You are on page 1of 11

JAARBOEK ERGOTHERAPIE

2019

Ergotherapie Vlaanderen vzw en


Wilfried Van Handenhoven (red.)

Acco Leuven / Den Haag


Woord vooraf

Deborah Bické
Beste lezer,

De vorige editie van het Jaarboek Ergotherapie was een gouden editie. Goud, omdat
het Jaarboek Ergotherapie 2018 de tiende editie was. Goud, omdat er al 10 jaar een
zeer mooie samenwerking is tussen de opleidingen Ergotherapie, Ergotherapie
Vlaanderen en Uitgeverij Acco.

Het Jaarboek Ergotherapie 2019 zet een nieuw decennium in. Als uitgever kijk ik met
veel genoegen terug op de voorbije 10 jaar en op de samenwerking waarvan ik zelf
deel mocht uitmaken. Het is een samenwerking die we, zonder overdrijven, uniek
mogen noemen. Zo is het vrij uitzonderlijk dat binnen een bepaald vakgebied alle
Vlaamse opleidingen alsook de beroepsvereniging zo nauw met elkaar samenwerken
om studenten en professionals te voorzien van degelijke, praktijkgerichte, weten-
schappelijk onderbouwde literatuur. Het Jaarboek Ergotherapie is niet de enige
vrucht van die samenwerking. Ook de handboekenreeks die we samen uitgeven, is
intussen een pareltje geworden. Ergotherapie in de gerontologie, Ergotherapie in
de geriatrie, Ergotherapie en ontwikkelingsproblemen en Ergotherapie en fysieke
revalidatie zijn stuk voor stuk waardevolle handboeken voor studenten in opleiding
en ergotherapeuten in het werkveld. Ondertussen wordt er ook naarstig gewerkt aan
het nieuwe handboek Ergotherapie in de geestelijke gezondheidzorg.

In 10 jaar tijd kan er best wel wat veranderen. Redacties en auteursploegen zijn in
beweging. De beroepsvereniging vernieuwt, krijgt een nieuwe voorzitter en verandert
ook van naam. Ook bij Acco verschijnen af en toe nieuwe gezichten. Maar de trots
op het beroep van de ergotherapeut, de onderkenning van het belang van degelijk
studiemateriaal en praktijkgerichte literatuur voor ergotherapeuten (in opleiding)
en het respect voor ieders rol en expertise in die samenwerking vormen de rode
draad door dit hele proces. Dat, samen met de wil om te blijven vernieuwen en te
beantwoorden aan de noden van de doelgroep.

Vanuit die noden werd ook de stap naar het digitale uitgeven gezet. Al enkele jaren
krijgen de kopers van het Jaarboek Ergotherapie toegang tot het volledige digitale
archief van alle voorgaande jaarboeken. Ook de handboeken worden verrijkt met
digitale modules.

De redactie wil zich bij het begin van dit nieuwe decennium bezinnen over de
toekomst van het Jaarboek Ergotherapie. Af en toe reflecteren over de doelstelling,
de missie en de modus operandi is nodig om on track te blijven. In de loop van dit
jaar zal aan heel wat ergotherapeuten (in opleiding) gevraagd worden om daarover
mee na te denken, om feedback en noden te formuleren. De redactie hoopt op veel
input en inspiratie, zodat het Jaarboek Ergotherapie jullie ook de komende jaren
kan blijven boeien.

9
Tot slot wil ik als uitgever onze grote dank betuigen aan Ergotherapie Vlaanderen en
de Vlaamse opleidingen Ergotherapie voor hun vertrouwen in Uitgeverij Acco. Ik wil
de redactie van het Jaarboek Ergotherapie bedanken voor hun niet-aflatende inzet.
En ook jullie, lezers, wil ik bedanken voor jullie grote loyaliteit, al 10 jaar lang!

Vanuit Acco hebben we er heel veel zin in om de komende jaren onze schouders te
blijven zetten onder dit mooie project!

Deborah Bické
Uitgever Acco

10 Jaarboek Ergotherapie 2019


1
Sociale inclusie als
antwoord op de noden
van een dorp
Dorpspunt ‘BuitenGewoon’

Jolien Mahieu, Jan Vermeulen, Frans Vanherreweghe,


Birgit Provoost, Eveline Himpens
Inhoud
1. Inleiding 13
1.1 Achtergrond 13
2. Het concept 14
2.1 Regio 14
2.2 De drie componenten 14
2.2.1 Buurtwinkel of dienstverleningsfunctie 14
2.2.2 Knooppunt voor mobiliteit 15
2.2.3 Ontmoetingsplek of sociale functie 15
2.3 Partners 16
3. Doelpubliek 16
3.1 Zorgvragers 16
3.1.1 Emotioneel welbevinden 16
3.1.2 Interpersoonlijke relaties 17
3.1.3 Fysiek welbevinden 17
3.1.4 Zelfbepaling 17
3.1.5 Persoonlijke ontwikkeling 17
3.1.6 Materiaal welbevinden 18
3.1.7 Sociale inclusie 18
3.1.8 Rechten 18
3.2 Ouderen 18
3.3 Vrijwilligers 19
4. Financiering 20
5. Ergotherapeutisch luik 20
6. Aanbevelingen 22
7. Conclusie 22

12 Jaarboek Ergotherapie 2019


1. Inleiding
Dit artikel schetst het nieuwe initiatief ‘Dorpspunt in Beveren’. Dat initiatief is ontstaan
uit de samenwerking tussen een dorp en een professionele organisatie die personen
met een verstandelijke beperking ondersteunt om zo zelfstandig mogelijk deel uit te
maken van de samenleving. Het Dorpspunt is een plaats waar inwoners elkaar kunnen
ontmoeten en waar vrijwilligers en mensen met een verstandelijke beperking diensten
aanbieden waar het dorp nood aan heeft. De jury van de Matexi Award omschrijft dit
winnende initiatief uit 2017 als “een mooi voorbeeld van maatschappelijke inbedding
van de zorg, de creatie van wederzijdse betrokkenheid en een oplossing voor het
aanbieden van diensten in afgelegen woonkernen”.

1.1 Achtergrond
Tussen de velden en boerderijen in de verre Westhoek ligt het dorp Beveren aan de
IJzer (Alveringem). Het dorp grenst aan Frankrijk, is landelijk en wat afgelegen. De
slogan van Alveringem zegt het mooi: ‘Buiten Gewoon’. Net zoals bij veel dorpen in
de streek verdwenen er gaandeweg winkels en openbare diensten en verminderde
het openbaar vervoer.

Hoe kan je nu, op een innovatieve manier, niet alleen de mobiliteit en de


handel maar ook de sociale cohesie die ermee samenhangt, terugbrengen?

Het initiatief ‘Dorpspunt in Beveren’ pakt sinds 10 februari 2017 die problemen aan.
Het Dorpspunt wordt als volgt omschreven: het is een plek waar inwoners elkaar
kunnen ontmoeten en waar je uit het dorp verdwenen diensten kan (terug)vinden. Een
centraal gelegen voormalig restaurant is de plaats waar het ‘Dorpspunt in Beveren’
zich vestigde.

Een bijzondere eigenschap van het Dorpspunt Beveren aan de IJzer is dat het wordt
uitgebaat door mensen met een beperking in samenwerking met vrijwilligers uit het
dorp. Het brengt wensen, talenten en dromen van personen met een beperking samen
met vragen en noden die leven in de buurt. Het aanbod groeit vanuit de ideeën van de
personen met een beperking of vanuit een idee dat door inwoners werd aangebracht.
Het doel is investeren in een warme, zorgzame buurt en mensen met elkaar verbinden.

Dit concept is een initiatief van De Lovie vzw dat deels is gebaseerd op DORV1, een
concept dat al meer dan tien jaar bekend is bij onze oosterburen (Maertens, Hoet, &
Bryon, 2016). De Lovie vzw is een sociale organisatie die personen met een verstandelijke
beperking ondersteunt opdat ze als gelijkwaardige burgers kunnen deelnemen aan
het maatschappelijke gebeuren. De Lovie wil streven naar een inclusieve maatschappij.
Via verschillende initiatieven wordt geprobeerd waardevolle verbindingen te leggen
met de buurt. Daarvan is het Dorpspunt een mooi voorbeeld. Het draagt bij aan de

13
leefbaarheid van het dorp en biedt ook zinvolle dagondersteuning aan mensen met
een verstandelijke beperking.

Dorpspunt in Beveren werd in 2017 gelauwerd met de Matexi Award en kreeg de prijs
voor het meest verbindende buurtinitiatief van België. Ook was het een van de finalisten
bij ‘De 10 Radicale Vernieuwers’. Radicale Vernieuwers zijn burgers, bedrijven, maat-
schappelijke bewegingen, overheden en instellingen die met hun nieuwe tegendraadse,
onverwachte en trendsettende ideeën streven naar oplossingen voor maatschappelijke
uitdagingen zoals klimaatverandering, armoede, verstedelijking, eenzaamheid en zorg.

2. Het concept
2.1 Regio
De Westhoek is het plattelandsgebied bij uitstek in Vlaanderen met 87,4% open ruimte
en een bevolkingsdichtheid van 183,40 inwoners per vierkante kilometer. Beveren aan
de IJzer is zo’n plattelandsdorp in de Westhoek dat grenst aan Frankrijk. Beveren telt
748 inwoners voor een oppervlakte van ongeveer 12 vierkante kilometer.

Het openbaar vervoer is bijzonder zwak uitgebouwd: vaste regionale busverbindingen


ontbreken, de bestaande verbindingen zijn enkel gericht op scholen, de haltes zijn
vanwege de afstand moeilijk bereikbaar en het traject wordt heel traag afgelegd (twee
tot drie keer trager dan met een auto).

De mobiliteitsarmoede vormt een risico op vereenzaming voor kwetsbare mensen


zonder netwerk of eigen vervoersmogelijkheden. In het dorp zijn geen winkels meer,
enkel nog één café. De openbare dienstverlening is gecentraliseerd in de hoofdge-
meente op 11 kilometer.

2.2 De drie componenten


2.2.1 Buurtwinkel of dienstverleningsfunctie

Het Dorpspunt is een winkel voor basisaankopen, met speciale aandacht voor de korte
keten. Inwoners uit Beveren aan de IJzer, maar ook toevallige passanten, kunnen hun
boodschappen ophalen of aan huis laten leveren. Verschillende lokale producten en
winkeliers uit naburige dorpen bieden er hun producten aan, rechtstreeks van het veld
of verwerkt tot een eindproduct. Alle dagelijkse behoeften zoals brood en gebak,
vlees, zuivel, groenten en fruit zijn te verkrijgen of te bestellen. Aankopen verricht
via het internet kunnen er afgehaald worden, je kan er je strijk afzetten, enzovoort.

Het Dorpspunt fungeert ook als consultatieruimte voor andere lokale reguliere
diensten (mobiele tandarts, de logopedist kan langskomen om sessies te geven aan
kinderen, mobiel kapsalon).

14 Jaarboek Ergotherapie 2019


Daarnaast worden voor diverse hulpvragen diensten aangeboden, zoals het gras afrijden,
rolluiken optrekken, de hond uitlaten, vuilnis buiten zetten, brandhout binnenhalen, de
brievenbus ledigen, de stoep vegen, boodschappen brengen, kleine klusjes uitvoeren
in de tuin of een bezoek brengen voor een babbeltje. Heeft een vereniging hulp nodig
bij de voorbereiding van een activiteit, dan kan er vanuit het Dorpspunt een steentje
bijgedragen worden (Dorpenbeleid, 2016; Lemestra & Mulder, 2008).

2.2.2 Knooppunt voor mobiliteit

Het Dorpspunt is een plaats in het dorp waar je naartoe kan gaan (te voet, met de
fiets) om het openbaar vervoer te nemen, waar het gezellig en veilig wachten is, waar
je een (e-)fiets veilig kan stallen/opladen.

Je kan er een defecte fiets binnenbrengen en een vervangfiets lenen terwijl de fiets­
hersteller de fiets ophaalt en herstelt. Je kan er ook een e-bike-bakfiets lenen. Drie
dagen per week is er een minibus ter beschikking om verplaatsingen te organiseren.
Er wordt ook gekeken hoe er in de toekomst aan autodelen gedaan kan worden,
bijvoorbeeld door in een Facebookgroep of op een digitaal bord de verplaatsingen te
verzamelen. Later kunnen ook andere innovatieve initiatieven rond mobiliteit worden
uitgetest (blauwe duim, Uber, Cambio, zelfrijdende shuttles, ...). Het doel daarvan is
duurzame mobiliteitsalternatieven voor het verdwijnende openbaar vervoer te laten
ontstaan. “Verplaatsingen worden geoptimaliseerd of gereduceerd doordat de sociale
en economische diensten aanwezig zijn dichter bij het dorp” (Yellow Window, 2016).

2.2.3 Ontmoetingsplek of sociale functie

Het Dorpspunt is een sociale ontmoetingsplaats waar je zomaar kan binnenlopen voor
een praatje (al dan niet gekoppeld aan een bepaalde dienstverlening), een koffie met
verse cake of een tas even verse soep. De medewerkers bedienen de klanten met
plezier en met een aangename babbel. Er is een boekenruilkast en er zijn kranten om
te lezen. De inwoners van het dorp kunnen ook gebruik maken van een laptop om
informatie op het internet op te zoeken.

Geregeld vinden er activiteiten plaats: van een knutselnamiddag voor de jongste


Bevernaars tot een zangstonde met schlagers. Dat aanbod heeft als bijkomend voor-
deel dat er zich ook vrijwilligers komen aanmelden om te helpen bij het organiseren
van de activiteiten, het poetsen, het bakken, ... Het liefst van al wordt de ruimte ter
beschikking gesteld voor de eigen ideeën en talenten van de inwoners van het dorp.
In het Dorpspunt worden individuele zorgvragen opgepikt en kunnen die worden
doorgegeven aan bestaande reguliere diensten.

In de toekomst kan het Dorpspunt ook functioneren als een sociaal restau-
rant, bijvoorbeeld één keer per maand of per week in samenwerking met het

15
Woonzorgcentrum van Alveringem of een thuiszorgdienst. Een andere droom
is om ateliers op te starten om geïnteresseerden bepaalde vaardigheden bij te
brengen, zoals computerlessen, repaircafés, naailessen, leren fietsen of leren rijden
met een e-bike.

Het gemeenschapsgevoel wordt op die manier aangewakkerd en mensen met een


beperking worden mee opgenomen in de dorpsgemeenschap.

2.3 Partners
Verschillende partners zijn al vanaf het begin nauw betrokken bij dit project: de inwo-
ners, de leveranciers, innovatiebedrijven (Yellow Window2, Sociale Innovatiefabriek3),
de overheid4 (gemeentebestuur, Westhoekoverleg en OCMW) en de collega’s in de
socialprofitsector (Dorpsdienst Nestor5, Familiehulp6, Makkie7). Door die wisselwerking
profileert het Dorpspunt zich tot een uniek concept waarbij er rekening werd gehouden
met het bestaande dienstenaanbod.

3. Doelpubliek
Wekelijks bereikt het Dorpspunt tussen 100 en 500 personen, zowel personen met
een beperking als buurtbewoners (oudere inwoners die minder zelfstandig geworden
zijn, kansarmen, kinderen/jongeren en jongvolwassenen, jonge gezinnen, ...).

3.1 Zorgvragers
De uitbating van het Dorpspunt gebeurt door personen met een verstandelijke
beperking (zorgvragers) die een beroep doen op dagondersteuning van De Lovie vzw.
Wie interesse heeft, kan zich kandidaat stellen als medewerker van het Dorpspunt.
Daarbij zijn er drie belangrijke uitgangspunten: wat mensen aankunnen, waar ze goed
in zijn en wat ze graag doen. Met het Dorpspunt wordt een maximalisatie van het
welzijn beoogd en de kwaliteit van bestaan van de betrokken medewerkers versterkt.
Hieronder worden de acht domeinen van kwaliteit van bestaan omschreven en op
welke wijze ze invulling krijgen in het Dorpspunt (De Lovie vzw, 2015).

3.1.1 Emotioneel welbevinden

Het Dorpspunt draagt bij tot het emotionele welbevinden van de zorgvragers.
De zorgvragers appreciëren die vorm van dagbesteding, omdat hun talenten en
interesses ingezet kunnen worden ten voordele van het dorp. Daardoor worden de
zorgvragers door de inwoners geapprecieerd. Toch wordt er rekening gehouden met
de ondersteuningsvragen van de zorgvragers. Zij worden weliswaar uitgedaagd, maar
niet overvraagd. In het Dorpspunt is er een warm onthaal in een gezellige en huiselijke

16 Jaarboek Ergotherapie 2019


sfeer. Iedere dag is anders en dat is een uitdaging voor sommige zorgvragers. De
zorgvragers hebben echter een zeker houvast door hun vaste dagschema en activiteiten.

3.1.2 Interpersoonlijke relaties

Het Dorpspunt blijkt ook een ontmoetingsplaats te worden waar mensen zomaar
binnenlopen voor een praatje. Ook de zorgvragers appreciëren het sociale contact
met de inwoners tijdens het verlenen van diensten. Diensten verlenen betekent voor
hen een meerwaarde en geeft een boost aan hun zelfbeeld. Dat zie je ook wanneer
de deur opengaat of de telefoon rinkelt. Ook zijn er plezierige en spontane interacties
met vrijwilligers. Het sociale netwerk van de zorgvragers groeit en dat is voor hen een
verrijking in het leven (Movisie, n.d.).

3.1.3 Fysiek welbevinden

Ook het fysieke welbevinden is van belang. Een goede lichaamshygiëne is een
belangrijke basis voor een goede gezondheid. Een goed voorkomen is belangrijk in
een winkel. Bepaalde ADL-activiteiten zijn dan ook prioritair: proper naar het toilet
gaan, persoonlijke verzorging, correcte tafelmanieren, enzovoort. Door de taken die
opgenomen worden in het Dorpspunt, zijn zorgvragers makkelijker te motiveren om
aandacht te besteden aan zelfzorg.

De aangeboden diensten buiten het Dorpspunt vereisen verplaatsingen die te voet


of met de fiets gebeuren (bijvoorbeeld boodschappen afleveren aan huis, producten
gaan ophalen bij lokale producenten, glas ophalen, gras afrijden, ...). Die activiteiten
dragen bij tot de verbetering van de algemene conditie.

3.1.4 Zelfbepaling

De zorgvragers hebben een beperking, maar de groei op het vlak van zelfbepaling
is indrukwekkend. De zorgvragers stonden mee aan de wieg van het concept en
konden meehelpen aan het ontwikkelen van ideeën. Er is op dat vlak een duidelijke
visie aanwezig bij de begeleiders. Er wordt rekening gehouden met de individuele
behoeften, belevingen en wensen van de zorgvragers. Zo zijn er zorgvragers die liever
helpen in de taken buiten en zorgvragers die liever helpen in de winkel zelf. Toch blijft
het ook belangrijk om de zorgvragers te stimuleren om nieuwe taken eens te proberen
om zo hun mogelijkheden uit te breiden, hun grenzen te verleggen.

3.1.5 Persoonlijke ontwikkeling

Bij de begeleiding van de zorgvrager wordt er vertrokken vanuit een positieve


benadering en niet vanuit de beperking. Door de zorgvragers ruimte te geven in dit
project konden ze hun talenten en sterktes nog veel meer profileren dan verwacht.

17

You might also like