Professional Documents
Culture Documents
'$
rA
1 Impliciete Functie Stelling r B
Het is wel mogelijk om een deel van de √ cirkel te representeren als de grafiek van
een functie van één variabele. Stel g1 (x) = 1 − x2 voor −1 < x < 1, dan levert de
grafiek y = g1 (x)
√ de bovenste helft van de cirkel. Op gelijke wijze levert de grafiek van
y = g2 (x) = − 1 − x2 de onderste helft van de cirkel.
1
'$ '$
W
V ry - r
f (y)
1.2 De stelling F
&% &%
De stelling kan als volgt worden geformuleerd:
Zij E een open deelverzameling van Rn en laat f : E → R een continu differentieerbare
functie en zij y = (y1 , y2 , .., yn ) een punt in E zodanig dat f (y) = 0 (een nulpunt van de
∂f
functie dus) en bovendien ∂x n
(y) 6= 0.
Dan bestaar er een open deelverzameling U van Rn−1 die (y1 , y2 , ..., yn−1 ) bevat en er
bestaat een open deelverzameling V van E die punt y bevat en een functie g : U → R
zodanig dat g(y1 , ..., yn−1 ) = yn , en:
{(x1 , ..., xn ) ∈ V : f (x1 , ..., xn ) = 0}={(x1 , ..., xn−1 , g(x1 , ..., xn−1 )) : (x1 , ...xn−1 ) ∈ U }
Met andere woorden, de verzameling {x ∈ V : f (x) = 0} is een grafiek van een functie
op U . Bovendien is g differentieerbaar in (y1 , .., yn−1 ) en we hebben:
∂g ∂f ∂f
∂xj (y1 , ..., yn−1 ) = − ∂xj (y)/ ∂xn (y) voor alle 1 ≤ j ≤ n − 1.
Bewijs: 1
? Laat F : E → Rn de volgende functie zijn: F (x1 , ..., xn ) := (x1 , ..., xn−1 , f (x1 , ..., xn )).
Deze functie is continu differentieerbaar en we zien: F (y) = (y1 , ...yn−1 , f (y)) =
(y1 , ...yn−1 , 0)
∂f ∂f ∂f
DF (y) = ( ∂x 1
(y)T , ∂x2
(y)T , ..., ∂x n
(y)T )
1 0 ... 0 0
0 1 ... 0 0
.. .. .. .. ..
.
. . . .
0 0 ... 1 0
∂f ∂f ∂f ∂f
∂x1 (y) ∂x2 (y) ... ∂xn−1 (y) ∂xn (y)
∂f
Omdat we hebben aangenomen dat ∂x n
(y) 6= 0 volgt (bijvoorbeeld door uitschri-
jven van de determinant) dat deze matrix inverteerbaar is. We kunnen der-
halve de inverse functie stelling gebruiken. Die stelt dat we een open verzamel-
ing V in E kunnen vinden die y bevat en een open verzameling W in Rn die
F (y) = (y1 , ...yn−1 , 0) bevat. Zodat F een bijectie is van V naar W en F −1 is
differentieerbaar in (y1 , ...yn−1 , 0).
2
? Stel nu U := {(x1 , ..., xn−1 ) ∈ Rn−1 : (x1 , ..., xn−1 , 0) ∈ W }. Merk op dat U open
is en (y1 , ...yn−1 , 0) bevat. Definieer g : U → R door g(x1 , ..., xn−1 ) := ne com-
ponent van F −1 (x1 , ..., xn−1 , 0) dus g(x1 , ..., xn−1 ) := hn (x1 , ..., xn−1 , 0). Dan is g
differentieerbaar in (y1 , ..., yn−1 ), want g is een component van de differentieerbare
(via inverse funtie stelling)
F −1 . Nu te bewijzen: {(x1 , ..., xn ) ∈ V : f (x1 , ..., xn ) = 0}={(x1 , ..., xn−1 , g(x1 , ..., xn−1 )) :
(x1 , ...xn−1 ) ∈ U }
? Neem aan (x1 , ..., xn ) ∈ V en f (x1 , ..., xn ) = 0. Dan F (x1 , ..., xn ) = (x1 , ..., xn−1 , 0)
en dat ligt in W . Passen we F −1 toe, krijgen we (x1 , ..., xn ) = F −1 (x1 , ..., xn−1 , 0).
In het bijzonder xn = hn (x1 , ..., xn−1 , 0) en dus xn = g(x1 , ..., xn−1 ). [(x1 , ....xn−1 ) ∈
U ] Inderdaad, f is lokaal de grafiek van g, we kunnen de ne coördinaat oplossen
uit de eerste n − 1 coördinaten.
Afgeleide van g in (y1 , ..., yn−1 ). We weten f (x1 , ..., xn−1 , g(x1 , ..., xn−1 )) = 0 met
x1 , ...., xn ∈ U . Definieer nu een H : Rn−1 → Rn
H : (x1 , ...xn−1 ) 7→ (x1 , ...., xn−1 , g(x1 , ...xn−1 )) en maak de samenstelling h =
H ◦ f , die we vervolgens kunnen differentiëren in y.
h0 (x1 , ..., xn−1 ) = f 0 (H(x1 , ..., xn−1 ))H 0 (x1 , ..., xn−1 )
We weten H(y1 , ..., yn−1 ) = yn , dus:
h0 (y1 , ..., yn−1 ) = f 0 (y)H 0 (y1 , ..., yn−1 )
∂f ∂f
f 0 (y) = ∂x 1
(y).... ∂xn
(y)
0
H (y1 , ...., yn−1 ) = ∂x1
... ∂x∂xn−1 1
∂x1
.. .. ..
. . .
∂xn−1 ... ∂xn−1
∂x1 ∂xn−1
∂g
∂x1 ... ∂x∂g n−1
=
1 0 ... 0
0 1 ... 0
. .. .. ..
.
. .
. .
0 ... 1 0
∂g
∂x1 ... ∂x∂gn−2
∂g
∂xn−1