You are on page 1of 4

Visiestuk

Ik ben thuis opgegroeid in een walhalla voor kunstenaars. Het trappenhuis was ons museum, het tweede huis aan de overkant van het plein was mijn vaders atelier. Iedere dag dat ik de trap op en af liep kwam ik langs talloze portretten van overleden overgrootouders, stillevens geschilderd door mijn betovergrootmoeder en vergezichten over zee en schitterende vogelportretten door mijn opa. Oude meesters, onbekend en al generaties familiebezit. Schilderijen waar ik niet meer van opkeek omdat ik niet anders kende. Evenmin realiseerde ik me dat, waar andere kinderen kleurplaten volkrasten met stiften van de BartSmit, ik me kon uitleven met pastelkrijt, dure markers en met mijn hand in die van papa airbrush. Of dat ik hele wanden vol met boeken over kunst en kunstenaars tot mijn beschikking had. Beter had ik het niet kunnen treffen. Helaastegen de tijd dat ik mijn kinderschoenen uit deed en daadwerkelijk bewust interesse begon te tonen voor kunst, waren wij ons huis kwijt, was mijn vader failliet en zat ik op de MAVO waar kunst er niet toe deed. Wel zat ik op de vooropleiding dans in Maastricht, waar wij een mager aanbod kregen van dansgeschiedenis en een paar keer per jaar naar een klassieke dansvoorstelling gingen. Niets maakte echter zo veel indruk als de keer dat ik met mijn vader naar het Bonnefanten Museum in Maastricht ging. Moderne kunst. Voor mij als leek met alleen in mijn hoofd de realistische olieverf schilderijen uit het trappenhuis een hele overgang. Het allereeste doek dat ik zag hangen was een leeg canvas. Wit. Niks. Niet eens verf. Met de titel de leegte. Nog nooit in mijn leven was ik zo kwaad en zo teleurgesteld! Mijn vader was failliet en wat hing er in het museum? Een leeg doek wat ze bij de Xenos voor 8 gulden verkochten. Moderne kunst kreeg voor mij een negative bijklank die nog jaren bleef hangen. Kunst in het algemeen werd niet meer over gesproken. Eliteberoep dat de afgrond in zou gaan storten. Ondanks dat zat ik wel op een dansopleiding. Binnen dans kon ik naar een wereld waar sprookjes nog bestaan en waar de wet van waar een wil is is een weg hoog in het vaandel staat. Dat ik danseres zou worden mocht niet aan getornd worden. Zelfs niet door danscordinatoren die mij van de opleiding stuurden. En zo ging ik van de opleiding in Maastricht, naar een opleiding in Heerlen en vervolgens naar de opleiding in Venlo. Intussen wakkerde ook mijn interesse voor filosofie, muziek en kunstgeschiedenis steeds meer aan. Toen uiteindelijk duidelijk werd dat ik - na mijn zoveelste enkelblessure - toch echt nooit proffessioneel danser kon worden, moest ik gaan nadenken. Waar lagen mijn interesses? Waar lagen mijn sterke en mijn zwakke punten? Wat wilde ik

met mijn leven bereiken en wat voor beroep zou daarbij passen? De meeste beroepen die mij aanspraken vereistten een universitaire opleiding. Met mijn havo diploma was dat dus al geen optie. Binnen het HBO viel mijn oog op Docent Nederlands, Docent Engels, Docent geschiedenis en Docent Beeldende Kunst en Vormgeving. Alle uitvoerende kunstberoepen durfde ik niet meer aan te gaan omdat ik had gezien hoe bedrogen je uit kunt komen. En leuk of niet, maar vroeg of laat zou ik toch ergens de rekeningen van moeten gaan betalen. Omdat ik nog nooit eerder kunstvakken had gedaan, op dans na, liet ik Docent Beeldende Kunst en Vormgeving al heel snel vallen. Dat zou ik immers toch nooit kunnen. Docent Engels gaf uiteindelijk de doorslag omdat daar een stage in het buitenland aan gekoppeld was en de opleiding internationaal ook een voorsprong zou geven. En dt - de wereld zien, avonturen beleven om weer te kunnen vertellen aan de leerlingen, daadwerkelijk kunnen zien wat de wereld me te bieden zou hebben, nieuwe werelden en culturen ontdekken en vol enthausiasme mijn leerlingen mee nemen op een denkbeeldige reis- was iets dat mij wel aansprak. Maar al snel bleef ik steken op grammar en phonetics terwijl ik me afvroeg wat er na de horizon van het klaslokaal zou komen en of mijn docenten ook de wereld hadden gezien. Misschien was mijn idee van deze opleiding alleen een waanbeeld en zou ik in werkelijkheid, net als de overige 99% van de Nederlanders, vastroesten in een bestaan van huisje, boompje, beestje. Al doende leert men, en op dat moment besefte ik dat ik meer ruimte nodig had. Meer creativiteit. Meer waanzin. Hoe gekker hoe beter! Ik wilde op ontdekkingstocht. Al was het in mijn eigen achtertuin. Zo kwam ik twee jaar later terecht op deze opleiding. Eindelijk!, zeiden mijn voormalige docenten van het middelbaar. Zij hadden niet anders verwacht. Voor de toelating heb ik echter nog een hele berg werk verzet voor ik met trillende knietjes, onzeker en wel, de drempel over stapte. Want wat wist ik nu van kunst? Eigelijk helemaal niks. En wat had ik nu voor basiskennis over vakken als tekenen en handvaardigheid? Ook helemaal niks. Zou ik getalenteerd genoeg zijn om hier aangenomen te worden? Ik had niets en niemand om mezelf en mijn kunnen mee te vergelijken. Tijdens het toelatingsgesprek was ik herhaaldelijk het liefst in een gat door de grond verdwenen. Welke musea heb je bezocht? Op het Bonnefanten Museum na geen een. Wat vind je van moderne kunst?

Op het moment eigelijk waardeloosmaarIk probeer het te snappen. Je begrijpt toch wel dat wij op deze opleiding dat soort kunst promoten? *slik* Lees je wel eens boeken over kunst? Uhh..ja nouNee. Wat deed je hiervoor voor opleiding? Nou ik wilde eerst danser worden, maar dat ging niet. En toen heb ik nog gestudeerd voor Engels docent. Heb je dans nu achter je gelaten? Ehmik denk het? Doe je nog aan andere takken van kunst? Zoals muziek? Of theater? Ja! Ik volg nu een cursus acteren! Ontzettend leuk! Je begrijpt toch wel dat ALS je hier al wordt toegelaten je geen tijd hebt voor dit soort onzin? Ik wist zeker dat ik het dus NIET gehaald had. En toch, wonder boven wonder, zit ik hier nu op ArtEZ in de schoolbanken. Uit mijn toelatingsgesprek bleek maar al te goed dat ik inderdaad nog met een blinddoek om door de kunstwereld was gewandeld. Nu daarentegen, kijk ik met wijd gesperde ogen in het rond en probeer ik als een spons alle kennis in mij op te zuigen. Allereerst is mijn mening over moderne kunst al gigantisch bijgesteld. Inmiddels kan het mij niet gek en shokkerend genoeg zijn. Als het je maar wakker schud en met andere ogen naar iets vanzelfsprekends kan laten kijken. Zelfs iets wat in mijn ogen geen kunst genoemd zou mogen worden kan het tch zijn, om de simpele reden dat het je laat nadenken over wat kunst dan zou moeten inhouden. Evengoed zijn er nog steeds museumstukken waar mijn nekharen van overeind komen te staan. Zoals bijvoorbeeld borden die zijn opgestapeld tot ze de vorm van een griekse vaas aannemen (Stedelijk museum Den Bosch). Met alle wil van de wereld zie ik hier vooralsnog niets anders in dan een vorm van creatieve therapie. Ten tweede is mijn kunnen op het kunstvlak ook al stukken gevorderd. Als ik kijk naar mijn tekeningen of mijn fotos van

vr deze opleiding en naar de tekeningen en fotos die recent nog zijn gemaakt ben ik technisch met sprongen vooruit gegaan. Met name de precisie iets waar ik ongemerkt altijd een beetje de kantjes vanaf liep- heeft nu veel meer mijn aandacht. Ook mijn interesse voor cultuur en samenleving is nog verder vergroot. Mijn wens om de jeugd van tegenwoordig te begeleiden op hun eigen ontdekkingstocht daarentegen onveranderd. Telkens weer denk ik terug aan de docenten die hele theatervoorstellingen gaven voor in de klas. De boeken bleven dicht en aantekeningen werden niet gemaakt. Maar tch bleef ieder woord hangen. Zelfs weken later kon ik nog hele citaten geven. En het mooiste van deze lessen vond ik nog het feit dat er op de gangen nog over gesproken werd. Het deed iets, het liet iets achter, de leerlingen namen iets mee dat verder reikte dan de proefwerkstof. Leerlingen kwamen in hun piama naar de filosofieles of kwamen te laat omdat tijd immers relatief is. Vroegen het schoolbestuur of de toiletdeuren met bordverf beschilderd mochten worden zodat ze creatief konden zijn zonder de school af te takelen en namen verband mee voor het geamputeerde been van de knuffelbeer van de geschiedenis docente (wie zegt dat knuffelberen geen pijn voelen?). Ja het was een teringzooi en ja we waren pubers. Maar alles wat we uitspookten was doordacht en een door de docenten op gang gebrachte ontdekkingsreis naar die onbekende wereld in de vanzelfsprekendheid. Het feit dat ik nu nog steeds die ontdekkingreis wil voortzetten heb ik te danken aan die docenten, en die dankbare taak wil ik overnemen

You might also like