijver.
Met toestemming van de hogepriesters heb ik vele (!) heiligen [zo 15 'Ik vroeg: `Wie bent u dan, Heer?' De Heer antwoordde: 'Ik
noemt Paulus hen nu, schuldbewust] in gevangenissen opgesloten. En ben Jezus, die jij vervolgt.' Verbijsterende ontdekking! Dus de man die
wanneer het tribunaal een doodvonnis overwoog, stemde ik daar altijd naar Paulus' diepe overtuiging een valse Messias was geweest, maar
mee in. gelukkig dood en begraven was, leefde wel! En in hemelse glorie! Wat
Koning Agrippa, ik moet u met diepe schaamte bekennen dat het Sanhedrin over Jezus' lege graf had meegedeeld (Mat. 28: I 1-15),
ik als een dolle tegen de volgelingen van Jezus tekeer ben gegaan. Er was een leugen! De christenen hadden gelijk: God had Hem wel opge-

242 243
§ 36 Paulus in Caesarea (III): Zijn getuigenis voor koning Agrippa en de voornaamsten van de stad § 36

wekt en daarmee tot Heer en Messias uitgeroepen!, vgl. 2: 36. God was Met Zijn verrijzenis begon de Hoop van Israel (vs. 6v.) in vervulling
begonnen de Hoop van Israel te vervullen! En dit Goddelijke heilswerk te gaan. Hij was opgestaan als 'de eersteling van hen die ontslapen
had hij, Paulus, te vuur en te zwaard bestreden! zijn', I Kor. 15: 20.
Levendiger en krachtiger kon Paulus Jezus' opstanding niet betui-
gen. Koning Herodes Agrippa, zijn zuster Bernice, de procurator Eerst de Jood, maar ook de Griek
Festus en alle andere autoriteiten in hun gevolg hoorden nu de waar- 17 Om dit te betuigen had Jezus Paulus niet alleen naar de Jo-
heid omtrent Jezus van Nazaret. En wel uit de mond van een man die den gezonden, maar vooral naar de heidenen. Een levensgevaarlijke
Jezus' stem had gehoord en bij het zien van Jezus' hemelse luister blind opdracht! Daarom had Hij hem reeds bij zijn roeping op zware tegen-
op de grond was gevallen. Dat hij Jezus eerst fel had gehaat, maakte stand voorbereid en verzekerd: `Ik zal je daarbij beschermen 5 ) tegen
zijn getuigenis des te geloofwaardiger. het verzet van de heidenen, maar vooral tegen dat van je eigen yolk.'
Een dergelijke belofte had Jeremia eveneens ontvangen! , Jer. I : 8, 19.
De opdracht die Hij me gaf En hoeveel aanslagen tegen Paulus' leven had de Here sindsdien in-
Vervolgens vertelt Paulus wat Jezus hem daarna opdroeg. Dat Hij derdaad al niet verijdeld?
hem dit in Damascus via Ananias liet weten (9: io-16, 22: 12-15) en 18 Want Hij had zich niet laten kruisigen om zo min mogelijk
dat de Here hem later nogmaals verschenen was (22: 17-21), laat hij zondaars te redden, maar zoveel mogelijk. De ogen van allen moeten
weg. Dit achtte hij op dit moment voor zijn gehoor niet van belang. ervoor geopend worden dat zij van nature in de macht van satan ver-
16 `Toen ik daar verpletterd en door zijn verschijning blind op keren, in het rijk van duisternis, zonde, leugen en dood. Maar Jezus is
de grond lag, riep Hij mij toe: `Korn overeind en sta op je voeten!" Zo- als de Knecht van de Here het Licht van de wereld, Jes. 42: 6v, Joh. 8:
als een knecht voor zijn heer staat, klaar om diens opdrachten uit te 12, 9: 5, vgl. Ef. 5: 8,1 Petr. 2: 9. Hij heeft door zijn opstanding het
voeren, zo moest Paulus gedienstig voor Jezus `staan', vgl. Deut. 31: onvergankelijke leven aan het licht gebracht. Wie in Hem gelooft en
14, Luc. I : 19. Zo had de Here Ezechiel ook toegesproken, toen Hij zich van satan tot God bekeert, krijgt vergeving van zonden en beerft
hem tot profeet riep: `Mensenkind, sta rechtop! Ik zend u naar de Israe- met alle geheiligden het eeuwige leven, Kol. : 12, I Petr. : 4. Dat
lieten. U moet hun mijn woorden overbrengen', Ez. 2: I, 3, 7. Paulus moest Paulus overal gaan verkondigen.
stond dus op een lijn met Jesaja, Jeremia, Ezechiel en de andere pro- Terwijl hij dit zei, deed hij het! Vol liefde voor deze arme rijken
feten! Zoals zij door de Here gezonden waren, was Paulus het ook. predikte hij het hoge gezelschap Gods genade in Christus Jezus. Hij
`Want,' vervolgde Hij, `Ik ben je verschenen om je aan te stellen als verkondigde haar aan koning Agrippa en zijn zuster Bernice, twee tel-
mijn dienaar en getuige van alles wat je van Mij zag en nog zult zien', gen uit het geslacht van de Herodessen en evenals zovele Joden verlo-
vgl. 18: 9, 22: 17V, 23: II, 2 Kor. 12: I, Gal. I: 12. Zo was hij tot ren schapen van het huis Israel. Tegelijk verkondigde hij Porcius
apostel geroepen en op een lijn geplaatst met de andere apostelen. Wat Festus en de andere heidenen dat zij evengoed als de Joden Messias
het inhield getuige van Christus te zijn, bespraken we in dl. I 23v.
, Jezus als Verlosser nodig hadden. Anders zouden zij ziende blind blij-
Kortom, uit dit eerste deel van Paulus' verdediging hadden Agrip- ven, in de macht van satan, de aartsleugenaar. Maar als zij zich van
pa en de andere hoorders drie machtige feiten vernomen. Ten eerste de duisternis naar het licht keerden en hun vertrouwen stelden op
dat de gekruisigde Jezus van Nazaret uit de dood was opgestaan. Ten Jezus van Nazaret, dan zouden zij ook burgers van het rijk van God
tweede dat Hij van God hemelse heerlijkheid had ontvangen. Ten der- worden en erfgenamen van het eeuwige leven. Daarvoor hoefden zij
de dat Hij van zijn vervolger zijn verkondiger had gemaakt. dan niet als Joden te gaan leven, maar alleen in God en zijn Messias
Dit getuigenis sloeg de bodem weg onder alle ontkenning van te geloven.
Jezus' opstanding en Messiasschap, zowel toen en daar als hier en nu.

244 245

§ 36 Paulus in Caesarea WO: Zijn getuigenis voor koning Agrippa en de voornaamsten van de stad §36

Hierom hebben de Joden mij bijna vermoord hadden beweerd?, vgl. p. 216v, 219v. Nee, ook deze beschuldiging
19 'Welnu, koning Agrippa, omdat niemand minder dan Jezus miste elke grond. Paulus was in zijn verkondiging van Messias Jezus
zelf mij deze verkondiging opdroeg, ben ik die hemelse verschijning nooit afgeweken van wat Mozes en de Profeten over Hem hadden
nooit ongehoorzaam geweest. U begrijpt dat ik eenvoudig niet anders geprofeteerd, Luc. 24: 27, 44.
kon doen dan op slag van zijn vervolger zijn verkondiger worden. 23 Jezus was gekruisigd en gestorven, daarOver waren Joden en
20 Dit heb ik dan ook ijverig gedaan. Eerst wendde ik mij tot de christenen het eens. Maar was daarmee de Schrift vervuld? M6est de
inwoners van Damascus en Jeruzalem en op het hele Judese platteland 6 ), Messias lijden en sterven? En was Hij uit de dood verrezen, zoals Pau-
later ook tot de heidenen. Overal riep ik hen op zich met berouw van lus getuigde? Hierom werd hij door de Joden fel bestreden en vervolgd.
hun Joodse leven uit de 'wet' of van hun heidense afgoden te bekeren Toch had hij Mozes en de Profeten geheel aan zijn kant! Alle Joodse
tot God en alles te doen wat bij hun nieuwe leven paste. Feitelijk verkon- beschuldigingen tegen Paulus richtten zich dan ook feitelijk tegen de
digde ik daarmee dezelfde boodschap als Johannes de Doper en Jezus Heilige Schrift!
zelf hadden gepredikt, Mat. 3: 2,8; 4: 17; Tit. 2: 14, 3: 8: De mozaische offerdienst had inderdaad de dood van de Verlos-
21 Dat, dat is de reden waarom de Joden mij in de tempel gre- ser geeist, Lev. 17: i 1, Hebr. Io. Ook de Profeten hadden zijn lijden
pen en mij voor de zoveelste keer wilden vermoorden. 7 ) Wat zij tegen en sterven voorzegd, maar tevens aangekondigd dat Hij als Eerste
mij aanvoeren — dwaalleer verbreiden en oproer maken (2 1:26-29; 24:
-
voorgoed uit de dood zou opstaan, Ps. 2: 7; 16: IO; I IO: I; 118: 17,
5v) - zijn pure leugens. Alles zit vast op mijn verkondiging van de ge- 22V; Jes. 55: 3-t 1; Luc. 24: 25-27, 44-47; Hand. 2: 37; i Kor. 15: 20;
kruisigde en opgestane Jezus! En vooral dat ik Hem niet alleen predik Kol. 1: i 8. Om daarna zowel Joden als heidenen te (laten) verkondi-
als Redder van de Joden, maar evengoed van de heidenen, Ef. 2: I I - gen dat met zijn dood en opstanding het licht van Gods alomvattende
22. Zonder van de laatsten gehoorzaamheid aan de Wet van Mozes te heil was opgegaan over alle volken. Groot nieuws voor de heidenen in
eisen. Dat heidenen daardoor voor God op een lijn worden gesteld met de gehoorzaal! Met hun toetreding tot Gods yolk gingen de Profeten
Joden, is voor hun Joodse trots onverteerbaar!, 22: 21, I Tes. 2: i6. eveneens in vervulling, vgl. Jes. 42: 6; 49: 6, 6o: 3.
Daarom haten zij mij zo intens dat ze mij in de tempel bijna hadden Koning Agrippa en de andere Joden in de zaal kunnen Paulus' toe-
vermoord.' spelingen op de profeten niet zijn ontgaan. Waarschijnlijk haalde hij ze
naar zijn gewoonte ook hier letterlijk aan. Daardoor plaatste hij hen voor
En nog getuig ik van Hem, in de lijn van Mozes en de profeten de onvermijdelijke keus: 'U verwerpt de profetieen van Mozes en de
22 Ja, hoe vaak hadden de Joden nu al een moordaanslag op hem Profeten over de Messias, maar dan blijft u in de duisternis. Of u aan-
gepleegd? Als gevolg van de laatste zat Paulus nu al twee jaar in de vaardt dat ze in Messias Jezus zijn vervuld en dan komt u in het licht.'
gevangenis. Maar daarover klaagt hij zoals gezegd met geen woord.
Zeker, als gevangene stond hij nu tenminste onder Romeinse bescher- 3. AGRIPPA EN FESTUS VERWERPEN PAULUS'
ming, maar daarin zag hij G6ds helpende hand. Tot nu toe had de Al- GETUIGENIS, HAND. 26: 24-29
machtige alle aanslagen van Joden en heidenen tegen hem verijdeld en Tot dusver had Paulus zich rechtstreeks tot koning Agrippa gericht.
was hij staande gebleven als getuige van Jezus Christus, voor hoog en Aan hem had Festus immers de leiding van het `onderzoek' overge-
laag. Hij had het evangelie verkondigd aan slaven en soldaten, maar dragen en deze had Paulus het woord gegeven, vs. I .
evengoed aan de proconsul van Cyprus en nu aan koning Agrippa en 24 Plotseling ontstond er grote consternatie in de gehoorzaal.
procurator Festus met hun hoge gezelschap. Terwijl Paulus nog volop bezig was zich te verantwoorden over zijn
En was hij daarbij in strijd gekomen met het officiele jodendom apostolaat en tegelijk alle aanwezigen het evangelie verkondigde, viel
als `religio licita', zoals de Joden in het proces voor stadhouder Felix Festus hem luidkeels in de rede.

246 247

§ 36 Paulus in Caesarea Zijn getuigenis voor koning Agrippa en de voornaamsten van de stad §36

Hij had zo gehoopt aan Paulus' toespraak argumenten te kunnen Antiochie, Klein-Azie, Macedonia, Achaje, ja zelfs in Rome. Het
ontlenen voor zijn brief aan keizer Nero (25: 27), maar nu sprak die christendom was bezig een wereldgodsdienst te worden.
gevangene weer uitsluitend over Jezus, die volgens de Joden dood was, 27 En toen, zich weer rechtstreeks tot de koning wendend, vroeg
doch volgens het was opgestaan. De procurator had het Griekse Oude Paulus hem op de man af: `Koning Agrippa, gelooft u de profeten?'
Testament blijkbaar nooit gelezen. Dat hij als Romein uit een Joods Schrok de vorst van die vraag en aarzelde hij met zijn antwoord? Dan
boek de waarheid zou moeten leren, vond hij blijkbaar absurd. Alles wilde Paulus wel voor hem antwoorden: `Ik weet dat u ze gelooft!' Ook
wat Paulus verkondigd had over Jezus als het Licht der wereld, door hun profetieen over de Messias.
wie Joden en heidenen vergeving van zonden en eeuwig leven konden 28 Maar nu kwam de apostel de koning te na. Toestemmen dat
ontvangen, vond Festus nog steeds dwaasheid, vgl. 25: 19. hij de profetieen geloofde, kon hem in de ogen van de heidenen bela-
In een poging zich tegen de kracht van deze prediking te verzet- chelijk maken. Maar het ontkennen kon hij zich als Joods vorst en be-
ten en zijn ongeloof een schijn van recht te geven, schreeuwde hij op- schermheer van de tempel evenmin veroorloven. Hij begreep dat de
eens dwars door de toespraak heen: `Je bent gek Paulus en je slaat war- volgende vraag nu zou luiden: Gelooft u dat de profetieen in Jezus de
taal uit. Al die geleerdheid is in je bol geslagen.' 8 ) (Zo spotte het Nazarener vervuld zijn?' Daarvoor deinsde hij eveneens terug, want
ongeloof op Pinksteren: `Ze zullen wel dronken zijn! , 2: 14.) Natuur- de christennaam was bepaald nog geen erenaam, i Petr. 4: 16.
lijk geloofde Festus zelf niet wat hij riep, want een krankzinnige stuur Vermoedelijk enigszins uit de hoogte antwoordde Agrippa: `Nou,
je niet als appellant op naar de keizer. jij wilt mij wel heel gauw als christen laten optreden!' Man, je
25 Op deze beledigende uitval reageerde Paulus waardig en overrompelt me. Evenals Felix en zoveel anderen voor en na hen
respectvol. 9 ) Hij herkende in deze Romein de natuurlijke mens, die wat trachtte de koning de keus voor of tegen de Christus met een han-
van Gods Geest komt dwaasheid vindt, r Kor. : 18, 2: 14. Hoffelijk digheidje te ontwijken en uit te stellen. Maar Jezus zei: `Wie met Mij
en beheerst antwoordde hij: `Hoogedele Festus, ik ben niet gek en ik niet is, die is tegen Mij', Luc. r r : 23. Je kiest de smalle of de brede
spreek ook geen wartaal. Integendeel, wat ik zeg is waar en getuigt van weg; de derde weg die Agrippa zocht, bestaat niet, Ps. I, Mat. 7: 13.
gezond verstand. De opstanding van Jezus Christus is een historisch 29 Gevat en als een laatste appal op Agrippa's hart vervolgde de
feit dat bij meerdere getuigen te controleren is, i Kor. 15: 5-8. apostel toen: `Ik zou God wel willen bidden dat vroeg of laat 19 ) niet
26 U hoort deze dingen voor het eerst en houdt ze voor de waan- alleen u, maar alien die nu naar mij luisteren, net zo worden als ik, af-
denkbeelden van een verwarde geest! Maar ik sprak nu vooral tot de gezien dan van mijn gevangenschap.' (Lett.: deze boeien, maar die be-
koning en die weet als Jood best waar het om gaat, vgl. p. 233, 258. hoeft hij als Romeins burger in voorarrest niet gedragen te hebben, vgl.
Daarom kon ik er vrijuit tot hem over spreken. Ik kan mij tenminste 22: 29. 11 )) Het woord 'christen' gebruikte Paulus niet, maar de hele
niet voorstellen dat wat er rond en met Jezus gebeurd is aan zijn aan- zaal begreep dat het zijn hartenwens was dat alle aanwezigen, van de
dacht ontsnapt is.' laagste militair tot de procurator en koning toe, volgelingen van Jezus
Dit waren immers bepaald geen kleinigheden die zich ergens in Christus zouden worden. Door het geloof in Hem verlost uit de macht
een uithoek hebben afgespeeld. Jezus was een nationale figuur, wiens van de satan, vrijgesproken van de zondeschuld en erfgenamen van het
faam tot in het buitenland reikte. Zijn dood en opstanding vonden eeuwige leven.
plaats in de hoofdstad Jeruzalem. Het Sanhedrin en de stadhouder Pi-
latus waren er nauw bij betrokken. En dat Jezus' apostelen daar in zijn Had Paulus hier vergeefs getuigd?
kracht vele wonderen hadden verricht en een grote christelijke ge- Festus had hem luidkeels voor gek verklaard en Agrippa had zich
meente hadden gesticht, had Agrippa vast ook gehoord. Evenals het er voor dit moment van afgemaakt. Maar of daarmee al het hier uitge-
feit dat er ook reeds christelijke gemeenten waren in Fenicie, Cyprus, strooide evangeliezaad op stenen of tussen dorens was terechtgeko-

248 249

§ 36 Paulus in Caesarea (iii): Zijn getuigenis voor koning Agrippa en de voornaamsten van de stad § 36

men? `Mijn woord (...) keert niet vruchteloos naar Mij terug, maar pas wie Lucas in de eerste plaats schreef, moet het alweer met genoegen
wanneer het heeft gedaan wat Mij behaagt en alles heeft volvoerd, gelezen hebben. Christenen waren niet staatsgevaarlijk. En toen de Ro-
waartoe Ik het heb gezonden', Jes. 55: i i . Wie weet hebben sommige meinen in later jaren de christenen gingen vervolgen, bleef Lucas' ver-
toehoorders inderdaad op Paulus' gebed, `vroeg of laat', de Here Jezus ■ slag herinneren aan de welwillende houding die de Romeinse overheid
aanvaard als het Licht van de wereld. aanvankelijk tegenover de christenen had aangenomen. 12 )
32 Ook merkte Agrippa nog tegenover Festus op: `Als hij zich
4. PAULUS ONSCHULDIG VERKLAARD AAN DE niet op de keizer had beroepen, had hij al vrij man kunnen zijn.' 13 ) Zo
JOODSE TENLASTELEGGING, HAND. 26: 30-32 bleef Festus na deze consultatie (25: 25vv) nog steeds met de vraag
Hiermee had Paulus zich verdedigd tegen de Joodse beschuldigingen: zitten wat hij keizer Nero over Paulus moest schrijven. Niemand weet
deze man is een ware pest, een oproerkraaier, een tempelschender en hoe hij zich hieruit gered heeft. Het zwaartepunt zal zijn gelegd op het
een sektarier die zich heeft losgemaakt van de Joodse religio licita en hoger beroep van de arrestant zelf. 14 )
die daarom met zijn aanhang geen aanspraak kan maken op be-
scherming bij de Romeinse wet, vgl. 25: 5, p. 215-221. Agrippa wees NOTEN
Paulus' oproep tot geloof in Christus Jezus af, maar wat zei hij van Pau- I) J. van Eck, a. w., 71.
lus' verdediging? 2) Augustus en Tiberius hadden deze titel nog afgewezen, maar Caligula en
3o De hoorzitting was op zijn verzoek belegd, 25: 22. Hij kon zijn opvolgers hadden hem aanvaard. Nero stond er op dat hij kurios genoemd
werd, S. J. Kistemaker, comm. a.l.
haar naar believen verlengen of bekorten. Toen Paulus hem echter
3) H. Mulder, comm. a.l.
indringende vragen begon te stellen, maakte hij abrupt een einde aan 4) Zie voor het geloof aan de opstanding van de doden onder het Oude Tes-
de audientie. Hij stond op en verliet de zaal, beleefd gevolgd door de tament in deze serie: Psalmen II, 228-234.
procurator, prinses Bernice en alle notabelen, legeroversten en advi- 5) Wij volgen de WV, GNB en NB V, vgl. de sv die ex-aireo eveneens niet ver-
seurs die met hen hadden plaatsgenomen. Daarmee beeindigde de ko- taalt door `verkiezen' (NV), maar door `verlossen'. Paulus is immers niet ook
ning ook de evangelieverkondiging aan hem en zijn gevolg. uit de heidenen verkoren tot het apostolaat.
31 Maar de Joodse beschuldigingen tegen Paulus gegrond 6) Handelingen zwijgt over Paulus' prediking in Judea. Galaten ontkent haar
verklaren, dat deed hij niet. In zoverre bleef hij hem goedgezind. Be- zelfs. Een voorgestelde tekstverbetering luidt: 'in elk land, zowel aan de Jo-
den als aan de heidenen", vgl. E F. Bruce, comm. a.l. R. C. H. Lenski lost het
kend als hij was met de boeken van Mozes en de Profeten, had hij probleem als volgt op: 'This accusative states that Paul's proclaiming Christ
begrepen dat de apostel zich niet had afgescheiden van de Joodse re- in Damascus and in Jerusalem got to be known all over Judea as something
ligio licita. Met dit deskundige oordeel van een Jood kon Festus zijn that was almost incredible', comm. a.l. F. W. Grosheide en J. Keulers achten
winst doen. het mogelijk dat Paulus bij een van zijn bezoeken aan Jeruzalem ook op het
Nadat beiden zich voor overleg teruggetrokken hadden, bleken de platteland van Judea het evangelic verkondigde, comm. a.l.
heren het met elkaar eens te zijn: Paulus' toespraak was zo gespeend 7) Vgl. 9: 23, 29; 14: 5, 19; 2o: 3; 21: 27, 31; 23: 12-15; 25: 3.
van revolutionaire agitatie en zo vol van Jezus' Messiasschap dat hij 8) J. van Eck meent dat men daarbij niet moet denken aan een teveel van ge-
leerdheid, maar aan wat de Romeinen superstitio noemden: het najagen van
volstrekt geen gevaar vormde voor de veiligheid van de Romeinse een heil dat verder gaat dan het behoud van de Romeinse staat, het geloof in
staat. Eenstemmig concludeerden zij: die man doet niets waar dood- profetische boeken dat het gezond verstand aantast, Paulus en de koningen,
straf of hechtenis op staat. Franeker 1989, 75v.
De proconsul Gallio, de overste Lysias en Festus, kortom alle in- 9) 'Want al was hij geen eere waardig, zoo was hij toch met het gezag be-
stanties die ooit Paulus beoordeeld hadden, waren tot dezelfde con- kleed', Calvijn, comm. a.l.
clusie gekomen, 18: 14V, 23: 29, 25: 25. Teofilus, de hoge Romein voor

250 251
§ 36 Paulus in Caesarea (iii)

10) W. Bauer, WOrterbuch zum NT: `iiber kurz oder lang'. R. C. H. Lenski ver-
taalt: 'in short order and in great measure', comm. a.l.
11) R. C. H. Lenski, comm. a.l.
12) Everett F. Harrison, comm. a.l.
13) Men vraagt zich of waarom hij dan niet vrijgelaten werd. Strikt volgens § 37
de wet had dit wel gekund, maar hierbij speelden ook prestigekwesties en de
relaties tussen keizer en procurator een rol. Vgl. Sherwin-White, Roman So- HANDELINGEN 27-28: 15
ciety, 65, geciteerd bij E. E Harrison en David J. Williams, comm. a.l. PAULUS' REIS NAAR ROME
14 ) H. Mulder, comm. a.l.

De gemeente te Rome is niet door Paulus gesticht. Zip bestond al toen


hij haar aan het eind van de jaren vijftig vanuit Korinte zijn bekende
brief aan de Romeinen schreef. Daarin liet hij weten dat het reeds
jarenlang zijn hartenwens en bede was haar te mogen ontmoeten en ver-
sterken.
`Telkens weer smeek ik Hem in mijn gebeden dat zijn wil het mij
eindelijk mogelijk mag maken bij u te komen. Want ik verlang er vurig
naar u te leren kennen, in de hoop u een of andere geestelijke gave te
kunnen meedelen om u te sterken. Of eigenlijk, om bij u en met u de
vertroosting te genieten van ons gemeenschappelijk geloof, het uwe
zowel als het mijne.
U moet wel weten, broeders en zusters, dat ik dikwijls van plan
ben geweest u te bezoeken, om ook onder u, evenals onder de overige
heidenvolken, enige vrucht te oogsten; maar tot nu toe was ik telkens
verhinderd. Ik sta in de schuld bij Grieken en niet-Grieken, bij ontwik-
kelden en ongeletterden; vandaar mijn gretigheid om ook u, Romei-
nen, het evangelie te brengen', Rom. I : 10-15.
Toen hij dit schreef moest hij echter eerst nog de grote collecte
van de Macedonische kerken voor de arme gemeenten in Jeruzalem
overbrengen, Rom. 15: 25v, vgl. Hand. 18: 21. `Wanneer ik dan deze
taak heb volbracht en hun de opbrengst veilig ter hand gesteld heb, zal
ik over uw stad naar Spanje reizen. (...) Maar ik doe een beroep op u
(...): bid voor mij tot God, dat ik mag ontkomen aan de weerspanni-
gen in Judea', Rom. 15: 3ov.
Dit gebed was inmiddels verhoord, al hadden deze tegenstanders
wel verschillende moordaanslagen op hem gepleegd en had hij als ge-
volg daarvan twee jaar in gevangenschap doorgebracht. Maar nu zou
hij eindelijk naar Rome reizen. Aileen niet als vrij man, maar als ge-
vangene, samen met een aantal criminelen.
252 253

§ 37 Paulus' reis naar Rome Paulus' reis naar Rome § 37

Lucas heeft deze reis opvallend uitvoerig beschreven. Na lezing gelde en voldoende aanvoer van graan uit Egypte was ook van het groot-
van zijn relaas blijft er maar een conclusie mogelijk: alles leek erop ste belang voor de stabiliteit van de staat en de macht van de keizer, die
dat Paulus Rome nooit zou bereiken! Dat hij er tenslotte toch levend beide gebaat waren bij voldoende 'brood en spelen' voor de bevolking.
en wel aankwam en in de hoofdstad van het heidendom de Here Jezus Het is heel goed mogelijk dat de centurio die Paulus naar Rome bege-
verkondigd heeft, is een groot wonder. Het is alleen te danken aan de leidde tevens frumentarius was, een officier die belast was met het toe-
bewarende hand van 'Hem die in alles werkt naar de raad van zijn wil', zicht op de graantransporten (frumentum = graan). 3 ) Het gezag waar-
EL 1: 11. En Hij wilde dat ook keizer Nero en zijn hof 'het Woord van mee hij optrad op het graanschip waarmee Paulus schipbreuk Teed,
God en het getuigenis van Jezus' zouden horen, 19: 21; 23: I I. versterkt dit vermoeden.
Intussen liep het al naar de herfst en zo laat in het seizoen zou Ju-
1. VAN CAESAREA NAAR KRETA, HAND. 27: 1 13 - lius waarschijnlijk in Alexandria geen schip meer vinden dat dan nog
Lucas vertelt deze geschiedenis tot de aankomst in Rome weer in de rechtstreeks naar Italie voer. Tussen half november en half april lag de
wijvorm, waaruit we opmaken dat hij er zelf bij was. Hij zal tijdens zeescheepvaart namelijk grotendeels stil. De Romeinen hadden er zelfs
Paulus' gevangenschap in zijn buurt gebleven zijn. een officiele term voor: mare clausum (`gesloten zee').
Toen er op zekere dag een aantal gevangenen vanuit Caesarea 2 Zodoende koos hij voor een kustvaarder uit Adramyttium, een
naar Rome zou vertrekken, werd Paulus aan het transport toegevoegd. plaats aan de huidige Turkse westkust, die de kustplaatsen van Asia
Hadden zijn lotgenoten zich ook op de keizer beroepen? Of waren het zou aandoen. Daar zou men dan ergens nog wel een schip vinden met
misdadigers, die bestemd waren om in de arena tot vermaak van het bestemming Italie. Vaak waren deze kustvaarders galeien die niet al-
Romeinse publiek in de strijd met wilde dieren de doodstraf te onder- leen zeil voerden, maar ook waren uitgerust met een behoorlijk aan-
gaan? Het commando over de gevangenen en de soldaten werd opge- tal roeiriemen waardoor ze gemakkelijker een haven in en uit konden
dragen aan de officier Julius, een centurio (honderdman) van de cohort varen.
Augusta. Tot Paulus' grote vreugde reisden zijn vrienden dokter Lucas en
Het transport had ook grotendeels over land kunnen plaatsvinden, Aristarchus uit Tessalonika als passagiers met hem mee. Beiden had-
door het huidige Turkije en Noord-Griekenland. Maar dit nam vele den deal uitgemaakt van de delegatie die samen met de apostel de col-
maanden in beslag en was in de herfst en wintermaanden zeer bezwaar- lecte van de Griekse gemeenten naar Jeruzalem had overgebracht,
lijk. Bovendien was de bewaking van de gevangenen dan ook moeilij- 20: 4. We ontmoetten Aristarchus voor het eerst bij de massale anti-
ker. Er werd daarom besloten de reis naar Italie over zee te maken. Paulus demonstratie in het stadion van Efeze (19: 29) en later bij
Het gemakkelijkst was geweest over land naar Alexandria te gaan Paulus in de gevangenis, Kol. 4: to, Filem. 24. Zij zullen voor de
en zich daar in te schepen op een van de grote graanschepen of middel- onderweg noodzakelijke, niet aan bederf onderhevige etenswaren
grote vrachtvaarders die een geregelde lijndienst onderhielden tussen hebben gezorgd: biscuits, koeken, gezout, gerookt of gedroogd vlees,
Rome en Egypte.') Want evenals de olietankers nu van levensbelang kaas, harde eieren en gedroogde vruchten. Water was bij de prijs inbe-
zijn voor West-Europa, waren de graanschepen dit toen voor de grepen.
miljoenenbevolking van Rome. Zij was namelijk voor haar voedsel- 3 Het schip voer op eigen roeikracht de haven uit en bereikte de
voorziening grotendeels afhankelijk van het graan uit Egypte, destijds volgende dag het 17o km noordelijker gelegen Sidon, een oude
de graanschuur van het Romeinse rijk. Per jaar had het de kolossale hoe- Phoenicische havenstad. Daar werd het gelost en nam het nieuwe la-
veelheid van tweehonderd- tot vierhonderdduizend ton graan nodig. 2 ) ding in. Julius, die blijkbaar al sympathie en respect voor Paulus had
De graanschepen waren particulier eigendom, maar waren opgevat, was uitzonderlijk vriendelijk voor hem. Hij verleende hem
gecontracteerd door de staat en stonden onder staatstoezicht. De gere- namelijk toestemming (zelfs niet vergezeld van een bewaker?) aan wal

254 255

§ 37 Paulus' reis naar Rome Paulus' reis naar Rome § 37

te gaan en zich daar door zijn vrienden te laten verzorgen en van het daar eveneens door op kleden en matjes. Een zeereis was dus geen
benodigde voedsel en geld te laten voorzien. onverdeeld genoegen.
Hieruit blijkt dat ook in Sidon al een gemeente was, mogelijk ge- 7 Kort na het vertrek uit de haven van Myra raakte men in
vormd door Jeruzalemse gelovigen die gevlucht waren voor de moeilijkheden. De schipper had onder de Griekse zuidkust door op
christenvervolging na de dood van Stefanus, 19. Paulus was al eens Kaap Spartivento willen aankoersen, het meest zuidoostelijke punt in
met Barnabas bij hen op bezoek geweest, 15: 3. Julius noemde hen de laars van Italie, om vandaar via de Straat van Messina naar Ostia,
Paulus' `vrienden'. Mogen we hieruit afleiden dat de gelovigen elkaar de haven van Rome, te varen. Maar door het noodzakelijke laveren te-
behalve 'broeders en zusters' ook vrienden' noemden?, vgl. 3 Joh.: 15. gen de harde noordwestenwind in vorderde het grote, zwaarbeladen
4 Omdat de herfst intussen voor de deur stond en we dan ten zui- schip dat diep in het water lag dagenlang maar heel langzaam. Met veel
den van Cyprus zouden moeten optornen tegen harde westenwinden, moeite kwam het ter hoogte van Knidus.
besloot de schipper onder de wind langs de oostkant van dit eiland naar Eenmaal uit de luwte van het vasteland van Klein-Azie zou men
Klein-Azie te varen. Dit maakte de reis wel langer — in totaal 37o zee- onbeschermd met de krachtige noordwester te maken krijgen. Daar-
mijl — maar langs een beter te bezeilen route. om besloot de schipper het roer om te gooien en via een langere,
5 Ten zuiden van Cilicie (waar Paulus' vaderstad Tarsus lag) en zuidwestelijker route onder Kreta door te varen. Hij hoopte blijkbaar
Pamfilie stak de kustvaarder de open zee over. Nadat hij in een aantal nog steeds Italie voor de herfststormen te kunnen bereiken. Halver-
havens geladen en gelost had, liep hij Andrialcê, de haven van Myra, wege moeten overwinteren betekende een zware financiele schadepost,
binnen (een stad die thans nog bestaat aan de Turkse zuidkust). Omdat want zoveel te later kon hij opnieuw graan gaan halen in Egypte. Zo
ook de tussenstops de nodige tijd gekost hadden, waren er mogelijk zeilden ze Kreta aan de lijzijde voorbij, langs kaap Salmone (nu kaap
sinds het vertrek uit Caesarea al vijftien dagen verlopen en was het Sideros).
reeds september toen ze in Myra afmeerden. 4 ) Dit was destijds een be- 8 Met zeer veel moeite rondde het schip deze kaap en meerde of
langrijke havenstad van waaruit regelmatige Romeinse troepen wer- in Kaloi Limenes (= Goede Rede of Schone Havens), dichtbij de stad
den verscheept. Het was tevens een overslaghaven voor die graan- Lasea aan de zuidoostkust van het eiland. Daar kwamen we weer in de
schepen die vanuit Alexandria in Egypte via de noordelijke routes naar luwte en had de wind wat minder vat op het schip.
Italie voeren. 9 Intussen was van de benodigde reistijd al heel wat verloren
gegaan. Half september begon de zeevaart gevaarlijk te worden. En
Van Myra naar Kreta nu was zelfs 6 ) de vasten van de Grote Verzoendag (in het jaar 59 rond
6 Hier vond de centurio zo'n graanschip (vs. 38) uit Alexandria 5 oktober) reeds voorbij! De vaart werd zeer bedenkelijk. In de loop
dat met koren geladen op weg was naar Italie en daarop liet hij het hele van november kon men de gevaarlijke herfststormen verwachten.
transport overstappen. Het was voor die tijd een groot vrachtschip dat Bewolkte luchten zouden dan orientatie op zon en sterren moeilijk of
behalve zijn lading tweehonderdzesenzeventig man mee kon nemen, onmogelijk maken, vs. 20. De vraag ging klemmen of men dan al vei-
vs. 37. Men vermoedt dat ze veertig tot vijftig meter lang waren, 13,75 lig en wel onder de kust van Sicilia of Italie zou zijn. Hoewel het voor
x 13,25 meter breed en diep. Afhankelijk van de kiel die eronder zat, hem verlies van inkomsten betekende, besloot de schipper-scheepsei-
mat zo'n schip t000 tot 3500 ton. 5 ) met een laadvermogen van drie- genaar geen risico's te nemen en een overwinteringshaven op Kreta te
honderd tot vierhonderd ton. Al moet u zich van de passagiersaccom- zoeken. Maar welke? Schone Havens of een geschiktere? Toen daar-
modatie niet teveel voorstellen. Het gros van hen verbleef aan dek, over scheepsraad werd gehouden (vs. 12), liet Paulus een waarschu-
slechts onder een overkapping van zeildoek enigszins beschut tegen wing horen.
harde wind, overslaand water en de felle zon. De nacht brachten zij

256 257
1r

§ 37 Paulus' reis naar Rome Paulus' reis naar Rome § 37

o Tenslotte had hij toen al minstens 65oo km over zee gevaren 14 Het duurde namelijk niet lang of het mooie weer sloeg om.
(vgl. 2 Kor. i I : 25) en daardoor een schat aan ervaring opgedaan. 7 ) Opeens stak er vanaf de bergen van Kreta uit het noordoosten een wer-
Hij wist m a al te goed dat doorvaren onverantwoord was. Op zijn velstorm (Grieks: typhoonikos) op, die met orkaankracht tegen het
vroegst kon men begin maart de reis hervatten. `Mannen', zei hij, `ver- schip aan sloeg. De zeelui kenden hem wel: het was de gevreesde
der varen is roekeloos. Ik voorzie grote risico's, niet alleen voor schip euraquloon, een hevige wervelstorm die plotseling opsteekt en lang
en lading, maar ook voor ons Leven.' 8 ) Dat God het leven van alien zou aanhoudt. Ditmaal zou hij minstens veertien dagen duren, vs. 27, 33.
sparen, liet Hij hem pas twee weken later weten, vs. 23. Zijn onuitge- 15 Het zware vaartuig werd meegesleurd en hoewel het
sproken advies was: voorlopig in Schone Havens blijven. ongetwijfeld met bekwame zeelieden bemand was, konden zij de boeg
Hij kreeg echter geen bijval. De centurio, die (als officier van niet in de wind houden, waardoor het schip onbestuurbaar werd en de
de staatsgraanvoorziening?) tijdens de reis een belangrijke stem had golven ook zijdelings over het schip sloegen. Lucas, die blijkbaar zelf
en Paulus goed gezind was, ging thans begrijpelijkerwijze liever af op ook in angstige spanning en onzekerheid verkeerde, schrijft: 'We
de nautische kennis van de stuurman en de schipper dan op wat Pau- moesten de strijd tegen de elementen opgeven en ons machteloos met
lus had gezegd. de orkaan laten meevoeren. En die dreef ons steeds verder van het vei-
12 Zij vonden Schone Havens ook minder geschikt om er met lige Fenix af, de opgezweepte Middellandse Zee in.
zo'n groot en kostbaar graanschip te overwinteren. Daarom besloot de r6 De hevige storm duwde het schip Tangs Klauda, een eiland-
meerderheid het erop te wagen naar Fenix door te varen, eveneens aan je ongeveer 35 km ten zuidwesten van Kreta. Doordat zijn zuidkust
de zuidkust van Kreta. Daar kenden zij een baai die destijds 9 ) uitzag meer dan driehonderd meter hoog uit zee oprijst, vonden we daar
op het zuidwesten en noordwesten 1 °). Omdat ze daar uitstekend be- tijdelijk enige beschutting tegen de harde noordenwind. Toch kostte
schermd zouden zijn tegen de in dit jaargetijde overheersende noor- het de bemanning nog de grootste moeite om in de onstuimige zee de
delijke en oostelijke winden, wilden ze daar overwinteren. meegetrokken zware sloep aan boord van het hevig rollende schip te
13 Toen er een lichte bries uit het zuiden opstak, dachten ze dat hijsen. Dit om te voorkomen dat die tegen het schip zou slaan en het
ze een goede kans maakten. Ze lichtten het anker en zeilden voor- Lek zou stoten. Met angst en beven zagen de opvarenden in dat ze
zichtigheidshalve zo dicht mogelijk onder de kust van Kreta. Voor Pau- zich moesten voorbereiden op een levensgevaarlijke dooltocht over
lus was dit vertrek uit Schone Havens een moeilijk moment. Hij had voile zee, waarin al zo menig vrachtschip met man en muis was ver-
de blik gericht op Rome en op zijn roeping de mannen die vandaar het gaan.'
hele Romeinse rijk regeerden te vertellen wie Jezus was. Maar nu voor- 17 Nadat de reddingboot aan boord was gehaald, trof men nog
zag hij zware hindernissen. Ook in zulke ogenblikken streed hij 'de een andere noodmaatregel. Nu men nog in de betrekkelijke luwte van
goede strijd van het geloof'. 11 ) Klauda voer, besloot de bemanning het schip te ondergorden' tenein-
de zijn stijfheid te versterken en lekkage te voorkomen. Zwellend nat
2. IN DE GREEP VAN DE EURAQUILO, HAND. 27: 14 44 - graan zou de scheepswand kunnen doen barsten. Het is niet duidelijk
Fenix lag vijfenveertig zeemijl van Schone Havens, een afstand die hoe men deze kabels spande. In de lengterichting enkele malen om het
men bij zo'n gunstige zuidenwind binnen een etmaal moest kunnen af- schip heen? Langsscheeps in het schip zelf, om de stevens naar elkaar
leggen. Toch bleef het vertrek een waagstuk. Want gewoonlijk kon- toe te trekken, zoals op afbeeldingen van Egyptische schepen is te
digde het opsteken van de zuidenwind omstreeks deze tijd van het jaar zien? Of overdwars om de kiel? 12 ) Deze laatste methode werd nog in
weersverandering aan. Dat wist de schipper vast ook wel, maar de snel- de achttiende eeuw op grote zeilschepen toegepast. In elk geval wijst
heid waarmee de omslag zich thans voltrok, moet hem onaangenaam deze maatregel er op dat de toestand kritiek was. De passagiers moe-
verrast hebben. ten het met ontzetting hebben aangezien.

258 259

§ 37 Paulus'reis naar Rome Paulus'reis naar Rome SC 37

Intussen groeide de angst onder de opvarenden dat ze binnen en- met `ons' het algemene gevoel van hopeloosheid aan boord of was hij
kele dagen voor de noordkust van Afrika op de zandbanken van de zelf ook ten einde raad? De engel zal straks ook tegen Paulus zeggen:
Syrte zouden stranden. Daar woonden namelijk beruchte zeerovers, die `Wees niet bang, Paulus', vs. 24.
met de bemanning van gestrande schepen korte metten maakten of hen
als slaven verkochten. Om dit te voorkomen, lieten zij een skeuos neer, Paulus spreekt de opvarenden moed in
in dit verband vermoedelijk een soort drijfanker. Men denkt daarbij 21 De ontreddering van de opvarenden was door hun benarde
aan een rechtop staande plank of een zeildoekse zak waarmee men de situatie zo groot dat de meesten al dagenlang vrijwel niets gegeten had-
vaart enigszins uit het schip neemt. En toen maar hopen dat de wind den. Onder normale omstandigheden bereidden zeereizigers zelf hun
zou draaien of afnemen! maaltijden op kleine komforen, maar dit was nu onmogelijk. Waren ve-
18 Maar de volgende dag, toen de storm nog steeds in voile len zeeziek van het aanhoudende stampen en slingeren van het schip?
kracht woedde, moesten er nieuwe noodmaatregelen worden getroffen. Waren er manden met voedsel overboord geslagen of door het over-
Om de stabiliteit van het bij elke stortzee hevig slingerende en zwaar slaande zoute water bedorven? Aan drinkwater zal men geen gebrek
geladen schip te verbeteren, besloot de schipper een gedeelte van de hebben gehad omdat men regenwater had opgevangen. Onder deze
lading overboord te zetten. Waartoe wellicht ook bagage en handels- omstandigheden ging Paulus, die al deze ellende van a tot z had meebe-
waar van de passagiers behoorden. Deze methode werd tij dens nood- leefd, temidden van de wanhopige passagiers en bemanning staan om
weer vaker toegepast om de zeewaardigheid van het schip te bevor- hen als Godsgezant moed in te spreken.
deren. Het vaartuig kwam dan iets hoger te liggen en maakte minder `Mannen, zei hij, had maar naar mij geluisterd! Dan waren we
water. Het kostbare graan werd voorlopig nog in het ruim gelaten. Dat niet van Kreta weggevaren en waren deze problemen en verliezen ons
zou pas in het uiterste geval in zee gestort worden, vs. 38. bespaard gebleven, want die heb ik u toen al voorzegd', vs. i o. Dit zei
19 Toen op de derde dag na het vertrek uit Schone Havens het hij niet om zijn gelijk te halen, maar om hun te laten zien dat ze ver-
vreselijke noodweer nog steeds voortduurde, zag men in dat de toe- trouwen in hem konden hebben. Want nu kwam hij met een nieuwe
stand vrijwel hopeloos was. In paniek kwam de bemanning er toen voorzegging!
zelfs toe eigenhandig allerlei scheepstuig overboord te werpen: reser- 22 'Maar al hebt u deze vreselijke omstandigheden aan uzelf te
veriemen, takelwerktuigen, tuigage en misschien zelfs de ra waaraan wijten, toch wek ik u dringend op u niet over te geven aan een wan-
het grote vierkante razeil bevestigd was. Omdat dit zware rondhout hoopsstemming, want niemands leven (lett. `ziel') zal verloren gaan,
hoog boven het zwaartepunt van het schip hing, slingerde het daardoor alleen het schip!
nog erger. De ra overboord zetten was uiteraard een wel zeer radicale 23 Dit zeg ik u niet op eigen gezag, maar dit weet ik op grond
noodmaatregel. Ankers en stuurriemspanen blijken straks nog aanwe- van een Goddelijke boodschap die ik heb ontvangen. Want in de afge-
zig te zijn, vs. 29. lopen nacht heeft er een engel (of bode, gezant) bij mij gestaan van de
20 Omdat de antieke zeelieden het kompas nog niet kenden, wa- God aan wie ik toebehoor en die ik vereer.
ren zij voor het bepalen van positie en richting aangewezen op de zon 24 Hij zei: `Wees niet bang, Paulus, je moet voor de keizer
en de sterren. 'Maar omdat die zich nu al verscheidene dagen en nach- verschijnen. Om ook voor hem van Jezus te getuigen, 23: II.
ten niet hadden vertoond, wisten wij op geen stukken na waar we ons Natuurlijk had God daarvoor alleen jouw leven kunnen sparen, maar
bevonden.' Daardoor moeten de opvarenden, die bij voorkeur voile zee nu schenkt Hij je bovendien genadig het leven van al je mede-
vermeden en langs kusten voeren, doodsangsten hebben uitgestaan! opvarenden.'
`Omdat het noodweer intussen onverminderd aanhield, werd de hoop 25 `Houd dus moed, mannen, want ik heb vertrouwen in God en
op redding ons langzaam maar zeker ontnomen.'Verwoordt Lucas bier ik reken er vast op dat het precies zo zal gaan als mij gezegd is. Doe

260 261

§ 37 Paulus' reis naar Rome Paulus' reis naar Rome § 37

dat ook, vertrouw ook alien op Hem!' Vermoedelijk had Paulus de riemspanen stil te leggen. Meer konden ze niet doen. In angstige span-
Here ook om de redding van hen allen gebeden en was dit Gods ant- ning wachtten ze af of de ankers het in dit noodweer zouden houden
woord op zijn gebed. Van nu af toont hij zich ook verantwoordelijk en baden dat het gauw morgen mocht worden, want ze snakten naar
voor hen te voelen, vs. 3o-35. We krijgen de indruk dat niemand de daglicht. Dan konden ze zien of ze het schip op een, strand zouden kun-
spot dreef met de verschijning en boodschap van de engel, maar dat nen zetten of dat ze rotsachtig land genaderd waren.
allen het Godswoord serieus namen en nu een Godsgezant in hem
herkenden. Zo gebruikte de Here vaker rampen en doodsdreiging om De vluchtpoging van de bemanning verijdeld
mensenharten ontvankelijk te maken voor zijn Woord. 3o In deze kritieke situatie besloot (een groot deel van?) de be-
26 `Ik kan u ook nog zeggen dat we op een of ander eiland moe- manning de passagiers aan hun lot over te laten en zelfzo mogelijk vei-
ten stranden.' Door deze bijzonderheid erbij te vermelden, zou straks lig aan land te komen. Paulus' belofte (vs. 22-26) namen ze kennelijk
niemand de landing op Malta aan het toeval kunnen toeschrijven. niet serieus. Onder het mom dat ze ook boegankers wilden plaatsen,
streken zij de sloep voordat het schip op de rotsen of een zandbank zou
Land in zicht! lopen, waar de golven het tot wrakhout zouden slaan.
27 Sinds ons vertrek van Kreta waren er nu twee weken verlopen. 31 Maar Paulus doorzag hun plan. En hoewel hij vast op Gods
Al die tijd zwalkten wij reeds rond in de kokende Adriatische Zee (zo belofte vertrouwde dat allen gered zouden worden, ging hij daarom
werd destijds ook het hele middengedeelte van de Middellandse Zee niet met zijn armen over elkaar zitten. Nu God hem de levens van alle
aangeduid). De stormwind was intussen overwegend naar het oosten opvarenden had geschonken (vs. 24), voelde hij zich daar ook verant-
gedraaid. Toen de veertiende nacht aanbrak, vermoedde het scheeps- woordelijk voor. Wat moesten zij beginnen zonder bekwame zeelieden
volk dat we land naderden. Merkten ze het aan de zeegang van het aan boord? Met grote tegenwoordigheid van geest kwam hij haastig
schip dat ze in ondieper water terechtgekomen waren? Hoorden ze de tussenbeide en terwijl de sloep al buitenboord hing, zei hij tot de centu-
branding boven het rumoer van wind en golven uit? Of roken ze mis- rio Julius en zijn soldaten: `Als de bemanning niet aan boord blij ft, kunt
schien de geuren van het land? 13 ) Zouden ze daar nu schipbreuk lij- niet gered worden!'
den op een rotskust? 32 En nu stelde de centurio zoveel vertrouwen in de apostel dat
28 Toen ze het dieplood uitwierpen, maten ze twintig vadem de soldaten op zijn bevel resoluut de strengen van de sloep doorhak-
(± 37 m). Daar was de zee dus nog vrij diep. Maar toen ze na even ge- ten en hem in zee lieten ploffen, waar hij meteen leeg wegdreef. Een
wacht te hebben weer peilden, maten ze nog maar vijftien vadem bewijs dat de Romeinse officier er ook op vertrouwde dat de God van
(± 28 m). Het was duidelijk dat ze inderdaad land naderden. Aan de Paulus hen voor de verdrinkingsdood zou bewaren!
onderkant van het lood zat een holte, waarin wat vet was aangebracht.
Als het lood de zeebodem raakte, kleefde er wat grond aan de vetprop. Eten, mannen! U komt alien behouden aan land
Volgens Herodotus (5e eeuw v. Chr.) kon een ervaren zeeman vaak uit 33 Intussen was het nog aardedonker en na dertien nachten loei-
de grondsoort opmaken waar men zich beyond. 14 ) Maar ditmaal wilt de de wind nog onafgebroken door. In de verte klonk onheilspellend
men dit nog steeds niet. Een bewijs dat ze ver uit de koers waren ge- de branding van de onbekende kust. Honderden uitgeputte mannen, in
raakt. de open lucht samengepakt aan dek, vroegen zich angstig af hoe zij die
29 Maar nu ontstond er nieuwe vrees: dat het schip tegen de klip- ooit levend zouden bereiken. Onder deze omstandigheden richtte Pau-
pen geslagen zou worden of op een zandbank zou lopen. Omdat die in lus zich tegen het ochtendgloren opnieuw tot zijn medeopvarenden.
het donker van de nacht niet te zien waren, liet de schipper vanaf de Daar er in de komende uren veel van hun krachten gevergd zou wor-
achtersteven vier ankers uitzetten om het schip met opgetrokken stuur- den, spoorde hij iedereen aan om iets te eten. Hij zei: `Jullie wachten

262 263

§ 37 Paulus' reis naar Rome Paulus' reis naar Rome § 37

nu at veertien dagen in spanning en doodsangst af hoe dit alles eindi- lijk de gelegenheid bood, sprak hij kort maar krachtig over 'de God van
gen zal, zonder hoegenaamd iets gegeten te hebben.' Ach, wie wil en wie ik ben en die ik ook dien' — de kortste geloofsbelijdenis in het
kan ook eten wanneer hij de dood voor ogen heeft? Nieuwe Testament! Als Jood was hij gewoon God voor zijn brood te
34 `Jullie zijn daardoor volkomen uitgeput. Daarom raad ik jul- danken en dit deed hij ook nu. Maar voor een preek was het in die vlie-
lie aan nu eerst iets te eten. Jullie redding is ermee gediend dat je eerst gende storm onder Malta de tijd niet. Ook niet om al die heidenen tot
wat op krachten komt. Houd goede moed, want ik zeg jullie nog eens bekering op te roepen of te verwijten dat hun zeegod Poseidon
wat de God van wie ik ben mij heeft verzekerd: van niemand van jul- (= Neptunus) het er lelijk bij liet zitten. Wel zei hij praktisch en na-
lie zal een haar worden gekrenkt.' tuurlijk: `U moet eten, mannen, anders redt u het niet!'
35 Terwijl hij dit zei was het nog halfdonker. Wind en golven 36 Deze woorden en vooral dit voorbeeld deden allen goed. Zee-
gingen nog steeds tegen het schip tekeer. Het levensgevaar was nog niet lui, passagiers, soldaten, gevangenen en mogelijk ook slaven vatten al-
geweken. Maar Paulus voegde de daad bij het woord en pakte brood. len weer moed en begonnen eveneens te eten.
Daarna dankte hij God waar iedereen bij was voor zijn goede gaven, 37 In totaal waren wij met tweehonderdzesenzeventig mannen
brak een stuk brood af en begon rustig te eten. Zo aan allen gelovig- aan boord. 15 ) En die zaten daar nu door Paulus' tactvolle optreden op
nuchter het goede voorbeeld gevend. Want at had God beloofd dat nie- dat schip in nood allemaal rustig te eten. Geen gezagvoerder had on-
mand uit het schip zou vergaan, vs. 24, nochtans worden daarmede de der zulke omstandigheden het moreel beter kunnen versterken.
middelen niet weggenomen, waardoor God deze zijne belofte wilde 38 Toen iedereen genoeg had gegeten en weer op krachten was
uitvoeren. En die daarin nalatig is, die gelooft God niet, maar verzoekt gekomen, nam de schipper een verstandig besluit. Hij beval uit voor-
God' (Kanttekening Statenvertaling). zorg het schip nog lichter te maken door na alles wat reeds overboord
Trouwens, met heel zijn optreden tijdens deze zeereis toonde Pau- geworpen was (vs. 18) nu ook het koren in zee te storten. 16 ) Hoe ge-
lus hoe wij moeten omgaan met ongelovigen. Hij hield zich niet als ringer de diepgang was, des te dichter konden zij het strand naderen.
een wereldvreemde, godsdienstige zonderling afzij dig van de heiden- Het schip zelf moest toch als verloren worden beschouwd, zoals Pau-
se zeelieden, passagiers, soldaten en criminelen om hem heen, maar lus ook at had gezegd.
gedroeg zich als een van hen. Als hij sprak, was het niet uitsluitend over
godsdienstige zaken. Bij Kreta wees hij nuchter op de risico's van de De schipbreuk
naderende winter. En toen ze zijn advies verwierpen en hij daardoor 39 Toen het eindelijk licht werd, herkenden ze de kust van Mal-
zelf ook in grote moeite kwam, sprak hij ze later toch moed in. Het was ta niet. Vermoedelijk omdat dit eiland buiten de gebruikelijke vaar-
bij hem: bid en werk, geloof en gebruik je gezonde verstand. God zal route lag van de graanschepen die op en neer zeilden tussen Alexan-
jullie redden, maar dan moeten jullie wel eten. dria en Rome. Wel bespeurden ze een diepe inham met een stuk strand
Van deze apostel krijgen wij aanwijzingen als: `Gedraag u en na enig overleg besloten ze een poging te wagen het schip daar aan
verstandig jegens de buitenstaanders. Benut de gunstige gelegenheid. de grond te zetten. Het alternatief was een schipbreuk op de rotsen.
Laat uw spreken steeds innemend zijn, met een vleugje zout erbij, zo- 4o Om de risico's van de stranding zoveel mogelijk te beperken,
dat u iedereen het juiste antwoord weet te geven', Kol. 4: 5v. `Herin- trof de schipper opnieuw enkele voorzorgsmaatregelen. Bij dit storm-
ner hen aan de plicht (...) vriendelijk te zijn en uiterst zachtmoedig in weer was het onmogelijk de ankers binnenboord te halen. Daarom liet
de omgang met alle mensen', Tit. 3: 3. Hier ziet u hoe hij dit zelf in hij de ankertouwen kappen, waardoor het schip nu ook nog zijn ankers
praktijk bracht. aan de zeebodem prijsgaf. 17 ) Tegelijkertijd lieten zij de beide
Hij evangeliseerde niet opzettelijk, maar ongekunsteld, terloops, stuurriemspanen aan weerszijden van het achterschip weer in het wa-
met fijn gevoel voor tijd en wijze. Pas toen de Here hem daartoe kenne- ter zakken, zodat ze het schip de baai in konden sturen. Teneinde in de

264 265

§ 37 Paulus' reis naar Rome Paulus' reis naar Rome § 37

stormwind voldoende vaart te maken om het strand te bereiken, hesen laten. Evenmin van de soldaten, die in het zicht van de redding Jezus'
ze het voorzeil en hielden voor de wind op het strand aan. gezant hadden willen doden. Precies zoals voorzegd was men op een
41 Maar toen het schip de baai binnenvoer, lieten ze het al dan eiland aangeland en nog wel het enige in de 4430 km. tussen Tunesie
niet opzettelijk 18 ) op een zandbank lopen. Het voorschip schoof niet en Sicilie! Het schip was, zoals eveneens was voorzegd, verloren ge-
ver genoeg door en kwam met een schok muurvast te zitten. Door het gaan.
geweld van de branding begon het achterschip van het voorschip af te Daarmee lazen we opnieuw Handelingen van Jezus! De verheer-
breken. Blijkens de Griekse werkwoordsvorm' 9 ) gebeurde dit niet in- lijkte Christus wilde dat zijn apostel ook aan het keizerlijke hof in
eens, zodat de opvarenden zich tijdig naar het voorschip konden be- Rome van Hem zou getuigen, vgl. 19: 21, 23: I I. Toen dit onmoge-
geven. De kans het schip ongeschonden op het strand te laten lopen lijk leek, maakte Hij het mogelijk. Hij bewaarde zijn gezant in het ver-
was hiermee weliswaar verkeken. Maar wel was men de kust zo dicht schrikkelijke noodweer tussen Kreta en Malta voor de vierde maal bij
genaderd dat iedereen die zonder al teveel moeite kon bereiken. een schipbreuk, 2 Kor. : 25. Lucas' relaas maakt het overduidelijk:
Paulus' behouden vaart naar Rome was een Godswonder!
Paulus bijna toch nog gedood Wij durven de storm die dit bijna verhinderd had niet rechtstreeks
42 Romeinse soldaten die gevangenen moesten bewaken, waren aan satan toe te schrijven. Alsof hij hem ontketende teneinde Paulus
hoofdelijk aansprakelijk als er een ontsnapte (denk aan de bewakers om te brengen, al weten we dat hij Jobs kinderen door een storm om
van Petrus, die na zijn bevrijding werden geexecuteerd, 12: 19). Om- het leven bracht, Job 1: i 8v. We dienen hierbij echter eveneens te be-
dat er nu een reele kans bestond dat er gevangenen zwemmend zou- denken dat stormen in dit jaargetijde en zeegebied normaal waren.
den ontsnappen, waren de soldaten van plan hen voor de zekerheid Maar deze orkaan moet satan wel naar de zin geweest zijn, omdat al-
allen te doden. De meesten waren wellicht toch al ter dood ver- les er op leek dat Paulus' schip met man en muis zou vergaan en hij
oordeeld. Ook de apostel dreigde dan in het zicht van zijn redding nog Rome niet zou bereiken. Maar de afloop bevestigde Jezus' woord: `Mij
om te komen. Had de vorst der duisternis hierin de hand? is gegeven alle macht in hemel en op aarde', Mat. 28: 18.
43 Maar Julius, de bevelvoerende centurio, zorgde ervoor dat de De Here verleende zijn apostel tijdens het noodweer ook bijzon-
executie niet doorging. Vooral omdat hij Paulus' leven wilde sparen, dere autoriteit bij de opvarenden. De majesteit van zijn Heer straalde
want hij was tijdens de reis kennelijk al meer onder de indruk geko- van hem af. Het moet hun duidelijk geweest zijn dat niet Poseidon
men van deze bijzondere man. Zou hij die winter op Malta tot geloof (= Neptunus), hun god van de zee, wind en golven regeerde, maar de
gekomen zijn door Paulus' prediking? Wat zouden we Lucas ook hier- God van Paulus, wiens belofte stipt vervuld werd. Zouden sommigen
over graag navraag doen! Julius beval dat eerst degenen die konden van deze schipbreukelingen tijdens hun overwintering op Malta door
zwemmen overboord moesten springen om aan land te kornen. Paulus' prediking tot geloof in zijn God gekomen zijn?
44 De anderen moesten zich vastklampen aan planken of stuk- Het was immers een treffend bewijs van Gods goedheid dat Hij
ken wrakhout en zich zo naar het strand laten drijven. Zo kwamen ze tweehonderdrieenzeventig mensenlevens had gespaard omwille van
inderdaad allemaal veilig en wel aan land. Paulus!, vs. 24. Zo zou God in zijn goedheid omwille van tien
rechtvaardigen Sodom en Gomorra nog hebben gespaard, Gen. 18: 26-
Scheepje onder Jezus' hoede 32, vgl. Spr. II: 11 . Laten wij vanwege de zwarte raadsels in Gods
Zo werd Gods belofte vervuld en faalden zijn plannen niet. Alle wereldregering uitreddingen als deze niet negeren. Bij voorbeeld bij
tweehonderdzesenzeventig schipbreukelingen hadden er het levend een nieuwsbericht als: 'Boeing met vierhonderd passagiers maakt ge-
afgebracht. Er was er niet een verdronken! Ook niet van het scheeps- slaagde noodlanding!'
volk dat op het laatste moment alle opvarenden in de steek wilde


266 267

SC 37 Paulus'reis naar Rome Paulus'reis naar Rome 37

Tenslotte is het geen vraag of Psalm 107: 23-31 in het hart en de meegenomen, maar bier toonde de bevolking 20 ) juist buitengewone
mond van de schriftgeleerde Paulus was na zijn redding. Wij citeren vriendelijkheid (Grieks: filantropie) en inschikkelijkheid voor de
deze verzen uit de Willibrordvertaling 1995: gestrande vreemdelingen. Het was anders geen kleinigheid opeens
tweehonderdzesenzeventig schipbreukelingen voor drie wintermaan-
Weer anderen varen met hun schepen op de zee, den aan voedsel en onderdak te helpen, maar ze heetten ons allemaal
vervullen hun taak op het machtige water; welkom. Omdat het koud was en ook nog was gaan regenen, legden de
die mensen zagen met eigen ogen Maltezers eerst een groot houtvuur aan, zodat de drijfnatte en ver-
de wonderdaden van de HEER op de oceaan: kleumde schipbreukelingen zich daarbij konden warmen en hun kle-
op zijn bevel stak de stormwind op, ren drogen.
op zijn bevel gaan de golven hoog;
nu eens rijzen zij op tot de hemel, Paulus aangewezen als Godsgezant
dan weer vallen zij in de diepte: 3 Als echte christen van de daad hielp Paulus ijverig mee het
in dat gevaar ontzonk hun de moed. vuur aan te houden. Toen hij een grote bos dor bout gesprokkeld had
Zij tollen, slingeren als dronkaards rond, en die op het vuur gooide, kwam er als gevolg van de hitte een gifslang
het is afgelopen met hun stuurmanskunst. uit kruipen, die zich vastbeet aan zijn hand. En daarmee verkeerde de
In hun nood riepen zij de HEER aan, apostel plotseling opnieuw in levensgevaar.
en Hij redde hen uit hun ellende. 4 Althans, naar de mening van de bijgelovige inlanders. Zij had-
Hij wist de storm tot zwijgen te brengen, den wellicht reeds opgemerkt dat Paulus tot de gevangenen hoorde, die
zo viel het geweld van de golven std. door de soldaten bewaakt werden. Toen zij het gevaarlijke beest aan zijn
Wat waren ze blij toen die ging liggen: hand zagen hangen, zeiden ze tegen elkaar: 'Die man is vast een moor-
Hij bracht hen naar de gewenste haven. denaar; hij is aan de zee ontsnapt, maar nu heeft de wraakgodin Ge-
Zij moeten de HEER om zijn liefde prijzen, rechtigheid hem toch te pakken! Zij wil blijkbaar niet dat hij blijft le-
om zijn wonderen voor mensen verricht. ven.' Voor hun besef voltrok de godin Dike door slangengif zijn
doodvonnis. Dus deze heidenen geloofden tenminste nog dat er hoge-
3. OVERWINTERING OP MALTA, HAND. 28: 1 10 - re machten waren die recht en gerechtigheid handhaafden en dat een
Doorweekt, maar zielsblij dat ze de schipbreuk hadden overleefd wa- misdadiger daar vroeg of laat niet aan ontkwam, vgl. Rom. I : 32, 2: I 4V.
ren Paulus en de zeelui, soldaten, gevangenen en passagiers aan land 5 Maar Paulus bleef onverstoord. Hij schudde de slang van zich
gekropen. Daar stonden ze nu in hun drijfnatte kleren, huiverend in de of in het vuur en bleef volstrekt ongedeerd. Hij wist dat hij in Rome
koude noordoostenwind, op een onbekende kust. voor de keizer van Jezus Christus moest getuigen en een slangenbeet
Het bleek dat ze op het eiland Malta gestrand waren. Dit zul- zou hem daar niet van afhouden. Had de Here zijn apostelen niet be-
len ze gehoord hebben van toegesnelde bewoners. Aangezien dit loofd: 'Met hun handen zullen ze slangen opnemen, en als ze dodelijk
afstammelingen waren van Fenicische kolonisten die vermoedelijk een gif drinken, zal dat hun niet deren', Mar. i6: i8, vgl. Luc. c): 19.
Kanadnitisch dialect spraken, verwant aan het Hebreeuws ofAramees, 6 Huiverend keken de eilandbewoners toe hoe de godin deze ver-
is het aannemelijk dat Paulus en zij elkaar redelijk konden verstaan. schrikkelijke misdadiger ging doden. Zij verwachtten dat zijn arm zou
2 Maar hoe zouden zij de schipbreukelingen ontvangen? Kust- opzwellen en dat hij dan ineens dood zou neervallen, zoals het normale
bewoners hadden in de oudheid vaak weinig medelijden met schip- verloop was na zo'n giftige slangenbeet. Na lang wachten zagen de
breukelingen. Gewoonlijk werden die beroofd, gedood of als slaven toeschouwers dat het gif Paulus geen enkel kwaad deed. Toen sloeg

268 269

§ 37 Paulus'reis naar Rome Paulus'reis naar Rome § 37

hun mening pardoes om. Een man die een dodelijke slangenbeet over- Christus, ook dit hoefde Lucas er niet uitdrukkelijk bij te zeggen. En
leefde, beschikte volgens hen over bovenmenselijke krachten en dat natuurlijk heeft Paulus daarop in de villa van Publius verkondigd wie
moest wel een god zijn. Jezus Christus is en wat mensen al niet van Hem verwachten mogen.
Nu, dit zal hij ongetwijfeld even krachtig ontkend hebben als in 9 Als een lopend vuurtje ging het nieuws over het eiland: Pau-
Lystra, 14: 11-15. Maar hij was wel een gezant van God en als zoda- lus, een van de schipbreukelingen die hier pas zijn gestrand, heeft Pu-
nig heeft de Here hem door dit wonderteken gelegitimeerd. Hij ver- blius' vader van een ernstige ziekte genezen! Daarna kwamen ook de
vulde zijn bovengenoemde belofte (immuniteit voor gifslangen) en be- andere zieken op het eiland naar hem toe en die kregen eveneens hun
krachtigde daardoor bij voorbaat Paulus' prediking op het eiland. gezondheid terug. Over verkondiging zegt Lucas alweer niets. Maar in
Lucas maakt daar weliswaar geen melding van, omdat verkondiging het geheel van het boek Handelingen is het ondenkbaar dat hier op
bij de apostel vanzelf sprak. Zeker nu hij drie maanden op dit eiland Malta alleen genezingen plaatsvonden, zonder dat de Here daardoor
zou blijven. Hoewel er tweehonderdzesenzeventig schipbreukelingen zijn Woord bevestigde, Mar. 16: 20, vgl. dl. 1, 63v. Zo werd als gevolg
op het eiland waren gestrand, plaatste de Here hem meteen in het van de schipbreuk de naam van de Here Jezus ook hier bekend. Was
middelpunt van de aandacht. Goed, de apostel was nog altijd een ge- Paulus' bewegingsvrijheid als gevangene beperkt? Dan was dit geen
vangene, maar door die venijnige slangenbeet opende de Here de deur bezwaar, want de wondergenezingen trokken de mensen naar hem toe.
voor Paulus' prediking op Malta. io Zij waren dan ook uiterst dankbaar, vooral voor het evange-
lie van de Here Jezus Christus, dat Hij bovendien zo krachtig onder hen
Genezingen in de naam van Jezus had bevestigd. Tegen de tijd dat wij weer zee zouden kiezen, lieten zij
7 Niet ver van de baai waar we aan land gekomen waren, lagen hun blijdschap op roerende wijze blijken. Paulus, maar ook Lucas en
verscheidene landgoederen waarop meerdere gebouwen stonden. Ze Aristarchus die hem bij zijn prediking hadden geholpen, werden over-
waren het eigendom van een zekere Publius 21 ), de Romeinse gouver- laden met eerbewijzen. Zij hadden bij de schipbreuk waarschijnlijk de
neur van het eiland. Deze liet ons allen bij zich komen en onthaalde meeste van hun bezittingen verloren. Maar de Maltezers die hen toen
ons de eerste drie dagen bijzonder gastvrij. Intussen konden er voor- al niet hadden beroofd (zie bij vs. 2), voorzagen hen nu ruimschoots
zieningen getroffen worden om alle schipbreukelingen gedurende de van al het benodigde.
wintermaanden elders op het eiland onderdak te verlenen.
8 Nu wilde het geval dat de vader van Publius op dat moment 4. VAN MALTA NAAR ROME, HAND. 28: 11 15 -

ernstig ziek op bed lag, gekweld door koortsaanvallen en buikloop Inmiddels had de centurio in een van de havens van Malta een ander
(Grieks: dysenteria). Als de koorts niet zou verdwijnen, moest voor (graan?)schip uit Alexandrie gevonden. Het had eveneens op het eiland
zijn leven worden gevreesd. Paulus, die blijkbaar gevraagd had of hij overwinterd en zou zodra het vaarseizoen heropend werd, koers zetten
de zieke mocht zien, ging het vertrek binnen waar hij lag. Nu deden naar Italie. Of het alle 276 schipbreukelingen kon meenemen, is de
de apostelen evenmin als de Here zelf geen wonderen op eigen initia- vraag. Voor Julius, de soldaten, de gevangenen en Paulus met zijn met-
tief, maar altijd onder leiding van Gods Geest en in Gods kracht, Luc. gezellen was er in elk geval plaats aan boord.
4: 14, 5: 17, Hand. 3: 12, 10: 38, 19: 11, Joh. II: 4 1v. Daarom ging Nadat zij de maanden november, december en januari op Mal-
Paulus eerst in gebed om te vragen of de Here deze ernstig zieke hei- ta hadden doorgebracht, was het zover. Op een vroege voorjaarsdag,
den door hem wilde genezen. Toen hem duidelijk werd dat dit inder- toen er een zuidenwind waaide, besloot de schipper de oversteek van
daad Gods wil was, ontving hij de benodigde kracht, legde de zieke de Malta naar Sicilie te wagen. Het was een afstand van amper 8o km die
handen op, waarna deze in de tijd van een tel genezen was. Natuurlijk met deze gunstige wind in iets meer dan een dag kon worden overbrugd.
heeft Paulus daarbij vermeld dat hij dit deed in de naam van Jezus Daarna zou men zonder veel risico langs kusten en havens varen.

270 271

§ 37 Paulus'reis naar Rome Paulus'reis naar Rome X37

Het schip voerde aan de voorsteven de afgodsbeelden van de 14 Het verwondert ons niet dat Paulus in dit internationale han-
Dioscuren, Castor en Pollux. Volgens de Griekse mythologie waren dit dels- en verkeerscentrum christenen vond. Gewone gelovigen die niet
tweelingzonen van de oppergod Zeus. Zij werden vereerd als bescherm- over de Here Jezus konden zwijgen, waren blijkbaar reeds bezig het
goden van de zeevaart. In vele havensteden stonden tempels voor de bei- evangelic te verbreiden. De broeders in Puteoli nodigden ons uit een
de broers. 22 ) In werkelijkheid voer het schip natuurlijk onder be- week bij hen te blijven. Hoe dat kon, vermeldt Lucas niet. Zoals hij zo-
scherming van Paulus' zender, de verheerlijkte Here Jezus Christus. veel niet vertelt wat wij graag hadden geweten. Werd de centurio soms
12 De vaart naar Syracuse, een havenstad aan de oostkust van ook uitgenodigd en was hij misschien at christen geworden? 24 ) En zo
Sicilie, verliep voorspoedig. Het oponthoud duurde hier drie dagen. begaven we ons zeven dagen later, gesterkt door de gemeenschap der
Werd er lading gelost of moest men wachten op gunstige wind? heiligen van Puteoli, over de Via Appia, de mooiste en drukste Ro-
13 Vandaar voeren we langs de oostkust van Sicilie naar Regium, meinse rijksweg, op weg naar Rome.
aan de punt van de laars van Italie. Nu had het schip de smalle, gevaar-
lijke zeestraat van Messina tussen Italie en Sicilie nog voor de boeg. Ingehaald door Romeinse broeders
Destijds berucht vanwege de gevaarlijke draaistromingen op haar 15 Gezien het drukke verkeer tussen de beide steden was het niet
smalste punt. Niet voor niets werden daar de mythologische Scylla en moeilijk de gemeente(n) te Rome van Paulus' komst te verwittigen.
Charibdis gesitueerd. Na een dag ging de wind echter uit het zuiden Voor de gelovigen daar was hij zeker geen onbekende, evenmin als zij
waaien, de ideale windrichting om de Straat van zuid naar noord snel voor hem. Nu een jaar of drie geleden hadden zij 'de brief aan de Ro-
door te steken. Binnen twee dagen was de Dioscuren zo flink opge- meinen' van hem ontvangen, waarin hij liefst achtentwintig gemeen-
schoten, dat het schip kon afmeren in de haven van Puteoli in de golf teleden met name liet groeten en voorbede vroeg voor zijn komst naar
van Napels. Rome, Rom. 5: 3o-16: 16.32. Na een voetreis van zo'n 110 km be-
In Paulus' tijd was dit met honderdduizend inwoners de belang- reikten zij Forum Apii (Appiusmarkt), een poststation en pleisterplaats
rijkste havenstad van Italie. Zij lag even ten noorden van Pompeii, aan de Via Appia, ca. 65 km van Rome.
eveneens een havenplaats, dichtbij de Vesuvius. Toen Paulus daar En laat Paulus daar tot zijn grote vreugde worden opgewacht door
voorbijvoer kon hij niet vermoeden dat deze stad in 79, amper twintig een deputatie van de gemeente(n) van Rome! En in Tres Tabernae
jaar later, bij de verschrikkelijke uitbarsting van de vulkaan onder de (= Drie Herbergen), een dorpje vijftien km verderop, heette een twee-
lava bedolven zou worden. En dat daarbij ook Drusilla, de vrouw van de deputatie hem welkom. Zij hadden (van de broeders in Puteoli?)
Felix, met hun zoon zou omkomen (Paulus had haar nog tot geloof in reeds het een en ander over hem gehoord: dat hij twee jaar in ge-
Christus Jezus opgeroepen, 24: 24v.). Bij de opgravingen bleek later vangenschap had doorgebracht, schipbreuk had geleden en nu binnen
dat er toen in Pompeii en het nabij gelegen Herculaneum ook al christe- enkele dagen in Rome zou arriveren. Nu betuigden zij hem hun liefde
nen hebben gewoond. door hem zo'n vijftig, zestig km tegemoet te reizen en naar de hoofd-
Alexandrijnse graanschepen meerden in Puteoli af. Loste de stad te begeleiden.
Dioscuren hier ook zijn graan of voer het verder naar Portus, destijds Voor Lucas had deze ontmoeting een diepe betekenis. Hij be-
de nieuwe en immense haven van Ostia, 3o km van Rome? 23 ) Passa- schrijft haar met een term voor het inhalen van een nieuwe vorst of
giers gingen gewoonlijk in Puteoli van boord om de laatste 200 km hoogwaardigheidsbekleder. 25 ) Wanneer zo iemand destijds aan de een
naar Rome over land te reizen. Zo ook Julius met zijn soldaten en ge- of andere stad een staatsbezoek (parousie) bracht, dan wachtten de bur-
vangenen. De zeereis die inclusief de overwintering op Malta minstens gers zijn komst niet af, maar gingen zij hem buiten de poort een eind-
zes maanden had geduurd, was ten einde. Nu wachtte hen nog een voet- weegs tegemoet om hem feestelijk in te halen. Zo zullen wij de Here
reis van een dag of vijf en dan waren ze in Rome. Jezus bij zijn parousie `tegemoet' (zelfde term) gaan in de lucht om

272 273

sC 37 Paulus'reis naar Rome Paulus'reis naar Rome 37

Hem op aarde in te halen, i Tes. 4: 17. lets van zo'n vorstelijk onthaal 7) Volgens de berekening van Ernst Haenchen, geciteerd door John R. W.
zag Lucas toen broeders uit Rome Paulus tegemoet gereisd waren om Stott, comm. a.l.
hem naar hun stad te begeleiden. 8) Volgens Werner de Boor sprak Paulus niet alleen uit ervaring, maar ook
Toen de apostel hen zag, dankte hij God voor de verhoring van `in einer profeti schen Gewiszheit', comm. a.l. Volgens F. F. Bruce daarentegen
was het 'his private judgment, on the basis of past experience', comm. a.l.
zijn gebeden om ook in de hoofdstad van het Imperium Romanum het
9) 'Before the seismic uplift of the sixth century A.D.', F. F. Bruce, comm. a.1
evangelic te mogen verkondigen. Wat had de Here hem sinds zijn 10) Uit geografische overwegingen (de overheersend westenwinden in deze
arrestatie in Jeruzalem, nu bijna drie jaar geleden, wonderlijk bewaard! regio) koos de NBV voor de vertaling: `een haven op Kreta die bescherming
Nu stonden daar vertegenwoordigers om hem heen van de gemeente biedt tegen de zuidwesten- en noordwestenwind', vgl. de verantwoording in
naar wie hij zo vurig had verlangd. Zo begon 'de vertroosting van ons Werk in uitvoering, Haarlem, 1998, 199. Fik Meijer verwerpt deze vertaling:
gemeenschappelijk geloof waarover hij hun in zijn brief geschreven `In de wintermaanden waaien de winden echter overwegend uit richtingen tus-
had, Rom. I: II-15; 15: 23. Nieuwe moed en kracht stroomden door sen noordwest en oost', a.w. Volgens W. E. van Popta (maritiem historicus) kan
hem heen. De onderlinge liefde die uit deze ontmoeting en begroeting men vs. 12 het best aldus lezen: 'Phoenix, een haven op Kreta, liggende on-
der de zuidwesten- en noordwestenwind'. De Griekse tekst `bleponta kata liba
bleek, moet ook op de centurio Julius diepe indruk gemaakt hebben. kai kata chooron' betekent niet open in de richting vanwaar de wind waait,
De laatste kilometers voerden langs de graftomben van duizen- maar open in de richting waarheen de wind waait. Dat wil zeggen dat Phoe-
den doden. Toen betraden zij de buitenwijken van de miljoenenstad op nix niet open ligt naar het zuidwesten, maar van het zuidwesten af. R. C. H.
de zeven heuvelen. Prachtige villa's in schitterende parken. Grote Lenski relativeert het hele probleem: 'The point is a quite minor one. The
verkeersdrukte van voetgangers, rijtuigen, vrachtwagens en ezeldrij- vessel never reached this harbor', comm. a.l.
vers. In dat gewoel arriveerde de ambassadeur van Koning Jezus in 11) A. Schlatter, Erlduterungen zum NT, a.l.
12) 'Gorden, of zoals de juiste term luidt, sjorren van het schip, is zo oud als
Rome, als een onopvallende gevangene tussen bewakers en medege-
de zeevaart zelf. (...) Zo'n ondergording moest varende worden aangebracht.
vangenen. Maar ook begeleid door een `erewacht' van medegelovigen. Enige mannen, staande bij de boeg, ter weerszijden van de steven, lieten een
Voor het oog geen zegetocht, maar achteraf beschouwd was de intocht zwaar touw in zee zakken, zo diep, dat het onder het schip door kon schui-
van deze gevangene voor de wereldgeschiedenis van oneindig veel ven. Dan liepen ze langs het boord naar achteren, tot ongeveer halverwege het
groter betekenis dan die van alle veldheren die hier ooit triomfantelijk schip, en maakten de einden vast. De tros snoerde zich steeds vaster om de
waren teruggekeerd. romp. Achtereenvolgens werd een tweede, een derde en een vierde tros te wa-
ter gelaten en onder het schip geschoven. De houten romp werd zo stevig om-
NOTEN snoerd, dat het schip niet gemakkelijk uit elkaar zou slaan', W. E. van Popta,
') De meeste nautische gegevens en bijzonderheden over de antieke schepen a.w. 158v.
13 ) E Meijer vermoedt dat zij misschien de geuren van het land roken, a.w.
in deze paragraaf ontlenen we aan Fik Meijer, Paulus'zeereis naar Rome, Am-
sterdam 2000, passim, en aan W. E. van Popta, De Bijbel en de zee, Amster- 148. Maar Colin J. Hemer, The Book ofActs in the setting of Hellenistic his-
dam 1975, 134-176. tory, Tubingen 1989, 146 merkt op: 'The smells of land would certainly not
2) Brian M. Rapske, Acts, Travel and Shipwreck, in: The Book ofActs in Its be carried seaward in a gale blowing from the sea.'
14 ) Fik Meijer, a.w., 149.
First-Century Setting, Vol. 2: David W. J. Gill en Conrad Gempf red., The Book
15 ) Overigens vertelt Flavius Josephus dat hij in diezelfde jaren van Caesa-
ofActs in Its Graeco-Roman Setting, Carlisle 1994, 25.
3) F. F. Bruce, comm. , 511v rea naar Rome voer op een schip dat 600 opvarenden had. ' ...but we know
4) Aldus de Westerse Tekst van Handelingen. that Josephus is prone to exaggerate numbers. (...) It may indeed be right, or
5) Brian M. Rapske, a.w., 31 not far from, but I hesitate to build too simply on him', Colin J. Hemer, a.w.
6 ) E E Bruce, comm. a.l. 1 49.

274 275

§ 37 Paulus' reis naar Rome Paulus' reis naar Rome § 37

16) Het graan was vermoedelijk in zakken verpakt, anders zou het veel tijd bij op: 'Aber wiirde Lucas das nicht doch ausdriicklich hervorgehoben ha-
gekost hebben om het tijdens stormweer overboord te werpen, B. M. Rapske, ben?', comm. a.l.
a.w. 32. 25 ) Vgl. TWBNT s.v. apantesis, vgl. F. F. Bruce, comm., a.l., J. van Eck, a.w.,
17) De sv en NV zeggen ten onrechte dat zij de ankers ophaalden, Fik Meijer, 83v. `Darum wird es sich auch in i Th 4,17 nicht urn eine `Entriicicung' zum
a.w. I 6o. Van de voorzorgsmaatregelen in vs. 4o zei ooit een Nederlandse ge- Herrn in den Himmel handeln, urn dort im Himmel bei ihm zu bleiben, so
zagvoerder `dat de gegevens vragen hadden kunnen zijn voor het examen eer- wenig die rOmischen Christen sich mit Paulus in Forum Appii oder Tres
ste stuurman grote zeilvaart', W E. van Popta, a.w. 168. Tabernae niederlieszen, sondern urn die Einholung' des wiederkommenden
18) Volgens Fik Meijer was het een weloverwogen beslissing van de schip- Herrn durch seine Gemeinde', W. de Boor, comm., a.l.
per, die beter tot zijn recht komt in de vertaling: `zij stuitten op een ondiepte
die aan twee kanten naar zee was gericht en zetten het schip daar aan de
grond', a.w. 161. Vgl. sv: `zetten zij het schip daarop'.
19) Grieks: elueto, impf. pass.
20) Grieks: barbaroi (zie sv). Dit heeft hier niet de denigrerende en discri-
minerende betekenis van ons woord barbaren, maar zo noemden de Grieken
en Romeinen alle volken die voor Grieks-Romeinse oren een onverstaanba-
re taal spraken. In Rom. 1: 14 is het vertaald door niet-Grieken; in Kol. 3: It
staat het onvertaald. Een spreker in tongen kan op een `barbaar' (vreemde)
lijken, i Kor. 14: i 1. Vgl. J. van Eck, Paulus en de koningen, Franeker, 1989,
78v.
21) "Publius' was his praenomen, and its use by Luke in place of the cog-
nomen may indicate the intimate relation with the man into which Paul and
his companions came', Lenski, comm. a.l.
22) 'Ostia spande de kroon. Daar nam de verering van Castor en Pollux zo-
danige vormen aan dat ieder jaar op 27 januari de pretor van de stad een festi-
val ter ere van hen opende om een kalm en rustig vaarseizoen of te smeken.
De cultus was in Ostia zo diep geworteld dat er zelfs aan het slot van de vijf-
de eeuw, toen het Romeinse Rijk nagenoeg geheel gekerstend was, een ge-
weldig oproer uitbrak omdat paus Gelasius de waarde van dit festival in twij-
fel trok en de bewoners voorhield dat Castor en Pollux de zeevaart maar
weinig goeds hadden gebracht', Fik Meijer, a.w., 182.
23) Colin J. Hemer, Book of Acts, Tiibingen, 1989, 154. Tot het midden van
de eerste eeuw na Chr. beschikte de hoofdstad van het Romeinse Rijk niet over
een haven met voldoende faciliteiten voor de grote graanschepen. Het graan
werd in Puteoli overgeladen op kleinere schepen die langs de kust naar het
noorden voeren, richting de Tiber. De nieuwe haven van Ostia werd omsloten
door twee pieren van zevenhonderd meter lengte, waar de grote graansche-
pen veilig konden afmeren, Fik Meijer, a.w., 185.
24 ) Hierover zijn allerlei gissingen gemaakt, vgl. Brian M. Rapske, a.w. 18.
Hij oppert de mogelijkheid dat een rijke christen ook Julius onderdak aan-
bood, wat hij na de zware zeereis en gezien de miserabele kwaliteit van de
herbergen graag aanvaardde. Zo ook A. Schlatter, die opmerkt: `wahrschein-
lich war er damals schon Christ', Erlduterungen, a.l. W de Boor merkt hier-

276 277

Paulus' getuigenis in Rome § 38

werd de stilte verstoord door het geratel van wagefis en het gelal van
dronkaards.
Als Paulus door een venster naar buiten keek, zag hij een bonte
verscheidenheid van mensen voorbijlopen. Deftige Romeinen in hun
§ 38 met purperen zoom afgezette toga's die zich door slaven in een draag-
stoel lieten vervoeren. Slaven afkomstig uit alle landen. Bakkers. Be-
HANDELINGEN 28: 16-31 delaars. Straatventers. Matrozen. Griekse filosofen. Egyptische pries-
PAULUS' GETUIGENIS IN ROME ters. Blonde Germanen. Zwarte Nubiers. Schoolkinderen. Processies
van zonderlinge godsdiensten. En tussen hen allen ook veel Joden.
Dat Rome de hele wereld beheerste, was ook te zien in de winkel-
Wie een indruk wil krijgen van Rome zoals het was toen Paulus er wijken waar producten uit vele landen te koop waren: Griekse oesters,
woonde, heeft aan prof. dr. A. Sizoo in zijn boek Uit de wereld van het Zwitserse kaas, Zwarte Zeevis, Arabische specerij en en parfums, Indi-
Nieuwe Testament, Kampen 1948, p. 135-147 een uitstekende gids. sche parels, Klein-Aziatisch marmer, Egyptisch linnen en glaswerk,
Wij ontlenen aan zijn rondleiding het volgende. zelfs Chinese zij de had de stad langs een Lange handelsweg bereikt. Je
Hier was de apostel in het hart van het onmetelijke Romeinse rijk kon er levensmiddelen kopen, maar je had er ook boekwinkels en
en in de belangrijkste stad die de wereld wellicht ooit gekend heeft. kapsalons. Gaarkeukens boden goedkope maaltij den aan. De bankiers
Het was toen al een echte metropool waarin destijds vermoedelijk 66n hadden hun eigen wijk, waar je geld kon wisselen en reischeques
miljoen mensen woonden. Evenals onze moderne wereldsteden ver- kopen die je elders kon verzilveren.
toonde ook het antieke Rome schrijnende tegenstellingen. Circus en theater vormden een belangrijk element in het antieke
Aan de ene kant was het een schitterende stad. Niet alleen in het leven. In het grote circus dat in Paulus' tijd 6o.000 zitplaatsen telde,
centrum, op het forum Romanum, maar ook elders verhieven zich werden de populaire wagenrennen gehouden. Ook vermaakte het
prachtige marmeren tempels, paleizen en zuilengangen. Een enorm publiek zich er met de bloedige gladiatorenspelen waarbij de
aantal beelden en andere ornamenten versierde de straten en pleinen zwaardvechters elkaar tot de dood toe bestreden. Voorts waren er ver-
van de wijken waar de hooggeplaatsten woonden. Vele fonteinen le- scheidene theaters waar toneelstukken werden opgevoerd. De vele
verden het frisse water dat van heel ver door grote waterleidingen werd weelderig ingerichte badhuizen bevatten afzonderlijke zalen voor kou-
aangevoerd. Boven dit alles torenden het Capitool uit met zijn tempel de, lauwe en hete baden, massage-inrichtingen en conversatiezalen.
van Jupiter, allerlei andere gebouwen en de Palatijnse berg met zijn In deze grote wereldstad met haar paleizen, tempels, krotten en
keizerlijke paleizen. Aan de buitenkant van de stad stonden de villa's huurkazernes, leefden tussen honderdduizenden heidenen de christe-
van de rijke Romeinen in schitterende parken, waarvan er vele voor het nen aan wie Paulus al voor hij er aankwam zijn brief aan de Romein-
publiek waren opengesteld. se huisgemeenten had geschreven. Waarschijnlijk waren die gesticht
Dit alles vormde echter een schreeuwend contrast met de binnen- door Messiasbelijdende Joden, vgl. 2: io. In Rom. i6 noemt Paulus
stad, waar het proletariaat huisde in nauwe, kronkelende straten en een aantal van hen bij name. Samen met bekeerde heidenen zonder-
overvolle huizenblokken. Daar was het ongelofelijk druk en klonk dag den zij zich om Christus' wil of van de zonden die Paulus in Rom. I :
en nacht onophoudelijk lawaai. Mensen baanden zich dringend en 18-32 beschrijft, en die hen dagelijks omringden.
stompend een weg door de nauwe straten. Rijken lieten een paar ster- In 64, kort na Paulus' tweejarig huisarrest in Rome, brak de gro-
ke slaven voor zich uit lopen om met hun vuisten en ellebogen een weg te brand uit die een groot deel van de binnenstad verwoestte. Hiervan
te banen. Vrachtverkeer kon daarom alleen 's nachts plaatsvinden. Dan zouden de christenen de schuld krijgen en op Nero's bevel bloedig ver-

278 279

,sC 38 Paulus'getuigenis in Rome Paulus'getuigenis in Rome § 38

volgd worden. Volgens de overlevering is de apostel bier nog voor de weten `dat wat mij overkomen is juist veel heeft bijgedragen tot de
zelfmoord van Nero (9 juni 68) onthoofd. voortgang van het evangelic. Zo is het in heel het pretorium (de ka-
zerne van de keizerlijke garde) en voor alle anderen duidelijk gewor-
1. PAULUS IN VERZEKERDE BEWARING GESTELD, den, dat ik mijn boeien draag ter wille van Christus', Fil. : I2v. De
HAND. 28: 16 Here weet of en tot in welke verre streken bekeerde bewakers het evan-
Toen de christenen uit Rome Paulus op zijn laatste twee dagreizen had- gelie hebben verbreid!
den begeleid, scheidden hun wegen. Zij gingen naar huis en hij moest
in hechtenis worden genomen. 2. PAULUS' GETUIGENIS VOOR DE ROMEINSE
16 Maar toen de centurio zijn transport gevangenen in Rome had JODEN, HAND. 28: 17-28
afgeleverd, moet hij bij de bevoegde instantie voor de apostel een uit- Amper wat bekomen van de maandenlange zeereis en de 200 km Lan-
zonderingspositie hebben bepleit. Behalve naar Paulus' Romeinse bur- ge voettocht van Puteoli naar Rome, dacht Paulus alweer aan zijn roe-
gerrecht en zijn optreden tijdens de zeereis kon Julius daarvoor ver- ping om onder Joden en heidenen van Messias Jezus te getuigen, 9:
wijzen naar het rapport van Festus. Daar moet wel in gestaan hebben 15. Zoals hij overal had gedaan, wendde hij zich ook bier eerst tot de
dat Paulus geen misdrijf begaan had (26: 3 I ), maar dat hij als gevolg Joden. En dat na alle haat en vervolging die hij van hen had onder-
van een Joods godsdienstig geschil gearresteerd was. Daarop kreeg hij vonden! Door hun vijandschap moest hij nu zelfs voor het gerechtshof
verlof om in afwachting van zijn proces buiten de kazerne op zichzelf van keizer Nero verschijnen! Wat betoonde hij zijn Israelitische
te gaan wonen, daarbij wel door boeien en een bewaker verhinderd in volksgenoten dan grote liefde en trouw!, vgl. Rom. 9: 1-5.
en uit te gaan, vs. 30.
De apostel huurde toen vast geen riante villa in een rustige bui- Het eerste gesprek
tenwijk, maar woonruimte in een van de grauwe huurkazernes in het 17 Men schat dat er omstreeks deze tijd rond veertigduizend Jo-
toen al razend drukke centrum, waar het nooit stil werd. Daar heeft hij den in Rome woonden en dat die minstens tien synagogen bezaten. 3 )
twee jaar lang ongehinderd de naam van de Here Jezus Christus kun- Reeds drie dagen nadat hij zijn woning had betrokken, nodigde Pau-
nen verkondigen, vs. 30. Wij nemen aan dat christenen te Rome en lus de leiders van de belangrijkste synagogen uit bij hem op bezoek te
elders de huishuur voor hem betaalden en hem van voedsel, kleding komen. Zij gingen op zijn verzoek in en ontmoetten hem in zijn
en andere noodzakelijke levensbehoeften voorzagen, vgl. Fil. 2: 25, huurwoning. Rekening houdend met de mogelijkheid dat hij ook bij
4: 10. 1 ) hen reeds verdacht was gemaakt, stond hij voor de delicate taak eerst
Wie kan hij daar tijdens zijn tweejarig huisarrest al niet hebben zijn huisarrest te verklaren en zijn onschuld te verdedigen, zonder
ontmoet? Zijn bewakers werden geregeld afgelost, zodat hij geduren- daarbij deze Joden bij voorbaat van zich te vervreemden.
de zijn gevangenschap menige soldaat leerde kennen en zij hem. Hij Hartelijk en vredelievend sprak hij hen aan met `mannen, broe-
werd dag en nacht door hen bewaakt, zodat hij geen moment alleen ders'. Daarmee respecteerde hij liefdevol de verbondsgrondslag waar-
was, zelfs niet als hij sliep. Alle gesprekken die hij met zijn bezoekers op hij nog altijd met hen stond. Vervolgens verklaarde hij waarom zij
voerde, konden zij volgen en als hij bad en zong hoorden zij toe, vgl. hem als gevangene aantroffen. `Hoewel ik geen afvallige ben en niets
16: 25. Heeft hij zodoende ook sommigen van hen tot geloof mogen heb gedaan tegen ons yolk of de voorvaderlijke gebruiken, ben ik toch
brengen? door de Joden in Jeruzalem gevangengenomen en aan de Romeinen uit-
Als hij zijn brief aan de Filippenzen in Rome geschreven heeft 2 ), geleverd.' Dat zij hem toen liever hadden vermoord, liet hij wij selijk ach-
dan vernemen we daaruit dat zijn gevangenschap de evangelie- terwege. Ter wille van het evangelie vermeed hij ook nu alles waarmee
verkondiging bepaald niet heeft belemmerd, maar bevorderd. U moet hij Joden en heidenen tegen zich in het harnas zou kunnen jagen.

280 281

38 Paulus'getuigenis in Rome Paulus'getuigenis in Rome § 38

18 `Nadat de Romeinen mijn zaak hadden onderzocht, consta- Zo brak voor deze Joden het uur der genade aan. Niemand minder dan
teerden zij dat er bij mij geen sprake was van een halsmisdaad en wil- een apostel van Jezus Christus, nog wel een farizeese rabbi en leerling
den zij mij vrijlaten, 23: 29; 25: 25v; 26: 31v. van Gamaliel, zou hen uit de Schrift bewijzen dat Jezus de Messias
19 Maar toen de Joden daar bezwaar tegen maakten en de was.
Romeinen mij ter berechting aan het Sanhedrin dreigden over te dra-
gen, was ik wel gedwOngen van mijn Romeinse burgerrecht gebruik te Apostolisch getuigenis in de schaduw van het jaar 7o
maken en mij op de keizer te beroepen. Overigens zonder dat ik nu van- 23 Men besloot er een aparte samenkomst voor te beleggen en
wege deze kwade behandeling wraak wil nemen en mijn yolk van iets daarvoor een hele dag te reserveren. Op de afgesproken datum kwa-
wil beschuldigen. Ik zocht mijn recht en levensbehoud alleen om de ver- men de Joodse leiders 's morgens vroeg naar hem toe. Het waren er
kondiging van het evangelie te kunnen voortzetten', vgl. Fil. i : 22, 24. zelfs nog meer dan bij de eerste ontmoeting. Zouden ook Lucas en eni-
Ter wille van de lieve vrede verzwijgt hij dat hij in hoger beroep ging ge Joodse christenen bij de besprekingen aanwezig zijn geweest? Pau-
om aan een nieuwe Joodse moordaanslag te ontkomen, 25: 3. lus' huurwoning bood blijkbaar de nodige ruimte.
20 Waarom ik u heb uitgenodigd met mij te komen spreken? Het werd een bijzondere bijeenkomst in een eveneens bijzonder
Wel, dan kunt u zich er persoonlijk van overtuigen dat ik geen vijand tijdsgewricht. Het verbondsgeding tussen God en Israel over de
van Israel ben, maar dat ik als christen juist een ware Jood ben, Rom. rechtmatigheid van Jezus' Messiasschap naderde een einde. Nog
2: 28v. Want het gaat in mijn zaak om de kern van ons geloof: de Hoop slechts enkele jaren en dan zou de Joodse Oorlog (66-70) uitbreken,
van Israel, de komst van de Messias met zijn vrederijk en de op- die zou eindigen met de verwoesting van Jeruzalem en zijn tempel.
standing van de doden, vgl. 23: 6, 24: 15, 26: 6v. Daarom draag ik als Daarin zou volgens de profetieen van Johannes de Doper en de Here
schriftgetrouwe Jood deze Romeinse handboeien.' 4 ) Jezus Gods toorn over Israels eeuwenlange afkerigheid openbaar wor-
21 Hun reactie was hoffelijk, maar gereserveerd. Zo zwegen zij den, Mat. 24: 1-28, Luc. 3: 7,16; 21: 5-36. Het genade-interim dat God
over contacten met Joodse leden van de christelijke gemeenten in voordien had ingelast, liep nu spoedig af. Onder deze dreiging legde
Rome, hoewel die al jaren bestonden en wereldbekend waren, Rom. I : Paulus voor de laatste maal in dit boek getuigenis van Messias Jezus
8. Naar ze zeiden, hadden ze officieel noch officieus iets belastends af, vgl. 23: i i. En wel voor een groot aantal Joodse voormannen in het
over Paulus vernomen. `Wij hebben uit Judea geen brief van het San- centrum van de toenmalige wereld.
hedrin over u ontvangen.' De Hoge Raad had blijkbaar van verdere ver- Dit was zowel een getuigenis a decharge als a charge. Als getui-
volging afgezien. Zelf was de vergadering hierover verdeeld (23: 6-9) ge a decharge moest hij Jezus verdedigen door te betuigen dat God
en bovendien hadden twee gouverneurs en koning Agrippa II Paulus Hem uit de doden had opgewekt en in de hemel opgenomen. En als
onschuldig verklaard. En hoewel er alleen al voor de grote feesten (vgl. getuige a charge moest hij Israel aanklagen vanwege zijn Messiasver-
2: IO, 20: 3) druk gereisd werd tussen Rome en Jeruzalem, was er ook werping en zijn bezoekers oproepen zich los te maken van hun leiders
nog niemand officieus iets kwaads over Paulus komen melden. Moge- in Jeruzalem, die Jezus hadden laten kruisigen. Als zij dat zouden
lijk hadden de politieke spanningen, die aan de nu spoedig uitbrekende doen, mocht hij hun vergeving verkondigen, vgl. dl. I, p. 23v.
Joodse Opstand (66) voorafgingen, de zaak-Paulus in Jeruzalem uit de Van Lucas' brede verslag van Paulus' prediking in de synagoge
aandacht laten ontsnappen. te Antiochie in Pisidie (13: 14-43) weten we reeds hoe hij aan Joden
22 Wel wisten Paulus' bezoekers dat hij een vooraanstaand het evangelie placht te verkondigen. Daarom kon Lucas zich nu be-
christen was en dat deze nieuwe richting in Joodse kringen overal op perken tot Paulus' hoofdonderwerp: het Koninkrijk van God en de
verzet stuitte. Hoewel ze daardoor enige achterdocht koesterden, wil- plaats van Messias Jezus daarin. Aan de hand van de Wet van Mozes,
den zij wel graag van hemzelf vernemen wat zijn denkbeelden waren. de boeken van de Profeten en de Psalmen zal hij verkondigd hebben

282 283
§ 38 Paulus'getuigenis in Rome Paulus'getuigenis in Rome § 38

hoe God begonnen was zijn koninklijke heerschappij op aarde te her- Toen de HERE hem tot profeet riep, had Juda Gods verbond
stellen door Messias Jezus. reeds vaak verbroken. En hoewel hele rijen profeten het naar God en
Met de ene aanhaling na de andere bewees hij dat alle profetieen zijn Woord hadden teruggeroepen, had het yolk hun prediking
over de Messias in Jezus van Nazaret stipt waren vervuld, vgl. Luc. 24: hardnekkig veracht. Toen brak de tijd aan dat er zelfs aan Gods ge-
27. Hij was de beloofde Vredevorst van Psalm 72. Het Lam van God duld een einde kwam en Hij tot Jesaja sprak: `Ik zend je naar dit yolk
dat door zijn offerdood de eis der Wet vervuld had en de zonde der we- als mijn boodschapper, maar Ik zeg je vooruit dat de massa niet naar
reld wegnam. De Heiland en Leidsman ten leven, die volgens de je prediking zal wilden luisteren. Maar dat is nu net mijn bedoeling!
Schriften eerst mOest lijden en sterven. Maar daarna had Hij, geheel Nil gun Ik hun niet meer dat ze mijn Woord verstaan. Ik maak hun
volgens de profetie van Psalm i Io , als de opgestane Priester-Koning hart daarvoor ongevoelig als vet. Ze hebben hun oren ervoor toege-
aan de rechterhand van God plaats mogen nemen. 'En ik heb Hem in stopt? Nu mogen ze het niet meer horen. Ik straf hen met doofheid
zijn hemelse heerlijkheid gezien!', kon Paulus getuigen. Wie het ko- voor mijn Woord. Ze hebben hun ogen gesloten voor mijn daden van
ninkrijk van God wilde binnengaan, diende te buigen voor koning genade en gericht? Nu mogen zij die niet meer opmerken! Ik strijk nu
Jezus. zelf hun ogen dicht. Ze hebben zich al eeuwenlang in dit kwaad ver-
Zo trachtte hij met al zijn inzicht in de Schrift de Joodse leiders hard? Nu geef Ik hen over aan verharding, als straf op hun verhar-
ervan te overtuigen dat Jezus' weg en werk volmaakt met Gods Woord ding!'
in overeenstemming waren. Een hele dag lang putte hij zich liefdevol Toen Gods Zoon op aarde was, zag Hij deze profetie aan zijn tijd-
uit om zijn broeders te bewegen in Hem te geloven. genoten vervuld. Nadat de meerderheid van de Joden zich al meer van
24 Helaas, met al zijn Geestesgaven kon zelfs hij hen niet alien Hem afwendde, wendde Hij zich, verontwaardigd over zo'n schande-
tot Christus brengen. Sommigen (de minderheid?) lieten zich inder- lijke ontvangst en behandeling, al meer van hen af. Daarop besloot Hij
daad overtuigen door wat hij te berde bracht. Zij aanvaardden dat Jezus hen niet langer ronduit, maar verhuld in gelijkenissen toe te spreken.
van Nazaret de beloofde Messias-Koning was, maar anderen wilden In heilige ironie voegde Hij eraan toe: `Ze zouden zich nog eens moe-
dit beslist niet geloven. Zo ontstond er verdeeldheid onder hen. De ten bekeren! ', Mat. 13: 10-17, vgl. Joh. 12: 37-41.
Messiasgelovige Joden zullen zich bij een van de christelijke ge- Naar ditzelfde oordeelswoord verwees Paulus tenslotte de onwil-
meenten gevoegd hebben of een eigen Messiasbelijdende (huis)ge- lige Joodse kerkleiders in Rome (in Rom. i i : 8 had hij het ook al
meente hebben gesticht. Maar zij die zich aan Paulus' christocentrische aangehaald). 5 ) Hij leidde het in als een woord van de Heilige Geest,
schriftverklaring beslist niet gewonnen wilden geven, verwierpen door Wie Jesaja van Messias Jezus had geprofeteerd. Als zij Hem ble-
daarmee niet alleen Jezus Christus, Gods Zoon, maar ook Gods Geest ven afwijzen, zou Gods toorn hen treffen, Joh. 3: 18, 36. Dan verdient
en Woord, die van Hem getuigen. Voor wie dit aandurft, wordt de u hetzelfde oordeel als de Heilige Geest terecht over `uw 6 ) voorouders'
Schrift tenslotte een gesloten boek. uitsprak toen zij Gods Woord door Jesaja even hardnekkig verwierpen
als sommigen nu Gods Woord door mij, Paulus':
Paulus waarschuwt voor verharding als straf op verharding 26 Ga naar dit yolk en zeg:
25 Voordat zij 's avonds vertrokken, heeft Paulus zijn on- U zult horen en horen, en toch niet verstaan.
gelovige hoorders ernstig voor dit rampzalig gevolg van hun Paulus had de Schriften verklaard als zijnde Jezus' legitimatiebewijs,
Messiasverwerping gewaarschuwd. Als zij zich daarvan niet bekeer- maar zo wilden zij die beslist niet verstaan. Welnu, dan zouden zij ze
den, dreigden zij door hetzelfde oordeel getroffen te worden als de voortaan wel lezen, lezen, lezen, maar niet meer mogen verstaan. Wat
Judeeers die zeven eeuwen eerder de prediking van Jesaja verworpen hun als een levenwekkend aroma was verkondigd, zou een dodelijke
hadden. walm voor hen worden, 2 Kor. 2: 16. Zie de aangrijpende geschiede-

284 285
§ 38 Paulus'getuigenis in Rome Paulus'getuigenis in Rome § 38

nis van het wereldjodendom, al bewaarde de Here wel steeds genadig Zouden Paulus' hoorders, die de Schrift uitstekend kenden, nog
een overblijfsel voor dit oordeel, Rom. 11: 1-5, 2 Kor. 3: 14-16. gedacht hebben aan wat Jesaj a na dit oordeelswoord had gevraagd:
En u zult kijken en nog eens kijken, en toch niet zien. Hoe lang, Heer? Hij antwoordde: Totdat de steden in puin lig-
Paulus had hun de genade en wondertekens verteld waardoor Jezus had gen, geheel ontvolkt, de huizen zonder bewoners zijn en het bouw-
bewezen dat Hij de Messias was, maar zij hadden die niet willen op- land geteisterd is, een woestenij geworden, totdat de Heer de
merken. Nu zouden zij ze niet meer künnen opmerken. Ondanks gro- mensen ver heeft weggevoerd, en overal verlatenheid heerst in het
te bijbelkennis de Schrift niet verstaan. Dit oordeel trof sindsdien al land, Jes. 6: I I v.
menige rabbijn en christelijke theoloog. De oorzaak van hun verblin- Slechts enkele jaren later werd Jeruzalem verwoest, lieten 1.100.000
ding lag dan overigens niet bij God, maar bij henzelf. Hij verhardde Joden het Leven en werden 97.000 anderen als slaven gedeporteerd.
hen, omdat zij zich eerst zelf verhardden.
27 Want het hart van dit yolk is afgestompt, Israels val — de opstanding van de heidenen
door een dikke vetlaag, waar de Geest met zijn Woord vergeefs door- 28 Paulus beeindigde zijn prediking die avond met een plechti-
heen tracht te dringen. ge verklaring over de voortgang van het heil in Jezus Christus nu de
Hun oren zijn hardhorend, Joden Hem alom verworpen hadden. Hij richtte haar tot de leiders (vs.
terwijl een mens zich nu juist aan Gods Woord zalig moet hOren. Wie 17) van de grote Joodse kolonie in deze wereldstad. Over hun hoof-
daarvoor moedwillig zijn oren toestopt, kan en mag het op den duur den spreekt hij meteen de hele Joodse wereld toe. Het valt op dat hij
niet meer horen, vgl. Hebr. 6: 4-8. zijn ongelovige hoorders in zijn afscheidswoord niet langer aanspreekt
En hun ogen houden ze gesloten. met het woord broeders. Die titel hadden zij zich door hun ongeloof
Toen God naar hen omkeek, onderkenden zij die heilstijd niet, Luc. 19: onwaardig gemaakt en die konden zij alleen terugwinnen door christen
44. Zoals sommige Joden, toen Paulus hun die dag de Schriften open- te worden. 8 )
de. Zij hielden hun harten, ogen en oren willens en wetens potdicht. Als Israelieten bezaten zij in het Koninkrijk van God de oudste
Anders zouden ze zien met hun ogen, rechten. Daarom had Paulus het evangelic overal eerst aan hen verkon-
en zij wilden nu eenmaal in de Here Jezus de beloofde Messias niet digd. Pas wanneer zij het afwezen, wendde hij zich uitsluitend tot de
zien; heidenen. In het Pisidische Antiochie, in Korinte en waar al niet meer
en horen met hun oren, was hij niet uit de synagoge vertrokken alvorens een ernstige waar-
en zij wilden Paulus' christocentrische schriftverklaring niet horen; schuwing te laten horen, 13: 46, 18: 6. Nu ook in Rome een aantal Jo-
en met hun hart verstaan, den Messias Jezus verwierp, nam hij hier eveneens op plechtige en pro-
en zij wilden de profetieen over de Messias niet van Jezus verstaan; fetische wijze afscheid van hen.
en zouden ze zich bekeren; `U wilt dus niet luisteren. Dan dient u goed te weten dat de stroom
want dan zouden ze zich van hun `vrome' eigengerechtigheid moeten van Gods heil voortaan aan u voorbij zal gaan. Maar keren kunt u hem
bekeren tot een Leven van genade en dat wilden ze niet. niet, want God heeft hem reeds buiten zijn Israelitische bedding ge-
...en Ik zou hen genezen. 7) leid om de hele aarde te overstromen. Israel zal op een overblijfsel na
Zij wilden niet dat God hen door vergeving en heiliging genas (= red- vallen; maar zijn val wordt de opstanding van de heidenen, Rom. 1 1:
de). `Jeruzalem, Jeruzalem, Ik wilde... maar u wilde niet', zei de Here 11. 9 ) God is al begonnen de heilsboodschap aan hen bekend te maken
Jezus, Mat. 23: 37. Zij hadden de duisternis liever dan het licht, Joh. en Hij zal daarmee doorgaan. Wat u weigerde, zullen zij wel doen: zich
3: 19. zalig horen.' Van nu of voelde de apostel zich niet langer verplicht eerst
met het evangelic naar de Joden te gaan. 1 °)

286 287

§ 38 Paulus'getuigenis in Rome Paulus'getuigenis in Rome § 38

Al hoopte hij wel door heidenen toe te brengen althans nog en- centrum van evangelieverkondiging, waarvan de actieradius alleen aan
kele ongelovige Joden tot afgunst te mogen prikkelen, zodat hij hen God bekend is.
nog zou redden, Rom. : 14. Want nadat de Joodse leiders die avond Omdat de Here hem uitdrukkelijk had verzekerd dat hij voor de
vertrokken waren, moet het oude verdriet om Israels ongeloof zijn hart keizer zou moeten verschijnen (27: 24), zal dit ook zeker gebeurd
opnieuw vervuld hebben. Het waren immers zijn volksgenoten, die zijn. Op zekere dag heeft Paulus oog in oog gestaan met de wrede en
hun eigen Messias die dag hadden afgewezen; dat deed hem voortdu- grillige keizer Nero en voor hem van Jezus Christus getuigd (volgens
rend pijn, vgl. Rom. 9: 1-5. de traditie is hij enige jaren later nog onder deze keizer onthoofd). Zo
29 In de oudste handschriften komt dit vers niet voor. Daarom heeft de apostel tot in de allerhoogste kringen in Rome verkondigd
hebben sommige vertalingen het tussen haken geplaatst en andere het hoe ook een keizer en senatoren door Jezus Christus gered konden
weggelaten. Volgens andere handschriften gingen de Joden nadat Pau- worden.
lus was uitgesproken onderling fel discussierend weg. Zij die tot ge- En hoeveel bekeerde militairen en zakenlieden zullen het evange-
loof gekomen waren, hebben het blijkbaar nog diezelfde avond lic vanuit Paulus' huurwoning op hun dienstreizen hebben meegeno-
krachtig beleden! Zo ging de profetie van Simeon opnieuw in vervul- men naar het donkere Gallic en Germanic? Het oudste christendom is
ling: `Zie, deze is gesteld tot een val en opstanding van velen in Israel niet verbreid door zendelingen, maar door de mond-tot-mond-evan-
en tot een teken dat weersproken wordt', Luc. 2: 34. gelisatie van gewone' christenen en hun opvallende naastenliefde, bij-
voorbeeld voor pestlijders en andere ellendigen.
3. PAULUS VERKONDIGT ONGEHINDERD HET 31 Aan al zijn bezoekers bracht hij de goede boodschap van het
EVANGELIE IN DE HOOFDSTAD VAN DE koninkrijk van God en gafhij onderricht over de plaats en het werk van
HEIDENWERELD, 28: 30, 31 de Here Jezus Christus in dat rijk. Voor Jood noch Griek schaamde hij
Nu volgt het slot en tevens de climax van het boek. zich voor de aanstoot en dwaasheid van het evangelic: alleen geloven
3o Paulus verbleef de voile termijn van twee jaar te Rome in het in de gekruisigde Christus, als de kracht en wijsheid van God, Rom.
huis dat hij er gehuurd had. Omdat hij er gevangen zat, kon hij niet 1: 16, 1 Kor. : 21-25. Twee jaar lang zaten de Joden hem niet dwars
voorgaan in Joodse of christelijke kerkdiensten. Maar zijn apostel- en legden de Romeinen hem geen strobreed in de weg.
ambt kon hij er toch uitoefenen. Want iedereen die naar hem toe wilde Met deze triomfantelijke mededeling beeindigt Lucas zijn twee-
gaan, mocht hij vrijuit ontvangen. Zo moeten er die jaren heel wat de bock. Want Paulus was nu wel geketend, maar het Woord van God
bezoekers uit Rome en de hele wereld, zowel Joden als heidenen, was niet geboeid, 2 Tim. 2: 9. Twee volle jaren kon hij in de hoofdstad
door hem onderwezen zijn over het koninkrijk van God en zijn van het heidendom getuigen: `Jezus Christus is Heer!' Beschermd door
Messias. de verhoogde Here Jezus Christus bracht hij dit getuigenis ongehin-
Volgens de oudste traditie heeft de apostel tij dens deze gevangen- derd!
schap zijn zogenaamde gevangenschapsbrieven geschreven (Efeziers,
Filippenzen, Kolossenzen, Filemon). Als dit waar is (maar strikt te be- Passend slot
wijzen valt het niet), dan konden zijn medewerkers Lucas, Tychikus, Wat hadden we nu graag nog wat meer gelezen over Paulus en de
Aristarchus, Marcus en Epafras bij hem in en uit lopen, Kol. 4. 11 ) Ook afloop van zijn proces, maar daarover laat Lucas ons in het ongewisse.
zou Onesimus, de weggelopen slaaf van de beer Filemon in Kolosse, Zijn bedoeling was immers niet het levenswerk van Nulus te beschrij-
bier tot geloofgekomen zijn en de apostel een poos als huisknecht heb- ven 12 ), maar de Handelingen die Jezus Christus na zijn hemelvaart door
ben gediend, Filem. vs. 8-20. Maar dit blijven vermoedens. In elk ge- zijn apostelen had verricht, I : 2, dl. I, p. 12. Zij hadden van Hem de op-
val werd Paulus' huurwoning in dat centrum van de heidenwereld een dracht ontvangen overal ter wereld van Hem te getuigen, I : 8.

288 289
§ 38 Paulus'getuigenis in Rome Paulus'getuigenis in Rome § 38

Nu, amper dertig jaar later, was het getuigenis van Jezus door 5) De apostel citeert vrijwel letterlijk naar de Septuaginta.
apostelen en evangelisten van Jeruzalem via Judea en Samaria 6) Toen hij hen uitnodigde, sprak hij nog over onze vaders (vs. 17), maar nu
doorgedrongen tot in Rome en waren de groeikernen gesticht van de de ongelovige leiders zijn onderwijs verwerpen, distantieert hij zich van hen
heilige, nieuwtestamentische, christelijke kerk. Toen Paulus het evan- en spreekt hij over uw (ongelovige) vaders. Zo deed Stefanus ook. Voor zijn
afwijzing sprak hij over onze en na zijn afwijzing over uw vaders, vgl. 7: I I,
gelie in Rome verkondigde, was dit grondleggende apostolische werk
12, 15, 38 , 39, 44, 45 met 7: 51,52. Er zijn echter ook handschriften die in
voltooid. Vanuit dit grootste verkeersknooppunt in de toenmalige vs. 25 onze lezen.
wereld zou het getuigenis van Jezus nu zeker de einden der aarde be- 7) 'We zouden bijna vertalen: en Ik hen dus zou moeten genezen', E W. Gros-
reiken. Ook die aan de Rijnmond, waar onze verre heidense voorou- heide, comm. a.l.
ders woonden. 8) J. van Andel, comm. a.l.
Daarmee had Lucas zestig volstrekt unieke wonderjaren in de we- 9 ) Idem, t.a.p.
lo)) ...and Luke may well be presenting him as an example for the church
reldgeschiedenis beschreven. De ruim dertig jaar van Jezus' werk op
generally to follow', I. Howard Marshall, comm. a.l. NA niet meer eerst de
aarde in zijn eerste boek. En de dertig jaar van Jezus' onstuitbare
Jood'.
heilsoffensief vanuit de hemel in zijn tweede boek. Toen kon hij de pen 11) Het is echter niet met zekerheid uit te maken of hij deze brieven vanuit
neerleggen. Hij had zijn doelstelling bereikt: de Handelingen be- zijn gevangenschap in Rome schreef. C. van der Waal, Sola Scriptura, dl. 2,
schrijven van de verhoogde Here Jezus. In dat kader waren Paulus' ver- Goes 1979, a.I., J. van Bruggen Paulus, Kampen 2001, 271-273 zijn met an-
dere lotgevallen niet van belang. 13 ) deren van mening dat de apostel deze brieven vanuit zijn gevangenschap te
Stelt dit slot van Handelingen ons enigszins teleur? Wel, wees er- Caesarea verzond.
van overtuigd dat als de apostel het had gelezen, hij vast in de geest 12) 'Lucas sah in seiner ganzen Darstellung des Paulus nie nur auf seine Per-
senlichkeit und seine Leidensgeschichte, sondern immer auf sein Werk, das
van i Kor. 3 tegen zijn boezemvriend zou hebben gezegd: `Goed zo,
er als Knecht Jesu ausgerichtet hat. (...) Als das Greszte und Herrlichste am
Lucas! En nu geen woord meer over mij! Laat niemand zich op men- Apostel gilt ihm jedoch nicht sein Martyrium, sondern seine Arbeit an den
sen beroemen. Want wat is Paulus en wat is Petrus? Jezus Christus is Juden und Heiden, dasz er sie zur Bekehrung zu Gott berief', A. Schlatter,
Heer! Geloofd zij zijn naam! ' Erlauterungen, a.l.
13 ) Men heeft getracht die uit zijn gevangenschapsbrieven of te leiden, maar
NOTEN omdat over de plaats en datum van deze brieven geen volkomen zekerheid be-
1) Of beschikte hij over eigen middelen? 'He may even have plied his trade. staat, blijven dit onzekere vermoedens. Als hij zijn brieven aan de Filippen-
According to Ulpian, an eminent Roman jurist of the third century A.D., zen, Kolossenzen en Filemon inderdaad vanuit zijn huurwoning in Rome ge-
prisoners awaiting trial were allowed to work and to live in hired lodgings', schreven heeft, dan verwachtte hij nog vrijgelaten te zullen worden (Fil. I:
David J. Williams, comm. a.l. S. Kistemaker merkt in dit verband op: 'He sim- 19, 25; 2: 24) en vroeg hij om een logeergelegenheid in Kolosse, Filem. 22.
ply lacked the time to supply his financial needs, for which, we assume, he Uit zijn zogenaamde pastorale brieven (I en 2 Tim. en Titus) heeft men
depended on his friends', comm., a.l. geconcludeerd dat hij na zijn ontslag uit deze gevangenschap nog naar Efeze
2) Het is niet met zekerheid uit te maken tijdens welke gevangenschap Pau- en Macedonia (I Tim. I: 3;3: 14), Nikopolis (Tit. 3: 12) en Troas (2 Tim. 4:
lus deze brief geschreven heeft: die te Rome, te Caesarea of een ons niet na- 13) is gereisd en volgens een overlevering ook nog naar Spanje, vgl. Rom.
der bekende gevangenschap te Efeze. Het zal in elk geval ook in Rome wel 15: 28. Hierna zou hij opnieuw gevangen genomen zijn en nog onder Nero
gegaan zijn zoals hij bier beschrij ft. (die in 68 zelfmoord pleegde) zijn onthoofd.
3) S. J. Kistemaker, comm. a.l. Het is echter ook mogelijk dat de Jeruzalemse beschuldigers wel op tijd
4) Uit halusis (= handboei) `mag worden afgeleid, dat de veel voorkomende in Rome zijn verschenen en dat Paulus na twee jaar gevangenschap op hun
voorstelling, dat Paulus aan een soldaat was vastgeboeid (...) op bezwaren aanklacht wegens ordeverstoring in de provincies ter dood gebracht werd.
stuit (...) en op goede gronden bestreden wordt. Lucas zegt trouwens nergens Daarbij zou Nero's vrouw Poppaea Sabina met haar pro-Joodse sympathieen
van Paulus, wat hij van Petrus zegt, 12: 6', F. W. Grosheide, comm. a.l. een kwade rol gespeeld kunnen hebben. Mede omdat dit dan algemeen be-

290 291
§ 38 Paulus' getuigenis in Rome

kend zal zijn geweest, wilde Lucas zijn boek niet eindigen met Paulus' dood,
maar met de voortgang van het evangelie.
Kortom, `wir sind hier ganzlich aufVermutungen angewiesen', Werner
de Boor, comm., 463. 'De christenheid heeft in Paulus een apostel die op
aarde spoorloos is verdwenen', J. van Bruggen, a.w., 138v. 'It is wisest to
acknowledge our ignorance, since the evidence is inadequate for a certain
conclusion', F. F. Bruce, comm. 542.

292

▪ K.
:TO
d:IGALI LE . 14.1.„
.
\ifj, di,-1.,,,,,
r
De reizen
- • ' „--w
v '',,k % U.
.0 0.0.
2
''' 0:'
V,,,, DALM TIE van Paulus SAMAI .
-7 10 VOLGENS HET BOEK HANDELINGEN
2-
2- '`'S Cfa
,P °0 0 c ' =0
- , Terste reis (H. 15-14) w

c Gam, Tweede reis (15: 36-18: 22) rg:" 7r,


0
ti Derde reis (18: 23-23: 35) P E
<<" AIs gevangene Hoar Rome 11 . 81'40
8:16 /`• •
EDONIE 1E
11.28: 15 4 Astelea
Ts Tabemae e C:m
‹<-
JU DEA
Appii Gam

\-;11. 16: 12 BY e. 8:16
0 . 16 : 11, 12
Neapoli
uteoli 911.17:1 od
pol o ene.
14.28:13 „J
TESSALIE Reread,. 101:1.41AIonia I
Samotrace 1DUMEA
II. 17: 10 • • -
11.16:11 /8 MYSI GA ATIE
: 6.. ....... k-■-■1 ........ • • .•.. ..........
c6' 11...20:
• Adramyttium

Palestina in Handelingen
000 • Pergamum

+
11. 20:1 • Tyatira
:"AC3 Mi LY D I E Sardes ... 3: 14 11.13: 51
• • • 14: z1 14: 21 ••
: •• Smyrna • LYKAONtE
rf O iodik• • :ylkonium
AzI Ch E Filadelea .4" •
• • 4' . ' • . n. Mx 6, 2.12. .....
o 1 7: 1 1 ... 1.5c7dicea Lystrk- .• k
•14 .
Regi Athene Ereze" . .' 7 " • 4) Kolosse MID v •i:•berbe
H 8:13 II. ' 8: I Korinte
18 : 1 9CARIE 4, II. 14: 20 eals:8 .:
H. ,8: in gt t6:1 . •••
:Perge H.13: 13
icilie Kenchree Milete
111 14: 25
A
Sel
• o p H. 20: 13
MICE H. 13: 4 H. 11: 23-26
ACHAJ ° tta 5. FYLIE ,.•■• •
LYC E 14: •- S
•0 1i0Chie 1 4 : 26-2 7
0
yricuse o ..... .......••
..... ..
) 14.28: 12
e- 0
................ PHita2r41: 1 Myra

...IL :5
*v.
. . ... . . ..... ..... . •

RIE 18 :22

• .. • • . . .
Rodos
H. 21: 1
.. ....

Malta **%.. Kre


H.2
.......... .1
a se
Goede Rede rpbne H. 27: 3
% .......... . ... ....•
'Sid n
Clauda
27: 6 .2 7: 7 •Damascus
.. . . . .. • ............. . ........... .......... Tyru II. 21: 3
Ptol mats
II. 21: 7
••
, ••
D D E N D S Z E E Caes•irti
it. 218c: 822 1111
x+ MS H.23: 31
rienrtu ern 11.15: 2-4
23: 33 .. ... 21:17

Alexandrie o
© Buijten & Schipperheijn - Amsterdam
INHOUD

§21 Hand. 15: 1-35 — Het judai sme afgewezen
. 7
1. JudaIsten trachten bevrijde heidenen een nieuw slavenjuk
op to leggen, Hand. 15:1 7
2. Paulus en Barnabas weerspreken de judalsten en gaan
het oordeel van de apostelen horen, Hand. 15: 2-5 II
3. Petrus valt Paulus en Barnabas bij, Hand. 15: 6-12 15
4. Jakobus bewijst dat de roeping van de heidenen vervul-
ling van de profetie is, Hand. 15: 13-21 19
5. Het antwoord aan de broeders uit de heidenen, Hand
15: 22-34 21
Noten 26

§ 22 Hand. 15: 36-16: 10 — Paulus' tweede apostolische


reis is Syrie, Cilicie, Galatie, Troas 28
I. Paulus en Barnabas om Marcus uiteen, Hand. 15:
36-40a 28
2. Paulus en Silas trekken door Syrie en Cilicie, Hand. 15:
41 31
3. Derbe en Lystra. Timoteils wordt medewerker, Hand
16: 1-5 33
4. De Geest van Jezus dringt Paulus naar Europa, Hand
16: 6-to 37
Noten 40

§ 23 Hand. 16: 11-40 — Paulus' tweede apostolische reis


Filippi: Europoort voor het evangelie 42
I. Lydia en haar huis: begin van de christelijke kerk in
Europa, Hand. 16: 11-15 42
2. Paulus werpt een waarzeggende geest uit en wordt met
Silas gevangengenomen, Hand. 16: 16-24 47
3. Paulus en Silas worden bevrijd en de cipier komt tot ge-
loof, Hand. 16: 25-34 50
4. Paulus eist publieke verontschuldiging, Hand. 16:
35 - 4 0 54
Noten 58

297
Inhoud Inhoud


§ 24 Hand. 17: 1-15 - Paulus' tweede apostolische reis 3. Paulus verkondigt discipelen van Johannes de Doper de
Tessalonica en Berea 61 volle waarheid, Hand. t9: 1-7 116
1. Paulus verkondigt met veel vrucht Messias Jezus in de 4. Paulus breekt met de synagoge van Efeze, Hand. 19:
synagoge te Tessalonica, Hand. 17: -4 62 8-l0 120
2. Joodse agitatie drijft Paulus uit Tessalonica, Hand. 17: 5. Paulus' prediking en apostolaat buitengewoon krachtig
5-ioa 65 bevestigd, Hand. 19: 1-20 122
3. Terugblik op Paulus' verblijf in Tessalonica 68 6. Paulus' toekomstplannen, Hand. 19: 21-22 126
4. In Berea treft Paulus welwillende Joden aan, Hand. 17: 7. Massabetoging tegen Paulus en het evangelic, Hand. 19:
ob-12 70 23-41 128
5. Joodse agitatie vanuit Tessalonica verdrijft Paulus ook 8. Paulus neemt afscheid van Efeze, 20:1 133
uit Berea, Hand. 17: 13-15 71 Noten 135
Noten 73
§ 28 Hand. 20: 2-12 - Paulus' derde apostolische reis
§ 25 Hand. 17: 16-34 - Paulus' tweede apostolische reis Macedonia, Griekenland en Troas 138
Van Efeze via Macedonia naar Griekenland, Hand. 20:
Iv: Athene 74 I.
Paulus in de synagoge en op de markt van Athene, Hand 2-6 138
2. De gemeente te Troas door Woord en wonder buiten-
17: 16-21 75
2. Paulus maakt de onbekende God bekend, Hand. 17: gewoon gesterkt, Hand. 2o: 7-12 143
22-32

78 Noten 1 46
3. Toch een gemeente in Athene, Hand. 17: 33v 88
4. Zo verkondigde Paulus het evangelie aan beschaafde § 29 Hand. 20: 13-38 - Paulus' derde apostolische reis
ongelovigen 88
Noten 90 Afscheid van de oudsten van Efeze 1 48
1. Van Troas naar Milete, Hand. 20: 13-17 1 48
§ 26 Hand. 18: 1-22 - Paulus' tweede apostolische reis 2. Paulus' toespraak tot de opzieners, Hand. 20: 18-35 1 49
Noten 159
v: Korinte en de terugreis naar Antiochie 93
I. Korinte: wereldberuchte wereldhaven 93 § 3o Hand. 21: 1-16 - Paulus' derde apostolische reis
2. Paulus ontmoet in Aquila en Priscilla vrienden voor het
leven, Hand. 18: 1-3 Iv: Tyrus, PtolemaIs, Caesarea, Jeruzalem 161
95 1. Van Milete naar Tyrus, Hand. 21: I-6 161
3. Paulus getuigt in de synagoge dat Jezus de Messias is,

Hand. 18: 4,5 2. PtolemaIs en Caesarea, Hand. 21 : 7 -1 4 164


97 Op naar Jeruzalem, Hand. 21: 15,16 167
4. Paulus scheidt zich of van de synagoge, Hand. 18: 3.
98 Noten

1 69
5. De proconsul Gallio neemt Paulus tegen de Joden in be-
scherming, Hand. 18: 12-17 IOI
6. Paulus keert terug naar zijn thuisbasis: Antiochie in Sy- § 31 Hand. 21: 17-40 - Paulus in Jeruzalem (I): gear-
rie, Hand. 18: 18-22 105 resteerd 170
Noten 107 Bezoek aan Jakobus en de oudsten, Hand. 21: I 7-20a 171
2. Voor vrede en eenheid is Paulus de Joden een Jood, Hand
21: 203-26 173
§ 27 Hand. 19: 1-20: 1 - Paulus' derde apostolische
3. Jeruzalem in rep en roer, Hand. 21: 27-30 178
reis is Efeze I09 4. Paulus uit een volksgericht gered, Hand. 21: 31-36 . 181
1. Door Galatia en Frygie naar Efeze, Hand. 18: 23 1I1 5. Paulus ontvangt gelegenheid het oude verbondsvolk toe
2. Apollos te Efeze bijgeschoold door Aquila en Priscilla, te spreken, Hand. 21: 37-40 183
Hand. 18: 24-28 112 185
Noten

298 299
Inhoud Inhoud

§ 32 Hand. 22: 1-23 — Paulus in Jeruzalem (II): Laatste § 36 Hand. 25: 23-36: 32 — Paulus in Caesarea Zijn
publieke getuigenis aan Israel in de tempel 187 getuigenis voor koning Agrippa en de voornaamsten
1. lk ben een rasechte Joodse schriftgeleerde, 22: 1-3 188 van de stad 237
2. lk heb Jezus' volgelingen fel vervolgd, Hand. 22: 4,5 189 1. Festus opent de bijeenkomst, Hand. 25: 23-27 238
3. Jezus van Nazaret bekeerde mij van vervolger tot ver- 2. Paulus getuigt voor koning Agrippa en de elite van Cae-
kondiger, 22: 6-11 190 sarea dat Jezus is opgestaan als de Kurios en Redder van
4. Een vrome Jood bracht mij Gods opdracht dat ik van Joden en heidenen, Hand. 26: 1-23 239
Jezus moest gaan getuigen, Hand. 22: 12-16 191 3. Agrippa en Festus verwerpen Paulus' getuigenis, Hand
5. Jezus zond mij naar de heidenen, Hand. 22: 17-21
1 93 26: 24-29 2 47
6. Jeruzalem verwerpt Paulus' laatste apostolische getuige- 4. Paulus onschuldig verklaard aan de Joodse tenlasteleg-
nis, Hand. 22: 22,23 194 ging, Hand. 26: 30-32 250
Noten 196 Noten 251


§ 33 Hand. 22: 24-23: 35 — Paulus in Jeruzalem Ge- § 37 Hand. 27-28: 15 — Paulus' reis naar Rome 253
tuigenis voor het Sanhedrin, nieuw complot tegen 1. Van Caesarea naar Kreta, Hand. 27: 1-13 254
zijn leven 2. In de greep van de Euraquilo, Hand. 27: 14-44 258
197 Overwintering op Malta, Hand. 28: I-I o
1. Paulus' Romeinse burgerrecht belet zijn geseling, Hand 3. 268

22: 24-29 4. Van Malta naar Rome, Hand. 28: 11 15 - 271


197
2. Paulus getuigt voor het Sanhedrin, Hand. 22: 30-23: 11 Noten 274
199
3. Samenzwering tegen Paulus' leven, Hand. 23: 12-22 205
4. Paulus overgebracht naar Caesarea, Hand. 23: 23-35 • • 208 § 38 Hand. 28: 16-31 — Paulus' getuigenis in Rome . . . 278
Noten 211 1. Paulus in verzekerde bewaring gesteld, Hand. 28: 16 280
2. Paulus' getuigenis voor de Romeinse Joden, Hand. 28:
17-28 281
§ 34 Hand. 24 — Paulus in Caesarea (I): Getuigenis voor 3. Paulus verkondigt ongehinderd het evangelie in de
Felix 213 hoofdstad van de heidenwereld, Hand. 28: 30, 31 288
1. Paulus aangeklaagd voor Felix, Hand. 24: 1-9 214 Noten 290
2. Paulus' verdediging — een getuigenis voor Felix en de
Joden, Hand. 24: to-23 217
3. Prive-bezoek van Felix en Drusilla aan Paulus, Hand. 24: De reizen van Paulus 294
24-27. 222
Noten 225 Inhoud 297

§ 35 Hand. 25 — Paulus in Caesarea (ii): Getuigenis voor


Festus 227
1. Festus voorkomt de zoveelste Joodse aanslag op Paulus'
leven, Hand. 25: 1-5 227
2. Festus noodzaakt Paulus zich op de keizer to beroepen,
Hand. 25: 6-12 229
3. Festus legt Paulus' zaak voor aan koning Agrippa, Hand
25: 13-27. 232
Noten 235

300 301

You might also like