You are on page 1of 8

Inleiding

De DBKV-opleiding kent drie fasen: een propedeutische fase, een hoofdfase en een eindfase. In iedere fase speelt het lopen van stage een wezenlijke rol, waarbij de stages telkens gekoppeld worden aan de beroepsvoorbereidende vakken, waarin de schoolstages inhoudelijk worden voorbereid, theoretisch worden ingekaderd en worden begeleid en gevalueerd. In de eerste plaats gebeurt dit bij het vak vakdidactiek. Verder worden de vakken pedagogiek, psychologie en onderwijskunde aangeboden. De beroepsvoorbereiding vind verder plaats in het kader van project onderwijs en in het kader van de interfaculteit Kunsteducatie. Bij vakdidactiek wordt elk jaar het accent gelegd bij een van de domeinen van het voortgezet onderwijs. Dit jaar, jaar 1 van de hoofdfase, is dat VMBO. De stage zal 9 weken, 2 dagen per week in beslag nemen waarbij competenties op niveau 2 moeten worden gehaald. Het stageplan is een handleiding waarin aangegeven wordt wat mijn sterke en zwakke kanten zijn, hoe ik mijn zwakke kanten wil verbeteren of mijn sterke kanten verder wil uitdiepen en met welke (leer)activiteiten ik die doelen wil bereiken. Dit stageplan wordt opgesteld onder begeleiding van de docent vakdidactiek; de ipd moet uiteindelijk zijn (voorlopige) goedkeuring verlenen. Door middel van een logboek wordt er bijgehouden wat hiervan wel en niet lukt en waarom, en wat ik verder tegen kom naar aanleiding van de stage. Hiermee wordt het stageplan een groeidocument . Aan de hand van het logboek kan er tussentijds en achteraf worden gereflecteerd, kan het stageplan waar nodig tussentijds nog worden bijgeschaafd en kan uiteindelijk ook beoordeeld worden of de competenties en doelen uiteindelijk behaald zijn. De school waarop stage gelopen wordt gedurende deze periode is het Den Hulster College te Venlo. Een handgreep uit de studiegids laat zien wat ik opvallend en interessant vind aan deze school en waar ik gedurende mijn stage graag voornamelijk uit zou putten.

Onze medewerkers beschouwen het als een uitdaging om samen met leerlingen, ouders en externe partners te bouwen aan de school van de toekomst. De afgelopen jaren hebben we binnen College Den Hulster veel genvesteerd in het bieden van ruimte aan interesses en talenten van leerlingen. Wij leveren groepen leerlingen maatwerk in gebieden als techniek, sport, kunst & cultuur en tweetalig onderwijs. We ontwikkelen passend onderwijs voor hoogbegaafden en leerlingen die extra zorg nodig hebben. Er is echter nog veel te winnen op het vlak van individuele leerroutes en inspelen op de individuele leerstijl van onze leerlingen. Daarvoor willen we het onderwijs op Den Hulster meer persoonlijk maken. Dat betekent dat de leerling eigenaar wordt van zijn eigen leerproces en het onderwijs meer wordt toegesneden op de specifieke mogelijkheden en behoeften van iedere leerling. Hiervoor is het noodzakelijk te investeren in de ontwikkeling van digitaal leermateriaal en een bijpassende ICTinfrastructuur. Persoonlijk onderwijs is echter niet mogelijk zonder de inzet van enthousiaste en inspirerende leraren. Samen werkend en lerend fungeren zij als coach en vakexpert voor individuele en groepen leerlingen, die zijn gehuisvest op hun eigen thuisbasis. Deze vormt een veilige en overzichtelijke eenheid als voorwaarde voor het creren van een leer- en werkklimaat waarin leerlingen en medewerkers worden gekend en erkend. Onze school is niet alleen van en voor leerlingen en hun ouders, maar wordt ook door leerlingen en ouders zelf gedragen. Leerlingen hebben inspraak, runnen de jeugdsoos, organiseren activiteiten, denken mee in klankbordgroepen, lopen stage en geven voorlichting. Ouders denken mee in de ouder- en medezeggenschapsraad, krijgen een kijkje in de keuken , nemen deel aan thema-avonden en bijeenkomsten voor contactouders. Kortom, ze dragen werkelijk verantwoordelijkheid. In samenwerking met bedrijven en instellingen ontwikkelen leerlingen, ouders en medewerkers bij onze leerlingen de benodigde competenties voor de diensten- en kenniseconomie van de 21e eeuw. Noodzakelijk voor een geslaagde loopbaan en het opgroeien tot een gelukkige en verantwoordelijke burger. College Den Hulster wil meer bieden dan alleen een examenprogramma. Met dat doel zijn voor alle leerlingen stromen gecreerd. In de brugklas wordt hiermee begonnen met een orintatie op sport, cultuur en Technasium. In de volgende leerjaren kan de leerling zich specialiseren in een van de deze stromen of de algemene stroom. Dit kan in speciaal hiervoor geschapen blokuren in het lesrooster. Het accent ligt hierbij op het actief, zelfstandig, onderzoekend en ondernemend leren.

VMBO Het Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs is een voorbereiding op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en duurt vier jaar. Het vmbo heeft vier leerwegen: theoretische leerweg (kan toegang geven tot havo) gemengde leerweg kaderberoepsgerichte leerweg basisberoepsgerichte leerweg In het eerste en tweede jaar van de vmbo kader- beroeps- en basisberoepsgerichte leerweg heeft de leerling een breed vakkenpakket. In het tweede leerjaar kiest de leerling een richting die hij/zij in het derde en vierde leerjaar volgt: sector zorg en welzijn: - Zorg en Welzijn Breed - Verzorging sector economie: - Handel en Administratie sector techniek: - Bouwtechniek: bouw breed en fijnhout bewerking - Elektrotechniek - Installektro (elektro- en installatietechniek) - Metaaltechniek - Motorvoertuigentechniek De technische opleidingen worden in het Techno- dme aangeboden. College Den Hulster en Gilde Opleidingen (mbo) bieden in deze professionele leeromgeving doorlopende leerlijnen in de techniek. LwOO Een aantal leerlingen heeft op het vmbo extra ondersteuning nodig. De extra aandacht wordt enerzijds mogelijk gemaakt door plaatsing in kleinere groepen, anderzijds door individuele extra ondersteuning. Leerwegondersteunend onderwijs is alleen mogelijk met goedkeuring van een Regionale Verwijzings Commissie.

TOPSPORT TALENT SCHOOL (VH LOOT) Sinds 2004 is College Den Hulster een Topsport Talent School. Een Topsport Talent School biedt extra faciliteiten om topsport en studie zo goed mogelijk te laten samengaan. Lesroosters en/of lessen kunnen worden aangepast als trainingen, wedstrijden of andere activiteiten dat nodig maken. STROMEN Afhankelijk van de interesse van de leerling, kan deze deelnemen aan een van de vier stromen: tweetalig vwo, sport, techniek (Technasium) of cultuur. Binnen het reguliere onderwijsaanbod worden extra uren besteed aan het betreffende interessegebied. Leerlingen die niet voor een stroom kiezen, volgen de algemene stroom waarbij projecten op allerlei gebied aan bod komen. TVWO (ENGELS) Vanaf de brugklas volgen de tvwo-leerlingen zes jaar lang ongeveer de helft van hun lessen in de Engelse taal. Op het gebied van spreken, schrijven, (auditief) begrip en lezen bereiken zij het hoge near native niveau. Hun taalbeheersing wordt bijna zo goed als die van leeftijdgenoten met Engels als moedertaal. Dit realiseren wij op verschillende manieren: Leerlingen volgen een aantal vakken met Engels als instructie- en omgangstaal. Een native speaker (met Engels als moedertaal) verzorgt een aantal lessen (communicatieve vaardigheden) Uitwisselingen en studiereizen in Cambridge en Ierland aan het einde van de derde klas is de leerling op het niveau Cambridge Advanced English (C1) Het tvwo wordt afgesloten met het I.B.-examen (International Baccalaureate) Language A2. Tweederde van de leerlingen leggen dit examen in het higher level af. Wereldwijd is dit de hoogst haalbare kwalificatie in het Engels voor niet native speakers. TECHNASIUM Het Technasium is een nieuwe, moderne opleiding voor btaonderwijs. Hier werken leerlingen vanaf de brugklas havo of vwo samen aan projectopdrachten, waarbij denken en doen nauw met elkaar verbonden zijn. Leerlingen krijgen de kans hun talenten op het gebied van natuurwetenschappen en techniek te ontdekken. Naast de gewone bta-vakken als wiskunde en biologie krijgen leerlingen ook het vak Onderzoek en Ontwerpen (O&O). Volgens een voorgeschreven beroepsprofiel werken ze elk leerjaar aan vier grote projectopdrachten, waarbij ze op realistische wijze kennis maken met echte beroepen. Een nauwe samenwerking met vervolgopleidingen en het regionale bedrijfsleven is daarom een vast onderdeel van alle projectopdrachten. Alle leerlingen van havo en (t)vwo met een NG- of NT-profiel in de bovenbouw kunnen kiezen voor het examenvak Onderzoek & Ontwerpen. Bij een succesvolle afronding, ontvangt de leerling een officieel erkend Technasiumcertificaat.

SPORTKLAS In de sportklas krijgen leerlingen extra lichamelijke opvoeding. In de sportklas wordt een programma aangeboden dat goed aansluit op het examenvak Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM) en op de toelatingseisen van de sportacademie en Cios- opleiding. Tijdens clinics kunnen leerlingen in aanraking komen met topsporters en clubs. In de brugklas wordt gestart met orintatie op stromen: in de sportstroom die hij voor klas twee en drie kiest krijgt de leerling een aanbod dat vergelijkbaar is met de sportklas. kUNST EXPRESSIE CULTUUR (kEC) In de KECstroom krijgen leerlingen extra lessen in drama, dans, muziek en beeldende kunst. In de brugklas wordt gestart met orintatie op stromen: in de KECstroom, die de leerling voor klas twee en drie kiest, wordt een programma geboden dat zich vooral richt op theaterkunst met alle aspecten die daar betrekking op hebben, zoals decorbouw, theatertechniek, licht, geluid enzovoort. MAATSCHAPPELIJKE STAGE: Met ingang van het schooljaar 2011-2012 is maatschappelijke stage een verplicht schoolvak op alle middelbare scholen in Nederland. Door de maatschappelijke stage maakt de leerling in het middelbaar onderwijs kennis met vrijwilligerswerk en levert op deze manier een onbetaalde bijdrage aan de samenleving. De leerlingen helpen vrijwilligers organisaties met hun reguliere werkzaamheden. Hierbij staat voorop dat de leerlingen zelf hun vrijwilligerswerk kunnen kiezen. Dit kan bijvoorbeeld bij hun eigen vereniging, waar zij lid van zijn. Op deze manier wordt het imago van vrijwilligerswerk bij jongeren versterkt en brengen we de leerlingen op de hoogte van de vele mogelijkheden in vrijwilligersland. Ook ervaren de leerlingen hoe leuk, leerzaam en zinvol het kan zijn om iets voor een ander te doen zonder dat dit uitgedrukt wordt in een inancile vergoeding. Alle leerlingen lopen in totaal 30 uur maatschappelijke stage, waarvan er 10 uur in de onderbouw gedaan worden en 20 uur in de bovenbouw. De maatschappelijke stage dient uitgevoerd te worden voor of binnen een vrijwilligersorganisatie, een professionele non-profitorganisatie of bij een maatschappelijke activiteit van burgers of bedrijven. Zo kun je binnen je eigen sportvereniging trainingen geven aan leden of kun je helpen bij zorginstellingen, kinderopvang, gehandicaptenzorg, wijkaccommodaties, jeugdclubs, scouting of andere maatschappelijke organisaties. De maatschappelijke stage binnen OGVO gebeurt in samenwerking met de gemeente, de scholen en Stichting Wel.kom.

HUISKAMERPROJECT Voor leerlingen met een persoonsgebonden zorg- budget ( rugzak ) is er aan het einde van de lesdag het huiskamerproject. In deze rustige leeromgeving wordt door steeds dezelfde docent intensieve begeleiding op maat geboden. Het betreft hier zowel sociaalemotionele begeleiding als studiebegeleiding.

ATELIERUREN Op vrijdagmiddag kunnen de leerlingen gedurende de zogenaamde atelieruren in het technieklokaal en handvaardigheidlokaal terecht om aan de slag te gaan met allerlei materialen naar eigen keuze, zowel op technisch als kunstzinnig vlak. CULTURELE AVONDEN Leerlingen en personeel starten al in september met de voorbereiding van de Culturele Avonden: een inmiddels fameus geworden traditie van totaaltheater , muziek, dans, toneel en decors. TRY IT Try It is een show voor en door leerlingen van de onderbouw vmbo, havo en vwo waarin verschil- lende aspecten zitten met betrekking tot muziek: playback, zang, dans, cabaret. Leerlingen dienen audities te doen en worden begeleid voor hun optreden. Try It wordt gehouden in de aula van de school en vormt een goede voorbereiding voor een toekomstig optreden op de Culturele Avonden. SCHOOLORKEST Vanaf medio september repeteert regelmatig een groep musici onder leiding van de heer Perree om een muzikale bijdrage te leveren aan kerstconcerten, Culturele Avonden, Try It en diploma-uitreikingen.

Voor de aanvang van de stage, op 18 Januari, zijn Vivian en ik al naar de stageschool gegaan voor een kennismakingsgesprek. Natuurlijk waren er al een aantal dingen die uit het onderzoek in de digitale studiegids naar boven waren gekomen, maar ook bleven er nog een aantal andere vragen over waarop we graag antwoord wilde hebben. Hiervoor hebben we in de treinreis naar de school toe een kort vragenlijstje opgesteld. 1. 2. 3. 4. Is er, afgezien van een digitale schoolgids, ook een analoge schoolgids? Wie zijn de andere begeleidende docenten en collega s? Wat zijn wiens contact gegevens? Welke lessen zijn er binnen de sector kunst en cultuur en ik welke lessen zouden wij mogen meedraaien? 5. Welke groepen zijn dit, wat is hun niveau en wat zijn de thema s die nu behandeld worden? 6. Is er een mogelijkheid tot lesgeven binnen TTO? 7. Zijn er nog leerwerktaken die vanuit de stageschool aangedragen worden? 8. Waar is de personeelskamer/overleg ruimte en zijn hier nog bepaalde omgangsnormen waar we rekening mee moeten houden? 9. Waar is de mediatheek/bibliotheek/studiezaal en zijn hier nog bepaalde omgangsnormen waar we rekening mee moeten houden? 10. Hoe zit het met inloggegevens en kopieermogelijkheden? 11. Zijn er al belangrijke data voor bijvoorbeeld speciale dagen op school of belangrijke afspraken die we al kunnen noteren?

Eenmaal op de stageschool aangekomen werden we meteen heel goed ontvangen. We kregen een badge bij de receptie, meneer Van Rhee werd voor ons op de hoogte gesteld dat we waren gearriveerd en daarna werden we naar de personeelskamer doorverwezen. Daar hebben we maar heel even moeten wachten voor Van Rhee ons kwam ophalen. Het gesprek verliep ontzettend vlot. Ik had zelf verwacht dat wij heel veel zouden moeten aandragen en vragen, maar heel veel van de informatie kwam al meteen onze kant uit. De helft van onze voorbereide vragenlijst was na 10 minuten al volledig beantwoord. Eerst kregen we uitleg over wie nu wie was. Mat van Rhee is onze ABS (Algemeen Begeleider van de School). Hij is als het ware onze belangen behartiger en de begeleider van zowel ons als de SPD. Als er iets is dat we willen weten of dat niet lekker loopt dan kunnen we terecht bij Mat. Hij is tevens aanwezig bij onze tussenevaluatie en onze eindevaluatie en wil graag om de week op de hoogte gehouden worden door een kort verslag. Voor het plannen van het beoordelingsgesprek zijn we zelf verantwoordelijk. Jan Groene is onze SPD (School Practicum Docent). Hij zal veel intensiever contact met ons hebben, al onze directe vragen beantwoorden en ons observeren en beoordelen. Wel is het zo dat Jan eigenlijk HAVO/VWO docent is en aangezien onze stage vooral de focus legt op VMBO kan het zijn dat we toch een andere docente als SPD krijgen. Hierover volgt nog overleg. Met Jan, of de eventuele andere docent, kunnen we overleggen of er nog leerwerktaken zijn die zij belangrijk voor ons vinden of die goed passen bij de lessen die nu gegeven worden. Omdat er een ruim aanbod is binnen kunst en cultuur op deze school kan het zijn dat we ook bij verschillende docenten in de les meedraaien. Wie wie is komen we snel genoeg achter als we gaan meedraaien. Een rooster waarin alle lessen zijn opgenomen kunnen we aan Jan vragen.

Wat het aanbod inhoud wist ik eigenlijk al van wat ik op de website gevonden had. Alles dat mij interessant leek werd ook door Mat genoemd. Drie dingen die nog naar boven kwamen waren de Davinci klas, het TTO en de culturele avonden. De Davinci klas, bestaande uit meerbegaafde kinderen hebben naast het reguliere onderwijs nog extra projecten. Hierbinnen zouden wij ook iets kunnen doen. Hierbij moesten we dan wel rekening houden met het feit dat meerbegaafd niet inhoud dat ze ook getalenteerde kunstenaars zijn! Het TTO zou vooral voor mij heel interessant kunnen zijn omdat ik ook een jaar voor Engels Docent heb gestudeerd. De mensen met wie ik in aanraking zou komen, wil ik in een aantal van deze lessen een bijdrage leveren zijn; Chris de Haan (cordinator TTO) en Petra Evers (docent). Er werd meteen heel positief gereageerd op de mogelijkheden dus ik kijk er erg naar uit. Datzelfde geld voor de Culturele Avonden. Als ik het goed heb begrepen zijn dit twee avonden waarbij de bovenbouw (voorheen bovenbouw en onderbouw) zelf voorstellingen maken en verzorgen. Veel hiervan is buitenschools werk hoewel er natuurlijk ook in de lessen aandacht aan besteed zal worden. Tot slot kregen we een korte rondleiding door de school. Mat heeft ons even voorgesteld aan een aantal mensen uit het docenten team, heeft ons laten zien waar het kunstencentrum ligt (de personeelskamer hadden we al gevonden), heeft ons de OLC (studiecentra) gewezen, heeft ons naar de administratie geleid zodat we daar gegevens konden achterlaten voor registratie en het aanvragen van inloggegevens en een kopieerkaart en heeft ons tot slot kennis laten maken met Jan Groene. Onderweg kwamen we twee andere stagiaires tegen van ArtEZ die nu in hun 3e jaar zitten. Dit kwam heel erg goed uit want door na afloop van de rondleiding nog even met hen te kunnen praten kwamen we nog veel meer over de school te weten. Ze hebben ons een rooster meegegeven die zij zelf hadden gemaakt zodat we een tijdelijke opstart hadden. Ze hebben ons opdrachten laten zien die ze zelf in de afgelopen lessen met de groepen hadden gedaan en ze hebben ons nog voorgesteld aan twee andere docenten. Verder hebben ze als tip meegegeven dat het belangrijk is dat we heel actief te werk gaan. Omdat de school zo groot is zorgt het nog wel eens voor stress en onoverzichtelijkheid bij iedereen. Daarom leek het hen verstandig als we zoveel mogelijk zelf achter dingen aan zouden gaan, zoals het maken van afspraken, het stellen van doelen en ook het vragen naar feedback. Aanstaande Donderdag, 26 januari, hebben we nog een tweede gesprek met een van de docenten. Hij wilde ons nog graag even op weg helpen met welke les mogelijkheden er allemaal voor ons waren zodat we een rooster kunnen opstellen en meteen in week 1 lekker aan de slag kunnen. Kortom, inmiddels lekker goed voorbereid. Laat het echte werk maar beginnen

You might also like