You are on page 1of 4

Een, twee, genoeg Genre: Portret documentaire Lengte: 50 minuten Regie en Scenario: Elizabeth Salgado Productie: Rene Mendel

Premisse: Genoeg is genoeg! Inleiding De Ava-Cavari, een kleine indianenstam uit het Goias-gebied in het centrum van Brazili, leven in een wereld zonder getallen. Zij tellen niet verder dan tot twee: een, twee. Alles daarna is eenvoudigweg genoeg. In deze wereld zonder getallen bestaat ook geen geschiedenis, zelfs geen scheppingsverhaal of sprookje. Alleen het hier en nu telt. Ze zijn altijd nomade geweest, ze hebben nooit iets van landbouw of veeteelt ontwikkeld. Ze zijn altijd in kleine groepjes rond getrokken en geleefd van de jacht en het plukken wat de natuur te aanbiedt. Sinds het begin van de 19e eeuw wordt hun habitat bezet door boerderijen, goudzoekers, dorpen en als laatste in 1991 de waterenergiecentrale Serra da mesa die een grote deel van hun oerwoud onder water heeft gezet. Na jaren onderzoek is de nationale organisatie voor de Indianen (FUNAI) er in geslaagd in contact te komen met de Ava-Cavari en hen te isoleren in een indiaans reservaat. De worsteling om de stam, die nog slechts uit zes personen bestaat, levend te houden is groot. Wat te doen met een stam die bekend is om zijn adaptatievermogens maar nu voortdurend botst met een onbekende cultuur? Hoe leven en wat verwachten deze indianen? Maken ze zich zorgen over hun voortbestaan, of vinden ze zes wel genoeg. Deze film is een grappig en toch dramatisch portret van de mens. De mens in de natuur, de mens die zorgt voor de natuur en de mens die vervreemd is van de natuur. Het is een metafoor over de toekomst van ons milieu en over de goede en slechte bedoelingen van de mens. Synopsis Manuela Batista de Souza Carvalho, een enthousiaste vrouw van 42, is als cordinatrice namens de FUNAI belast met de zorg voor en het toezicht op de Ava-Cavari. Zij brengt ons als gids van de beschaafde, westerse wereld die wij kennen naar de leefwereld van haar indianen. We ontmoeten de indianen in haar kantoor,

waar ze, van overheidswege gemonitord, een papieren bestaan leiden in de vorm van dikke dossiers en waar ze gefotografeerd in t-shirts van de FUNAI achter Manuelas bureau aan de muur hangen. En we ontmoeten ze in hun reservaat, waar ze zich verkleden voor een feestje, in de zon liggen en met elkaar flirten, op jacht gaan, koken, drinken, dronken worden, een pijp roken, kortom precies hetzelfde doen als wat mensen altijd en overal doen. Aan de hand van wat Manuela Batista vertelt, leren we de Ava-Cavari, een stam van zes indianen, vier vrouwen (Matxa en Nakwatxa 55 jaar oud, Tuie 26 jaar en Putitxawe15jaar) en twee mannen (Iawi 30 jaar en Trumak 14 jaar), kennen. Van oudsher beschikken de Ava-Cavari over een groot aanpassingsvermogen, nodig om als nomaden te kunnen overleven. Maar nu ze samen zijn gebracht in een reservaat en beschermd worden tegen de boeren die hun boerderijen heel gewelddadig bewaken, zonder dat ze de beginselen van landbouw en veeteelt geleerd is die nodig zijn om op een vaste plek te verblijven, zijn ze afhankelijk geworden van de FUNAI, de organisatie die hen steunt met eten. Hun reservaat is groot genoeg om aan hun cultuur van jagen en vruchten plukken vast te houden, maar vaak jagen ze op vee van de boerderijen die zich nog in hun territorium bevinden in afwachting van een verhuizing naar elders. Dat veroorzaakt uiteraard veel conflicten met de boeren, die zich vervolgens weer beklagen bij de organisatie. De organisatie hoopt dat de Ava-Cavari hun eigen agricultuur ontwikkelen, maar dat gaat heel langzaam want ze houden van jagen en begrijpen niet wat daar verkeerd aan is. Manuela vertelt dat de organisatie er veel aan gelegen is dat de Ava-Cavari zich voortplanten. Zo heeft men geprobeerd om deze stam samen te laten smelten met de Ava-Canoeiros, een andere stam van 24 indianen die bij een andere rivier woont, maar het eerste contact mislukte totaal door de onderlinge taal- en cultuurverschillen. Het voortplanten langs natuurlijke weg gaat gek genoeg, zonder dat iemand het kan verklaren, heel langzaam. Ze zijn de hele dag muziek aan maken, aan het koken, roken, dansen, drinken en aan het spelen of jagen in de natuur. De vrouwen doen altijd hun best om de man te behagen en ter wille te zijn. Iawi gaat vaak met Tuie maar hij wordt gedeeld met de andere vrouwen, want ze zijn polygaam. De twee jongeren zijn kinderen van de twee oudere met Iavi. Er is geprobeerd Trumak en Putitxawe, de jongeren, naar een indiaanse school te sturen, maar daar werd het Portugees gedoceerd in het Jaeve, de taal van de erfvijand, en dat was

onoverkomelijk voor de Ava-Cavari: hun taal is een Tupi-dialect. De hele stam is analfabeet en alleen de jongeren kunnen hun naam schrijven. Hun handwerkinstrumenten zijn gemaakt van oud ijzer en afval van naburige dorpen en boerderijen. Ze zijn gesoleerd maar allang afhankelijk van de civilisatie. Hun belangrijkste instrumenten zijn muziekinstrumenten, jachtinstrumenten en pijpen. Het traditionele zichzelf met veren tooien en het lichaam beschilderen is al lang verdwenen. Ze kleden zich aan met de kleding dat ze krijgen van de organisatie en met leer van geslachte dieren. Vaak lopen ze ook gewoon naakt rond als het warm is. De openingsscne is met de twee oude dames die een pijp roken bij het imponerend waterenergiecentrale. Hoe kijken ze daar tegenaan? De slotscne is gelijk aan de openingsscne,maar dan met de jongelui. Wat zijn hun verlangens? Hier gaat deze film om. De indianen vinden de civilisatie heel mooi, ze vinden de kleding mooi, de vuilnis is vol mooie dingetjes dat ze kunnen gebruiken, maar de blanken zelf zijn lelijk en daar willen ze niks mee te maken hebben. Omgekeerd vindt de organisatie dat ze in de natuur moeten blijven leven, omdat de zogenaamde civilisatie giftig is. En ik, ik vind dat deze indianen veel hebben gezien van de blanke mensen: zoals stammen die werden doodgeschoten voor grond en vee, zoals de aanleg van de waterenergiecentrale die hun oorspronkelijk leefgebied compleet onder water deed verdwijnen, en het enorme feest toen hun stam werd ontdekt en als attractie werd getoond aan de beschaafde wereld, en hoe hun grondgebied plotseling kadastraal werd afgebakend. Motivatie Ik ben Braziliaan en heb zelf, van dichtbij, indiaans bloed. Het beeld dat ik heb van mijn indiaanse overgrootmoeder is dat de hele familie aan het discussiren is wie haar troep ging schoonmaken, want sinds haar 80ste wilde ze niks meer dan in de hangmat liggen en niespoeder snuiven. Ze kwam haar hangmat zelfs niet uit om naar de wc te gaan; ze verliet de hangmat pas toen ze op haar 92ste overleed. Niemand weet uit welk stam ze kwam, en in mijn research voor onze genetische stamboom ben ik daar ook niet uitgekomen. Uitgestorven dus. De worsteling van Manuela met de indianen om ze puur en in de natuur te houden en haaks daarop staand - hun toenemende afhankelijkheid van de civilisatie fascineert mij. De beelden van een indiaan die zijn vuur aansteekt met een lucifer en zijn kruiden rookt in een pijp gemaakt van uitlaatgaspijp, tegenovergesteld aan

de dromen van Manuela, zijn voor mij de metafoor van deze wereld. De mens die, verblind door goede bedoelingen, meer kwaad doet dan goed. Hoe ze naar hen kijkt en over hen praat alsof het exotische dieren zijn die gaan uitsterven, terwijl ze zelf daarnaast de indianen allang contamineert door de civilisatie. Ik voel me of ik een parodie aan het maken ben op die vreselijke etnische documentaires waar ik juist zon hekel aan heb zoals De nomade van de Sahara van Werner Herzog. Films zoals Mad Max over het einde van de maatschappij fascineren mij, en ook de documentaires van Heddy Honigmann, waarin de liefde voor de mens, de bezetenheid van de mens, de rode draad is, spreken mij heel sterk aan.

You might also like