You are on page 1of 6

Overzicht van de gebruikte commando's tijdens de Maple-practica Opmerking: Elk commando in Maple moet afgesloten worden met : (de

uitvoer wordt niet op het scherm afgedrukt, tenzij het commando expliciet uitvoer genereert) of met ; (de uitvoer wordt op het scherm afgedrukt). 1. Commandos i.v.m. rele getallen -evalf: omzetten in decimale voorstelling vb.: >evalf(1/3); -sqrt: vierkantswortel vb.: >sqrt(3); -:= : toekenningsoperator vb.: >a:=3; - : variabele ontdoen van toegekende waarde vb.: >a:=a; -abs: bepalen van absolute waarde vb.: >abs(-5); Opmerkingen: 1) Het -teken (bv. in 4_Z6~) wijst er op dat aan een variabele (_Z6) bepaalde veronderstellingen zijn gekoppeld. Om te weten welke moet men about op de variabele laten inwerken (about (_Z6)). 2) In opeenvolgende commando's verwijst % naar de laatst berekende uitdrukking % % naar de voorlaatst berekende uitdrukking 2. Manipuleren van bekomen uitdrukkingen -evalf: omzetten naar decimale voorstelling vb.: >evalf(2871/38); -simplify: vereenvoudigen van uitdrukkingen (indien geen passende vereenvoudiging gevonden werd, krijg je de uitdrukking onveranderd terug) vb.: >simplify(sin(x)^2 + cos(x)^2); Opmerkingen 1) Bij het vereenvoudigen van uitdrukkingen moeten de veranderlijken in de uitdrukkingen soms voldoen aan bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden kunnen ingegeven worden door gebruik te maken van het commando assume. 2) In sommige toepassingen speelt het teken van de veranderlijke(n) geen rol. Door toevoeging van de optie "symbolic" laat de gebruiker Maple zelf het teken kiezen. vb.: >simplify(sqrt(x^2 - 2*x*y + y^2, symbolic); 3) Soms weet de gebruiker dat de veranderlijken reeelwaardig zijn, terwijl Maple steeds met complexe getallen en functies werkt; dit kan worden verholpen met de optie assume=real. 4) simplify (, trig): vereenvoudigen van trigonometrische uitdrukkingen door het toepassen van de identiteiten sin(x)2 + cos(x)2 = 1 en cosh(x)2 - sinh(x) 2 = 1. De functie vat de input op als een polynoom in sin(x) en sinh(x) en verlaagt de graad van de input tot 1 in sin(x) en 1 in sinh(x). vb.: >simplify(sin(x)^3, trig); -radnormal: vereenvoudigen van uitdrukkingen die wortels bevatten vb.: >radnormal(sqrt(2)*sqrt(3)-sqrt(6)); -expand: ontwikkelen van een uitdrukking vb.: >expand((x^3+1)*(x-1));

Opmerking Het resultaat van het commando expand is afhankelijk van de uitdrukking waarop men het commando expand laat inwerken: 1) de uitdrukking is een polynoom: Maple gaat de distributieve eigenschap van de vermenigvuldiging t.o.v. de optelling uitvoeren 2) de uitdrukking is een breuk: Maple zal de breuk opsplitsen in meerdere breuken waarbij de noemer behouden blijft. 3) de uitdrukking omvat wiskundige functies zoals sin, cos, tan, exp enz. Maple zal deze uitdrukking herschrijven/vereenvoudigen -normal: (deel van een) uitdrukking of uitdrukking omzetten in een gefactorizeerde normaalvorm vb.: >normal((x^2-y^2)/(x-y)^3); -factor: polynomiale uitdrukkingen ontbinden in factoren (soort omgekeerde van expand) vb.: >factor(x^5-x^4-7*x^3+x^2+6*x); -combine: sommen, producten, machten combineren tot n enkele term (soort omgekeerde van expand) vb.: >combine(exp(x)^2*exp(y)); -combine(, radical): producten van wortels van dezelfde macht samennemen vb.: >combine(sqrt(2)*sqrt(6)+sqrt(2)*sqrt(x+1),radical); -lhs: linkerlid van een uitdrukking selecteren. -rhs: rechterlid van een uitdrukking selecteren. vb.: >eqn1: = x+y = z+3; >lhs(eqn1); -subs, eval: substitueren en evalueren vb.: >subs(x=0,y=3,z=2,x^2+4*y+3*z); >eval(x^2+4*y+3*z,{x=0,y=3,z=2}); -completesquare:schrijft een uitdrukking als een getal kwadraat van een tweeterm (behoort tot pakket student) vb.: >completesquare(9*x^2+24*x+16); 3. Commando's i.v.m. matrices en vectoren Het merendeel van deze commando's is bevat in het pakket LinearAlgebra. Een pakket wordt opgeroepen door gebruik te maken van het commando with (>with(LinearAlgebra):). 3.1. Invoeren van matrices -Matrix: invoeren van een matrix; matrix heeft 3 argumenten 1. het aantal rijen van de matrix 2. het aantal kolommen van de matrix 3. elementen van de matrix ingegeven als een lijst met afzonderlijke rijen vb.: >B:=Matrix(2,2,[[1,4],[9,16]); een kortere invoermethode wordt ook gebruikt: vb.: >B:=<<1|4>,<9|16>>; -diag: construeren van een diagonaalmatrix door opsomming van de diagonaalelementen. vb.: >C:=DiagonalMatrix(<1,2,3>); Opmerking Indien men in een matrix n element wil veranderen, kan men op de volgende manier tewerk gaan. vb.: >A[2,2]:=4;

3.3. Bewerkingen met / op matrices - vermenigvuldigen van matrices vb.: >A.B; - getransponeerde van een matrix vb.: >B^%T; - determinant van een matrix vb.: >Determinant(A); - inverse van een matrix vb.: >B^(-1); - horizontaal samenvoegen van matrices vb.: > <A|B>; - vertikaal samenvoegen van matrices vb.: > <A,B>; -Eigenvalues : eigenwaarden van een matrix berekenen vb.: >Eigenvalues(A); -Eigenvectors: bepalen van eigenvectoren van een matrix -> worden gegeven als kolommen! vb.: >Eigenvectors(A); 3.4. Invoeren van vectoren - invoeren van een vector vb.: >u:=<1,a,3>; >v:=<a,2,0>; 3.5. Bewerkingen op vectoren - berekenen van scalair product van 2 vectoren vb.: >DotProduct(u,v); - berekenen van vectorproduct van 2 vectoren vb.: >CrossProduct(u,v); - berekenen van de gewone Euclidische norm van een vector vb.: >Norm(u,2) Opmerking Indien men in een vector een component wil selecteren, kan men als volgt tewerk gaan vb.: >u[1]; 4. Polynomen -collect: samenbrengen van de cofficinten horende bij gelijke machten in een polynoom vb.: >collect(x*y+z*x*y+y*x^2,x); -sort: polynoom ordenen volgens dalende machten van de onbekenden vb.: >sort(y^3+x^2*y^2+x^3,[x,y]); -eval: evalueren van polynomen vb.: >eval(y^2*x-2*y +x^2*y+1,{y=1,x=-3}); -coeff: cofficinten van polynoom bepalen vb.: >coeff(3*z^3-z^2+2*z-3*z+1,z^2); -lcoeff: hoofdcofficint van polynoom bepalen vb.: >lcoeff(3*x+17*y+z-1,x);

5. Oplossen van vergelijken -solve: oplossen van vergelijkingen a) 1 vergelijking vb.: >solve(x^2=4); b) meerdere vergelijkingen (deze moeten tussen accolades geplaatst worden) vb.: >solve({x+2*y=3, y+1 / x = 1}); Opmerking Men kan specifiren naar welke onbekenden de vergelijkingen moeten opgelost worden vb.: >solve({x+2*y=3, y+1 /x =1}, x); -fsolve: numeriek oplossen van vergelijkingen (men bekomt een benadering voor de oplossing) vb.: >fsolve(cos(x) = 0); Opmerking Men kan ook het bereik voor de oplossing specifiren vb.: >fsolve(cos(x)=0,x=Pi..2*Pi); _EnvAllSolutions:=true: om ALLE oplossingen van een vergelijking of stelsel te bekomen _EnvExplicit:=true: om de oplossingen in EXPLICIETE vorm te krijgen 6. Sommen en rijen -sum: formule of waarde bepalen voor de som van een eindige of oneindige rij. Maple berekent indien mogelijk een gesloten vorm voor de gevraagde som. Indien Maple geen gesloten vorm kan vinden, wordt de som niet gevalueerd en in somnotatie teruggegeven. vb.: >sum(i-1,i=0..n); -seq: om een rij van "objecten" te construeren; zo genereert seq(f(i),i=1..n) de rij f(1),f(2),f(n). vb.: >seq(i^2,i=1..5); 7. Functies -diff: afgeleide berekenen vb.: >diff(sin(x)*cos(2*x),x); -csgn: functie om te bepalen in welk halfvlak (links of rechts) een complexwaardige uitdrukking ligt. csgn(x)=1 als Re(x)>0 of Re(x)=0 en Im(x)>0 csgn(x)=-1 als Re(x)<0 of Re(x)=0 en Im(x)<0 -binomial: functie om binomiaalcoefficienten te berekenen vb.: >binomial(4,2); 8. Herhalingsopdrachten Om op een gemakkelijke manier een rij Maple-commando's een aantal keren na elkaar uit te voeren. -for-do-end do structuur vb.: bepalen van een som van elementen van een lijst van getallen >lijst:=[10,2,0,-9]; >som:=0; >for i from 1 to 4 do som:=som + lijst[i] end do: 9. Grafische voorstelling 9.1. Tweedimensionale figuren Het merendeel van deze commando's is bevat in de pakketten plots en plottools. -plot::tekenen van een kromme of grafiek, gedefinieerd a.d.h.v. een parametervergelijking; plot heeft minimaal n argument, nl. een lijst die bestaat uit drie componenten 1. x in functie van de parameter 2. y in functie van de parameter 3. interval "parameter = a ..b"

vb.: >plot([R*cos(u), R*sin(u), u = 0..2*Pi]); -implicitplot: tekenen van een figuur of kromme, gedefinieerd a.d.h.v. een impliciete vergelijking; implicitplot vereist minimaal 3 argumenten: 1. de vergelijking van de geometrische figuur in twee veranderlijken 2. interval "veranderlijke 1 = a b" voor de eerste veranderlijke 3. interval "veranderlijke 2 = c d" voor de tweede veranderlijke vb.: >implicitplot(4*x^2+y^2 = 1, x = -2 ..2, y = -2..2); -line: tekenen van een lijnstuk; line vereist minimaal twee argumenten, nl. de cordinaten van het begin- en het eindpunt van het lijnstuk. vb.: >lijn:=line([0,0],[4,0]): -point: tekenen van een punt; point vereist minimaal n argument, nl. de cordinaten van het punt. vb.: >punt:=point([1,2]): -pointplot: grafisch voorstellen van een aantal punten; pointplot vereist minimaal n argument, nl. een verzameling of lijst van voor te stellen punten. vb.: >pointplot({[0,1],[1,-1],[3,0],[4,-3]},axes=boxed); -display: om gedefinieerde objecten uit te tekenen vb.: >display(lijn, punt); Opmerkingen 1. Aan elk van deze commando's kan men n of meerdere opties toevoegen. 2. Verschillende objecten op 1 figuur samen brengen: geef de verschillende plots een naam en laat er display op inwerken vb.: >cirkel:=plot([R*cos(u), R*sin(u), u = 0..2*Pi]): >ellips:=implicitplot(4*x^2+y^2 = 1, x = -2..2, y = -2..2): >display(cirkel, ellips); 9.2. Driedimensionale figuren Het merendeel van deze commando's is bevat in de pakketten plot3d en plottools. -plot3d: tekenen van geometrische objecten gedefinieerd a.d.h.v. een parametervergelijking; plot3d heeft minimaal 3 argumenten: 1. de parametervoorstelling in lijstvorm 2. interval "parameter 1 = a ..b" 3. interval "parameter 2 = c ..d" vb.: >plot3d([sin(u),cos(v),cos(u)*sin(v)], u = 0..2 * Pi, v = 0..2 *Pi); -implicitplot3d: tekenen van geometrische objecten gedefinieerd aan de hand van een impliciete vergelijking; implicitplot3d heeft minimaal 4 argumenten: 1. de vergelijking in 3 veranderlijken van het geometrisch object 2. interval "veranderlijke 1 = a..b" 3. interval "veranderlijke 2 = c..d" 4. interval "veranderlijke 3 = e..f" vb.: >implicitplot3d(x^2+y^2+z^2 = 1, x = -2..4, y = -3..3, z = -4..4); -spacecurve: tekenen van een ruimtekromme; spacecurve heeft minimaal 2 argumenten: 1. lijst bestaande uit x, y en z in functie van de parameter 2. interval "parameter = a..b" vb.: >spacecurve([cos(t), sin(t), t], t = 0..4 * Pi); -line: tekenen van een lijnstuk vb.: >lijn:=line([0,0,0],[4,0,0]): -point: tekenen van een punt vb.: >punt:=point([1,2,3]):

-display: om gedefinieerde objecten uit te tekenen vb.: >display(punt,lijn); 10. Speciale meetkundige commando's Hiervoor moet men het pakket geom3d oproepen. -cube: definiren van een kubus; cube bevat 3 argumenten: 1. naam van de kubus 2. centrum van de kubus 3. straal van de omgeschreven sfeer vb.: kubus met centrum(0,0,0) en straal van de omgeschreven sfeer >cube(c,point(o,0,0,0), sqrt(3));

Opmerking Analoog aan cube bestaan er commando's voor andere regelmatige veelvlakken; bvb. icosahedron, dodecahedron, tetrahedron, octahedron, -RegularPolyhedron: construeren van regelmatige veelvlakken; bevat 4 argumenten: 1. zelf gekozen naam voor het regelmatig veelvlak 2. Schlafli symbool: [3,3] voor tetraeder [4,3] voor kubus [3,5] voor een icosaeder [5,3] voor een dodecaeder [3,4] voor octaeder 3. centrum van het regelmatig veelvlak point(naam,a,b,c) met naam een willekeurig gekozen naam voor het centrum (a,b,d) de coordinaten van het centrum. 4. hiervoor zijn er verschillende mogelijkheden o.a. side=d met d de ribbe van het regelmatig veelvlak radius=r met r de straal van de omgeschreven sfeer vb.: >RegularPolyhedron(dod,[5,3],point(c,0,0,0),side=9); -vertices: bepalen van de hoekpunten van een gedefinieerd object vb.: >vertices(dod); -faces: bepalen van de zijvlakken van een gedefinieerd object; de zijvlakken worden gegeven als een lijst van cordinaten van de hoekpunten, geordend in tegenwijzerszin gezien van buiten het veelvlak. vb.: >faces(c); -radius: bepalen van straal van omgeschreven bol van regelmatig veelvlak. vb.: >radius(dod); -draw: objecten plotten in de 3dimensionale ruimte met geom3d: >draw([obj1(opties1),obj2(opties2),,objn(optiesn)],globaleopties); hierin zijn * obj1,,objn: geometrische objecten (bv. dod uit vorig voorbeeld) * optiesi: opties die enkel voor obji gelden (bv. color, linestyle, numpoints, style) * globaleopties: opties die gelden voor alle objecten obj1,objn vb.: >RegularPolyhedron(cube,[4,3],point(o,0,0,0),side=6); >draw([dod(color=red,style=wireframe),cube(color=green,style=wireframe)]);

You might also like