Professional Documents
Culture Documents
Als f(x) periodiek is met periode 2L, stuksgewijs continu is en overal in het interval [-L,L] een linker- en een rechter afgeleide heeft dan convergeert de Fourier-reeks. De waarde van de Fourier-reeks in x is gelijk aan het gemiddelde van de linker- en de rechterlimiet van f(x) in x.
= 2 ()
Geg: U1+ = U1-1 en U2+ = U2-1 U3 = U2-1U1U2 U3+ =? U3-1 + + + -1 + U3 = U2 U1 (U2 ) = U2+U1+U2 U3-1 = U2-1U1-1(U2-1)-1 = U2+U1+U2 QED
De kolommen van S stellen de eigenvectoren van A voor. Daar eigenvectoren slechts bepaald zijn op een veelvoud na, is S niet uniek.
is een eigenwaarde van A det(A-I)=0 : det(A)=0 det(A-I)=0 =0 : 0 is een eigenwaarde det(A-I)= det(A)= 0
X is een eigenvector als die voldoet aan de eigenwaardevergelijking AX=X Deze vector X behoudt zijn richting na vermenigvuldiging met A.
A bezit steeds n (niet noodzakelijk verschillende) eigenwaarden. A bezit hoogstens n lineair onafhankelijke eigenvectoren.
H hermitisch H = H+ eigenwaarde van H: HX=X (1) Hermitisch toevoegen: X+H=*X+ (2) (1) links vermenigvuldigen met X+ en (2) rechts vermenigvuldigen met X geeft X+X = *X+X ( - *)X+X = 0 X is een eigenvector X+X 0 = * is reel.
<> <> = <>* hermitisch Want: <> = <>* *d = (*)*d = ()*d <|> = <|>
<> = *d en i*jd = ij en i = aii <> = *d = ij(cii)* cjjd = ijci*cji*jd = ijci*cjaji*jd = ijci*cjaj ij = i|ci|ai
en ^B zijn 2 lineaire hermitische operatoren met een gemeenschappelijke complete verzameling eigenfuncties {fi} fi = aifi en ^Bfi = bifi Te bewijzen: [,^B]f = 0 f {fi} vormen een complete verzameling f = Commutator uitwerken: f = : fi = aifi en ^Bfi = bifi: Constanten voorop: fi = aifi en ^Bfi = bifi: Vereenvoudigen: QED
[A,B]f = ABf BAf = ci (ABfi BAfi) = ci (Abifi Baifi) = ci (biAfi aiBfi) = ci (biaifi aibifi) = cifi (biai aibi) = 0
H is een hermitische matrix met eigenwaarde en eigenvector X: HX = X (1) Hermitisch toevoegen geeft: (HX)+ = X+H = *X+ (2) (1) Links vermenigvuldigen met X+ en (2) rechts v. met X geeft: X+HX = X+X = *X+X ( - *)X+X = 0 X is eigenvector dus X+X > 0 = * eigenwaarden reel QED
Eigenwaarden van een hermitische matrix zijn reel. Alle rele symmetrische matrices zijn hermitisch JA
Eigenwaarden van een diagonaalmatrix zijn de elementen op de diagonaal: 0 A= 1 = i en 2 = 5 0 5 Eigenwaarden NIET steeds reel
Een orthogonale matrix is een rele unitaire matrix. De modulus van elke eigenwaarde van een unitaire matrix is 1 JA
fi = aifi en ^Bfi = bifi Te bewijzen: [,^B]f = 0 f {fi} vormen een complete verzameling f =
[A,B]f = ABf BAf = ci (ABfi BAfi)= ci (Abifi Baifi) = ci (biAfi aiBfi) = ci (biaifi aibifi)= cifi (biai aibi) = 0
|| = 1
De waarschijnlijkheid om bij meting van de energie de waarde En te bekomen waarbij En de eigenwaarde is die hoort bij n, is gelijk aan |cn|
Hamiltoniaan: H =
- L(qi, qi)
f1(0)=^f1(0)=0
1/2
f2(/2)=^f2(/2)=1/2
1/2
^f3(/2)=(LL(f3)+ RL(f3))/2=1/2
Taylor: Lokale benadering (= in een punt) Fourier: Globale benadering (= in een interval)
Taylor: in termen van machten van x Fourier: in termen van sinussen en cosinussen
CONVOLUTIE
Filter (gewoon product) zodat hoge frequenties (kenmerkend voor ruis) verwijderd worden
-1
g = ^f*h
A=
0 5
0 0 5
0 =0 =0
2 4 1 3
4 1 3 2
( )
" ()
= ( ) = ( ) = () ( )
Geg: O1T = O1-1 en O2T = O2-1 O3 = O2-1O1O2 O3T =? O3-1 T T T -1 T O3 = O2 O1 (O2 ) = O2TO1TO2 O3-1 = O2-1O1-1(O2-1)-1 = O2TO1TO2
QED
A = S-1AS det(A-I) = det(S-1AS - S-1S) = det(S-1[A-I]S) = det(S-1)det(A-I)det(S)= det(S)-1det(A-I)det(S) = det(A-I) det(A-I) = 0 det(A-I)= 0 QED
H hermitisch met eigenwaarden 1 en 2 met bijhorende eigenvectoren X1 en X2. HX1 = 1X1 (1) en HX2 = 2X2 (2) Hermitisch toevoegen van (1): X1+H = 1*X1+ (3) Vermenigvuldig (2) links met X1+ en (3) rechts met X2. X1+HX2 = 2X1+X2 = 1*X1+X2 (2 - 1)X1+X2 = 0 (eigenwaarden van hermitische matrices zijn reel) (2 - 1) 0 want eigenwaarden zijn verschillend X1+X2 = 0 orthogonaal QED
Hamiltoniaan: H =
- L(qi, qi)
=1 ||
= 1 en P(meetwaarde 1) = |c1|